Beste gebruikers, hartelijk dank voor het aanschaffen van
de Puls Oximeter.
Deze handleiding is opgesteld in overeenstemming met
de richtlijn van de raad MDD 93/42/EEG inzake medische
hulpmiddelen en de geharmoniseerde normen. In geval van
wijzigingen en software-upgrades kan de informatie van dit
document zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd
worden.
De handleiding beschrijft, in overeenstemming met de ken-
merken en vereisten van de Pulse Oximeter – de structuur,
de functies, de specicaties, de correcte methoden voor
vervoer, installatie, gebruik, bediening, reparatie, onderhoud
en opslag enz., evenals de veiligheidsprocedures voor de
bescherming van zowel de gebruiker als de apparatuur. Verwijs naar de betreffende hoofdstukken voor meer informatie.
Gelieve de handleiding aandachtig te lezen alvorens dit
product te gebruiken. De handleiding met de beschrijving
van de operationele procedures moet strikt in acht worden
genomen. De niet-naleving van de inhoud van de handleiding kan leiden tot onjuiste metingen, beschadiging van het
apparaat en persoonlijk letsel. De fabrikant is NIET aansprakelijk voor problemen met betrekking tot de veiligheid, de
betrouwbaarheid en de prestaties, eventuele afwijkingen,
persoonlijk letsel en beschadiging van de apparatuur die
veroorzaakt worden door nalatigheid en niet-naleving van
de bedieningsvoorschriften door de gebruiker. De garantie
van de fabrikant dekt dergelijke gebreken niet.
Ingevolge verwachte vernieuwingen is het mogelijk dat de
specieke producten die u heeft ontvangen niet volledig
overeenstemmen met de beschrijving van deze gebruikershandleiding. We betreuren dit ten zeerste.
Dit product is een medisch hulpmiddel en kan herhaaldelijk
gebruikt worden.
WAARSCHUWING:
Wanneer het toestel onafgebroken gebruikt wordt, kan
82
Page 3
83
dit tot onaangename en pijnlijke gevoelens leiden, vooral
bij patiënten met een belemmering van de microcirculatie. Aanbevolen wordt om de sensor niet langer dan 2 uur
op dezelfde vinger aan te brengen.
In geval van speciale patiënten moet een aandachtiger
inspectie van het aanbrengingsproces worden voorzien.
Het apparaat mag niet op oedeem- en zacht weefsel geklemd worden.
Het door het apparaat afgegeven licht (infrarood licht is
onzichtbaar) is schadelijk voor de ogen: de gebruiker of
het onderhoudspersoneel moeten derhalve niet in het
licht kijken.
De proefpersoon mag geen nagellak of andere make-up
dragen.
De vingernagel van de proefpersoon mag niet te lang
zijn.
Verwijs naar de correlatieve literatuur inzake klinische
beperkingen en voorzichtigheid.
Dit apparaat is niet bestemd voor behandeling.
Opgelet: Krachtens de federale weg (VS) mag dit hulpmiddel alleen door of op voorschrift van een arts worden
verkocht.
De gebruikershandleiding is een uitgave van ons bedrijf. Alle
rechten voorbehouden.
NEDERLANDS
1 VEILIGHEID
1.1 Aanwijzingen voor een veilig gebruik
• Controleer de hoofdeenheid en alle accessoires regelmatig, om u ervan te verzekeren dat er geen sprake is
van zichtbare schade op kabels en transducers die de
veiligheid van de patiënt en de kwaliteit van de controle
kunnen beïnvloeden. Aanbevolen wordt om het apparaat
ten minste eenmaal per week te controleren. In geval van
duidelijk zichtbare schade moet het gebruik van het apparaat gestaakt worden.
Page 4
NEDERLANDS
• Het noodzakelijke onderhoud mag UITSLUITEND door
gekwaliceerd onderhoudspersoneel worden uitgevoerd.
