Genie Z-80/60 Operator's Manual [nl]

Bedieningshandleiding
Serienummers
Z®-80/60
CE
met onderhoudsinformatie
Vertaling van originele instructies Eighth Edition First Printing Part No. 1318180DUGT
Front Matter
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Z®-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Manufacturer:
Terex Global GmbH Bleicheplatz 2 Schaffhausen, 8200 Switzerland
EU Authorized representative:
Genie Industries B.V. Boekerman 5 4751 XK OUD GASTEL The Netherlands
UK Authorized representative:
Genie UK Limited The Maltings Wharf Road Grantham NG31 6BH UK
Inhoud
Inleiding ..................................................................... 1
Pictogrammen van symbolen en gevaren ................. 5
Algemene veiligheid .................................................. 8
Persoonlijke veiligheid ............................................ 11
Veiligheid werkgebied ............................................. 12
Legenda .................................................................. 22
Bedieningselementen ............................................. 23
Inspecties ................................................................ 31
Bedieningsinstructies .............................................. 48
Transport- en hefinstructies .................................... 65
Onderhoud .............................................................. 68
Specificaties ............................................................ 72
Copyright © 2002 Terex Corporation
Achtste uitgave: Eerste druk, Februari 2023
“Genie” en “Z” zijn gedeponeerde handelsmerken van Terex South Dakota, Inc. in de Verenigde Staten en een groot aantal andere landen.
Voldoet aan EG-richtlijn 2006/42/EG Zie EG-conformiteitsverklaring
(Veiligheids-)richtlijnen betreffende de levering van machines, 2008
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inleiding
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 1
Inleiding
Over deze handleiding
Genie waardeert het dat u onze machine hebt gekozen voor uw gebruik. Onze voornaamste prioriteit is de veiligheid van de gebruiker, waaraan we gezamenlijk moeten werken voor het beste resultaat. Deze handleiding beschrijft de bediening en het dagelijkse onderhoud voor de gebruiker of bediener van een Genie machine.
Deze handleiding dient als vast onderdeel van uw machine te worden beschouwd en moet altijd bij de machine blijven. Neem contact op met Genie als u vragen hebt.
Productidentificatie
Het serienummer van de machine bevindt zich op het serielabel.
Serienummer in chassis geslagen
Serielabel
(onder afdekking)
Beoogd gebruik en introductiehandleiding
Deze machine is bedoeld om personeel, met inbegrip van gereedschap en materialen, naar een werklocatie in de lucht te heffen. De bediener dient de introductiehandleiding te lezen en te begrijpen voorafgaand aan het bedienen van de machine.
Elke persoon moet training volgen voor de
bediening van een mobiel hoogwerkerplatform (MEWP).
Elke bevoegde, competente en opgeleide
persoon dient met de MEWP vertrouwd te raken.
De machine mag alleen door getraind en
bevoegd personeel worden bediend.
De bediener dient de in de
Bedieningshandleiding vermelde instructies en veiligheidsvoorschriften van de fabrikant te lezen, te begrijpen en na te leven.
De Bedieningshandleiding bevindt zich in de
opbergruimte voor handleidingen op het platform.
Voor specifieke producttoepassingen kunt u
Contact opnemen met de fabrikant.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Inleiding
2 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Symbolen van platformbedieningselementen en gerelateerde beweging van de machine:
Platformnivelleringsschakelaar
Platformrotatieschakelaar
Jib-arm op/neer
Primaire arm op/neer Draaitafel roteren
Schakelaar ‘primaire arm in-/ uitschuiven’
Secundaire arm op/neer
Rijden vooruit/achteruit
Stuur rechts/links
Symbolen van grondbedieningselementen en gerelateerde beweging van de machine:
Platform nivelleren, jib­arm op/neer, primaire arm uit-/inschuiven, primaire arm op/neer en secundaire arm inschuiven/neerlaten.
Draaitafelrotatie en platformrotatie
Sequentiële functies en beweging:
Rijden en sturen.
Gekoppelde functies:
Rijsnelheid bij geheven stand.
Rijden bij geheven stand bij niet vlakke
ondergrond.
Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
wielen aan de cirkelzijde bevindt.
Alle platform- en grondbedieningselementen.
Beperkingen van gebruik:
Deze machine is bedoeld om personeel, met
inbegrip van gereedschap en materialen, naar een werklocatie in de lucht te heffen.
Breng het platform pas omhoog als de machine
zich op een stevige, horizontale ondergrond bevindt.
Verbeteringen voor stabiliteit:
Schuimgevulde banden. (indien aanwezig).
