Hoogfrequentie- analyzer voor frequenties van 800 MHz tot 2,5 GHz
Gebruiksaanwijzing
(stand: oktober 2006, revisie 4.51)
Deze gebruiksaanwijzing wordt continu geactualiseerd, verbeterd en uitgebreid. Onder
www.gigahertz-solutions.de vind u steeds de meest actuele versie die u kunt downloaden.
Lees deze gebruiksaanwijzing beslist door voordat u de meter in gebruik neemt.
Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming, de veiligheid en het
onderhoud van de meter.
Bovendien vindt u hier belangrijke achtergrondinformatie, waarmee u bewijskrachtige
metingen kunt uitvoeren.
Professionele techniek
De veldsterkte- meetapparatuur van GIGAHERTZ SOLUTIONS ® zetten nieuwe normen in
de meettechniek voor hoogfrequente wisselvelden: meettechniek met een professionele
standaard werd gerealiseerd met een wereldwijd eenmalige prijs- prestatie- verhouding. Dit
werd mogelijk gemaakt door de consequente toepassing van innovatieve en gedeeltelijk voor
patent aangemelde schakelingselementen alsmede door de modernste productiemethoden.
Het apparaat maakt een gekwalificeerde meting mogelijk van hoogfrequente straling in het
gebied 800MHz tot 2,5Ghz. Dit bereik wordt op grond van de grote verbreiding van mobiele
telefoons, draadloze telefoons, magnetrons en de technologieën van de toekomst UMTS en
Bluetooth als biologisch bijzonder relevant beschouwd.
Wij danken u voor het vertrouwen dat u ons betoond hebt met de aankoop van de HF 32D
en wij zijn ervan overtuigd, dat dit apparaat voor u zeer nuttig zal blijken te zijn.
Naast deze handleiding bieden wij samen met onze partnerfirma’s toepassingsseminars
voor het optimale gebruik van onze meettechniek alsmede voor effectieve hulpmaatregelen.
Als u een probleem heeft vragen wij u contact met ons op te nemen! Wij helpen u snel,
competent en ongecompliceerd!
Functie- en bedieningselementen 4
Voorbereiding van de meter 5
Eigenschappen hoogfrequente straling…. 7
….en consequenties voor de uitvoering van de meting 9
Grens-, richt- en voorzorgswaarden 14
Meer uitgebreide analyses 15
Stroomverzorging 16
Afscherming 17
Garantie 18
Serviceadres 18
Meetbereik / omrekeningstabellen 19
Aanwijzingen betreffende de veiligheid
Lees deze gebruiksaanwijzing beslist eerst opmerkzaam door voor u het apparaat de eerste
keer in gebruik neemt. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de veiligheid, het
gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Breng de meter niet in contact met water, dus ook niet gebruiken als het regent. Schoonmaken alleen van buiten met een enigszins vochtig gemaakte doek. Gebruik geen schoonmaakmiddelen of sprays.
Voor u het apparaat schoonmaakt of de behuizing ervan openmaakt, dient u het uit te
schakelen en alle met het apparaat verbonden kabels te verwijderen. Er bevinden zich geen
delen binnenin de behuizing waaraan door leken onderhoud gepleegd kan worden.
Vanwege de hoge resolutie van het apparaat is de elektronica ervan gevoelig voor hitte, stof
en aanraking. Daarom niet in de felle zon of op de verwarming of dergelijke laten liggen, niet
laten vallen of in geopende toestand de componenten manipuleren.
Gebruik dit apparaat alleen waarvoor het bedoeld is. Gebruik het alleen met meegeleverde
of aanbevolen accessoires.
3
Functie- en bedieningselementen
Het HF-gedeelte van het apparaat is door een interne metalen behuizing op de
antenne-ingang afgeschermd tegen storende instraling (afscherming ca. 35 – 40 dB).
1)
Aansluitbus voor de antennekabel. De antenne zelf kan verticaal in de gleuf aan de
bovenkant gestoken worden.
2) Keuzeschakelaar voor de eenheid van de aanduiding. De meeste grenswaarden worden
aangegeven in µW/m2 (onderste positie van de schakelaar).
De gekozen eenheid voor het display wordt weergegeven door een kleine balk links op
het display.
Let op: door het omschakelen verandert niet de gevoeligheid of het meetbereik, alleen
de eenheid van de aanduiding!
Een voorschakelbare demper voor de uitbreiding van het meetbereik met een factor 100 naar boven vindt u
ook in ons leveringsprogramma.
4
3) AAN/UIT- schakelaar. In de bovenste schakelaarstand wordt er een veldsterkte-
proportioneel geluidssignaal ingeschakeld ("Geigertellereffect").
Het apparaat is uitgerust met een Auto-Power-Off- functie² uitgerust.
------------------------------------
²
Na ca. 30 minuten schakelt zich de meter automatisch uit, om een ongewild ontladen te voorkomen.
Als op het display "low batt" aangeduid wordt schakelt zich de meter al na twee tot drie minuten uit om
een diepontlading te voorkomen.
