Gefeliciteerd met uw keuze voor de Hammond SK PRO/SK PRO-73Stage Keyboard.
De Hammond SK PRO/SK PRO-73 is voorzien van het authentiekeHammondorgel geluid, evenals hoogwaardige piano-, ensemble- enmono-synth secties, wat dit het perfecte instrument maakt voor allemuzikale gelegenheden. De SK PRO heeft 61 toetsen en de SK PRO-73 heeft 73 toetsen.
Neem de tijd om deze handleiding volledig door te lezen om optimaalgebruik te kunnen maken van de vele functies op uw SK PRO/SK PRO-73, en bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
8
8
8
8
8
8
8
8
7
7
7
7
7
6
6
6
6
6
5
5
5
5
5
4
4
4
4
4
3
3
3
3
3
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
8
7
7
7
7
6
6
6
6
5
5
5
5
4
4
4
4
3
3
3
3
2
2
2
2
1
1
1
1
HANDLEIDING
Page 2
2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees deze instructies.
Bewaar deze instructies.
Neem alle waarschuwingen in acht.
Volg alle instructies.
Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
Maak het alleen schoon met een droge doek.
Blokkeer geen ventilatieopeningen.Installeer het apparaat in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen zoals radiatoren, verwarmingsroosters, fornuizen of andere apparaten (in-clusief versterkers) die warmte produceren.
Omzeil nooit de veiligheidsfunctie van de gepolariseerde of geaarde stekker. Een gepolariseerde stekker heeft twee pennen waarvan de een breder is dan de andere. Een geaarde stekker heeft twee pennen en een derde aarde-pen. De bredere pen, of de derde pen, is bedoelt voor uw veiligheid. Als de meegeleverde stekker niet in uw stopcon-tact past, raadpleeg dan een elektricien om het verouderde stopcon-tact te laten vervangen.Zorg ervoor dat er niet over het netsnoer gelopen kan worden en dat het niet bekneld raakt, vooral bij stekkers, stopcontacten en het punt waar ze uit het apparaat komen.
Gebruik alleen hulpstukken/accessoires die door de fabrikant zijn gespeciceerd.
Gebruik het apparaat alleen met een kar, stan-daard, driepoot, beugel of tafel die door de fa-brikant is gespeciceerd of die bij het apparaat wordt verkocht. Bij gebruik van een kar: wees voorzichtig bij het verplaatsen van de combi-natie wagen/apparaat om letsel door omval-len te voorkomen.
Koppel dit apparaat los tijdens onweer of als het gedurende lange tijd niet wordt gebruikt.
Laat al het onderhoud over aan gekwaliceerd onderhoudsperso-neel. Onderhoud is vereist als het apparaat op enigerlei wijze is be-schadigd, bijvoorbeeld: als het netsnoer of de stekker is beschadigd, vloeistof is gemorst of voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, het apparaat is blootgesteld aan regen of vocht, niet normaal werkt , of is verwijderd.
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan druppelend of spat-tend water en er mogen geen voorwerpen gevuld met vloeistof, zo-als vazen, op het apparaat worden geplaatst.
WAARSCHUWING: Om het risico op brand of elektrische schokken te verkleinen dient u dit apparaat niet bloot te stellen aan regen of vocht.ATTENTION: Pour réduire les risques de choc électrique ou d’incen-die, ne pas exposer cet appareil à la pluie ou à l’humidité.
-DIT APPARAAT MOET GEAARD ZIJN.
-Het stopcontact moet in de buurt van het apparaat worden geïnstalleerd en moet gemakkelijk toegankelijk zijn.
De bliksemschicht met pijlpunt in een gelijkzijdige driehoek geeft aan dat er gevaarlijke spanning aanwezig is die een risico op elektrische schokken vormt in dit apparaat.
Het uitroepteken in de gelijkzijdige driehoek geeft aan dat er belang-rijke bedienings- en onderhoudsinstructies staan in de documentatie bij dit apparaat.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 3
FOR THEUSA
NB: is equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital unit, pursuant to part15 van de FCC rules. ese limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in aresidential installation. is equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installedand used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However,there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does causeharmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment o and on,the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of de following measures:
• Reorient or relocate the receiving antenna.
• Increase the separation between the equipment and receiver.
• Connect the equipment into an outlet on a circuit dierent from that to which the receiver is connected.
• Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
FOR CANADA
is class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
FOR EU COUNTRIES
3
In case in the future your instrument gets too old to play/use or malfunctions beyond repair, please observe theinstructions of this mark, or, if any question, be sure to contact your dealer or your nearest town or municipal ocefor its proper disposal.
FOR UNITED KINGDOM
FOR YOUR SAFETY, PLEASE READ THE FOLLOWING TEXT CAREFULLYis appliance is supplied with a moulded 3-pin mains plug for your safety and convenience.e plug contains a 13 amp fuse.Should the fuse need to be replaced, please ensure that the replacement fuse has a rating of 13 amps and that it is
approved by ASTA or BSI to BSI1362.
Check de ASTA mark
If the plug contains a removable fuse cover, you must ensure that it is retted when the fuse is replaced.If the fuse cover is lost, the plug must not be used until a replacement cover is obtained.A replacement fuse cover can be obtained from your local Hammond Dealer.
IF THE FITTED MOULDED PLUG IS UNSUITABLE FOR THE SOCKET OUTLET IN YOUR HOME,THEN THE FUSE SHOULD BE REMOVED AND THE PLUG CUT OFF AND DISPOSED OF SAFELY.
THERE IS A DANGER OF SEVERE ELECTRICAL SHOCK IF THE CUT-OFF PLUG IS INSERTED INTOANY 13 AMP SOCKET.
or the BSI mark on the body van de fuse.
To replace the fuse, open the fuse compartment with a screwdriver and replace the fuse and fuse cover.
Introductie
Page 4
4
BELANGRIJK - GELIEVE TE LEZEN
STROOMVOORZIENING
1. Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit met eenapparaat dat ruis kan genereren (zoals een elektromotor ofeen dimbaar verlichtingssysteem).
2. Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, moet ualle apparaten uitschakelen. Dit helpt storingen en/of schadeaan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen.
3. Dit apparaat heeft een automatische uitschakel-functie die destroom automatisch uitschakelt als het apparaat een bepaaldetijd niet wordt gebruikt. De instelling keert terug naar destandaardwaarde als er geen back-up wordt gemaakt voordatde stroom wordt uitgeschakeld.
PLAATSING
1. Als u het apparaat gebruikt in de buurt van eindversterkers(of andere apparatuur met grote stroomtransformatoren) kaner brom ontstaan. Verander de oriëntatie van dit apparaat omhet probleem te verminderen; of plaats het verder weg van destoringsbron.
2. Dit apparaat kan de ontvangst van radio en televisie verstoren.Gebruik dit apparaat niet in de buurt van dergelijkeontvanger..
3. Er kan ruis ontstaan als draadloze communicatieapparatuur,zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat wordengebruikt. Dergelijke ruis kan optreden wanneer u eengesprek ontvangt of begint, of tijdens een gesprek. Alsu dergelijke problemen ondervindt, moet u dergelijkedraadloze apparaten verplaatsen zodat ze zich op grotereafstand van dit apparaat bevinden, of u moet ze uitschakelen.
4.Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte uitstralen, laathet niet achter in een afgesloten voertuig of stel het op eenandere manier bloot aan extreme temperaturen. Sta ook niettoe dat verlichting zich zeer dicht bij het apparaat bevindt(zoals een piano lamp), of krachtige schijnwerpers gedurendelangere tijd op hetzelfde gebied van het apparaat schijnen.Overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren.
5.Bij verplaatsing van de ene locatie naar de andere waar detemperatuur en/of vochtigheid sterk verschilt, kunnen erwaterdruppels (condensatie) in het apparaat ontstaan. Alsu het apparaat in deze toestand probeert te gebruiken, kandit schade of defecten veroorzaken. Daarom moet u hetapparaat, voordat u het in gebruik neemt, enkele uren latenstaan totdat de condens volledig is verdampt.
6. Laat geen rubber, vinyl of soortgelijke materialen gedurendelange tijd op het apparaat liggen. Dergelijke voorwerpenkunnen de afwerking verkleuren of anderszins schadelijkaantasten.
7. Plak geen stickers, emblemen en dergelijke op dit instrument.Als u dergelijke materiaal van het instrument verwijdert, kande afwerking beschadigd raken.
schurend schoonmaakmiddel. Veeg het apparaat daarnagrondig af met een zachte, droge doek. Probeer het heleoppervlak met evenveel kracht af te vegen en beweeg de doekmee met de houtnerf.Te hard wrijven op hetzelfde gebiedkan de afwerking beschadigen.
10. Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen,om de mogelijkheid van verkleuring en/of vervorming tevoorkomen.
AANVULLENDE MAATREGELEN
1.Houd er rekening mee dat de inhoud van het geheugenonherstelbaar verloren kan gaan als gevolg van een storing ofonjuist gebruik van het apparaat. Om uzelf te beschermentegen het risico van verlies van belangrijke gegevens, radenwe u aan om regelmatig een back-up te maken van uwgegevens op een USB-ashdrive.
2.Helaas kan het onmogelijk zijn om de inhoud van datadie op een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) wasopgeslagen, te herstellen nadat deze verloren is gegaan.Hammond aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekkingtot dergelijk verlies van gegevens.
3.Wees voorzichtig bij het gebruik van de knoppen,schuifregelaars of andere bedieningselementen van hetapparaat; en bij het gebruik van de aansluitingen enconnectoren. Een ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
4.Pak bij het aansluiten / loskoppelen van alle kabels deconnector zelf vast - trek nooit aan de kabel. Dit voorkomtkortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
5.Om te voorkomen dat u uw buren stoort, probeer hetvolume van het apparaat op een redelijk niveau te houden.Misschien geeft u er de voorkeur aan om een koptelefoon tegebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken om demensen om u heen (vooral ‘s avonds laat).
6.Verpak het apparaat indien mogelijk in de doos (inclusief opvulling) waarin het is geleverd als u het moet vervoeren.Anders moet u gelijkwaardige verpakkingsmaterialengebruiken.
ONDERHOUD
8.Gebruik enkel een droge, zachte doek om het apparaatschoon te maken; of een die mild vochtig is.
9. Om hardnekkig vuil van kunststof onderdelen te verwijderen,gebruikt u een doek die is geïmpregneerd met een mild, niet-
INDEX ......................................................................................................199
SERVICE ..................................................................................................200
9
Alle productnamen die in dit document wordengenoemd, zijn handelsmerken of geregistreerdehandelsmerken van hun respectievelijkeeigenaren.
Introductie
Page 10
10
NAMEN EN FUNCTIES
❶
❸
❷
❹❺
⓫
❿
87
⓭
⓬
⓮⓯
654321
87654321
❻❼❽❾
TOP PANEEL
LINKER ZIJDE
MASTER VOLUME draaiknop
❶
Bepaalt het volume van het gehele instrument.
❷PEDAL TO LOWER knop
Koppelt de Pedal registratie, inclusief Parameters, naar hetonderklavier (Lower Manual) (P. 55).
❸SPLIT knop
Verdeelt het keyboard in Upper (rechts) en Lower (links)keyboards (P. 54).
❹CONTROL knop
Geeft toegang tot een functie van het CONTROL Menu.
❺USER knop
Toont een door de gebruiker toewijsbare Menu pagina.
❻TRANSPOSE knop
Transponeert de muzikale toonhoogte van het gehele keyboardbij gebruik in combinatie met
❼OCTAVE PEDAL knop
Verschuift de toonhoogte van de Pedal tonen omhoog of omlaagin octaven bij gebruik in combinatie met de [UP] en [DOWN]knoppen
❽OCTAVE DOWN/UP knoppen
❽.
Verschuift de UPPER Keyboard toonhoogte omhoog of omlaag+/- 2 octaven (P. 55).
❾OCTAVE LOWER knop
Verschuift de LOWER Keyboard toonhoogte omhoog ofomlaag +/- 2 octaven bij gebruik in combinatie met de [UP] en[DOWN] knoppen
❽.
ORGEL SECTIE
❿
ORGAN VOLUME draaiknop
Bepaalt het gehele volume van de ORGAN Sectie (P. 31).
⓫DRAWBAR SELECT knoppen
1.Selecteert welke ORGAN Part de Harmonic Drawbars
zullen beïnvloeden (P.33).
2. Pas de Drawbar Registratie in een Patch aan met de fysiekeDrawbar instelling (P. 45).
3.Opent de bewerkingspagina van de ORGAN Sectie
❽ (P. 58).
⓰
8
8
8
8
8
8
7
7
7
7
6
654321
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
⓱
⓲
⓳
⓴
㉑
([UPPER] en [PEDAL] knoppen tegelijk indrukken).
⓬3 PART ORGAN knop
Zet de ORGAN Sectie om in een Hammond Orgel met dubbelkeyboard en baspedalen (P. 36).
⓭VIBRATO & CHORUS MODE knop
Bepaalt de diepte van ofwel de Vibrato of Chorus (P. 34).
⓮VIBRATO UPPER, LOWER knop
Schakelt de Vibrato/Chorus aan of uit voor het Upper of Lowergedeelte van het ORGEL (P. 34).
⓯HARMONIC DRAWBARS
Registreert de ORGAN Sectie (P. 38).
㉕UPPER PERCUSSION knoppen
Voegt Harmonic Percussion (‘decay’) toe aan het UPPERgedeelte van de ORGAN Sectie (P. 34).
PIANO/ENSEMBLE SECTIE
⓰⓳
VOLUME draaiknop
Bepaalt het volume van de Sectie (P. 47).
⓱⓴EDIT knop
Opent de Function Mode voor de Sectie.
⓲㉑CATEGORY knop
Bepaalt de Voice Category van de Sectie (P. 46).
ALLOCATE TOEWIJZEN
㉒
PEDAL knop
Wijst een Voice Section toe aan het Pedalboard bij gebruik incombinatie met de PEDAL knop
㉓SECTION knoppen
㉓ (P. 54).
Wijst een Voice Section toe aan het UPPER Keyboard (P. 54).
㉔LOWER knop
Wijst een Voice Section toe aan het LOWER Keyboard bijgebruik in combinatie met de LOWER knop
㉓ (P. 54).
FAVORIETEN
㉖
BANK knop
⓯
Selecteert Favoriete Banks door deze knop ingedrukt te houdenmet één van de Favorite Number knoppen.
㉗MANUAL/APP knop
1.Overschrijft de huidige Combination instelling met dehuidige Panel instellingen (P. 29).
2. Opent het APP (Applicatie) Menu.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 11
11
㉙
㉖
㉗
㉒㉔㉕
㉘NUMBER knoppen
㉘
㉓
㉜㉝㉞
㉚
㉛
㉟
Roept een Favoriet op gerelateerd aan de genummerde knop.
CONTROL PANEL
㉙
VALUE draaiknop
Verhoogt of verlaagt Combination/Patch nummers tijdens hetspelen, of wijzigt waardes tijdens het bewerken van instellingen.
㉚RECORD knop
Gebruik deze knop voor het opnemen van door de gebruikerte deniëren kenmerken zoals Combinations, Patches, CustomParameters etc. (P. 60).
㉛DIRECTION / DEC / INC knoppen
1. Verschuift de cursor op het scherm.
2. Verhoogt of verlaagt een waarde terwijl u de [SHIFT] knopingedrukt houdt.
㉜MENU/EXIT / SHIFT knop
㉜.
1. Opent de MENU Edit pagina (P. 66).
2. Ga een stap terug vanaf de huidige Menu Pagina.
3. Biedt extra functies aan voor bepaalde knoppen.
㉝PAGE knoppen
Gebruik deze knoppen om te navigeren in de EDIT enFUNCTION Modus Pagina’s.
㉞ENTER knop
Gebruik deze knop om de huidige waarde of procedure tebevestigen tijdens het bewerken van geluiden of functies.
㉟PLAY knop
Ga terug naar de PLAY Mode.
MONO SYNTH SECTIE
㊱
VOLUME draaiknop
Bepaalt het volume van het MONO SYNTH Sectie (P. 49).
㊲SYNTH OCTAVE DOWN/UP knoppen
Verschuift de muzikale toonhoogte van de MONO SYNTHSectie omhoog of omlaag per octaaf (P. 49).
㊳OSCILLATOR TYPE knop
1. Bepaalt het Oscillator Type (P. 51).
2.Opent de MONO SYNTH Function Mode wanneeringedrukt en vastgehouden.
㊱
㊲
㊳
㊵㊶㊷㊸㊹
㊴
㊴OSCILLATOR PITCH, DEPTH draaiknop
㊺㊻
Wijzigt de geselecteerde Oscillator golfvorm (P. 51).
㊵LFO RATE draaiknop
Past de snelheid aan van de Low frequentie Oscillator (P. 51).
㊶PORTAMENTO RATE draaiknop
Past de snelheid aan van de Portamento functie (P. 51).
㊷FILTER CUTOFF draaiknop
Wijzigt de frequentie van het lter dat een eect heeft op de frequentie van de golfvorm (P. 51).
㊸FILTER RESONANCE draaiknop
Legt nadruk op het gedeelte van het geluid in de buurt van decuto frequentie.(P. 51).
㊹FILTER EG DEPTH draaiknop
Wijzigt de diepte van de lter envelope
㊺PITCH & FILTER ENVELOPE schuiven
Wijzigt de verandering van de toonhoogte en lter over tijd(P.
51).
㊻AMPLITUDE ENVELOPE schuiven
Wijzigt de verandering van de amplitude van het volume overtijd.(P. 51).
RECHTER ZIJDE
㊼
REVERB DEPTH draaiknop
Bepaalt de diepte van het Reverb eect (P. 56).
㊽REVERB ON knop
Schakelt de Reverb aan of uit (P. 56).
㊾MASTER EQ knop
Schakelt de Master Equalizer. aan of uit (P. 56).
㊼
㊽
㊾
㊺ (P. 51).
Introductie
Page 12
NAMEN EN FUNCTIES - vervolgd
12
LINKERZIJDE
❶
❸
❹❺❻
WIELEN
❶
PITCH BEND wiel
Buigt de toonhoogte van gespeelde noten omhoog of omlaag (P.
28).
❷MODULATION wiel
Voegt modulatie toe aan gespeelde noten (behalve de ORGANSectie) (P. 28).
PORTAMENTO
❸
PORTAMENTO knop
Schakelt de PORTAMENTO aan of uit (P. 28).
LESLIE
LESLIE BYPASS knop
㉓
Leidt het geluid van de ORGAN Sectie om van het Rotarykanaal naar Stationaire kanaal (P. 35).
㉔LESLIE STOP knop
Stopt het draaien van de Leslie Rotors als de [FAST] knop uitstaat (P. 35).
㉕LESLIE FAST knop
Selecteert de “FAST” Leslie Rotor snelheid (P. 35).
❷
ACHTERZIJDE
❷❶
STROOM
❶
AC STROOM AANSLUITING
Verbindt hier het ‘female’ uiteinde van een geaard AC snoer, enhet ‘male’ uiteinde in een geaard AC stopcontact.
❷POWER switch
Schakelt de AC stroom naar het instrument aan of uit.
AUDIO OUTPUT AANSLUITINGEN
PHONES aansluiting
❸
Gebruik deze aansluiting voor het verbinden van een stereokoptelefoon.
NB: De koptelefoon schakelt NIET de LINE OUT of de LESLIE audio
output uit.
wilt horen ontkoppel dan alle andere audio outputs.
❹
LINE OUT L/MONO aansluiting
LINE OUT R aansluiting
Gebruik deze aansluitingen voor het verbinden van externeaudio apparatuur.
Als de aangesloten mixer of monitor speaker stereo is, gebruikdan zowel de L als R aansluitingen. Als deze mono is gebruik danenkel de L/MONO aansluiting.
❺
Gebruik deze voor het verbinden van een Leslie Speaker Cabinetmet een 11-pin aansluiting.
Als een Leslie Speaker wordt herkent via de 11-pin aansluitingzal de ingebouwde digitale Leslie uitgeschakeld worden opde PHONES aansluiting en de LINE OUT aansluitingen (P.
17).
❻ROTARY OUT aansluiting
Hier komt het Rotary kanaal van de ORGAN Sectie uit. Gebruikdeze aansluiting om de ingebouwde digitale Leslie te omzeilen alsu een “droge” audio output wilt van de ORGAN Sectie.
NB:Zet de “ROTARY OUT” schakelaar in het AUDIO gedeelte
van de FUNCTION Modus op“Used” als u deze aansluitinggebruikt (P. 18).
❼ORGAN PEDAL OUT aansluiting
Hier komt het PEDAL gedeelte van de ORGAN Sectie uit.Gebruik deze aansluiting voor het verbinden van een actievesubwoofer voor meer bas, of om de Leslie naar het PEDALgedeelte te omzeilen (P. 18).
Als u het geluid alleen door de koptelefoon
LESLIE 11 -PIN aansluiting
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 13
13
❿⓬⓫❾❽❼❺❹❸❻⓭⓮⓯⓰⓱
❽INDIVIDUAL OUT 1 aansluiting
INDIVIDUAL OUT 2 aansluiting
Hier kunt u specieke Secties aan toewijzen (P. 19).
AUDIO INPUT AANSLUITING
❾
AUX IN aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het verbinden van een externeaudio bron.Wanneer dit is aangesloten zal het geluid gemixtworden met de interne geluiden en naar de LINE OUTaansluitingen gestuurd worden, plus naar het Stationaire kanaalvan een multi-kanaal Leslie Speaker via de 11-pin aansluiting (P.
19).
❿AUX LEVEL draaiknop
Wijzigt het volume van het geluid dat binnenkomt via de AUXIN aansluiting.
CONTROLLER AANSLUITINGEN
⓫
FOOT SWITCH 1 aansluiting
FOOT SWITCH 2 aansluiting
Gebruik deze aansluitingen voor het verbinden van ‘FootSwitches’ om bijvoorbeeld de Leslie snelheid te wijzigen of hetveranderen van Combinations.
De aanbevolen Foot Switches zijn:
HAMMOND ...FS-9H, VFP1
BOSS ................FS-5U
YAMAHA .........FC4A, FC5
Tevens kan de FS-10TL Leslie schakelaar (niet beschikbaarin Europa) aangesloten worden op de FOOT SWITCH 1aansluiting.
⓬EXP PEDAL aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het verbinden van een ExpressiePedal - voor het controleren van het volume tijdens het spelen.
De aanbevolen Expressie Pedalen zijn:
HAMMOND ...EXP-50J, EXP-20, V-20H, V-20R; NORM
KORG ................XVP-10, XVP-20; REV
ROLAND .........EV-5; NORM
YAMAHA .........FC7; REV
⓭DAMPER PEDAL aansluiting
Gebruik deze aansluiting voor het verbinden van een DamperPedaal (Sustain Pedaal) voor het vasthouden van noten terwijlu speelt.
De aanbevolen Damper Pedalen zijn:
HAMMOND ...FS-9H, VFP1
ROLAND .........DP-10
YAMAHA .........FC3A, FC4A, FC5
MIDI AANSLUITINGEN
⓮
MIDI OUT Poort
Zend MIDI data naar een MIDI apparaat.
⓯MIDI IN Poort
Ontvang MIDI data van een MIDI apparaat. Deze poort kangebruikt worden voor een LOWER Keyboard of een Pedalboard.
USB AANSLUITINGEN
USB TO HOST aansluiting
⓰
Gebruik deze voor het aansluiten van een computer voor het verzenden van MIDI of het laden en opslaan van bestanden zoalsSetups of Update bestanden.
⓱USB FLASH DRIVE aansluiting
Gebruik deze voor het verbinden van een USB Flash Drivevoor het laden en opslaan van bestanden zoals Setups of Updatebestanden.
Lichtgewicht zachte koer. Kan met twee handengetild worden, of over de schouder. Extra vakvoor bladmuziek, Foot Switches, ExpressiePedalen, etc.
Sluit dit aan op het AC stroomcontact van deSK PRO/SK PRO-73.
Expressie Pedaal EXP-20
Lichtgewicht voor de toerende muzikant.
Leslie Schakelaar FS-10TL(niet beschikbaar in Europa)
Regelt zowel de [ON / OFF] en [SLOW /FAST] van de Leslie Rotors.
Expressie Pedaal EXP-50J
Zwaargewicht pedaal voor duurzaamheid,en afneembare kabel om breken of rafelen tevoorkomen.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Foot Switch FS-9H
Multifunctionele voetschakelaar met tijdelijkeactie.
Page 15
15
AANSLUITEN
Page 16
16
BASIS AANSLUITINGEN
Sluit audiokabels en accessoires aan zoals hieronder weergegeven.De SK PRO / SK PRO-73 staat niet op zichzelf - er is een externe versterker / luidsprekersysteem nodig om het geluid te horen.
Als u echter een stereo koptelefoon aansluit op de PHONES-aansluiting, kunt u het geluid via de hoofdtelefoon horen, zelfs alser geen externe versterker is aangesloten..
NB: Zorg ervoor dat zowel het instrument als de versterker “UIT” staan voordat u versterkers of koptelefoons aansluit.
naar stopcontact
Damper Pedaal
VFP1 (optioneel)
Expressie Pedaal
EXP-50J (optioneel)
NB:de Expression Pedal, Foot Switch en Damper Pedal Parameters moeten
correct zijn ingesteld. Op pagina 132 wordt dit in meer detail uitgelegd.
Foot Switch
FS-9H (optioneel)
PAS OP
Dit instrument verbruikt een kleine hoeveelheid stroom,zelfs als de [POWER]-schakelaar op ‘OFF’ staat. Trek daaromde stekker uit het stopcontact als het instrument gedurendeeen lange tijd niet wordt gebruikt.
Plaats dit instrument niet in direct zonlicht, in de buurt vanwarmtebronnen of op een hete locatie.
Actieve Speakers
(optioneel)
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 17
EEN LESLIE SPEAKER AANSLUITEN
Een Leslie luidsprekerkast met een 11-pins interface kan rechtstreeks op de SK PRO / SK PRO-73 worden aangesloten.
NB: Zorg dat de SK PRO uit staat voor u een Leslie Speaker aansluit.
Een ‘1-kanaals’ Leslie Speaker aansluiten:Een ‘3-channel’ Leslie Speaker aansluiten
Audio Equipment
17
Organ Stationary andNon-Organ Sounds
TW / Tr OrganRotary Sound
BASISAANSLUITING
3-KANAALS TYPE (2101/mk2)
1. Verbindt de SK PRO met de Leslie Speaker via een 11-pin Leslie kabel (optioneelLC-11-7M, niet bijgevoegd).
2. Zet de SK PRO aan en zet de EXT. LESLIE CH Parameter op “3.”
3.Zorg dat een Hammond Tone Wheel Organ (A-100, B-3, C-3, or Mellow) isgeselecteerd.
4. Zet de [BYPASS] knop aan en zet het [STATIONARY VOLUME] van de LeslieSpeaker op een gewenst niveau.
5. Zet de [BYPASS] knop uit tijdens spelen, en zet de [ROTARY VOLUME] van deLeslie Speaker op het zelfde niveau als het [STATIONARY] kanaal.
1-KANAALS TYPE (122XB, 981, 3300/W)
1. Verbindt de SK PRO met de Leslie Speaker via een 11-pin Leslie kabel (optioneelLC-11-7M, niet bijgevoegd). Hierdoor kunt u de Drawbar ORGAN geluidenhoren.
2. Verbindt de SK PRO met een keyboard versterker of actieve speakers via 1/4” audiokabels vanuit de LINE OUT aansluitingen van de SK PRO.
3. Zet de SK PRO aan en zet de EXT. LESLIE CH Parameter op “1+LINE.”
4. Zorg dat een Tone Wheel Organ (A-100, B-3, C-3, or Mellow) is geselecteerd.
5. Zet de [BYPASS] knop aan en zet de audio apparatuur op een gewenst niveau.
6. Zet de [BYPASS] knop uit en zet de Volume van de aangesloten Leslie Speaker hetzelfde niveau als wanneer de [BYPASS] knop uit staat.
