GYS GYSPOT PTI GENIUS User guide [nl]

NL
1-52
GYSPOT PTI GENIUS
208/240 V
73502_V3_10/08/2023
www.gys.fr
1
30°
GYSPOT PTI GENIUS
915 285
15°
1225
MONTAGE
x2 x2
A
A
2
M5x12
(x6)
5 N·m
MONTEREN VAN DE HOUDER G-KLEM
GYSPOT PTI GENIUS
M5x18 M5
MONTAGE HOUDER ARM G9 (OPTIONEEL)
(x4)
M5x18 M5
(x4)
8 N·m
(x4)
(x4)
8 N·m
M5x12
(x4)
8 N·m
M5x12
(x2)
5 N·m
M8x20
M5x12
(x2)
(x8)
20 N·m
8 N·m
3
MONTAGE STEUNARM
De steunarm mag uitsluitend worden gebruikt voor het ondersteunen van het gewicht van de las-klem. De steunarm mag nooit worden gebruikt voor het optillen van voorwerpen of voor andere doeleinden, daar dit de arm en de trolley kan doen omvallen.
GYSPOT PTI GENIUS
1
M8x16 M8x60
(x8) (x1)
20 N·m
Dopmoer M8 (x1) Borgmoer M8 (x1)
Dopmoer - 20 N.m
M5x12
(x4)
4 N·m
M8 x 60
Borgmoer - 20 N.m
4
GYSPOT PTI GENIUS
2
M8 x 16 - 20 N.m
M5 x 12 - 4 N.m
3
M8x16 M5x12
(x2) (x2)
20 N.m 4 N.m
Plaats de balancer in z’n houder.
i
4
M8x16
(x2)
20 N·m
5
GYSPOT PTI GENIUS
5
M8x16 M5x12
Sluitring M8
Sluitring M8 (x2) Sluitring M5 (x1)
Sluitring M8
Sluitring M5 M5 x 12 - 0.5 N.m
6
Trek aan de kabel van de balancer en geleid deze door de katrol en de opening.
(x4) (x1)
20 N·m
0.5 N.m
i
6
GYSPOT PTI GENIUS
7
8
M8x16
M5x12 (x2)
M5 x 12 - 4 N.m
(x4)
20 N·m 4 N.m
7
GYSPOT PTI GENIUS
9
Montage van de onderste scharnierlager (meegeleverd met de steunarm).
i
M8x20
(x2)
20 N·m
8
GYSPOT PTI GENIUS
10
Zet de twee voorste wieltjes van de generator op de rem.
i
9
11
GYSPOT PTI GENIUS
10
Onderschat het gewicht van de steunarm niet (17,4 kg) !
Twee personen zijn nodig om de steun op de generator te monteren of te demonteren.
12
GYSPOT PTI GENIUS
11
13
GYSPOT PTI GENIUS
Laat de steunarm draaien tot de schroef in de uitsparing valt.
i
12
14
GYSPOT PTI GENIUS
Vergrendel de steunarm door de houder te bevestigen.
i
M5x12
(x4)
4 N·m
13
15
GYSPOT PTI GENIUS
Sluit de cilinder aan op de trolley.
Druk op de knop om de steunarm in de lage positie te plaatsen.
i
UP DOWN
14
16
GYSPOT PTI GENIUS
i
8 N·m
Draai met behulp van de meegeleverde sleutel de moer aan en stel zo de hardheid van het bewe­gende deel in. Adjust the hardness of the moving part by tighte­ning the nut with the key provided. Stellen Sie die Härte des beweglichen Teils ein, indem Sie die Mutter mit dem mitgelieferten Schlüssel anziehen. Ajuste la dureza de la parte móvil apretando la tuerca con la llave suministrada.
Отрегулируйте твердость подвижной части, затянув гайку с помощью прилагаемого ключа.
Stel de hardheid van het bewegende deel af door de moer aan te draaien met de bijgeleverde sleutel. Regolare la durezza della parte mobile stringendo il dado con la chiave fornita
15
17
GYSPOT PTI GENIUS
Het regelen van de spanning van de kabel van de balancer :
u moet hiertoe de klem aan de kabel hangen.
Opbergen van de balancer
i
195 cm max.
14 kg max.
MONTEREN BEVEILIGING AANSLUITINGEN
16
FIG-1
1
2
GYSPOT PTI GENIUS
Opbergen van de elektro­den
4
5
6
7
3
FIG-2
8
9
1
2
9 10 11
3 4 5
7
12
86
17
GYSPOT PTI GENIUS
NL
WAARSCHUWINGEN - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
ALGEMENE INSTRUCTIES
Voor het in gebruik nemen moeten deze instructies zorgvuldig gelezen en goed begrepen worden. Voer geen onderhoud of wijzigingen uit die niet in de handleiding vermeld staan. Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u hem eventueel kunt raadplegen in geval van vragen.
Ieder lichamelijk letsel en iedere vorm van materiële schade, veroorzaakt door het niet naleven van de instructies in deze handleiding, kan niet verhaald worden op de fabrikant van het apparaat.
Raadpleeg, bij problemen of onzekerheid over het gebruik, een bevoegd en gekwaliceerd persoon om het apparaat correct te installeren. Deze
instructies hebben betrekking op het materiaal zoals het geleverd wordt. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om, wanneer de instructies niet worden gerespecteerd, een risico-analyse uit te voeren,
OMGEVING
Dit apparaat mag uitsluitend gebruikt worden voor het uitvoeren van laswerkzaamheden, en alleen volgens de in de handleiding en/of op het typeplaatje vermelde instructies. De veiligheidsvoorschriften moeten altijd gerespecteerd worden. In geval van onjuist of gevaarlijk gebruik van dit materiaal kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
De installatie mag alleen worden gebruikt en bewaard in een stof- en zuurvrije ruimte, en in afwezigheid van ontvlambaar gas of andere corrosieve substanties. Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik van deze apparatuur.
Temperatuur-indicaties : Gebruik tussen +5°C en +40°C (+41°F en +104°F). Opslag tussen -25°C en +55°C (-13°F en +131°F) Luchtvochtigheid: Lager of gelijk aan 50% bij 40°C (104°F). Lager of gelijk aan 90% bij 20°C (68°F). Hoogte : Tot 1000 m boven de zeespiegel (3280 voet).
PERSOONLIJKE BESCHERMING EN BESCHERMING VAN ANDEREN
Weerstandlassen kan gevaarlijk zijn en ernstige of zelfs dodelijke verwondingen veroorzaken. Deze techniek mag alleen door gekwaliceerd personeel
uitgevoerd worden, dat een adequate opleiding (bv. een opleiding tot autoschade-hersteller) heeft gevolgd. Tijdens het lassen worden de individuen blootgesteld aan een gevaarlijke warmtebron en aan elektro-magnetische velden (waarschuwing voor dragers van een pacemaker), aan elektrocutie gevaar, aan lawaai en aan uitstoting van gassen. Bescherm uzelf en bescherm anderen, respecteer de volgende veiligheidsinstructies :
Draag, om uzelf te beschermen tegen brandwonden en straling, droge, goed isolerende kleding zonder omslagen, brandwerend en in goede staat, die het gehele lichaam bedekt.
Draag handschoenen die een elektrische en thermische isolatie garanderen.
Draag een lasbescherming en/of een lashelm die voldoende bescherming biedt (afhankelijk van de lastoepassing). Bescherm uw ogen tijdens schoonmaakwerkzaamheden. Het dragen van contactlenzen is uitdrukkelijk verboden. Soms is het nodig om het lasgebied met brandwerende gordijnen af te schermen tegen projectie en wegspattende gloeiende deeltjes. Informeer de personen in de laszone om aangepaste beschermende kleding te dragen die voldoende bescherming biedt.
Gebruik een bescherming tegen lawaai als de laswerkzaamheden een hoger geluidsniveau bereiken dan de toegestane norm (dit geldt tevens voor alle personen die zich in de las-zone bevinden).
Houd uw handen, haar en kleding op voldoende afstand van bewegende delen (ventilator, elektroden...). Verwijder nooit de behuizing van de koelgroep wanneer de las-installatie aan een elektrische voedingsbron is aangesloten en onder spanning staat. Wanneer dit toch gebeurt, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gehouden in geval van letsels of ongelukken.
De elementen die net gelast zijn zijn heet, en kunnen brandwonden veroorzaken wanneer ze aangeraakt worden. Zorg ervoor dat, tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de klem of het pistool, deze voldoende afgekoeld zijn en wacht ten minste 10 minuten alvorens met de werkzaamheden te beginnen. De koelgroep moet in werking zijn tijdens het gebruik van een watergekoelde klem, om zo te voorkomen dat de vloeistof brandwonden veroorzaakt. Het is belangrijk om, voor vertrek, het werkgebied veilig achter te laten, om mensen en goederen niet in gevaar te brengen.
18
LASDAMPEN EN GASSEN
Dampen, gassen en stofdeeltjes die worden uitgestoten tijdens het lassen zijn gevaarlijk voor de gezondheid. Zorg voor voldoende ventilatie, soms is toevoer van verse lucht tijdens het lassen noodzakelijk. Een lashelm met verse luchtaanvoer kan een oplossing zijn als er onvoldoende ventilatie is.
Controleer of de afzuigkracht voldoende is, en verieer of deze aan de gerelateerde veiligheidsnormen voldoet.
GYSPOT PTI GENIUS
Waarschuwing: bij het lassen in kleine ruimtes moet de veiligheid op afstand gecontroleerd en gemonitord worden. Bovendien kan het lassen van
materialen die bepaalde stoen zoals lood, cadmium, zink, kwik of beryllium bevatten bijzonder schadelijk voor de gezondheid zijn. Ontvet de te
lassen materialen voor aanvang van de laswerkzaamheden.
De gasessen moeten worden opgeslagen in een open of goed geventileerde ruimte. Ze moeten in verticale positie gehouden worden, in een houder
of op een trolley. Lassen in de buurt van vet of verf is verboden.
NL
BRAND EN EXPLOSIE-RISICO
Scherm het lasgebied volledig af, brandbare stoen moeten op minimaal 11 meter afstand geplaatst worden.
Een brandblusinstallatie moet aanwezig zijn in de buurt van laswerkzaamheden.
Pas op voor het wegspatten van hete onderdelen of vonken, zelfs door kieren heen. Deze kunnen brand of explosies veroorzaken. Houd personen, ontvlambare voorwerpen en containers onder druk op veilige en voldoende afstand. Het lassen in containers of gesloten buizen of houders is verboden, en als ze open zijn dan moeten ze ontdaan worden van ieder ontvlambaar of
explosief product (olie, brandstof, gas-residuen....).
Slijpwerkzaamheden mogen niet worden gericht naar de lasstroombron of in de richting van brandbare materialen.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Het elektrische netwerk dat wordt gebruikt moet altijd geaard zijn. Een elektrische schok kan, direct of indirect, ernstige en zelfs dodelijke ongelukken veroorzaken.
Raak nooit delen aan de binnen- of buitenkant van de machine aan (kabels, elektroden, armen, toortsen....) die onder spanning staan. Deze delen
zijn aangesloten op het lascircuit. Koppel, voordat u het lasapparaat opent, dit los van het stroom-netwerk en wacht 2 minuten totdat alle condensatoren ontladen zijn.
Zorg ervoor dat, als de kabels, elektroden of las-armen beschadigd zijn, deze vervangen worden door gekwaliceerd en bevoegd personeel. Gebruik
alleen kabels met de geschikte doorsnede. Draag altijd droge, in goede staat verkerende kleren om uzelf van het lascircuit te isoleren. Draag isolerend schoeisel, waar u ook werkt.
Waarschuwing ! Zeer heet oppervlak. Kan brandwonden veroorzaken.
• De verhitte onderdelen en apparatuur kunnen brandwonden veroorzaken.
• Raak de verhitte onderdelen niet met de blote hand aan.
• Wacht tot de onderdelen en het apparaat afgekoeld zijn alvorens ze aan te raken.
• Bij brandwonden, grondig en met veel water afspoelen en onmiddellijk een arts raadplegen.
EMC CLASSIFICATIE VAN HET MATERIAAL
Dit Klasse A materiaal is niet geschikt voor gebruik in een woonomgeving waar de stroom wordt aangeleverd door een openbaar laagspanningsnet. Het is mogelijk dat er problemen ontstaan met de elektromagnetische compatibiliteit in deze omgevingen, vanwege storingen of radio-frequente straling.