Inhoud van de verpakking
••••
Meetapparaat,
••••
Opsteekbare antenne met antennekabel,
••••
9 Volt alkali- mangaan batterij (in het apparaat),
Hiertoe wordt de haakse stekker van de antennekabel op de bus rechtsboven van het basisapparaat geschroefd. Vastdraaien met de vingers is voldoende - gebruik geen steeksleutel,
omdat daardoor de schroefdraad beschadigd kan worden).
Deze SMA- verbinding met vergulde contacten is de hoogwaardigste industriële HFverbinding in dit formaat.
Controleer voorzichtig aan de punt van de antenne of de steekverbinding goed vast zit. U
dient indien mogelijk de steekverbinding aan de punt van de antenne niet open te maken.
Antenne in de kruisvormige gleuf aan de afgeronde voorzijde van het apparaat steken. Voor
het "ontspannen" van de antennekabel leidt u deze in een boog onder de meter door en tot
tussen antenne en antennebus, eventueel kan daarvoor de schroefverbinding aan de bus
iets los gemaakt worden.
Belangrijk: de antennekabel mag niet knikken!
De antenne kan zowel op de meter bevestigd als wel uit de hand gebruikt worden. Let er bij
gebruik uit de hand op, dat de vingers niet de eerste resonator of printbanen op de antenne
aanraken. Het verdient aanbeveling deze van achteren vast te pakken. Voor een precisiemeting dient de antenne niet met de vingers vastgehouden te worden, maar de houder aan
de voorkant van de meter te gebruiken.
Bij beide stekkers van de antennekabel bevinden zich ferrietbuisjes³ om de antenneeigenschappen te verbeteren.
³
Als deze buisjes met de tijd los zouden raken kunt u deze zonder problemen met elke huishoudlijm weer
vastplakken.
5
Controle van de batterijspanning
Als de melding “Low Batt.” verticaal in het midden van het display getoond wordt, wordt er
geen betrouwbare meting meer gegarandeerd. In dit geval dient u de batterij te vervangen.
Als er helemaal niets op het display verschijnt, controleer dan of de batterij goed contact
maakt of vervang de batterij (zie hoofdstuk "Batterij vervangen").
Indien u oplaadbare accu's wilt gebruiken, moet u er aan denken dat de capaciteit van deze
veel minder is dan de capaciteit van de meegeleverde alkali-mangaan-batterij.
Opmerking
Elke schakeling (bijv. wisselen van het meetbereik) leidt tot een korte oversturing, die op het
display getoond wordt.
De meter is nu klaar voor gebruik.
In het volgende hoofdstuk zijn een paar essentiële basisprincipes voor een belastbare HFmeting kort samengevat. Als deze u niet bekend zijn, sla dan dit hoofdstuk beslist niet over,
omdat anders gemakkelijk zwaarwegende fouten in de meting gemaakt kunnen worden
6
Eigenschappen hoogfrequente straling….
Vooraf: voor achtergrondinformatie over het thema "Elektrosmog door hoogfrequente
straling" verwijzen wij op de omvangrijke vakliteratuur voor dit thema. In deze handleiding
concentreren wij ons op die eigenschappen, die voor een meting in het huishouden van
bijzonder belang zijn.
Als er een hoogfrequente straling in het bekeken frequentiebereik optreedt bij een of ander
materiaal, dan
1. doordringt deze straling het gedeeltelijk
2. wordt deze gedeeltelijk gereflecteerd
3. wordt deze gedeeltelijk geabsorbeerd.
De aandelen hangen daarbij in het bijzonder af van het materiaal, de dikte ervan en van de
frequentie van de HF- straling. Hout, gipskarton, daken en vensters bijv. zijn vaak zeer
doorlatende plaatsen in een huis.
Een zeer goed onderzocht en gevisualiseerd overzicht van de dempingswerking van verschillende bouwmaterialen in huis alsmede omvangrijke tips voor de reductie van de belasting vindt u op het internetportaal: www.ohneelektrosmog-wohnen.de.
De meest omvangrijke verzameling van exacte data betreffende de afschermingswerking van verschillende
bouwmaterialen wordt geleverd door de permanent geactualiseerde studie “Reduzierung hochfrequenter
Strahlung – Baustoffe und Abschirmmaterialen” (Reductie van hoogfrequente straling – bouw- en afschermmaterialen) van Dr. Moldan / prof. Pauli. Te verkrijgen via (www.drmoldan.de).
Minimumafstand
Pas op een bepaalde afstand van de stralingsbron kan een hoge frequentie in de gebruikelijke eenheid “Vermogens- fluxdichtheid” (W/m2) kwantitatief betrouwbaar gemeten worden.
Met de HF32D is een afstand van ten minste één tot twee meter vanaf de stralingsbron aan
te houden.