AAN TE SLUITEN LESLIE SPEAKERS
De SK PRO/SK PRO-73 is ontworpen omaangesloten te worden op 3-kanaals LeslieSpeakers zoals de 2101/mk2. Het is ook mogelijkom een 1-kanaals Leslie Speaker zoals een 122XB,981 or 3300/W aan te sluiten; een 1-kanaals Lesliezal echter alleen de Drawbar Orgel geluiden latenklinken. Om de PIANO/ENSEMBLE/SYNTH klankente horen zult u een extra versterker moetenaansluiten, zoals een keyboard versterker ofactieve speakers via de LINE OUT aansluitingen.
LESLIE KANAAL
3-kanaals type Leslie Speakers zijn uitgevoerd met een stereo speaker systeem, onafhankelijk vanhet Rotary kanaal, voor stereo geluid voor hetRotary (ORGAN) kanaal én het Stationary (PIANO,ENSEMBLE en MONO SYNTH) kanaal.
Een traditionele 1-kanaals Leslie Speaker, zoals een 122, 981 or 3300/W heeft geen stationair speakersysteem, waardoor een aparte versterker/speakernodig is voor geluiden zoals PIANO, ENSEMBLE enMONO SYNTH.
AANSLUITEN
Page 18
18
OVERIGE AANSLUITINGEN
VOOR‘DROGE’ ORGEL KLANKEN
Powered Sub Woofer(optional)
Non-Leslie Rotary Speaker
RotaryStomp Box
Audio Equipment
TW / Tr Organ Pedal
TW / Tr OrganUpper and Lower
ROTARY OUT aansluiting
Gebruik de [ROTARY OUT] aansluiting als u een “droog” orgel signaal wilt, zonderde ingebouwde digitale Leslie.
NB: Zet de “ROTARY OUT” schakelaar in de AUDIO FUNCTION Modus op “Used” wanneer
u deze aansluiting gebruikt om de ORGAN Sectie te dempen op de [LINE OUT]aansluitingen. Dit wordt in meer detail uitgelegd op pagina 131.
ORGAN PEDAL OUT aansluiting
Deze aansluiting stuurt het PEDAL gedeelte van de ORGAN sectie uit.Sluit de [ORGAN PEDAL OUT] aansluiting aan op een actieve subwoofer als u meer
bas wilt horen of omzeil de Leslie op het PEDAL gedeelte.
NB:Zet de “USE PEDAL OUT”schakelaar in the AUDIO FUNCTION Modus op “Used”
wanneer u deze aansluiting gebruikt om het PEDAL Part te dempen voor de [LINEOUT] aansluitingen.
Other Sounds
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 19
GEBRUIKVAN EEN EXTERNE MIXER
INDIV.
LINE
PIANO
19
ENS
SYNTH
INDIV. OUTLINE OUT
REVERB
MASTER
EQ
MASTER VOLUME
INDIVIDUAL OUT aansluitingen
Gebruik de [INDIVIDUAL OUT] aansluitingen voor het aansluiten van een externemixer of voor het toevoegen van eecten van externe apparatuur. U kunt de VoiceSectie kiezen die u wilt uitsturen via deze aansluitingen.
NB:Gebruik de INDIVIDUAL OUT schakelaar in de AUDIO FUNCTION Modus om de
Secties te selecteren voor het toewijzen aan de [INDIVIDUAL OUT] aansluitingen. Dit wordt in meer detail uitgelegd op pagina 131.
NB:Als een Voice Section is toegewezen aan een [INDIVIDUAL OUT] aansluiting wordt
deze niet gedempt op de [LINE OUT] aansluitingen.
NB:Het geluid van de [INDIVIDUAL OUT] aansluitingen wordt niet beïnvloed door
Reverb, de Master Equalizer en [MASTER VOLUME] knop.
NB: De ORGAN Sectie kan niet worden toegewezen aan de INDIVIDUAL OUT aansluitingen.
GEBRUIKVAN EEN EXTERNE GELUIDSBRON
AUX IN aansluiting
Gebruik de [AUX IN] aansluiting voor het aansluiten van een muziekspeler of mobieletelefoon.
Gebruik de [AUX LEVEL] draaiknop aan de achterzijde om het volume te bepalen vaneen aangesloten apparaat via de [AUX IN] aansluiting.
Het audio signaal van de [AUX IN] aansluiting wordt gecombineerd met de uitvoervan de [LINE OUT] aansluitingen, [PHONES] aansluiting en het Stationary kanaalvan de 11-pin Leslie aansluiting.
NB:De [MASTER VOLUME] draaiknop heeft geen effect op het audio signaal dat
binnenkomt op de [AUX IN] aansluiting.
AANSLUITEN
Page 20
20
DE SK PRO UITBREIDEN
De SK PRO/SK PRO-73 kan uitgebreid worden middels aansluiting van een extern keyboard en/of
een pedalboard.
TWEE TOETSENBORDEN
U kunt op twee manieren een extern MIDI keyboard gebruiken met de SK PRO (ziehieronder):
-Gebruik de SK PRO en een extern MIDI keyboard voor UPPER en LOWERKeyboards zonder gebruik van een SPLIT.
- Speel een specieke Sectie, zoals een PIANO, via een extern MIDI keyboard terwijlu een SPLIT behoudt op de SK PRO.
MIDI OUT
MIDI Keyboard
MIDI OUT
MIDI Keyboard
Om een extern MIDI keyboard te gebruiken, moet u het verbinden via MIDI. U moetook een MIDI Template selecteren waar MIDI Parameters vooraf zijn ingesteld voorspecieke MIDI toepassingen.
Voor het gebruik van een extern MIDI keyboard met de SK PRO doet u het volgende:
1. Sluit een extern MIDI keyboard aan zoals hierboven getoond.
2. Zet de SK PRO aan en druk op de MENU\EXIT knop om de MENU-modus teopenen.
3. Druk twee keer op de [PAGE u] knop om het SYSTEM-menu weer te geven.
4. Druk eenmaal op de [DIRECTION u] knop om MIDI te selecteren.
5. Druk op de [ENTER] knop. U ziet nu het MIDI TEMPLATE Menu.
6. Gebruik de [VALUE] draaiknop om de MIDI Template te selecteren voor het typespel dat u wilt doen.
2 Man Lower ....................Het interne keyboard werkt als Upper, en het MIDI keyboard werkt als
Piano ...................................Het interne keyboard werkt als Upper en Lower, het MIDI keyboard werkt
Voor meer specieke informatie over een aangesloten MIDI keyboard, raadpleeg dehandleiding het specieke keyboard dat u gebruikt.
Lower.
enkel voor de PIANO Sectie.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 21
TWEE TOETSENBORDEN+PEDALBOARD
21
MIDI OUT
MIDI OUTMIDI IN
(MERGE)
MIDI Keyboard
MIDI Channel:
2
MIDI Pedalboard
MIDI Channel:
3
MIDI OUT
MIDI OUTMIDI IN
(MERGE)
MIDI Keyboard
MIDI Channel:
1
MIDI Pedalboard
MIDI Channel:
3
1. Sluit aan zoals hierboven afgebeeld. De SK PRO heeft één MIDI IN aansluiting;
daarom is een MIDI keyboard met een ‘merge’ functie of een MIDI Merge-boxnodig voor een dubbel toetsenbord opstelling.
2. Zet de SK PRO/SK PRO-73 aan.
3. Selecteer MIDI Template “3KBD Upper” of “3KBD Lower.”
4.Zet het Transmit kanaal van het MIDI keyboard dat u toevoegt op “2” als u
deze gebruikt als ‘Lower’ toetsenbord, of op “1” als u deze gebruikt als UPPERtoetsenbord. Als u een MIDI Pedalboard gebruikt is het Transmit kanaal “3.”
NB: Hammond MIDI Pedalboards staan automatisch ingesteld op MIDI kanaal 3.
AANBEVOLEN MIDI PEDALBOARDS
De volgende HAMMOND MIDI Pedalboards worden aanbevolen voor gebruik metde SK PRO/SK PRO-73:
- MIDI Sound Pedalboard XPK-130G (13 toetsen)
- MIDI Sound Pedalboard XPK-200G (20 toetsen)
- MIDI Sound Pedalboard XPK-200GL (20 lange toetsen)
NB: De SK PRO/SK PRO-73 kan tevens gebruikt worden met de volgende Hammond MIDI
Pedalboard modellen:
XPK-100, XPK-200, XPK-200L.
HOE EEN MIDI KEYBOARD WERKT:
Op de SK PRO werkt een aangesloten MIDIkeyboard als een “LOWER” Keyboard als de MIDITemplate is ingesteld op “3KBD” of “Two Manual.”Op de SK PRO-73 werkt een aangesloten MIDIkeyboard als een “UPPER”keyboard als de MIDITemplate is ingesteld op “3KBD” of “Two Manual.”
AANSLUITEN
Page 22
22
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 23
23
AANZETTEN EN
SPELEN
Page 24
24
AANZETTEN
Nadat u de op de vorige pagina’s beschreven aansluitingen heeft gemaakt, bent u klaar omde SK PRO power aan te zetten. Volg de onderstaande procedure om defecten of schade tevoorkomen.
SCHAKEL DE STROOM IN
1.Zorg ervoor dat u alle randapparatuur correct heeft aangesloten (ExpressionPedal, Foot Switch(es), etc.) voordat u de SK PRO aanzet. Zorg ook dat de [MASTERVOLUME] draaiknop helemaal dicht staat.
NB: De polariteit van elke Foot Controller wordt automatisch herkend.
2. De Power schakelaar vindt u aan de linker zijde van het Accessory Paneel (rechterkantnaar het toetsenbord gericht). Zet het instrument aan. Het scherm toont “Loading...”onder het openings-scherm gedurende ongeveer 25 seconden terwijl de systeemsoftware laadt, waarna u het PLAY Mode scherm zult zien.
NB:Als u een Leslie Speaker heeft aangesloten op het instrument zal de Leslie automatisch
inschakelen.
NB:Om alle interne circuits te beschermen zal de SK PRO bespeelbaar zijn na ongeveer 6
seconden na het inschakelen.
3. Zet de aangesloten versterker aan.
4.Houdt een toets ingedrukt en draai de [MASTER VOLUME] naar rechts terwijl uenkele noten speelt. Pas de [MASTER VOLUME] aan naar wens.
NB:Als de [MANUAL] knop is ingedrukt in de Default instelling en de [ALLOCATE] knoppen
staan allemaal uit, zult u geen geluid horen. U kunt elk van de [ALLOCATE] knoppen of een van de [FAVORITE] ([1] tot [10]) knoppen om geluid te horen.
5. Pas het volume aan van de versterker.
NB: Om de SK PRO uit te zetten, draait u de bovenstaande procedure om. Zorg er ook voor dat
de stroom naar een aangesloten versterker uit is voordat u het toetsenbord uit zet. Ditvoorkomt een luide “plop” uit de versterker.
EEN BACKUP MAKENVAN DE OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN
De SK PRO onthoudt de status van de afspeelknoppen niet voordat de stroom wordt uitgeschakeld. De status van de standaardinstellingen is hetzelfde als wanneer de [FAVORITE] [1] knop wordt ingedrukt.
AUTO POWER OFF
De SK PRO heeft een “AUTO POWER OFF”-functie die het instrument automatisch uitschakelt als er gedurende 30 minuten geentoetsen of knoppen worden ingedrukt. Dit is in het Global-menu echter om te zetten naar de modus “Disable” zodat het instrumentaltijd blijft functioneren.
NB: Afhankelijk van de status van het instrument - bijvoorbeeld tijdens het bewerken - kan het zijn dat de stroom niet wordt uitgeschakeld,
zelfs niet als AUTO POWER OFF is ingeschakeld. Schakel daarom na elk gebruik de SK PRO uit met de schakelaar.
DE FABRIEKSINSTELLINGEN HERSTELLEN
Om alle parameters van de SK PRO terug te zetten naar hun standaardinstellingen, doet u het volgende:
1. Zet de SK PRO uit.
2. Druk op en hou de rode [RECORD] knop vast.3, Terwijl u de rode [RECORD] knop vasthoudt zet u het apparaat aan.
3. Hou de rode [RECORD] knop ingedrukt totdat “Loading Default” wordt weergegeven, en laat dan de [RECORD] knop los.
4. Zodra de PLAY Mode wordt weergegeven, zijn de fabrieksinstellingen hersteld.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 25
STRUCTUUR VAN DE SK PRO
De onderstaande illustratie laat de structuur zien van klank bron en het geheugen.
De SK PRO heeft vier geluidsproducerende divisies of Secties.Elke Sectie heeft geluiden en Parameters die als een Patchkunnen worden opgeslagen. Bovendien kunnen Patches van deverschillende secties worden gecombineerd om een Combinatiete produceren. Dit wordt hieronder meer in detail uitgelegd.
SECTIES
Er zijn (4) geluid Secties - ORGAN, PIANO, ENSEMBLEen MONO SYNTH. Deze kunnen afzonderlijk of samenworden gebruikt, zoals weergegeven aan de rechterkant van debovenstaande afbeelding.
KEYBOARDS EN PARTS
Split:
Expanded:
LOWER
UPPER
UPPER
LOWER
ORGAN
Section
PIANO
Section
ENSEMBLE
Section
MONO SYNTH
Section
and
U012
“All Nine”
Patches
U034
“Clav BC”
U056
“Finger Bs”
Patches
U078
“Funny”
Patches
GEHEUGEN
PATCHES
Een Patch is een individuele eenheid van elke Voice Sectie. DePIANO Sectie bevat bijvoorbeeld vleugelpiano’s, elektrischepiano’s etc. De ENSEMBLE Sectie bevat strijkers, koor etc.
FACTORY, USER en BUNDLE
F001
Factory Patches
De Patches zijn op drie manieren gegroepeerd. ‘F’ (Factory)Patches zijn in de fabriek ingesteld en kunnen niet wordengewijzigd. ‘U’ (User) Patches kunnen door de speler wordengewijzigd. ‘B’ (bundels) bestaan uit COMBINATION-parameters plus ORGAN- en MONO SYNTH-secties diesamen zijn gegroepeerd voor gebruik in nieuwe Patches.
Er zijn 100 fabrieks- en 100 gebruikers-Patches voor de ORGAN-en MONO SYNTH-secties. De PIANO en ENSEMBLE sectiesdelen een gemeenschappelijke bibliotheek met fabrieks- engebruikers-Patches.
U001
User Patches
B001
Bundle Patches
PEDAL
De SK PRO Voice Secties kunnen worden toegewezen door deSPLIT-functie te gebruiken om het toetsenbord te verdelen, ofdoor het instrument uit te breiden via MIDI (zie de afbeeldinghierboven). Als de [SPLIT]-functie is ingeschakeld, wordt hetgedeelte van het toetsenbord rechts van het SPLIT-punt UPPERgenoemd en wordt het linkerdeel van het toetsenbord LOWERgenoemd. PEDAL verwijst naar de basnoten die gespeeld
kunnen worden met een aangesloten MIDI Pedalboard.
PARTS
De ORGAN-sectie heeft 3 delen - UPPER, LOWER en PEDAL.Deze kunnen worden toegewezen met de [ALLOCATE]-knoppen of, wanneer u de functie [3 PART ORGAN] gebruikt,toegewezen worden om de uitvoering van een klassiek Hammondorgel met twee manualen en pedalen na te bootsen.
COMBINATIONS
Een ‘Combination’ is een eenheid die Patches bevat, evenalsandere Parameters, zoals het Patch-nummer van elke Sectie,toetsenbord-toewijzingen van elke Sectie, etc. (Zie afbeelding inhet midden bovenaan op deze pagina).
De SK PRO bevat in totaal 100 fabriekscombinaties (“F”) diekunnen worden gebruikt “zoals ze zijn” of aangepast aan despeler.
Bijvoorbeeld: “ORGAN Sectie Patch # 10, toegewezen aanLOWER Keyboard, Soft Volume, Octave +1, PIANO SectiePatch # 3, toegewezen aan UPPER Keyboard met hoog volume.”
FAVORIETEN
Met de [FAVORITE] knoppen kunt u veelgebruikteCombinaties opslaan en oproepen (bovenste guur van dezepagina, linksboven).
Er zijn 10 [FAVORITE] knoppen. Daarnaast zijn er 10favorieten Banks, waarmee het totale aantal favorieten op 100uitkomt. Gebruik de [BANK] knop om toegang te krijgen totde Favorite Banks.
Aanzetten en Spelen
Page 26
26
COMBINATIONS GEBRUIKEN
Combinations zijn de basis geheugen elementen van de SK PRO. Dit wordt hieronder meer in detail
uitgelegd.
WAT IS EEN"COMBINATIE?"
Zoals eerder uitgelegd, heeft de SK PRO vier geluidsproducerende secties: ORGAN,PIANO, ENSEMBLE en MONO SYNTH. Deze kunnen, samen met andereParameters zoals instellingen van het Control Panel, enz., Worden gecombineerd toteen enkele eenheid, een nieuwe combinatie.
De SK PRO / SK PRO-73 wordt geleverd met 100 voorgeprogrammeerde Combinaties.Hieronder begint een voorbeeld van het gebruik van Combinaties.
SELECTEER EEN COMBINATION
①GA NAAR DE PLAY MODUS
Als de PLAY Modus niet wordt weergegeven, drukt u op de [PLAY] knop.
NB: Het woord “MANUAL” wordt op pagina 29 meer in detail uitgelegd.
②VERPLAATS DE CURSOR NAAR HET COMBINATIENUMMER
WAT IS EEN "BUNDEL?"
Om het aantal stappen dat nodig is om eenCombinatie te maken te verminderen, kunt uCombinatie Parameters, ORGAN-patches enMONO SYNTH-patches in een bundel opslaan. Ukunt de bundel vervolgens samen met PIANO en/of ENSEMBLE-patches in een Combinatie opslaan.
Combination
B001
Bundle
Organ
Mono Synth
Als de cursor niet op het combinatie nummer staat (helemaal boven in het scherm),verplaats de cursor er dan naar toe met de [DIRECTION]-knoppen.
③SELECTEER EEN COMBINATIE
Gebruik de [VALUE] draaiknop om een Combinatie te selecteren.
NB: U kunt ook een Combination nummer selecteren door middel van directe numerieke
invoer. Dit wordt in meer detail uitgelegd op pagina 139.
“” GEEFT EEN LIJST AAN
De ““ rechts van het Combinatie-nummer,geeft een lijst met beschikbare keuzes voor diegeselecteerde Voice categorie aan. Gebruik de“p“ and ““ knoppen om de beschikbare teVoices selecteren.Als u de gewenste voice heeft geselecteerd, druktu op de [ENTER] knop om deze te selecteren.Gebruik de [VALUE] draaiknop om een Combinatie-nummer te selecteren en druk op de [ENTER] knop. De stem is nu opgeslagen in de combinatie en delijst wordt gesloten.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 27
FAVORIETEN - VEEL GEBRUIKTE COMBINATIES
Volg de onderstaande instructies om Combinaties op te roepen die vaak worden gebruikt.
27
WAT IS EEN"FAVORIET?"
Een favoriet is een Combinatie die wordt opgeslagen onder eenvan de 10 genummerde knoppen in de [FAVORITE] S-sectie,waardoor u veelgebruikte Combinaties sneller kunt oproependan met de [VALUE] draaiknop.
BANK ENAANTAL
Number
Bank
1
2
3
Er zijn 10 beschikbare Favorieten banken, die elk 10 favorietenbevatten. Hierdoor heeft u 100 Combinaties direct beschikbaarvoor snelle toegang. De bovenstaande tabel toont een voorbeeldvan het samenstellen van een setlijst met verschillende favorietebanken.
1
U011 Born VerseU012 Born SoloU011 Born Verse
U024 MyLife PfU045 Lucy OrgU023 GetBack EP
P061 ClassicP062 SlowP063 Contemp.
23
EEN COMBINATION LINKENAAN EEN FAVORIET
①SELECTEER EEN COMBINATION
Selecteer een Combination die u aan een favoriet wilt koppelen.Koppel voor dit voorbeeld Combinatie F002 aan Favoriet #2,Bank # 5.
②SELECTEER EEN BANK
keren. Als de LED stopt met knipperen, is de procedure voltooiden is uw bank geselecteerd.
EEN COMBINATION OPROEPENMET EEN FAVORITE KNOP
①SELECTEER DE BANK
Hou vastDruk in
Druk en houd de [BANK] knop vast en druk op de genummerde[FAVORIET] knop die de Bank vertegenwoordigt waar u deCombinatie opslaan. De LED van de [FAVORITE] knop zalmeerdere keren knipperen.
②SELECTEER DE FAVORIETE KNOP
Hou vastDruk in
Selecteer de bank. Selecteer voor dit voorbeeld Bank 5.Druk op een [BANK] knop en druk op de [5] [FAVORIET]
knop. De LED van het geselecteerde nummer zal meerdere kerenknipperen.
③SELECTEER EEN GENUMMERDE FAVORIETE
KNOP
Hou vast
Druk in
Selecteer een favoriet nummer. Voor dit voorbeeld, Druk op enhou de red [RECORD] knop vast en druk op de [FAVORITE][2] knop. De LED van de genummerde knop knippert meerdere
Druk op de genummerde [FAVORITE] knop waar de gewenstecombinatie is opgeslagen. De LED van de genummerde knoplicht op en uw combinatie is geselecteerd.
NB:U kunt een lijst met favorieten bekijken. Dit wordt in meer
detail uitgelegd op pagina 139.
BEVESTIG DE HUIDIGE BANK
Druk en houd de [BANK] knop vast om tebepalen welke Bank is geselecteerd. Een van degenummerde [FAVORITE] knoppen zal oplichten,
waaraan u kunt zien welke Bank is actief is
DE BANK STAP
Als de huidige bank al de [FAVORITE] bevat die uwilt, kunt u stap 1 hierboven overslaan.
Aanzetten en Spelen
Page 28
28
❸
❶
CONTROLLERS GEBRUIKEN
De verschillende Controllers van de SK PRO worden hieronder in detail uitgelegd.
INTERNE CONTROLLERS
❹
❷
❶
PITCH BEND wiel
Hierdoor kunt u de toonhoogte omhoog of omlaag buigen. Duw het wiel van u af omde toonhoogte omhoog te buigen en trek het naar u toe om de toonhoogte omlaagte buigen. Wanneer het wiel wordt losgelaten, keert het automatisch terug naar demiddenpositie.
❷MODULATION wiel
Hierdoor kunt u vibrato of modulatie aan het geluid toevoegen. Duw het wiel van u afom het eect te vergroten en van u af om het eect te verminderen.
NB:De eecten die door de wielen worden bestuurd, kunnen voor elke Combination of
Patch enigszins verschillen.
❸PORTAMENTO knop
Hiermee kunt u het Portamento eect aan- of uitzetten. Als deze knop aan is enPortamento is ingeschakeld voor een bepaalde Patch, glijdt de toonhoogte soepel van delaatst gespeelde noot naar de huidige noot die wordt gespeeld en vastgehouden.
NB: De status van de PORTAMENTO knop kan worden opgeslagen in een Combination.NB:PORTAMENTO kan worden toegepast op de PIANO-, ENSEMBLE- of MONO SYNTH-
voices. Dit wordt in meer detail uitgelegd op pagina 91 en 101.
❹USER knop
Hiermee kunt u een functie toewijzen voor directe toegang.
EXP-50J (optioneel)
FS-9H (optioneel)
VFP1 (optioneel)
EXPRESSIE PEDAAL
U kunt een Expressie Pedaal gebruiken om het algehele volume te bepalen van de SKPRO. Druk met de voorkant van uw voet naar voren om het volume te verhogen ennaar achteren met uw hiel om het volume te verlagen.
NB: U kunt het minimum-volume van het expressie pedaal aanpassen. Dit wordt in meer
detail uitgelegd op pagina 76.
NB: U kunt selecteren of het expressie pedaal al dan niet van invloed is op een bepaalde
Voice-sectie. Dit wordt in latere delen van deze handleiding nader toegelicht.
FOOT SWITCH
U kunt een voetschakelaar gebruiken om verschillende functies te bedienen, bijvoorbeeldhet schakelen van Leslie-rotorsnelheden.
NB:U kunt een voetschakelaar toewijzen om verschillende functies te bedienen. Dit
wordt in meer detail uitgelegd op pagina 132.
DAMPER PEDAAL
U kunt een demperpedaal gebruiken om noten vast te houden (ofwel de demping tecontroleren) terwijl deze ingedrukt worden, vergelijkbaar met het demperpedaal op eenakoestische piano.
NB: U kunt het dempereect toewijzen aan de Voice Sectie of Secties naar wens. Dit wordt
in meer detail uitgelegd op pagina 134.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 29
MANUAL
De SK PRO bevat een exclusieve Hammond functie genaamd MANUAL, die hieronder wordt uitgelegd.
WATIS “MANUAL”?
Normaal gesproken staat één van de [FAVORIET] knoppenaan (LED verlicht), wat aangeeft dat er een Combinatie isgeselecteerd. Echter, als u Combinaties wilt deselecteren en debedieningselementen op het voorpaneel volledig wilt gebruikenom het geluid te regelen, zet u de [MANUAL] knop aan. De[FAVORITE] knoppen worden allemaal uitgeschakeld en allegeluiden en functies van de SK PRO worden bestuurd door debedieningselementen op het voorpaneel en door de instellingenvan de menu’s.
29
④SELECTEER “INITIALIZEMANUAL”
Als “INITIALIZE[MANUAL]” nog niet is gemarkeerd, Gebruikdan de [p][] knoppen om het te selecteren, en druk op de[ENTER] knop. U zult het onderstaande scherm zien.
⑤KIES DE SECTIE OMTE INITIALISEREN
Gebruik de [VALUE] draaiknop om de Sectie te Initialiseren -ALL, ORGAN of SYNTH.
⑥VOLTOOI DE PROCEDURE
INITIALISEER “MANUAL”
Sommige menuparameters zijn mogelijk niet naar wens ingesteld,zelfs als [MANUAL] is geselecteerd. Als u dit tegenkomt, kuntu alle MANUAL-parameters initialiseren met behulp van devolgende procedure.
①GA NAAR DE PLAY MODUS
Als de PLAY Mode niet wordt weergegeven, drukt u op de[PLAY] knop om deze weer te geven.
②SELECTEER MANUAL
Zet de [MANUAL] knop aan (LED verlicht).
③OPEN HET APP APPLICATIE MENU
Gebruik de [DIRECTION] [] knop om de cursor teverplaatsen naar het [INITIALIZE] icoon, en druk op de[ENTER] knop. Het scherm toont ongeveer 1 seconde lang“Initializing...”.
NB:Als u NIET wilt initialiseren, drukt u op [MENU/EXIT] van de
[PLAY] knop in plaats van op de [ENTER] knop.
“MANUAL”
De ‘Manual’-functie annuleert alle Combinaties,Patches, interne Parameters, enz. Het werktongeveer hetzelfde als de “Adjust Presets”op Hammond orgels met Preset Keys of de“Cancel”-piston op veel klassieke orgels of opelektronische thuisorgels, zoals op de HammondXT / XH-serie. Het Hammond 935 kerkorgel heefteen functie genaamd “Panel Memory”, die vrijweldezelfde functie vervult.
Druk eenmaal op de [] knop om het APP Menu te openen.
Aanzetten en Spelen
Page 30
30
GEBRUIK VAN ORGAN PATCHES
ORGAN Patches worden hieronder in detail uitgelegd.
DE SECTIETOEWIJZEN AAN HETTOETSENBORD
Om een ORGAN Patch op het toetsenbord tespelen, drukt u op de [ORGAN] knop in de[ALLOCATE] knoppen groep. De LED lichtop.
NB:Als enkel de ORGAN-sectie actief is (er zijn
dan geen andere [ALLOCATE]-knoppen
PLAY Modus (Organ)
EEN PATCH OPROEPEN
In dit voorbeeld roept u “F011 Classic Gospel” op.
①VERPLAATS DE CURSOR NAAR HET PATCH NUMMER
verlicht), geeft de PLAY-modus alleen deORGAN parameters weer..
NB: De ORGAN-sectie heeft een speciale modus
genaamd “3 PART ORGAN”, waarmee deSK PRO de uitvoering van een vintageHammond orgel kan repliceren met 2manualen en pedalen.
②OPEN DE PATCH LIST
③SELECTEER DE PATCH
Gebruik de [DIRECTION] knoppen om decursor te verplaatsen naar het Patch Nummerin de ORGAN Sectie.