Beperkt werkbereik:
Laadvermogen platform: 454 kg. (indien
aanwezig)
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inleiding
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 3
Distributie van bulletins en conformiteit
Voor Genie is de veiligheid van de gebruikers van onze producten van doorslaggevend belang. Genie maakt gebruik van verschillende bulletins om dealers en eigenaars van machines op de hoogte te brengen van belangrijke veiligheids- en productinformatie.
De informatie in de bulletins is van toepassing op specifieke machines. Deze worden aangegeven met het machinemodel en het serienummer.
De bulletins worden beschikbaar gesteld aan de meest recente eigenaar zoals die bij ons bekend is en de bijbehorende dealer. Daarom is het belangrijk uw machine te registreren en uw contactgegevens up-to-date te houden.
Om de veiligheid van personeel en de onafgebroken betrouwbare werking van uw machine te waarborgen, dient u erop toe te zien dat de in een bulletin beschreven maatregelen naar behoren worden uitgevoerd.
Ga naar onze website www.genielift.com om eventuele openstaande bulletins voor uw machine te bekijken.
Contact opnemen met de fabrikant
Het kan soms nodig zijn contact op te nemen met Genie. Als u dit doet, verzoeken we u het model- en serienummer van uw machine en uw naam en contactgegevens te vermelden. Er moet in elk geval over de volgende zaken contact worden opgenomen met Genie:
Meldingen van ongevallen
Vragen met betrekking tot het gebruik en de veiligheid van producten
Normen en informatie over regelgeving en conformiteit
Updates over de huidige eigenaar, zoals wijzigingen in het eigendom van de machine of wijzigingen in uw contactgegevens. Zie Overdracht van eigendom hieronder.
Overdacht van het eigendom van een machine
Door een paar minuten te besteden aan het bijwerken van de eigenaarsgegevens zorgt u ervoor dat u belangrijke informatie over veiligheid, onderhoud en gebruik voor uw machine kunt ontvangen.
We verzoeken u daarom uw machine te registreren door naar onze website (www.genielift.com) te gaan of in de Verenigde Staten ons gratis telefoonnummer (1-800-536-1800) te bellen.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Inleiding
4 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Gevaar
Als u zich niet houdt aan de instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding, heeft dit de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg.
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties. Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit. 3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt. 4 Controleer de werkplek. 5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
U de instructies en veiligheidsvoorschriften van
de fabrikant en de veiligheids- en bedieningshandleidingen en machinestickers hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U de veiligheids- en werkplekvoorschriften van
de werkgever hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U alle van toepassing zijnde
overheidsvoorschriften hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U getraind en gekwalificeerd bent om deze
machine veilig te bedienen.
Onderhoud van veiligheidstekens
Vervang ontbrekende of beschadigde veiligheidstekens. Vergeet nooit de veiligheid van de bediener. Gebruik milde zeep en water om veiligheidstekens te reinigen. Gebruik geen reinigingsmiddelen op basis van een oplosmiddel, aangezien dit het materiaal van een veiligheidsteken kan beschadigen.
Classificatie van gevaren
Op de stickers op deze machine worden symbolen, kleurcoderingen en signaalwoorden gebruikt om het volgende aan te geven:
Veiligheidswaarschuwingssymbool­gebruikt om u te waarschuwen voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsberichten achter het symbool op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg zal hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, licht tot middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft informatie over mogelijke schade aan eigendommen.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 5
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Gevaarlijke situatie: kans op brand
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Lees de servicehandleiding
Verboden te roken. Geen vuur. Stop de motor.
Brandblusser
Verboden te roken
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Houd voldoende afstand
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Specificaties banden
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Pictogrammen van symbolen en gevaren
6 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Wielbelasting
Windsnelheid
Maximum laadvermogen
Handkracht
Gewicht van lasapparaat vermindert vermogen
Vastzetpunt
Hefpunt
Vastzetinstructies platform
Hef- en vastzetinstructies
Veiligheidsgordelveranke­ringspunt
Corrosief zuur
Kleurgecodeerde richtingpijlen
Gevaarlijke situatie: machine kan wegglijden
Gevaarlijke situatie: kans op botsing
Hoog aangebrachte obstakels
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 7
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Vermijd contact
Koppel accu los
Spanningsbereik voor voeding naar platform
Drukbereik voor luchtleiding naar platform
Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden verbrijzeld
Ondersteun het platform of de arm tijdens onderhoud
Gebruik geen ether of andere hulpmiddelen voor starten met veel energie bij machines die zijn uitgerust met gloeibougies
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Verlicht alle druk
Herstelprocedure indien scheefstandalarm klinkt bij geheven stand.