Dit materiaal is niet conform de IEC 61000-3-12 norm en mag alleen aangesloten worden op private laagspanningsnetwerken als die zijn aangesloten op een openbaar stroomnetwerk met midden- of hoogspanning. Als het apparaat aangesloten wordt op een openbaar laagspanningsnetwerk is het de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van het apparaat om de
stroomleverancier te contacteren en zich ervan te verzekeren dat het apparaat daadwerkelijk zonder risico op het betreende
netwerk aangesloten kan worden.
ELEKTROMAGNETISCHE EMISSIES
Elektrische stroom die door geleidend materiaal of kabels gaat veroorzaakt plaatselijk elektrische en magnetische velden (EMF). De lasstroom wekt een elektromagnetisch veld op rondom de laszone en het lasmateriaal.
De elektromagnetische velden (EMF) kunnen de werking van bepaalde medische apparaten, zoals pacemakers, verstoren. Voor mensen met medische implantaten moeten speciale veiligheidsmaatregelen in acht genomen worden. Bijvoorbeeld : toegangsbeperking voor voorbijgangers, of een individuele risico-evaluatie voor de lassers.
Alle lassers zouden de volgende adviezen op moeten volgen om de blootstelling aan elektro-magnetische straling van het lascircuit tot een minimum te beperken:
• plaats de laskabels samen - bind ze zo mogelijk onderling aan elkaar vast;
• houd uw romp en uw hoofd zo ver mogelijk verwijderd van het lascircuit;
• wikkel de laskabels nooit rond uw lichaam;
• ga niet tussen de laskabels in staan. Houd de twee laskabels aan dezelfde kant van uw lichaam;
• sluit de massaklem aan op het werkstuk, zo dicht mogelijk bij de te lassen zone;
• werk niet vlakbij de lasstroombron, ga er niet op zitten en leun er niet tegenaan;
• niet lassen tijdens het verplaatsen van de lasstroombron of het draadaanvoersysteem.
19
GYSPOT PTI GENIUS
Personen met een pacemaker moeten eerst een arts raadplegen voordat ze het apparaat gaan gebruiken. Blootstelling aan elektromagnetische straling tijdens het lassen kan gevolgen voor de gezondheid hebben die nog niet bekend zijn.
NL
AANBEVELINGEN OM DE LASWERKPLEK EN DE INSTALLATIE TE EVALUEREN
Algemene aanbevelingen
De gebruiker is verantwoordelijk voor het installeren en het gebruik van het lasmateriaal voor weerstandslassen, en moet hierbij de instructies van de fabrikant opvolgen. Als elektromagnetische storingen worden geconstateerd, is het de verantwoordelijkheid van de gebruiker van de lasapparatuur om het probleem op te lossen, in samenwerking met de technische dienst van de fabrikant. In sommige gevallen kan de oplossing liggen in een
eenvoudige aarding van het lascircuit. In andere gevallen kan het nodig zijn om met behulp van lters een elektromagnetisch schild rondom de
stroomvoorziening en om het gehele werkvertrek te creëren. In ieder geval moeten de storingen, veroorzaakt door elektromagnetische stralingen, beperkt worden tot een aanvaardbaar niveau.
Evaluatie van de lasruimte
Voor het installeren van een booglas-installatie moet de gebruiker de eventuele elektro-magnetische problemen in de omgeving evalueren. De volgende gegevens moeten in aanmerking worden genomen : a) de aanwezigheid boven, onder en naast het lasmateriaal van andere voedingskabels, besturingskabels, signaleringskabels of telefoonkabels; b) de aanwezigheid van radio- en televisiezenders en ontvangers; c) de aanwezigheid van computers en overig besturingsmateriaal; d) de aanwezigheid van belangrijk beveiligingsmateriaal, voor bijvoorbeeld de beveiliging van industrieel materiaal; e) de gezondheid van personen in de directe omgeving van het apparaat, en het eventueel dragen van een pacemaker of een gehoorapparaat. f) materiaal dat wordt gebruikt voor het kalibreren of het uitvoeren van metingen; g) de immuniteit van overig materiaal aanwezig in de omgeving. De gebruiker moet zich ervan verzekeren dat alle apparatuur in de werkruimte compatibel is. Het is mogelijk dat er extra beschermende maatregelen nodig zijn; h) een aanpassing van het moment dat het lassen of andere activiteiten plaatsvinden.
De afmeting van het omliggende gebied dat in acht moet worden genomen en/of moet worden beveiligd hangt af van de structuur van het gebouw en van de overige activiteiten die er plaatsvinden. Dit omliggende gebied kan groter zijn dan de begrenzingen van het gebouw.
Een evaluatie van de lasinstallatie
Naast een evaluatie van de laszone kan een evaluatie van de booglasinstallaties elementen aanreiken om storingen vast te stellen en op te lossen. Bij het evalueren van de emissies moeten de werkelijke meetresultaten worden bekeken, zoals deze zijn gemeten in de reële situatie, zoals vermeld
in Artikel 10 van de CISPR 11.2009 De metingen in de specieke situatie, op een specieke plek, kunnen tevens helpen de doeltreendheid van de
maatregelen te testen.
AANBEVELINGEN OM ELEKTROMAGNETISCHE EMISSIES TE REDUCEREN
a. Openbaar stroomnet: U kunt de booglasinstallatie aansluiten op een openbaar stroomnet, met inachtneming van de aanbevelingen van de
fabrikant. Als er storingen plaatsvinden kan het nodig zijn om extra voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals het lteren van het openbare stroomnetwerk.
Er kan overwogen worden om de voedingskabel van de lasinstallatie af te schermen in een metalen leiding of een gelijkwaardige bescherming. Het is wenselijk om de elektrische continuïteit van deze afscherming over de gehele lengte te verzekeren. De bescherming moet aangekoppeld worden aan de lasstroomvoeding, om er zeker van te zijn dat er een goed elektrisch contact is tussen de geleider en het omhulsel van de lasstroomvoeding.
b. Onderhoud van het materiaal : De apparatuur moet regelmatig worden onderhouden, volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Alle toegangen, service ingangen en kleppen moeten gesloten en correct vergrendeld zijn wanneer het lasmateriaal in werking is. Het lasmateriaal mag op geen enkele wijze veranderd of aangepast worden, met uitzondering van veranderingen en instellingen zoals genoemd in de handleiding van de fabrikant.
c. Laskabels : De kabels moeten zo kort mogelijk zijn, en dichtbij elkaar en vlakbij of, indien mogelijk, op de grond gelegd worden.
d. Equipotentiaal verbinding : Het is wenselijk om alle metalen objecten in en om de werkomgeving te aarden. Waarschuwing : metalen objecten
die verbonden zijn aan het te lassen voorwerp vergroten het risico op elektrische schokken voor de lasser, wanneer hij tegelijkertijd deze objecten en de elektrode aanraakt. Het wordt aangeraden de lasser van deze voorwerpen te isoleren.
e. Aarding van het te lassen onderdeel : Wanneer het te lassen voorwerp niet geaard is, vanwege elektrische veiligheid of vanwege de afmetingen en de locatie, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn bij scheepsrompen of metalen structuren van gebouwen, kan een verbinding tussen het voorwerp en de aarde, in sommige gevallen maar niet altijd, de emissies verkleinen. Vermijd het aarden van voorwerpen wanneer daarmee het risico op verwondingen van de lassers of op beschadigingen van ander elektrisch materiaal vergroot wordt. Indien nodig, is het beter dat het aarden van het te lassen voorwerp rechtstreeks plaatsvindt, maar in sommige landen waar deze directe aarding niet toegestaan is is het aan te raden te aarden
met een daarvoor geschikte condensator, die voldoet aan de reglementen in het betreende land.
f. Beveiliging en afscherming : Selectieve afscherming en beveiliging van andere kabels en materiaal in de omgeving kan eventuele problemen verminderen. Voor speciale toepassingen kan de beveiliging van de gehele laszone worden overwogen.
TRANSPORT EN VERVOER VAN DE LASSTROOMBRON
De lasstroombron is uitgerust met handvatten waarmee het apparaat met de hand gedragen kan worden. Let op : onderschat het gewicht niet. De handvatten zijn niet bedoeld om het apparaat aan omhoog te hijsen.
20
GYSPOT PTI GENIUS
Gebruik de kabels niet om de lasstroombron te verplaatsen. Til nooit het apparaat boven personen of voorwerpen.
NL
INSTALLATIE VAN HET MATERIAAL
• Plaats de voeding op een ondergrond met een helling van minder dan 10°.
• Plaats het lasapparaat niet in de stromende regen, en stel het niet bloot aan zonlicht.
• IP20 beschermingsklasse, wat betekent dat :
- het apparaat is beveiligd tegen toegang in gevaarlijke delen van solide elementen met een diameter van >12,5mm en
- het niet beveiligd is tegen waterprojectie.
Om oververhitting te voorkomen moeten de voedingskabels, verlengsnoeren en laskabels volledig afgerold worden.
De fabrikant kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor lichamelijk letsel of schade aan voorwerpen veroorzaakt door niet correct of gevaarlijk gebruik van dit materiaal.
ONDERHOUD / ADVIES
• De gebruikers van dit apparaat moeten een adequate opleiding hebben gevolgd, zodat ze deze machine optimaal en veilig kunnen gebruiken (bijvoorbeeld : een opleiding tot autoschade-hersteller).
• Voordat u een voertuig gaat repareren, moet geverieerd worden of de fabrikant van het voertuig de door u gebruikte lastechniek goedkeurt.
Het onderhoud en de reparatie van de generator mogen alleen door de fabrikant uitgevoerd worden. Iedere vorm van onderhoud op deze generator uitgevoerd door derden zal de garantievoorwaarden nietig verklaren. De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor ieder incident dat zich voordoet nadat het apparaat door derden onderhouden of gerepareerd is.
Haal de stekker uit het stopcontact om de elektriciteitsvoorziening te onderbreken en wacht twee minuten alvorens werkzaamhe­den aan het apparaat te verrichten. De spanning en de stroomsterkte binnen het toestel zijn hoog en gevaarlijk.
• Voor iedere onderhoudsbeurt moet de perslucht-toevoer afgesloten worden, en moet het circuit van het apparaat drukloos worden gemaakt.
• Reinig regelmatig het lter van de luchtontvochtiger, die zich achterop het apparaat bevindt.
• Het apparaat is uitgerust met een stabilisator, die het manipuleren van de klem makkelijker maakt. Laat echter de klem nooit langere tijd aan de kabel bungelen, dit zal de stabilisator sneller doen verslijten. Vermijd dat de klem op de steun valt, dit zal de steun beschadigen.
• Het is mogelijk de veerspanning van de stabilisator aan te passen met behulp van de meegeleverde sleutel.
• Het koelvloeistof-niveau is belangrijk voor het correct functioneren van het apparaat. Het vloeistof-niveau moet altijd tussen het « minimum » en « maximum » niveau, zoals aangegeven op het apparaat, liggen. Controleer dit niveau regelmatig en vul indien nodig bij.
• Het wordt aanbevolen de koelvloeistof iedere twee jaar te vervangen.
• Al het lasmateriaal is aan slijtage onderhevig. Let er op dat uw lasgereedschap schoon blijft, zodat het apparaat optimaal kan functioneren.
• Controleer, voor het gebruik van de pneumatische klem, de staat van de elektroden/caps (dit
geldt zowel voor de platte, ronde als schuinaopende caps). Reinig ze indien nodig met behulp van schuurpapier (jn) of vervang ze (zie referentie(s) op het apparaat).
• Om een goed laspunt te verkrijgen moeten de caps ongeveer iedere 200 punten vervangen worden. Voor deze:
- Demonteer de caps met behulp an een speciale sleutel (art. code 050846)
- Monteer de caps met contactvet (art. code 050440)
• Caps Type A (art. code 049987)
• Caps type F (art. code 049970)
• Caps afgeschuind (art. code 049994)
A
A
F
F
A
A
LET OP: de caps moeten op één perfecte lijn liggen. Controleer, als dit niet het geval is, of de elektroden op één lijn liggen (zie «Montage van de armen» p. 28)
• Controleer, voor u het pistool gebruikt, de staat van de verschillende onderdelen (ster, elektrode, koolstof elektrode...........), maak ze indien nodig
schoon, of vervang ze als ze in slechte staat zijn.