Polarisatie
Als er een hoogfrequente straling uitgezonden wordt, dan krijgt deze een “polarisatie” mee,
d.w.z. de golven verlopen of in het horizontale of in het verticale vlak. Het vooral interessante
zendbereik voor mobiele telefoons verloopt meestal verticaal of onder 45 graden. Ook
vanwege reflectie en doordat het mobieltje zelf ergens kan liggen of gehouden kan worden,
zijn er ook andere polarisatievlaktes mogelijk. Meet daarom altijd ten minste het verticale en
het 45°- niveau. De opgestoken antenne meet het verticaal gepolariseerde niveau, wanneer
de bovenzijde (display) van de meter horizontaal gepositioneerd is.
Plaatselijke en tijdelijke schommelingen
Door - gedeeltelijke frequentieselectieve – reflecties kan het in het bijzonder binnen in
gebouwen tot puntsgewijze versterkingen of verzwakkingen van de hoogfrequente golven
komen. Bovendien stralen de meeste zenders en mobieltjes afhankelijk van ontvangstsituatie
en netbezetting gedurende de dag, resp. over langere periodes met verschillende
zendcapaciteiten.
Alle voornoemde punten hebben invloed op de meettechniek en vooral op hoe u moet
handelen bij het meten en of er meerdere metingen nodig zijn.
7
… en consequenties voor het uitvoeren van de meting
Als u een gebouw, woning of een stuk grond HF- technisch wilt “bemeten”, dan verdient het
steeds aanbeveling de aparte resultaten te protocolleren, zodat u achteraf een beeld kunt
vormen van de totale situatie.
Het is net zo belangrijk om de metingen meerdere keren te herhalen: in de eerste plaats
op verschillende ogenblikken van de dag en op verschillende dagen van de week om de
gedeeltelijk aanzienlijke schommelingen niet over het hoofd te zien. In de tweede plaats
dienen de metingen ook gedurende langere periodes af en toe herhaald te worden, omdat de
situatie soms quasi “plotseling” kan veranderen.
Zo kan alleen al het per ongeluk verlagen met een paar graden van een transponder, bijv. bij
montagewerkzaamheden aan een mast voor mobiele telefonie behoorlijk invloed hebben.
Een effect heeft vooral de enorme snelheid waarmee tegenwoordig mobiele telefoonnetten
uitgebreid worden . Daar komt nog de geplande uitbreiding van de UMTS- netwerken bij,
waardoor een sterke toename van de belasting te verwachten is, omdat, bepaald door het
systeem, het net op UMTS- basisstations duidelijk dichter geweven moet zijn dan bij de
huidige GSM- netten.
Ook als u eigenlijk alleen de ruimtes binnenshuis wilt meten, verdient het toch aanbeveling
ook buiten het gebouw een meting in alle richtingen uit te voeren, eventueel uit een
geopend venster meten. Dit geeft enerzijds een indicatie van de “HF- dichtheid” van het
gebouw, en anderzijds van alle mogelijke bronnen binnen het gebouw (bijv. DECTtelefoons, ook van buren).
Bovendien dient u er bij een meting binnenshuis op te letten, dat deze boven de
gespecificeerde precisie van de toegepaste meettechniek ook nog een extra meetonzekerheid door de beperkte verhoudingen resulterende "staande golven", reflecties en
verzwakkingen met zich mee brengt. Volgens de “pure leer” is een kwantitatief precieze HFmeting in principe alleen onder zog. “vrije veld”- omstandigheden reproduceerbaar mogelijk.
Toch worden er in werkelijkheid vanzelfsprekend ook binnenshuis hoge frequenties
gemeten, omdat dit de plekken zijn waar de meetwaarden nodig zijn. Om deze systeemimmanente meetonzekerheid zo gering mogelijk te houden, dient u echter precies op de
aanwijzingen voor het uitvoeren van een meting te letten.
Zoals reeds in de introductie gezegd werd, kunnen de meetwaarden al door een kleine verandering van de meetpositie relatief sterk schommelen (meestal duidelijk sterker dan in het
bereik van de lage frequenties).
gebruiken, ook als dat niet helemaal overeenkomt met het te onderzoeken punt, bijv. het
hoofdeinde van het bed.
De reden ligt in het feit, dat vaak de kleinste veranderingen van de omgeving tot zeer grote
veranderingen van de locale vermogens- fluxdichtheid kunnen leiden. Zo beïnvloedt bijvoorbeeld de metende persoon de juiste plaats van het maximum. Zo kan dus een toevallig lage
meetwaarde op de relevante plaats de volgende dag al weer veel hoger zijn. Het lokale
maximum verandert echter meestal alleen maar, als er aan de stralingsbronnen iets verandert, en is dus representatiever voor de beoordeling van de belasting.
De volgende beschrijvingen hebben betrekking op de immissiemeting, d.w.z. op de
bepaling van de voor de grenswaardenvergelijking relevante totale vermogensfluxdichtheid.
Een tweede meettechnische toepassing van dit apparaat is, de veroorzaker van deze
belasting te identificeren of – nog belangrijker – afdoende hulp- of afschermingsmaatregelen
vast te leggen, dus uiteindelijk een emissiemeting. Hiervoor is de meegeleverde LogPerantenne predestineert. De handelswijze voor het bepalen van geschikte afschermmaatregelen wordt aan het einde van dit hoofdstuk beschreven.