Het is de gebruikers niet toegestaan het onderhoud zelf
uit te voeren.
• De oximeter mag niet gebruikt worden in combinatie met
apparaten die niet in de gebruikershandleiding worden
aangegeven. Alleen de door de fabrikant aangegeven of
aanbevolen accessoires mogen samen met dit apparaat
gebruikt worden.
• Dit product wordt vóór het verlaten van de fabriek gekalibreerd.
1.2 Waarschuwingen
• Ontplofngsgevaar—Gebruik de oximeter NIET in een
omgeving met ontvlambaar gas, zoals bepaalde ontvlambare verdovingsmiddelen.
• Gebruik de oximeter NIET terwijl de proefpersoon een
MRI- of CT-scan ondergaat.
• Personen die allergisch zijn voor rubber mogen dit apparaat niet gebruiken.
• Het verwijderen van afgedankte instrumenten en hun
accessoires en verpakkingen (inclusief batterijen, plastic
zakken, schuimplastic en kartonnen dozen) moet gebeuren in overeenstemming met de plaatselijke wetgeving en
voorschriften.
• Controleer vóór het gebruik de verpakking om u ervan te
verzekeren dat het apparaat en de accessoires volledig
overeenkomen met de paklijst; anders bestaat het risico
dat het apparaat abnormaal functioneert.
• Meet dit toestel niet met functietestpapier voor wat betreft
de informatie van het apparaat.
1.3 Aandachtspunten
Houd de oximeter uit de buurt van stof, trillingen, bijten-
de stoffen, explosieve materialen, hoge temperaturen en
vocht.
Als de oximeter nat wordt, onderbreek dan het gebruik
ervan.
84
Page 5
85
Als het apparaat van een koude omgeving naar een
warme of vochtige omgeving wordt gebracht, gebruik het
dan niet onmiddellijk.
Bedien de toetsen op het frontpaneel NIET met scherpe
materialen.
De desinfectie van de oximeter bij hoge temperatuur of
met stoom onder hoge druk is niet toegestaan. Verwijs
naar het betreffende hoofdstuk van de gebruikershandleiding voor informatie over de reiniging en de desinfectie.
Dompel de oximeter niet onder in vloeistoffen. Gebruik
voor de reiniging van het oppervlak van het apparaat alcohol voor medisch gebruik en zachte materialen. Sproei
geen vloeistoffen rechtstreeks op het apparaat.
Als het apparaat met water wordt gereinigd, mag het wa-
ter niet warmer zijn dan 60°C.
Te dunne of te koude vingers kunnen waarschijnlijk van
invloed zijn op de normale meting van de SpO2 en de
hartslag van de patiënt; gebruik de duim of de middelvinger en plaats ze diep genoeg in de sonde.
Gebruik het toestel niet voor jonge kinderen of pasgebo-
renen.
Het product is geschikt voor kinderen vanaf vier jaar oud
en voor volwassenen (met een lichaamsgewicht tussen
15 en 110 kg).
Het apparaat werkt mogelijk niet voor alle patiënten. Als
u er niet in slaagt stabiele lezingen te verkrijgen, staak
het gebruik dan.
De tijd voor het bijwerken van de gegevens bedraagt
minder dan 5 seconden. Deze tijd kan variëren afhankelijk van de hartslag van de afzonderlijke personen.
Als er tijdens het testproces bepaalde abnormale om-
standigheden worden gemeld op het display, neem de
vinger dan uit en plaats hem dan terug om het normale
gebruik te herstellen.
Het toestel heeft een normale gebruiksduur van drie jaar
vanaf het eerste gebruik onder spanning.
NEDERLANDS
Page 6
NEDERLANDS
Het aan het product bevestigde koordje is gemaakt van
een niet-allergisch materiaal; als bepaalde gebruikers
gevoelig zijn voor het koordje, stop dan met het gebruik
ervan. Pas bij het gebruik van het koordje ook op het
niet rond de nek te dragen om geen verwonding van de
patiënt te veroorzaken.