Platform heuvelopwaarts:
1 Laat primaire neer 2 Laat secundaire neer 3 Schuif primaire in
Platform heuvelafwaarts:
1 Schuif primaire in 2 Laat secundaire neer 3 Laat primaire neer
Lees de bedieningshand­leiding
Hulpsysteem voor neerlaten platform
Alleen toegankelijk voor getraind en bevoegd personeel
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Algemene veiligheid
8 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Algemene veiligheid
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Algemene veiligheid
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 9
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Algemene veiligheid
10 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Arcering geeft aan dat de sticker niet zichtbaar is en zich bijvoorbeeld onder een afdekking bevindt
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Persoonlijke veiligheid
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 11
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijke bescherming tegen vallen
Persoonlijke bescherming tegen vallen is bij de bediening van deze machine verplicht.
Inzittenden dienen een (meerpunts-)veiligheidsgordel te dragen en zich te houden aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften. Bevestig de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform.
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van persoonlijke bescherming te voldoen aan de voorschriften van de werkgever, werkplek en overheid.
Alle persoonlijke bescherming tegen vallen dient te voldoen aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften en moet worden gecontroleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies van de fabrikant van de persoonlijke bescherming tegen vallen.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Veiligheid werkgebied
12 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt geen bescherming tegen contact met of nabijheid van elektrische stroom.
Houd u aan alle overheids­en lokale voorschriften aangaande de vereiste afstand tot elektriciteitsdraden. In elk geval moet ten minste de vereiste afstand in de tabel worden aangehouden.
Lijnspanning
Vereiste veiligheidsafstand
0 tot 50KV
10 ft
3,05 m
50 tot 200KV
15 ft
4,60 m
200 tot 350KV
20 ft
6,10 m
350 tot 500KV
25 ft
7,62 m
500 tot 750KV
35 ft
10,67 m
750 tot 1000KV
45 ft
13,72 m
Houd rekening met platformbeweging, slingeren en doorhangen van stroomdraden en pas op voor harde wind of windvlagen.
Blijf uit de buurt van de machine als deze contact maakt met elektriciteits­draden onder spanning. Personeel op de grond of op het platform mag de machine niet aanraken of bedienen totdat de elektriciteitsdraden onder spanning zijn uitgeschakeld.
Werk niet met de machine tijdens bliksem of storm.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen
Inzittenden, apparatuur en materialen mogen het maximum laadvermogen van het platform of het maximum laadvermogen van de platformverlenging niet overschrijden.
Maximum laadvermogen van het platform
500 lbs
227 kg
Maximum bezetting
2
Het gewicht van opties en accessoires, zoals pijphouders, paneelhouders en lasapparaten, verlaagt het nominale laadvermogen van het platform en moet worden afgetrokken van het totale laadvermogen van het platform. Zie de stickers van de opties en accessoires.
Zorg dat u bij gebruik van accessoires de bijbehorende stickers, instructies en handleidingen leest, begrijpt en zich hieraan houdt.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 13
Breng de arm pas omhoog of schuif deze pas uit als de machine op een stevige, horizontale ondergrond is geplaatst.
Vertrouw niet op het scheefstandalarm ter indicatie van een vlakke stand. Het scheefstandalarm klinkt uitsluitend op het platform wanneer de machine zich op een steile helling bevindt.
Als het scheefstandalarm klinkt terwijl de arm wordt neergelaten: Schuif de arm niet uit en draai of hef deze niet boven de horizontale lijn. Plaats de machine op een stevige, horizontale ondergrond voordat u het platform omhoogbrengt.
Als het scheefstandalarm klinkt bij geheven platform, dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan. Bepaal de toestand van de arm ten opzichte van de helling zoals hieronder weergegeven. Volg de stappen om de arm neer te laten voordat u de machine verplaatst naar een stevige, horizontale ondergrond. Draai de arm niet terwijl deze wordt neergelaten.
De herstelmodus mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden gebruikt.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelopwaarts:
1 Laat de primaire arm
neer.
2 Schuif de secundaire
arm in/laat deze neer.
3 Schuif de primaire arm
in.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelafwaarts:
1 Schuif de primaire arm
in.
2 Schuif de secundaire
arm in/laat deze neer.
3 Laat de primaire arm
neer.
Breng de arm niet omhoog wanneer er windsnelheden hoger dan 28 mph/12,5 m/s kunnen voorkomen. Als er windsnelheden hoger dan 28 mph/12,5 m/s optreden wanneer de arm omhooggebracht is, breng de arm dan omlaag en zet de machine stil.