• Neem regelmatig de behuizing af en maak het apparaat met een blazer stofvrij. Maak van deze gelegenheid gebruik om met behulp van geïsoleerd
gereedschap ook de elektrische verbindingen te laten controleren door gekwaliceerd personeel.
• Controleer regelmatig de staat van de voedingskabel en de staat van de kabel van het lascircuit. Als er slijtage zichtbaar is moeten de kabels
vervangen worden door de fabrikant of diens after-sales dienst, of door een gelijkwaardig gekwaliceerd technicus, om zo ieder risico op ongelukken
te voorkomen.
Na ieder gebruik moet u controleren of de kabel niet gedraaid is; laat deze niet in gedraaide toestand. Een kabel die permanent gedraaid is zal vroegtijdig slijten en kan elektrisch gevaar opleveren voor de gebruiker ervan.
• Laat de ventilatie-opening van de lasstroombron vrij zodat de lucht goed kan circuleren.
GEBRUIK STEUNARM
• De gebruiker moet voor gebruik het koelvloeistof reservoir correct vullen.
• De steunarm mag uitsluitend gebruikt worden om het gewicht van de klem te ondersteunen tijdens lasklussen.
• In geen enkel geval mag de steunarm worden gebruikt voor het optillen van voorwerpen of voor andere doeleinden, daar dit de arm en de trolley kan doen omvallen.
21
GYSPOT PTI GENIUS
100
93
205
180
96
154
NL
INSTALLATIE - WERKING VAN HET APPARAAT
Alleen ervaren en door de fabrikant gekwaliceerd personeel mag de installatie van dit apparaat uitvoeren. Verzekert u zich ervan dat de generator
tijdens het installeren NIET op het stroomnetwerk aangesloten is. Seriële en parallelle generator-verbindingen zijn verboden.
BESCHRIJVING VAN HET MATERIAAL (FIG-1)
Dit apparaat is ontworpen en gefabriceerd voor het uitvoeren van de volgende carrosserie-werkzaamheden :
- het puntlassen van plaatwerk met een pneumatische klem,
- het lassen van plaatwerk met pistool,
- het oplassen van nagels, klinknagels, ringetjes, bouten,
- het repareren van deuken en beschadigingen (veroorzaakt door hagel, met optie slaghamer). 1- Kaartlezer SD-kaart 6- Zekering netspanning
2- Human Machine Interaction (HMI) 7- Voedingskabel 3- Koelgroep 8- Dop 4- Houder vergrendeling steunarm 9- Peil koelvloeistof 5- Manometer
OMSCHRIJVING VAN DE KLEM G (FIG-2)
1- Hendel vergrendelen/ontgrendelen van de arm 7- Veiligheidspal 2- Verwisselbare arm 8- Hendel vergrendelen/ontgrendelen gyroscoop 3- Gyroscoop 9- Knop overopening 4- Pneumatisch onderdeel 10- Knop puntlassen 5- Elektrode over-opening 11- Knop voor het ingeven op afstand van instellingen 6- Zijhandvat 12- Hendel voor het instellen van de hoogte van de steunarm
Over-opening : met een druk op de knop (FIG 2 - 10), kan de over-opening van de klem geactiveerd worden. De elektrode trekt zich terug in de klem en creëert een uitsparing van 80 mm, om zo toegang te krijgen tot de te lassen zone, in plaats van de 20 mm in rust.
ACCESSOIRES EN OPTIES
Koel
vloeistof
5 l : 062511
10 l : 052246
Slijper voor caps Krachtsensor Testkoer lassen
048966 052314 050433 052758 070691 067226
40 caps
X 10
048935 050068 050853 050914
X 18
X 18
X 6
Beschermhoes SD kaart met
Europax
anti-roest
Kit renove
wi
programma’s
INCLUSIEF
Kit pistool PTI
GENIUS
22
96
G1 (550 daN) - art. code 022768
INCLUSIEF
100
180
G2 (300 daN) - art. code 022775 G3 (550 daN) - art. code 022782 G2 + G3 + G4 - art. code 022898
GYSPOT PTI GENIUS
117
100
44
NL
250
500
180
128
G4 (550 daN) - art. code 022799
G6 (550 daN) - art. code 022812 G7 (150 daN) - art. code 022829 G12 (550 daN) - art. code 075238
115
140
250
600
235
177
G5 (550 daN) (6.25 kg) - art. code
G10 (400 daN) (5 kg) - art. code
G9+ X1 (550 daN) - art. code 022881
X1 (550 daN) - art. code 050501
022805
067165
450
430
384
324
G8 (550 daN) - art. code 022836
15540
X2 (300daN) Art. code 050518
X6 (300daN) Art. code 050587
250
1000
VOEDING
• Dit materiaal is ontworpen om gebruikt te worden met een 200V / 240 V (50-60 Hz) driefasen geaarde elektrische installatie met vier draden, met
een ≥ 50 A vertraagde D-curve stroomonderbreker (of een zekering type aM).
De permanente geabsorbeerde stroom (I1p of ILp) wordt vermeld in het gedeelte « elektrische eigenschappen » van deze handleiding en komt ove­reen met de waarden bij optimale gebruiksomstandigheden. Controleer of de stroomvoorziening en de bijbehorende beveiligingen (netzekering en/of hoofdschakelaar) geschikt zijn voor de stroom die nodig is voor het gebruik van dit apparaat. In sommige landen kan het nodig zijn om de elektrische aansluiting aan te passen om het toestel optimaal te kunnen gebruiken.
• Aanbeveling betreende de elektrische voedingskabel :
Om het risico op plotselinge spanningsvermindering op de elektrische verbinding te voorkomen, en om te voorkomen dat de beveiligingsmechanismen worden verstoord moet het apparaat worden aangesloten op een hiervoor geschikt stopcontact. Dit stopcontact moet worden aangesloten op het elektrisch schakelbord en mag dan alleen dit apparaat voeden.
Controleer de sectie van de kabel die tot aan de aansluiting gaat : 4 x 16 mm² (6 AWG). Als de elektrische kabel langer is dan 10 m, moet een kabel met een sectie van 25 mm² (4 AWG) gebruikt worden. . Als u een verlengsnoer gebruikt, moet de sectie minimaal 16 mm² zijn (6 AWG) en 25 mm² (4 AWG) als de lengte van het geheel : snoer + verlengsnoer > 10m).
Voedingskabel Aansluiting 230 V / 3 fasen + aarding
L2
L1
L1
L2
L3
L1 : Fase 1 L2 : Fase 2
L3 : Fase 3
: Geaard (Groen/Geel of groen)
Neutraal (niet gebruikt)
• De lasstroombron schakelt over op beveiliging wanneer de netspanning lager of hoger is dan 15% van de aangegeven spanning(en) (een foutmel-
ding verschijnt dan op het display van het bedieningspaneel).
• Om het optimaal functioneren van het apparaat te garanderen, moet u voor gebruik controleren of het persluchtcircuit minimaal 8 bar (116 Psi) kan
leveren. Vervolgens moet het persluchtnet aangesloten worden op de achterkant van het apparaat. Het apparaat mag niet worden aangesloten op een persluchtnetwerk met een druk die lager is dan 4 bar (58 Psi) of hoger dan 10 bar (145 Psi).
L3
23
GYSPOT PTI GENIUS
NL
AANSLUITEN OP EEN STROOMGENERATOR
Het apparaat is niet beveiligd tegen de overspanningen die regelmatig veroorzaakt kunnen worden door generatoren. Het wordt dus afgeraden om deze apparatuur op dergelijke voedingsbronnen aan te sluiten.
VULLEN VAN HET KOELVLOEISTOF RESERVOIR
De koelvloeistof (of een gelijkwaardig product), aanbevolen door GYS, dient altijd gebruikt te worden : 5 l : Art. code 062511 • 10 l : Art. code 052246
Het gebruik van andere koelvloeistoen, met name standaard auto-koelvloeistof kan, door een elektrolytische reactie, leiden tot een ophoping van
vaste afzettingen in het circuit van het koelsysteem. Hierdoor kan de kwaliteit van de koeling verslechteren en kan het circuit verstopt raken. Iedere degradatie van het apparaat, veroorzaakt door het gebruik van een andere koelvloeistof dan het door GYS aanbevolen type zal niet onder de garan­tievoorwaarden vallen.
De aanbevolen vloeistof, indien puur gebruikt, beschermt het apparaat bij temperaturen tot -20°C (-4°F). De vloeistof kan tevens verdund worden, maar alleen met gedemineraliseerd water ; gebruik nooit kraanwater om de vloeistof mee te verdunnen ! Er moet altijd in ieder geval mini­maal 10 liter gebruikt worden om een minimale bescherming van het koelcircuit te waarborgen.
30 liter koelvloeistof
20 liter koelvloeistof + 10 liter gedemineraliseerd water
10 liter koelvloeistof + 20 liter gedemineraliseerd water
Iedere vorm van schade veroorzaakt door bevriezing van het apparaat valt niet onder de garantie.
Voor het vullen van het koelvloeistof reservoir gaat u als volgt te werk :
- Plaats de pneumatische klem op de houder.
- Maak gebruik van de meegeleverde tuit voor het vullen van het reservoir.
- Giet 30 liter vloeistof bij, tot halverwege het aangegeven niveau.
Veiligheidsgegevens betreende de koelvloeistof :
- verwijder, in geval van oogcontact, onmiddellijk de lenzen indien de getroen persoon deze draagt, en spoel uitvoerig de ogen met
helder water gedurende enkele minuten. Raadpleeg een arts.
- in geval van contact met de huid : onmiddellijk wassen met zeep, en direct ieder besmet kledingstuk verwijderen. Indien er irritaties optreden (rode vlekken enz.), moet er een arts geraadpleegd worden.
- indien het product ingeslikt wordt, moet de mond met veel helder water gespoeld worden. Veel water drinken. Raadpleeg een arts.
Onderhoud : Raadpleeg het hoofdstuk «VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD».
antivries bescherming tot -20°C (-4°F)
antivries bescherming tot -13°C (-9°F)
antivries bescherming tot -5°C (-23°F)
INGEBRUIKNAME VAN HET APPARAAT
• Het apparaat wordt opgestart wanneer u de schakelaar op ON zet (Fig 1 - 7). Het apparaat schakelt uit wanneer de schakelaar op OFF wordt gezet.
Waarschuwing ! Nooit de stroomvoorziening afsluiten wanneer het apparaat zich oplaadt. De PCB start een test-cyclus op en initialiseert de instellingen, dit duurt ongeveer 10 seconden. Hierna is het apparaat klaar voor gebruik.
• Zodra het apparaat onder spanning staat kan er vloeistof door de kabels stromen. Controleer of er geen lekkages zijn.
INTERFACE HUMAN MACHINE
1
Toets
24
5
1
2
3 4
4
Opslaan van de instellingen
6
7
GYSPOT PTI GENIUS
• Met een eenvoudige druk op de knop kunt u kiezen tussen de modules klem, pistool of «instellen klem».
• Wanneer u de knop 2 seconden lang ingedrukt houdt kunt u, vanuit de andere modules, terugkeren naar de module «normaal».
• Wanneer u de knop 2 seconden lang ingedrukt houdt zal de teller terugkeren naar nul punten.
• Wanneer u de knop 2 seconden lang ingedrukt houdt krijgt u toegang tot het menu «Instellingen».
• Wanneer u twee keer kort op de knop drukt, zal het op het scherm getoonde journaal (in de module weergave journaals) verdwijnen.
• Een korte druk op de toets, in de module «geheugen programma’s» doet het geselecteerde programma verdwijnen.
2
Opslaan van een rapport
Deze functie wordt nader toegelicht in het betreende hoofdstuk.
Met de toets kan het schrijven van een rapport geactiveerd of gedeac­tiveerd worden. Met toets kan de reeks gerealiseerde punten bekeken worden.
NL
• Met de toets kunt u een instelling van het apparaat opslaan (instel­lingen die bijgesteld zijn in de handmatige module : intensiteit, duur
en klemkracht).
• Met toets kan een al eerder opgeslagen instelling met dezelfde naam hersteld worden. Het apparaat stelt zichzelf automatisch in in de
handmatige module met de lasinstellingen (intensiteit, duur en klem­kracht) en het gereedschap (klem of pistool).
