98
Netvoeding (met adapter)
Aanwijzingen:
Controleer of de vermelde netspanning op het typeplaatje van de
adapter overeenstemt met de plaatselijke netspanning.
Het apparaat is alleen volledig van het stroomnet afgesloten als u de
adapter uit het stopcontact hebt gehaald. Trek de adapter altijd uit het
stopcontact als u het toestel niet gebruikt.
1
Steek de kabel in de aansluiting »DC IN 4,5V« van het apparaat.
2
Steek de adapter van de netkabel in het stopcontact.
Gebruik op batterijen
1 Snoer van het toestel uit het stopcontact trekken, afdekking van het
batterijvak – aan de onderkant van het toestel – openen.
2
Plaats twee batterijen, let op de polen aan de onderkant van het toestel
(type mignon, b.v. 2 x 1,5 V, LR6, AM3; AA).
Aanwijzingen:
De batterijen worden uitgeschakeld bij gebruik van het stroomnet.
Het batterijsymbool op het display geeft in vier stappen de verbruiksstatus
van de batterijen weer (zwart: volle batterijen, wit: lege batterijen).
Verwijder de batterijen als ze leeg zijn of als u het apparaat van het
stroomnet haalt. Voor schade die ontstaat door uitgelopen batterijen,
stelt GRUNDIG zich niet aansprakelijk.
Gebruik met oplaadbare nikkel-cadmium-batterijen
Bij het gebruik met nikkel-cadmium-batterijen (NiCd, grootte AA
1,2 V/600 mAh) moet u de bijgeleverde adapter als oplaadapparaat
gebruiken.
1
Afdekking van het batterijvak aan de onderkant van het toestel
verwijderen.
2
Plaats twee batterijen, let hierbij op de polen aan de onderkant van het
toestel.
3
Steek het snoer van de adapter in de aansluiting »DC IN 4,5V« van
het toestel en steek de stekker van de adapter in het stopcontact.
Aanwijzingen:
Bij de aankoop van de NiCd-batterijen moet u erop letten dat het metalen einde aan de minpool ca. 3 mm zichtbaar is (zie afbeelding). Eventueel de isolatie met een mes verwijderen.
Voor het eerste gebruik of als de batterijen langere tijd niet gebruikt
worden, dan moet u de batterijen eerst volledig opnieuw opladen.
De oplaadtijd bedraagt ca. 12–14 uur. Wordt het toestel ondertussen
gebruikt, dan wordt de oplaadtijd verlengd.
De omgevingstemperatuur moet tussen 5°C en 40°C liggen.
STROOMTOEVOER
______________________________
1.
2.