Werk niet met de machine bij harde wind of bij windstoten. Vergroot het oppervlak van het platform of de lading niet. Als u het oppervlak vergroot dat aan de wind is blootgesteld, neemt de stabiliteit van de machine af.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Veiligheid werkgebied
14 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Wees uiterst voorzichtig en houd een lage snelheid aan wanneer met de machine in de transportstand wordt gereden over oneffen terrein, puin, een onstabiele of gladde ondergrond en vlakbij gaten of afgereden kanten.
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein en oppervlakken die niet stabiel zijn of in andere gevaarlijke omstandigheden als de arm geheven of uitgeschoven is.
Gebruik de machine niet als kraan.
Gebruik de arm niet om de machine of andere objecten te duwen.
Vermijd contact tussen de arm en aangrenzende constructies.
Maak de arm of het platform niet vast aan aangrenzende constructies.
Plaats ladingen niet buiten de randen van het platform.
Duw niet tegen en trek niet aan objecten die zich buiten het platform bevinden.
Maximaal toegestane handkracht - 90 lbs/400 N
Breng geen veranderingen aan in machineonderdelen en schakel machineonderdelen die op enige wijze invloed hebben op de veiligheid en de stabiliteit niet uit.
Vervang onderdelen die van invloed zijn op de stabiliteit van de machine niet door onderdelen met een ander gewicht of andere specificaties.
Vervang de in de fabriek geïnstalleerde banden niet door banden met een andere specificatie of een andere classificatie van de koordlaag.
Vervang de in de fabriek gemonteerde schuimgevulde banden niet door luchtgevulde banden. Het gewicht van de wielen is van doorslaggevend belang voor de stabiliteit.
Banden met een hoog flotatievermogen moeten in de fabriek worden gemonteerd. Vervang in de fabriek gemonteerde standaardbanden niet door banden met een hoog flotatievermogen.
Breng geen aanpassingen of wijzigingen in een mobiel hoogwerkerplatform aan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Montage van houders voor gereedschappen of andere materialen op het platform, de voetplaten of het veiligheidsrelingsysteem kan het gewicht op het platform en het oppervlak van het platform of de lading vergroten.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 15
Plaats of bevestig geen vaste of overhangende lading op/aan enig deel van deze machine.
Plaats geen ladders of steigers op het platform of tegen welk deel van deze machine dan ook.
Vervoer alleen gereedschappen en materialen als deze gelijkmatig zijn verdeeld en veilig door de persoon/personen op het platform kunnen worden gehanteerd.
Gebruik de machine niet op een bewegende of mobiele ondergrond of een bewegend voertuig.
Zorg ervoor dat alle banden in goede staat zijn, luchtgevulde banden goed zijn opgepompt en wielmoeren goed zijn aangedraaid.
Gebruik de platformbediening niet om een platform vrij te maken dat is vastgeklemd of is blijven haken of dat op andere wijze niet normaal kan bewegen vanwege een aangrenzende constructie. Er mogen zich geen personen op het platform bevinden als geprobeerd wordt het platform met behulp van de grondbediening vrij te maken.
Gevaren van bediening op
hellingen
Rijd niet met de machine op een helling die steiler is dan de voor de machine toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. De toelaatbare hellingshoek is uitsluitend van toepassing op machines die in de transportstand staan.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 2WD
Platform heuvelafwaarts
30%
(17°)
Platform heuvelopwaarts
15%
(9°)
Dwarshelling
25%
(14°)
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 4WD
Platform heuvelafwaarts
45%
(24°)
Platform heuvelopwaarts
35%
(19°)
Dwarshelling
25%
(14°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen. Zie Rijden op een helling in de sectie Bedieningsinstructies.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Veiligheid werkgebied
16 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Gevaarlijke situatie: kans op
vallen
Inzittenden dienen een (meerpunts-)veiligheidsgor­del te dragen en zich te houden aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften. Bevestig de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform.
Zit, sta of klim niet op de platformveiligheidsreling. Ga altijd stevig op de platformvloer staan.
Klim niet van het platform naar beneden als dit geheven is.
Houd de vloer van het platform vrij van puin.
Laat het platformtoegangsmiddenstuk neer of sluit het toegangshek voordat u de machine in bedrijf neemt.
Betreed of verlaat het platform pas wanneer de machine in de transportstand staat en het platform volledig is neergelaten.
Er is in het ontwerp van de machine rekening gehouden met gevaren in verband met de specifieke producttoepassing waarbij men het platform verlaat terwijl dit is geheven. Neem voor meer informatie contact op met Genie (zie het gedeelte Contact opnemen met de fabrikant).
Gevaarlijke situatie: kans op
botsing
Houd rekening met beperkt zicht en dode hoeken terwijl u rijdt of de machine bedient.
Houd rekening met de stand van de arm en de uitzwaai wanneer de draaitafel wordt geroteerd.
