Giant Tempt User Manual [nl]

GEBRUIKERS­Manuel de propriétaire
VERSIE 8.0
1
WELKOM EN GEFELICITEERD
met de aankoop van uw nieuwe Giant. Wij wensen u alvast veel fietsplezier met uw nieuwe Giant.
Veiligheid voorop.
Wij raden u aan de gebruikershandleiding goed door te lezen voordat u met uw nieuwe Giant gaat rijden. Hierdoor zult u de werking van de verschillende onderdelen van uw nieuwe fiets beter leren begrijpen. U zult ontdekken dat veel van de onderdelen van een fiets die u al kende, behoorlijk veranderd zijn. Maar instructies voor veilig fietsen zijn nog even belangrijk en moeten niet over het hoofd gezien worden. Neem dus zelfs als u een ervaren fietser bent even de tijd om deze handleiding door te nemen voordat u gaat fietsen.
Het fietsplezier delen.
Niets maakt ons blijer dan fietsende mensen. Giant maakt al meer dan dertig jaar kwaliteitsfietsen voor elk terrein en elke fietser. Giant geeft miljoenen fietsers zoals u de mogelijkheid een gelukkiger en gezonder leven te leiden door het plezier, de lichaamsbeweging en de vreugde van het fietsen. Deze betrokkenheid bij het rijplezier inspireert ons de meest innovatieve fietsen van de wereld te blijven aanbieden.
Meer te weten komen.
Sluit u bij ons aan en kom via uw plaatselijke erkende Giant-dealer meer te weten over fietsen en veiligheid. De onafhankelijke fietsverkopers bieden het allerbeste wat betreft verkoop en service voor alles wat met fietsen te maken heeft. Hier staat goed geïnformeerd personeel voor u klaar om u overal mee te helpen zodat u optimaal kunt genieten van uw fiets en uw ritten.
Veel plezier.
2
Inhoud
ALGEMENE WAARSCHUWING Speciale opmerking voor ouders
1. Allereerst
A. Formaat fiets B. Veiligheid voorop p. 6 C. Veiligheidscontrole van de mechaniek p. 7 D. De eerste rit p. 8
2. Veiligheid
A. Basiskennis B. Veilig fietsen p. 10 C. Veiligheid off road p. 11 D. Rijden bij natte weersomstandigheden p. 11 E. 's Nachts rijden p. 12 F. Extreem-, stunt- of wedstrijd rijden p. 13 G. Onderdelen vervangen of accessoires plaatsen p. 14
3. Maat
A. Standover-hoogte B. Zadelstand p. 15 C. Hoogte en hoek van het stuur p. 17 C. Afstellen positie rem- en schakelhendels p. 17 E. Bereik remhendel p. 17
4. Tech
A. Wielen
1. Snelsluiting wiel p. 18
2. Verwijderen en monteren van wielen met snelsluiting p. 19
3. Verwijderen en monteren van wielen met boutbevestiging p. 22 B. Snelsluiting zadelpen p. 23 C. Remmen p. 23 D. Schakelen p. 25 E. Pedalen p. 27 F.
Fietsvering p. 28
G. Binnen- en buitenbanden p. 29
5. Service
A. Onderhoudsintervallen B. Bij een aanrijding of valpartij p. 32 C. Aanhaalmoment voor Giant-fietsen p. 33
Bijlage A: Levensduur van uw fiets en zijn onderdelen
6. Dealer/Garantie
A. Over uw dealer B. Garantie-informatie p. 42
OPMERKING: Deze handleiding is niet bedoeld als een uitgebreide handleiding voor service, reparatie of onderhoud. Wij erzoeken u om naar uw dealer te gaan voor service, reparaties of onderhoud. Uw dealer kan u ook doorverwijzen naar cursussen, clinics of boeken over gebruik, service, reparatie of onderhoud van uw fiets.
p. 4 p. 5
p. 6
p. 9
p. 15
p. 18
p. 31
p. 35
p. 41
3
ALGEMENE WAARSCHUWING:
Zoals bij elke sport, brengt fietsen het risico op letsel en schade met zich mee. Door ervoor te kiezen om op een fiets te rijden, neemt u de verantwoordelijkheid voor dit risico op zich, en moet u dus op de hoogte zijn van de regels voor veilig en verantwoord fietsen en goed gebruik en onderhoud, en moet u deze regels in de praktijk brengen. Goed gebruik en onderhoud van uw fiets vermindert de kans op letsel.
Deze handleiding bevat vele vermeldingen zoals "Waarschuwingen" en "Voorzichtig", die waarschuwen voor de gevolgen van het niet goed onderhouden of inspecteren van uw fiets en het niet opvolgen van de richtlijnen voor veilig fietsen.
• De combinatie van het veiligheidswaarschuwingssymbool en het woord WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan, deze kan ernstige verwondingen of de dood tot gevolg hebben als deze niet vermeden wordt.
• De combinatie van het veiligheidswaarschuwingssymbool en het woord VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan, die kan resulteren in kleine of gemiddelde verwondingen of is een waarschuwing voor onveilige handelingen.