Het instrument heeft geen functie voor alarm lage span-
ning, maar alleen voor de weergave van de lage spanning: gelieve de batterij te vervangen als hij leeg is.
Het apparaat is niet voorzien van een functie alarm voor
bijzonder lage waarden. Gebruik het apparaat niet in situaties waarin alarmen voor lage waarden vereist zijn.
Als het apparaat langer dan één maand wordt opgesla-
gen, moeten de batterijen verwijderd worden om het lekken ervan te voorkomen.
De twee delen van het apparaat zijn verbonden door een
exibel circuit. Vermijd deze verbinding te draaien of er
aan te trekken.
1.4 Gebruiksaanwijzing
De Fingertip Pulse Oximeter is een niet-invasief apparaat
bestemd voor de steekproefsgewijze controle van de zuurstofverzadiging van arterieel hemoglobine (SpO2) en de
hartslag van volwassen en pediatrische patiënten, thuis en
in ziekenhuisomgevingen (met inbegrip van klinisch gebruik
bij internisten/operaties, anesthesie, intensive care, enz.).
Dit apparaat is niet bedoeld voor continue monitoring.
2 OVERZICHT
De puls-zuurstofsaturatie is het percentage HbO2 in de totale Hb in het bloed, de zogenaamde O2 -concentratie in het
bloed. Dit is een belangrijke bio-parameter voor de ademhaling. Om de SpO2 gemakkelijker en nauwkeuriger te kunnen
meten, heeft ons bedrijf de Pulse Oximeter ontwikkeld. Ook
kan het apparaat gelijktijdig de hartslag meten.
De Pulse Oximeter is klein, verbruikt weinig stroom, is gebruiksvriendelijk en draagbaar. De patiënt hoeft enkel een
86
Page 7
87
van de vingers in de foto-elektrische vingertipsensor voor
diagnose te plaatsen en het scherm toont onmiddellijk de
gemeten waarde van hemoglobinesaturatie.
2.1 Classicatie:
Klasse II b(MDD93/42/EEG IX Regel 10)
Klasse II (U.S.FDA)
2.2 Kenmerken
• Het product is gemakkelijk en handig in gebruik.
• Het product is klein van volume, licht van gewicht (totaal
gewicht is ongeveer 50 g inclusief batterijen) en gemakkelijk mee te nemen.
• Het stroomverbruik van het product is laag en de twee
origineel meegeleverde AAA-batterijen kunnen gedurende 24 uur continu gebruikt worden.
• Het product wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
het gedurende 5 seconden geen signaal ontvangt.
• Indicator lege batterij in de vorm van het knipperende
symbool van de batterij.
2.3 V
oornaamste toepassingen en toepassingsgebied
De Pulse Oximeter kan gebruikt worden om via de vinger de
hemoglobinesaturatie en de hartslag van mensen te meten.
Bovendien wordt op een balk de intensiteit van de hartslag
weergegeven. Het product is geschikt voor gebruik thuis, in
ziekenhuizen (gewone ziekenkamer), zuurstofbars, sociaal-medische organisaties en meet ook de zuurstofsaturatie
en de hartslag.
Het product is niet geschikt voor een continue
controle van patiënten.
Er zou een probleem voor overschatting optreden bij patiënten die lijden aan toxicose veroorzaakt door koolmonoxide; het gebruik van het
apparaat onder deze omstandigheden wordt niet
aanbevolen.