NB:Het woord “MANUAL” wordt in meer
detail uitgelegd op pagina 29.
PLAY Modus (Organ)PLAY Modus (General)
U kunt de Patch List gebruiken om snelbeschikbare Patches weer te geven. Omde Patch List te openen, drukt u op de[ENTER] knop als het Patch nummeroplicht in het scherm.
HA<O>
Gebruik de [VALUE] draaiknop om degewenste Patch te selecteren. Selecteer voordit voorbeeld ‘F011 Classic Gospel’.
Druk op de [PLAY] of [ENTER] knop omterug te keren van de Patch List naar PLAYMode.
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 31
HET VOLUMEAANPASSEN
HET OCTAAF AANPASSEN
31
Gebruik de [VOLUME] draaiknop in de ORGAN Sectie omhet volume aan te passen.
NB:U kunt ook het volume van de ORGAN-sectie in het PLAY-
scherm aanpassen door de cursor naar “VOL”(rechterkantvan het scherm) te verplaatsen en aan de [VALUE] draaiknop te draaien..
NB:Het woord “MANUAL” wordt in meer detail uitgelegd op
pagina 29.
Om het octaaf van het hele toetsenbord (alle secties) teveranderen, drukt u op de OCTAVE [UP] of [DOWN] knop.Het scherm toont de huidige octaaf-instelling.
NB:U kunt maximaal ‘-2’ (twee octaven lager) tot +2 ‘(twee
octaven hoger) selecteren.
Om het octaaf alleen voor de ORGAN-sectie te wijzigen,gebruikt u de [DIRECTION] knoppen om de cursor naar“PLAY Mode - ORGAN Section - OCTAVE” te verplaatsen, engebruikt u de [VALUE] draaiknop om het octaaf te veranderen.Het scherm toont de huidige octaaf-instelling.
NB:U kunt maximaal ‘-2’ (twee octaven lager) tot +2 ‘(twee
octaven hoger) selecteren.
Aanzetten en Spelen
Page 32
32
EEN ORGAN PATCH CREËREN
De ORGAN Sectie kan worden ingesteld op vintage Hammond orgelklanken, combo-orgels en
pijporgels. Dit wordt hieronder in meer detail uitgelegd.
SELECTEER MANUAL
Normaal gesproken staat een van de [FAVORIET] knoppen aan (LED verlicht), wataangeeft dat er een Combinatie is geselecteerd. Als u echter Combinaties wilt deselecterenen de bedieningselementen op het voorpaneel volledig wilt gebruiken om het geluid teregelen, draai u de [MANUAL] knop aan. De [FAVORITE] knoppen worden allemaaluitgeschakeld en alle geluiden en functies van de SK PRO worden bestuurd door debedieningselementen op het voorpaneel en door de instellingen van de menu’s..
INITIALIZE“MANUAL”
Sommige menuparameters zijn mogelijk niet naar wens ingesteld, zelfs als [MANUAL] isgeselecteerd. Als u dit tegenkomt, kunt u de MANUAL-parameters initialiseren (P. 29).
WIJS DE SECTIETOE AAN HETTOETSENBORD
Zet de [ORGAN] knop in de [ALLOCATE] knoppen groep aan.De LED zal oplichten en u kunt de ORGAN Sectie bespelen methet toetsenbord.
SELECTEER‘3 PART ORGAN’
8
8
8
8
8
7
7
7
6
6
6
5
5
5
4
4
4
3
3
3
2
2
2
1
1
1
8
7
7
7
6
6
6
5
5
5
4
4
4
3
3
3
2
2
2
1
1
1
SELECTEER HET ORGELTYPE
De ORGAN Sectie heeft 3 ‘Parts’ - UPPER, LOWER en PEDAL.
87654321
De [3 PART ORGAN] knop selecteert hoe de 3 Parts wordentoegewezen. Als deze aan staat (LED verlicht) worden de Upper,Lower en PEDAL Parts automatisch toegewezen. Als deze uit staat(LED niet verlicht) zal de UPPER Part op het gehele toetsenbordspelen, maar de LOWER en PEDAL [ALLOCATE] knop groepknoppen kunnen nog steeds gebruikt worden om de geheleORGAN sectie aan de Lower of PEDAL Parts toe te wijzen.
Selecteer het ORGAN Type dat het meest geschikt is voor demuziekstijl die u wilt spelen.
Gebruik de [DIRECTION] knoppen om de cursor naar“ORGAN TYPE - UPPER & LOWER” te verplaatsen.
Gebruik de [VALUE] draaiknop om het ORGAN Type teselecteren.
NB:Het woord “MANUAL” wordt in meer detail uitgelegd op
pagina 29.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 33
3
3
3
3
3
SELECTEER DE PART DIE UWILT BEWERKEN
Gebruik de [DRAWBAR SELECT] knoppen om te bepalen opwelke Part de Drawbars van toepassing zijn. Zet in dit voorbeeldde [UPPER] knop aan (LED verlicht).
8
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
VOEGDRAWBARS TOE
8
8
8
8
8
8
8
8
7
7
7
7
7
6
6
6
5
5
5
4
4
4
3
3
3
2
2
2
1
1
1
7
6
6
6
5
5
5
4
4
4
3
3
3
2
2
2
1
1
1
8
7
7
7
6
6
6
5
5
5
4
4
4
3
3
3
2
2
2
1
1
1
De Drawbars besturen de basis orgelgeluiden. U kunt het eectvan elke Drawbar op het geluid horen door Drawbars uit tetrekken of in te duwen terwijl u de toetsen ingedrukt houdt.
33
PAS HETVOLUME AAN
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
HET OCTAAF AANPASSEN
2
2
1
1
Gebruik de [VOLUME] draaiknop in de ORGAN Sectie omhet volume aan te passen.
8
8
8
7
7
7
6
6
6
5
5
5
4
4
4
3
3
3
2
2
2
1
1
1
2
2
2
1
1
1
NB: U kunt ook het volume van de ORGAN Section aanpassen in
het PLAY-scherm door de cursor naar “VOL” (rechterkant van het scherm) te verplaatsen en aan de [VALUE] draaiknop tedraaien.
Om het octaaf aan te passen van het gehele toetsenbord (alleSecties), drukt u op de OCTAVE [UP] of [DOWN] knop. Hetscherm toont de huidige octaaf-instelling.
Om het octaaf aan te passen voor alleen de ORGAN Sectie,Gebruikt u de [DIRECTION] knoppen om de cursor teverplaatsen naar “PLAY Mode - ORGAN Section - OCTAVE”en gebruik de [VALUE] draaiknop om het octaaf te veranderen.Het scherm toont de huidige octaaf-instelling.
NB:U kunt van “-2” (twee octaven lager) tot +2” (twee octaven
hoger) selecteren.
Aanzetten en Spelen
Page 34
34
‘PERCUSSION’ TOEVOEGEN
❶❷❸❹
Een belangrijk element van de Hammond Klank is de “Touch-Response Percussion Control™.” De Percussie knoppen op de SKPRO bestaat uit vier knoppen (zie links) waarmee u de toon van dePercussie bepaalt. Deze vier knoppen bedienen dezelfde functies alsde Percussie knoppen op een toonwiel Hammond.
❶[ON] knop
Deze tab, wanneer aan (LED verlicht), zet het Percussie effectaan. De Percussie De toon zal klinken in overeenstemming met deinstellingen voor de andere drie Percussie knoppen.
NB:In de aan-positie zullen alle Upper Manual Drawbars effectief
zijn, behalve de 1 ‘(vierde witte) Drawbar. Dit dupliceert deuitvoering van een vintage toonwiel orgel zoals een B-3 / C-3 /A-100. In de uit-positie is de 1 ‘Drawbar zoals gewoonlijk eectief. U kunt deze parameter echter desgewenst wijzigen.
❷[SOFT] knop
Deze knop bepaalt het volume van de Percussie klank. Als deze uitstaat (LED uit) is het percussie-eect zal zeer prominent aanwezigzijn. Het volume van de Drawbar-tonen wordt ook verminderd omde toevoeging van de Percussie-tonen te compenseren. Wanneer dezeknop aan staat (LED verlicht) is het Percussie-eect veel minderprominent aanwezig. Het volume van de Drawbar-tonen wordt nietbeïnvloed door de toevoeging van het Soft Percussion-eect.
❸[FAST] knop
Als deze knop uit staat (LED uit) zal de Percussie klank langzaamverdwijnen. Als deze aan staat (LED aan) zal de Percussie klank snelverdwijnen.
❹[THIRD] knop
Deze knop bepaalt de toonhoogte van de Percussie klank. Als dezeop “SECOND” staat (LED uit), is de toonhoogte een octaaf hogerdan de Fundamentele (8 ‘) Drawbar; indien ingesteld op “THIRD”is de Percussion toonhoogte een octaaf en een kwint hoger dan deFundamental Drawbar.
NB:De Percussie-functies werken alleen met de ‘A-100’, ‘B-3’, ‘C-3’ en
‘Mellow’ orgeltypes, en alleen op de UPPER Part.
NB: U kunt de parameters van de percussie naar wens aanpassen. Dit
wordt in meer detail uitgelegd op pagina 126.
EFFECTENTOEVOEGEN AAN DE ORGAN SECTIE
VIBRATO & CHORUS
Met ‘Vibrato & Chorus’ kunt u ‘Vibrato’ (een regelmatige verhoging en verlaging van de toonhoogte) of ‘Chorus’ (een ‘glinsterend’ eectmet de regelmaat van Vibrato) aan uw Drawbar-registraties toevoegen.
❶[UPPER], [LOWER] knoppen
Hiermee zet u de Vibrato & Chorus aan of uit voor elke Part. Alsdeze aan staan zullen de LED’s oplichten.
❷[MODE] knop
Hiermee selecteert u een van de drie niveaus Vibrato of een vande drie niveaus Chorus. Elke opeenvolgende druk op deze knopselecteert een andere hoeveelheid Vibrato of Chorus.
NB:Als de ORGAN Mode is ingesteld op “Pipe”, werkt de Vibrato
& Chorus zoals een pijporgel Tremulant. U kunt kiezen uit zesniveaus. Dit wordt in meer detail uitgelegd op pagina 126.
NB:U kunt het Vibrato & Chorus effect aanpassen naar wens. Dit
wordt in meer detail uitgelegd op pagina 88.
HA<O>
❷
❶
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 35
35
LESLIE
De SK PRO heeft een ingebouwde digitale Leslie dat het geluid van een Leslieluidsprekerkast met dubbele rotor nabootst. Daarnaast kan het instrument tevensworden gebruikt met een verscheidenheid aan verschillende Leslie Speakers.
❷❸
❶
❶[BYPASS] knop
Schakelt de digitale Leslie uit, met als gevolg een “droog” orgel geluid.
❷[STOP] knop
Om te wisselen tussen “FAST” en “SLOW” wanneer de [FAST] knop wordt ingedrukt,zet u deze knop uit (LED uit).
Om te wisselen tussen “FAST” en “STOP” wanneer de [FAST] knop wordt ingedrukt,zet u deze knop aan (LED verlicht).
❸[FAST] knop
Wisselt tussen “FAST” (LED verlicht) en “SLOW” (LED uit).
NB: De digitale Leslie is niet beschikbaar voor het pijporgel.NB:Deze knoppen vervullen dezelfde functies wanneer een Leslie Speaker Cabinet is
aangesloten via de 11-pins aansluiting.
NB:U kunt de parameters van de digitale Leslie nauwkeurig afstemmen. Dit wordt in
meer detail uitgelegd vanaf pagina’s 88 en 191.
ANDERE EFFECTEN
-
OVERDRIVE
8
8
87654321
“Overdrive” voegt vervorming toe aan het geluid door de ingangsversterking van devoorversterker te verhogen. Druk op de OVERDRIVE knop om het Overdrive eectaan (LED verlicht) of uit (LED uit) te zetten.
- MULTI-EFFECTS
Er zijn verschillende multi-eecten die u kunt gebruiken om het geluid te verbeteren.
- REVERB
De SK PRO heeft een ingebouwde Reverb (galm) waarmee u verschillende akoestischeruimtes kunt simuleren.
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
LESLIE KNOPPEN EN MODI
KNOPMODI
BYPASSSTOPFAST
UitUitAanSnel
UitUitUitLangzaam
UitAanAanSnel
UitAanUitStop
AanAanAanSnel
AanAanUitStop
AanUitAanSnel
AanUitUitLangzaam
CH=1
CH=3 of
digitale
Leslie
Bypass
WAT IS HET LESLIE EFFECT?
Toen het Hammond orgel voor het eerst werdgeïntroduceerd midden jaren ‘30, bevond hetgeluidsproducerende deel zich niet in de console.Een aparte “klankkast” moest via een speciale kabel op het orgel worden aangesloten. Hammondvervaardigde jarenlang klankkasten speciaal voorgebruik met Hammond orgels. De bekendstehiervan is waarschijnlijk het PR-40-model.Eind jaren‘30 ontdekte een onafhankelijkeingenieur en orgel-liefhebber genaamd DonaldJ. Leslie dat het draaien van een klankbord vooreen stationaire luidspreker het effect van eentremulant creëerde (het bekende ‘dopplereect’)en noemde de daaropvolgende luidsprekerde ‘vibratone’. . “ (De aanduiding “Vibratone”werd uiteindelijk geschrapt en daaropvolgendemodellen zouden eenvoudigweg bekend staan als Leslie Speakers.) Er zijn in de loop der jaren veelmodellen Leslie Speakers gemaakt; de bekendstezijn waarschijnlijk de 122, 142, 145 en 147.Onderstaande figuur toont de configuratie vaneen typische Leslie Speaker met dubbele rotor.De ingebouwde digitale Leslie op de SK PROreproduceert alle drie de modi - snel, langzaam en uit. Bovendien zijn alle drie de modi beschikbaarwanneer de SK PRO is aangesloten op een 11-pins Leslie luidsprekerkast.
HornRotor
800Hz
HornDriver
Woofer
StationarySpeaker
Ampli-fier
BassRotor
Aanzetten en Spelen
Page 36
36
ORGAN SECTIE IN DETAIL
KEYBOARDS EN PARTS
Het klassieke Hammond orgel heeft twee toetsenborden (of keyboards) en eenpedaaltoetsenbord (of pedaalklavier). Gewoonlijk worden de twee toetsenbordenanders ingesteld - het bovenste toetsenbord heeft bijvoorbeeld een registratie diegeschikt is voor melodie, terwijl het onderste toetsenbord een begeleidingsregistratieheeft om een harmonische achtergrond voor de melodie te bieden. Bovendien hebbende pedalen een instelling die geschikt is voor basnoten.
De ORGAN Sectie van de SK PRO kan functioneren als een klassiek Hammondorgel door het toetsenbord in twee delen te splitsen of te splitsen. Als SPLIT actief is,is ‘UPPER’ het gedeelte van het toetsenbord rechts van het SPLIT Point en ‘LOWER’links van het SPLIT Point.
Daarnaast kan de PEDAL Part worden afgespeeld vanaf een aangesloten MIDIpedalboard, of vanaf het keyboard door de PEDAL TO LOWER-functie te gebruikenwanneer SPLIT actief is.
❶ [3 PART ORGAN] knop
Hiermee selecteert u of de ORGAN Sectie werkt als een klassiek Hammond Orgel mettwee toetsenborden en pedalen, of als een orgel met één toetsenbord.
OFF
Green: LOWER keyboard
Sounds UPPER part.
Lower
ON ...............De ORGAN Sectie zal functioneren als een klassiek Hammondorgel met twee
keyboards en pedalen.
OFF .............De ORGAN Sectie kan op het hele toetsenbord klinken of worden toegewezen
aan UPPER, LOWER of PEDAL.
❷ [DRAWBAR SELECT] knoppen
Staat u toe om de Drawbars te gebruiken om de geluiden voor elke ORGAN Partte bepalen. Als de LED van een van deze knoppen brandt, bepalen de Drawbars degeluiden die door die knop worden vertegenwoordigd.
Upper
Lower
ON
Green: LOWER keyboard
Sounds LOWER part.
Upper
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 37
ORGEL TYPES
De Drawbars op uw SK PRO kunnen worden ingesteld om andere orgelklanken dan traditioneleHammond Drawbars te besturen. Verschillende merken combo-orgels gebruikten bijvoorbeeldook Drawbar-type bedieningselementen om de geluiden in te stellen, die echte orgelstemmenwaren in plaats van individuele ‘harmonics’ zoals bij Hammond Drawbars.
TONE WHEEL (A-100, B-3, C-3)
Het oorspronkelijke doel van het Hammond orgel was om het pijporgel te dupliceren, maarHammond werd beroemd vanwege het produceren van een uniek eigen geluid.
Toonwielen zijn de manier waarop Hammond orgels geluid genereren. Elke frequentie wordtgegenereerd door een stalen schije met een diameter van 1 7/8 ”en met een aantal hoge puntenaan de buitenrand. (Zie de afbeelding hierboven.) Deze schijven zijn de toonwielen. De meestvoorkomende toonwiel-generator heeft in totaal 96 toonwielen, allemaal met een verschillendaantal tanden - sommige wielen hebben 2 tanden, andere 4, 8, 16, 32, 64, 128, tot 192 tanden.Het klassieke toonwiel-ontwerp gebruikt 91 toonwielen om de muziektonen te genereren.
A-100, B-3 en C-3 zijn traditionele toonwielgeluiden.
37
PEDAL ORGEL TYPES
Als u de Tone Wheel orgels (A-100, B-3, C-3of Mellow) voor de UPPER & LOWER Partsgebruikt, kunt u twee verschillende PEDAL-voicings selecteren - Normal en Muted.Normal repliceert de Pedal Drawbars vaneen vintage Hammond orgel, terwijl Muted meer de zachte Pedal Drawbar-tonen vaneen elektronische Hammond dupliceert.
Op de Transistor Orgels (Vx., Farf. En Ace.),Wordt de PEDAL-voicing automatischingesteld op Muted. Voor Pipe registrerende Pedal Drawbars pijporgel voices alsaanvulling op de UPPER en LOWER PipeVoices.
MELLOW
De Mellow setting repliceert de niet-mechanische elektronische Hammond toongeneratoren zoalsde Concorde, het X-5 combo orgel en de latere “multiplex” orgels zoals de B-3000 en 340 seriesElegante.
TRANSISTOR (Vx, Farf, Ace)
Omdat transistors geleidelijk aan de vacuümbuizen in elektronische schakelingen vervingen, werdhet mogelijk om lichtgewicht combo-orgels te produceren. Deze worden sinds het begin van dejaren 60 op grote schaal gebruikt in rock- en populaire muziek. Het type schakeling verschiltvan fabrikant tot fabrikant of van model tot model. We hebben hier 3 representatieve typennagebootst.
Vx repliceert een Brits combo-orgel dat driehoeksgolven en blokgolven combineert metverschillende footages. ‘Farf’ en ‘Ace’ repliceren beide combo-orgels (Italiaans en Japans) dietablets gebruiken om geluidsgolven te combineren die worden gelterd om verschillende tonente produceren.
PIPE
Een pijporgel produceert geluiden door onder druk staande lucht door sets van houten of metalenpijpen te duwen die Ranks of Stops worden genoemd. Er zijn veel verschillende soorten pipeStops die geluiden met verschillende toonhoogtes, timbres en volume-niveaus produceren. Elkestop wordt geïdenticeerd door een unieke naam die aangeeft welk type geluid het zal producerenals het wordt geselecteerd. ‘Pipe’ repliceert verschillende soorten pijporgels door de Drawbars tegebruiken als drawstops of stoptabletten om pijporgelregistraties te creëren.
Aanzetten en Spelen
Page 38
38
HARMONIC DRAWBARS™
De ‘Harmonic Drawbars’ vormen het hart van de beroemde Hammond klank en worden gebruikt sindshet eerste Hammond Organ Model A in 1935 werd geïntroduceerd. Er zijn ongeveer 253.000.000mogelijke klankcombinaties die door deze Drawbars kunnen worden geproduceerd. De onderstaandeillustratie laat zien hoe elke Drawbar zich verhoudt tot het toetsenbord wanneer de middelste “C” wordtingedrukt.
NB:Bij het oproepen van Combinations of ORGAN Patches, zullen de posities van de Drawbars intern
veranderen, maar niet fysiek. Als een Drawbar wordt verplaatst, wordt de Patch-instelling bijgewerkt naar de huidige positie van die Drawbar. U kunt ook de volledige Drawbar-registratie afstemmen op de fysieke Drawbar-instelling. Zie pagina 45 voor meer informatie.
DRAWBARS (A-100, B-3, C-3, Mellow)
Harmonic:
Footage:
Sub
Fund.
16'
Sub
3
51/3'
Funda-mental
8'4'
234568
22/3'
2'
13/5'11/3'
1'
Middle “C”
Elke Drawbar kan op de "0"-stand (helemaal stil), of in acht verschillende standenworden gezet. Elke positie, zoals aangegeven op de Drawbars, vertegenwoordigtde intensiteit van de toon, de ‘harmonic’, die het bestuurt. Wanneer deze wordtuitgetrokken naar positie "1", zal de harmonic die deze vertegenwoordigtaanwezig zijn met een minimale intensiteit, wanneer deze wordt uitgetrokkennaar positie 2 met grotere intensiteit, enzovoort tot positie "8".
Als u de grondtoon (8´), de derde harmonic (2⅔´) plus de vijfde harmonic (1´)Drawbars volledig uittrekt en het toetsenbord bespeelt, zult u merken dat hetgeluid op een klarinet lijkt.
Als u de 8´ Drawbar halverwege indrukt, zul u merken dat het geluid hoger eneen beetje "harder" wordt. Trek nu de 8´ Drawbar helemaal uit en duw de 2⅔´en 1´ halverwege naar binnen. Merk op hoe het geluid zachter wordt.
Experimenteer met de Drawbars om uw eigen favoriete registraties te verkrijgen.
Voor "Toonwiel" Orgels wordt de relatie tussen elke Drawbaren zijn lengte getoond op het "TW" overzicht direct vóór de Drawbars.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
DRAWBAR REGISTRATIE
Hieronder ziet u een voorbeeld van het gebruik van Drawbars om verschillende geluiden te creëren.
16'8'4'
51/3'
Voorbeeld van "klarinet"
22/3'
2'
13/5'11/3'
1'
Page 39
DRAWBARSVOOR DE UPPER EN LOWER PART
De kleuren van de Drawbars zijn typisch traditioneel Hammond, en zijn ontworpen om een snel visueel overzicht te bieden voorde toon die door de Drawbars worden gegenereerd.
WITTE DRAWBARS
16'8'4'
51/3'
ZWARTE DRAWBARS
16'8'4'
51/3'
22/3'
22/3'
2'
2'
13/5'11/3'
13/5'11/3'
1'
1'
De eerste witte Drawbar vertegenwoordigt de “fundamentele” of“8" base”toon. Alle andere witte Drawbars zijn octaaf-intervallenof boventonen van de grondtoon. De tonale helderheid wordtaanzienlijk vergroot door witte Drawbars toe te voegen, maar detoegevoegde boventonen zijn altijd in 'overeenstemming' met debasistoon.
De zwarte Drawbars vertegenwoordigen de "dissonante"boventonen die tevens nodig zijn voor het opbouwen van rijkeklankkleuren. De zachtheid van een hoorn, de scherpte vanstrijkers en de schittering van riet klanken danken veel van hunkarakter aan de aanwezigheid van deze boventonen.
39
BRUINE DRAWBARS
16'8'4'
51/3'
22/3'
PEDAL DRAWBARS
16'8'4'
51/3'
22/3'
2'
2'
13/5'11/3'
13/5'11/3'
1'
De twee bruine Drawbars helemaal links geven diepte enrijkdom aan het geluid. De linker 16´ is een octaaf lager dande 8´, en 5⅓´ is de derde boventoon van de 16´ grondtoon.Normaal gesproken zijn de tonen opgebouwd vanaf de 8'grondtoon, maar als u diepte aan de toon wilt toevoegen of hetspeelbereik met een octaaf lager wilt uitbreiden, bouw dan uwtonen op de 16' grondtoon.
1'
De 16´ en 8´ Drawbars bepalen de geluiden die door de PedalPart worden geproduceerd. De eerste bruine Drawbar produceerteen samengestelde toon op 16´ toonhoogte voor een diepebasistoon, terwijl de eerste witte Drawbar een samengesteldetoon produceert op 8´ toonhoogte, ofwel een octaaf hoger.
Aanzetten en Spelen
Page 40
HARMONIC DRAWBARS ™ - vervolgd
16'8'4'
/
2'
1'
40
DRAWBARREGISTRATIEPATRONEN
Alle stemmen zijn gerelateerd aan vier basisfamilies van toonaarden, ongeacht de groottevan een pijporgel of het aantal registers. De vier basisfamilies - Flute, Reed, String enDiapason - kunnen gemakkelijk met de Drawbars worden ingesteld door aan elkefamilie een patroon of vorm te relateren.
Merk op dat Drawbar-registraties worden uitgedrukt in groepen van 2, 4 en 3. Deze "2-4-3"-formule voor Drawbar-registraties is vanaf het begin een Hammond uitvinding geweest. Het blijkt de gemakkelijkste manier te zijn om eenspecieke instelling over te brengen. De eerste twee cijfers komen overeen met de twee bruine Drawbars van beidemanualen. De middelste vier cijfers duiden de 8´, 4´, 2⅔´, 2´ Drawbars aan, en de overige drie cijfers verwijzen naar delaatste drie Drawbars.
2
2
3'
13/5'11/3'
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 41
MODERNE DRAWBARREGISTRATIES
De Drawbar-registratiepatronen die op de vorige pagina worden getoond, zijn bedoeldom de vier basisfamilies van een klassiek pijporgel na te bootsen, aangezien dit de oorspronkelijke bedoeling was van het Hammond orgel. Later, toen het Hammondorgel begon te worden gebruikt in jazz-, pop- en rockmuziek, werden andere klankengeïdenticeerd met de Hammond klank. Onderstaande guren illustreren enkele vandeze moderne registraties.
JAZZBLUES
16'8'4'
51/3'
22/3'
ONONONON
2'
13/5'11/3'
1'
16'8'4'
51/3'
22/3'
2'
13/5'11/3'
41
1'
GROOVY &FUNKYMAX. HOOGTE KRACHT
16'8'4'
51/3'
22/3'
2'
13/5'11/3'
1'
51/3'
22/3'
16'8'4'
SQUABBLE ("Erroll Garner"-registratie)
16'8'4'
51/3'
22/3'
2'
13/5'11/3'
1'
TOEPASSING VAN PERCUSSIE
Als percussie wordt gebruikt, wordt het geluid van de 1´ Drawbar geannuleerd, net als op vintageorgels (B-3, C-3, A-100, M-3, enz.). Sommige jazzorganisten hebben van deze eigenaardigheidgebruik gemaakt door de 1 'Drawbar uitgetrokken te houden en percussie aan en uit te zetten tijdens het spelen. Het resultaat is een onmiddellijkeregistratiewijziging met een enkele beweging.
2'
13/5'11/3'
1'
Aanzetten en Spelen
Page 42
HARMONIC DRAWBARS ™ - vervolgd
42
DRAWBARS (Vx)
16´4´2´
Oscillators
8´
16´
8´
4´
2´
II
III
IV
II
Filter
III
IV
Het Britse type combo-orgel dat wordtnagebootst met het "Vx" ORGANTypehad Drawbar-achtige knoppen, maarze functioneerden anders dan HammondDrawbars. De eerste vier Drawbars regelenindividuele toonhoogtes, terwijl de volgendedrie “Mixture” Drawbars zijn die ervoorzorgen dat meerdere toonhoogtes klinken."II", "III" en "IV" verwijzen naar het aantaltoonhoogtes vertegenwoordigd door dieDrawbar.
De laatste twee Drawbars bepalen het type
at Middle “C”
toon dat door de eerste zeven Drawbars wordtgeproduceerd.
De"tonen klinken, terwijl de "
" Drawbar zorgt ervoor dat zachte
" Drawbarhelderdere en meer harmonisch complexetonen laat klinken.