• Het gebruik van het woord VOORZICHTIG zonder het veiligheidswaarschuwingssymbool geeft een situatie aan die kan resulteren in ernstige schade aan de fiets of het ongeldig maken van uw garantie, als deze niet vermeden wordt.
In veel van de meldingen Waarschuwingen en Voorzichtig staat "u kunt de controle verliezen en vallen". Aangezien elke val kan resulteren in ernstige verwondingen of zelfs de dood, herhalen wij niet elke keer de waarschuwing voor mogelijke verwondingen of de dood.
Omdat het onmogelijk is elke situatie of toestand die zich voor kan doen tijdens het fietsen te voorzien, geeft deze handleiding geen uitputtende weergave van het veilig gebruik van de fiets onder alle omstandigheden. Er zijn aan het gebruik van elke fiets risico's verbonden, die niet voorspeld of vermeden kunnen worden en die onder de verantwoordelijk van alleen de fietser vallen.
BELANGRIJK:
Deze handleiding bevat belangrijke informatie over veiligheid, prestaties en onderhoud. Lees dit
voordat u voor het eerst op uw nieuwe fiets gaat rijden en bewaar het als referentie.
Er is mogelijk extra informatie beschikbaar over de veiligheid, prestaties en onderhoud van specifieke
onderdelen zoals de vering of pedalen van uw fiets, of van accessoires zoals helmen of verlichting die u aan
aanschaft. Zorg dat de dealer u alle literatuur van de fabrikant geeft die bij uw fiets of accessoires hoort.
Als u vragen heeft of iets niet begrijpt, neem dan de verantwoordelijkheid voor uw eigen veiligheid en
neem contact op met uw dealer of met de fabrikant van uw fiets.
4
Een speciale opmerking voor ouders:
Als ouder of voogd bent u verantwoordelijk voor de activiteiten en de veiligheid van uw minderjarige kind. U moet er onder andere voor zorgen dat de fiets goed is afgestemd op het kind, dat deze in goede toestand verkeert en veilig te bedienen is; dat u en uw kind de veilige bediening van de fiets geleerd en begrepen hebben; en dat u en uw kind niet alleen de plaatselijke verkeersregels voor auto's en fietsers geleerd en begrepen hebben en zich hieraan houden, maar dat u en uw kind ook gezond verstand zullen gebruiken voor het veilig en verantwoord fietsen. Ouders moeten deze handleiding lezen en de waarschuwingen over de functies en de bediening van de fiets doornemen met hun kind, alvorens hun kind op de fiets te laten rijden.
WAARSCHUWING: Zorg dat uw kind tijdens het fietsen altijd een goedgekeurde helm draagt, maar zorg ook dat uw kind begrijpt dat een fietshelm alleen voor fietsen is en dat deze na het fietsen afgedaan moet worden. Een helm mag niet gedragen worden tijdens het spelen in speeltuinen, op klimrekken, tijdens bomen klimmen of op andere momenten wanneer er niet gefietst wordt. Als u deze waarschuwing niet opvolgt kan dit ernstige verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
5
1. Allereerst
OPMERKING: Wij raden u met klem aan deze handleiding vóór uw eerste rit in zijn geheel door te lezen. Lees tenminste elk punt in dit gedeelte door en zorg dat u het begrijpt en bekijk de verwijzingen van de onderwerpen die u niet volledig begrijpt. Let op, niet alle fietsen hebben alle kenmerken die in deze handleiding beschreven worden. Vraag uw dealer om de kenmerken van uw fiets aan te wijzen.
A. Formaat fiets
1. Heeft uw fiets de goede maat? Zie voor een controle, Sectie 3.A. Als uw fiets te groot of te klein voor u is kunt u de controle verliezen en vallen. Als uw fiets niet de juiste maat heeft, vraag uw dealer dan om hem te ruilen voordat u erop gaat rijden.
2. Heeft het zadel de juiste hoogte? Zie voor een controle, Sectie 3.B. Als u de zadelhoogte gaat afstellen, volg dan de instructies voor Minimale inzethoogte in Sectie 3.B.
3. Zitten het zadel en de zadelpen goed vast? Bij een goed vastgezet zadel kan het zadel geen enkele kant op bewegen. Zie Sectie 3.B.
4. Zijn de stuurpen en het stuur op de juiste hoogte afgesteld voor u? Als dit niet het geval is raadpleegt u Sectie 3.C.
5. Kunt u de remmen makkelijk bedienen? Als dit niet het geval is kunt u de hoek en de afstand waarschijnlijk afstellen. Raadpleeg Sectie 3.D en 3.E.
6. Begrijpt u volledig hoe u uw nieuwe fiets moet bedienen? Als dit niet het geval is vraagt u uw dealer om de functies en kenmerken die u niet begrijpt uit te leggen, voordat u de eerste keer gaat fietsen.
B. Veiligheid voorop
1. Draag tijdens het fietsen altijd een goedgekeurde helm en volg de aanwijzingen van de fabrikant op wat betreft de maat, het gebruik en het onderhoud.