NEDERLANDS
Page 8
NEDERLANDS
2.4 Omgevingsomstandigheden
Opslagomgeving
a) Temperatuur: -40℃~+60℃
b) Relatieve vochtigheid: ≤95%
c) Atmosferische druk: 500hPa~1060hPa
Gebruiksomgeving
a) Temperatuur: : 10℃~40℃
b) Relatieve vochtigheid: ≤75%
c) Atmosferische druk: 700hPa~1060hPa
88
3 PRINCIPE EN WAARSCHUWING
3.1 Meetprincipe
Het meetprincipe van de Oximeter is als volgt: Een ervaringsformule van dataverwerking is vastgesteld met gebruik
van de wet van Lambert-Beer volgens het Absorptiespectrum Kenmerkend voor Reductieve Hemoglobine (Hb) en
Oxyhemoglobine (HbO2) in gloeizones en nabij-infrarood
zones. Het werkingsprincipe van het instrument is: Photoelectric OxyhemoglobinInspection-technologie wordt gebruikt
in overeenstemming met Capacity Pulse Scanning &Recording-technologie zodat twee lichtbundels van verschillende
golengte gericht kunnen worden op het uiteinde van een
menselijke nagel via een sensor van het type vingerclip.
Het gemeten signaal kan dan worden verkregen door middel van een lichtgevoelig element. De verkregen informatie
wordt weergegeven op het scherm door verwerking in elektronische circuits en een microprocessor.
Gloei- en infraroodstraling
Gloei- en infraroodstraling
Afbeelding 1. Werkingsprincipe
Zendbuis
Ontvangstbuis
Page 9
89
3.2 Waarschuwing
1. De vinger moet correct worden geplaatst (zie de bijge-
voegde afbeelding van deze handleiding, afbeelding 5),
anders zou een onnauwkeurige meting kunnen optreden.
2. De SpO2-sensor en de foto-elektrische ontvangstbuis
moeten worden geplaatst dat de arteriole, de kleine slagader, van de proefpersoon zich ertussen bevindt.
3. De SpO2-sensor mag niet gebruikt worden op een plek
of ledemaat die in verbinding staat met een arterieel kanaal, waarop een bloeddrukmanchet is aangebracht of
tijdens een intraveneuze injectie.
4. Zorg ervoor dat het optische pad vrij is van optische ob-
stakels zoals met rubber beklede stof.
5. Te sterk omgevingslicht kan van invloed zijn op het mee-
tresultaat. Denk daarbij aan uorescentielampen, Dual
Ruby-licht, infrarood verwarmingstoestel, direct zonlicht,
enz.
6. Ook grote inspanningen van de proefpersoon of extreme
elektrochirurgische storingen kunnen de nauwkeurigheid
beïnvloeden.
7. De proefpersoon mag geen nagellak of andere make-up
dragen.
3.3 Klinische beperkingen
1. Aangezien de meting gebeurt op basis van de puls van
de arteriole, de kleine slagader, is er bij de proefpersoon
een aanzienlijk pulserende bloedstroom vereist. Voor
een proefpersoon met een zwakke pols als gevolg van
een shock, een lage omgevings-/lichaamstemperatuur,
zware bloedingen of gebruik van medicijnen die vasculaire contracties veroorzaken, zal de SpO2-golfvorm
(PLETH) afnemen. In dat geval zal de meting gevoeliger
zijn voor interferenties.
2. Voor personen waaraan een aanzienlijke hoeveelheid
kleurstoffen is toegediend (zoals methyleenblauw, indigogroen en zuur indigoblauw), of koolmonoxidehemoglobine (COHb), methionine (Me+Hb) of thiosalicylisch
NEDERLANDS
Page 10
NEDERLANDS
hemoglobine, en enkele patiënten met geelzucht, kan
de bepaling van de SpO2 door middel van dit apparaat
mogelijk onnauwkeurig zijn.
3. Medicijnen zoals dopamine, procaïne, prilocaïne, lidoca-
ine en butacaïne zijn mogelijk ook een belangrijke oorzaak van ernstig foutieve SpO2-metingen.
4. Aangezien de SpO2-waarde als referentiewaarde fun-
geert bij de beoordeling van anemisch zuurstofgebrek
en toxisch zuurstofgebrek, is het mogelijk dat bij enkele
patiënten met ernstige anemie goede SpO2-metingen
worden verricht.