5
Instellen van de dikte van het te lassen
plaatwerk
De waarde van deze instelling komt overeen met de dikte van het te lassen plaatwerk. De keuze van de dikte kan worden gedaan met de toetsen + et -, de beschikbare diktes zijn 0.6, 0.8, 1.0, 1.2, 1.5, 1.8,
2.0, 2.5 en 3.0 mm.
3
Gebruik van de modules
Met toets kan de gebruiker alle lasmodules doorlopen. Een
langere druk op de module knop activeert de module conguratie,
waarmee de taal gekozen kan worden, de datum ingesteld kan worden en het geluidssignaal « te zwakke stroom » of « te zwakke druk » geregeld kan worden. Met de toetsen of kan de te veranderen waarde gekozen worden, en met de toetsen + en - kunnen de gekozen waar­den verhoogd of verlaagd worden.
AFSTELLEN G-KLEM
Vergrendel de G-arm met behulp van de aandraai-hendel (FIG 2 - 1).
Met de toets kan de functie voor de instelling van de klem gekozen worden. Met de functie « instellen klem » kan de klem gesloten worden, en kan de geprogrammeerde klemkracht op de elektroden toegepast worden zonder stroom te laten passeren. De klem zal gesloten blijven zolang u op de trekker blijft drukken. Met deze functie kunt u controleren of de tips voldoende gecentreerd zijn.
Een 2 seconden lange druk op toets laat de gebruiker terugkeren naar de module AUTO.
Voor de GYSPOT PTI GENIUS dient u altijd deze module gebruiken om de pomp te stoppen tijdens het verwisselen van de armen. De elektrode zal zich terugtrekken in de klem. Het rode lampje op de knop (FIG 2 - 12) zal gaan branden, dit betekent dat de pomp gestopt is met functioneren.
DE VERSCHILLENDE LASMODULES
6
Instellen van het type plaatwerk.
Met deze instelling kunt u het type te lassen plaatwerk kiezen, tussen 4 grote families : Gecoat staal, HSLA staal, UHSLA staal en Borium staal. Deze instelling kan ook gewijzigd worden met behulp van de toetsen + en -.
7
Instellen van de te gebruiken armen
Voor alle modules :
Met de toetsen voor het verplaatsen ( of ) kunt u de te wijzigen instellingen kiezen. Iedere instelling wordt gerealiseerd door een druk op de zijknoppen + en -.
Met de knop van de klem (FIG 2 - 12) kunt u op afstand de dikte van het te lassen plaatwerk instellen (dikte, type plaatwerk) :
- Langere druk : wijzigen van instellingen (overgaan van een instelling naar een andere)
- Korte druk : wijzigen van de waarde van de instelling
Met deze knop kunt u niet de armen op het scherm wijzigen. Voor het vervangen van de arm (G1 -> G2 bijvoorbeeld), moet de gebruiker het toetsenbord van het apparaat gebruiken.
Druk netwerk onvoldoende : Wanneer de ingaande druk niet voldoende is om de gevraagde klemkracht te garanderen zal het apparaat, voor het realiseren van het punt, een pieptoon laten horen en de volgende foutmelding tonen : « Druk netwerk onvoldoende ». Met een tweede druk op de trekker kan het uitvoeren van een punt « geforceerd » worden. De punt wordt dan gerealiseerd met de beschikbare druk.
Zwakke stroom : Als de beschikbare stroom tijdens het uitvoeren van het laspunt lager is dan de ingestelde waarde (<6 %) zal het apparaat een waarschuwing afgeven wanneer het punt gerealiseerd is : « zwakke stroom ». Dit betekent dat het gerealiseerde punt gecontroleerd moet worden.
Er zal na het realiseren van het punt in alle gevallen een melding verschijnen om de intensiteit en de gemeten druk aan te geven. Deze melding blijft op het scherm staan zolang de gebruiker niet op een toets drukt of een nieuw laspunt realiseert door op de lasknop (FIG 2 - 11) te drukken.
25
GYSPOT PTI GENIUS
De lasvoorwaarden moeten aan het begin van iedere lasklus gecontroleerd worden. De « test » laspunten moeten gerealiseerd worden op voor de lasklus representatieve stukken plaatwerk. Voer 2 laspunten uit, met dezelfde onderlinge afstand als voor de uiteindelijke lasklus. Test het uitscheuren van het tweede laspunt. Het laspunt is correct wanneer bij het lostrekken de kern verwi­jderd wordt, en wanneer het plaatwerk afgescheurd wordt. De minimum diameter van de kern moet dan overeenkomen met de
specicaties van de autoconstructeur.
Deze module wordt automatisch getoond wanneer het apparaat opgestart wordt.
Module AUTO
Om deze module te kunnen gebruiken moet voorafgaand een proefpunt worden gerealiseerd (zonder plaatwerk tussen de elektroden), zoals zal wor­den gevraagd op het scherm. Druk op de knop (FIG 2 -11). De melding « Realiseer een proefpunt » verschijnt op het scherm. Druk opnieuw op de knop om een ijking te realiseren. Wanneer de ijking gerealiseerd is, zal het apparaat tonen dat alle instellingen op nul staan, en dat het klaar is om te lassen. Sluit de klem op de te lassen zone en las automatisch, zonder instellingen in het apparaat in te geven. Iedere 30 laspunten zal een nieuwe ijking worden gevraagd.
Met deze module kan de gebruiker plaatwerk lassen zonder instellingen in te geven. Het apparaat stelt zelf de geschikte instellingen in.
NL
Deze module kan gebruikt worden met alle armen, behalve met de G7.
Module NORMAAL
Een 2 seconden lange druk op toets laat de gebruiker terugkeren naar de module AUTO.
HANDMATIGE module
Deze module bepaalt de lasinstellingen aan de hand van de dikte van het plaatwerk en het type staal.
De in te geven instellingen zijn de volgende :
- Dikte van het plaatwerk, dit kan gaan van 0.60 mm tot 3.00 mm.
Wanneer 2 onderdelen samengelast worden, geef dan de dikte van het dunste plaatwerk in. Wanneer 3 onderdelen samengelast worden, geef dan de totale dikte van de 3 onderdelen gedeeld door 2 in.
- Type staal (Gecoat staal, HSLA staal, UHSLA staal, Borium staal.).
Wanneer de te lassen onderdelen van verschillende soorten staal gemaakt zijn, moet het meest harde staal worden inge­bracht.
- Referentie van de gebruikte arm.
Dankzij deze module kan de gebruiker handmatig de instellingen van een laspunt bijstellen, door de instruc­ties uit een reparatie-cahier op te volgen.
De in te geven instellingen zijn de volgende :
- Intensiteit (2000 tot 13 000 A)
- Duur (100 tot 850 ms)
- Klemkracht (100 tot 550 daN)
- Referentie van de gebruikte arm.
Een 2 seconden lange druk op toets laat de gebruiker terugkeren naar de module AUTO.
MULTI module
In deze module kan de gebruiker de dikte en het type staal van de 2 of 3 te lassen onderdelen zeer precies instellen. Het eerste element (dikte van plaatwerk 1) wordt geselecteerd. Met de toetsen omhoog en omlaag kunnen de aan te passen instellingen geselecteerd worden. De toetsen rechts en links verlagen en verhogen de waarde. Wanneer een instelling oplicht kan deze gewijzigd worden.
De in te geven instellingen zijn de volgende :
- Dikte van ieder stuk plaatwerk : van 0,60 mm tot 2.50 mm.
- Type staal van ieder stuk plaatwerk : Gecoat staal, HSLA staal, UHSLA staal en Borium staal.
verschillende types staal samengelast moeten worden, kies dan het meest harde type staal.
- Voor het activeren van het 3e onderdeel : druk op de pijltjestoetsen ( of ) om plaatwerk 3 te laten oplich­ten. Gebruik vervolgens de toetsen + en – om het type en de dikte van het plaatwerk te selecteren.
- Referentie van de gebruikte arm.
26
Wanneer
GYSPOT PTI GENIUS
Een 2 seconden lange druk op toets laat de gebruiker terugkeren naar de module AUTO.
NL
Module
CONSTRUCTEUR
Door de gebruiker geregistreerde laspunten kunnen opnieuw opgeroepen worden door in de lijst autoconstructeurs USER te kiezen. De laspunten kunnen worden geprogrammeerd met behulp van de GYSPOT software en de instel-module voor laspunten.
Een 2 seconden lange druk op toets laat de gebruiker terugkeren naar de module AUTO.
ENERGY module
De CONSTRUCTEUR module is optioneel; deze kan worden geactiveerd in het menu « Instellingen ».
Met deze module kunt u een vooraf geregistreerd punt benoemen volgens de reparatie-specicaties van de
auto constructeur.
De ENERGY module is optioneel; deze kan worden geactiveerd in het menu « Instellingen ». Met behulp van deze module kunt u de tijdens het aanbrengen van een laspunt overgebrachte energie rege­len. Deze module is niet bestemd voor reparatie werkzaamheden, maar voor het realiseren van testen door auto constructeurs of controle organismen.
Om deze module te gebruiken moet vooraf een proef-punt gerealiseerd worden. Druk op de knop (FIG 2 -11). De melding « Realiseer een proefpunt » verschijnt op het scherm. Druk opnieuw op de knop om een ijking te realiseren. Wanneer de ijking gerealiseerd is, zal het apparaat op het scherm de laatst gebruikte waarden voor stroom en energie voor deze module aangeven. De gebruiker kan dan de lasstroom, de energie en de impedantie wijzigen. Het apparaat last zolang nodig is om de benodigde energie te bereiken. Als de lasduur te lang is, zal het apparaat een foutmelding tonen « Maximale duur bereikt ».
Een 2 seconden lange druk op toets laat de gebruiker terugkeren naar de module AUTO.
MENU INSTELLINGEN
Dit menu is toegankelijk door een druk op de toets gedurende 2 seconden.
De taal van de menu’s kan worden gekozen in lijn 1. De datum en de tijd kunnen worden geprogrammeerd in lijn 2.
De modules GYSTEEL, CONSTRUCTEUR, AUTO, ENERGY, NORMAAL et MULTIPLAATWERK kunnen worden geactiveerd/gedeactiveerd in dit menu.
Controle daN :
Met deze instelling kunt u de klemkracht tijdens het lassen activeren of controleren.
Module LIJM :
Op het scherm INSTELLINGEN hierboven kunt u de aanwezigheid van lijm tussen het plaatwerk aangeven. Als de module LIJM is geactiveerd, wordt een proefpunt gerealiseerd voor het laspunt. De duur van dit proefpunt is ingesteld in milliseconden, van 0 tot 400 ms, per stap van 50 ms. Wanneer de module LIJM geselecteerd is, verschijnt de melding « GLUE » in de menu’s NORMAAL, HANDMATIG, MULTI of GYSTEEL.
27
GYSPOT PTI GENIUS
GEBRUIK VAN HET PISTOOL (OPTIONEEL)
- Kies het hulpstuk PISTOOL met behulp van de toets .
Bevestig de massa-kabel van het pistool op de mobiele elektrode. Laat het draaiwieltje glijden en draai het vast
NL
haal de arm uit de klem en bevestig, in de plaats hiervan, de kabel van het pistool.
Sluit de bedieningskabel aan op de Jack stekker.
Controleer of de schroef die het blokje en de kabelschoen verbindt goed aangedraaid is.
- Maak de massa stevig vast, zo dicht mogelijk bij het te lassen oppervlak. Plaats, in geval van het lassen van een mono-punt met pistool, altijd de massa op het plaatwerk dat niet in contact is met de las-elektrode (zodanig dat de stroom door de twee te lassen onderdelen stroomt).
- Begin met lassen bij het punt dat het verst verwijderd is van de massa, en werk dan naar de massa toe.
- De module NORMAAL met lassen van sterren wordt automatisch opgestart.
- Het pistool kan worden gebruikt in de normale module of in de handmatige module.
In de NORMALE module zal het pistool beperkt zijn tot plaatwerk van maximaal 1.5 mm. Met het pistool heeft de lasser de keus tussen verschillend types gereedschap (enkelpunts, ster, klinknagel,
moer....). De keuze van het gereedschap wordt gedaan met behulp van de toetsen + en -.
28
GYSPOT PTI GENIUS
In de Handmatige module zal de maximaal toegestane intensiteit 8 kA zijn, tijdens een duur van ten hoogste 500 ms. De instellingen op het scherm zullen dus geblokkeerd tot deze maximale waarden. Stel de generator in door de dikte van het te lassen plaatwerk in te geven, met behulp van de toetsen + en
-. Het is mogelijk om de instellingen stroom en duur te wijzigen in de handmatige module.