2. Bent u in het bezit van de rest van de vereiste en aanbevolen veiligheidsuitrusting? Raadpleeg Sectie 2. Het is uw verantwoordelijkheid uzelf op de hoogte te stellen van de wetten in het gebied waar u fietst en u te houden aan alle wetten die van toepassing zijn.
3. Weet u hoe u uw wielsnelsluiting op de juiste manier moet bedienen? Controleer Sectie 4.A.1 voor de zekerheid. Fietsen met een verkeerd afgestelde wielsnelsluiting kan zorgen voor hobbelen of losraken van het wiel van de fiets, en kan ernstige verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
4. Als uw fiets toeclips of bandjes heeft of cliploze ("klik") pedalen, zorg dan dat u weet hoe deze werken (raadpleeg Sectie 4.E). Voor deze pedalen zijn speciale technieken en vaardigheden nodig. Volg de instructies van de pedaalfabrikant voor het gebruik, de afstelling en het onderhoud.
5. Heeft u "teen-overlap"? Op fietsen met een kleiner frame kunnen uw tenen of uw toeclip contact maken met het voorwiel wanneer het pedaal helemaal naar voren staat en het wiel gedraaid is. Lees Sectie 4.E. om te controleren of u teen-overlap heeft.
6. Heeft uw fiets vering? Als dit het geval is raadpleeg dan Sectie 4.F. Vering kan de prestaties van een fiets veranderen. Volg de instructies van de veringfabrikant voor het gebruik, de afstelling en het onderhoud.
6
C. Veiligheidscontrole van de mechaniek
Controleer de toestand van uw fiets altijd, vóór elke rit.
Moeren, bouten, schroeven & ander bevestigingsmateriaal: Het is niet mogelijk om in deze handleiding het juiste aanhaalmoment (aandraaikracht) te geven voor al het bevestigingsmateriaal van uw fiets, aangezien fabrikanten een grote verscheidenheid aan formaten en vormen van bevestigingsmateriaal produceren in verschillende materialen, die vaak verschillen per model en onderdeel. Wij kunnen u het belang van het juiste aanhaalmoment uitleggen, maar niet het specifieke aanhaalmoment van elke bevestiging op uw fiets. Voor het correct aandraaien van een bevestiging, moet een momentsleutel gebruikt worden. De bevestigingen met aanhaalmoment op uw fiets moeten door een professionele fietsmonteur met een momentsleutel aangedraaid worden. Als u zelf aan uw fiets wilt werken moet u zorgen dat u de specificaties voor de juiste aanhaalmomenten verkrijgt van de fiets- of onderdeelfabrikant of van uw dealer. Als u thuis of onderweg iets moet afstellen, raden wij u aan om zeer voorzichtig te zijn en de bevestigingen waar u aan gewerkt heeft zo snel mogelijk door uw dealer te laten nakijken.
WAARSCHUWING: Het juiste aanhaalmoment voor bevestigingen -moeren, bouten, schroeven­op uw fiets, is zeer belangrijk. Door een te laag aanhaalmoment zit de bevestiging misschien niet goed vast. Door een te hoog aanhaalmoment kan het schroefdraad van de bevestiging strippen, uitrekken, vervormen of breken. Hoe dan ook, een onjuist aanhaalmoment kan resulteren in het defect raken van onderdelen, waardoor u de controle kunt verliezen en kunt vallen.
Zorg dat er niets los zit. Til het voorwiel 5-7 cm van de grond en laat het vervolgens op de grond stuiteren. Klinkt, voelt, of ziet iets er los uit? Bekijk en betast de hele fiets. Zijn er losse onderdelen of accessoires? Als dit het geval is zet u deze vast. Vraag bij twijfel iemand met ervaring om het te controleren.
Banden & wielen: Zorg dat de banden goed opgepompt zijn (raadpleeg Sectie 4.G.1). Controleer dit door een hand op het zadel te leggen, een hand op de kruising tussen het stuur en de stuurpen en dan met uw gewicht op de fiets te duwen en te kijken naar het indeuken van de band. Vergelijk wat u nu ziet met hoe het eruit ziet als u weet dat de banden goed opgepompt zijn, en pas indien nodig aan.
Zien de banden er goed uit? Laat elk wiel langzaam draaien en zoek naar sneetjes in het loopvlak en het zijvlak. Vervang beschadigde banden voordat u met de fiets gaat rijden.
Zijn de wielen goed gericht? Draai aan elk wiel en controleer op remspeling en zijwaartse beweging. Als een wiel ook maar enigszins zijwaarts beweegt, of tegen het remblokje schuurt of stoot, moet u de fiets naar een gekwalificeerde fietsenwinkel brengen om het wiel te laten richten.
WAARSCHUWING: Wielen moeten goed gericht zijn, anders werken de remmen niet goed.
Het richten van wielen is een vaardigheid waarvoor speciaal gereedschap en ervaring nodig is. Probeer geen wielen te richten tenzij u de benodigde kennis, ervaring en gereedschappen heeft om deze klus goed uit te voeren.