4) Resolutie: 1% voor SpO2 en 1 slag per minuut voor hartslag.
5) Meetnauwkeurigheid: ±2% binnen bereik 70%-100%
SpO2, en betekenisloos bij bereik onder de 70%. ±2 slagen per minuut of ±2% (de hogere waarde) voor hartslag.
6) Meetprestaties in omstandigheden van lage perfusie:
SpO2 en de hartslag worden correct weergegeven wanneer het perfusiebereik gelijk is aan 0.4%. De fout SpO2
is ±4%, de fout hartslag is ±2 bpm of ±2% (de hogere
waarde).
7) Weerstand tegen interferentie omgevingslicht: De
afwijking tussen de waarde gemeten bij kunstlicht of natuurlijk licht binnen en de meting in een donkere kamer is
minder dan ±1%.
8) Het apparaat is uitgerust met een functieschakelaar. De
oximeter kan worden uitgeschakeld als er geen vinger in
het apparaat aanwezig is.
Page 11
91
9) Optische sensor
Rood licht (golengte is 660nm, 6.65mW)
Infrarood (golengte is 880nm, 6,75mW)
5 ACCESSOIRES
• Een koordje;
• Twee batterijen (optioneel);
• Eén gebruikershandleiding.
NEDERLANDS
6 INSTALLATIE
6.1 Weergave frontpaneel
Stroomschakelaar
Weergave SpO
Afbeelding 2. Vooraanzicht
Afbeelding 3. Installatie batterijen
Weergave lage
spanning
2
Hartslag
Staafdiagram
hartslag
Page 12
NEDERLANDS
6.2 Batterij
Stap 1. Verwijs naar afbeelding 3. en plaats de twee
AAA-batterijen correct in de juiste richting.
Stap 2. Plaats het luikje terug.
Let bij de plaatsing van de batterijen goed op
omdat een onjuiste plaatsing het apparaat kan
beschadigen.
6.3 Bevestiging van het koordje
Stap 1. Steek het uiteinde van het koordje door het gat.
Stap 2. Steek het andere uiteinde van het koordje door de
lus van het eerste uiteinde en trek het koordje dan
strak aan.
Afbeelding 4. Bevestiging koordje
Afbeelding 5. Plaats de vinger op zijn plaats
92
Page 13
93
7 BEDIENINGSHANDLEIDING
7.1 Plaats de twee batterijen, in de juiste richting, en plaats
het batterijluikje terug.
7.2 Open de clip zoals aangegeven op Afbeelding 5.
7.3 Laat de patiënt zijn vinger tussen de rubberen kussen-
tjes van de clip steken (controleer of de vinger correct
geplaatst is) en sluit de clip.
7.4 Druk eenmaal op de knop op het frontpaneel.
7.5 Zorg ervoor dat de vinger niet wordt bewogen en dat de
patiënt tijdens het proces rustig blijft. Het lichaam van
de patiënt moet tijdens het proces niet bewegen.
7.6 Lees de informatie rechtstreeks af op het display.
7.7
Druk vervolgens op de knop om het apparaat te resetten.
De vingernagel en het lichtgevende buisje moeten zich aan dezelfde zijde bevinden.
8 REPARATIE EN ONDERHOUD
• Vervang de batterijen als op het display een lage spanning wordt aangegeven.
• Reinig het oppervlak van het apparaat voorafgaand aan
het gebruik. Veeg het apparaat eerst af met alcohol voor
medisch gebruik en laat het vervolgens aan de lucht drogen of wrijf het met een droge, schone doek.
• Gebruik alcohol voor medisch gebruik om het product na
gebruik te desinfecteren, om kruisbesmetting bij het volgende gebruik te voorkomen.
• Verwijder de batterijen als de oximeter gedurende lange
tijd niet wordt gebruikt.