Een 2 seconden lange druk op de toets laat u terugkeren naar de module NORMAAL.
FOUTAFHANDELING
Verschillende handelingen kunnen fouten veroorzaken. Deze kunnen worden onderverdeeld in vier cate­gorieën : 1/ De signalen die de lasser waarschuwen bij oververhitting, bij te weinig druk of een te lage intensiteit enz... Deze waarschuwingen worden op het scherm getoond en blijven zichtbaar tot er weer op een toets gedrukt wordt. 2/ Storingen die veroorzaakt zijn door een niet correcte installatie (luchtdruk, elektrische voeding). 3/ Ernstige defecten die het gebruik van het apparaat blokkeren. In dit geval moet u contact opnemen met de after-sales dienst. 4/ De thermische beveiliging wordt verzekerd door een weerstand op de diode-brug die het gebruik van het apparaat blokkeert met de waarschuwing « oververhitting »
NL
Zwakke accu
Gereedschap niet geaccepteerd
Arm niet geaccepteerd
De melding « Zwakke accu » verschijnt bij het inschakelen van het apparaat en waarschuwt de gebrui­ker ervoor dat de spanning van de batterij op de elektronische kaart zwak is. Deze batterij garandeert het correct opslaan van de datum en de tijd bij het uitschakelen van het apparaat.
De melding « Gereedschap niet geaccepteerd » verschijnt bij het aanschakelen van het apparaat en waarschuwt de gebruiker ervoor dat een knop of een trekker nog actief is, of dat er een permanente kortsluiting is gedetecteerd. Controleer de trekker van het pistool en de knoppen op de klem(men) om deze melding te doen verdwijnen.
De arm van de klem is niet geschikt voor de gekozen lasmodule.
Stroom te zwak
1/ Controleer de lijn
Als de stroom die wordt geleverd tijdens het lassen van een punt lager is dan de ingestelde waarde (6 %), zal het apparaat een waarschuwing « Zwakke stroom, controleer de lijn » afgeven wanneer het punt gerealiseerd is. Dit betekent dat het punt gecontroleerd moet worden.
2/ Controleer het plaatwerk
Wanneer het apparaat niet de gevraagde stroom kan verkrijgen zal de foutmelding « Zwakke stroom, controleer het plaatwerk » getoond worden. Het punt wordt niet gerealiseerd en de storing moet worden opgelost om een nieuw punt te kunnen realiseren.
29
Druk netwerk onvoldoende
Opstarten van de pomp
Auto-diagnose
GYSPOT PTI GENIUS
NL
Wanneer de ingaande druk niet voldoende is om de gevraagde klem­kracht te garanderen zal het apparaat, voor het realiseren van het punt, een pieptoon laten horen en de volgende foutmelding tonen : « Druk netwerk onvoldoende ».
Met een tweede druk op de trekker kan het uitvoeren van een punt « geforceerd » worden. De punt wordt dan gerealiseerd met de beschik­bare druk. Als de gemeten klemkracht onvoldoende is terwijl het apparaat aangeeft « Zwakke druk ». « p zwak » wordt ook geregistreerd in het actieve rapport.
De melding « Storing opstarten pomp » verschijnt wanneer de pomp van het koelcircuit wordt ges­topt. Controleer het niveau van de koelvloeistof in het reservoir.
BIJ HET ONDER SPANNING ZETTEN, HET APPARAAT ZAL ZELF EEN DIAGNOSE UITVOEREN EN HET RESULTAAT OP HET SCHERM TONEN. Als er geen enkel blokkerend element is, zal deze melding na 3 secon­den verdwijnen. Tijdens deze periode zal een korte druk op de toetsen
MODULE, ▲ of ▼, de pagina’s CHECK weergeven (gesynthetiseerde
resultaten op twee pagina’s). Met een langere druk op MODULE kunt u CKECK verlaten. Het is niet mogelijk om de pagina’s CHECK te verlaten, wanneer er een blokkerend element is gedetecteerd, met uitzondering van het afwezig zijn van een fase (zie de lijst hieronder).
N° lijn Commentaar Weergave kolom links
1 Naam van het product PTI-400 PASS
Serienummer van het
2
3 Versie secundaire software
4 Versie hardware primaire VOEDING HARD 400V PASS of FAIL Blokkerend
5 Versie primaire software VOEDING SOFT Vx.xx PASS of FAIL Blokkerend
6 Test toetsenbord KEYBORD PASS of FAIL
7 Communicatie test µ COMMUNICATIE PASS of FAIL Blokkerend
8 SD kaart SD xx.xx.xx.xx.xxxx PASS of FAIL
9 Spanning fase 1 U12 = xxx V PASS of FAIL Blokkerend
10 Spanning fase 2 U23 = xxx V PASS of FAIL Blokkerend
11 Spanning fase 3 U31 = xxx V PASS of FAIL Blokkerend
12 Spanning CAPA UPMCAPA = 0 V PASS
13 Spanning PM IGBT 1 en 2 UPMIGBT12 = xxx V PASS of FAIL Blokkerend
14 Spanning PM IGBT 3 en 4 UPMIGBT34 = xxx V PASS of FAIL Blokkerend
15 Resultaat test IGBT 1 IGBT1 = xxx V PASS of FAIL Blokkerend
16 Resultaat test IGBT 2 IGBT2 = xxx V PASS of FAIL Blokkerend
17 Resultaat test IGBT 3 IGBT3 = xxx V PASS of FAIL Blokkerend
18 Resultaat test IGBT 4 IGBT4 = xxx V PASS of FAIL Blokkerend
1
apparaat
Resultaat test detectie
primaire transfo
SN xx.xx.xxxxxx.xxxxxx PASS of FAIL
CONTROL SOFT Vxx.
CONNECTIE TRANSFO PASS of FAIL Blokkerend
30
xx.xx
Weergave kolom
rechts
Pagina CHECK n°1
PASS
Pagina CHECK n°2
Type storing In geval van blokkerende storing
Niet blokke-
rend
Niet blokke-
rend
Niet blokke-
rend
Niet blokke-
rend
Niet blokke-
rend
Niet blokke-
rend
Voedingskaart niet geschikt, neem contact op met uw verko-
Software versie niet geschikt, neem contact op met uw
Controleer of er geen hendel of toets van het toetsenbord
ingedrukt is, als de storing aanhoudt moet u contact opne-
Probleem communicatie tussen de kaarten, neem contact op
Bij afwezigheid van een fase geeft een druk van 5s op
MODULE toegang tot het menu Instellen : het apparaat zal
kunnen functioneren in de Showroom module.
Probleem besturing vermogenselektronica, neem contact op
Controleer de aansluiting van de vermogenskabel van de klem
per.
verkoper.
men met uw verkoper.
met uw verkoper.
SD kaart afwezig
met uw verkoper.
op de generator.
GYSPOT PTI GENIUS
NL
2 Datum en tijd DATUM/TIJD PASS of FAIL
3 Module SHOW-ROOM SHOW-ROOM ON / OFF
Test trekker lassen, trekker
4
pistool of temperatuur van
het pistool
Test trekker over ove-
5
ropening en temperatuur
diodes
Temperatuur primaire
6
7 Sensor positie
8 Lasspanning
9 Spanning batterij back-up BACKUP CELL = x.xx V PASS of FAIL
10 Druk netwerk
11 Druk klem
12
transfo
Detectie aanwezigheid
pistool
GGUN WELD SW =
x.xx V
GGUN OPEN SW = x.xx V PASS of FAIL Blokkerend
TRANSFO TEMP = x.xx V ON / OFF Blokkerend
THICKNESS SENSOR =
xx.x mm
WELDING VOLTAGE =
x.xx V
AIR PRESSURE = xx.x
bar als PASS
AIR PRESSURE = x.xx V
als FAIL
GUN PRESSURE = xx.x
bar als PASS
GUN PRESSURE = x.xx V
als FAIL
CONNEXION GUN ON / OFF
PASS
PASS
PASS
PASS of FAIL Blokkerend
PASS of FAIL Blokkerend
Niet blokke-
rend
Niet blokke-
rend
Niet blokke-
rend
Controleer de aansluiting van de temperatuur-sonde van de
vermogens-diodes.
Oververhitting van de vermogens-transformator. Laat het
apparaat afkoelen voordat u het opnieuw opstart.
Niet blokke-
rend
Niet blokke-
rend
Niet blokke-
rend
Sensor luchtdruk van het netwerk buiten werking, neem
contact op met uw verkoper.
Sensor luchtdruk van de klem buiten werking, neem contact
op met uw verkoper.
Niet blokke-
rend
PUNTENTELLER
Een puntenteller telt het aantal punten dat wordt gerealiseerd met dezelfde tip. Wanneer het punt gerealiseerd is, zal de volgende melding verschijnen : De waarde van de teller wordt linksboven aan het scherm getoond. Wanneer u de toets 2 secon-
den lang ingedrukt houdt zal de teller, na het vervangen van de tip, weer op nul punten staan.
Het apparaat houdt het aantal gerealiseerde punten met ieder afzonderlijke arm bij. Er zal een waarschuwing op het scherm verschijnen wanneer de uiterste limiet van de gerealiseerde punten door de caps bereikt is. De melding blijft zichtbaar na ieder punt, zolang de teller niet weer op 0 zal worden gezet.
Wanneer de waarschuwing verschijnt moeten de caps vervangen worden voordat de teller weer op nul gaat. Indien dit niet gebeurt kan de staat van de caps verslechteren. De kwaliteit van de volgende laspunten zal derhalve minder goed zijn.
OPSLAG-FUNCTIES
De module identicatie is optioneel; deze kan worden geactiveerd in het menu « Instellingen ». Als de identicatie-module is gecongureerd op « OFF », volstaat het om de naam van een rapport in te geven en deze te activeren om zo de gerea-
liseerde laspunten op te slaan.
Dankzij het journaal kunnen de met de klem gerealiseerde punten gememoriseerd worden. De identicatie-module is beschikbaar vanuit alle modules,
met een druk op de 2 toetsen en . Het gebruikersprogramma is beschikbaar vanuit alle modules, via een druk op de toetsen en .
31
GYSPOT PTI GENIUS
NL
Rapport (journaal)
Na het opslaan van een rapport kunt u de gegevens van een serie met de klem gerealiseerde punten weer oproepen, en deze opslaan op een geheugenkaart zodat ze bijvoorbeeld op een pc gezet kunnen worden. GYS levert software (GYSPOT) voor het lezen van de SD-kaart en het uitgeven van rapporten op een pc. Deze GYSPOT software is, evenals de handleiding, opgeslagen op de SD-kaart. Deze functie is standaard gedeactiveerd bij het opstarten van het apparaat. Met een druk op de
toets opslaan (on/o) en op de toets « module » kan de gebruiker het opslaan van een rapport in een gekozen journaal opstarten. Een nieuwe druk op de toets opslaan (on/o) stopt het opslaan.
Het gecreëerde journaal bevat : een log-in code ingegeven door de gebruiker, evenals het gereedschap en de gebruikte armen voor ieder aan­gebracht punt en de instellingen van het apparaat (intensiteit en druk). Het journaal geeft tevens de eventuele volgende foutmeldingen weer : I ZWAK, P ZWAK, PB CAPS.
Het ingeven van de log-in code gebeurt met de 4 toetsen +, - of . Wanneer er een log-in code wordt ingegeven die reeds in gebruik is, zal het apparaat de nieuwe punten opslaan, zonder de voorgaande te deleten.
Met de toets kan een eerder opgeslagen rapport weer opgehaald worden en op het scherm afgelezen worden. Het opslaan moet onderbroken worden door op toets te drukken, alvorens dit op het scherm af te kunnen lezen. Met toets kan de gebruiker
de weergave-module verlaten.
Om de inhoud van een rapport te wissen moet het op het scherm worden opgeroepen, en moet u
toets gebruiken.
Identicatie module
Als de identicatie module gecongureerd is op « ON », moeten alle verplichte velden van de repa­ratie-order ingevuld worden, anders zal het apparaat « identicatie mislukt » aangeven. Om de identicatie-module te activeren of te deactiveren, moet er een SD identicatie-kaart inge-
bracht worden, in plaats van de SD-kaart die de programma’s bevat.
Het scherm instellingen is geactiveerd met een druk van 2 seconden op de toets .
