Deze meter meet het materiaalvocht [%u] of het watergehalte [%w] in materialen met een glad
oppervlak en een dikte van 10 mm.
Bijkomend is de mogelijkheid in de zoekmodus heel snel en comfortabel vochtige plaatsen en derg, op
te sporen, de aanduiding is relatief [digit].
Gemeten/ gedetecteerd wordt via een geïsoleerd meetvlak op de onderzijde van het apparaat.
De GMK 210 is vooral geschikt voor een vochtmeting in de navolgende materialen:
•
Hout
• GFK
Bij de constructie van de GMK 210 werd vooral waarde aan gehecht op de behoefden bij de
vochtbeoordeling van booten, campers en caravans.
Bij de toepassing op de bouw raden wij de GMK 100 aan (betonvloer- en pleisterlaag- karakteristieken,
CM-vochtigheid).
De veiligheidsaanwijzingen dienen beslist in acht worden genomen (zie verderop).
De meter mag uitsluitend onder de condities en de doelen gebruikt worden waarvoor het apparaat
geconstrueerd is.
De meter dient zorgvuldig behandelt en volgens de technische gegevens toegepast te worden (niet
werpen enz.). Bescherm hem tegen vochtigheid en vervuiling.
2 Algemene opmerkingen
Lees deze handleiding opmerkzaam door en maak u vertrouwd met de bediening van de meter
voordat u deze in gebruik neemt. Zorg er voor dat u deze handleiding steeds bij de hand heeft, voor
een latere raadpleging.
2.1 Veiligheidstekens en symbolen
Waarschuwingen zijn in deze handleiding als volgt gekenmerkt:
Waarschuwing! Symbool waarschuwt voor direct dreigend gevaar, dood,
zwaar lichamelijk letsel of zware beschadiging aan goederen als deze niet in
acht wordt genomen.
Let op! Symbool waarschuwt voor eventuele gevaren of schadelijke situaties,
die bij het niet in acht nemen beschadigingen aan de meter of het milieu
veroorzaken.
Aanwijzing! Symbool wijst op procedures die bij het niet in acht nemen een
indirecte invloed op het gebruik hebben of leiden tot een niet voorzienbare
reactie.
3
2.2 Veiligheidsaanwijzingen
Deze meter is volgens de veiligheidsbepalingen voor elektronische meetapparatuur opgebouwd en
getest. Een correcte werking en de gebruiksveiligheid van het apparaat kunnen alleen gegarandeerd
worden indien de gebruikers de algemene veiligheidsmaatregelen en de apparaat- specifieke
veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing in acht nemen.
1. Een correcte werking en een veilig gebruik van de meter kan slechts gegarandeerd worden
bij het aanhouden van de klimatische condities, zoals die gespecificeerd zijn onder
"Technische gegevens".
Neem de meter nooit direct in gebruik, als deze van een koude naar een warme ruimte
gebracht wordt. Het condenswater dat hierbij ontstaat kan storingen veroorzaken. Wacht tot
de meter op kamertemperatuur is, voordat u hem gebruikt.
2. Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient u het
apparaat buiten bedrijf te stellen en te kenmerken tegen het per ongeluk in werking
stellen. De veiligheid van de gebruiker kan door het apparaat beperkt zijn, wanneer
deze bijv.:
- zichtbaar beschadigd is
- niet meer juist functioneert
- langere tijd onder ongunstige omstandigheden bewaard werd.
In twijfelachtige gevallen dient de meter
3. Concipieer schakelingen heel zorgvuldig bij het aansluiten op andere apparatuur. Eventueel
kunnen interne verbindingen in andere apparaten (bijv. verbinding GND met aarde) tot niet
veroorloofde spanningspotentialen leiden, die het apparaat zelf of het aangesloten apparaat in zijn
werking kan belemmeren of zelfs vernielen.
4. De meter is niet bedoeld voor veiligheidstoepassingen, noodstop- voorzieningen of
toepassingen bij die een foutieve functie letsel of materiële schade kan veroorzaken.
Dit moet beslist in acht worden genomen, om zware lichamelijke of materiële schade te
voorkomen.