Het is zinvol het locale maximum voor de belasting te
8
Stap voor stap- handleiding voor het uitvoeren van een meting
Opmerkingen over de antenne
In principe zijn er logaritmisch- periodieke antennes in twee uitvoeringen:
- Geoptimaliseerd als peilantenne (smalle openingshoek – optimale peilkarakteristiek /
slechtere meeteigenschappen) of
••••
geoptimaliseerd als meetantenne (brede openingshoek
optimale meetkarakteristiek / matige peileigenschappen).
••••
De meegeleverde antenne bestaat uit een uitgebalanceerd compromis tussen een
uitstekende meetkarakteristiek en gelijktijdig nog zeer goede peileigenschappen. Daarmee
kan de richting van de stralingsbron goed bepaald worden - een basisvoorwaarde voor een
goede doelgerichte sanering.
Belangrijk: omdat de antenne voor reductie van de aarde- invloed naar beneden is
afgeschermd, dient men de top van de antenne zo’n 10° onder het eigenlijke meetobject te
richten, om vervalsingen bij de grensovergang te vermijden (bij iets verhoogde doelen, bijv.
zendmast, eenvoudig horizontaal peilen. (
Zie afbeelding
).
Wanneer men als “richthulp” van de bovenvoorkant van de meter over de spits van de
kleinste resonator peilt, heeft men deze 10° goed bereikt. Plusminus een paar graden maken
daarbij geen wezenlijk verschil. De “richtlijn” is op de antenne aangegeven door markering.
Een concrete manier voor een bewijskrachtige meting wordt verderop nog gedetailleerd
beschreven.
De ongewone vormgeving van de u voorliggende logaritmisch- periodieke antenne is
onderwerp van een van onze octrooiaanvragen. Ze laat een zeer goede scheiding van
horizontale en verticale polarisatieniveaus toe en heeft een duidelijk gunstiger
frequentieverloop (minder “golving”) dan gebruikelijke logaritmisch- periodieke antennes.
(Voor de professional: Bij de technisch moeilijke meting van het verticale polarisatieniveau is ze tevens duidelijk
beter tegen de aardinvloed afgeschermd. )
Op het display wordt steeds de vermogensfluxdichtheid op de meetplaats getoond, in
de richting op welke de antenne wijst (preciezer: gerefereerd aan de ruimte- integraal
van de “antennelob”)
De meegeleverde, logaritmisch- periodieke antenne is optimaliseert voor het frequentiebereik
ca. 800 MHz tot 2500 MHz (=2,5 GHz). Het bereik omvat de mobiele telefonie frequenties:
GSM900 en GSM1800 (in Duitsland: D1, D2, E-plus, O2), snoerloze telefoons volgens de
DECT-standaard, mobiele telefonie frequenties volgens de UMTS- standaard, WLAN en
Bluetooth, sommige radarfrequenties alsmede enige andere commercieel gebruikte
frequentiebanden (uiteraard kunnen ook magnetrons hiermede op dichtheid getest worden).
9
Behalve de laatste veroorzaker zijn alle genoemde stralingsbronnen digitaal gepulst en
worden door kritische medici als biologisch bijzonders belangrijk aangegeven.
Om deze kritieke stralingsveroorzakers optimaal te kunnen meten is het frequentiebereik van
de antenne bewust naar beneden begrenst (bij ca. 800 MHz), d.w.z. lagere frequenties
worden onderdrukt. Deze onderdrukking van lagere frequenties wordt versterkt door een
interne hoog- doorlaatfilter bij 800 MHz. Op deze manier worden vervalsingen van de
meetresultaten door daaronder liggende stralingsbronnen zoals radiozenders, televisie of
amateur-zenders zo veel mogelijk vermeden.
Om ook frequenties onder de 800 MHz kwantitatief te kunnen meten zijn door het bedrijf
Gigahertz Solutions de apparaten HFE35C en HFE59B met actieve, horizontale isotrope
ultra- breedbandantennes van 27 MHz en hoger verkrijgbaar.
Oriënterende meting
Bij de oriënterende meting gaat het er om, een globaal overzicht van de situatie te krijgen.
De echte getallen zijn daarbij van minder belang, zodat het in de regel het simpelste is om
alleen aan de hand van het veldsterkte- proportionele geluidssignaal te handelen (“Bedrijf"-
schakelaar in de stand ).
Procedure voor de oriënterende meting
Controleer de meter en antenne aan de hand van het hoofdstuk “Voorbereiding van de
meter”.
Op elk punt en in alle richtingen kan de stralingsinwerking verschillend zijn. Hoewel de
veldsterkte in de hoge frequenties in de kamer veel sneller verandert dan de lage
frequenties, is het nauwelijks mogelijk en ook niet nodig op elk punt en in alle richtingen te
meten.