Wanneer de « identicatie » SD-kaart ingebracht is en de gebruiker « identicatie ON » heeft gese­lecteerd, zal het supervisie-scherm getoond worden. Met dit scherm kunnen de velden « nummerbord-registratie, merk van het voertuig, model, chassis­nummer » verplicht gemaakt worden tijdens het inbrengen van de reparatie order.
Om uit dit scherm te geraken moet de gebruiker 2 seconden lang op de toets drukken. Vervol­gens moet de SD-kaart die de programma’s bevat in het apparaat ingebracht worden.
Druk vervolgen op toets . De volgende melding verschijnt op het scherm.
Wanneer de driehoek wordt getoond, zal een tweede druk op de knop de inhoud van het
getoonde rapport wissen.
De driehoek verdwijnt na drie seconden auto­matisch van het scherm.
Lijst van de schermen waarmee een reparatie-order ingebracht kan worden :
Wanneer een reparatie order reeds gecreëerd is, kan deze niet gewijzigd of verwijderd worden. Om een reparatie-order te verwijderen, kan het softwareprogramma Gyspot gebruikt worden. De gebruiker kan maximaal 100 reparatie-orders creëren.
Reparatie-order Identicatie gebruiker Nummerbord registratie (optioneel)
32
GYSPOT PTI GENIUS
Merk voertuig Model voertuig Cassis-nummer (optioneel)
Met de toetsen voor het verplaatsen ( of ) kunt u letters of cijfers wijzigen. Met de toetsen – en + kunt u de cursor door de velden verplaatsen. Een korte druk op toets zal het veld wissen. Met de toets kan door de velden bewogen worden om
elementen te wijzigen of af te lezen.
NL
Catalogus
Met toets kunnen de reparatie-orders geraadpleegd worden. Het paginanummer wordt getoond (13 maxi)
Met de toetsen – en + kan de gebruiker zich van de ene pagina naar de andere begeven. Met de toetsen en kunt u de vorige of de volgende Job kiezen. Met de toets kan de gekozen repara-
tie-order getoond worden. Met toets kan de gebruiker de weergave-module verlaten.
• Met behulp van het beheersysteem voor SD-kaarten kunnen SD-kaarten > 2 Go beheerd worden.
• Voor iedere reparatie-order bestaat een geassocieerd journaal-le xxx.dat.(met xxx=login van 001 tot 100). In ieder journaal kunnen maximaal 500
laspunten geregistreerd worden. Bij het raadplegen zullen de reparatie-ordernamen en de naam van de gebruiker getoond worden.
• Het paginanummer staat linksboven aangegeven.
• Het geheel aan reparatie-orders is opgeslagen in het le catalog.GYS.
• Deze le bevat het totaal aantal reparatie-orders, de naam van iedere reparatie-order en de naam van iedere gebruiker. Er is een maximum van
100 reparatie-orders.
Gebruikersprogramma’s
Met het opslaan van de las-instellingen kan een gebruikersprogramma gedenieerd worden, om zo eenvoudig de las-instellingen voor een toekomstig
gebruik terug te vinden. Er zijn 20 geheugenplaatsen beschikbaar. Ieder van hen bevat de volgende instellingen : gereedschap, las-intensiteit, lasduur en klemkracht. Een programma kan worden geassocieerd aan de klem of aan een pistool.
Met de toets kunnen de instellingen opgeslagen worden tijdens de handmatige module (intensiteit, duur en klemkracht). De 20 geheugenplaat­sen worden gesignaleerd door hun log-in (voor de plaatsen die gebruikt worden) of door een symbool « --- » voor de plaatsen die nog vrij zijn.
Het ingeven van de log-in code gebeurt met de 4 toetsen . Bij het inbrengen van een al in gebruik zijnde log-in zal het apparaat de instellingen die reeds op waren geslagen deleten.
De toets geeft toegang tot de reeds ingebrachte instellingen. De keuze van een lege le heeft geen enkel eect.
33
GYSPOT PTI GENIUS
1
4
3
2
2
1
3
4
Een korte druk op toets wist het gekozen programma van de lijst van opgeslagen programma’s. Met toets kan de gebruiker het keuze-menu verlaten. Het apparaat schakelt over naar de handmatige module, met de instellingen en het gereed-
schap opgeslagen in het programma. Om een programma te deactiveren hoeft de gebruiker enkel de waarde van een instelling in één van de drie modules handmatig/normaal/multi-
plaatwerk te wijzigen, of het gereedschap te verwisselen (klem, pistool) via het gebruik van toets .
Met toets kan de gebruiker een reeds opgeslagen rapport bekijken en opnieuw op het scherm aezen.
NL
SD geheugenkaart (art. code 050914)
Met deze kaart kunt u een verbinding tot stand brengen tussen de puntlasapparatuur en uw PC voor :
• Het weer oproepen van rapporten om zo de gegevens van de uitgevoerde werkzaamheden te bewaren, en dit eventueel door te sturen naar een
verzekeringsmaatschappij.
• De las-instellingen updaten en nieuwe talen toevoegen.
• De GYSPSOT software editie van de instellingen op de PC is opgeslagen op de SD geheugenkaart.
• De handleiding is opgeslagen op de SD geheugenkaart.
De geheugenruimte zal voldoende zijn om een autonomie van meer dan 65 000 punten te garanderen. Het apparaat kan zonder geheugenkaart enkel functioneren in de « handmatige » module. Als de geheugenkaart niet is ingebracht in de kaartlezer zal de volgende melding getoond worden : Het apparaat moet worden uitgezet en weer opnieuw opgestart worden nadat u de SD-geheugenkaart heeft ingebracht.
Belangrijk : De voeding van het apparaat moet uitgezet worden alvorens u de SD-kaart uit de kaartlezer verwijdert. Het apparaat mag pas weer aangezet worden als de SD-kaart weer in de lezer is ingebracht. Bij het niet opvolgen van deze procedure kunnen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
MONTEREN EN VERWISSELEN VAN DE ARMEN EN DE G-KLEM
De garantie dekt niet afwijkingen en beschadigingen als gevolg van een verkeerde montage van de armen van de G-klem.
BELANGRIJK :
- breng geen kopervet aan op de armen.
- houd de basis van de arm en de houder van de arm op de klem goed schoon, om zo de stroom tussen de elementen die met elkaar in contact staan
correct te laten geleiden.
- Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt, moet het opgeborgen worden met een arm gemonteerd op de klem, om zo te voorkomen dat er
stof komt op de houder van de arm.
Procedure voor het vervangen van de armen :
Tijdens het vervangen van de armen moet de pomp van het koelsysteem uitgeschakeld zijn. Hiertoe kunt u overschakelen naar de module «Instellen van de klem» op het apparaat. het rode lampje op de knop van de klem gaat branden (FIG 2-12), wat aangeeft dat de pomp is stilgezet. De elektrode zal zich terugtrekken in de klem, zodat de arm teruggetrokken kan worden.
1
De pin steekt uit aan de kant van het gesloten hangslotje.
2
De hendel moet helemaal naar achteren staan (-120°)
3
De pijltjes moeten op één lijn liggen.
4
Buig de arm ongeveer 15° en verwijder deze uit z’n houder (de pinnen moeten in de groeven glijden)
34
GYSPOT PTI GENIUS
4
2
3
1
2
4
3
1
NL
MECHANISCHE VERGROTEN VAN DE OPENING VAN DE ARM
Om de arm te openen en zo eenvoudiger toegang te krijgen tot de carrosserie, kan de opening van de arm vergroot worden door op de knop van de klem te drukken (FIG 2 -10).
1
Druk op de knop (FIG 2 - 10)
2
De pin steekt uit aan de kant van het geopende hangslotje.
3
De hendel moet helemaal geopend zijn (-90°)
4
De pijltjes mogen niet op één lijn liggen.
Buig de arm.
VERGRENDELING/ONTGRENDELING VAN DE GYROSCOOP
Wanneer de hendel naar boven gericht is, is de gyroscoop vergrendeld.
Wanneer de hendel naar beneden gericht is, is de gyroscoop ontgren­deld. Deze kan 360° rondom de klem draaien.
GYSPOT SOFTWARE VOOR PC
Met deze software kan de gebruiker rapporten van de met de GYSPOT (met SD-kaartlezer) gerealiseerde punten uitprinten en opslaan. Om deze software te kunnen gebruiken, moet uw PC uitgerust zijn met een SD-kaartlezer.
De GYSPOT software kan worden geïnstalleerd vanuit de les die aanwezig zijn op de SD-kaart. Dubbelklik, in het repertoire \GYSPOT V X.XX , op het le INSTALL.EXE, en volg dan de instructies voor het installeren van de software op uw PC op. Er wordt vervolgens automatisch een GYSPOT
pictogram op het bureaublad van uw PC geïnstalleerd.
1 - Keuze van de taal
De software kan in verschillende talen gecongureerd worden. De op dit moment beschikbare talen zijn :
Frans, Engels, Duits Spaans, Nederlands, Deens, Fins, Italiaans, Zweeds, Russisch Turks. Om een taal te kiezen klikt u in het menu op Opties en vervolgens op Taal. Waarschuwing : wanneer u een taal gekozen heeft, moet u de GYSPOT software afsluiten en opnieuw opstarten, opdat de gekozen taal ook daad­werkelijk geactiveerd wordt.
2 - Identiteit van de gebruiker
Om persoonlijke informatie van de gebruiker in de documenten te kunnen verwerken moeten er eerst enkele gegevens ingevoerd worden. Om deze
35
GYSPOT PTI GENIUS
in te voeren, moet u in het menu klikken op Opties, en vervolgens op Identiteit. Een nieuw venster zal worden getoond met de volgende informatie : Bedrijfsnaam Adres / Postcode / Woonplaats Telefoon / Fax / Email / Website Logo Deze informatie zal vervolgens zichtbaar zijn in de documenten.
3 - Traceerbaarheid
De GYSPOT software start standaard op in de « Traceability » module. Klik in de module « Instellen laspunten », op Traceerbaarheid in het menu Opties.
3.1 - Het importeren van rapporten van gerealiseerde laspunten vanaf een SD-kaart :
Om met de GYSPOT rapporten van gerealiseerde punten naar uw PC te importeren, moet u de SD-kaart in de kaartlezer van uw PC inbrengen, en vervolgens het GYSPOT programma opstarten.
Kies vervolgens de lezer waarin uw SD-kaart is ingebracht, en klik op knop .
Wanneer het importeren is afgerond, worden de gerealiseerde punten gehergroepeerd door de identier. Deze identier komt overeen met de naam van het rapport zoals gespeciceerd in het lasapparaat. Deze identier wordt getoond in het in gebruik zijnde tabblad.
Wanneer de rapporten geïmporteerd zijn, is het mogelijk om een zoekopdracht uit te voeren, te printen of ieder verslag te archiveren. Om de gerealiseerde punten van een rapport te bekijken, kies een rapport. De gerealiseerde punten worden getoond in de tabel.
Om een zoekopdracht uit te voeren, moet de gebruiker het betreende veld invullen en op knop drukken.
Uitprinten van een verslag : kies het betreende verslag en druk op de knop .
Om een verslag te archiveren : kies een verslag en klik vervolgens op de knop . Waarschuwing : de geïmporteerde verslagen moeten eerst worden gearchiveerd voordat u ze kunt verwijderen.
NL
3.2 - Het raadplegen van verslagen van gearchiveerde punten :
Voor het raadplegen van gearchiveerde verslagen klikt u op het tabblad Archieven. De verslagen zijn gegroepeerd per jaar en per maand. Om een rapport te kunnen bekijken, moet u een rapport kiezen. De gerealiseerde punten worden getoond in de tabel. Het is mogelijk om gearchiveerde rapporten weer op te zoeken, uit te printen of te verwijderen. Waarschuwing : een rapport dat gearchiveerd is en vervolgens verwijderd is zal opnieuw geïmporteerd worden indien de SD-kaart niet opges­choond is.
Om een zoekopdracht uit te voeren moet u een zoekveld invullen en op knop klikken.
Uitprinten van een verslag : kies het betreende verslag en druk op de knop . Verwijderen van een verslag : kies het betreende verslag en druk op knop .