NB:De eerste zeven Drawbars ZULLEN
NIET klinken tenzij een of beide van detwee rechter Drawbars ook aan staan.
to output
Deze twee Drawbars regelen zowel hetalgehele volume als het timbre van detotale Drawbar-registratie en kunnenafzonderlijk of samen worden gebruikt.
Als u het 'Vx' ORGAN Type gebruikt, raadpleegt u de 'Vx' rij bovende Drawbars voor de relatie tussen elke Drawbar en de voice, footageen timbre.
BEELDMATERIAAL
"Footage" is een term die is geërfd van hetpijporgel.Het wordt gebruikt om de toonhoogte aan tegeven waarop een bepaalde orgelstop zal klinken. Het nummer verwijst naar de lengte van de pijpdie nodig is om de laagste noot van die speciekestop te produceren.Als een stop bijvoorbeeld met '8' is gemarkeerd,betekent dit dat voor de laagste noot op eenstandaard 5-octaaforgeltoetsenbord 'C' een pijpvan 8 voet lang nodig is.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 43
DRAWBARS (Farf,Ace)
43
Farf
Ace
Strings 16´
Bass 16´
Flute 16´
Oscillators
Bass 16´
Flute 8´
16´
8´
4´
Flute 8´
Trumpet 8´
Oboe 8´
Strings 16´
Trumpet 8´
Clarinet 8´
Sax 8´
Strings 8´
Filters
Bass 16´
Flute 8´
Oboe 8´
Strings 8´
Flute 4´
Piccolo 4´
Strings 4´
Trumpet 8´
Piccolo 4´
Flute 4´
at Middle “C”
to output
Strings 8´
Flute 4´
Strings 4´
Strings 4´
De figuren aan de linkerkant volgen deindeling van de Italiaanse "ComboCompact" en de "TOP 7" combo-orgels, diekanteltabletten (rocker switches) gebruiktenin plaats van Drawbars om stemmen aanen uit te zetten. Op de SK PRO worden deDrawbars gebruikt om dezelfde geluiden tebesturen.
Om het effect van tablets na te bootsen,trekt u eenvoudigweg aan de Drawbar(s) diede toon( of tonen) vertegenwoordigen dieu wilt horen. U kunt echter ook subtieleretinten creëren door de Drawbars op de meertraditionele manier te gebruiken.
TABLET
Het woord “tablet” verwijst naar een kantel- of“rocker”-type knop die op veel analoge orgelswordt gebruikt om stemmen aan en uit te zettenen om effecten toe te voegen (zie onderstaandeguur).
Oscillators
16´
8´
4´
Filters
Flute16´
Bass 16´
Flute 8´
Clarinet 8´
Sax 8´
Trumpet 8´
Strings 8´
Flute 4´
Strings 4´
to output
at Middle “C”
Als u de "Farf" of "Ace" ORGAN-types gebruikt,raadpleeg dan de "Farf" of "Ace"-rij boven deDrawbars voor de relatie tussen elke Drawbar en devoice en footage.
Aanzetten en Spelen
Page 44
HARMONIC DRAWBARS ™ - vervolgd
44
DRAWBARS (Pipe)
F1: Classic
UPPER:
LOWER:
PEDAL:
Bourdon
16´
Principal
16´
Sub Bass 16´
+
Gedeckt 8´
F2: Theatre 1
Tibia
UPPER:
LOWER:
PEDAL:
Clausa
16´
Style “D”
Trumpet
8´
Tibia 16´
+
Flute 8´
F3: Theatre 2
Tibia
UPPER:
LOWER:
PEDAL:
Clausa
16´
Brass
Trumpet
8´
Tibia 16´
+
Flute 8´
Open
Diapason
8´
Principal
8´
Vox
Humana
8´
Open
Diapason
8´
English
Post Horn
16´
Diapason
8´
Gedeckt
8´
Melodia
8´
Diapason 8´
+
Flute 4´
Style “D”Trumpet
8´
Clarinet
8´
Diapason 8´
+
Flute 4´
Brass
Trumpet
8´
Clarinet
8´
Diapason 8´
+
Flute 4´
Viole
CelesteIIOctave
Rohr
Flute8´Prestant4´Flute
Tibia
Clausa8´Clarinet
Viol
d’Orch8´Flute
Tibia
Clausa8´Clarinet
Viol
Celeste8´Oboe8´Flute
Flauto
Dolce4´Flute2´Mixture
4´
4´
Viol
d’Orch
8´
8´
8´
Vox
Humana
8´
Vox
Humana
8´
8´
8´
Super
Octave
2´
Vox
Humana
8´
Open
Diapason
4´
Tibia
Clausa
4´
Vox
Humana
8´
III
Mixture
IV
Tibia
Clausa
4´
Tibia
Clausa
4´
Tibia
Clausa
2⁄´
Viol
Celeste
4´
Hautbois
8´
Trom-
pette
8´
Tibia
Clausa
2´
Vox
Humana
4´
Tibia
Clausa
2´
Flute
4´
Bij gebruik van het pijporgel worden deregisters ingesteld via de Drawbars. HetClassic-type volgt de klassieke orgel lay-outvan links naar rechts als volgt: Flute, Mixtureen Reed.
Op de UPPER en LOWER Partscorrespondeert elke Drawbar met eenpijporgelrang of -stop.
Op de PEDAL-part klinken twee stops metéén Drawbar (Complex Stop).
NB:Als 'Classic' is geactiveerd, werken
de Drawbars op dezelfde manierals de Drawbars op een traditioneelpijporgel - als u een Drawbar naaru toe trekt, wordt de bijbehorendePipe Voice ingeschakeld en als u deDrawbar induwt, wordt de Pipe Voiceuitgeschakeld. De Pipe Voices hebbengeen gradaties in volume - ze zijn ofwel aan of uit.
NB:De labels "F1", "F2" enz. verwijzen naar
Custom Pipes.
NB: De digitale Leslie is niet beschikbaar op
de Pipe Voices. De Vibrato / Chorus wordt echter een Tremulant van een pijporgel als het PIPE Orgeltype geselecteerd.
De eatre 1 en eatre 2 PIPE-instellingenbieden een aanvulling van orgelregistersdie kenmerkend zijn voor een theater-of bioscooporgel. "Theatre 1" is eenstopcomplement vergelijkbaar met eenWurlitzer "Style 210", terwijl "Theatre 2"afgeleid is van de registers van een Wurlitzer"Style 260 Special", inclusief Engelseposthoorn. De figuren aan de linkerzijdetonen de stopcomplementen voor de eatre1 en eatre 2 Custom Pipe sets.
NB:Als "Theatre 1" of "Theatre 2" zijn
geactiveerd, werken de Drawbars opdezelfde manier als tablets op een theater orgel.
STOP
Een enkele stem of geluid op een pijporgel wordt een "stop" genoemd vanwege het feit dat de luchtstroom wordt "gestopt" (of gestart) door het manipulerenvan de individuele bedieningselementen die degeluiden aan of uit zetten.
Als het ORGAN-type "Pipe" is, zie dan de "Pipe"-rij aan de andere kant van deDrawbars voor de relatie tussen elke Drawbar en de footage.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 45
WERKING VAN DE ORGEL SECTIE
DE REGISTRATIE AANPASSEN AAN DE DRAWBARINSTELLING
45
Physical Drawbars
not equal
Sounding RegistrationSounding Registration
Als u een ORGAN Patch oproept, is de Drawbar-registratie van de opgeslagen Patch te horen, in plaats van de fysieke Drawbar-instelling.Als u een Drawbar verplaatst, heeft zijn positie voorrang op de geregistreerde Patch instelling, maar de opgeslagen Patch wordt nietgewijzigd.
Als u onmiddellijk naar de fysieke Drawbar-instelling wilt schakelen, houdt u een van de drie DRAWBAR SELECT-knoppen ([UPPER][PEDAL] of [LOWER]) vast totdat de LED oplicht, en u laat deze vervolgens los. De fysieke registratie wordt nu 'actueel' voor hetgeselecteerde onderdeel.
Blink“On”
Druk en hou vast
Physical Drawbars
equal
DE HUIDIGE INSTELLINGENWEERGEVEN
Als u zich in de PLAY-modus bevindt, wordt een pagina weergegevendie zoals die in de afbeelding links wordt weergegeven, wanneer deORGAN-sectie wordt geselecteerd via de [ALLOCATE]-knop, ofdoor herhaaldelijk de [PLAY]-knop in te drukken.
NB: Het woord “MANUAL” wordt in meer detail uitgelegd op pagina 29.
Aanzetten en Spelen
Page 46
46
PIANO EN ENSEMBLE PATCHES GEBRUIKEN
Met de PIANO en ENSEMBLE Voice Sections kunt u diverse instrumentale en vocale klanken
spelen zoals piano, strijkers, trompet, koor, etc. Dit wordt hieronder in meer detail uitgelegd.
DE SECTIETOEWIJZEN AAN HETTOETSENBORD
Om een PIANO of ENSEMBLE Patch ophet toetsenbord te spelen, drukt u simpelwegop de [PIANO] of de [ENSEMBLE] knopin de [ALLOCATE] knop groep. De LEDzal oplichten.
NB: Als alleen de PIANO- of ENSEMBLE-sectie
PLAY-modus (piano)
NB: Als de SPLIT knop aan is (LED verlicht),
EEN PATCH OPROEPEN
In dit voorbeeld roept u “EP Tine Mk2” op
①SELECTEER EEN CATEGORIE
actief is (er zijn geen andere [ALLOCATE] knoppen verlicht), geeft de PLAY-modus alleen de PIANO/ENSEMBLE-parameters weer.
speelt de PIANO/ENSEMBLE alleenrechts van het SPLIT Point.
②SELECTEER DE PATCH
Selecteer een voice Categorie uit de PIANO of ENSEMBLEsectie. Druk in dit voorbeeld op de [E. PIANO] knop in decategorie PIANO. Het scherm toont de Patchlijst voor degeselecteerde categorie.
DE"OTHER" CATEGORIE GEBRUIKEN
Zowel de PIANO- als de ENSEMBLE-voice secties hebbeneen categorie met de naam [OTHER]. Dit zijn verschillendegroepen stemmen die niet worden vertegenwoordigd doorknoppen op het Control Panel.
Een voice selecteren in de [OTHER] categorie:
1. Druk op de [OTHER] knop om de Patchlijst weer te geven.
2. Gebruik de [PAGE] [t]/[u] knoppen om een van debeschikbare Voice Categorieën te selecteren.
3. Gebruik de [DIRECTION] [p]/[] knoppen om een voiceuit de geselecteerde categorie te selecteren. Druk op [ENTER]om de gewenste voice te selecteren.
HA<O>
Gebruik de [VALUE] draaiknop om door de Patchlijst tescrollen.
NB: U kunt ook de PAGE [t]/[u] knoppen gebruiken om door de
Patchlijst te scrollen.
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 47
HET VOLUMEAANPASSEN
PAS DE GEVOELIGHEID AAN
47
Gebruik de [VOLUME] draaiknop in de PIANO of ENSEMBLEsectie om het volume van de geselecteerde sectie aan te passen.Gebruik voor dit voorbeeld de [VOLUME] draaiknop in dePIANO sectie.
NB: U kunt ook het volume van de PIANO- en ENSEMBLE-secties
aanpassen in het PLAY-scherm door de cursor naar “VOL”(rechterkant van het scherm) te verplaatsen en de [VALUE]draaiknop te gebruiken.
NB: Het woord “MANUAL”wordt in meer detail uitgelegd op pagina
29.
Gebruik de [DIRECTION] knoppen om de cursor te verplaatsennaar “VEL”, en gebruik de [VALUE] draaiknop om de VelocityCurve te selecteren. Het instelbereik is "Uit" en "1" tot "4".
'O' is standaard orgelaanslag - de noten klinken op hetzelfdevolume, ongeacht een lichte of zware toetsaanslag. "1" is demeest overdreven snelheidscurve, terwijl "4" een zachtere curveis. "2" en "3" zijn tussenliggende curven.
NB: De Velocity instelling varieert van Patch tot Patch.
HETOCTAAF VERANDEREN
Om het octaaf aan te passen van het gehele UPPER Keyboard(alle Secties), drukt u op de OCTAVE [UP] of [DOWN] knop.Het scherm toont de huidige octaaf-instelling.
NB: U kunt van “-2” (twee octaven lager) tot +2 ”(twee octaven
hoger) selecteren.
Om het octaaf aan te passen voor alleen de PIANO-sectie,gebruikt u de [DIRECTION] knoppen om de cursor teverplaatsen naar “PLAY Mode - PIANO Section - OCTAVE”en gebruik de [VALUE] draaiknop om het octaaf te veranderen.Het scherm toont de huidige octaaf-instelling.
NB: U kunt van “-2” (twee octaven lager) tot +2 ”(twee octaven
hoger) selecteren.
VERSCHIL TUSSEN PIANO EN ENSEMBLE
De PIANO en ENSEMBLE secties bevatten dezelfde voices; Om deregistratie van bepaalde soorten geluiden echter gemakkelijker temaken, zijn de ingebouwde stemmen onderverdeeld in PIANO- enENSEMBLE-secties. De PIANO sectie bestaat uit categorie-knoppendie geschikt zijn voor keyboard- en andere percussie voices,terwijl de ENSEMBLE sectie bestaat uit stemmen zoals strijkers,koor, blaasinstrumenten, synth voices en andere voornamelijkinstrumentale en vocale geluiden. Alle ingebouwde stemmenkunnen echter worden afgespeeld vanuit de PIANO- of ENSEMBLE-categorieën - indien gewenst kan de PIANO-sectie strijkers spelen,de ENSEMBLE-categorie kan elektrische piano spelen, enzovoort.
Aanzetten en Spelen
Page 48
48
MONO SYNTH PATCHES GEBRUIKEN
MONO SYNTH Patches worden hieronder in detail uitgelegd.
DE SECTIETOEWIJZEN AAN HETTOETSENBORD
Om MONO SYNTH met het toetsenbordte spelen, drukt u simpelweg op de [MONOSYNTH] knop in de [ALLOCATE] knopgroep. De LED zal rood oplichten.
NB: Als alleen de MONO SYNTH-sectie actief
PLAY-modus (Mono Synth)
NB: Als de SPLIT knop aan is (LED verlicht) , zal
EEN PATCH OPROEPEN
In dit voorbeeld roept u MONO SYNTH Patch F048 (“4th Saw Ld”) op.
①VERPLAATS DE CURSOR NAAR HET MONO SYNTH PATCHNUMMER
is (er zijn geen andere [ALLOCATE]-knoppen verlicht), geeft de PLAY-modus alleen de MONO SYNTH parametersweer.
de MONO SYNTH alleen rechts van hetSPLIT Point spelen.
②OPEN DE PATCH LIJST
3SELECTEER DE PATCH
PLAY-modus (Mono Synth)PLAY-modus (Combination)
De Patch lijst stelt u in staat om snel door de patches te scrollen omde gewenste patch te vinden.
Terwijl de cursor het patch nummer markeert, drukt u op[ENTER] om de patchlijst te openen. U ziet nu een scherm zoalshier links.
Gebruik de [VALUE] draaiknop om door de Patchlijst te scrollen.Voor dit voorbeeld: als u Patch F048 ('4th Saw Ld') heeft
gevonden, drukt u op de [PLAY] of [ENTER] knop om van dePatch List naar de PLAY Mode terug te keren.
NB: U kunt ook de PAGE [t]/[u] knoppen gebruiken om door de
Patchlijst te scrollen.
Gebruik de [DIRECTION] knoppen omde cursor te verplaatsen naar het MONOSYNTH Patch nummer.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 49
HET VOLUMEAANPASSEN
HETOCTAAF VERANDEREN
49
Gebruik de [VOLUME] draaiknop in de MONO SYNTH sectieom het volume aan te passen.
NB: U kunt ook het volume van de MONO SYNTH Sectie in het PLAY-
scherm aanpassen door de cursor naar “VOL” te verplaatsen en aan de [VALUE] draaiknop te draaien.
NB: Het woord “MANUAL” wordt in meer detail uitgelegd op pagina 29.
Om het octaaf aan te passen van het gehele UPPER Keyboard (alleSecties), drukt u op de OCTAVE [UP] of [DOWN] knop. Hetscherm toont de huidige octaaf-instelling.
NB: U kunt van “-2” (twee octaven lager) tot +2 ”(twee octaven hoger)
selecteren.
Om het octaaf aan te passen alleen voor de MONO SYNTHsectie, gebruikt u de [DIRECTION] knoppen om de cursorte verplaatsen naar “PLAY Mode - MONO SYNTH Section - OCTAVE” en gebruik de [VALUE] draaiknop om het octaaf teveranderen. Het scherm toont de huidige octaaf-instelling.
NB: U kunt van “-2” (twee octaven lager) tot +2 ”(twee octaven hoger)
selecteren.
Om het octaaf aan te passen van de oscillator, drukt u op deOCTAVE [UP] of [DOWN] knoppen in de MONO SYNTHsectie. Het scherm toont de huidige octaaf-instelling.
NB: U kunt van “-2” (twee octaven lager) tot +2 ”(twee octaven hoger)
selecteren.
Aanzetten en Spelen
Page 50
50
EEN MONO SYNTH PATCH CREËREN
Deze pagina’s laten een voorbeeld zien van hoe u een MONO SYNTH patch
kunt creëren.
SELECTEER MANUAL
Normaal gesproken staat een van de [FAVORIET] knoppen aan (LED verlicht),wat aangeeft dat er een Combination is geselecteerd. Wilt u echter de Combinationdeselecteren en de knoppen op het voorpaneel gebruiken om het geluid te regelen, zet dande [MANUAL] knop aan. De [FAVORITE] knoppen worden allemaal uitgeschakeld enalle geluiden en functies van de SK PRO worden bestuurd door de bedieningselementenop het voorpaneel en door de geavanceerde functie-instellingen van de menu's.
INITIALIZE "MANUAL"
Sommige menuparameters zijn mogelijk niet naar wens ingesteld, zelfs als [MANUAL] isgeselecteerd. Als u dit tegenkomt, kunt u de MANUAL-parameters initialiseren (P. 29).
WIJS DE SECTIETOE AAN HETTOETSENBORD
Zet de [SYNTH] knop in de [ALLOCATE] knop groep aan. De LED zal oplichtenen u kunt de SYNTH Section bespelen vanaf het toetsenbord.
GA NAAR DE MONO SYNTH BEDIENINGSELEMENTEN
Gebruik de controls in het MONO SYNTH gedeelte van hetControl Panel om een MONO SYNTH Patch te creëren.
PAS HETVOLUME AAN
Gebruik de [VOLUME] draaiknop in de MONO SYNTH sectie om het volume van deMONO SYNTH aan te passen. Draai naar rechts om het volume te verhogen en naar linksom het te verlagen.
HET OCTAAF AANPASSEN
HA<O>
Om het octaaf aan te passen enkel voor de MONO SYNTH sectie gebruikt u de[DIRECTION] knoppen om de cursor te verplaatsen naar “PLAY Mode - MONOSYNTH Section - OCTAVE” en gebruik de [VALUE] draaiknop om het octaaf teveranderen. Het scherm toont de huidige octaaf-instelling.
Om het octaaf aan te passen van de oscillator, drukt u op de OCTAVE [UP] of [DOWN]knoppen in de MONO SYNTH sectie. Het scherm toont de huidige octaaf-instelling.
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 51
SELECTEER EEN OSCILLATOR
SELECTEER DE GOLFVORM (OSCILLATOR-TYPE)
Gebruik de [OSC TYPE] knop om de basis golfvorm te selecteren.
DE GOLFVORM AANPASSEN (WIJZIGEN)
Gebruik de [PITCH] en [DEPTH] schuifregelaars om de toonhoogte en diepte van degolfvorm die u hebt geselecteerd aan te passen.
NB: De Oscillator-types worden in meer detail uitgelegd op pagina 53.
BEPAAL DE PORTAMENTO SNELHEID
Gebruik de PORTAMENTO [RATE] draaiknop om de snelheid van de Portamentoaan te passen.
NB: Om het PORTAMENTO eect te horen, moeten zowel de [PORTAMENTO] knop als de
Portamento Patch Parameter aan staan.
PAS DE HELDERHEID AAN FILTER
1
[CUTOFF] draaiknop
Hiermee kunt u de ‘Cuto’ frequentie van het lter aanpassen, waardoor het geluidhelderder of zachter wordt.
2[RESONANCE] draaiknop
Hierdoor kunt u kleur aan het geluid toevoegen door de ‘Cutoff’ frequentie tebenadrukken.
3[EG DIEPTE] draaiknop
Hiermee kunt u het absolute niveau van de ‘Cuto’ frequentie van het lter aanpassen.
51
PORTAMENTO
Met "Portamento" kunt u soepel van de ene nootnaar de andere glijden. Het wordt vaak gebruikt bij vocale uitvoeringen of op instrumenten zoals viool of trombone.
HET GELUIDVERANDEREN MET EENTIJDSDUUR ENVELOPE
Met de Envelope Generator kunt u het geluid aan de hand van een bepaalde tijdveranderen.
Amplitude .........................Hier bepaalt u [AMPLITUDE] Envelope.
Filter ....................................Hier bepaalt u de [PITCH & FILTER] Envelope evenals de diepte ([EG
Staanplaats ......................Hier bepaalt u de [PITCH & FILTER] Envelope, en de diepte ([PITCH EG
1 [ATTACK]-schuifregelaar
Hiermee kunt u de snelheid aanpassen waarmee de waarde stijgt van nul naar hetmaximum, vanaf het moment dat een toets voor het eerst wordt ingedrukt.
2 [DECAY]-schuifregelaar
Hiermee kunt u de snelheid waarmee de waarde verandert van het Attack-niveau naarhet Sustain-niveau aanpassen.
3 [SUSTAIN]-schuifregelaar
Hiermee kunt u het eindniveau aanpassen wanneer een toets wordt ingedrukt envastgehouden.
4 [RELEASE]-schuifregelaar
Hiermee kunt u de snelheid aanpassen waarmee de waarde naar nul vervalt wanneer eentoets wordt losgelaten.
DEPTH]) in de FILTER-groep.
DEPTH]) in de Patch Parameters.
'PERIODIEKE'VERANDERING TOEVOEGENLFO
Gebruik de LFO (Low Frequency Oscillator) om periodieke audio-effecten zoalsVibrato of Tremolo toe te voegen.
NB: In de standaard opstelling kunt u het [MODULATION] wiel gebruiken om de LFO te
besturen. U kunt ook verschillende karakteristieken van de LFO veranderen, zoalsWaveform, enz.
Aanzetten en Spelen
Page 52
EEN MONO SYNTH PATCH CREËREN
52
EFFECTEN TOEVOEGEN
U kunt multi-eecten zoals Chorus, Delay, Overdrive, enz. Aan het MONO synthgeluid toevoegen. Dit wordt in meer detail uitgelegd onder "De parameters instellen”-"Mono Synth."
DE HUIDIGE INSTELLINGENWEERGEVEN
Als u zich in de PLAY-modus bevindt, wordt een pagina weergegevendie lijkt op degene die links wordt weergegeven, als alleen deMONO SYNTH-sectie is geselecteerd via de [ALLOCATE]-knopof door herhaaldelijk de [PLAY]-knop aan te raken.
NB: Het woord “MANUAL” wordt in meer detail uitgelegd op pagina 29.
WAT IS EEN"OSCILLATOR?"
Een oscillator is de basis voor het produceren van geluid van een synthesizer. Erzijn verschillende types die verschillende golfvormen produceren met verschillendeharmonische structuren. Deze kunnen op hun beurt op verschillende manierenworden gemanipuleerd om een grote verscheidenheid aan verschillende muzikaleeecten te produceren.
De MONO SYNTH op de SK PRO volgt het patroon van klassieke analogesynthesizers. 'Mono' is een afkorting voor 'Monophonic', wat betekent dat dezeVoice-sectie één noot tegelijk speelt. Als er meerdere noten op het toetsenbord wordengespeeld, zal er slechts één noot klinken. De Oscillator-types die op de SK PRObeschikbaar zijn, worden vanaf de volgende pagina uitgelegd.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 53
53
OSCILLATORTYPESENKENMERKEN
De SK PRO heeft 6 audio-oscillatorinstellingen die kunnenworden gemanipuleerd om een grote verscheidenheid aan tonente produceren. Deze worden hieronder uitgelegd.
DUO
OSC1
OSC2
Deze instelling maakt gebruik van twee oscillatoren metverschillende toonhoogtes. OSC1 klinkt op "ware toonhoogte",terwijl OSC2 omhoog of omlaag kan worden getransponeerdmet een (1) octaaf in halve stappen. Als OSC2 LEVEL isingesteld op "0", zal alleen OSC1 klinken.
Dit type oscillator is handig voor bas-, lead- en ‘akkoord’ eecten.
ParameterControleOmschrijving
PITCH
VOLUME OSC1
OSC2
UNISON
Deze instelling maakt gebruik van één tot zeven oscillatoren,waarvan de ene tegen de andere kan worden ontstemd. Hetkan worden gebruikt voor celeste-, chorus- of andere opzettelijk“vals”-eecten.
ParameterControleOmschrijving
DETUNE
LAYERS OSC1
OSC2
TOON-HOOGTEDIEPTEVolume van de OSC2 (0 ~ 127)[TYPE] PITCH[TYPE] DIEPTE
Verschuif de toonhoogte van OSC2 (-12 ~ 0 ~ 12 met halve tonen)
Deze instelling maakt gebruik van twee oscillatoren die metelkaar synchroniseren om boventooneecten te produceren.
ParameterControleOmschrijving
DETUNE
MOD DEPTHMOD-
SOURCE
TOON-HOOGTEDIEPTEModulatiediepte van de OSC1 (0 ~ 127)[TYPE] DIEPTE
Detune diepte van de OSC1 (0 ~ 127)
Modulerende bron (toonhoogte EG, LFO, noot)
FM
OSC1OSC2
Deze instelling maakt gebruik van twee oscillatoren of 'operators'.OSC1 is de "draag toon" en OSC2 is de "modulerende toon. Ukunt dit gebruiken om zowel 'harmonische' als 'onharmonische'tonale eecten te creëren.
Door de toonhoogte van de OSC2 te verlagen, wordenblaasinstrument-geluiden gecreëerd, zoals uit, koperblazers,enz., Terwijl het verhogen van de toonhoogte van OSC2 geschiktis voor bel-achtige of "metaalachtige" tonen.
Door de FB (feedback) op "Half" in te stellen, kunt u snaarachtigetonen creëren, terwijl "Full" nuttig is voor niet-gepitched of"noise" tonen.
ParameterControleOmschrijving
RATIO
MOD DEPTHFEEDBACK
TOON-HOOGTEDIEPTEModulatiediepte OSC2 tot OSC1 (0 ~ 127)[TYPE] DIEPTE
Vermenigvuldiging van de OSC2 (0,5, 1 ~ 16)
Feedbackniveau (uit, half, volledig)
NOISE
OSC
PULSE
OSC
Een puls (of rechthoekige) golfvorm heeft een variabele breedtedie bekend staat als de 'duty cycle'. Het geluid kan wordengewijzigd door de pulsbreedte of duty-cycle te wijzigen. Eenbreedte van 50% zal bijvoorbeeld een klarinet-achtig geluidproduceren, terwijl een breedte van 6% een heldere, koperachtigetoon oplevert.
ParameterControleOmschrijving
PW
MOD DEPTHMOD-
SOURCE
TOON-HOOGTEDIEPTEDiepte van de pulsbreedte-modulatie (0 ~ 127)[TYPE] DIEPTE
Pulsbreedte (0 ~ 127 als 50 ~ 90 [%])
Modulerende bron (toonhoogte EG, LFO, noot)
Deze instelling zorgt voor atonale geluiden of 'ruis'. Het geluidverandert van "ruis" in tonen met willekeurige toonhoogte doorde ‘sampling rate’ te regelen.
Een hoge sampling rate creëert eecten van het type "kust", eeniets lagere snelheid levert een "luidruchtige percussie" op en eennog lagere snelheid creëert eecten die doen denken aan een"retro science ction-lm".