• De optimale opslagomstandigheden zijn bij een omgevingstemperatuur tussen -40°C en 60°C en een relatieve
vochtigheid van maximaal 95%.
• De gebruikers worden geadviseerd om het apparaat periodiek te laten kalibreren (of volgens het kalibratieprogramma van het ziekenhuis). De kalibratie kan worden
uitgevoerd bij de nationale dealer; neem anders contact
met ons op.
NEDERLANDS
Page 14
NEDERLANDS
Het apparaat mag niet bij hoge druk gesteriliseerd worden.
Dompel het apparaat niet onder in vloeistoffen.
Aanbevolen wordt om het apparaat te bewaren
in een droge omgeving. Vochtigheid kan de levensduur van het apparaat beperken en zelfs
schade veroorzaken.
9 PROBLEMEN OPLOSSEN
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De SpO2 en de
hartslag worden
niet normaal
weergegeven
De SpO2 en de
hartslag worden
niet stabiel weergegeven
Het apparaat
kan niet worden
ingeschakeld
Het display wordt
plotseling uitgeschakeld
1. De vinger is niet goed
geplaatst.
2. De SpO2 van de
patiënt is te laag om
gedetecteerd te worden.
1. De vinger is niet diep
genoeg in het apparaat
geplaatst.
2. De vinger trilt of de
patiënt beweegt
1. De batterijen zijn leeg
of bijna leeg.
2. De batterijen zijn niet
goed geplaatst.
3. Storing van het
apparaat.
1. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld als het gedurende 5
seconden geen signaal
ontvangt.
2. De batterijen zijn
bijna leeg.
1. . Plaats de vinger
op correcte wijze en
probeer opnieuw.
2. Probeer opnieuw.
Als u er zeker
van bent dat het
apparaat goed functioneert, ga dan naar
een ziekenhuis voor
een diagnose.
1. Plaats de vinger
op correcte wijze en
probeer opnieuw.
2. Houd de patiënt
rustig
1. Vervang de
batterijen.
2. Herinstalleer de
batterijen.
3. Neem contact op
met het plaatselijke
servicecentrum.
1. Normaal.
2. Vervang de
batterijen.
94
Page 15
95
NEDERLANDS
10 BETEKENIS SYMBOLEN
Symbool
% SpO
PRbpmHartslag (slagen per minuut)
Beschrijving
Toegepast onderdeel type BF
De puls-zuurstofsaturatie (%)
2
Aanduiding van een te lage spanning batterijen
(vervang de batterijen om een onnauwkeurige
meting te voorkomen)
1.5V (formaat AAA) alkalinebatterijen × 2 of oplaadbare batterijen
Digitale weergave staafdiagram
onder 70% niet gespeciceerd.
Infrarood (golengte 880nm)
per minuut)
hoe hoger de staaf, hoe sterker
de pols.
96
Page 17
97
Levensduur batterijen
Twee batterijen kunnen 24 uur continu functioneren
Afmetingen en gewicht
Afmetingen57(L) × 31(B) × 32(H) mm
GewichtOngeveer 50g (met de batterijen)
Bijlage: Elektromagnetische compatibiliteit
Richtlijn en verklaring fabrikant - elektromagnetische emissies - voor alle APPARATUUR en SYSTEMEN
Richtlijn en verklaring fabrikant - elektromagnetische emissies
De CMS50DL is bestemd voor gebruik in de onderstaande elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de CMS50DL moet
verzekeren dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
EmissietestConformiteit Elektromagnetische omge-
RF-emissies
CISPR 11
RF-emissies
CISPR 11
Harmonische
emissies
IEC 61000-3-2
Spanningsschomme-
lingen / ikkeringen
IEC 61000-3-3
NEDERLANDS
Groep 1De CMS50DL gebruikt
Klasse BDe CMS50DL is geschikt voor
N.V.T.