Omdat het niet om een kwantitatieve maar om een oriënterende, kwalitatieve inschatting
gaat, kunt u de antenne uit de gleuf aan de voorkant van de meter nemen (helemaal
achterop vastpakken) en zo vanuit de losse hand het polarisatieniveau van de antenne
(verticaal of 45° gepolariseerd) veranderen. U kunt echter net zo goed de hele meter met
gemonteerde antenne draaien.
Omdat u voor de oriënterende meting niet op het display moet kijken, maar moet luisteren
naar het signaal, kunt u zonder problemen met langzame stappen en onder voortdurend
bewegen van de antenne resp. van de meter de te onderzoeken ruimtes resp. het gebied
buiten doorlopen, om een snel overzicht te krijgen. Juist binnenshuis kan ook het bewegen
naar boven en naar beneden verbazingwekkende resultaten laten zien.
Zoals hierboven al is gezegd: het gaat bij de oriënterende meting niet om een exact
resultaat, maar alleen erom die zones te identificeren waar er plaatselijke piekwaarden
zijn.
10
Kwantitatieve (getalsmatige) meting
Als met behulp van de in het vorige hoofdstuk beschreven methode de eigenlijke meetplekken geïdentificeerd zijn, kan de kwantitatieve nauwkeurige meting beginnen.
De op het display aangegeven meetwaarde is de zogenoemde "piekwaarde" van aanwezige
vermogens- fluxdichtheid en is overeenkomend met de vereiste meetwaarde.
Als de meter overstuurd wordt (display “1” links op het display), kunt u de meter met een
factor 100 ongevoeliger maken, door de demping DG20, als toebehoren verkrijgbaar, te
gebruiken. De op het display aangegeven waarde moet in dit geval dan met de factor 100
vermenigvuldigd worden.
Kwantitatieve meting:
Bepaling van de totale belasting
Daartoe wordt de antenne weer op de meter gestoken, omdat ook de massa- opstelling
achter de meter invloed heeft op het meetresultaat. Het apparaat moet nu met losjes uitge-strekte arm vastgehouden worden, de hand achter op de behuizing.
Nu wordt op de plek van een lokaal maximum de positionering van de meter veranderd, om
de effectieve vermogens- fluxdichtheid (dus de getalsmatig interessante waarde) te bepalen.
En wel:
- Door zwenken “in alle windrichtingen” ter bepaling van de hoofd- instraalrichting. In flats
eventueel ook naar boven en onder. Daarbij mag men vanuit het schoudergewricht naar
rechts en links zwenken, voor de instraling van achteren moet u zich echter weer achter
de meter plaatsen).
- Door draaien tot 90° naar links of rechts om de lengteas van het apparaat, om rekening
te houden met het polarisatieniveau van de straling.
- Door verandering van de meetpositie (dus van het “meetpunt”), om niet toevallig precies
op een punt te meten, waar locale verzwakkingen plaatsvinden.
Sommige fabrikanten van meetapparatuur verbreiden de mening, dat de effectieve
vermogens- fluxdichtheid door meting in drie assen en vorming van een beeld van de
resultante gevormd zou moeten worden. Dat is bij toepassing van logaritmisch- periodieke
antennes onzin. Des te meer overigens ook bij staaf- of telescoop antennes.
Algemeen erkend is de opvatting, de hoogste waarde uit de richting van de sterkste
veldinval als grenswaardenvergelijking aan te nemen.
In een enkel geval, als bijv. van een DECT- telefooninstallatie in huis een even grote belasting uitgaat als van een mobiele zendmast buitenshuis, zou het zinvol kunnen zijn eerst de
waarde “van buiten” bij uitgeschakelde DECT- installatie te bepalen, dan die van de DECTcentrale en ter vergelijking dan de som uit beide waarden te nemen. Er is op dit moment
geen officiële gedefinieerde procedure hiervoor, omdat volgens de mening van de nationale
norminstituten, zoals al eerder genoemd, sowieso een kwantitatief betrouwbare, gerichte en
reproduceerbare meting alleen mogelijk is onder “vrije veld- condities”.
Om bij de vergelijking van de grenswaarden helemaal op safe te spelen, dient u de getoonde
waarde te vermenigvuldigen met de factor 4 en het resultaat te gebruiken als basis voor de
vergelijking. Deze maatregel wordt ook door veel bouwbiologen toegepast, om ook in het
11
geval, dat de meter de specifieke tolerantie naar beneden volledig benut er niet van een
lagere belasting wordt uitgegaan dan er werkelijk is. Men dient echter wel te weten, dat bij
een eventueel gebruik van de tolerantie naar boven er een duidelijk te hoge waarde wordt
berekend.