3.3 - Een SD-kaart opschonen :
Wanneer u een SD-kaart opschoont zullen alle opgeslagen rapporten met de daarbijbehorende laspunten gewist worden. Om een SD-kaart op te schonen moet de gebruiker de SD-kaart in de kaartlezer van de PC inbrengen, en vervolgens in menu klikken op Opties en op opschonen SD-kaart. Waarschuwing : tijdens het opschonen van een SD-kaart zullen de rapporten van gerealiseerde punten die nog niet geïmporteerd waren automa­tisch geïmporteerd worden.
3.4 - Om de informatie van een rapport te completeren :
Ieder rapport kan gecompleteerd worden met de volgende gegevens : Naam van de persoon die de werkzaamheden uitvoert, Type voertuig, Reparatie-order, Nummerbord, Eerste ingebruikname, Interventie, Opmerkingen. Selecteer, voor het invoeren van deze gegevens, een rapport en breng vervolgens de gegevens in in het kader van het rapport.
3.5 - Uitprinten van een verslag :
Voor het uitprinten van een verslag : kies het betreende verslag en druk op de knop . Er wordt een voorbeeld van het verslag getoond. Klik
op de knop .
3.6 - Exporteren in PDF formaat :
Kies, voor het exporteren van een editie in PDF formaat, een dossier, en klik op de knop . Er wordt een voorbeeld van het verslag getoond.
Klik op de knop . Een voorbeeld van het opslaan van de instellingen met gebruik van de GYSPOT software wordt iets verder gegeven.
4 - Instellen van de punten
Om over te gaan naar de module « Instellen van de punten », drukt u op Instellen van punten in het menu Opties. De module « Instellen van punten » geeft de gebruiker de keuze om door de auto-constructeur ingestelde punten te gebruiken. Deze module geeft
u tevens de mogelijkheid om zelf eigen punten te congureren.
36
GYSPOT PTI GENIUS
- Breng de met het GYSPOT puntlasapparaat geleverde SD-kaart in in de kaartlezer van uw PC, en kies vervolgens de juiste lezer in het keuze-menu
Keuze lezer.
- De GYSPOT puntlasapparaten kunnen tot 16 les opslaan, die alle tot 48 punt-instellingen kunnen bevatten.
- Het eerste le genaamd « USER » kan niet verwijderd worden. Dit le stelt u in staat om de instelling van een punt te wijzigen of te verwijderen.
- De overige les zijn voorbehouden aan de punten die ingesteld zijn door de auto-constructeurs. Het is mogelijk om vanaf onze website constructeur-
les te importeren (http:(www.gys.fr) Het is niet mogelijk om een in een constructeur-le ingesteld punt toe te voegen, te wijzigen of te verwijderen.
4.1 - Het importeren van een instellingen-le van een autoconstructeur :
Dubbelklik in de eerste kolom en vul de naam van een auto-constructeur in.
Dubbelklik vervolgens in de tweede kolom, om een eerder vanaf onze website gedownloade construc-
teur le te kiezen.
NL
De lijst door de constructeur ingestelde punten wordt in de tweede lijst getoond. Kies een ingesteld punt om het chronogram en de instellingen te bekijken.
4.2 - Een ingesteld punt toevoegen in het USER le :
Om een punt toe te voegen in het USER le gaat u naar het USER le in de lijst les, en klikt u ver­volgens op de knop rechts van de lijst van de ingestelde punten. Geef de naam van het punt in en druk vervolgens op TAB of klik buiten de lijst ingestelde punten om de lasinstellingen in te geven.
Om een punt in te stellen kunt u de volgende instellingen ingeven :
Het voorklemmen Het voorverwarmen De verschillende pulsen (4 maximaal) Het warm en koud smeden.
Als u de instellingen wilt wijzigen druk u op de knoppen .
Wanneer u een instelling wijzigt wordt het tijdschema van de punt geactualiseerd.
Druk op de knop om het ingestelde punt te bevestigen.
Druk op de knop om het ingestelde punt te annuleren.
4.3 - Een ingesteld punt wijzigen in het USER le :
Voor het wijzigen van de instellingen van een punt kiest u een punt in de lijst, en vervolgens wijzigt u de lasinstellingen.
Klik op knop om de wijzigingen te bevestigen.
Klik op knop om de wijzigingen te annuleren.
4.4 - Een ingesteld punt verwijderen in het USER le :
37
GYSPOT PTI GENIUS
I
O
D
C
I
G
I
1
1
Kies een ingesteld punt in de lijst en klik op de knop rechts van de lijst.
NL
PEUGEOT
308SW
12365849
Intensité (kA)
0243510101
0243510102
www.companyname.comSite Web :
1450UT53
01/01/2017
Mesures
Serrage
(daN)
Epaisseur
(mm)
-
-
-
-
-
-
Etat
Raison sociale :
Adresse :
Code postal :
Ville :
ntervenant :
rdre de réparation :
ate du journal :
ntervention :
ommentaires :
YSPOT BP.LG (1712009013)
d
1 Auto Pince en C n°1 Point Ok630 9, 4 325 9,4 325 3,505/04/18 10:22
2 Auto Pince en C n°1 Point Ok630 9, 4 325 9,3 325 3,505/04/18 10:22
3 Auto Pince en C n°1 Point Ok490 8, 2 240 8,2 240 2,005/04/18 10:22
4 Auto Pince en C n°1 Point Ok510 8, 3 250 8,2 245 2,105/04/18 10:22
5 Auto Pince en C n°1 Point Ok510 8, 3 250 8,3 245 2,105/04/18 10:22
6 Normal Pince en C n°1 Point Ok350 7,3 225 7,3 225
05/04/18 10:23
7 Normal Pince en C n°1 Point Ok350 7,3 225 7,2 225
05/04/18 10:23
8 Normal Pince en C n°1 Point Ok400 8,1 265 8,0 265
05/04/18 10:23
9 Normal Pince en C n°1 Point Ok400 8,1 265 8,1 260
05/04/18 10:23
0 Normal Pince en C n°1 Point Ok400 8,1 265 8,1 270
05/04/18 10:23
1 Manuel Pince en C n°1 Pression faible400 8, 1 510 8,1 440
05/04/18 10:23
OPERATEUR
977AC92
05/04/2018
Commentaires
Date M ode Outil
JBDC
ZI, 134 Bd des Loges
53941
Saint-Berthevin
AILE ARRIERE
Temps
(ms)
Marque :
Modèle :
N° châssis :
Immatriculation :
Mise en circulation :
Consignes
Intensité (kA)
Téléphone :
Télécopie :
Email : contac t@companyname.com
Serrage
(daN)
AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD
Opleiding van de gebruiker
De gebruikers van dit apparaat moeten een adequate opleiding hebben afgerond, om het apparaat zo optimaal mogelijk te kunnen gebruiken en conforme resultaten te behalen (bijvoorbeeld : een opleiding tot autoschade-hersteller).
Het voorbereiden van de te assembleren onderdelen :
De te lassen zone moet altijd correct afgeschuurd worden. Wanneer er een beschermlaag is opgebracht moet u zich er van verzekeren dat deze geleidend is, door op voorhand op een proefstukje een test uit te voeren.
Lassen met éénpunts-elektrode
Controleer, voordat u een reparatie opstart, of de autofabrikant deze las-procedure toestaat.
Gebruik van de arm onder de zijkant
De maximale druk is 100 DaN.
O-ringen klemmoer van de arm G9.
Binnenin de twee holtes van de armen bevinden zich 2 O-ringen die vervangen moeten worden in geval van lekkage, of in ieder geval iedere 6 maan­den. Deze twee ringen zijn noodzakelijk om te voorkomen dat er koelvloeistof gaat lekken. Deze pakkingen zijn O-ringen, 25/4. Tijdens het vervangen van deze ringen moet er vet op aangebracht worden. (art. code 050440 : contactvet)
Niveau en eciency van de koelvloeistof
Het koelvloeistof-niveau is belangrijk voor het correct functioneren van het apparaat. Het niveau moet altijd liggen tussen het minimum en het maxi­mum zoals aangegeven op de trolley. Vul indien nodig bij met gedemineraliseerd water. Vervang de koelvloeistof iedere 2 jaar :
Sluit de elektriciteit af met behulp van de hoofdschakelaar op de achterzijde van het apparaat (positie OFF) en ontkoppel het apparaat van
1
de elektrische installatie.
2 Plaats een bak (inhoud minstens 30 l.) onder de opening van het apparaat.
3
Schroef de dop die zich onder het apparaat bevindt los met behulp van een Torx-sleutel n° 10. (Art. code S6262)
38
GYSPOT PTI GENIUS
4 Spoel de binnenkant van het reservoir schoon met stromend water om de bezinksels te verwijderen.
5
Herplaats de dop. ( : 4 N.m
6 Vul het koelvloeistof reservoir (5l : 062511 / 10l : 052246)
7 Schakel het apparaat weer aan (positie ON) en controleer op eventuele lekkage.
AFWIJKINGEN, OORZAKEN, OPLOSSINGEN
AFWIJKINGEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
De caps zijn versleten. Vervang de caps
Het gerealiseerde punt houdt niet of niet goed
Het punt-apparaat dringt door het plaatwerk heen.
Lassen klem
Niet voldoende vermogen
- Snelle oververhitting van het apparaat.
- Opzwellen van de vemogenskabel.
- Stoppen pomp
- Koelvloeistof vervuild
- Circuit is verstopt.
Abnormale opwarming van het pistool
Pistool
Onvoldoende vermogen met het pistool
Het plaatwerk is niet correct afgeschuurd.
De ingegeven arm correspondeert niet met de geïnstalleerde arm.
De caps zijn versleten. Vervang de caps
Onvoldoende luchtdruk.
Het oppervlak is niet voldoende voorbereid. Prepareer het werkoppervlak correct
Probleem met de elektrische voeding. Controleer de stabiliteit van de netspanning
Caps zwart geworden of beschadigd. Vervang de caps
De arm is niet correct vergrendeld.
Geen of slechte circulatie van de koelvloeis­tof.
Verstopping in het koelvloeistof circuit (slang afgeknepen)
Boorkop niet goed vastgeklemd.
Mantel pistool niet correct geplaatst.
De massa is niet goed geplaatst.
De massa maakt geen goed contact. Controleer het contact van de massa
De boorkop of de accessoires zijn niet cor­rect aangeschroefd.
Slijtonderdelen beschadigd. Vervang de slijtonderdelen
Controleer of de oppervlaktes correct gepre­pareerd zijn
Controleer de in de software ingegeven arm.
Controleer de druk van het netwerk (min. 8 bar)
Raadpleeg het hoofdstuk «Montage en ver­vangen van de armen»
Open de dop van het reservoir van de trolley en kijk of er koelvloeistof terugvloeit
Controleer de mantel van de kabel tussen de trolley. Controleer of de pomp correct functioneert. Controleer de staat van de koelvloeistof.
Controleer of de boorkop goed aangedraaid is, en controleer de staat van de mantel.
Plaats de mantel zo dat de koeling van de lucht tot aan de binnenkant van het pistool gaat
Controleer of de massa contact maakt met het juiste plaatwerk.
Controleer of de boorkop en de accessoires goed aangedraaid zijn, en controleer de staat van de mantel.
NL
GARANTIEVOORWAARDEN
De garantie dekt alle gebreken of fabricage-fouten gedurende 2 jaar, vanaf de aankoopdatum (onderdelen en arbeidsloon). De garantie dekt niet :
• Alle andere schade als gevolg van vervoer.
• De gebruikelijke slijtage van onderdelen (Bijvoorbeeld : kabels, klemmen, enz.).
• Incidenten als gevolg van verkeerd gebruik (verkeerde elektrische voeding, vallen, ontmanteling).
• Gebreken ten gevolge van invloeden van de gebruiksomgeving (vervuiling, roest, stof).
In geval van defecten kunt u het apparaat terugsturen naar de distributeur, vergezeld van :
- een gedateerd aankoopbewijs (factuur, kassabon....)
- een beschrijving van de storing.