ParameterControleOmschrijving
RATE
MOD DEPTHCOLOR
MOD-SOURCE
TOON-HOOGTEDIEPTEModulatiediepte op de samplefrequentie (0 ~ 127)[TYPE] PITCH[TYPE] DIEPTE
Sampling Rate (0 ~ 127)
Ruiskleur (rood, roze, wit)
Modulerende bron (toonhoogte EG, LFO, noot)
Aanzetten en Spelen
Page 54
54
COMBINEREN VAN DE SECTIES EN PARTS
U kunt in verschillende stijlen spelen door de 4 Voice secties en de '3 PART ORGAN'-functie van de ORGAN-
sectie aan elk toetsenbord toe te wijzen. Dit wordt hieronder in meer detail uitgelegd.
SECTIESEN TOETSENBORDEN
KeyboardsAllocate Switches
UPPER
LOWER
PEDAL
Sections
Organ
U/L/P
PianoMono
Ens.
Synth
De SK PRO/SK PRO-73 bevat 4 Voice-secties - ORGAN, PIANO, ENSEMBLEen MONO SYNTH. Deze kunnen worden bespeeld door voor elke sectie de[ALLOCATE] knop aan te zetten. Bovendien heeft de ORGAN-sectie 3 Parts -UPPER, LOWER en PEDAL om de uitvoering van een klassiek Hammond orgel mettwee toetsenborden en pedalen na te bootsen.
DE SECTIES TOEWIJZEN
UPPER ..............Druk op de [ALLOCATE] knop om de gewenste sectie aan te zetten. De LED zal rood
LOWER.............Druk op en hou de [LOWER] knop ingedrukt en draai aan de [ALLOCATE] knop om
PEDAL ..............Druk op en hou de [LOWER] knop ingedrukt en draai aan de [ALLOCATE] knop om
TWEE OF MEER SECTIES TOEWIJZEN AAN HETZELFDE TOETSENBORD... Druk tegelijkertijd op
oplichten.
de gewenste sectie aan te zetten. De LED zal groen oplichten.
de gewenste sectie aan te zetten. De LED zal groen oplichten zolang de [PEDAL]knop ingedrukt is.
de gewenste Sectie knoppen. De onderstaande afbeelding toont het inschakelenvan zowel PIANO- als ENSEMBLE-secties.
[ORGAN] KNOP IS ORANJE
Wanneer de 3-PART ORGAN-functie wordtgebruikt, wordt de ORGAN-sectie toegewezen aan meerdere toetsenborden. In dit geval licht de LEDin de [ALLOCATE] knop in de ORGAN Sectie oranje op.
TOETSENBORD SPLIT
Split Point
Lower
Pedal to Lower
De SK PRO is een instrument met één klavier, maar door gebruik te maken van deSPLIT-functie kan het als dubbelklaviers instrument worden gebruikt.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Upper
VERSCHIL TUSSEN "ALLOCATE" EN
"PEDAL TO LOWER"
Wanneer u een sectie aan Lower toewijst, werkthet hetzelfde als Upper.De PEDAL TO LOWER is echter voor 'het latenklinken van een basnoot bij het spelen van eenakkoord'.U kunt het pedaalgedeelte laten klinken voor delaagste noot of grondtoon van het akkoord, enhet pedaalgedeelte rangschikken om met beidehanden op het toetsenbord te spelen.
Page 55
DE SPLIT-FUNCTIE GEBRUIKEN
Om de SPLIT feature in te schakelen, drukt u op de [SPLIT] knop. De LED zaloplichten. Als SPLIT actief is, wordt het linker gedeelte van het toetsenbord LOWERgenoemd, terwijl het rechter gedeelte van het toetsenbord UPPER is.
NB: U kunt het SPLIT-punt wijzigen. Dit wordt in meer detail uitgelegd op pagina 78.
HET OCTAAF AANPASSEN
Om het octaaf aan te passen voor elk toetsenbord,
UPPER........Druk op de OCTAVE [DOWN] OF [UP] knop.
LOWER ......Druk op en hou de [LOWER] knop ingedrukt, en druk op de OCTAVE [DOWN] of
[UP] knop.
PEDAL ........Druk op en hou de [PEDAL] knop ingedrukt, en druk op de OCTAVE [DOWN] of
[UP] knop.
De huidige octaaf-instelling wordt in het scherm weergegeven. De LED's op deknoppen gaan branden als de octaaf-instelling niet op '0' staat.
NB:U kunt voor elke sectie het octaaf instellen. Dit wordt in meer detail uitgelegd op
pagina 78.
55
PEDAAL TOLOWER
C
CE
PlayedLower
SoundsPedal
Met de PEDAL TO LOWERfunctie kunt u de PEDAL-part vanaf het LOWER-toetsenbord spelen (linker gedeelte van het toetsenbord als [SPLIT] actief is, of eenextra MIDI-toetsenbord).
Om PEDAL TO LOWER in te schakelen, drukt u op de [PEDAL TO LOWER] knopen de LED licht op.
NB:U kunt het klankbereik of de conditie van de PEDAL TO LOWER-functie aanpassen.
LowestPolyChord
Dit wordt in meer detail uitgelegd op pagina 78.
inverted
PEDAL SUSTAIN
Pedal Sustain
De SK PRO bevat een functie genaamd Pedal Sustain. Als deze functie actief is, zullende pedaaltonen bij het loslaten vloeiend wegsterven, vergelijkbaar met een bas snaar.
De Pedal Sustain wordt bestuurd vanuit de INTERNAL ZONE FUNCTIE modus.
NB: De parameters die op deze pagina worden beschreven, zijn Combinatie Parameters, wat betekent dat verschillende instellingen kunnen worden vastgelegd in verschillende Combinaties.
Aanzetten en Spelen
Page 56
56
HET GELUID AANPASSEN TIJDENS HET SPELEN
Er zijn een aantal aanpassingen die u kunt maken in het geluid tijdens het spelen. Dit
wordt hieronder in meer detail uitgelegd.
❷
❶
❸
REVERB
REVERB (of galm) is de verlenging of persistentie van geluid,veroorzaakt door geluid dat weerkaatst vanaf harde oppervlakkenzoals vloeren, muren of plafonds. Het is meetbaar door hettijdsinterval dat nodig is om het geluid te laten vervallen tot niet-hoorbaar nadat de bron van het geluid is gestopt.
De SK PRO heeft een ingebouwde digitale reverb waarmeeu verschillende akoestische ruimtes kunt simuleren dieverschillende maten en soorten behuizingen vertegenwoordigen.
❶[REVERB ON] knop (Co)
Hiermee kunt u Reverb aan (LED verlicht) en uit zetten.
❷[REVERB DEPTH] draaiknop (Co)
Hiermee kunt u de algehele diepte van het Reverb-effectaanpassen.
NB: U kunt het Reverb-niveau voor de ORGAN-, PIANO-, ENSEMBLE-
en MONO SYNTH-secties afzonderlijk aanpassen. Dit wordt in meer detail uitgelegd op pagina 77.
NB: U kunt het Reverb Type voor de ORGAN en PIANO/ENSEMBLE /
MONO SYNTH secties afzonderlijk aanpassen. Dit wordt inmeer detail uitgelegd op pagina 77.
NB: Deze parameters zijn gemarkeerd met "Co", wat betekent dat
het Combinatie Parameters zijn.
MASTER EQUALIZER
Met de Master Equalizer kunt u de algehele toonkwaliteit vooralle Voice Secties van het hele instrument aanpassen.
❸[MASTER EQ ON] knop (Sys)
Om de Master Equalizer in te schakelen, drukt u op de[MASTER EQ] knop. De LED zal oplichten.
De Master Equalizer-parameters kunnen worden aangepast inhet MASTER EQUALIZER-menu.
Elke Voice Sectie heeft tevens een EQUALIZER-pagina in deFUNCTIE modus als u de toon van een individuele Voice Sectiewilt aanpassen.
NB: Deze parameter is gemarkeerd met 'Sys', wat betekent dat het
een Systeem Parameter is die alle Combinations en Patchesgemeen hebben.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 57
DE MASTER EQUALIZER AANPASSEN
57
Met het MASTER EQUALIZER-menu kunt u de algehelefrequentie-respons van het hele instrument aanpassen.
①GA NAAR HET MASTER EQUALIZERMENU
Druk op en hou de [MASTER EQ] knop vast. Het display zal de“MASTER EQUALIZER” menupagina tonen.
②SELECTEER DE BAND
Gebruik de [DIRECTION] knoppen om de cursor te verplaatsennaar de band die u wilt aanpassen (BASS, MID of TREBLE).
③SELECTEERDE WAARDE
④SLA DE INSTELLING OP
Nadat u uw aanpassingen aan de Master Equalizer heeft gemaakt,kunt u uw instellingen opslaan voor wanneer u de SK PRO devolgende keer aanzet. Om dit te doen drukt u op de rode[RECORD] knop van de vorige menupagina om de RECORDmode te openen.
NB:Dit zijn Systeem Parameters. Als er wijzigingen zijn
aangebracht in een Systeem Parameter, verschijnt er een "E" rechts van het INHOUD-pictogram.
Gebruik de [VALUE] draaiknop om de gewenste instelling voorde geselecteerde frequentieband te selecteren.
Gebruik de [DIRECTION] [] knop om de cursor teverplaatsen naar het [RECORD] icon en druk op de [ENTER]knop. Het display zal ongeveer 1 seconde “Recording ...” tonen.
⑤GATERUG NAAR DE PLAY MODUS
Nadat u het bovenstaande heeft gedaan, drukt u op de [PLAY]knop om terug te keren naar de PLAY Mode.
NB:De MASTER EQUALIZER-parameters
zijn Systeem Parameters. U moet dezeparameters opslaan als u wilt dat huninstellingen worden onthouden voorde volgende keer dat het instrumentwordt aangezet. Zie pagina141 voor instructies om dit te doen.
Aanzetten en Spelen
Page 58
58
TRANSPOSE, TUNE
Met deze parameters kunt u de toonhoogte en de algehele stemming van het instrument aanpassen.
HET TOETSENBORD TRANSPONEREN
TRANSPOSE gaat zes (6) halve tonen of halve stappen omhoog of omlaag vanuit de middenpositie. Dit is handig als u een muziekstuk in de ene toonsoort hebt geschreven, maar dat in een andere toonsoort moet klinken. De TRANSPOSE functie bestaatuit de [TRANSPOSE] knop, plus de [DOWN] en [UP] knoppen rechts van de[TRANSPOSE] knop. Met de [DOWN] knop kunt u lager transponeren en met de[UP] knop kunt u hoger transponeren.
❶
[TRANSPOSE] knop
❶
-Om de toonhoogte te verhogen, drukt u op de [UP] knop, terwijl u de[TRANSPOSE] knop ingedrukt houdt.
-Om de toonhoogte te verlagen, drukt u op de [DOWN] knop, terwijl u de[TRANSPOSE] knop ingedrukt houdt.
In het bovenstaande voorbeeld is de TRANSPOSE-waarde ingesteld op "+5”- als een
"C”-toets wordt ingedrukt, zal een noot vijf (5) halve stappen hoger klinken ("F").
Als u deze handeling uitvoert, wordt de status van de transpositie op het schermweergegeven. De [TRANSPOSE]-LED gaat branden als de waarde niet "0" is.
NB: Het woord “MANUAL” wordt in meer detail uitgelegd op pagina 29.
WATWORDT BEÏNVLOED DOORTRANSPOSE?
TRANSPOSE heeft invloed op:
1. Het interne geluid van het instrument.
2. MIDI IN Note data.
3. MIDI-Note data die naar de externe zones wordt verzonden.
NB:TRANSPONEREN is een tijdelijke parameter en wordt niet opgeslagen in een Patch
of Combination. Als de stroom naar het instrument wordt uitgeschakeld, wordt het terug naar 0 gezet.
NB:U kunt bepalen of transpose verandert terwijl noten worden vastgehouden of
wanneer de volgende noot wordt ingedrukt nadat de vastgehouden noten zijnlosgelaten.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 59
MASTER TUNE
Deze parameter verandert de algehele toonhoogte van het instrument. De referentietoonhoogte is 'A-440'. Het te selecteren bereik is van 'A-430' tot 'A-450'.
①GANAAR"MASTER TUNE"
1. Druk vanuit de PLAY Modus op de [MENU/EXIT knop om de MENU-moduste openen.
2. Druk twee keer op de [u] knop om het SYSTEM-menu te openen. "SOUND"moet worden gemarkeerd.
3. Druk op de [ENTER] knop om het MASTER TUNE Menu te zien.
②SELECTEERDE WAARDE
59
Draai de VALUE Draaiknop naar rechts om de toonhoogte te verhogen.Draai de VALUE Draaiknop naar links om de toonhoogte te verlagen.
③SLA DE INSTELLING OP
U kunt deze instelling opslaan om te onthouden wanneer u de stroom weer inschakelt.Om dit te doen:
1. Druk op de rode [RECORD] knop van de MASTER TUNE-pagina. U ziet nu dat'System' gemarkeerd is.
2. Druk op de [ENTER] knop. De MASTER TUNE-parameter is opgeslagen.
④GATERUG NAAR DE PLAY MODUS
Druk op de [PLAY] knop om terug te keren naar de PLAY Modus.
Aanzetten en Spelen
Page 60
60
‘RECORD’ INSTELLINGEN
Om de huidige instellingen in een Combinatie of patch op te nemen, doet u het volgende:
①DRUK OP RECORD
Druk op de rode [RECORD] knop bij elke Sectie of Combinationpagina. Het bovenstaande scherm verschijnt.
NB: Het woord “MANUAL”wordt in meer detail uitgelegd op pagina
29.
②SELECTEER DE INHOUD
④BENOEM DE‘CUSTOM’ INSTELLING
Voer de naam in.
[Aa1] .................Verandert het karakter type.
[1]- [10] ...........Selecteert het gemarkeerde teken.
[Insert] ............Voegt een spatie in bij de cursor.
[Delete] ...........Wist een letter bij de cursor.
[VALUE] ...........Verandert de letter bij de cursor.
Als u klaar bent met het benoemen, drukt u op de [ENTER]knop. Het bericht hieronder wordt ongeveer 1 secondeweergegeven:
Gebruik de [VALUE] draaiknop om de inhoud te selecteren dieu wilt opnemen.
Selecteer voor dit voorbeeld Bundle, waarmee meerdere stukkeninhoud tegelijk wordt opgeslagen.
NB:Combinaties, Patches en Voice-secties worden uitgelegd
vanaf pagina's 73 en 129 .
NB:Als er wijzigingen zijn aangebracht in een Combinatie of
patch, verschijnt er een "E" rechts van het INHOUD-pictogram.
③SELECTEER HET OPTE NEMEN NUMMER
Gebruik de [DIRECTION] [] knop om de cursor teverplaatsen naar “TO.” Gebruik de [VALUE] draaiknop omhet nummer te selecteren dat u wilt opnemen, of gebruik degenummerde [FAVORITE] knoppen om het nummer in tetypen zoals hierboven weergegeven, en druk op de [ENTER] knop. Gebruik de [DIRECTION] [] knop om de cursorte verplaatsen naar het [RECORD] icoon, en druk op de[ENTER] knop. Het naamgeving-scherm wordt weergegeven.
NB: Schakel de stroom niet uit terwijl het bovenstaande bericht
wordt weergegeven.
NB: Als u NIET wilt opslaan, drukt u op [MENU/EXIT] of de [PLAY]
knop in plaats van op de [ENTER] knop.
⑤TERUG NAAR DE PLAY MODUS
Druk op de [PLAY] knop om terug te keren naar de PLAYModus.
OPNAME METHODE
Elk deel van de SK PRO wordt afzonderlijkgeregistreerd. Combination slaat CombinatieParameters en stemmen op. Bundle slaatCombination Parameters op, evenals orgel enMONO SYNTH Patches. Patch slaat wijzigingenop in individuele patches enCustomslaat ToneWheel orgels, Leslie Cabinets, pedaalregistratiesen pijporgels op. Als u de volledige inhoud van het instrument wilt opnemen, kunt u deze opslaan alseen Setup.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 61
61
HET SCHERM
GEBRUIKEN
Page 62
62
HET SCHERM GEBRUIKEN
Het display heeft drie (3) modi - PLAY-modus, MENU-modus en FUNCTIE modus. Opde volgende pagina's wordt uitgelegd hoe u het scherm in elke modus kunt lezen.
PLAYMODUS
MENUMODUS
FUNCTIE MODUS
In de PLAY-modus kunt u de huidigebasisinstellingen zien of wijzigen, zoalsDrawbar-instellingen, Combinatienummers, Patch nummers en andereinformatie.
In de MENU-modus kunt u deverschillende FUNCTION-modizien waarmee u het instrument kuntaanpassen.
Met de FUNCTIE modus kuntu specifieke parameters binnen elkeMENU-modus wijzigen.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 63
PLAY MODUS
DePLAY-modus is de normale speelmodus. De informatie die nodig is voor normaal bespelen wordt weergegeven.
OM DEZE MODUSTEVINDEN:
De PLAY-modus wordt automatisch weergegeven wanneer het instrument voor het eerst wordt ingeschakeld en het openings-scherm verdwijnt. Druk op de [PLAY] knop als een andere modus wordt weergegeven.
Elke PLAY-modus stelt u in staat om de Combinations of Patches teselecteren en de meest gebruikte parameters aan te passen.
63
De PLAY-modi worden geselecteerd met de [PLAY] of [PAGE] [t]/[u]-knoppen.
HOE U HET SCHERM KUNT LEZEN COMBINATION
Als er twee of meer Voice Sections zijn ingeschakeld, worden de namen gemarkeerd op het scherm. Als een Voice Sectie uit staat (de LEDop de [ALLOCATE] knop staat uit), wordt de naam nog steeds weergegeven, maar wordt deze 'grijs' weergegeven. Bovendien wordenparameters zoals octaaf, enz. alleen weergegeven als hun waarden verschillen van hun standaardinstellingen.
E: editBewerkte instellingen
Combination Nummer en Naam
Patch Nummer en Naam
Wjs toe aan Keyboard
Octaaf (LOWER Keyboard)
Octaaf (PEDAL keyboard)
Octaaf
Master Transpose
Volume
Octaaf (UPPER Keyboard)
SPLIT Punt
Bovenlimiet van PEDAL TO LOWER
Het Scherm Gebruiken
Page 64
PLAY MODE - vervolgd
64
HOE U HET SCHERM KUNT LEZEN ORGANSECTIE
Als alleen de ORGAN-sectie wordt gebruikt (ORGAN [ALLOCATE] knop aan), wordt een scherm zoals hieronder weergegeven.
E: EditedBewerkte Instellingen
Combination Number en Naam
Patch Nummer en Naam
ORGAN Type
(UPPER en LOWER Parts)
ORGAN Type(PEDAL part)
Octaaf(LOWER Keyboard)
Octave(PEDAL Keyboard)
Octave en
Allocate
Master Transpose
Volume
Drawbar Registration
Octaaf(UPPER Keyboard)
SPLIT Point
Bovenlimiet van PEDAL TO LOWER
HOE U HET SCHERM KUNT LEZEN PIANO/ENSEMBLE SECTIE
Als alleen de PIANO of ENSEMBLE sectie wordt gebruikt (PIANO of ENSEMBLE [ALLOCATE] knop aan), zal een scherm zoalshieronder weergegeven worden.
Master Transpose
E: EditedBewerkte Instellingen
Combination .Nummer en Naam
Patch Category
Patch Nummer en Naam
Octaaf(LOWER Keyboard)
Octaaf(PEDAL keyboard)
Allocate
Volume
Octave
Octaaf(UPPER Keyboard)
SPLIT Point
Bovenlimiet van PEDAL TO LOWER
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 65
HOE U HET SCHERM KUNT LEZEN MONO SYNTH SECTIE
Als alleen de MONO SYNTH-sectie wordt gebruikt (SYNTH [ALLOCATE] knop aan), wordt een scherm zoals hieronder weergegeven.
Master Transpose
E: EditedBewerkte Instellingen
Combination Nummer en Naam
Patch Nummer en Naam
Allocate
Volume
Octave
65
Oscillator Type
Octaaf(LOWER Keyboard)
Octaaf(PEDAL keyboard)
APP APPLICATIE MENU
Meerdere MONO SYNTH Parameters
Octaaf(UPPER Keyboard)
SPLIT Point
Bovenlimiet van PEDAL TO LOWER
Met het APP-menu (Applicatie) kunt u snel verschillende menupagina's selecteren.Om het APP-menu weer te geven:
1. Selecteer een FUNCTIE modus.
2. Druk op de [] knop en laat hem los. De volgende menu-opties worden
weergegeven:
INITIALIZE [MANUAL] ...........Initialiseer de MANUAL-parameters.
EDIT COMBINATION ...............Ga naar de pagina voor het bewerken van Combinaties.
EDIT ORGAN..............................Ga naar de orgel bewerkingspagina.
EDIT PIANO ................................Ga naar de Piano bewerkingspagina.
EDIT ENSEMBLE.......................Ga naar de Ensemble bewerkingspagina.
EDIT SYNTH ................................Ga naar de Mono Synth bewerkingspagina.
1. Gebruik de [DIRECTION] [p]/[] knoppen om de gewenste optie te markeren.
2. Druk op de [ENTER] knop om de gewenste optie te selecteren.
NB: Het woord “MANUAL” wordt in meer detail uitgelegd op pagina 29.
APP-MENU
Het aantal opties dat door het APP-menu wordtweergegeven, is afhankelijk van het aantal actieve Voice Secties. Als bijvoorbeeld alleen de ORGAN-sectie actief is (ORGAN [ALLOCATE] knop aan),worden de andere voice menu’s niet weergegeven. Om het APP-menu te zien zoals het aan delinkerkant wordt weergegeven, zet u alle vier deVoice-secties aan (alle [ALLOCATE]-LED's aan).
Het Scherm Gebruiken
Page 66
66
MENU MODUS
Zoals eerder uitgelegd, kunt u in de MENU-modus de verschillende FUNCTION-modi zien waarin uhet instrument kunt aanpassen.
OM NAAR DEZE MODUSTE GAAN:
Druk op de [MENU/EXIT] knop.De MENU-modus heeft vier pagina's. Gebruik de PAGE [t]/[u] knoppen om door de pagina's te
gaan, en selecteer het item met de [DIRECTION] knoppen en de [ENTER] knop om de gewensteFUNCTION Modus te openen.
HOE U HET SCHERM KUNT LEZEN
Items
WERKING IN DEZE MODUS
Select the item in the page.
Pagina’s
Verander de pagina.
Ga naar de geselecteerde FUNCTION Mode.
HA<O>
GA TERUG NAAR DE PLAY MODUS.
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 67
67
INHOUD MENU MODUS
PATCH
1.
COMBINATION (P. 74)
Hiermee kunt u de huidige Combination bewerken.
2.ORGAN (P. 80)
Hiermee kunt u de huidige registratie in de ORGAN Sectieaanpassen.
3.PIANO (P. 90)
Hiermee kunt u de huidig geselecteerde voice in de PIANO-sectiebewerken.
4.ENSEMBLE (P. 90)
Hiermee kunt u de huidig geselecteerde voice in de ENSEMBLE-sectie bewerken.
5.SYNTH (P. 100)
Hiermee kunt u de huidige MONO SYNTH parameters bewerken.
CUSTOM
1.
TONE WHEEL (P. 120)
Hiermee kunt u de karakteristieken van het toonwiel orgel bewerken.
2.PEDAL REG. (P. 123)
Hiermee kunt u de harmonics bewerken die door de Pedal Drawbarsvan het toonwiel orgel worden gebruikt.
3.LESLIE (P. 124)
Hiermee kunt u de ingebouwde digitale Leslie bewerken.
4.PIPE (P. 126)
Hiermee selecteert u en bewerkt u elke pijporgelstop.
9.DEFAULT (P. 143)
Initialiseert gedeeltes van, of het hele instrument naar defabrieksinstellingen..
10.INFORMATION (P. 144)
Hiermee kunt u zien welke aansluitingen op het achterpaneelmomenteel actief zijn en welke softwareversie momenteel isgeïnstalleerd. Hiermee kunt u ook de software bijwerken..
FILE
1.
LOAD (P. 165)
Hierdoor kunt u setups, patches of aangepaste bestanden vaneen extern apparaat zoals een USB-ashdrive of het internegeheugen van het instrument laden.
2.SAVE (P. 164)
Hiermee kunt u setups, patches, aangepaste bestanden, enz.opslaan op een extern apparaat zoals een USB-ashdrive ofhet interne geheugen van het instrument.
3.DELETE (P. 166)
Hiermee kunt u setups, patches of aangepaste bestandenverwijderen, hetzij van een extern apparaat zoals een USB-ashdrive, hetzij uit het interne geheugen van het instrument.
4.FORMAT (P. 161)
Hierdoor kunt u een extern apparaat, zoals een USB-flashdrive, of het interne geheugen van het instrumentinitialiseren.
SYSTEM
1.
SOUND (P. 130)
Hiermee kunt u MasterTune,Transpose en Master Equalizeraanpassen.
2.AUDIO (P. 131)
Hiermee kunt u de audio configuratie tussen Voice Sections enuitgangsaansluitingen aanpassen.
3.CONTROL (P. 132)
Hiermee kunt u de parameters voor de verschillende controllersaanpassen, zoals voetschakelaar, expressie pedaal, scherm entoetsenbord.
4.PATCH LOAD (P. 138)
Hiermee selecteert u welke inhoud wordt geladen als eenCombination wordt geselecteerd.
5.FAVORITE (P. 139)
Hiermee kunt u favorieten selecteren en bewerken.
6.MIDI (P. 156)
Hiermee kunt u MIDI-kanalen en verschillende berichten voor deMIDI-poort en de USB MIDI aanpassen.
7.GLOBAL (P. 140)
Hiermee kunt u de automatische uitschakeltijd aanpassen en USBmassaopslag selecteren.
8.DELETE (P. 142)
Hiermee kunt u de inhoud van "U" (gebruiker) verwijderen.
Het Scherm Gebruiken
Page 68
68
FUNCTIE MODUS
Met de FUNCTIE modus kunt u de verschillende parameters zien en aanpassen.
Dit wordt hieronder in meer detail uitgelegd.
HOE U HET SCHERM KUNT LEZEN
Section, E(Edited) Mark, Combination/Patch Nummer en Naam.
Level in deze modus
Cursor
Parameter
Waarde
WERKING IN DEZE MODUS
Past de waarde aan.
Selecteert item op de pagina.Verhoogt/verlaagt de waarde stapsgewijs door de [INC]/[DEC]
-knoppen te bedienen terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt.
1 Niveau omhoog in deze modus.
Page
Verschuift de pagina’s.
Selecteer het icoon op de pagina.
GA TERUG NAAR DE PLAY MODUS.
PARAMETERS VERANDEREN
De "" aan de rechterkant geeft aan dat er meer dan één keuze beschikbaar is.Het volgende is een voorbeeld van hoe uParameters naar wens kunt wijzigen. Ditvoorbeeld laat zien hoe u een ‘Custom Tone Wheel Set’ selecteert.Om een aangepaste set te selecteren:
1. Verplaats de cursor naar CUSTOM en druk op [ENTER]. U ziet nu hetbovenstaandevenster.
2. Gebruik de VALUE] draaiknop of de[DEC]/[INC] knoppen terwijl u de [SHIFT]knop ingedrukt houdt om de gewensteCustom Set te selecteren.
3. Druk op de [ENTER] knop om degewenste Custom Set te selecteren. Hetbovenstaande venster wordt geslotennadat u uw keuze heeft gemaakt.
APP APPLICATIE MENU
De PLAY-modus en verschillende FUNCTIE-modus pagina’s bevatten een extra APP-menu dat u kunt gebruiken om snel toegang te krijgen tot verschillende functies.
Druk op de [] knop om het APP-menu voor de FUNCTION-modi te zien.
Druk op de []-knop en laat hem los om het APP-menu in PLAY- of MANUAL-modus
te zien.Om een item in een APP-menu te selecteren:
1. Gebruik de [p]/[] knoppen om de gewenste optie te markeren.
2. Druk op en laat de [ENTER] knop los om de gewenste optie te selecteren.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 69
VOORBEELD VANDE WERKING
①GA NAAR DE MENU MODUS
②VERPLAATS DE PAGINA IN DE MENU MODUS
69
Dit voorbeeld laat zien hoe u de Percussion Decay Timeaanpast als de [FAST] knop is geselecteerd.