Deze factor voor de meetonzekerheid lijkt op het eerste gezicht tamelijk hoog,
gerelativeerd door de achtergrond, dat zelfs bij professionele spectrumanalyses van een factor 2 wordt uitgegaan.
maar wordt echter
De verhouding tussen minimale en maximale belasting van een mobiele zendstation
bedraagt in de regel 1 : 4. Daar men nooit precies weet, hoe zwaar een mobiele basisstation
op het moment van de meting is belast, kan men, om de maximale belasting in te schatten,
op een zeer belastingsarme tijd meten, (heel vroeg in de morgen, bijv. tussen 3 en 5 uur, ‘s
zondagsmorgens ook wat later) en de waarde dan met 4 vermenigvuldigen. Zoals in de
vorige paragraaf beschreven, kan men ook, om het “belastingsrisico” een algemene
veiligheidstoeslag incalculeren, maar dan toch met de mogelijkheid, dat de totale belasting te
hoog wordt ingeschat.
Kwantitatieve meting:
Bijzonder geval UMTS
Het UMTS- signaal heeft vele overeenkomstige eigenschappen met het "witte ruisen" en
vraagt daarom extra aandacht. Voor het meten van een UMTS-signaal wordt de meter ca. 1
tot 2 minuten in de hoofdstraalrichting van het UMTS-signaal gehouden. Deze meettijd is
voor een realistische meting nuttig, omdat vanwege de signaalkarakteristiek van het UMTSsignaal schommelingen van +/- factor 3 tot 6 binnen korte tijd kunnen optreden.
Let op:
- Het UMTS-signaal kan tot een factor 5 ondergewaardeerd worden. Voor de technische
zeer omvangrijke, geoptimaliseerde UMTS-meting zijn de HF-analyser HF58-r en HF59B,
van de firma Gigahertz Solutions, verkrijgbaar.
Kwantitatieve meting:
Bijzonder geval: radar
Voor de vliegtuig- en scheepvaartnavigatie wordt door een langzaam roterende zendantenne
een nauw gebundelde “radarstraal” uitgezonden. Daarom kan deze - bij voldoende signaalsterkte - slechts om de paar seconden gedurende een paar milliseconden gemeten worden,
hetgeen tot een bijzondere meetsituatie leidt.
Om er helemaal zeker van te zijn, wordt bij een akoestische identificatie van een
radarsignaal (een korte “piep”, dat zich in extreme gevallen slechts iedere 12 seconden
herhaalt, door reflectie eventueel vaker) de volgende manier aangeraden:
Schakelaar “Signaalbeoordeling” op “piekwaarde” instellen. Hiermede een meetplaats
opzoeken, waarbij zo min mogelijk achtergrondniveaus van andere bronnen aanwezig zijn,
dan het te meten radarsignaal.
Vervolgens naar meerdere "radarsignaaldoorlopen" het hoogste getal op het display aflezen.
Vanwege de langzame herhaalfrequentie van het display, die voor andere metingen
wenselijk is, zal de waarde slechts heel kort weergegeven worden en bovendien erg
schommelen. Relevant is de telkens hoogste gemeten waarde. Deze waarde zal doorgaans
aan de onderste rand van de gespecificeerde tolerantie liggen en kan in extreme gevallen bij
bepaalde radartypen zelfs tot een factor 10 lager weergegeven worden. Om bij een
12
grenswaarde vergelijking heel zeker te zijn, kan de gemeten waarde dus met een factor 10
vermenigvuldigd worden.
In onze apparaten HF58B-r en HF59B is een voor de radarmeting geoptimaliseerde,
gepatenteerde schakeling (d.w.z. met een extreem hoge, zog. "videobandbreedte")
standaard ingebouwd. Deze laten met de functie “Piekwaarde vasthouden” reeds bij de
eerste “Radarsignaaldoorloop” de volle meetwaarde zien.
U moet wel in acht nemen dat er ook radarsystemen bestaan die met nog veel hogere
frequenties werken dan die met dit apparaat gemeten kunnen worden.
Kwantitatieve meting:
Identificatie van de HF- invalposities
Allereerst zijn – voor zover mogelijk – bronnen in dezelfde ruimte te elimineren (DECTtelefoon, of dergelijke). De daarna aanwezige HF-straling moet dus van buiten komen. Voor
de vastlegging van afschermmaatregelen is het belangrijk, de plaatsen van wanden (met
deuren, vensters en kozijnen), plafond en vloer te identificeren, waardoor er HF-straling
binnenkomt. Hiervoor moet niet vanuit het midden van de kamer gemeten worden, maar
dichtbij alle wand-, plafond- en vloeroppervlakken naar buiten gericht meten, om precies de
doorlatende plekken te vinden. Want naast de bij hoge frequenties toenemend beperkte
peilkarakteristiek van logPer- antennes maken in binnenruimtes nauwelijks voorspelbare
verhogingen en verlagingen een nauwkeurige peiling vanuit het midden van de ruimte
moeilijk, zo niet onmogelijk. De procedure wordt in de volgende afbeelding getoond.
De afschermingmaatregel dient door een vakman gedefinieerd en begeleid te worden en in
ieder geval ruim over de gebieden heen worden uitgevoerd.