Controleer het werkgebied op hoog aangebrachte obstakels en andere mogelijke gevaren.
Wees u bewust van het risico van verbrijzeling wanneer u de platformveiligheidsreling vasthoudt.
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van persoonlijke bescherming te voldoen aan de voorschriften van de werkgever, werkplek en overheid.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 17
Houd u aan de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis voor de rij- en stuurfuncties.
Laat de arm pas neer als het gebied eronder vrij is van mensen en obstakels.
Stem de rijsnelheid af op de ondergrond, beschikbare ruimte, helling, plaats van medewerkers en eventuele andere factoren die tot een botsing kunnen leiden.
Bedien een arm niet als de machine zich in de route van een kraan bevindt, tenzij de bediening van de kraan is geblokkeerd en/of er voorzorgsmaatregelen zijn genomen om een mogelijke botsing te voorkomen.
Ga niet stuntrijden en speel geen spelletjes terwijl u een machine bedient.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk
letsel mogelijk
Bedien de machine altijd in een goed geventileerde ruimte om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen.
Werk niet met de machine als er hydraulische olie weglekt of als er perslucht ontsnapt. Perslucht of hydraulische olie kan de huid binnendringen en/of brandwonden veroorzaken.
Onjuist contact met onderdelen die zich onder een afdekking bevinden, heeft ernstig lichamelijk letsel tot gevolg. Alleen getraind onderhoudspersoneel mag compartimenten openen. De bediener wordt geadviseerd compartimenten alleen tijdens de inspectie voor het gebruik te openen. Alle compartimenten moeten tijdens bedrijf zijn gesloten en vastgezet.
Explosie- en brandgevaar
Start de motor niet als u LPG, benzine, dieselolie of andere explosieve substanties ruikt of opmerkt.
Vul geen brandstof bij terwijl de motor draait.
Vul brandstof alleen bij en laad accu’s alleen in een
open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken, vlammen of brandende tabak.
Bedien de machine niet en laad de accu niet op op gevaarlijke plaatsen of op plaatsen waar mogelijk brandbare of explosieve gassen of deeltjes aanwezig zijn.
Spuit geen ether in motoren die met gloeibougies zijn uitgerust.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Veiligheid werkgebied
18 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Gevaarlijke situatie: machine
beschadigd
Gebruik geen beschadigde of niet goed functionerende machine.
Voer een grondige inspectie voor het gebruik van de machine uit en test alle functies voor elke dienst. Voorzie een beschadigde of niet goed functionerende machine van een label en neem deze onmiddellijk uit bedrijf.
Zorg ervoor dat alle onderhoud is uitgevoerd volgens de specificaties in deze handleiding en in de desbetreffende Genie servicehandleiding.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en leesbaar zijn.
Zorg ervoor dat de bedieningshandleiding compleet en leesbaar is en zich in de opbergruimte op de machine bevindt.
Gevaarlijke situatie: onderdelen
kunnen beschadigd raken
Gebruik geen accu of acculader van meer dan 12V als starthulp.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Bedien de machine niet op plaatsen waar mogelijk hoogmagnetische velden aanwezig zijn.
Veiligheid accu
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden
Accu’s bevatten zuur. Trek altijd beschermende kleding aan en draag een veiligheidsbril wanneer u met accu’s werkt.
Vermijd morsen en zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Houd vonken, vlammen en brandende tabak uit de buurt
van accu’s. Accu’s geven een
explosief gas af.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Vermijd contact met elektrische contacten.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 19
Veiligheid contactalarm
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met het contactalarm meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het platform niet. Het gewicht van het contactalarm verlaagt het nominale laadvermogen van het platform en moet van het totale laadvermogen van het platform worden afgetrokken.
Het contactalarm weegt 10 lb/4,5 kg.
Zorg ervoor dat het contactalarm goed is vastgezet.
Veiligheid bij lassen
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de lasvoedingseenheid meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Sluit lasleidingen en -kabels pas aan als de lasvoedingseenheid met de platformbediening is uitgeschakeld.
Gebruik de machine pas als de laskabels juist zijn aangesloten en het lasapparaat juist is geaard.
Het gewicht van het lasapparaat verlaagt het nominale laadvermogen van het platform en moet met het totale laadvermogen van het platform worden verrekend. De lasvoedingsleiding weegt 75 lb/34 kg.
Gebruik het lasapparaat alleen als er in de nabijheid een brandblusser beschikbaar is voor direct gebruik.
Veiligheid laskabel naar platform
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de lasvoedingseenheid meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Sluit lasleidingen en -kabels pas aan als de lasvoedingseenheid met de platformbediening is uitgeschakeld.
