2.3 Veiligheidsaanwijzingen 4
3 Beschrijving van het product 4
3.1 Omvang levering 4
3.2 Aanwijzingen voor gebruik en onderhoud 4
4 Bediening 5
4.1 Displayweergaven 5
4.2 Bedieningselementen 6
4.3 Aansluitingen 6
4.4 Opstelbeugel 7
5 Ingebruikneming 8
6. Basis voor de meting 8
6.1 Basis geleidbaarheid 8
6.2 Geleidbaarheidsmeting 8
6.3 Meting van de specifieke weerstand 9
6.4 Filterdroge residu /TDS-meting 9
6.5 Zoutgehalte meting 9
6.6 Elektrode / meetcellen 10
6.7 Temperatuurcompensatie 10
7 Configuratie van de meter 12
8. Meteruitgang 13
8.1 Interface 13
9. Justeren van de temperatuuringang 14
10 Automatische afstelling celcorrectie 15
11 GLP 16
11.1 Kalibratie-inter val ( C.INT) 16
11.2 Kalibratie geheugen (READ CAL) 16
12 Real time-klok 16
13 Nauwkeurigheid controleren / justeerservies 16
14 Fout- en systeemmeldingen 17
15 Terugsturen en afvalverwijdering 18
16 Technische gegevens 19
3
1 Algeme ne a anwijzingen
Lees deze handleiding opmerkzaam door en maak u vertrouwd met de bediening van de meter
voordat u deze in gebruik neemt. Zorg er voor, dat u deze handleiding bij de hand heeft om bij twijfel
steeds te kunnen raadplegen.
Het monteren, de ingebruikneming, het gebruik, onderhoud en het buiten bedrijf stellen mag alleen
door gekwalificeerd vakpersoneel uitgevoerd worden. Het vakpersoneel moet de gebruiksaanwijzing
volledig doorgelezen en begrepen hebben.
De aansprakelijkheid en de garantie van de fabrikant voor beschadigingen of gevolgschade vervallen,
indien de meter niet zoals bedoeld gebruikt wordt en bij het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing
of door gebruik van ongeschoold personeel alsook bij eigenmachtige veranderingen aan de meter.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor kosten of schades die ontstaan zijn door de gebruiker of door
derden, vooral bij onvakkundig gebruik van de meter of bij misbruik of storingen van de aansluitingen
van de meter.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor drukfouten.
2 Veiligheid
2.1 Bedoeld gebruik
Deze meter is bedoeld voor metingen van de geleidbaarheid, specifieke weerstand, zoutgehalte en de
filterdroge toestand (TDS) onder toepassing van een vast aangesloten elektrode.
De veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding dienen beslist in acht worden genomen (zie verderop).
De meter mag uitsluitend onder de condities en de doelen gebruikt worden waarvoor het apparaat
geconstrueerd is.
De meter dient zorgvuldig behandelt en volgens de technische gegevens toegepast te worden (niet
werpen enz.). Bescherm hem tegen vervuiling.
2.1 Veiligheidstekens en symbolen
Waarschuwingen zijn in deze handleiding als volgt gekenmerkt:
Waarschuwing! Symbool waarschuwt voor direct dreigend gevaar, dood,
zwaar lichamelijk letsel of zware beschadiging aan goederen, bij het niet in
acht nemen.
Let op! Symbool waarschuwt voor eventuele gevaren of schadelijke situaties,
die bij het niet in acht nemen beschadigingen aan de meter of schade aan het
milieu veroorzaken.
Aanwijzing! Symbool wijst op procedures die bij het niet in acht nemen een
indirecte invloed op het gebruik hebben of leiden tot een niet voorzienbare
reactie.
4
2.2 Veiligheidsaanwijzingen
Deze meter is volgens de veiligheidsbepalingen voor elektronische meetapparatuur opgebouwd en
getest. Een correcte werking en de gebruiksveiligheid van het apparaat kunnen alleen gegarandeerd
worden indien bij gebruik de algemene veiligheidsmaatregelen en de apparaat- specifieke
veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing in acht worden genomen.
1. Een correcte werking en een veilig gebruik van de meter kan slechts gegarandeerd worden bij het
aanhouden van de klimatische condities, zoals die gespecificeerd zijn onder "Technische
gegevens".
Neem de meter nooit direct in gebruik, als deze van een koude naar een warme ruimte wordt
gebracht. Het condenswater dat hierbij ontstaat kan storingen veroorzaken. Wacht tot
de meter op kamertemperatuur is, voordat u hem gebruikt.
2. Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient u het
apparaat buiten bedrijf te stellen en te kenmerken tegen het per ongeluk in werking
stellen. De veiligheid van de gebruiker kan door het apparaat beperkt zijn, wanneer
de meter bijv.:
- zichtbaar beschadigd is
- niet meer juist functioneert
- langere tijd onder ongunstige omstandigheden bewaard werd.
In twijfelachtige gevallen dient de meter door een servicedienst gerepareerd te worden.
3. Concipieer schakelingen heel zorgvuldig bij het aansluiten op andere apparatuur. Eventueel
kunnen interne verbindingen in andere apparaten (bijv. verbinding GND met aarde) tot niet
veroorloofde spanningspotentialen leiden, die het apparaat zelf of het aangesloten apparaat in zijn
werking kan belemmeren of zelfs vernielen.
4. De meter is niet bedoeld voor veiligheidstoepassingen, noodstop-voorzieningen of
toepassingen bij die een foutieve functie letsel of materiële schade kan veroorzaken.
Dit moet beslist in acht worden genomen, om zware lichamelijke of materiële schade te
voorkomen.
5. Deze meter mag niet in een omgeving gebruikt worden waar ontploffingen zich
kunnen voordoen, omdat in een zulke omgeving een verhoogd risico bestaat van
ontploffing, brand of explosies door vonkvorming.
3 Beschrijving van het product
3.1 Omvang levering
De levering omvat:
• GMH 3431, incl. 9V -batterij
• Gebruiksaanwijzing
3.2 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen
1. Batterijwerking:
Indien het symbool (uitroepteken in een driehoek) en de aanduiding
verschijnt, is de batterij bijna leeg en moet vervangen worden. Voor korte tijd kan dan nog gemeten
worden. Als er boven in het display "bAt" verschijnt, is de batterij volledig verbruikt.
"bAt" onderaan in het display
5
Bij het opbergen van het apparaat boven 50 °C omgevingstemperatuur moet de batterij
uitgehaald worden. Als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt, verwijdert u de batterij. De
tijd moet dan bij het opnieuw gebruiken weer ingesteld worden.
2. Werking met netvoeding
Let op: bij aansluiting van een netvoeding moet een werkspanning van de voeding tussen
10,5 en 12V liggen. Sluit geen hogere spanning aan. Sommige eenvoudige netvoedingen
bezitten een te hoge nullastspanning, dit kan leiden tot foutieve functies of het apparaat
onherstelbaar beschadigen. Wij bevelen aan onze netvoeding GNG10/3000 te gebruiken.
Voor het verbinden van de netvoeding met het stroomnet, moet gecontroleerd worden of de op de
netvoeding aangegeven werkspanning overeenkomt met de plaatselijke netspanning.