13
Grens-, richt- en voorzorgswaarden
Voorzorgsaanbevelingen
voor slaapplaatsen bij gepulste straling
Onder 0,1 µW/m²
(Standaard van de bouwbiologische meettechniek
SBM 2003: "Keine Anomalie"
onder 1 µW/m² ("voor binnenruimtes")
(Landessanitätsdirektion Salzburg)
De "officiële" grenswaarden in Duitsland liggen zeer ver boven de aanbevelingen van milieuartsen, bouwbiologen, vele wetenschappelijk werkende instituten en ook die van andere
landen. Ze bevinden zich onder zware en heftige kritiek, maar gelden nog steeds basis voor
toestemmingen van vergunningen etc. De grenswaarde is frequentieafhankelijk en bedraagt
in het bepaalde frequentiebereik ongeveer 4 tot 10 Watt per vierkante meter (1W/m² =
1.000.000 W/m²) en is gebaseerd op een – uit bouwbiologisch oogpunt bagatelliserende
- middenwaarde- beoordeling van de belasting. Hetzelfde kritieke punt betreft ook de officiële
grenswaarden van andere landen en de ICNIRP (International Commission on Non-Ionizing
Radiation Protection) en verwaarloost – zoals deze – de zogenoemde niet-thermische
effecten. Dit werd in een commentaar van het Zwitserse "Bundesamt für Umwelt, Wald und
Landschaft" van 23-12-1999 zogezegd "van officiële zijde" verklaart. Deze waarden liggen
ver boven het meetbereik van dit meetapparaat, daar het geoptimaliseerd is, vooral de
meetwaarden in het bereik van de bouwbiologische aanbevelingen zo exact mogelijk weer te
geven.
De “Standaard van de bouwbiologische meettechniek”, afgekort SBM 2003, onderscheidt de
volgende trappen (piekwaarden):
De “Bund für Umwelt und Naturschutz Deutschland e.V.” (BUND) stelt een grenswaarde voor
van 100µW/m2 in de openlucht, waaruit vanwege de gebruikelijke afschermende werking van
bouwmaterialen (behalve droog bouwmateriaal) voor het bereik binnenshuis voortvloeit dat
hier duidelijk lagere waarden nagestreefd moeten worden.
geen
afwijking
zwakke
afwijking
sterke
afwijking
extreme
afwijking
14
In Februari 2002 werd door de landelijke Gezondheidsdirectie Salzburg gebaseerd op
“empirische kennis van de afgelopen jaren” een verlaging van de geldende “Salzburger
voorzorgwaarde” van 1.000 µW/m2 voorgesteld, namelijk voor ruimtes binnenshuis een
waarde van 1 µW/m2 en in de openlucht een maximale waarde van 10 µW/m2.
Het ECOLOG- instituut in Hannover geeft slechts een aanbeveling voor buiten aan, namelijk
10.000 µW/m2. Deze waarde ligt duidelijk hoger dan de aanbevelingen van de bouwbiologie
en geeft een compromisformule met het doel, ook in de industrie acceptatie te vinden en een
kans op neerslag in het vastleggen van openbare grenswaarden te vinden. Als beperking
wordt door de auteurs vastgesteld,
- dat deze waarde voor maximaal mogelijke emissies uitgaat van veroorzakende
zendinstallaties. Reële meetwaarden moeten dus duidelijk kritischer geëvalueerd worden
omdat de werkelijke belastingsgraad in de regel niet bekend is.
- dat ook omvangrijke ervaringen en kennis van verschillende medische milieuspecialisten
en bouwbiologen over de negatieve werking van duidelijk lagere belastingen niet bij het
vastleggen van de grenswaarden betrokken konden worden, omdat er geen voldoende
documentatie van deze gebeurtenissen aanwezig is. De auteurs besluiten: “een
wetenschappelijke controle van deze aanwijzingen is dringend noodzakelijk”.
- dat niet alle in de evaluatie van de literatuur opgevoerde effecten […] op cellulair niveau
in aanmerking genomen konden worden, omdat de potentiële schade ervan nog niet
zeker ingeschat kan worden.
Bij elkaar dus een bevestiging van duidelijk onder de wettelijk vastgestelde grenswaarden liggende voorzorgswaarden.
Aanwijzing voor bezitters van mobiele telefoons:
Een probleemloze ontvangst van mobiele telefoongesprekken is ook nog bij duidelijk lagere
vermogens- fluxdichtheid dan de strenge richtwaarde van de SBM voor gepulste straling
mogelijk, dus waarden onder 0,1 µW/m2.
Meer uitgebreide analyses
Als uitbreiding van het meetbereik naar boven is voor dit apparaat een voorzet- demper
verkrijgbaar (zie hoofdstuk “Kwantitatieve meting)
Meetapparaten voor lagere (hoge) frequenties
Voor het meten van frequenties vanaf 27 MHz (o.a. CB- zendverkeer, analoge en digitale
televisie en radio, TETRA enz.) zijn de apparaten HFE35C en HFE59B verkrijgbaar
Meetapparaten voor frequenties tot 6 GHz
Voor de analyse van nog hogere frequenties (tot max. 6 GHz, dus WLAN, WIMAX en
sommige gerichte zend- en vliegtuigradar- frequenties) is een nieuwe breedbandmeter in
voorbereiding (begin 2006).