5. Deze meter mag niet in een omgeving gebruikt worden waar ontploffingen zich
kunnen voordoen, omdat in een zulke omgeving een verhoogd gevaar van
ontploffing, brand of explosies door vonkvorming bestaat.
4
3 Beschrijving van het product
3.1 Omvang levering
De levering omvat:
• GMK 210
• 9V blokbatterij
•
Gebruiksaanwijzing
• Korte handleiding
3.2 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen
Batterijwerking:
Als er links op het display de indicatie bAt knippert is de batterij zwak en moet vervangen worden. Voor
korte tijd kan er nog verder gemeten worden.
Bij het opbergen van het apparaat boven 50 °C omgevingstemperatuur moet de batterij
uitgehaald worden. Als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt, verwijdert u de batterij.
4 Bediening
4.1 Weergavenelementen
1: Hoofdweergave Weergave actuele materiaalvocht of
watergehalte
2: Weergave karakteristiek De gekozen karakteristiek wordt
hier weergegeven
3: Vochtbeoordeling Beoordeling van de materiaal toestand boven balk:
DRY = droog, WET = nat
4: HLD Vasthouden van de meet-
waarde (hold- toets)
4.2 Bedieningselementen
Toets 1:
lang indrukken: uit
kort indrukken: activeren achtergrondverlichting,
zie hoofdstuk 11 "Li"
Toets 2: soort omhoog keuze karakteristiek: omhoog, zie paragraaf 5.5
Toets 3:
kort indrukken: vasthouden actuele meetwaarde
("HLD" op het display)
2s indrukken: apparaat- nulpunt (zie par. 5.6)
Toets 2 en 3 soort omlaag
gezamenlijk: keuze karakteristiek: omlaag, zie paragraaf 5.5
aan- / uitschakelaar
hold:
5
Diepteschakelaar: Schuifschakelaar boven: ca. 10 mm meetdiepte (d
10)
(rechts op de meter)
Na het wijzigen van de positie van de schuifschakelaar
wordt op het display kort "d 10" = 10 mm of "d 25" = 25 mm aangeduid.
4.3 Meetoppervlak: onderkant apparaat
Onderkant apparaat:
Het complete donkergrijze oppervlak moet zonder luchtspleet op de te
meten plek liggen.
De oppervlakken "10 mm" (grijs) en "25 mm" (wit) kenmerken de
oppervlakken, onder welke, afhankelijk van de schuifschakelaar- positie,
overwegend gemeten wordt.
4.4 Ingebruikneming
Schuifschakelaar onder: ca. 25 mm meetdiepte (d 25)
Meter met de toets inschakelen.
Na de segmenttest toont het apparaat kort informatie over zijn configuratie:
indien een stijgingsverandering bij de 10 mm meting uitgevoerd werd (zie hoofdstuk 12)
indien een stijgingsverandering bij de 25 mm meting uitgevoerd werd (zie hoofdstuk 12)
indien de automatische uitschakeling geactiveerd is (zie hoofdstuk 11)
Hierna is het apparaat klaar voor een meting.
6
5 Basis voor een meting
5.1 Meetveld & meetdiepte
Het apparaat meet met een elektrisch veld (capacitieve meetproces) welke zich vanaf de onderkant
naar boven uitbreid. De meetdiepte kan via de schuifschakelaar tussen ca. 10 mm en 25 mm ingesteld
worden.
Zijaanzicht: meetveld en penetratiediepte bij schakelpositie "10 mm"
Zijaanzicht: meetveld en penetratiediepte bij schakelpositie "25 mm"
De aanduidingen 10 mm en 25 mm voor de penetratiediepte van de meting zijn slechts geschatte
waarden. De meter meet hoe dieper des te vochtiger het materiaal is. Dus wordt bij heel vochtig
materiaal en een schakelpositie "25 mm" ook dieper dan 25 mm gemeten.
Op de achterzijde van het apparaat is het meetoppervlak opgedrukt, waarop het apparaat overwegend
meet.
LET OP:Voor nauwkeurige metingen moet het apparaat onafhankelijk van deze opdruk volledig
opliggen! Als er zich een luchtspleet tussen de meter en het materiaal bevindt wordt te
droog gemeten!
Hier een paar voorbeelden, bij welke niet nauwkeurig gemeten kan worden (weergegeven waarde is
steeds te droog):