Zijn de velgen schoon en onbeschadigd? Zorg dat de velgen langs het remoppervlak schoon en onbeschadigd zijn en controleer op overmatige velgslijtage.
Remmen: Controleer of de remmen goed werken (raadpleeg Secties 4.C). Knijp in de remhendels. Zijn de remsnelsluitingen gesloten? Zijn alle regelkabels goed geplaatst en stevig vastgezet? Maken de remblokjes in een rechte hoek contact met de velg en is er volledig contact met de velg? Raken de remblokjes de velg binnen 2,5 cm beweging van de remhendel? Kunt u volledige remkracht op de hendels uitoefenen zonder dat deze het stuur raken? Als dit niet het geval is moeten de remmen afgesteld worden. Rijd niet met de fiets totdat de remmen door een professionele fietsmonteur goed zijn afgesteld.
Snelsluitingen: Zorg dat de snelsluitingen van het voorwiel, het achterwiel en de zadelpen goed zijn afgesteld en in de juiste positie vergrendeld zijn. Raadpleeg Sectie 4.A en 4.B.
7
Uitlijning van het stuur en het zadel: Zorg dat het zadel en de stuurpen parallel zijn aan de middenlijn van de fiets en dat ze zo strak vastzitten dat ze niet uit de uitlijning gedraaid kunnen worden. Raadpleeg Sectie 3.B en 3.C.
Uiteinden van het stuur: Zorg dat de handgrepen van het stuur goed vastzitten en in goede toestand verkeren. Als dit niet het geval is moet u ze door uw dealer laten vervangen. Zorg dat de uiteinden van het stuur en de verlengingen opgevuld zijn. Als dit niet het geval is, moet u ze laten opvullen door de dealer voordat u gaat fietsen. Als er beugels en verlengingen aan het stuur zitten, moet u ervoor zorgen dat deze zo vast zitten dat zij niet gedraaid kunnen worden.
WAARSCHUWING: Door losse of beschadigde handgrepen of stuurverlengingen kunt u de
controle verliezen en vallen. Handgrepen of stuurverlengingen die niet opgevuld zijn kunnen snijdwonden en andere ernstige verwondingen veroorzaken bij een ongeluk dat onder andere omstandigheden niet ernstig was geweest.
ZEER BELANGRIJKE OPMERKING OVER VEILIGHEID: Lees, en zorg dat u goed bekend bent met, de belangrijke informatie over de levensduur van uw fiets en de onderdelen in Bijlage A op pagina 33.
D. De eerste rit
Als u uw helm vastmaakt en uw eerste kennismakingsrit met uw nieuwe fiets gaat maken, zorg dan dat u een veilige omgeving uitkiest, uit de buurt van auto's, andere fietsers, obstakels of andere gevaren. Fiets om te wennen aan de regelaars, kenmerken en prestaties van uw nieuwe fiets.
Zorg dat u vertrouwd raakt met het remmen van de fiets (raadpleeg Sectie 4.C). Test de remmen bij een lage snelheid, terwijl u uw gewicht naar achteren houdt en de remmen voorzichtig inknijpt. Begin met de achterrem. Door plotseling of buitensporig inknijpen van de voorrem kunt u over het stuur heen geworpen worden. Als u de remmen te hard inknijpt kan het wiel blokkeren en kunt u de controle verliezen en vallen. Als een wiel blokkeert kunt u bijvoorbeeld gaan slippen.
Als uw fiets toeclips of cliploze pedalen heeft, oefen dan met het in- en uitstappen van de pedalen. Raadpleeg paragraaf B.4 hierboven en Sectie 4.E.4.
Als uw fiets vering heeft, zorg dan dat u vertrouwd raakt met de reactie van de vering op het inknijpen van de remmen en de verschuiving van het gewicht van de fietser. Raadpleeg paragraaf B.6 hierboven en Sectie 4.F.
Oefen met het schakelen van de versnellingen (raadpleeg Sectie 4.D). Denk eraan dat u de shifter nooit beweegt terwijl u achteruit trapt, en dat u niet meteen achteruit trapt nadat u de shifter verplaatst heeft. Hierdoor kan de ketting blokkeren en kan ernstige schade aan de fiets ontstaan.
Probeer de bediening en reacties van de fiets uit en kijk hoe comfortabel hij is.
Als u vragen heeft, of als u denkt dat er iets niet goed is aan de fiets, neem dan voordat u weer gaat fietsen contact op met uw dealer.
8
2. Veiligheid
A. Basiskennis
WAARSCHUWING: In veel landen of gebieden zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig. Het is uw eigen verantwoordelijkheid uzelf op de hoogte te brengen van de wetten van de landen en gebieden waar u fietst en u te houden aan alle wetten die van toepassing zijn, waaronder ook een juiste uitrusting voor u en uw fiets volgens de eisen van de wet.