15
Meetapparaten voor lage frequenties
Ook op het gebied van de lage frequenties (trein- en netstroom incl. kunstmatige
bovengolven) maken wij een breed palet van betaalbare meettechniek met professionele
normen.
Bij interesse kunt u met ons contact opnemen; zie contactinformatie aan het eind van deze
handleiding.
Stroomverzorging
Vervangen van de batterij
Het batterijvak bevindt zich aan de onderkant van het apparaat. Voor het openen drukt u in
het bereik van de geribbelde pijl en trekt u het deksel naar de onderste voorkant van het
apparaat er af. Door het ingelegde schuimstof drukt de batterij tegen het deksel, zodat hij
niet klappert. Het terugschuiven moet dus tegen een bepaalde weerstand in gebeuren.
Auto- Power- Off
Deze functie is bedoeld voor de verlenging van de werkelijke gebruiksduur.
1. Als er vergeten wordt de meter uit te schakelen of als de meter tijdens transport per
ongeluk ingeschakeld wordt, dan wordt het apparaat na een werkingsduur van ca. 40
minuten automatisch uitgeschakeld.
2. Als er in het midden van het display een verticaal :”LOW BATT.” verschijnt tussen de
cijfers, dan wordt de meter al na ca. 3 minuten uitgeschakeld om onbetrouwbare
metingen te voorkomen. en tevens ter herinnering dat de batterij binnenkort vervangen
moet worden.
16
Deskundige afscherming is een betrouwbare hulpmaatregel
Deskundig uitgevoerde afschermingen zijn natuurkundig aanwijsbaar effectief. Daarbij zijn er
talloze mogelijkheden. Een individueel aangepaste afschermoplossing is in ieder geval
aanbevelenswaardig.
Een breed assortiment aan hoogwaardige bouwbiologische afschermmaterialen (verven,
behang, vliezen, weefsels, stoffen, folies, etc.) heeft de firma Biologa, een van de pioniers op
het gebied van afscherming reeds sinds het begin van de bouwbiologie. Hier verkrijgt men
vakkundig advies en gedetailleerde informatie.
De schermdemping van verschillende afschermmaterialen wordt in de regel aangegeven in "dB", bijv. "-20 dB".
Omrekening schermdemping in reductie van de vermogens- fluxdichtheid:
„-10dB“ komt overeen met „meetwaarde door 10“
“-15dB“ komt overeen met „meetwaarde door ~30“
“-20dB“ komt overeen met „meetwaarde door 100“
“-25dB“ komt overeen met „meetwaarde door ~300“
“-30dB“ komt overeen met „meetwaarde door 1000“
enz.
Let er op de fabrikantopgaven voor reële in de praktijk bereikbare dempingswaarden, die bij
gedeeltelijke afscherming meestal duidelijk onder de waarden liggen, wat bij volle
afscherming te bereiken is. Gedeeltelijke afscherming dient daarom steeds in grote vlakken
aangebracht te worden.
Tezamen met de firma Biologa, waar wij voor wat betreft afscherming / beschermingsoplossingen mee samenwerken, bieden wij productcursussen en seminars over het thema
“Hoog- & laagfrequentie – Meettechniek & beschermingsoplossingen”.
Voor informatie over termijnen en plaatsen kunt u via ons contactadres aan het einde van
deze handleiding verkrijgen.
Een omvangrijke studie over de afschermwerking van verschillende materialen kan men op
de website van Dr. Dietrich Moldan bestellen. (www.drmoldan.de)
Een zeer informatieve site over het thema elektrosmog van hoog- en laagfrequentie en de
vermijding ervan is te vinden op www.ohne-elektrosmog-wohnen.de
17
Garantie
Op de meter, de antenne en de accessoires geven wij twee jaar garantie op functie- en
fabricagefouten. Daarna geldt een genereuze coulante regeling.
Antenne
Ook als de antenne een filigrane indruk maakt, het toegepaste FR4- basismateriaal is toch
zeer stabiel en overleeft zonder problemen een val van de tafel. De garantie omvat tevens
dergelijke schade door vallen.
Meter
De meter zelf is uitdrukkelijk niet bestendig tegen vallen. Vanwege de relatief zware batterij
en de vele bedradingen van de onderdelen kunnen beschadigingen door vallen niet
uitgesloten worden en vallen daarom niet onder garantie.
Grenswaarden voor hoogfrequentie worden aangegeven in W/m² (of ook in V/m), dus
precies in de dimensie die deze meter weergeeft. Een weergave in dBm, zoals bijvoorbeeld
op een spectrumanalyser, moet eerst frequentie- en antennespecifiek aan de hand van een
gecompliceerde formule in deze eenheid omgerekend worden, een "terugrekening" is dus
niet zinvol.
19
20
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.