39
GYSPOT PTI GENIUS
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
PTI GENIUS - 220 V
Elektrische eigenschappen
Nominale voedingsspanning U1N
Frequentie netspanning F 50 / 60 Hz
Permanente voedingsstroom IlP 42 A 40A
Vermogen bij 50 % inschakelduur S50 20.5 kVA 21.2 kVA 23 kVA
Permanent vermogen Sp 14.5 kVA 15 kVA 16.5 kVA
Onmiddellijk maximaal vermogen Smax 83 kVA 88 kVA 96 kVA
Secundaire spanning U2d 6.6 V 6.9 V 7.6 V 7.9 V
Permanente primaire maximale kortsluitstroom I1cc 240 A 245 A 240 A 230 A
Secundaire stroom in kortsluiting
Permanente secundaire stroom
Maximale gereguleerde lasstroom 13 000 A
Schakelaar (D curve)
Inschakelduur 3 %
Thermische eigenschappen
Gebruikstemperatuur
Opslagtemperatuur
Bewaartemperatuur koelvloeistof
@ 40°C
Vochtigheid
Hoogte
Thermische beveiliging door een weerstand op de diode-brug
Mechanische eigenschappen
Beschermingsklasse IP20
Afmetingen (Lxbxh)
Gewicht
Lengte van het netsnoer
Lengte van de kabel van de G-klem
Spreidingsbereik armen
Lengtebereik armen
Pneumatische eigenschappen
Maximale druk
Minimale druk
Debit koelvloeistof Q
Verlies druk koelvloeistof
Minimale laskracht
Maximale gereguleerde kracht met de G-klem F
@ 20°C
(104°F)
(68°F)
12cc
l2p
P1
max
P1
min
∆p
F
1min
max
200 V 208 V 230 V 240 V
12 500 A 13 000 A 14 500 A
2 200 A 2 300 A 2 500 A
≥ 50 A
+5°C  +40°C
+41°F  +104°F
-25°C  +55°C
+14°F  +131°F
-20°C  +55°C
-4°F  +131°F
< 50 %
< 90 %
1 000 m
3800 ft
70°C
158°F
65 x 80 x 205 cm
26 x 32 x 81 in
100 kg
220.5 lbs
8 m
26 ft
6 m
19.7 ft
95 > 450 mm
3.7 tot 17.7 inch
100 > 1000 mm
4 tot 40 inch
10 bar
145 Psi
8 bar
116 Psi
2.3 l/min
0.6 US gpm
1.7 bar
24.6 Psi
100 daN
225 Lbf
550 daN
1236 Lbf
40
RESERVE-ONDERDELEN
GYSPOT PTI GENIUS
1 2 6 7543
NL
8
9
131211
17
161514 21
10
18 19 20
41
GYSPOT PTI GENIUS
1 Verhoogde spoelweerstand 47 ohms 5W
2 Circuit meting primaire temperatuur transfo PTI-G SE0055C
3 Verwisselbare sokkel aansluiting armen G-klem 90976
4 O-ring 13x1 FKM GROEN - 70 SHORE 55227
5 O-ring 7x1 NBR 70 SH 71125
6 O-ring 10x2 NBR 70 SH 55179
7 Beveiliging aansluiting G-klem 56278
8 Shunt klem PTI G IND B 77096 x 2
9 Slang afgesneden 71859 / 220mm F0116
10 Lineaire potmeter 3.4Kohm 63090
11 Geweven mantel - Diam=57mm 11251
12 Schroefklem 40-60 71195
13 Voedingskabel S92051
Indien gefabriceerd voor 06/2020
NL
Clamp
63137 55050 55057
56248 + J0112
14 Behuizing B - PTI-G
15
Ronde zwarte drukknop IP67 51381 x 2
16
17 Ronde oplichtende drukknop 51408
18 Vergrendeling Gyro G-Klem 93841
19 Behuizing A - PTI-G
20 Sticker Zijkant - Behuizing Klem PTI G 75729
21 Aansluiting jack mono vrouwelijk 6.35mm & anti-stof Dop voor aansluiting 71251 & 43296
- Vermogensdiode 52148 x 2
- Klem PTI-G 220V
Indien gefabriceerd tijdens 06/2022
Indien gefabriceerd na 06/2022
Indien gefabriceerd voor 06/2020
Indien gefabriceerd tijdens 06/2022
Indien gefabriceerd na 06/2022
Indien gefabriceerd voor 06/2020
Indien gefabriceerd tijdens 06/2022
Indien gefabriceerd na 06/2022
Raadpleeg After
Salesdienst
Raadpleeg After
Salesdienst
56248
56247 + J0112
Raadpleeg After
Salesdienst
Raadpleeg After
Salesdienst
56247
S81119
Raadpleeg After
Salesdienst
S81132
42
- Kabel + Klem PTI-G 220V
Indien gefabriceerd voor 06/2020
Indien gefabriceerd tijdens 06/2022
Indien gefabriceerd na 06/2022
S81120
Raadpleeg After
Salesdienst
S81129
GYSPOT PTI GENIUS
24
NL
22
22 Slang anti-vonken G2 93801
23 Elektroden 4 posities 90148
24 Basis toegeruste arm 94183
23
G2
26
25
G7
25 2 elektroden arm voor moeilijk toegankelijke plekken 051614
26 Basis toegeruste arm 94172
43
GYSPOT PTI GENIUS
NL
27
28
35
29
33
32
30
31
36
34
37
38
G9
27 Verlenging met schroefdraad 90284
28 Pakking 12x2 55121
29 CAPS type A13 77027
30 Aansluiting Ø6 dubbel 71456
31 Aansluiting Ø6 enkel 55138
32 Anti-vonk slang 94525
33 Anti-vonk slang 94512
34 2 Armen koper X1 050501
35 Sokkel uitgeruste arm 94183
36 Pakking 25x4 55098
OPTIONEEL
37 2 Armen koper X2 050518
38 2 compenserende koperen armen X6 050587
44
G1 G3
GYSPOT PTI GENIUS
NL
G4
41
G5 G6 G8 G10
39
G12
40
G1/G3/G4/G5/G6/G8/G10/G12
G1 91264
G3 91265
G4 91266
39 Slang anti-vonken
40 Caps type A13 77027
41 Basis toegeruste arm 94183
G5 93803
G6 91269
G8 93804
G10 F0231
G12 F0668
42 44 4543
OPTIONEEL
46
47
KIT (067226) Gun
42 Kabel pistool PTI GENIUS A0071
43 Schakelaar voor pistool 0.1A 125VAC 77053
44 Moer voor boorkop gyspot 51198
45 Caps type F 77028
46 PTI GENIUS Massa-kabel A0070
47 Koperen Massaplaat 91197
45
GYSPOT PTI GENIUS
NL
56
48
49
55
50
48 Ventilator 24 V 51021 x 2
49 Vuldop Ø40 71299
50 Zwenkwieltje 71362 x 2
51 Pomp Centrifuge Brushless 10Lit/mn - 24VDC - 80W 71876
52 Radiator water 240x225x60 - 1.2Kw/h 71750
53 Dop 56262
54 Wieltje Ø 250 71376 x 2
55 Circuit Aansluiting ventilatoren E0058C
5251
53
54
PTI
56 Blok Magneetventiel S81118
EV2 71797
A
Magneetventielen
B
C
EV3 71824
EV4 71741
56
C
B A
46
GYSPOT PTI GENIUS
NL
69
66
64
61
62
59
60
67
68
PTI
GENIUS
57
58
Circuit SD-kaart 97028C
57
Kleed 10pts 40cm 53095
Bedieningspaneel 51968
58
LCD display 51905
59 Vermogensschakelaar 51131
Voedingscircut PTI-G 220 E0006C
60
Vertraagde zekering 2A 51363 x 3
Kleed 10pts 25cm 53100
Circuit driver PTI-G E0005C
61
Kleed 10pts 20cm 53092
Circuit condensator PTI-G 220 E0002C
62
Zekering 5A 51409
63 Diode brug driefasen 52195
64 IGBT Module 52200 x 2
65 Besturingscircuit PTI-G 220 E0008C
66 Stroomtransformator 96019
67 Dierentieel schakelaar 40 A 30 mA 52351
68 Filter luchtregelaar 71729
69 Voedingskabel A0018
70 Circuit afstandsbediening steunarm E0119C
70
65
63
47
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
GYSPOT PTI GENIUS
12x0.5mm²
11
789
101112
12345
6
NL
BLUE
BLUE
BLUE
WHITE
NETWORK
BLUE
3
456
10
CGUN1 CGUN2
51968
C GUN
8
22
10
WHITE
WHITE
BLACK
11
RED
1
BLACK
2
XGUN2
EV2 EV3 EV4
71797 71824 71741
BLACK
GUN SENSORS
XGUN1
WHITE
789
CGUN3
SOLENOID2
GRAY
RED
BLACK
E0008
SOLENOID1
U/I SENSE
96019
POWER CARDSD CARD
1010
WHITE
BLACK
12
53095
51905
E0002
4 4
F4
51409
NC
-HT
NC
52200 52200
PM12 IGBT
PM34 IGBT
+HT
51131
E0005
51021
51021
2
2
53100 53092
71876
E0058
97028
2
1
3
4
ALIM
48
GRAY
RED
RED
BLACK
52194
-
+-+
+
K MF A N
F3F2
4
51363
51363
F1
51363
52351
NC
NC
+HT
-HT PM34 IGBT
PM12 IGBT
E0006
RED
BLACK
-
WHITE
-
RED
RED
BLUE
BLACK
+
E0119
PINCE
WHITE
BLACK
12
WHITE
POTENCE
A0018
SCHEMA KABELS
GYSPOT PTI GENIUS
63138
52149 52149
NL
63090
63170
1
BLACK
7
2
BLACK
8
3
BLACK
9
+T°
-T°
52105
2
WHITE
RED
E0055
BLACK
2
V+
V-
GRAY
5138151381
YELLOW / GREEN
WHITE
BLACK
2
RED
71251
1
3
4
11
10
51408
5
6
92051
12x0.5mm²
5
6
11
92048SF
12
2
4
8
7
9
10
1
3
49
PNEUMATISCHE SCHEMA
GYSPOT PTI GENIUS
NETWORK
PRESSURE
SENSOR
92060
71729
EV2
71797
EV3EV4
71741 71824
G PLIERS
PRESSURE
SENSOR
HYDRAULISCHE SCHEMA
50
SYMBOLEN
A
V
Hz
3
U 1N
S P
S 50
U 2d
I 2 cc
I 2 P
e
F max
P1 min
P1 max
Q
∆p
m
GYSPOT PTI GENIUS
- Let op! Lees voor gebruik aandachtig de gebruiksaanwijzing door.
Gelijkstroom
Ampère
Volt
Hertz
- Driefasige elektrische voeding 50 of 60 Hz.
- Nominale voedingsspanning
- Permanent vermogen (bij een inschakelduur van 100%)
- Vermogen bij 50% van de inschakelduur.
- Nullastspanning
- Secondaire maximale kortsluitingsstroomsterkte
- Permanente secondaire stroom
- Spreidingsbereik armen
- Lengtebereik armen
- Maximale laskracht
- Minimale voedingsdruk
- Maximale voedingsdruk
- Nominale toevoer koelvloeistof
- Nominaal verlies koelvloeistof
- Gewicht van het apparaat
MAXI
MINI
- Koelgroep
Uitgang water
Ingang water
Maximale waterniveau
Minimale waterniveau
Dragers van een pacemaker mogen niet in de buurt van het apparaat verblijven.
Waarschuwing ! Sterk magnetisch veld. Dragers van actieve of passieve implantaten moeten worden geïnformeerd.
Het apparaat niet buiten gebruiken. Het apparaat niet gebruiken in de buurt van opspattend water.
- Apparaat in overeenstemming met de Europese richtlijnen. De E.U. verklaring van overeenstemming kunt u downloaden op onze website (adres vermeld op de oms­lag).
- Materiaal in overeenstemming met de Marokkaanse normen. De verklaring van overeenstemming Cم (CMIM) is beschikbaar op onze internet site (zie de omslag).
IEC 62135-1
ISO 669:2016
De lasstroombron is in overeenstemming met de normen IEC62135-1 en EN ISO 669.
Het apparaat voldoet aan de richtlijn 2013/35/UE.
51
GYSPOT PTI GENIUS
- Afzonderlijke inzameling vereist volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU. Gooi het apparaat niet weg met het huishoudelijk afval !
- Product recyclebaar, niet bij het huishoudelijk afval gooien.
- EAC (Euraziatische Economische Gemeenschap) merkteken van overeenstemming
- Materiaal in overeenstemming met de Britse richtlijnen. De Britse verklaring van overeenstemming kunt u downloaden van onze website (zie omslag).
- Informatie over de temperatuur (thermische beveiliging).
52
SAS GYS
1, rue de la Croix des Landes
CS 54159
53941 SAINT-BERTHEVIN Cedex
FRANCE
Loading...