Houd u aan alle plaatselijke fietswetten en richtlijnen. Houd u aan richtlijnen omtrent fietsverlichting, fietsvergunningen, fietsen op de stoep, wetten over het gebruik van fietspaden, wetten over het dragen van helmen en kinderzitjes, en speciale verkeersregels voor fietsers. Het is uw verantwoordelijkheid de wet te kennen en u eraan te houden.
1. Draag altijd een fietshelm die voldoet aan de laatste certificeringsnormen en die geschikt is voor het soort fietsen waar u zich mee bezighoudt. Volg altijd de instructies van de helmenfabrikant voor de maat, het gebruik en het onderhoud van uw helm. De ernstigste fietsverwondingen ontstaan door hoofdletsel dat voorkomen had kunnen worden door het dragen van de juiste helm.
WAARSCHUWING: Als u geen helm draagt tijdens het fietsen kan dit ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
2. Voer altijd de Veiligheidscontrole mechaniek uit (Sectie 1.C) voordat u op de fiets stapt.
3. Zorg dat u goed bekend bent met de bediening van uw fiets: remmen (Sectie 4.C); pedalen (Sectie 4.E); schakelen (Sectie 4.D.)
4. Let op, houd lichaamsdelen en andere voorwerpen uit de buurt van de scherpe tanden van de tandwielen, de bewegende ketting, de draaiende pedalen, cranks en de draaiende wielen van uw fiets.
5. Draag altijd:
• Schoenen die aan uw voeten blijven zitten en die grip hebben op de pedalen. Zorg dat schoenveters niet in bewegende onderdelen terecht kunnen komen en fiets nooit op blote voeten of met sandalen.
• Opvallende, zichtbare kleding die niet zo los zit dat deze verstrikt kan raken in de fiets of vast kan komen te zitten in voorwerpen die zich langs de weg of het pad bevinden.
• Oogbescherming, om te beschermen tegen vuil, stof en insecten – getint bij felle zon, helder wanneer er geen zon is.
6. Spring niet met uw fiets. Het springen met een fiets, vooral een BMX of mountainbike, kan leuk zijn, maar kan een grote en onvoorspelbare belasting op de fiets en zijn onderdelen uitoefenen. Fietsers die persé willen springen met hun fiets riskeren ernstige schade, aan hun fiets en aan zichzelf. Lees en begrijp voordat u probeert te springen, stuntrijden of racen met uw fiets, eerst Sectie 2.F.
7. Rij met een snelheid die past bij de omstandigheden. Een hogere snelheid betekent een groter risico.
Fig.1
9
B. Fietsveiligheid
1. U deelt de weg of het pad met anderen – automobilisten, voetgangers en andere fietsers. Heb respect voor hun rechten.
2. Rijd defensief. Ga er altijd vanuit dat anderen u niet zien.
3. Kijk vooruit, en wees voorbereid op uitwijken:
• Auto's die afremmen of afslaan, een weg of pad voor u inslaan, of van achteren aan komen rijden.
• Portieren van geparkeerde auto's die opengaan.
• Voetgangers die de straat oplopen.
• Kinderen of huisdieren die vlakbij de weg spelen.
• Gaten in de weg, rioolroosters, spoorlijnen, werkzaamheden aan de weg of het trottoir, puin en andere versperringen waardoor u het verkeer in moet zwenken, die in uw wiel terecht kunnen komen of waardoor u een ongeluk kunt krijgen.
• De vele andere gevaren en afleidende gebeurtenissen die voor kunnen komen tijdens het fietsen.
4. Fiets op de daarvoor aangewezen fietspaden, of zo dicht mogelijk bij de rand van de weg, in de richting van het verkeer of zoals aangegeven wordt door de plaatselijk geldende wetten.
5. Stop bij stopborden en verkeerslichten; minder vaart en kijk naar twee kanten bij kruisingen. Onthoud goed dat een fiets het altijd verliest bij een botsing met een motorvoertuig, dus wees erop voorbereid voorrang te geven zelfs als u zelf voorrang heeft.
6. Gebruik goedgekeurde handsignalen voor afslaan en stoppen.
7. Fiets nooit met een koptelefoon op. Hierdoor worden verkeersgeluiden en noodsirenes gemaskeerd en wordt u afgeleid van wat er om u heen gebeurt. De draden kunnen verstrikt raken in bewegende onderdelen van de fiets waardoor u de controle verliest.
8. Neem nooit iemand achterop, tenzij het een klein kind is dat een goedgekeurde helm draagt en vastzit in een goed bevestigd kinderzitje of kinder-aanhangwagentje.
9. Neem nooit iets mee waardoor uw zicht belemmerd wordt of waardoor u niet meer de volledige controle over de fiets heeft, of iets dat verstrikt kan raken in de bewegende onderdelen van de fiets.
10. Lift nooit mee door u aan een ander voertuig vast te houden.
11. Doe geen stunts, wheelies of sprongen. Als u wel stunts, wheelies of sprongen wilt doen of van plan bent te gaan racen met de fiets, ondanks ons negatieve advies, lees dan nu Sectie 2.F, Downhill, Stunt – of wedstrijdfietsen. Denk goed na over uw vaardigheden voordat u besluit grote risico's te nemen met dit soort fietsen.