N.V.T.
ving – richtlijn
RF-energie alleen voor de
interne werking. Daarom zijn
de RF-emissies zeer laag en
veroorzaken ze waarschijnlijk geen interferenties voor
elektronische apparatuur in
de nabijheid.
gebruik in alle omgevingen,
inclusief thuisomgevingen
en omgevingen rechtstreeks
aangesloten op het openbare
laagspanningsnetwerk voor
de elektriciteitsvoorziening
van woningen.
Page 18
NEDERLANDS
Richtlijn en verklaring fabrikant - elektromagnetische immuniteit voor alle APPARATUUR en SYSTEMEN
Richtlijn en verklaring fabrikant - elektromagnetische immuniteit
De CMS50DL is bestemd voor gebruik in de onderstaande elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de CMS50DL moet
verzekeren dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest
Elektrostatische ontlading
(ESD)
IEC 61000-4-2
Snelle elektrische overgang/
burst
IEC 61000-4-4
Piek
IEC 61000-4-5
Spanningsvallen, korte
onderbrekingen en spanningsvariaties
op voedingskabels
IEC 610004-11
Testniveau
IEC 60601
±6 kV
contact
±8 kV lucht
±2 kV voor
voedingskabels
±1 kV
differentiële
modus
<5% UT
(>95% daling
in UT) voor
cyclus 0,5
40% UT
(60% daling
in UT)
gedurende
5 cycli
70% UT
(30% daling
in UT)
gedurende
25 cycli
Confor-
Elektromagnetische
miteitsni-
omgeving - richtlijn
veau
±6 kV
Vloeren moeten van
contact
hout, beton of kerami-
±8 kV lucht
sche tegels zijn. Als de
vloeren bedekt zijn met
synthetisch materiaal,
moet de relatieve vochtigheid ten minste 30%
bedragen.
N.V.T.De kwaliteit van de
stroomvoorziening moet
die van een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving zijn.
N.V.T.De kwaliteit van de
stroomvoorziening moet
die van een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving zijn.
N.V.T.De kwaliteit van de
stroomvoorziening moet
die van een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving zijn.
Als de gebruiker van
de CMS50DL tijdens
stroomonderbrekingen
en continue werking
wenst, wordt aangeraden de CMS50DL aan
te sluiten op een UPS
of te voeden met een
batterij.
98
Page 19
99
Netfrequentie
(50/60Hz)
Magnetisch
veld
IEC-61000-4-8
OPMERKING UT is de netspanning voorafgaand aan de toepassing
van het testniveau.
Richtlijn en verklaring fabrikant - elektromagnetische
immuniteit voor APPARATUUR en SYSTEMEN die niet
dienen voor de KUNSTMATIGE INSTANDHOUDING VAN
DE LEVENSFUNCTIES
Richtlijn en verklaring fabrikant - elektromagnetische immuniteit
De CMS50DL is bestemd voor gebruik in de onderstaande elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de CMS50DL moet
verzekeren dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuni-
Testni-
teitstest
veau IEC
60601
Uitgezon-
3 V/m
den RF
80 MHz tot
IEC 61000-
2,5 GHz
4-3
NEDERLANDS
<5% UT
(>95% daling
in UT)
gedurende
5 sec
3 A/m3 A/mHet magnetische veld
Conformiteitsniveau
3 V/mDraagbare en verplaatsbare
van de netfrequentie
moet het niveau hebben
van een typische commerciële of ziekenhuisomgeving.
Elektromagnetische
omgeving - richtlijn
RF-communicatieapparatuur
mogen niet in de dichter bij
enig deel van de CMS50DL
worden gebruikt, inclusief de
kabels, dan de aanbevolen
scheidingsafstand berekend
door middel van de vergelijking van toepassing op de
frequentie van de zender.
Aanbevolen scheidingsafstand
Page 20
NEDERLANDS
3.5
√P
d=
1
V
3.5
√P
d=
1
E
80 MHz tot 800 MHz
7
√P
d=
1
E
800 MHz tot 2.5 GHz
P is het maximale uitgangsvermogen van de zender in
watt (W), zoals aangegeven
door de fabrikant van de
zender, en d is de aanbevolen scheidingsafstand in
meter (m).
