Greisinger GMK 210 User guide [nl]

Bestnr. 12 34 23
Greisinger materiaalvochtmeter GMK 210
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 2013 by CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V.
Internet
: www.conrad.nl of www.conrad.be
Inhoudsopgave
1 Bedoeld gebruik 3
2 Algemeen 4
3 Beschrijving van het product 5
4 Bediening 5
5 Basis voor de meting 7
6 Bedrijfssoorten "Meetmodus" en "Zoekmodus" 10
7 Meten van hout 11
8 Meten van andere materialen 11
9 Beoordeling van campers en caravans 12
10 Beoordeling van GFK bootsrompen 16
11 Configuratie van de meter 18
12 Justeren apparaat 19
13 Fouten- en systeemberichten 20
14 Technische gegevens 21
15 Nauwkeurigheid controleren / justeerservies 22
16 Afvalverwijdering 22
Bijlage A: houtsoort tabel 23
2
1 Bedoeld gebruik
Deze meter meet het materiaalvocht [%u] of het watergehalte [%w] in materialen met een glad oppervlak en een dikte van 10 mm. Bijkomend is de mogelijkheid in de zoekmodus heel snel en comfortabel vochtige plaatsen en derg, op te sporen, de aanduiding is relatief [digit].
Gemeten/ gedetecteerd wordt via een geïsoleerd meetvlak op de onderzijde van het apparaat.
De GMK 210 is vooral geschikt voor een vochtmeting in de navolgende materialen:
Hout
GFK
Bij de constructie van de GMK 210 werd vooral waarde aan gehecht op de behoefden bij de vochtbeoordeling van booten, campers en caravans.
Bij de toepassing op de bouw raden wij de GMK 100 aan (betonvloer- en pleisterlaag- karakteristieken, CM-vochtigheid).
De veiligheidsaanwijzingen dienen beslist in acht worden genomen (zie verderop).
De meter mag uitsluitend onder de condities en de doelen gebruikt worden waarvoor het apparaat geconstrueerd is.
De meter dient zorgvuldig behandelt en volgens de technische gegevens toegepast te worden (niet werpen enz.). Bescherm hem tegen vochtigheid en vervuiling.
2 Algemene opmerkingen
Lees deze handleiding opmerkzaam door en maak u vertrouwd met de bediening van de meter voordat u deze in gebruik neemt. Zorg er voor dat u deze handleiding steeds bij de hand heeft, voor een latere raadpleging.
2.1 Veiligheidstekens en symbolen
Waarschuwingen zijn in deze handleiding als volgt gekenmerkt:
Waarschuwing! Symbool waarschuwt voor direct dreigend gevaar, dood, zwaar lichamelijk letsel of zware beschadiging aan goederen als deze niet in acht wordt genomen.
Let op! Symbool waarschuwt voor eventuele gevaren of schadelijke situaties, die bij het niet in acht nemen beschadigingen aan de meter of het milieu veroorzaken.
Aanwijzing! Symbool wijst op procedures die bij het niet in acht nemen een indirecte invloed op het gebruik hebben of leiden tot een niet voorzienbare reactie.
3
2.2 Veiligheidsaanwijzingen
Deze meter is volgens de veiligheidsbepalingen voor elektronische meetapparatuur opgebouwd en getest. Een correcte werking en de gebruiksveiligheid van het apparaat kunnen alleen gegarandeerd worden indien de gebruikers de algemene veiligheidsmaatregelen en de apparaat- specifieke veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing in acht nemen.
1. Een correcte werking en een veilig gebruik van de meter kan slechts gegarandeerd worden bij het aanhouden van de klimatische condities, zoals die gespecificeerd zijn onder "Technische gegevens". Neem de meter nooit direct in gebruik, als deze van een koude naar een warme ruimte gebracht wordt. Het condenswater dat hierbij ontstaat kan storingen veroorzaken. Wacht tot de meter op kamertemperatuur is, voordat u hem gebruikt.
2. Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient u het apparaat buiten bedrijf te stellen en te kenmerken tegen het per ongeluk in werking stellen. De veiligheid van de gebruiker kan door het apparaat beperkt zijn, wanneer deze bijv.:
- zichtbaar beschadigd is
- niet meer juist functioneert
- langere tijd onder ongunstige omstandigheden bewaard werd.
In twijfelachtige gevallen dient de meter
3. Concipieer schakelingen heel zorgvuldig bij het aansluiten op andere apparatuur. Eventueel
kunnen interne verbindingen in andere apparaten (bijv. verbinding GND met aarde) tot niet veroorloofde spanningspotentialen leiden, die het apparaat zelf of het aangesloten apparaat in zijn werking kan belemmeren of zelfs vernielen.