Gebruik de machine pas als de laskabels juist zijn aangesloten.
Sluit de positieve leiding aan op de connector met draaisluiting bij de draaitafel en het platform.
Klem de negatieve leiding op de massapool bij de draaitafel en het platform.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Veiligheid werkgebied
20 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Veiligheid pijphouder
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de pijphouders meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het platform niet. Het pijphouderpakket en het gewicht in de pijphouders verlagen het nominale laadvermogen van het platform en moeten met het totale laadvermogen van het platform worden verrekend.
Het pijphouderpakket weegt 21 lb/9,5 kg.
Het maximum laadvermogen van het pijphouderpakket is 200 lb/91 kg.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de lading in de pijphouders kan de maximum bezetting op het platform beperken.
Centreer de lading tussen de randen van het platform.
Maak de lading aan het platform vast.
Blokkeer de in- of uitgang van het platform niet.
Blokkeer de platformbediening en de rode noodstopknop niet.
Gebruik dit alleen als u voldoende bent getraind en u zich bewust bent van alle gevaren die gepaard gaan met platformbeweging met een overhangende lading.
Stel de machine niet bloot aan horizontale krachten of zijbelasting door een vaste of overhangende lading te heffen of neer te laten.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk. Houd pijpen uit de buurt van alle elektrische geleiders.
Veiligheid paneelhouders
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de paneelhouders meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het platform niet. Het gezamenlijke gewicht van de houders, panelen, inzittenden, gereedschap en enige andere apparatuur mag het nominale vermogen niet overschrijden.
Het paneelhouderpakket weegt 30 lb/13,6 kg.
Het maximum laadvermogen van de paneelhouders is 250 lb/113 kg.
Het gewicht van de paneelhouders en de lading in de paneelhouders kan de maximum bezetting op het platform beperken tot één persoon.
Maak de houders vast aan het platform. Zet de panelen met de meegeleverde banden vast aan de platformreling.
Gebruik dit alleen als u voldoende bent getraind en u zich bewust bent van alle gevaren die gepaard gaan met het heffen van panelen.
Stel de machine niet bloot aan horizontale krachten of zijbelasting door een vaste of overhangende lading te heffen of neer te laten.
Maximum verticale hoogte van panelen: 4 ft/1,2 m
Maximum windsnelheid: 15 mph/6,7 m/sec
Maximum paneelgebied: 32 sq ft/3 m2
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 21
Veiligheid sleeppakket
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met het sleeppakket meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Wanneer het voertuig zich in de vrijloopconfiguratie bevindt, zijn er geen remmen en kan de machine bewegen, wat de dood, ernstig lichamelijk letsel of schade aan eigendommen tot gevolg kan hebben.
Overschrijd niet de maximum sleepsnelheid of maximum sleepduur.
Maximum sleepsnelheid
8 mph/13 km/u
Maximum sleepduur bij 8 mph/13 km/u
30 minuten
Maximum sleepduur bij 6 mph/10 km/u
60 minuten
Blokkering na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
wielen aan de cirkelzijde bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Legenda
22 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Legenda
1 Wiel aan cirkelzijde 2 Wiel aan vierkantzijde 3 Secundaire arm 4 Grondbediening 5 Primaire arm
6 Veiligheidsgordelverankeringspunt 7 Schuifbaar middenstuk 8 Opbergruimte voor handleiding 9 Voetschakelaar 10 Platformbediening 11 Platform
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 23
Bedieningselementen
Het grondbedieningsstation moet worden gebruikt om het platform voor opslagdoeleinden en functietests omhoog te brengen. Het grondbedieningsstation kan in noodgevallen worden gebruikt om een hulpbehoevende persoon op het platform te redden. Als het grondbedieningsstation wordt geselecteerd, worden de platformbedieningselementen, met inbegrip van de noodstopschakelaar, buiten werking gesteld.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningselementen
24 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Grondbedieningspaneel
1 Lagesnelheidsfunctie-inschakelknop
Druk op de lagesnelheidsfunctie-inschakelknop om de functies op het grondbedieningspaneel in te stellen op lage snelheid.
2 Hulpvoedingschakelaar
Gebruik hulpvoeding als de primaire krachtbron defect is.
Houd de hulpvoedingschakelaar ingeschakeld en activeer tegelijkertijd de gewenste functie.
3 Knoppen ‘draaitafelrotatie naar links/rechts’
Druk op de knop ‘draaitafelrotatie naar links’ om
de draaitafel naar links te draaien.
Druk op de knop ‘draaitafelrotatie naar rechts’
om de draaitafel naar rechts te draaien.