12. Slinger niet door het verkeer en maak geen bewegingen waardoor mensen die de weg met u delen verrast worden.
13. Houd u aan de voorrangsregels.
14. Fiets nooit onder invloed van alcohol of drugs.
15. Vermijd, indien mogelijk, het rijden bij slecht weer, wanneer het zicht verminderd is, bij zonsopgang, in de schemering of in het donker, of wanneer u erg moe bent. Elk van deze toestanden verhoogt het risico op een ongeluk.
10
C. Veiligheid off road
Wij raden aan kinderen niet op ruw terrein te laten rijden, tenzij vergezeld door een volwassene.
1. De variabele omstandigheden en gevaren van het off-road rijden vereisen nauwkeurige aandacht en
specifieke vaardigheden. Begin langzaam op makkelijk terrein en bouw uw vaardigheden op. Als uw fiets vering heeft, kan de daardoor toegenomen snelheid ook het risico op controleverlies en vallen vergroten. Leer eerst hoe u veilig met uw fiets om moet gaan voordat u grotere snelheden of moeilijker terrein probeert.
2. Draag de juiste veiligheidsuitrusting voor het soort fietsen dat u wilt gaan doen.
3. Fiets in afgelegen gebieden niet alleen. Zelfs als u met anderen gaat fietsen moet u ervoor zorgen dat
iemand weet waar u heen gaat en wanneer u denkt terug te komen.
4. Neem altijd identificatie mee, zodat mensen in het geval van een ongeluk weten wie u bent en neem wat
kleingeld mee voor een versnapering, iets te drinken of een noodtelefoontje.
5. Geef voorrang aan voetgangers en dieren. Fiets zodanig dat zij niet bang worden of in gevaar komen en
geef ze genoeg ruimte zodat hun onverwachte bewegingen u niet in gevaar brengen.
6. Wees voorbereid. Als er iets mis gaat terwijl u off-road fietst, kan het zijn dat er geen hulp in de buurt is.
7. Lees en begrijp voordat u probeert te springen, stuntrijden of racen met uw fiets, eerst Sectie 2.F.
Respect bij off-road fietsen
Houd u aan de plaatselijke wetten die aangeven waar en hoe u off-road kunt rijden, en respecteer privé­eigendom. Het kan zijn dat u het pad deelt met anderen – wandelaars, ruiters, andere fietsers. Heb respect voor hun rechten. Blijf op het aangegeven pad. Draag niet bij aan erosie door in de modder te rijden of onnodig te slippen. Verstoor het ecosysteem niet door uw eigen pad te nemen of af te snijden door vegetatie en beekjes heen. Het is uw verantwoordelijkheid om uw effect op het milieu te minimaliseren. Laat alles achter zoals u het vond en neem altijd al uw eigendommen weer mee.
D. Rijden bij natte weersomstandigheden
WAARSCHUWING: Natte weersomstandigheden verslechteren de grip, het remmen en het zicht,
zowel voor de fietser als voor andere voertuigen op de weg. De kans op een ongeluk neemt onder natte weersomstandigheden schrikbarend toe.
Bij natte weersomstandigheden neemt de stopkracht van uw remmen (en dat van de remmen van andere voertuigen die op de weg zijn) enorm af en uw banden hebben veel minder grip. Hierdoor is het moeilijker om de snelheid te reguleren en verliest u sneller de controle. Rij langzamer om ervoor te zorgen dat u veilig snelheid kunt minderen en kunt stoppen en gebruik uw remmen eerder en gelijkmatiger dan u onder normale, droge omstandigheden zou doen. Raadpleeg ook Sectie 4.C.
11
E. 's Nachts rijden
's Nachts fietsen is veel gevaarlijker dan overdag fietsen. Een fietser is voor automobilisten en voetgangers moeilijk te zien. Daarom moeten kinderen nooit in de schemering of 's nachts fietsen. Volwassenen die ervoor kiezen het enorm verhoogde risico van fietsen in de schemering of 's nachts te accepteren, moeten extra voorzichtig zijn met fietsen en een speciale uitrusting uitkiezen om het risico te verminderen. Neem contact op met uw dealer over veiligheidsartikelen voor 's nachts fietsen.
WAARSCHUWING: Reflectoren zijn geen vervanging voor verplichte verlichting. Fietsen in de schemering, 's nachts of op andere momenten met slecht zicht, zonder een adequaat fietsverlichtingssysteem en zonder reflectoren is gevaarlijk en kan ernstige verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
Fietsreflectoren zijn ontworpen om licht van auto's en lantaarnpalen op te pikken en te reflecteren, zodat u beter zichtbaar bent en herkenbaar als een bewegende fietser.
VOORZICHTIG: Controleer regelmatig de reflectoren en de bevestigingsbeugels om er zeker van te zijn dat deze schoon, recht, heel en stevig bevestigd zijn. Laat uw dealer beschadigde reflectoren vervangen en laat verbogen of losse reflectoren rechtbuigen of vastzetten.