De veldsterkten van vaste
RF-zenders, zoals bepaald
door een elektromagnetisch
locatieonderzoek,a moet
lager zijn dan het conformiteitsniveau in elk frequentiebereikb.
Interferentie zou kunnen
optreden in de nabijheid van
apparatuur gemarkeerd met
het volgende symbool:
OPMERKING 1 Bij 80 MHz en 800 MHz is het hoogste frequentiebereik van
toepassing.
OPMERKING 2 Deze richtlijnen zijn niet in alle situatie van toepassing. Elektromagnetische verspreiding wordt beïnvloed door absorptie en weerkaatsing
op structuren, voorwerpen en mensen.
a De veldsterkte van vaste zenders zoals basisstations voor radiotelefoons
(mobiel/draadloos) en portofoons, amateurzenders, AM- en FM-uitzendingen
en TV-uitzendingen kunnen theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld.
Om de elektromagnetische omgeving als gevolg van vaste radiozenders te
bepalen, moet een elektromagnetische meting van de locatie worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar de CMS50DL wordt
gebruikt hoger is dan het eerder vermelde toepasselijke RF-conformiteitsniveau, moet de CMS50DL op zijn normale werking gecontroleerd worden. Als
abnormale prestaties worden vastgesteld, kunnen extra maatregelen nodig
zijn, zoals een andere oriëntatie of verplaatsing van de CMS50DL .
b Boven het frequentiebereik 150 kHz tot 80 MHz moeten de veldsterktes
minder zijn dan 3 V/m.
100
Page 21
101NEDERLANDS
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mo-
biele RF-communicatieapparatuur en de APPARATUUR of
het SYSTEEM – voor APPARATUUR of SYSTEMEN die
niet dienen voor de KUNSTMATIGE INSTANDHOUDING
VAN DE LEVENSFUNCTIES
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur en de CMS50DL
De CMS50DL is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische om-
geving met gecontroleerde uitgezonden RF-storingen. De klant of de
gebruiker van de CMS50DL kan bijdragen aan de preventie van elektromagnetische storing door een minimale afstand te bewaren tussen
draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en de
CMS50DL, zoals hieronder aanbevolen, op basis van het maximale
uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Maximaal
nominaal uitgangsvermogen zender
(W)
Voor zenders met een niet hierboven vermeld maximaal nominaal uitgangsvermogen kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meter (m) worden ge-
schat aan de hand van de vergelijking die geldt voor de frequentie van de
zender, waarbij P het maximale nominale uitgangsvermogen van de zender in
Watt (W) is zoals aangegeven door de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1 Bij 80 MHz en 800 MHz is de scheidingsafstand voor het
hoogste frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2 Deze richtlijnen zijn niet in alle situatie van toepassing. Elek-
tromagnetische verspreiding wordt beïnvloed door absorptie en weerkaatsing
op structuren, voorwerpen en mensen.
GARANTIEVOORWAARDEN GIMA
De standaardgarantie B2B Gima van 12 maanden wordt toegepast.
Scheidingsafstand op basis van de frequentie
van de zender (m)
150 kHz
tot 80 MHz
3.5
d=
0,010,120,120,23
0,10,390,370,74
11,171,172,33
103,693,697,38
10011,6711,6723,33
Afvalverwijdering: Het product mag niet samen met ander huishoudelijk afval worden afgevoerd. Gebruikers moeten ervoor
zorgen dat de apparatuur die wordt afgedankt, wordt weggegooid door deze naar het verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur te brengen.
V
80 MHz
tot 800 MHz
√P
1
3.5
d=
E
800 MHz
tot 2.5 GHz
√P
1
7
√P
d=
1
E
Page 22
Page 23
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.