Druk op de [MENU/EXIT] knop. De MENU modusverschijnt.
Gebruik de [PAGE] [t]/[u] knoppen omde verschillende pagina's in elk menu teselecteren.
③SELECTEER HET ITEM OP DE PAGINA
④VERPLAATS DE PAGINA IN DE FUNCTIE MODUS
Voor dit voorbeeld wordt het PATCH Editmenu al weergegeven, dus het is niet nodigom een van de [PAGE] [t]/[u]-knoppenaan te raken.
Gebruik de [DIRECTION] knoppen omhet item te selecteren dat u wilt bewerken.
Druk voor dit voorbeeld de [] knop in om“ORGAN” te selecteren.
Druk op de [ENTER] knop om elkeFUNCTIE modus te selecteren. Drukvoor dit voorbeeld op [ENTER] nadat uhierboven "ORGAN" hebt geselecteerd.
Gebruik de [PAGE] [t]/[u] knoppen omde individuele FUNCTION Modus-paginate selecteren die u wilt bewerken.
Druk voor dit voorbeeld de [u] knop driekeer in om de PERCUSS (Percussion)menupagina te selecteren.
Het Scherm Gebruiken
Page 70
70
⑤VERPLAATS DE CURSOR NAAR DE PARAMETER
⑥VERANDERDE WAARDE
Gebruik de [DIRECTION] knoppen om decursor te verplaatsen naar de Parameter die uwilt aanpassen. Selecteer voor dit voorbeeld"DECAY FAST".
Gebruik de [VALUE] draaiknop om degeselecteerde waarde te wijzigen. Verlaag voordit voorbeeld de waarde door de [VALUE]draaiknop naar links te draaien.
NB: U kunt waarden ook wijzigen door de [DEC]/
[INC] knoppen te gebruiken terwijl u de[SHIFT] knop ingedrukt houdt.
NB: Herhaal stap 1 tot en met 6 hierboven om
andere parameters te wijzigen.
⑦SLA DE PATCH OP
⑧TERUG NAAR DE PLAY MODUS
Deze instellingen zijn tijdelijk en worden nietonthouden als een andere Patch of Combinatieis geselecteerd, of als het instrument wordtuitgeschakeld.
Om uw instellingen op te nemen:
1. Druk op de rode [RECORD] knop. U zietnu dat het geselecteerde item in het schermverschijnt ("Organ Patch" in dit voorbeeld).
2. Druk twee keer op de “” knop omRECORD te selecteren en druk op de [ENTER]knop. Uw instellingen zijn opgeslagen.
Druk op de [PLAY] knop om terug te kerennaar de PLAY Modus.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 71
"SHORT-CUTS” (SNELKOPPELINGEN)
Om het programmeren sneller en gemakkelijker te maken, kunnen veel knoppen op het Control Panel
worden gebruikt om onmiddellijk toegang te krijgen tot de FUNCTIE modus die aan die knop is
gekoppeld. Door een van de knoppen op het Control Panel ingedrukt te houden, wordt het scherm
automatisch 'snel' naar de gerelateerde FUNCTIE modus gebracht.
SNELKOPPELING VOORBEELD:
GA NAAR DE PERCUSSION FUNCTIE MODUS
Als u de Percussion instellingen wilt bewerken, houdt u eenvan de vier Percussion knoppen ([ON], [SOFT], [FAST] of
Hou vast
[THIRD]) ingedrukt en het scherm toont onmiddellijk dePercussion FUNCTIE modus.
NB: U kunt de tijd van de snelkoppeling op het scherm wijzigen.
Dit wordt in meer detail uitgelegd op pagina 139.
ALS U VAAK EEN BEPAALDE PAGINA GEBRUIKT ...
71
U kunt een veelgebruikte FUNCTIE modus toewijzen aan een van de [FAVORITE]-knoppen voor onmiddellijketoegang, zelfs als die specieke FUNCTIE modus normaal niet toegankelijk is via een snelkoppeling.
REGISTREREN
①GA NAAR DE PAGINA
②STEL HET FAVORIETE NUMMER IN OM DE PAGINATE LADEN
houdt vast
Druk
Druk op de [MENU \ EXIT] knop om deMENU-modus te openen en gebruik de[DIRECTION] en [PAGE] knoppen om despecieke FUNCTION Modus te vindendie u wilt.
1. Druk de knoppen [SHIFT] en[RECORD] in en houdt ze ingedrukt.
2. Terwijl u de twee knoppen ingedrukthoudt, drukt u een van de genummerde[FAVORITE] knoppen in. Het schermtoont ongeveer 1 seconde lang "Recording Assign".
TOON DE OPGESLAGEN PAGINA
Druk
houdt vast
Om de opgeslagen pagina weer te geven,drukt u op en houdt u de [SHIFT] knop vasten druk op de genummerde [FAVORIET]knop.
Het Scherm Gebruiken
Page 72
72
HET SCHERM VERGRENDELEN
U kunt het scherm vergrendelen om onbedoelde wijzigingen tijdens live optredens
te voorkomen, of wanneer meer dan één muzikant hetzelfde instrument zal
gebruiken.
Om het scherm te vergrendelen, doet u het volgende:
1. Met de SK PRO uit, Drukt u op en houdt u de tweePAGE [t] [u] knoppen vast.
2. Zet de SK PRO aan terwijl u de PAGE-knoppeningedrukt houdt. Blijf de PAGE-knoppen ingedrukthouden totdat "Conrming Display Locked / Unlocked"in het scherm wordt weergegeven.
Na ongeveer 5 seconden verschijnt onder in het scherm"Display Locked". U kunt dan de PAGE-knoppen loslaten.
Volg de bovenstaande twee stappen om het beeldscherm teontgrendelen. U ziet nu “Display Unlocked” in het scherm.
Als het scherm is vergrendeld merkt u dat:
1. [MENU/EXIT] is uitgeschakeld.
2. [RECORD] is uitgeschakeld.
3. De "SNELKOPPELING" functie is uitgeschakeld.
4.Combinations en Patches kunnen nog steeds wordenopgeroepen.
NB: Als het scherm vergrendeld is, ziet u een bericht op het
scherm wanneer het instrument voor het eerst wordtingeschakeld: 'Loading...Display Locked.'.
NB:Als het scherm vergrendeld is, zal het vasthouden
van de rode [RECORD] knop en het inschakelenvan stroom het scherm niet ontgrendelen. Volg dehierboven beschreven procedure om het beeldschermte ontgrendelen.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 73
73
PARAMETERS
BEWERKEN
Parameters Bewerken
Page 74
74
Zoals eerder uitgelegd, heeft het scherm op de SK PRO drie (3) modi - PLAY-modus, MENU-modus en FUNCTIE
modus. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de FUNCTIE modus gebruikt om parameters aan te passen om het
instrument aan te passen.
COMBINATION (COMBINATIE)
Zoals eerder uitgelegd, kunnen de vier geluidsproducerende secties van de SK PRO - ORGAN, PIANO, ENSEMBLE en MONO SYNTH - samen met andere parameters, zoals instellingen van het Control Panel, enz., wordengecombineerd tot één enkele eenheid, een Combination. Met deze FUNCTIE modus kunt u Combinationparameters aanpassen die in een Combinatie zijn opgeslagen.
Hiermee selecteert u Patch nummers voor de momenteel geselecteerde combinatie.
❷ALLOC (Allocate/Toewijzen)
Instellingen: OFF, UPPER, LOWER, Pedal
Hier kunt u de secties aan elk toetsenbord toewijzen.
NB: Deze Parameter is gekoppeld aan de [ALLOCATE] knoppen op het Control Panel.
❸VOL (volume)
Instelbereik: 0 ~ 127
Hiermee kunt u het volume van de geselecteerde sectie aanpassen.
❹ VEL (Velocity Curve)
Instelbereik: Uit, 1 ~ 4
Hiermee selecteert u hoe de geselecteerde Voice-sectie op de aanslaggevoeligheid zalreageren.
'O' is een standaard orgelaanslag - de noten worden met een vaste aanslagsnelheid('100') gespeeld, ongeacht een lichte of zware toetsaanslag. "1" is de meest overdrevensnelheidscurve, terwijl "4" een zachtere curve is. "2" en "3" zijn tussenliggende curven.
❺OCT (octaaf)
Instelbereik:-2 ~ ±0 ~ 2
Hiermee selecteert u het octaaf of toonhoogte waarop de geselecteerde sectie zal klinken.Bij '0' zal de geselecteerde sectie unisono klinken met de werkelijke toonhoogte. '-2'klinkt twee octaven lager en '+2' klinkt twee octaven hoger.
NB: Het werkelijk klinkende octaaf is de som van deze parameter plus de 'Octave' instelling
in de interne zones (keyboards). Zie pagina 78 voor meer details.
❻XPOSE (Transpose)
Instelbereik:-6 ~ ± 0 ~ 6
Hierdoor kunt u de toonhoogte van de geselecteerde sectie verschuiven.
NB: Deze parameter kan worden opgeslagen als onderdeel van een Combinatie (de
[TRANSPOSE] functie die wordt bediend met de knoppen op het Control Paneltransponeert het hele instrument en de instelling wordt niet opgeslagen).
❼KEY LO (Key Range Low)
❽KEY HI (Key Range High)
Instelbereik:-2C ~ 8G
Met deze twee parameters kunt u het bereik van de lage en hoge noten voor degeselecteerde sectie instellen.
75
3 PART ORGAN EN ALLOCATE
De Allocate methode voor de ORGEL-sectie wordtbeïnvloed door de status van het [3-DEEL ORGEL].Zie “3-PART ORGAN ALLOCATE” op pagina 137 voor meer informatie.
Parameters Bewerken
Page 76
COMBINATION - vervolgd
76
CONTROL
❶❷❸❹
Op deze pagina kunt u selecteren welke parameters van elke Voice Sectie wordenopgeslagen als onderdeel van een Combinatie.
❶EXPRESSION MINIMUM LEVEL
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee kunt u het minimum-volume aanpassen als het expressie pedaal 'gesloten' is,ofwel op de minimale positie staat. Bij “0” zult u geen geluid horen.
❷ DAMPER
Hiermee kunt u bepalen of een sectie al dan niet demper informatie ontvangt.
Uit ......................Een demperpedaal heeft geen invloed op de sectie.
Aan ...................Een aangesloten demperpedaal ondersteunt of 'dempt' de geselecteerde sectie.
❸PITCH BEND
Hiermee kunt u het bereik van het [PITCH BEND]-wiel aanpassen.
Patch ................Voor elke Voice-sectie is een apart Pitch Bend-bereik ingesteld.
0 ~ 12 ...............Een Pitch Bend Range-instelling wordt universeel op alle Voice Sections toegepast.
❹ MODULATION
Hiermee selecteert u de functie voor het [MODULATION] wiel voor elke sectie.
OFF ...................Geen functie.
Mod ..................(ORGAN-sectie uitgesloten) Voegt modulatie toe aan de geselecteerde sectie.
Les .....................(Alleen ORGAN-sectie) Bepaalt de snelheid van de Leslie.
OD .....................Bepaalt de hoeveelheid Overdrive.
MFX1 ................Bepaalt de hoeveelheid van de Multi Effects 1- instelling.
MFX2 ................Bepaalt de hoeveelheid van de Multi Effects 2- instelling.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 77
REVERB
SNELKOPPELING: Druk op en hou de [REVERB] knop vast.
❶
❷
❸❹❺❻
❼❽
❾❿
⓫⓬
Op deze pagina kunt u het REVERB-eect voor elke sectie selecteren.
❶ SWITCH
Instellingen: Uit, aan
Hiermee kunt u de REVERB aan of uit zetten.
NB: Deze parameter is gekoppeld aan de [REVERB ON] knop op het Control Panel.
❷ DEPTH
Instelbereik:0 ~ 127
Hierdoor kunt u de algehele diepte van het gehele Reverb-eect instellen.
NB: Deze parameter is gekoppeld aan de [REVERB DEPTH] draaiknop op het Control Panel.
❸❹❺❻ LEVEL (ORGAN, PIANO, ENSEMBLE, SYNTH)
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee selecteert u de diepte van de Reverb (= send niveau) voor elke sectie.
❼ TYPE (ORGAN)
❽TYPE (PIANO/ENSEMBLE / SYNTH)
Hiermee selecteert u de Reverb Types. U kunt verschillende Reverb-types selecterenvoor de ORGAN- en PIANO/ENSEMBLE / MONO SYNTH-voice secties.
Room 1 ............Grote kamer.
Room 2 ............Kleine kamer.
Live ...................Ambient kamer.
Hall 1 ................Dark Hall, vergelijkbaar met een theater.
Hall 2 ................Bright Hall, vergelijkbaar met een auditorium.
Church .............Kerk.
Plate .................Reverb gebaseerd op een ijzeren plaat.
Spring ..............Spring Reverb.
❾ TIME (ORGAN)
❿TIME (PIANO/ENSEMBLE / SYNTH)
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee kunt u de decay van de Reverb aanpassen.Een hogere waarde resulteert in een langer verval.
NB: U kunt verschillende Reverb Times selecteren voor de ORGAN en PIANO/ENSEMBLE /
MONO SYNTH Voice secties.
⓫ PRE-LPF (ORGEL)
⓬PRE-LPF (PIANO/ENSEMBLE / SYNTH)
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee kunt u de toon van de Reverb aanpassen.Hogere waarden simuleren een hardere vloer- / wand- / plafond-materiaal.
NB: U kunt verschillende instellingen selecteren voor de ORGAN- en PIANO/ENSEMBLE /
MONO SYNTH-voice secties.
77
NB: De parameters die op deze pagina worden
beschreven, zijn Combinatie Parameters en kunnen worden opgeslagen inindividuele Combinaties. Voor eencompleet overzicht van alle Combinatie Parameters, zie “COMBINATIEPARAMETERS” vanaf pagina 182.
Parameters Bewerken
Page 78
CEC
LowestPolyChord
COMBINATION - vervolgd
78
INTERNAL ZONE
SNELKOPPELING: Druk op en hou de [PEDAL TO LOWER] of [SPLIT]
knop vast.
❷
❸
❹
❼
❽
Op deze pagina kunt u de parameters voor elke Interne Zoneaanpassen.
KEYBOARDS
OCTAVE (UPPER)
❶
❷OCTAVE (LOWER SPLIT)
❸OCTAVE (LOWER REAL)
❹OCTAVE (PEDAL)
Instelbereik:-2 ~ ±0 ~ 2
Hiermee selecteert u het octaaf of toonhoogte waarop hetgeselecteerde toetsenbord zal klinken.
NB: Deze Parameters zijn gekoppeld aan de [OCTAVE] knoppen op het
Control Panel.
Er zijn twee LOWER octaaf parameters. OCTAVE SPLITbepaalt de LOWER Octave instelling als de [SPLIT] knop aan is.OCTAVE REAL bepaalt de Lower Octave instelling als een extratoetsenbord als Lower Keyboard wordt gebruikt.
❺SPLIT POINT
Instelbereik:C-2 ~ G8
Hiermee kunt u het split punt tussen het LOWER Keyboard enUPPER Keyboard aanpassen.
Let op: De SPLIT moet actief zijn (LED aan)
❻PEDAL KEY MONO / POLY
Hiermee kunt u bepalen of de pedalen enkele noten ('Mono') ofmeerdere noten ('Poly') spelen.
Mono ...............Als er meer dan één noot wordt gespeeld, zal de laagste
noot klinken
Poly ...................Alle noten zullen klinken
❼PEDAL TO LOWER LIMIT
Instelbereik:-2C ~ 8G
Hiermee kunt u de hoogste noot van het LOWER-toetsenbordbepalen als de [PEDAL TO LOWER]-functie is ingeschakeld.
❽PEDAL TO LOWER MODUS
Lower
Pedal
Hiermee bepaalt u hoe de PEDAL TO LOWER reageert opgespeelde noten (zie de illustratie hierboven).
Lowest .............De laagste noot klinkt.
Poly ...................Polyfone noten klinken.
Chord ...............De grondtoon van het akkoord klinkt.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
❺
❻
inverted
❾
❶
❿
❾PEDAL SUSTAIN SW
Instellingen: O, On
Hiermee kunt u Pedal Sustain aan of uit zetten.
❿PEDAAL SUSTAIN LENGTH
Instelbereik:1 ~ 5
Hiermee kunt u de decay-lengte van de Pedal Sustain bepalen.
NB: Voor meer informatie over Pedal Sustain, zie pagina 55.
EXTERNAL ZONE
Metexterne zones kunt u externe MIDI-apparatuur bedienenvanaf het SK PRO-toetsenbord of extra toetsenborden.
Er zijn drie externe zones in de SK PRO, die elk kunnen wordentoegewezen aan UPPER-, LOWER- of PEDAL-toetsenborden.
NB:Externe zones worden uitgebreider uitgelegd vanaf pagina
150.
NB:Het gebruik van externe zones vereist het juiste instellen van
de MIDI-parameters. Dit kan eenvoudig worden gedaan metbehulp van een MIDI-sjabloon die voor dat doel is meegeleverd. Zie pagina 156 voor meer informatie over MIDI-sjablonen.
❶❷❸❹❺❻❼
❽❾❿⓫⓬⓭⓮
⓯⓰
SW (Switch/Schakelaar)
❶
Instellingen: O, On
Hiermee kunt u de geselecteerde zone aan- of uitzetten.
❷CH (MIDI-kanaal)
Instelbereik:1 ~ 16
Hiermee selecteert u het MIDI kanaal waarop de geselecteerdezone wordt verzonden.
❸BNK.M (Bank MSB)
❹BNK.L (Bank LSB)
Instelbereik:0 ~ 127
PROG (Program Change)
❺
Instelbereik:1 ~ 128
Hiermee selecteert u de Bank Select- en Program Change-berichten die door de geselecteerde zone worden verzonden.
NB: Voor meer specifieke informatie over het aangesloten MIDI
keyboard verwijzen wij u naar de Handleiding van de specieke MIDI apparatuur die u gebruikt.
⓱
⓲⓳⓴
Page 79
79
❻ALC (ALLOCATE)
Instelbereik:O, Upper, Lower, Pedal
Hiermee selecteert u welk toetsenbord de geselecteerde externezone zal besturen.
Hiermee bedoelen wij een daadwerkelijk fysiek toetsenbord(UPPER, LOWER en PEDAL), niet naar een SPLIT die op deinterne zones wordt toegepast.
❼OCT (Octaaf)
Instelbereik:-2 ~ ±0 ~ 2
Hiermee selecteert u het octaaf of toonhoogte waarop degeselecteerde externe zone zal klinken. Pas deze parameter aan alseen extern geluid in een ander octaaf speelt dan het octaaf dat unodig heeft voor een bepaalde toepassing.
❽XPOSE (Transpose)
Instelbereik:-6 ~ ±0 ~ 6
Hiermee kunt u de toonhoogte van de geselecteerde zoneverschuiven.
❾LOW (Key Range Low)
❿HIGH (Key Range High)
Instelbereik:-2C ~ 8G
Hiermee kunt u de bovenste en onderste noot-limieten voor degeselecteerde zone bepalen.
⓫VOL (volume)
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee kunt u het volume regelen (controller #7) van hetgeluid dat wordt bestuurd door de geselecteerde zone.
⓬ PAN
Instelbereik:L64 ~ C ~ R63
Hiermee kunt u het stereo beeld, of pan-instelling (controller #
10) voor de geselecteerde zone aanpassen.
⓭VEL (Velocity Curve)
Instelbereik:Uit, 1 ~ 4
Hiermee selecteert u hoe de geselecteerde externe zone zalreageren op de aanslaggevoeligheid.
'O' is een standaard orgelaanslag - de noten worden met eenvaste aanslagsnelheid ('100') gespeeld, ongeacht een lichte ofzware toetsaanslag. "1" is de meest overdreven snelheidscurve,terwijl "4" een zachtere curve is. "2" en "3" zijn tussenliggendecurven.
⓮DAMP (Damper)
Instellingen: Aan uit
Hiermee selecteert u een demperpedaal invloed heeft op degeselecteerde zone.
⓯BEND (Pitch Bend)
Instellingen: Aan uit
Hiermee selecteert u of het [PITCH BEND]-wiel invloed heeftop de geselecteerde zone.
⓰MOD (Modulatie)
Instellingen: Aan uit
Hiermee selecteert u of het [MODULATION]-wiel invloedheeft op de geselecteerde zone.
⓱EXP (Expression)
Instellingen: Aan uit
Hiermee bepaalt u of een aangesloten Expression Pedal invloedop de geselecteerde Zone.
⓲E.MIN (Expression Minimum)
Instelbereik:0 ~ 63
Hiermee kunt u het volume niveau aanpassen als het expressiepedaal 'gesloten' is, ofwel op de minimale positie staat. Bij “0”zult u geen geluid horen.
⓳E.MAX (Expression Maximum)
Instelbereik:64 ~ 127
Dit stelt u in staat het volumeniveau aan te passen als hetexpressie pedaal helemaal 'open' of op maximum staat.
⓴E.CC (Expression Control Change)
Instelbereik: Uit, 7, 11
Hiermee bepaalt u hoe u het niveau van de geselecteerde externezone wilt regelen. U kunt 'VOL' (Volume of Controller # 7) of'EXP' (Expressie of Controller # 11) selecteren.
VERSCHIL TUSSEN "VOLUME" EN "EXPRESSION"
Puur technisch gezien zijn Volume en Expressie identiek - beideregelen de luidheid van het geluidsniveau. Het verschil zit hemin de manier waarop ze gewoonlijk worden gebruikt in MIDI-toepassingen, met name bij het maken en afspelen van MIDI-sequenties.
Het algemene aanvaarde protocol is om Controller # 7 (Volume)te gebruiken om het algehele of absolute niveau van een stem ofgeluid te zetten, en Controller # 11 (Expression) te gebruikenom variaties te maken (zoals crescendo of diminuendo) in hetalgehele niveau dat is ingesteld door Controller # 7. Dit wordtmet name aanbevolen als uw SK PRO als MIDI-invoerapparaatwilt gebruiken om een sequentie op te nemen.
NB: Om de Volume functie voor externe zone te laten werken, moet het Expressie-regelingsnummer worden ingesteld op "7: VOL". Als deze parameter is ingesteld op '11: EXP ', heeft het wijzigen van de instelling van het volume van de externe zone geen eect.
MESSAGE ON / OFF
Soms wordt bij het verzenden van MIDI-berichten ongewensteinformatie of niet genoeg informatie verzonden. Dit kan wordenvoorkomen door het juiste MIDI-bericht uit te schakelen.
MIDI-berichten die kunnen worden uitgezet door Combinaties:
......................Noot, expressie, demper (op deze pagina).
Systeem Parameters die afzonderlijk kunnen worden uitgezet:
......................Bank Select, Program Change, External Zone Parameters
(zie pagina 156).
PANIC FUNCTIE / PARAMETER RELOAD
MIDI speelt noten van een extern instrument door tweecommando's te sturen: 'Note On', waarmee de noot begint tespelen, en 'Note O', waarmee de noot wordt losgelaten enstopt met spelen. Deze twee commando's worden altijd in parenverzonden.
Af en toe wordt een Note On niet gevolgd door een Note O-commando, waardoor een noot of noten blijven doorklinken(het fenomeen dat in de volksmond wordt toegevoegd als"vastzittende noten"). In dit geval moet u een MIDI-commandonaar het ontvangende instrument sturen om de noten te wissen.
Druk hiervoor op beide [DIRECTION] [p] [] knoppen. Alsu dit doet, wordt een "MIDI All Notes O" en een "MIDI ResetAll Controllers”-commando naar de ontvangende instrumentengestuurd. De vastzittende noten worden uitgeschakeld en deinstellingen voor de externe zones worden gereset, waarna deinstellingen voor de externe zone worden opnieuw verzonden.Het normale spelen kan vervolgens worden hervat.
Parameters Bewerken
Page 80
80
ORGAN
In deze FUNCTIE modus kunt u de Patch parameters van de ORGAN-sectie zien of wijzigen.
OM NAAR DEZE MODUSTE GAAN:
[MENU/EXIT]- PATCH - ORGAN - [ENTER]Of druk tegelijkertijd op de [UPPER] en [LOWER] [DRAWBAR SELECT] knoppen.
Pedalboard
Pedal
Drawbars
Pedal
Exclusive
Oscillator
Lower Keyboard
Upper&Lower
Lower
Drawbars
Pedal
Transformer
Virtual
Tonewheel Set
Upper Keyboard
Percussion
Upper
Drawbars
Matching
Exp.
Multi Effects 2
Pedal
V&C
OnOff
Vibrato & Chorus
TC & Equalizer
(Post)
Multi Effects 1
(Pre)
switched by Leslie on Reverb
Section Vol.
Expression
bypass for Rotary Out
Digital
Leslie
Overdrive
Reverb
Stationary ch., Line Out
Rotary ch., Rotary Out
Pedal Out
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 81
BEWERKENVAN DE ORGAN SECTIE
De ORGAN Sectie kan verschillende soorten orgeltonen produceren: vier toonwielorgels, drie transistor orgels en pijporgels. Het pijporgel bevat zowel klassieke als theaterorgels.
U kunt basisregistraties instellen met de Drawbars en jne afstellingen maken metbehulp van de Parameters die hieronder worden uitgelegd.
PAGINA'S EN PARAMETERS
GENERAL
Hiermee kunt u de algemene parameters voor elke ORGEL Patch aanpassen .
DRAWBARS
Hiermee kunt u de parameters aanpassen die van invloed zijn op de Drawbars voor elkePart.
CONTACT /SUSTAIN
Hiermee kunt u de parameters aanpassen die van invloed zijn op de Virtuele MultiContacten en het sustain-eect voor de UPPER- en LOWER-parts.
PERCUSSION
Hiermee kunt u de parameters aanpassen die van invloed zijn op het percussie-gedeeltevan de toonwiel orgels.
81
VIBRATO &CHORUS
Hiermee kunt u de parameters aanpassen die van invloed zijn op Vibrato en Chorus voorde toonwiel orgels, Vibrato voor de transistor-orgels en Tremulant voor het pijporgel.
MATCHING TRANSFORMER
Hiermee kunt u de parameters aanpassen die van invloed zijn op de bijpassendetransformator voor de toonwiel- en transistor-orgels.
LESLIE
Hiermee kunt u de parameters aanpassen die van invloed zijn op de ingebouwde digitaleLeslie voor de Toonwiel en transistor orgels.
MULTIEFFECT 1
Hiermee kunt u de Multi-effects 1 (Tremolo, Wah-Wah, Ring Modulator, Compressor)voor de toonwiel- en Transistor orgels aanpassen.
OVERDRIVE
Hiermee kunt u de Overdrive-instellingen voor elke ORGAN-patch aanpassen.
MULTIEFFECT 2
Hiermee kunt u de Multi Effects 2 (AutoPan, Phaser, Flanger, Chorus, Delay) voor elkeORGAN Patch aanpassen.
EQUALIZER
Hiermee kunt u de Equalizer en Tone Control instellingen voor elke ORGAN Patchaanpassen.
APP APPLICATIE MENU
Met het APP-menu (applicatie) kunt u snel verschillende menupagina's selecteren.Om het APP-menu weer te geven:
1. Selecteer de ORGAN FUNCTIE-modus.
2. Druk op de [] knop en laat hem los. De volgende menu-opties worden weergegeven:
INITIALIZE PATCH....................Initialiseer alle patch parameters in de huidige Patch die u bewerkt.
REGISTER PAGE TO FAV ........Registreer de huidige weergegeven pagina bij de Favorieten.
Om een optie te selecteren:
1. Gebruik de [DIRECTION] [p]/[] knoppen om de gewenste optie te selecteren.
2. Druk op de [ENTER] knop om de gewenste optie te selecteren.
Parameters Bewerken
Page 82
ORGAN - vervolgd
82
GENERAL
SNELKOPPELING:Druk tegelijkertijd op de [UPPER] and [PEDAL] [DRAWBAR SELECT]
Op deze pagina kunt u parameters aanpassen die gemeenschappelijk zijn voor deORGAN-patches.
knoppen.
❶
❷
❸
LOUDNESS
❶
VOLUME
Instelbereik:0 - 127
Hiermee bepaalt u het maximum volume van de geselecteerde Patch.