De bevestigingsbeugels van de voor- en achterreflectoren zijn vaak ontworpen als veiligheidspallen van de remdwarskabel die voorkomen dat de dwarskabel vast komt te zitten in het loopvlak van de band als de kabel uit zijn juk springt of breekt.
WAARSCHUWING: Verwijder de voor- of achterreflectoren of reflectorbeugels niet van uw fiets. Zij vormen een wezenlijk onderdeel van het veiligheidssysteem van de fiets.
Het verwijderen van de reflectoren kan uw zichtbaarheid voor andere weggebruikers verminderen. Aangereden worden door andere voertuigen kan resulteren in ernstige verwondingen of de dood.
De reflectorbeugels beschermen u tegen het vastlopen van de remdwarskabel tegen de band, wanneer de remkabel defect raakt. Als een remdwarskabel vast raakt in de band, kan het wiel plotseling blokkeren en kunt u de controle verliezen en vallen.
Als u ervoor kiest om onder omstandigheden met slecht zicht te fietsen, controleer dan of u voldoet aan alle wetten omtrent 's nachts fietsen en neem de volgende, ten zeerste aan te raden, extra voorzorgsmaatregelen:
• Schaf een koplamp en achterlicht op batterijen of dynamo aan die voldoen aan alle vereiste richtlijnen en
die zorgen voor adequate zichtbaarheid, en installeer deze.
• Draag lichte, reflecterende kleding en accessoires, zoals een reflecterend vest, reflecterende arm- en
beenbanden, reflecterende strepen op uw helm, knipperende lampjes aan uzelf en/of uw fiets vast..... elk
reflecterend voorwerp en elke lichtbron die beweegt trekt de aandacht van naderende automobilisten, voetgangers en ander verkeer.
• Zorg dat uw kleding of spullen die u bij zich heeft op de fiets niet de reflectoren of verlichting bedekken.
• Zorg dat uw fiets is uitgerust met correct geplaatste en goed bevestigde reflectoren.
Fietsen in de schemering of 's nachts:
• Fiets langzaam.
• Vermijd donkere gebieden of plaatsen met veel of snel verkeer.
• Vermijd gevaarlijke wegen.
• Fiets indien mogelijk over bekende routes.
Bij fietsen in het verkeer:
• Wees voorspelbaar. Fiets zodanig dat bestuurders u kunnen zien en kunnen anticiperen op uw bewegingen.
• Wees alert. Fiets defensief en wees voorbereid op het onverwachte.
• Als u van plan bent vaak in het verkeer te rijden kunt u uw dealer vragen om verkeersveiligheidscursussen
of een goed boek over verkeersveiligheid voor fietsers.
12
F. Extreem-, stunt- of wedstrijdrijden
Of u het nu Freeride, North Shore, Downhill, Jumping, Stunt Riding, Racing of iets anders noemt: door aan dit soort extreem, agressief fietsen te doen neemt u vrijwillig een verhoogd risico op verwondingen of de dood op uzelf.
Niet alle fietsen zijn ontworpen voor dit soort rijden, en de fietsen die er wel voor ontworpen zijn, zijn misschien niet geschikt voor alle soorten agressief fietsen. Vraag uw dealer of fietsfabrikant waar uw fiets geschikt voor is voordat u aan extreem fietsen begint.
Wanneer u snel bergafwaarts rijdt kunt u snelheden bereiken zoals die van motoren, en staat u dus bloot aan dezelfde soort gevaren en risico's. Laat uw fiets en uitrusting nauwkeurig nakijken door een gekwalificeerd monteur en zorg dat hij in perfecte toestand verkeert. Raadpleeg ervaren fietsers en racers op de plaats waar u wilt gaan fietsen, over de omstandigheden en de aan te raden uitrusting. Draag geschikte veiligheidskleding, inclusief een goedgekeurde volledige helm, volledige handschoenen en lichaamsbescherming. Het is uiteindelijk uw eigen verantwoordelijkheid om de juiste uitrusting te hebben en u bekend te maken met de omstandigheden op de route.
WAARSCHUWING: Hoewel veel catalogi, advertenties en artikelen over fietsen fietsers laten zien die aan extreem fietsen doen, is deze activiteit zeer gevaarlijk; het verhoogt de kans op verwondingen of de dood en vergroot de ernst van een verwonding. Onthoud dat de afgebeelde handeling wordt uitgevoerd door professionals met vele jaren van training en ervaring. Ken uw grenzen en draag altijd een helm en/of een andere geschikte veiligheidsuitrusting. Zelfs met een ultramoderne beschermende veiligheidsuitrusting kunt u ernstig gewond raken of overlijden tijdens springen, stuntrijden, met hoge snelheid bergafwaarts rijden of in een wedstrijd.
VOORZICHTIG: Fietsen en fietsonderdelen hebben beperkingen wat betreft kracht en onaantastbaarheid, en deze manier van rijden kan deze beperkingen overschrijden.
