3 Alarmfuncties 6
4 Configuratie van de meter 7
5 Kalibratie 8
5.1 Automatische nulpunt- kalibratie 8
5.2 Kalibratiemenu 8
6 Controleren van de nauwkeurigheid 8
7 Systeemberichten 9
8 De seriële aansluiting 9
9 Technische gegevens 11
1 Algemeen
1.1 Bedoelde toepassing van de GCO 100
Hoogwaardige CO- meter voor het meten van koolmonoxide- concentratie van max.
1000ppm (0,1Vol %) in de omgevingslucht.
Via de instelbare alarmfunctie wordt de gebruiker gewaarschuwd door een optisch alsook
akoestisch signaal als zich een gevaarlijke gasconcentratie voordoet.
Het apparaat mag niet als bewaking voor de persoonlijke veiligheid gebruikt
worden!
Het gas wordt via de sensoropening aan de bovenzijde gemeten.
Toepassingen
• Controle en onderhoud bij verwarmingsinstallaties
• Controle van de luchtkwaliteit (alarmering bij te hoge concentraties (MAC) bij de
werkplek).
• Onderzoek naar CO in de ademlucht bij rokers
•
Herkenning van een CO- vergiftiging bij branden (brandweermannen)
• en nog veel meer.
De meter wordt geleverd inclusief kalibreerprotocol.
2
1.2 Veiligheidsaanwijzingen
Deze meter is volgens de veiligheidsbepalingen voor elektronische meetapparatuur
opgebouwd en getest. Een correcte werking en de gebruiksveiligheid kunnen alleen
gegarandeerd worden indien de gebruikers de algemene veiligheidsmaatregelen en de
specifieke veiligheidsbepalingen in deze gebruiksaanwijzing in acht nemen.
1. Een correcte werking en een veilig gebruik van de meter kan slechts gegarandeerd
worden bij klimatische condities zoals die gespecificeerd zijn onder "Technische
gegevens".
2. Neem de meter nooit direct in gebruik, als deze van een koude naar een warme ruimte
gebracht wordt. Het condenswater dat hierbij ontstaat kan problemen veroorzaken.
Wacht tot de meter op kamertemperatuur is, voordat u hem gebruikt.
3. Concipieer schakelingen heel zorgvuldig bij het aansluiten op andere apparatuur.
Eventueel kunnen interne verbindingen in andere apparaten (bijv. verbinding GND met
aarde) tot niet veroorloofde spanningspotentialen leiden, die het apparaat zelf of het
aangesloten apparaat in zijn werking kan belemmeren of zelfs vernielen.
4. Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient u
het apparaat buiten bedrijf te stellen en te kenmerken tegen het per ongeluk in werking
stellen. De veiligheid van de gebruiker kan door het apparaat beperkt zijn, wanneer deze
bijv.
- zichtbaar beschadigd is of niet meer juist functioneert
- langere tijd onder ongunstige omstandigheden bewaard werd.
In twijfelachtige gevallen dient de meter principieel naar de fabrikant opgestuurd te
worden ter reparatie of een onderhoud.
5. Waarschuwing: de meter is niet bedoeld voor veiligheidstoepassingen, noodstop
voorzieningen of toepassingen bij die een foutieve functie letsel of materiële schade
kan veroorzaken. Dit moet beslist in acht worden genomen, omdat anders zware
lichamelijke of materiële schade veroorzaakt kan worden.
1.3 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen:
Indien de aanduiding
•
"BAT"
dan nog gemeten worden. Als er op het display "bAt" verschijnt, zijn de batterijen volledig
verbruikt en moeten vervangen worden. Een meting is dan niet meer mogelijk.
Bij het opbergen van de meter boven 50 °C moet de batterij uitgehaald worden.
•
Tip: als u de meter langere tijd niet benodigd, moet de batterij uitgehaald worden!
Gevaar voor uitlopen!
•
Het apparaat en de sensor dienen zorgvuldig behandelt en volgens de technische
gegevens gebruikt te worden (niet werpen, stoten enz.). Bescherm het tegen vuil, vooral
de bovenkant met de sensoropening.
• Vermijdt condens bij de sensor, als er condens aanwezig is laat u de meter voldoende
opdrogen.
Waarschuwing:zorg er voor dat er geen oplosmiddelen of stoffen met siliconen in de
buurt van de sensoropening komen, de sensor kan daardoor vernield worden!
verschijnt, zijn de batterijen bijna leeg. Voor korte tijd kan
3
1.4 Aanwijzingen voor de afvalverwijdering
• Batterijen dienen volgens de KCA-voorschriften verwijdert te worden.