PITCH BEND
❷
RANGE UP
Instelbereik:0 - 12 [semitonen]
RANGE DOWN
❸
Instelbereik:0 - 24 [semitonen]
Hiermee kunt u het aantal halve tonen aanpassen dat de toonhoogte van degeselecteerde ORGAN-patch omhoog of omlaag buigt met het [PITCH BEND]-wiel.
DRAWBARS
Hiermee bepaalt u de Drawbar Parameters voor elke Part.
❶
❹
❺
❻
❷❸
❽
❾
❿
LOUDNESS - VOLUME
De Loudness Parameter is onafhankelijk van deExpressie. Het volume van de ORGAN Sectionkan onafhankelijk verhoogd of verlaagd worden van deVoice Sections door middel van dezeParameter. Een aangesloten Expressie Pedaal zal nog steeds het volume bepalen van het geheleinstrument.
UITGESCHAKELDE PARAMETERS
Alle ORGAN Parameters gelden voor detoonwiel orgels; sommige ORGAN Parametershebben echter geen effect op de Transistor ofpijporgels - bijvoorbeeld: Leakage Niveau, PedalType en Custom Tone Wheels. Als een bepaaldeParameter niet geldt voor het geselecteerdeOrgan Type, wordt het “grijs” of donkerweergegeven op het scherm (zie onderstaandevoorbeeld). De waarde van een uitgeschakeldeparameter kan echter nog steeds wordenaangepast met de [VALUE] draaiknop.
❼
❶
UPPER Registration
❷PEDAL Registration
❷LOWER Registration
Hiermee kunt u de Drawbar Registraties zien voor elke Part.
Mellow ............Pure sinus golfvorm zonder harmonische ontwikkeling.
Vx ......................Reproduceert de klank van een vintage Engels combo orgel.
Farf ...................Reproduceert de klank van een vintage Italiaans combo orgel.
Ace ....................Reproduceert de klank van een vintage Japans combo orgel.
Pipe ..................Pijp Orgel.
❺ ENVELOPE
Instellingen: Con, R1 ~ R15, AR1 ~ AR15
Hiermee bepaalt u de snelheid van Attack (als een toets wordt ingedrukt) en Release (alsde toets wordt losgelaten).
“Con” is de ontwikkeling van de toetsklik(s), gegenereerd met de Virtuele Multi-Contacten.
“1 - 15” is de snelheid van de Attack zonder de multi contacten. Hoe hoger de waarde,hoe langzamer de Attack (de snelheid waarmee de Drawbar-registratie klinkt wanneer eentoets wordt ingedrukt).
De “R” -parameter verandert de release-snelheid. De hoeveelheid Attack is dat van demulti contacten. Dit betekent dat het begin van de toon onmiddellijk zal zijn, terwijl deRelease-snelheid wordt geregeld door de numerieke instelling.
De “AR” -parameter schakelt de Multi Contacten uit en stelt u in staat om zowel de Attack- als Release snelheid te wijzigen. Bij hogere numerieke instellingen zullen Attacken Release langzaam zijn, vergelijkbaar met die van een pipe orgel.
Hiermee bepaalt u het gehele volume van de leakage klank.
❼CUSTOM SET
Instelbereik:F1 ~ F3, U1 ~ U3
Hiermee selecteert u een persoonlijke set voor elk Toonwiel Orgel en Pijporgel.
NB: Zie pagina 120 “Custom Tone Wheel” of pagina 126 “Custom Pipe” voor meer details.NB: Deze Parameter is niet beschikbaar voor de Transistor Orgels.
PEDAL
❽
TYPE
Instellingen: Normal, Muted
Hiermee selecteert u het ORGAN Type voor de PEDAL Part.
Normal ......Traditionele toonwiel registratie van de B-3/C-3/A-100.
Muted ........Analoge pedaal klanken zoals op de klassieke X-5.
NB:Als een van de Transistor Orgels (Vx., Farf.of Ace.) is geselecteerd voor de UPPER &
LOWER, dan is Muted automatisch geselecteerd voor de PEDAL Part.
NB: Als het Pipe Orgel Type is geselecteerd voor de UPPER & LOWER Parts, is Pipe automa-
tisch geselecteerd voor de PEDAL Part en de andere PEDAL Parameters zijn niet beschik-baar.
❾ ENVELOPE
Instelbereik:Con, R1 ~ R15, AR1 ~ AR15
Hiermee kunt u de Attack en Release instellen van de PEDAL toon.
NB: Zie paragraaf ❺ op deze pagina voor meer informatie.
NB: Deze Parameter is beschikbaar voor Toonwiel Orgels A-100, B-3, C-3 en Mellow.
❿SUB DRAWBARS
Instelbereik:F1 ~ F3, U1 ~ U3
Hiermee selecteert u de harmonic instellingen voor de PEDAL of Sub Drawbars als het“Normal” Type is geselecteerd.
NB: Deze Parameter is beschikbaar voor Toonwiel Orgels “A-100,”“B-3,” ” C-3” en “Mellow.”
83
‘ENVELOPE’
De variatie van een geluid over tijd, zoals wordtgebruikt bij geluidssynthese.
Loudness
Loudness
Attack Rate
Op toonwiel orgels zoals de B-3 / C-3 / A-100worden bij het indrukken van een toets telkens 9elektrische contacten gesloten door middel van 9horizontale platte veren die 9 rails raken. Elke keer dat een contact wordt gesloten of vrijgegeven,werd een “key click” geproduceerd. Dit typerendekenmerk wordt nagebootst op de SK PRO.
ENV=CON
Nabootsing van een traditioneel multi-contactHammond Orgel zoals de B-3/C-3/A-100
ENV=R1
Nabootsing van een PCM synthesizer waar de “key click” alleen wordt geproduceerd bij de eersteaanslag
ENV=AR15
Langzame‘envelope’, vergelijkbaar met eenpijporgel
“Con” ENV
Damping
Contact Time
TimeNote OnNote Off
“AR” ENV
Release Rate
TimeNote OnNote Off
‘KEY CLICK’
VOORBEELDEN VAN KEY-CLICK
INSTELLINGEN
Parameters Bewerken
Page 84
ORGAN - vervolgd
84
CONTACT /SUSTAIN
❺
❶
❷
❸
❹
Deze pagina biedt u de mogelijkheid om de Parameters aan te passen die eecthebben op de ‘Virtual Multi-Contacts’ en het Sustain eect voor de UPPER enLOWER Parts.
VIRTUAL MULTI-CONTACT
❶
OFFSET TIME
Instelbereik:-64 ~ ±0 ~ +63
Hiermee stelt u de tijd in tussen wanneer een noot wordt ingedrukt, totdat volledigcontact gemaakt is.
Een hogere waarde creëert een langere Attack tijd en een kortere Release tijd.
❷ DAMPING
Instelbereik:0 ~ 31
Hiermee bepaalt u de dempings-snelheid van de Virtual Multi-Contacts.Des te hoger de waarde, des te duidelijker de Key Click.
❸ MODE
Hiermee bepaalt u hoe de Virtual Multi-Contacts (“VMC’s”) zullen klinkenwanneer toetsen worden ingedrukt.
Random ..........Wanneer een toets wordt ingedrukt, zal elk contact van de VMC’s zal in een
willekeurige volgorde op het ondiepe punt verbinding maken, en alle contacten
Velocity ...........Wanneer een toets wordt ingedrukt tot het diepste punt, zal elk contact van de
❹ DEPTH
Instelbereik:0 ~ 127
zijn volledig gesloten als de toets zijn diepe punt heeft bereikt.
VMC’s gesloten worden op een verschillend moment afhankelijk van de aanslag sterkte.
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid tijd die nodig is voor elke VMC wanneer eentoets wordt ingedrukt.
Bij “0” klinken alle VMC’s tegelijkertijd. Des te hoger de waarde, des te langer is hettijdsinterval tussen de contacten.
UPPER & LOWER SUSTAIN
Hiermee kunt u een gelijkmatig verval toevoegen aan de UPPER & LOWERDrawbars tonen.
❺❻ SWITCH
Instellingen: O, On
Hiermee kunt u de Sustain aan of uit zetten op het geselecteerde Part.
❼❽ LENGTH
Instelbereik:1 ~ 5
Hiermee kunt u de lengte aanpassen van het Sustain eect voor de geselecteerdePart.
❻
❼
❽
AttackRelease
WAT ZIJN CONTACTS?
Wanneer een toets wordt ingedrukt op eentoonwiel hammond orgel, sluit deze toets 9 kleine elektrische schakelcontacten. Deze 9 contactenvertegenwoordigen de 9 toonhoogtes van deDrawbars. De contacten worden gesloten engeopend door middel van 9 horizontale platteveren die 9 rails raken. Wanneer een platte veereen stroomrail raakt, wordt elektrisch contactgemaakt en kan de toon te horen zijn. Doordat de9 busbars fysiek gescheiden zijn, klinken de tonenniet allemaal tegelijkertijd, maar na elkaar. Dit is het duidelijkst te horen door één van de vier ManualDrawbar-sets van een toonwiel orgel te selecteren, alle Drawbars uit te trekken tot hun maximaleinstelling en langzaam op een toets te drukken.Elke ‘harmonic’ zal in een reeks van hoog naarlaag worden opgeteld totdat alle 9 frequenties tehoren zijn wanneer de toets helemaal ingedruktis. De “Key-Click” op toonwiel Hammond orgelsis te wijten aan deze fysieke kenmerken. Als eentoets snel wordt losgelaten, zal deze ook ietwatstuiteren op het moment van contact, waardooreen effect ontstaat dat bekend staat als ‘KeyBounce’of ‘Chattering’.
WAAROM MINDER ‘RELEASE’ KEY
CLICK?
Een van de kenmerken van de contacten op eentoonwiel orgel is dat de Release “klik” iets zachteren minder intens is dan de Attack “klik”. Ditkenmerk wordt nagebootst op de SK PRO.
SUSTAIN
Het woord ‘sustain’ heeft een andere betekenis voor een elektronisch orgel dan voor een synthesizer.Op een elektronisch orgel verwijst ‘Sustain’ naareen noot of noten die blijven klinken en vloeiendwegsterven nadat de toets is losgelaten. Op eensynthesizer wordt dit “Release” genoemd .
WAAR IS DE PEDAL SUSTAIN?
De Pedal Sustain wordt bestuurd vanuit de INTERNALZONE FUNCTION-modus in de COMBINATION Edit-modus vanwege het feit dat Pedal Sustain elkeVoice Sectie beïnvloedt die is toegewezen aan dePEDAL-part en niet alleen de ORGAN-Voice Sectie.Zie pagina 78 voor meer details.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 85
PERCUSSION
SNELKOPPELING: Druk op en hou een van de vier [UPPER PERCUSSION] knoppen vast.
85
❶
❷
❸
❹
❺
❻
❼
Deze pagina biedt u de mogelijkheid om veranderingen aan te brengen in de Percussie.
LEVEL
❶
SOFT
❷ NORMAL
Instelbereik:-22.0 ~ +10.5 dB
Hiermee kunt u de Percussion Volume niveaus aanpassen.
NORMAL.....Niveau wanneer de [SOFT] knop uit staat.
SOFT............Niveau wanneer de [SOFT] knop aan staat.
DECAY
❸
SLOW
❹ FAST
Instelbereik:1 ~ 24, Cont
Hiermee kunt u de Percussion Decay tijd bepalen.Een hogere waarde resulteert in een langzamere Decay.
SLOW...................Decay snelheid wanneer de [FAST] knop uit staat.
FAST.....................Decay snelheid wanneer de [FAST] knop aan staat.
C (continuous).....Geen decay, de Percussie blijft klinken zolang er toetsen zijn ingedrukt.
KEYBOARD
❺
TOUCH
Instellingen: O, On
Hiermee kunt u de ‘Touch Response’ van de Percussie bepalen.
O .....................Percussie zal alleen klinken alleen als u de toetsen vrijstaand (niet-legato) bespeelt. Elke vorm van
non-legato spel is voldoende.
On ......................Elke toets zal klinken wanneer deze wordt gespeeld, ongeacht of er andere toetsen worden
vastgehouden.
DRAWBARS
❻
1´ CANCEL
Instellingen: On, O
Hiermee kunt u de Upper 1´ Drawbar uit of aanzetten bij gebruik van Percussie.
On ......................De 1’ Drawbar klinkt niet wanneer Percussie aan staat.
O .....................De 1’ Drawbar klinkt wel wanneer Percussion aan staat.
❼DRAWBAR - SOFT
Instellingen: On, O
Hiermee kunt u het volume verminderen van de Upper Drawbar volume bij gebruik van dePercussie als de [SOFT] knop uit staat (LED uit).
On ......................Het volume niveau van de Drawbars is iets lager, als de Percussie aan staat op ‘Normal’.
O .....................Het volume van de Drawbars blijft gelijk als de Percussie aan staat op ‘Normal’.
TOUCH
De Percussie generator op de B-3 /C-3 had een enkele‘envelope’, dieniet zou worden herstart totdatalle toetsen waren losgelaten.Oorspronkelijk werd dit gezien alseen defect, maar het resulterendeeffect werd een gewensteeigenschap.
1 CANCEL
De B-3 / C-3 had geen exclusief toets contact voor de percussie, maargebruikte het 1´-contact. De SK PRO
bootst deze functie na.
SOFT
Als op een vintage B-3/C-3 dePercussie aan stond en de Volume-instelling op “NORMAL” stond,waren de Upper Manual Drawbarsenigszins lager in volume. De SK PRO bootst deze functie na.
Parameters Bewerken
Page 86
ORGAN - vervolgd
86
VIBRATO &CHORUS
SNELKOPPELING: Druk en houd de VIBRATO en CHORUS [MODE], [UPPER]
Of [LOWER] knoppen vast.
❶
❷
❸
❹
Deze pagina biedt u de mogelijkheid om aanpassingen te doen voor de Vibrato& Chorus van de Toonwiel Orgels, Vibrato voor de Transistor Orgels, and Tremulant voor het Pijporgel.
TONE WHEEL ORGAN
❶
TYPE
Instellingen: Zie hieronder
Hiermee bepaalt u het Vibrato Delay Line type.
’55-57 ........Metal Box (1955 - 1957).
’57-59 ........Big Silver Box (1957 - 1959).
’59+ ............Small Silver Box (1959 or later).
❷ RATE
Instelbereik:5.78 ~ 7.90 Hz (349 ~ 475 rpm)
Hiermee kunt u de snelheid aanpassen van de Vibrato & Chorus.
❸ MIX
Instelbereik:D64 ~ Even ~ 63V
Hiermee kunt u de intensiteit aanpassen van de Chorus (C1 tot C3).“D” = direct of droog geluid. “V” = Vibrato geluid.
PEDAL
❹
PEDAL
Instellingen: O, On
Hiermee bepaalt u ofwel de Vibrato & Chorus de PEDAL Part beïnvloedt wanneer de Vibrato & Chorus [LOWER] knop aan staat.
TRANSISTOR ORGAN
❺
RATE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee kunt u de snelheid aanpassen van de Vibrato.
PIPE ORGAN
❻
TREMULANT RATE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee kunt u de snelheid aanpassen van de Tremulant.
❺
❻
Sections Of Vibrato Line
Amplifier
Scanner
Amplifier
VIBRATO & CHORUS
De afbeelding hierboven toont de vibrato-apparatuur van een Hammond orgel mettoonwielen, zoals een B-3/C-3/A-100.Op een Hammond met toonwielen, dat is uitgerust met Vibrato & Chorus, bestaat het vibrato-circuituit een reeks van meerdere spoelen of ‘low pass’ltersecties die een ‘delay line’ of ‘line box’ wordengenoemd en een motor-aangedreven ‘scanner’die de vertragingslijn scant en geleidelijk de fasevertraagt, waardoor het Vibrato-eect ontstaat.
VIBRATO TYPE
Hammond toonwiel orgels met Vibrato &Chorus werden vervaardigd van 1949 tot 1975.Gedurende die tijd werden verschillende soortenvibrato-circuits gebruikt, met name line boxesmet verschillende constructies. De Vibrato TYPEfunctie bootst het eect van verschillende soorten Vibrato-vertragingslijnen na.
MIX
“Vibrato Chorus” wordt verkregen wanneer hetvibrato-uitgangssignaal wordt gemengd met eendeel van het signaal zonder vibrato. Dit creëerteen “glinsterend” effect dat veel wordt gebruiktdoor jazz-, blues- en rockorganisten. Met dezeparameter kunt u de balans tussen de vibrato- enniet-vibrato-signalen aanpassen om het gewenste type choruseect te creëren.
PEDAL
Op de B-3/C-3/A-100 hebben Vibrato en Chorusinvloed op de pedaaltonen evenals de LowerManual tonen. Tevens hadden vintage Hammonds ‘Selective Vibrato’, te beginnen met de B-2/C-2,wat betekent dat Vibrato onafhankelijk van elkaarop Upper en Lower Manuals / Pedal kon wordengebruikt (bij eerdere modellen hadden de Vibratoen Chorus invloed op het hele orgel). Deze functies worden nagebootst op de SK PRO.
VIBRATO (TRANSISTOR ORGAN)
Op een elektronisch orgel wordtVibrato bereiktdoor de frequentie van oscillator(s) te moduleren.Dit eect wordt nagebootst op de SK PRO.
TREMULANT
Op een pijporgel varieert een Tremulant periodiek de luchtdruk naar de pijpen, waardoor een vibrato- of tremolo-effect ontstaat. Op de SK PRO kanTremulant worden toegepast op de Pipe Voices.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 87
MATCHING TRANSFORMER
❶
❷
❸
Deze pagina biedt u de mogelijkheid om de Parameters aan te passen die van invloedzijn op de Matching Transformer voor de Toonwiel en Transistor Orgels.
MATCHING TRANSFORMER
❶
SWITCH
Instellingen: O, On
Hiermee kunt u het Matching Transformer eect aan of uit zetten.
❷ DRIVE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee kunt u het ‘saturation level’ van de Matching Transformer aanpassen.Een hogere waarde resulteert in meer oversturing op lage volumes.
❸ HYSTERESIS
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee kunt u de hoeveelheid hysteresis bepalen.Des te hoger de waarde, des te meer “asymmetrisch” de klank is.
DEPTH
❹
UPPER DRAWBARS
❺ PERCUSSION
❻LOWER DRAWBARS
❼PEDAL DRAWBARS
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee kunt u de hoeveelheid bepalen van de Matching Transformer modeling voorelke Part en voor de Percussion.
Des te hoger de waarde, des te dieper het eect.
❹
❺
❻
❼
87
WAT IS EEN “MATCHING TRANSFORMER?”
Het doel van de Matching Transformer in eenHammond toonwiel orgel is om de lage impedantie van de generator en de toetsen circuits te ‘matchen’met de hoge impedantie van de versterker.Het combineert de individuele tonen van elkeDrawbar tot één complexe muzikale toon.Hierdoor krijgt het geluid een aantal uniekekarakteristieken (zie de onderstaandeafbeeldingen), die deel uitmaken van het typische karakter van een Hammond orgel, zoals de B-3.Alhoewel transistor orgels geen MatchingTransformer hebben, kunnen deze Parameters ook gebruikt worden voor de Transistor Orgels.
Output
Drive
Drive
Input
Hoe de Trans - Drive werkt
Output
positive slope
Hysteresis
negative slope
Input
Hoe de Trans - Hysteresis werkt
Parameters Bewerken
Page 88
ORGAN - vervolgd
88
LESLIE
SNELKOPPELING: Druk en houd de LESLIE [BYPASS], [STOP] of [FAST] knoppen vast.
❶
❷
Deze pagina biedt u de mogelijkheid om de Parameters aan te passen die van invloedzijn op de ingebouwde digitale Leslie voor de Toonwiel en Transistor orgels.
REVERB
❶
LESLIE ON REVERB
Instellingen: O, On
Hiermee kunt u de ‘routing’ van de Reverb bepalen.
O .....................Alleen het Orgel geluid wordt door de digitale Leslie heen gestuurd.
On ......................Zowel de Reverb als het Orgel geluid worden door de digitale Leslie heen gestuurd.
CABINET
❷
CUSTOM CABINET
Instelbereik: F1 ~ F8, U1 ~ U8
Hiermee bepaalt u het Custom Leslie Cabinet.
NB: Zie pagina 124 voor meer informatie over Custom Leslie Cabinets
LESLIE ON REVERB
Wanneer een audiosignaal met Reverb naar eenLeslie-kast wordt gestuurd, wordt de Reverbsamen met het hoofdsignaal gemoduleerd. Ditkenmerk kan worden nagebootst met behulp vandeze Parameter.Als deze Parameter is uitgeschakeld, is het eectdat van een Leslie Cabinet die in een auditoriumof een grote live kamer klinkt, of dat een LeslieCabinet met een aparte Reverb versterker enluidsprekers, zoals de 122RV - de orgelklankenworden beïnvloed door de Leslie rotors, maar nietde Reverb.Als deze parameter aan staat, is het effect datvan een audiosignaal dat zowel orgeltonen alsreverb bevat, dat naar een 1-kanaals Leslie wordtgestuurd - de rotors zullen zowel de Reverb als deOrgeltonen moduleren.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 89
MULTIEFFECT 1
Zie “Multi Eects 1” (P. 106).
OVERDRIVE
Zie “Overdrive.” (P. 111)
MULTIEFFECT 2
89
Zie “Multi Eects 2.” (P. 112)
EQUALIZER
Zie “Equalizer.” (P. 116)
Parameters Bewerken
Page 90
90
PIANO/ENSEMBLE
Met deze FUNCTION-modi kunt u de PIANO- en ENSEMBLE-patches bewerken.
OM DEZE MODUSTEVINDEN:
[MENU/EXIT]- PATCH - PIANO/ENSEMBLE - [ENTER]Of druk op de [EDIT] knop in elke sectie.
Note
Modulation
CC
Pitch Bend
Note#,Velocity
LFO2
LFO1
On/Off
COMPONENT 2
COMPONENT 1
COMPONENT 4
COMPONENT 3
LFO EG2
LFO EG 1
Trig
Pitch EGDelay
Trig
Mod.
Env
Mod.
Oscillator
Filter EG
Mod.Mod.
Filter
AudioAudio
Amp EG
DE PIANO/ENSEMBLESECTIESBEWERKEN
Zowel de PIANO- als de ENSEMBLE-secties bevatten 4 klankeenheden, genaamd Components.
De golfvorm die door de oscillator in elk component wordtgegenereerd, kan worden gewijzigd door de filter (timbre),amplitude (volume), Sectie-Eecten (multi-eecten en overdrive)en de equalizer.
Getimede kenmerken zoals de LFO en Envelope Generatorsvoor Toonhoogte, Filter en Amplitude zijn ook aanwezig.
PAGINA'S EN INHOUD
GENERAL
Hiermee bepaalt u de algemene parameters van een PIANO ofENSEMBLE Patch.
1. VOLUME
Hiermee kunt u het volume aanpassen.
2. PORTAMENTO
Hiermee kan de toonhoogte tussen de laatste en de huidigenoten vloeiend overgaan.
3. MONO/POLY
Hiermee bepaalt u of de klank monofoon of polyfoon is, en deklinkende prioriteit.
4.PITCH BEND
Hiermee bepaalt u de lengte van de Pitch Bend.
ProChord™
Hiermee kunt u complexe harmonische patronen spelen die degespeelde akkoorden door de vier componenten als de spelersbeschouwen.
LFO
Hiermee bepaalt u de LFO - Low Frequency Oscillators die eenvibrato of tremolo eect maken, en hun diepte.
Expression
CC
Mod.
Section Effect
(Mfx1 - Exp - OD - Mfx2)
Amplitude
Pan
1. BASIC
Mod.
Exp
Section
Equalizer
Hiermee bepaalt u de basis parameters zoals de klank, volume, desectie eecten aan of uit, bereik, en aanslaggevoeligheid.
2. OSCILLATOR
Hier bepaalt u de golfvorm en de pitch.
3.PITCH EG
Hier bepaalt u de ‘Pitch Envelope’.
4. DELAY
Hiermee bepaalt u de vertraging voor het aan of uit klinken doorspelen, of een andere component.
5. FILTER
Hier past u de Filter aan.
6.FILTER EG
Hier stelt u de Filter Envelope in.
7. AMPLITUDE
Hier bepaalt u de Amplitude en de Panning (stereo plaatsing).
8.AMPLITUDE EG
Hiermee kunt u de Amplitude Envelope instellen.
MULTIEFFECT 1
Hiermee bepaalt u de Multi Effects 1 (Tremolo, Wah-Wah, RingModulator, Compressor) voor elke PIANO/ENSEMBLE Patch.
OVERDRIVE
Hiermee bepaalt u het Overdrive-eect in deze sectie.
MULTIEFFECT 2
Hiermee bepaalt u de Multi Effects 2 (AutoPan, Phaser, Flanger,Chorus, Delay) voor elke PIANO/ENSEMBLE Patch.
EQUALIZER
Hiermee bepaalt u de Equalizer in deze sectie.
Section Volume
COMPONENT
Hiermee bepaalt u de Parameters met betrekking tot elkeComponent.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 91
91
APP APPLICATIE MENU
Met het APP-menu (applicatie) kunt u snel verschillende menupagina’s selecteren. Om het APP-menu weer te geven:
1. Selecteer de PIANO of ENSEMBLE FUNCTION Modus.
2. Druk op de [] knop en laat hem los. De menu-opties in
onderstaande afbeeldingen worden weergegeven:
INITIALIZE PIANO/ENS..........Initialiseert de Patch Parameters in de
huidige patch.
INITIALIZE COMPONENT .....Initialiseert de Component Parameters in
COPY COMPONENT ................Kopieert de parameters van een
REGISTER PAGINA TO FAV ...Registreert de huidige pagina in de
Om een optie te selecteren:
1. Gebruik de [DIRECTION] [p] / [] knoppen om degewenste optie te selecteren.
2. Druk op de [ENTER] knop om de optie te bevestigen.
de huidige Patch.
Component naar een andere Component.
favorieten.
GENERAL
SNELKOPPELING: Druk op de [EDIT] knop in de PIANO of ENSEMBLE
Voice sectie.
❶
❷
❸
❹
❺
❻
❼
❽
PORTAMENTO
❹
SWITCH
Instellingen: O, On
Hiermee kunt u het Portamento eect aan of uit zetten.
❺ MODE
Hiermee bepaalt u hoe u het Portamento effect vanaf hettoetsenbord kunt bedienen
Every ................Portamento is te horen bij elke toetsaanslag.
Legato .............Portamento is alleen te horen als toetsen 'legato' worden
❻ RATE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de snelheid waarmee de toonhoogte verandertmet behulp van Portamento. Des te hoger de waarde, des telangzamer de toonhoogte stijgt of daalt.
gespeeld (een toets wordt ingedrukt terwijl een anderetoets wordt vastgehouden).
MONO/POLY
❼
MONO/POLY
Hiermee bepaalt u of de geselecteerde Patch enkele noten(“Mono”) of meerdere noten (“Poly”) zal spelen.
Poly ...................Als er meer dan één noot wordt gespeeld, zullen alle noten
klinken.
Mono ...............Als er meer dan één noot wordt gespeeld, zal slechts één
M/P....................Er kan meer dan één noot worden gespeeld; de laatst
❽MONO PRIORITY
Hiermee bepaalt u welke noot zal klinken op de geselecteerdePatch als er meer dan één noot wordt gespeeld in MONO Mode.
Auto..................De hoogste noot die wordt gespeeld zal klinken wanneer
Last ...................De laatst gespeelde noot zal klinken.
Lowest .............De laagste noot speelde zal klinken.
Highest ...........De hoogste noot speelde zal klinken.
noot klinken.
losgelaten noot wordt echter gewist door de volgendegespeelde noot.
deze sectie wordt gebruikt met andere secties. De laatstgespeelde noot zal klinken als deze sectie alleen wordtgebruikt.
ProChord™
1. Play LOWER as Chord
LOUDNESS
❶
VOLUME
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u het totale volume van de geselecteerde Patch.