Wij raden deze manier van rijden af vanwege de verhoogde risico's, maar als u deze risico's toch wilt nemen doe dan minimaal het volgende:
• Neem eerst les van een bekwaam instructeur
• Begin met makkelijk te leeroefeningen en ontwikkel langzaam uw vaardigheden voordat u moeilijker of gevaarlijker fietsen uitprobeert
• Doe alleen aan stunts, springen, racen of snel bergafwaarts rijden in gebieden die zijn aangewezen voor deze manier van fietsen
• Draag een volledige helm, veiligheidsbeschermers en andere veiligheidskleding
• Realiseer dat de krachten die op uw fiets komen te staan door dit soort activiteiten, onderdelen van de fiets kunnen beschadigen en de garantie ongeldig kunnen maken
• Ga met uw fiets naar de dealer als er iets kapot gaat of verbuigt. Rij niet op uw fiets als er een onderdeel beschadigd is.
Als u met hoge snelheid bergafwaarts rijdt, stuntfietst of wedstrijdfietst, ken dan de beperkingen van uw vaardigheden en ervaring. Uiteindelijk is het vermijden van verwondingen uw eigen verantwoordelijkheid.
13
G. Onderdelen vervangen of accessoires plaatsen
Er zijn veel onderdelen en accessoires beschikbaar om het comfort, de prestaties en het uiterlijk van uw fiets te verbeteren. Als u echter onderdelen vervangt of accessoires toevoegt, is dit voor uw eigen risico. De fabrikant van de fiets heeft dit onderdeel of de accessoire misschien niet getest op compatibiliteit, betrouwbaarheid of veiligheid in combinatie met uw fiets. Zorg dat u voor het monteren van een onderdeel of accessoire, inclusief een ander formaat band, zeker weet dat dit compatibel is met uw fiets, door dit te na te vragen bij uw dealer. Lees, begrijp en volg de instructies die geleverd worden bij de producten die u koopt voor uw fiets. Raadpleeg ook Bijlage A p. 33.
WAARSCHUWING: Het niet vaststellen van compatibiliteit, juiste montage, bediening en onderhoud van een onderdeel of accessoire kan ernstige verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG: Het vervangen van de onderdelen op uw fiets kan de garantie ongeldig maken. Raadpleeg uw garantie en vraag het na bij uw dealer voordat u de onderdelen op uw fiets vervangt.
14
3. Maat
OPMERKING: De juiste maat is een essentieel onderdeel van fietsveiligheid, prestaties en comfort. De aanpassingen die aan uw fiets gedaan moeten worden voor de juiste maat voor uw lichaam en rijomstandigheden vereisen ervaring, vaardigheid en speciaal gereedschap. Laat uw dealer altijd de aanpassingen aan uw fiets maken, of, als u zelf de ervaring, vaardigheden en gereedschappen heeft, laat uw dealer uw werk dan controleren voordat u gaat rijden.
WAARSCHUWING: Als uw fiets niet de juiste maat heeft kunt u de controle verliezen en vallen. Als uw fiets niet de juiste maat heeft, vraag uw dealer dan om hem te ruilen voordat u erop gaat rijden.
A. Standover-hoogte
De standover-hoogte is de basis van de fietsmaat (zie fig. 2). Het is de afstand van de grond tot aan het fietsframe op het punt waar uw kruis zich bevindt wanneer u over de fiets heen staat. Om de juiste standover-hoogte te controleren, gaat u over uw fiets staan met het soort schoenen aan waarmee u gaat fietsen, en veert u krachtig op uw hielen. Als uw kruis het frame raakt is de fiets te groot voor u. Fiets er zelfs niet een blokje mee om. Een fiets waarmee u alleen op verharde wegen rijdt en nooit van de weg af gaat moet voor u een minimale standover-hoogtespeling hebben van 5 cm. Een fiets waarmee u op onverharde wegen gaat rijden moet minimaal 7,6 cm standover-hoogtespeling hebben. En een fiets waarmee u off-road gaat rijden moet 10 cm of meer speling hebben.
Fig.
WAARSCHUWING: Als u van plan bent uw fiets te gebruiken voor springen of stuntrijden, lees
dan nogmaals Sectie 2.F.
B. Zadelstand
De juiste afstelling van het zadel is een belangrijke factor voor het verkrijgen van de beste prestaties en het meeste comfort van uw fiets. Als de zadelstand voor u niet comfortabel is gaat u naar uw dealer.
Het zadel kan in drie richtingen afgesteld worden:
Fig.
1. Afstelling omhoog en omlaag. Om de juiste zadelhoogte te controleren (fig. 3):
• gaat u op het zadel zitten;
• plaatst u één hiel op een pedaal;
• draait u de as totdat het pedaal waar uw hiel op staat in de laagste stand staat en de asarm parallel is aan de zadelbuis.
Als uw been niet helemaal gestrekt is, moet de hoogte van uw zadel aangepast worden. Als uw heupen heen en weer gaan om met uw hiel bij het pedaal te kunnen is het zadel te hoog. Als uw been bij de knie gebogen is terwijl uw hiel op het pedaal staat is het zadel te laag.
15
Loading...
+ 32 hidden pages