4 Knoppen ‘secundaire arm op/uitschuiven en
neer/inschuiven’
Druk op de knop ‘secundaire arm op/uitschuiven’
om de secundaire arm omhoog te brengen en vervolgens uit te schuiven. Druk op de knop
‘secundaire arm neer/inschuiven’ om de
secundaire arm in te schuiven en vervolgens neer te laten.
5 Knoppen ‘primaire arm op/neer’
Druk op de knop ‘primaire arm op’ om de arm omhoog te brengen. Druk op de knop ‘primaire arm neer’ om de arm neer te laten.
6 Bedieningsknoppen LCD-scherm
7 Benzine-/LPG-modellen: brandstofkeuzeknop
Druk op de brandstofkeuzeknop om de brandstofbron van de motor te selecteren. Als het pijltje boven de LPG-tank brandt, werkt de motor op LPG. Als het pijltje boven de benzinetank brandt, werkt de motor op benzine.
8 LCD-scherm
a indicatie ‘brandstoftank bijna leeg’
b indicatie van motoroliedruk
c indicatie van watertemperatuur
d indicatielampje van hulpvoeding
e indicatie van motortoerental
f urenteller
9 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’
om alle functies stop te zetten en de motor uit te schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
10 Gloeibougieknop (indien uitgerust met
handmatige gloeibougies)
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 25
11 Contactslot voor selectie uit/grondbediening/
platformbediening
Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ om de
machine uit te schakelen. Draai het contactslot naar de grondstand om met de grondbediening te werken. Draai het contactslot naar de platformstand om met de platformbediening te werken.
12 Motorstartknop
Druk de motorstartknop in om de motor te starten.
13 Motorsnelheidkeuzeknop
Druk op de motorsnelheidkeuzeknop om het motortoerental te selecteren. Als het pijltje boven het konijn brandt, staat de motor in de stand hoog stationair. Als het pijltje boven de schildpad brandt, staat de motor in de stand laag stationair.
14 Knoppen ‘platformnivellering op/neer’
Druk op de knop ‘platformnivellering op’ om het platform omhoog te brengen. Druk op de knop
‘platformnivellering neer’ om het platform neer te
laten.
15 Knoppen ‘jib op/neer’
Druk op de knop ‘jib op’ om de jib omhoog te brengen. Druk op de knop ‘jib neer’ om de jib
neer te laten.
16 Knoppen ‘primaire arm uit-/inschuiven’
Druk op de knop ‘primaire arm uitschuiven’ om
de primaire arm uit te schuiven. Druk op de knop
‘primaire arm inschuiven’ om de primaire arm in
te schuiven.
17 20A zekering voor systeemcircuit
18 Alarm
19 Contactslot omleiding/herstel
De sleutelstand voor omleiding mag alleen worden gebruikt om het platform horizontaal te plaatsen als het display van de grondbediening laat zien dat het platform niet horizontaal is (P22) en de platformnivelleringsbediening niet werkt. Raadpleeg de bedieningsinstructies.
Sleutelstand voor herstel mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden gebruikt.
20 Knoppen ‘platformrotatie links/rechts’
Druk op de knop ‘platformrotatie naar links’ om
het platform naar links te draaien.
Druk op de knop ‘platformrotatie naar rechts’ om het platform naar rechts te draaien.
21 Hogesnelheidsfunctie-inschakelknop
Druk op de hogesnelheidsfunctie-inschakelknop om de functies op het grondbedieningspaneel in te stellen op hoge snelheid.
22 Niet gebruikt
23 Niet gebruikt
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningselementen
26 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 27
Platformbedieningspaneel
1 Claxonknop
Druk op deze knop om de claxon te laten klinken. Laat de knop los om de claxon te stoppen.
2 Indicatielampje ‘platform niet vlak’
Plaats het platform horizontaal tot het lampje uitgaat. De platformnivelleringstuimelschakelaar werkt alleen in de richting waarin het platform wordt genivelleerd.
3 Indicatielampje ‘machine op helling’
Een brandend lampje geeft aan dat alle functies zijn gestopt. Zie de instructies in de sectie Bedieningsinstructies.
4 Indicatielampje ‘primaire arm neerlaten’
Laat de primaire arm neer tot het lampje uitgaat.
5 Niet gebruikt
6 Gebruikt voor optionele uitrusting
7 Generatorbedieningselement met indicatielampje
(indien aanwezig)
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om de generator in te schakelen. Beweeg de schakelaar opnieuw of laat de knop los om de generator uit te schakelen.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningselementen
28 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
8 Hulpvoedingschakelaar met indicatielampje
Gebruik de hulpvoeding als de primaire krachtbron (motor) niet werkt. Houd de hulpvoedingschakelaar naar een van beide zijden vast en activeer tegelijkertijd de gewenste functie. Het indicatielampje brandt als de hulpvoeding wordt gebruikt.