NB:De "Loudness" parameter is onafhankelijk van de expressie
controle. Het volume van de PIANO- of ENSEMBLE-sectie kan onafhankelijk worden verhoogd of verlaagd ten opzichte van de andere voice secties door deze parameter te gebruiken.Een aangesloten expressie pedaal bestuurt nog steeds hetvolume van het hele instrument.
PITCH BEND
RANGE UP
❷
Instelbereik:0 - 12 [semitonen]
RANGE DOWN
Instelbereik:0 - 24 [semitonen]
Hiermee kunt u het aantal halve tonen aanpassen dat detoonhoogte van de geselecteerde Patch omhoog of omlaag zal
buigen met het [PITCH BEND]-wiel.
2. Play UPPER as Melody
C
7
3. The Harmony sounds together.
Hiermee kunt u complexe harmonieën reproduceren door eenmelodie van één noot met de rechterhand en akkoorden metde linkerhand te spelen. De vier componenten bieden zowel demelodie- als de harmonie-noten in verschillende conguraties,afhankelijk van het specieke ProChord-type of het geselecteerdeharmonie patroon.
NB: De ProChord-functie werkt alleen op het UPPER-toetsenbord.
Parameters Bewerken
Page 92
PIANO/ENSEMBLE - vervolgd
92
❶
❷
❸
❹
SWITCH
❶
Instellingen: O, On
Hiermee kunt u ProChord aan of uit zetten.
❷ MODE
Instellingen:Closed,Open, Duet, Block, Big Band Sax, Big
Band, Small combo, Theatre, Hymn, Quartet 1, Quartet 2, Jazz Brass, Strings, Harmonic Chime, Old Time, 4 Part Closed, 5 Part Open
Hiermee selecteert u het ProChord Type, of harmonisch patroon.
❸ DISABLED
Instellingen: Single, Unison
Hiermee selecteert u hoe ProChord werkt wanneer het isuitgeschakeld (geen akkoord omlijnd door de linkerhand ofuitgeschakeld door de voetschakelaar.
Single...............U hoort Component 1.
Unison .............U hoort alle geselecteerde componenten.
LFO
❶
❷
❸
❼
❽
Zowel de PIANO- als de ENSEMBLE-voice Sectie hebbentwee LFO's (Low Frequency Oscillators). Deze kunnen wordengebruikt om verschillende componenten of parameters temoduleren.
❶TRIGGER MODE
Instellingen: Note, Free
Hiermee bepaalt u of de fase van de LFO elke keer dat een toetswordt ingedrukt opnieuw wordt ingesteld.
Note ..................De LFO van elke noot oscilleert individueel. Elke LFO
Free ...................Als u op een toets drukt, wordt de LFO onderschept op
begint met zijn cyclus wanneer een toets wordt ingedrukt.
welk punt dan ook in zijn cyclus.
❷ GOLFVORM
Instellingen: Zie hieronder
Hiermee selecteert u de golfvorm van de LFO.
Triangle ..........Driehoeksgolf.
Square .............Vierkante golf positief en negatief.
Rectangle ......Vierkante golf positief en nul.
Saw Up ............Zaagtand Opwaartse golf.
Saw Down ......Zaagtand Neerwaartse golf.
S/H ....................Sample en houd vast.
Fluctuation ...Willekeurig.
DelayAttackSpeed
On
❸ RATE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de Oscillatie Snelheid van de LFO.
❹DELAY TIME
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid tijd na de eerste toetsaanslagvoordat de LFO begint te oscilleren.
❺ATTACK RATE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid tijd die de LFO nodig heeftom volledig op te bouwen bij gebruik van Delay Time.
❻ATTACK KEY TRACK
Instelbereik:-64 ~ 0 ~ +63
Hiermee bepaalt u hoe de Attack Rate wordt gemoduleerd doorde noot of toonhoogte.
❼PITCH DEPTH
❽PITCH MOD DEPTH
❾FILTER DEPTH
❿FILTER MOD DEPTH
⓫AMPLITUDE DEPTH
⓬AMPLITUDE MOD DEPTH
Met deze parameters kunt u de LFO diepte voor elke Componentinstellen. 'MOD DEPTH' stelt de maximale LFO diepte in methet [MODULATION]-wiel.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 93
93
COMPONENT
Om een Component te bewerken, selecteert u de COMPONENT
- EDIT icon en drukt u op de [ENTER] knop.
COMPONENT - BASIC
❶
❷
❸
❹
SWITCH
❶
Instellingen: O, On
Hiermee kunt u de geselecteerde Component aan of uit zetten.
O ...............Geen geluid.
On ................Geluid.
❻ ❼VELOCITY RANGE LOW, HIGH
Range
127
96
64
32
0
326496127
Value
Instelbereik:1 ~ 127
Hiermee bepaalt u het klankbereik van de geselecteerdeComponent.
❽VELOCITY OFFSET
Output
127
96
64
32
0
+32
±0
-32
326496127
Input
Instelbereik: -64 ~±0 ~ +63
Hiermee bepaalt u de relatieve luidheid van de gespeelde notenmet de geselecteerde Component.
❾VELOCITY DEPTH
Output
127
96
64
32
0
200%
100%
50%
0%
326496127
Input
Instelbereik:0 ~ 200 [%]
Hiermee bepaalt u de reactie van de geselecteerde Componentop aanslag snelheid.
Bij "0" is er geen verandering in snelheid. Bij '127' wordt hetvolume met de maximale hoeveelheid gewijzigd in verhouding
tot de aanslagsnelheid.
Gebruik de 1] [2] [3] en [4] [NUMBER] knoppen om elkeindividuele Component aan of uit te zetten tijdens bewerken.
❷ VOLUME
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u het volume van de geselecteerde Component.
❸ OUTPUT BUS
Instellingen: Dry, Eect
Hiermee selecteert u of Sectie Eecten zijn in- of uitgeschakeldvoor deze Component.
Dry ....................Uitgeschakeld
Eect ................Ingeschakeld
❹ ❺ KEY RANGE LOW, HIGH
Instelbereik:-2C ~ 8G
Hiermee bepaalt u het klankbereik van de geselecteerdeComponent.
WAT IS EEN “COMPONENT?”
Er zijn 300 voorgeprogrammeerde Patches voor de PIANO- en ENSEMBLE-voice secties. Verschillendehiervan bevatten meerdere golfvormen, zoals de“Nylon & Steel Gtrs” en “Section Str. Oct. “ Dit ismogelijk omdat elke individuele patch maximaalvier (4) klinkende componenten kan bevatten.Elke component kan een golfvorm bevatten enkan afzonderlijk worden bewerkt, hoewel het nietnodig is dat elke component actief is als onderdeel van een patch. De Component Parameters worden uitgelegd vanaf deze pagina.
Parameters Bewerken
Page 94
PIANO/ENSEMBLE - vervolgd
94
COMPONENT -OSCILLATOR
❶
❷
❸
❹
WAVEFORM CATEGORY
❶
Hiermee selecteert u de Waveform Category.
1 .........................A. piano
2 .........................E. Piano
3 .........................Harpsichord
4 .........................Clav.
5 .........................Chromatic Percussion
6 .........................Guitar
7 .........................Ethnic
8 .........................SFX
9 .........................Wind
10 .......................Strings
11 .......................Choir
12 .......................Synth Pad
13 .......................Bass
14 .......................Synth Lead
15 .......................Free Reed
16 .......................Percussion
❷WAVEFORM NUMBER
Hiermee selecteert u een speciek Waveform nummer.
NB: Zie pagina 176 voor een lijst met Waveform nummers.
❸ TRANSPOSE
Instelbereik: -63 ~±0 ~ +63 [semitonen]
Hiermee bepaalt u de klinkende toonhoogte van de geselecteerdeComponent in halve stappen of semitonen.
❹ PITCH BEND SWITCH
Instellingen: O, On
Hiermee selecteert u of de geselecteerde Component Pitch Bendzal ontvangen.
O .....................Ontvangt niet.
On ......................Ontvangt wel.
❺PITCH KEY TRACK
Instelbereik: -100 ~±0 ~ +100 [%]
Hiermee bepaalt u hoeveel de toonhoogte verandert tussentoetsen op het toetsenbord voor de geselecteerde Component.
Bij '100' is de muzikale afstand tussen twee aangrenzende noten100 procent of een halve toon. Dit is de normale instelling. Bij'50' zullen de noten een kwart noot uit elkaar liggen.
Bij “0” zal elke noot op het toetsenbord dezelfde toonhoogte klinken.
❻FINE TUNE
Instelbereik: -100 ~±0 ~ +100 [cent]
Hiermee bepaalt u de klinkende toonhoogte van de geselecteerdeComponent in procenten.
Bij "-100" is de toonhoogte een halve stap lager. Bij '100' is detoonhoogte een halve stap hoger.
❼STRETCH TUNE DEPTH
Cent+30+20+10
±0
-10
-20
-30
Instelbereik:0 ~ 127
Middle A
Note
Hiermee bepaalt u de mate van ‘Stretch Tuning’ voor hetgeselecteerde Component.
"0" is een gelijkzwevend (Equal) temperament. Als de waardewordt verhoogd, zullen de basnoten lager klinken en de hogenoten hoger klinken.
NB: "Stretch tuning" is een methode om snaarinstrumenten (met
name piano) te stemmen om hun inherente inharmoniciteitte compenseren. Deze eigenschap kan van instrument totinstrument verschillen.
❽PITCH EG DEPTH
Instelbereik: -64 ~±0 ~+63
Hiermee bepaalt u de diepte van de toonhoogte veranderingvan de Pitch EG (Envelope Generator voor de geselecteerdeComponent.
Bij "0" is er geen verandering in toonhoogte. Bij ‘-64’ of ‘+63’verandert de toonhoogte met één octaaf omhoog of omlaag.
NB:Een grote verandering in toonhoogte kan artefacten
veroorzaken, zoals "step noise".
❾PITCH EG VEL TRACK
Instelbereik:0 ~ 100 (%)
Hiermee bepaalt u de diepte van de toonhoogte verandering vande Pitch EG voor de geselecteerde Component aan de hand vanaanslaggevoeligheid.
Bij “0” is er geen verandering door aanslaggevoeligheid. Bij '100'verandert de toonhoogte in grote mate.
NB: De Pitch EG wordt op de volgende pagina in meer detail
uitgelegd.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 95
95
COMPONENT PITCH EG
AttackDecaySlopeRelease
Breakpoint
Sustain
OnOff
Met de EG (Envelope Generator) kunt u het geluid aan de handvan bepaalde tijd veranderen, door noten op het toetsenbord tespelen.
Bovenstaande illustratie illustreert de opbouw van de EnvelopeGenerators voor de PIANO/ENSEMBLE Section.
Er zijn drie (3) EG's: Pitch, Filter en Amplitude.
NB: De PITCH EG DEPTH-parameter moet op een andere waarde
dan "0" worden ingesteld om het eect te horen dat door de PITCH EG wordt geproduceerd.
NB: Gebruik de[DIRECTION] [] knop om het scherm naar beneden
te laten gaan om de extra Parameters te zien.
❶
❷
❸
❹
ATTACK RATE
❶
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de benodigde tijd waarin de toonhoogtetoeneemt tot de piekwaarde, vanaf wanneer een toets wordtingedrukt.
❷DECAY RATE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de benodigde tijd vanaf de piek tot hetBreakpoint Niveau (hieronder uitgelegd).
❸BREAKPOINT LEVEL
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u het niveau van het punt direct volgend op deAttack. Een hogere waarde zal een hogere toonhoogte instellenals het breekpunt.
❹SLOPE RATE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de benodigde tijd van het Breakpoint Leveltot het Sustain Niveau (hieronder uitgelegd).
Een hogere waarde verlaagt de tijd die het geluid nodig heeft omterug te keren naar de basisfrequentie. Een lagere waarde verlengtde tijd.
❺SUSTAIN LEVEL
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u het basis level dat blijft klinken totdat de toetswordt losgelaten.
❻RELEASE RATE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de benodigde tijd voor het level om van hetsustain level naar nul te faden nadat de toets is losgelaten. Eenhogere waarde resulteert in een langere Release tijd.
❼KEY TRACK ATTACK
❽KEY TRACK DECAY
❾KEY TRACK SLOPE
❿KEY TRACK-RELEASE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de snelheid en hoeveelheid Pitch EG pernoot.
Bij “0” zal voor elke noot dezelfde Pitch EG klinken. Bij '1 ~127' worden de snelheid en hoeveelheid Pitch EQ bepaald doorde noot die wordt gespeeld. “127” zal de envelope maximaalreageren.
⓫VEL TRACK ATTACK
⓬VEL TRACK RELEASE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de snelheid en hoeveelheid Pitch EG naaraanslaggevoeligheid.
Een hogere snelheid resulteert in een meer uitgesproken EQ.
NB: De Velocity Parameter in de COMBINATION Function Mode moet
aan staan (waarden 1 ~ 4) om het eect van Velocity Tracking te horen.
COMPONENT -DELAY
Hiermee bepaalt u het noot delay karakter van de geselecteerdeComponent.
❶
❷
❸
❹
❶
MODE
OnOff
Trigger Input
Delay ModeNote ON
Delay ModeNote OFF
Hiermee selecteert u hoe de noten zullen klinken.
Note On ..........Als de noot aan is, klinkt de geselecteerde Component op
Note Off Vel ..De geselecteerde Component klinkt niet, zelfs niet als
Note O EG ...Vergelijkbaar met Note O Vel, behalve dat de aanslag van
NB: Als u één van de “Note O”-instellingen gebruikt, kan het zijn
de Note On Delay Time. Als de noot uit is, stopt het geluid na de Note O Delay Time.
de noot aan is. Als de noot uit is, zal deze klinken als hetAmplitude EG-niveau van de Component waarnaar wordt verwezen boven het Note OThreshold-niveau ligt. De
snelheid van de noot wordt bepaald door de snelheidwaarmee de toets wordt ingedrukt.
de noot wordt bepaald door het niveau van de Amplitude EG van de Component waarnaar wordt verwezen.
dat gespeelde noten “blijven plakken”. Om dit te voorkomen, zet u het Sustain Niveau van de Amplitude EG op “0”als u één van de “Note O”-instellingen gebruikt.
Parameters Bewerken
Page 96
PIANO/ENSEMBLE - vervolgd
96
❷ SOURCE
Instellingen: Cmp1, Cmp2, Cmp3, Cmp4
Hiermee selecteert u de Component referentie voor de Delay-instellingen. De "Normaal" instelling betekent dat dezelfdeComponent is geselecteerd als degene die momenteel klinkt.
❸NOTE OFF THRESHOLD LEVEL
Instelbereik:0 ~ 127: - ∞~ 0 [dB]
Hiermee bepaalt u het Note O-niveau van de Amplitude EGvan de referentie-component.
❹NOTE ON DELAY TIME
Instelbereik:0 ~ 127: 0 ~ 5 [s]
Hiermee bepaalt u de benodigde tijd om een noot te latenklinken nadat een toets is ingedrukt.
❺NOTE OFF DELAY TIME
Instelbereik:0 ~ 127: 0 ~ 5 [s]
Hiermee bepaalt u hoe lang de noot blijft klinken nadat de toetsis losgelaten.
COMPONENT -FILTER
Met het lter kunt u het basis timbre van de klank regelen doorbepaalde frequenties te blokkeren en andere te laten klinken.
❶
❷
❸
❹
❷CUTOFF FREQUENTIE
Instelbereik:0 ~ 127
Hier bepaalt u de Cuto frequentie van de Filter.
❸ RESONANCE
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee kunt u een gecontroleerde versterking toevoegen aan de Cuto frequentie, waardoor de oorspronkelijke klank wordt gekleurd.
❹CUTOFF KEY TRACK
Instelbereik: -100 ~±0 ~+100%
Hiermee bepaalt u de mate waarin de Cuto frequentie per nootverandert.
❺EG DEPTH
Instelbereik: -100 ~±0 ~+100%
Hiermee bepaalt u de mate waarin de Cuto frequentie wordtveranderd door de Filter EG. Bij “0” verandert de Cutofffrequentie niet. Bij 100% verandert de Cuto frequentie in grotemate.
❻EG VEL KEY TRACK
Instelbereik:0 ~+100%
Hiermee bepaalt u de mate van Filter EG door deaanslaggevoeligheid van bespeelde toetsen.
Een lagere aanslagsnelheid produceert minder lter-EQ. Eenhogere aanslaggevoeligheid zal een meer uitgesproken EQproduceren.
COMPONENT - FILTER EG
Met de Filter Envelope Generator kunt u bepalen hoe de Filterhet geluid verandert in een bepaalde tijdsduur.
❶
MODE
Hier selecteert u een ltermethode.
Level[dB]
0
-6
LP12 .................Low Pass 12dB; Het vermindert de Cuto frequentie met
Level[dB]
0
-6
HP12.................High Pass 12dB; Het vermindert onder de Cuto frequentie
Resonance
CutOff
12dB/octaaf.
Resonance
-1octCutOff
met 12dB/octaaf.
+1oct
Frequency
Frequency
❶
❷
❸
❹
De Filter EG werkt op dezelfde manier als de Pitch EG (ziepagina 95).
COMPONENT - AMPLITUDE
❶
❷
❸
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 97
97
AttackDecay, Slope and
by Decibel
❶VEL DEPTH
Instelbereik:-100 ~ +100%
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid volume in reactie op deaanslagsnelheid.
Bij “0” is er geen verandering in volume. Bij '+100%' wordt hetvolume gewijzigd met de maximale hoeveelheid die overeenkomtmet de aanslaggevoeligheid.
❷ PAN
Instelbereik:L64 ~ C ~ R63
Hiermee bepaalt u de stereo plaatsing, of Pan instelling, voor degeselecteerde Component.
Bij "-C-" bevindt het geluid zich in het midden. Bij"L64" is hetgeluid alleen in het linkerkanaal. Bij "R63" is het geluid alleen inhet rechterkanaal.
❸PAN IMAGE
Hier bepaalt u de stereo plaatsing per noot.
Fixed ................Geen panning - alle noten komen door het midden.
L-R .....................Wanneer u noten chromatisch speelt op het toetsenbord,
zullen deze als eerste aan de linkerkant klinken.
R-L .....................Wanneer u noten chromatisch speelt op het toetsenbord,
zullen deze als eerste aan de rechterkant klinken.
Pyramid ..........Wanneer u noten chromatisch speelt op het toetsenbord,
zullen deze eerst in het midden en afwisselend links enrechts klinken.
Inverted ..........Wanneer u noten chromatisch speelt op het toetsenbord,
zullen deze beginnen aan het ene uiteinde en afwisselen tussen links en rechts totdat ze elkaar in het middenontmoeten.
Een hogere waarde creëert een lineaire versmalling die geschikt is vooreen “opwaarts” niveau. Een lagere waarde creëert een exponentiëleversmalling die geschikt is voor een "neerwaarts" niveau.
NB: De Decay Coecient regelt zowel de Decay- als de Slope-zones.
MULTIEFFECT 1
Zie "Multi-eecten 1" (P.106).
OVERDRIVE
Zie 'Overdrive'. (P.111)
MULTIEFFECT 2
COMPONENT -AMPLITUDE EG
De Amplitude EG is een Envelope Generator die van invloed isop het Volume.
❶
❷
❸
❹
De Amplitude EG werkt op dezelfde manier als de Pitch EG; hetheeft echter enkele aanvullende parameters die hieronder wordenuitgelegd.
NB: Gebruik de [DIRECTION] [] knop om het scherm naar beneden
te laten gaan om de extra Parameters te zien.
⓭ATTACK COEFFICIENT
⓮DECAY COEFFICIENT
⓯RELEASE COEFFICIENT
Instelbereik:0 ~ 127
Hiermee bepaalt u de contour voor elke envelope zone.
Level
Release
Zie "Multi-eecten 2." (P.112)
EQUALIZER
Zie "Equalizer." (P.116)
Coef = 127
Coef = 0
TimeTime
Parameters Bewerken
Page 98
PIANO/ENSEMBLE - vervolgd
98
EEN COMPONENT KOPIËREN
Om alle parameters van de ene Component naar de andere tekopiëren, doet u het volgende:
1.OPEN DE PATCH FUNCTION MODUS
❹
❶
❷
❸
Druk op de [EDIT] knop om de FUNCTION Modus voor deVoice Sectie te openen die u wenst.
2.OPEN HET APP APPLICATIE MENU
Druk op de [] knop en laat deze los om het applicatie menu
te openen.
2.SELECTEER "COPYCOMPONENT"
Gebruik de [DIRECTION] [] knop om de cursor teverplaatsen naar “COPY COMPONENT” en druk op de[ENTER] knop.
3.SELECTEER BRON EN BESTEMMING
❺
❻
❼
❽
❶ COPY
Gebruik de [VALUE] draaiknop om de bron te selecteren (decomponent waarvan u wilt kopiëren).
❷ TO
Gebruik de [VALUE] draaiknop om de bestemming te selecteren(de component waarnaar u wilt kopiëren).
❸ COPY
Nadat u het bovenstaande hebt gedaan, gebruikt u de[DIRECTION] [] knop om de cursor te verplaatsen naar hetCOPY icon en drukt u op de [ENTER] knop.
EEN PATCH OF COMPONENTINITIALISEREN
De beste manier om een aangepaste Patch te maken is normaalgesproken een Patch te vinden die al het meeste bevat van wat uwilt, en alleen de parameters te bewerken die nodig zijn om uwaangepaste patch te maken.
In sommige gevallen kan het echter nuttig zijn om de inhoud vaneen patch of component binnen een patch volledig te wissen ente beginnen met een 'schone lei'. In dit geval kunt u een completepatch of één van de vier componenten binnen een patchinitialiseren. Dit wordt uitgelegd vanaf de volgende pagina.
COMPONENTS &POLYFONIE
Polyfonie verwijst naar het aantal noten dat tegelijkertijd kanworden gespeeld. De PIANO en ENSEMBLE secties hebben een totale polyfonie van 128 noten. Het aantal Componentendat in een Patch wordt gebruikt, heeft invloed op het aantaltoetsen dat tegelijkertijd kan worden gespeeld voordat de limietvan 128 noten wordt bereikt.
Patches die een enkele Component gebruiken, kunnenbijvoorbeeld 128 noten spelen als reactie op 128 toetsaanslagen.Sommige Patches gebruiken echter meer dan één Component.Patch #F209 'Soundtrack’ bijvoorbeeld, gebruikt drie (3)Componenten, wat betekent dat het indrukken van één toets ervoor zorgt dat er drie noten worden gespeeld. Daarom, als42 toetsen worden ingedrukt, wordt de nootlimiet bereikt. Alsde limiet van 128 noten wordt overschreden, worden eerdergespeelde noten geannuleerd of 'vallen ze uit', zodat de extranoten hoorbaar zijn.
Hoewel sommige zeer dramatische effecten kunnen wordengecreëerd met behulp van meer dan één Component, ishet raadzaam om te weten dat het gebruik van meerdereComponenten minder toetsen bevat die kunnen wordeningedrukt voordat de limiet van 128 noten wordt bereikt.
❶
❷
❸
Selecteer de bron en bestemming om te kopiëren en druk op de[ENTER] knop.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Page 99
99
EEN PATCH INITIALISEREN
Om een Patch in zijn geheel te initialiseren voordat u dezebewerkt, doet u de volgende:
1.OPEN DE PATCH FUNCTION MODUS
❹
❶
❷
❸
Druk op de [EDIT] knop om de FUNCTION Modus voor deVoice Sectie te openen die u wilt.
2.OPEN HET APP APPLICATIE MENU
❺
❻
❼
❽
EEN COMPONENT INITIALISEREN
Om een individuele Component te initialiseren, doet u hetvolgende:
1.OPEN DE PATCH FUNCTION MODUS
❹
❶
❷
❸
Druk op de [EDIT] knop om de FUNCTION Modus voor deVoice Sectie te openen die u wilt.
2.OPEN HET APP APPLICATIE MENU
❺
❻
❼
❽
Druk op de [] knop en laat deze los om het applicatie menu
te openen.
3.SELECTEER"INITIALIZE PIANO OFENSEMBLE"
Druk op de [ENTER] knop.
4.SELECTEER DE PARAMETERS DIE UWILT INITIALISEREN
Gebruik de [VALUE] draaiknop om de Parameters te selecterendie moeten worden geïnitialiseerd. Gebruik de [DIRECTION][] knop om de cursor te verplaatsen naar het [INITIALIZE]icon en druk op de [ENTER] knop.
Common.........Parameters zoals General, LFO, etc., exclusief Components.
All ......................Alle parameters inclusief Components.
Druk op de [] knop en laat deze los om het applicatie menu te
openen.
3.SELECTEER "INITIALIZECOMPONENT"
Gebruik de [DIRECTION] [] knop om de cursor te verplaatsennaar [INITIALIZE COMPONENT] en druk op de [ENTER]knop.
4.SELECTEER HET COMPONENT DAT UWILT INITIALISEREN
Gebruik de [VALUE] draaiknop om het Component te selecterendie u wilt initialiseren en druk op de [ENTER] knop.
1 tot 4 ..............Elk Component.
All ......................Alle Components.
Parameters Bewerken
Page 100
100
MONO SYNTH
Met deze FUNCTION modus kunt u Patches bewerken en creëren in de MONO SYNTH-Voice Sectie.
De MONO SYNTH Voice Sectie is, zoals de naam al aangeeft,een monofone synthesizer die gebruik maakt van fysiekemodellering. Er zijn verschillende individuele Oscillator Typesdie kunnen worden geselecteerd.
Het geselecteerde oscillatortype kan worden gewijzigd doorde lter (timbre), amplitude (volume), Sectie Eecten (Multi-eecten en overdrive) en de Equalizer.
Tevens zijn getimede kenmerken zoals de LFO en EnvelopeGenerators voor Pitch & Filter en Amplitude aanwezig.
PAGINA'S EN PARAMETERS
Expression
CC
Trig
Audio
Env
Amplitude
Section Effect
(Mfx1 - Exp - OD - Mfx2)
Section
Equalizer
AMPLITUDE
Hiermee bepaalt u de Amplitude (volume) Parameters.
AMP EG
Hiermee bepaalt u de Amplitude Envelope.
MULTIEFFECT 1
Hiermee bepaalt u de Multi Effects 1 (Tremolo, Wah-Wah, RingModulator, Compressor) voor elke MONO SYNTH Patch
OVERDRIVE
Hiermee bepaalt u de Overdrive instellingen voor elke Patch.
MULTIEFFECT 2
Hiermee bepaalt u de Multi Effects 2 (AutoPan, Phaser, Flanger,Chorus, Delay) voor elke MONO SYNTH Patch.
Section Volume
GENERAL
Deze pagina biedt u de mogelijkheid om de algemene parametersaan te passen in deze Patch.
1. VOLUME
Hiermee kunt u het volume aan te passen.
2. PORTAMENTO
Hiermee bepaalt u Parameters voor het verschuiven van detoonhoogte tussen de laatste noot en de huidige noot.
3.PITCH BEND
Hiermee bepaalt u het bereik van de Pitch Bend.
LFO
Deze pagina biedt u de mogelijkheid om de LFO (Low FrequencyOscillator) die vibrato- of tremolo-eecten creëert, en de diepte,aan te passen.
OSCILLATOR
Hiermee bepaalt u de oscillatiemethode en toonhoogte.
FILTER
Hiermee bepaalt u de lter Parameters.
PITCH& FILTER EG
Hiermee bepaalt u de Pitch & Filter-envelope.
EQUALIZER
Hiermee stelt u de Equalizer in.
APP APPLICATIE MENU
Met het APP-menu (applicatie) kunt u snel verschillendemenupagina's selecteren. Om het APP-menu weer te geven:
1. Selecteer de SYNTH FUNCTION-modus.
2. Druk op de [] knop en laat hem los. De menu-opties die u
hieronder ziet worden weergegeven:
INITIALIZE SYNTH...................Initialiseer alle Patch Parameters in de
huidige Patch die u bewerkt.
REGISTER PAGE TO FAV ........Registreer de huidige weergegeven pagina
bij de favorieten.
Om een optie te selecteren:
1. Gebruik de [DIRECTION] [p]/[] knoppen om degewenste optie te markeren.
2. Druk op de [ENTER] knop om de gewenste optie teselecteren.
HA<O>
SK PRO/SK PRO-73 Handleiding
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.