4. De meter is niet bedoeld voor veiligheidstoepassingen, noodstop- voorzieningen of toepassingen bij die een foutieve functie letsel of materiële schade kan veroorzaken. Dit moet beslist in acht worden genomen, om zware lichamelijke of materiële schade te voorkomen.
5. Deze meter mag niet in een omgeving gebruikt worden waar ontploffingen zich kunnen voordoen, omdat in een zulke omgeving een verhoogd gevaar van ontploffing, brand of explosies door vonkvorming bestaat.
4
3 Beschrijving van het product
3.1 Omvang levering
De levering omvat:
GMK 210
9V blokbatterij
Gebruiksaanwijzing
Korte handleiding
3.2 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen
Batterijwerking: Als er links op het display de indicatie bAt knippert is de batterij zwak en moet vervangen worden. Voor korte tijd kan er nog verder gemeten worden.
Bij het opbergen van het apparaat boven 50 °C omgevingstemperatuur moet de batterij uitgehaald worden. Als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt, verwijdert u de batterij.
4 Bediening
4.1 Weergavenelementen
1: Hoofdweergave Weergave actuele materiaalvocht of watergehalte 2: Weergave karakteristiek De gekozen karakteristiek wordt hier weergegeven 3: Vochtbeoordeling Beoordeling van de materiaal­ toestand boven balk: DRY = droog, WET = nat 4: HLD Vasthouden van de meet-
waarde (hold- toets)
4.2 Bedieningselementen
Toets 1:
lang indrukken: uit kort indrukken: activeren achtergrondverlichting, zie hoofdstuk 11 "Li" Toets 2: soort omhoog keuze karakteristiek: omhoog, zie paragraaf 5.5
Toets 3:
kort indrukken: vasthouden actuele meetwaarde ("HLD" op het display) 2s indrukken: apparaat- nulpunt (zie par. 5.6)
Toets 2 en 3 soort omlaag gezamenlijk: keuze karakteristiek: omlaag, zie paragraaf 5.5
aan- / uitschakelaar
hold:
5
Diepteschakelaar: Schuifschakelaar boven: ca. 10 mm meetdiepte (d
10)
(rechts op de meter) Na het wijzigen van de positie van de schuifschakelaar wordt op het display kort "d 10" = 10 mm of "d 25" = 25 mm aangeduid.
4.3 Meetoppervlak: onderkant apparaat
Onderkant apparaat:
Het complete donkergrijze oppervlak moet zonder luchtspleet op de te meten plek liggen.
De oppervlakken "10 mm" (grijs) en "25 mm" (wit) kenmerken de oppervlakken, onder welke, afhankelijk van de schuifschakelaar- positie, overwegend gemeten wordt.
4.4 Ingebruikneming
Schuifschakelaar onder: ca. 25 mm meetdiepte (d 25)
Meter met de toets inschakelen.
Na de segmenttest toont het apparaat kort informatie over zijn configuratie:
indien een stijgingsverandering bij de 10 mm meting uitgevoerd werd (zie hoofdstuk 12) indien een stijgingsverandering bij de 25 mm meting uitgevoerd werd (zie hoofdstuk 12) indien de automatische uitschakeling geactiveerd is (zie hoofdstuk 11) Hierna is het apparaat klaar voor een meting.
6
5 Basis voor een meting
5.1 Meetveld & meetdiepte
Het apparaat meet met een elektrisch veld (capacitieve meetproces) welke zich vanaf de onderkant naar boven uitbreid. De meetdiepte kan via de schuifschakelaar tussen ca. 10 mm en 25 mm ingesteld worden.
Zijaanzicht: meetveld en penetratiediepte bij schakelpositie "10 mm"
Zijaanzicht: meetveld en penetratiediepte bij schakelpositie "25 mm"
De aanduidingen 10 mm en 25 mm voor de penetratiediepte van de meting zijn slechts geschatte waarden. De meter meet hoe dieper des te vochtiger het materiaal is. Dus wordt bij heel vochtig materiaal en een schakelpositie "25 mm" ook dieper dan 25 mm gemeten.
Op de achterzijde van het apparaat is het meetoppervlak opgedrukt, waarop het apparaat overwegend meet. LET OP: Voor nauwkeurige metingen moet het apparaat onafhankelijk van deze opdruk volledig
opliggen! Als er zich een luchtspleet tussen de meter en het materiaal bevindt wordt te droog gemeten!
Hier een paar voorbeelden, bij welke niet nauwkeurig gemeten kan worden (weergegeven waarde is steeds te droog):
Fout: slecht oppervlak Fout: onregelmatig oppervlak Fout: te geringe materiaaldikte (hier extreem!)
7
Loading...
+ 16 hidden pages