•
Dit product mag aan het eind van zijn levensduur niet samen met het normale
huishoudafval verwijderd worden. Breng het naar een plaats waar elektrische en
elektronische apparatuur gerecycled wordt.
2 Bediening
2.1 Aanduidingselementen
2.2 Bedieningselementen
Toets links aan-/uitschakelaar
toets langer indrukken
Toets midden: max:
waarde
(MAX- pijl op het display)
>2s indrukken
Toets rechts: Hold:
meetwaarde ('HLD' op het display)
2.3 Aansluitingen
1: Hoofdsaanduiding
vastgehouden of de maximale CO- waarde
2: Eenheden Weergave in ppm, mg/m3 of %COHb
3: MAC- waarschuwing
toegestane MAC- waarde hoger is (grenswaarde voor
dagelijkse expositie van 8 uur per dag = maximale
werkplek concentratie)
4: MAX- pijl
inschakelen wordt weergegeven
BAT
Waarschuwing bij verbruikte batterijen
HLD vasthouden van de meetwaarde (toets 3)
Maximale waarde sinds het laatste
: max- waarde wordt teruggezet (reset)
1. Interface:
adapter (accessoires: GRS 3100, USB3100,…)
2. Sensoropening
aansluiting voor galvanisch gescheiden
De netaansluitingsbus bevindt zich op de linker zijde
van de meter.
Weergave van de actuele,
Knippert wanneer de
voor het uitschakelen
weergeven van de maximaal gemeten
vasthouden van de actuele
4
2.4 Algemeen over CO-meting
Koolmonoxide (CO) is brandbaar en zeer giftig. Het is niet zichtbaar, smaak en geur
neutraal, relatieve dichtheid bedraagt 0,97 (lichter dan lucht). Reeds de geringste
concentraties zijn gevaarlijk voor mensen (afhankelijk van hun gezondheidstoestand).
30 ppm Maximale toegestane werkplekconcentratie (MAC) bij 8 uur werken
70..100 ppm na een paar uren treden verkoudheidsverschijnselen op: lopende neus
hoofdpijn, zere ogen en kortademigheid
150...300 ppm gemiddelde belasting: duizeligheid, vermoeidheid en misselijkheid,
zelfs overgeven
400 ppm extreme belasting: hoofdpijn
800 ppm extreme belasting: duizeligheid, misselijkheid en lichamelijke trillingen
na 45min, bewusteloos binnen 2uur
1600 ppm hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid binnen 45min, dodelijk afloop
binnen 2 uur
CO ontstaat vooral na verbranding van substanties die koolstof bevatten (hout, kolen, olie,
benzine, aardgas, sigaretten…) vooral als er niet voldoende zuurstof aanwezig is. In schone
buitenlucht is het CO- aandeel bijna nul. Door voertuigen, verwarmingen en industriële
verbrandingsgassen kan CO reeds in de omgeving van steden in de lucht meetbaar zijn.
In ademgas van rokers kan eveneens CO gemeten worden:
Net als het alcoholgehalte in het bloed wordt ook CO afgebouwd: ongeveer alle 5 uur wordt
het koolmonoxide gehalveerd. Door het koolmonoxide in de uitgeademde lucht kan de
hoeveelheid in het bloed geschat worden. Deze geschatte "CO- hemoglobine" in % kan door
het apparaat direct weergegeven worden, door de uitgeademde lucht te meten (zie
configuratie van de meter).
5
De berekening gebeurt vanaf 5ppm volgens: M.J. Jarvis, M. Belcher, C. Vessey and D.C.S.
Hutchison, Low cost carbon monoxide monitors in smoking assessment. Thorax 41 (1986),
pp. 886-887
Procedure voor een meting van het ademgas
Hiertoe wordt de ESA-100 adapter + T-stuk (zie afbeelding
rechts) verbonden met een geschikte mondstuk aanbevolen
(accessoires).
- Apparaat inschakelen of het MAX- geheugen terugzetten
door de MAX-toets 2s ingedrukt te houden.
- diep inademen en de adem ongeveer 20 seconden inhouden
(nu gaat het CO vanuit het bloed in de ademlucht)
- langzaam en volledig door het T-stuk uitademen (het mond stuk gebruiken)
- voor het aflezen kort op de MAX-toets drukken.
Als er geen T-stuk aanwezig is, kan er ook een geschatte waarde verkregen worden door
direct op de sensor uit te ademen (afstand mond <-> sensor minder dan 5 cm).
Tussen de afzonderlijke metingen moet lang genoeg gewacht worden zodat de sensor weer
droog is en eventueel het CO van de vorige meting volledig afgebouwd is.
3 Alarmfuncties
Er zijn 3 instellingen mogelijk: uit (AL oFF), aan met geluid (AL on), aan zonder geluid (AL
no.So).
In navolgende gevallen wordt een alarm geactiveerd:
- de waarde hoger komt dan de bovenste alarmgrens (AL.Hi).
- de waarde boven of onder de maximaal toegestane meetbereik komt
- sensorfouten, zwakke batterij (bAt) of Err.7: systeemfout
Bij apparaten met een seriële interface en deze aangesloten is, wordt bij een alarm een
"PRIO" flag geplaatst.
Het geluid voor een alarm is afhankelijk van de meetwaarde pulserend, vanaf 300 ppm klinkt
deze permanent. Alarmering wordt op het display "AL Hi", knipperend aangeduid.
Bijkomend wordt onafhankelijk van de alarminstelling het overschrijden van de MAC- waarde („>MAC“-pijl) aangeduid. Omdat de grenswaarde voor de maximale
werkplekconcentratie in sommige landen verschillend is, moet deze waarde eventueel
aangepast worden (zie "Configuratie van de meter").
6
4 Configuratie van de meter
Voor de configuratie van de meterfuncties handelt u als volgt:
- Schakel de meter uit
- Schakel de meter weer in
en houdt u tijdens de zelftest () de MAX-toets ingedrukt, totdat op het display
de eerste parameter ‚P_oF‘ verschijnt.
- Als u een parameter wilt wijzigen, drukt u op een van de pijltoetsen omhoog
of omlaag, vervolgens komt u in de parameterinstelling, verander dan met de
omhoog/omlaag toets de instelling.
- Naar de volgende parameter gaat u met de toets .
Druk nogmaals op drukken om de instellingen op te slaan, de meter wordt opnieuw
gestart (zelftest).
Let op: Als bij het invoeren langer dan 60 seconden geen toets aangeraakt wordt, zal
de configuratie afgebroken worden. Eventueel gemaakte wijzigingen worden niet
opgeslagen!
7
5 Kalibratie
Let op! Als de meter wordt gekalibreerd is het bijbehorende kalibreerprotocol niet
meer geldig!
5.1 Automatische nulpunt- kalibratie
Om een automatische nulpunt- kalibratie door te voeren handelt u als volgt:
• Apparaat inschakelen en in een CO- vrije omgeving plaatsen (schone buitenlucht of een
goed geventileerde ruimte).
• Houdt 10 s de toets „Hold“-ingedrukt, totdat op het display „nuLL“ verschijnt.
De nulpunt kalibratie wordt automatisch uitgevoerd en in de meter opgeslagen. Het apparaat
wisselt na een succesvolle kalibratie terug naar de weergave van de meetwaarde.
Als de nulpunt- kalibratie niet uitgevoerd werd (aanduiding nuLL blijft permanent stilstaan)
is er CO aanwezig in de omgevingslucht of de sensor is defect. Schakel dan de meter uit en
vervolgens weer in voor de normale weergave – Opmerking: de nulpunt- kalibratie werd niet
opgeslagen.
De bepaalde correctiewaarde kan in het kalibratiemenu onder de optie OFFS gecontroleerd
en aangepast worden.
5.2 Kalibratiemenu
Om de meter te kalibreren is er een apart menu beschikbaar. Om te kalibreren handelt u als
volgt:
• Schakel de meter uit
•
Schakel de meter weer in
en houdt u tijdens de zelftest () de Hold-toets ingedrukt, totdat op het display
de eerste parameter "OFFS‘ verschijnt.
• Druk op de omhoog- of omlaag- toets, op het display verschijnt de actueel ingestelde
offsetwaarde.
• Met de toetsen omhoog/ omlaag stelt u de gewenste offsetwaarde in (max. in te stellen
waarde: ± 20 ppm)
• Bevestig de instelling met de on/off- toets: er verschijnt SCAL (stijging) op het display
• Druk op de omhoog- of omlaag- toets, op het display verschijnt de actueel ingestelde
stijging.
• Met de toetsen omhoog/ omlaag stelt u de gewenste stijging in (28,00 tot 62,00 nA/ppm)
• Bevestig de instelling met de on/off- toets: offset correctie en stijging worden opgeslagen,
het apparaat wordt opnieuw opgestart.
Let op: Als bij het invoeren langer dan 60 seconden geen toets aangeraakt wordt, zal
de configuratie afgebroken worden. Eventueel gemaakte wijzigingen worden niet
opgeslagen!
6 Nauwkeurigheid controleren /justeerservice
De meetnauwkeurigheid kan met testgassen en een passende toestroom- inrichting (extra
accessoires) gecontroleerd worden. Als de nauwkeurigheid niet meer aangehouden wordt,
stuur dan de meter op naar de fabrikant voor een afstelling.
8
7 Systeemberichten
Er. 1 = meting buiten meetbereik, meetwaarde te hoog
Er. 2 = meting buiten meetbereik, meetwaarde is te laag
-- = sensorfout: meetwaarde kan niet berekend worden
Er. 7 = systeemfout – meter heeft een systeemfout herkent (defect of ver buiten toegestane
werktemperatuur)
Verschijnt links op het display
gemeten worden. Verschijnt op het display groot „bAt“ is de batterij echter leeg en moet
vervangen worden. Een meting is niet meer mogelijk.
"BAT"
, is de batterij bijna leeg. Voor korte tijd kan nog
8 Seriële interface
Met een galvanisch gescheiden interfaceadapter GRS3100 of GRS3105 resp. USB3100
(accessoires) kan de meter direct op een RS232 of USB-poort van een PC aangesloten
worden. Met de GRS3105 kunnen tot 5 meettoestellen tegelijkertijd verbonden worden (zie
ook gebruiksaanwijzing GRS3100, USB3100 of GRS3105).
Om een fout in de overdracht te vermijden is deze door een uitgebreide veiligheidsmechanisme beschermd (CRC).
Voor de gegevensoverdracht staan volgende softwarepakketten ter beschikking:
•
EBS9M
•
EASYCONTROL: realtime- opnemen en –weergeven van de meetgegevens in het
ACCESS®-databaseformaat
Ter ontwikkeling van eigen software is een GMH3000-ontwikkelaarspakket verkrijgbaar
met als inhoud:
• universele Windows- functiebibliotheek ('GMH3000.DLL') met documentatie
Opmerking over het gebruik met een GAM3000: let er op dat het apparaat slechts één max.
alarm heeft!
De bij GAM3000 beschreven schakelfunctie kan in verbinding met het apparaat niet gebruikt
worden!
0 … 1250 mg/m³ CO-concentratie(omgerekend uit ppm-waarde met
factor voor standaard)
0 … 60,0 % CO Hb (schatting kooloxidehemoglobine via ademlucht)
Resolutie 1 ppm, 1 mg/m³ resp. 0,1 % CO Hb
Levensduur meetcel >5 jaar bij doelmatig gebruik in omgevingslucht
aanbevolen controle nauwkeurigheid: alle 6 maanden (afhankelijk
van de voorwaarde voor nauwkeurigheid).
Nauwkeurigheidlineair <±5% v.d. meetwaarde, herhalingsnauwkeurigheid <±5% v.d. meetwaarde (in het bereik 0 … 500 ppm) kalibratieprotocol bijgesloten
Behuizing slagvast ABS, folie- toetsen, display, voorzijde IP 65,
geïntegreerde tafel-/ophangbeugel
Afmetingen 142 x 71 x 26 mm (lxbxh)
Gewicht ca. 155 g
Stroomverzorging 9 V batterij, type IEC 6F22 (wordt meegeleverd), tevens
voorzien van netvoedingaansluiting (stekkerbus met 1.9 mm
stiftdiameter) voor externe gestabiliseerde gelijkspanning
10,5 - 12V (geschikte netvoedingadapter GNG 10/3000)
Stroomverbruik <0,25 mA (>1000 uur met standaard batterij)
Inwerktijd
(minuten)
Weergave
(ppm CO)
11
Display
Bedieningselementen 3 folietoetsen voor aan/uitschakelaar, menubediening,
max/hold-functie enz.
Max./Hold- functiemet een druk op de toets wordt de actuele waarde opgeslagen, de maximale gemeten waarde (MAX) kan met een druk op de
toets weergegeven worden.
Alarmering
de meetwaarde) geluidstoon, optische alarmering met een
knipperende indicatie ”Al.Hi” op het display als extra signaal als
de MAC- waarde (">MAC"-pijl) overschreden wordt.
Autom. uitschakeling apparaat schakelt zich automatisch uit, als er binnen de
uitschakeltijd geen toets ingedrukt of geen communicatie via de
interface uitgevoerd wordt. De uitschakelvertraging is naar
keuze instelbaar tussen 1-120 min. of geheel uitschakelbaar.
EMC: De apparaten komen overeen met de belangrijkste eisen ter
bescherming, die vastgelegd zijn in de richtlijn van het
Europese parlement en de raad ter aanpassing van de
wettelijke voorschriften van de lidstaten voor de
elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG). EN61326
+A1 +A2 (bijlage B, klasse B), extra fout: <1% FS.
ca. 11 mm hoog, 41/2 posities aanduiding met extra segmenten
instelbare alarmgrens, alarm met pulserende (afhankelijk van
12
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.