9 Dieselmodellen: Gloeibougiebedieningselement
met indicatielampje
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om de gloeibougies te activeren.
Dieselmodellen: modellen: Automatisch indicatielampje ‘gloeibougie’
Een oranje lampje geeft aan dat de gloeibougies zijn ingeschakeld.
Benzine-/LPG-modellen: Chokeschakelaar met indicatielampje (indien aanwezig)
Beweeg de schakelaar om de choke te activeren.
10 Motorstartregelaar met indicatielampje
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om de motor te starten. Het indicatielampje gaat branden wanneer de schakelaar wordt bewogen of de knop wordt ingedrukt.
11 Motortoerentalregelaar met indicatielampje
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om het stationair motortoerental te kiezen. Het indicatielampje naast de huidige instelling voor het stationair motortoerental gaat branden.
12 Benzine-/LPG-modellen:
Brandstofkeuzebediening met indicatielampje
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om de brandstofbron te selecteren. Het indicatielampje naast de huidige brandstofkeuze gaat branden.
13 Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast. De motor stopt en er treden geen functies in werking. Verwijder gewicht tot het lampje uitgaat en start vervolgens de motor opnieuw.
14 Voedingsindicatielampje
Een brandend lampje geeft aan dat de machine is ingeschakeld.
15 Indicatielampje ‘motor controleren’
Een brandend lampje geeft een motorstoring aan.
16 Indicatielampje ‘brandstoftank bijna leeg’
Een brandend lampje geeft aan dat de brandstoftank van de machine bijna leeg is.
17 Storingsindicatielampje
Een brandend lampje geeft een systeemstoring aan.
18 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’
om alle functies stop te zetten en de motor uit te schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 29
19 Twee-assige proportionele joystick voor rij- en
stuurfuncties OF Proportionele joystick voor rijfunctie en duimschakelaar voor stuurfunctie.
Beweeg de joystick in de richting van de blauwe pijl op het bedieningspaneel om de machine vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de gele pijl om de machine achteruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de blauwe driehoek om de machine naar links te sturen. Beweeg de joystick in de richting van de gele driehoek om de machine naar rechts te sturen. OF Beweeg de joystick in de richting van de blauwe pijl op het bedieningspaneel om de machine vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de gele pijl om de machine achteruit te laten rijden. Druk op de linkerzijde van de duimschakelaar om de machine naar links te sturen. Druk op de rechterzijde van de duimschakelaar om de machine naar rechts te sturen.
20 Stuurmodusbedieningselement met
indicatielampje
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om de stuurmodus te kiezen. Het indicatielampje naast de huidige stuurmodus gaat branden.
21 Een-assige proportionele joystick voor de functie
‘secundaire arm op/uitschuiven’ en ‘secundaire arm neer/inschuiven’
Beweeg de joystick omhoog om de secundaire arm omhoog te brengen en vervolgens uit te schuiven. Beweeg de joystick omlaag om de secundaire arm in te schuiven en vervolgens neer te laten.
22 Aandrijfregeling met indicatielampjes
Beweeg de schakelaar of druk de knop in om de aandrijfinstelling te kiezen. Het indicatielampje naast de huidige instelling gaat branden.
23 Een-assige proportionele joystick voor in-
/uitschuiffunctie primaire arm
Beweeg de joystick omlaag om de arm uit te schuiven. Beweeg de joystick omhoog om de arm in te schuiven.
24 Rij-inschakelbedieningselement met
indicatielampje
Als het lampje brandt, geeft dit aan dat de primaire arm voorbij een wiel aan de cirkelzijde is gedraaid en de rijfunctie is uitgeschakeld. Beweeg de rijschakelaar of druk de rij­inschakelknop in en verplaats de rij-joystick langzaam uit het midden om te rijden.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningselementen
30 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
25 Twee-assige proportionele joystick voor de
functies ‘primaire arm op/neer’ en ‘links/rechts­draaitafelrotatie’
Beweeg de joystick omhoog om de primaire arm omhoog te brengen. Beweeg de joystick omlaag om de primaire arm neer te laten.
Beweeg de joystick naar rechts om de draaitafel naar rechts te draaien. Beweeg de joystick naar links om de draaitafel naar links te draaien.
26 Platformrotatieschakelaar
Beweeg de platformrotatieschakelaar naar rechts om het platform naar rechts te draaien. Beweeg de platformrotatieschakelaar naar links om het platform naar links te draaien.
27 Platformnivelleringsschakelaar
Beweeg de platformnivelleringsschakelaar omhoog om het platform omhoog te brengen. Beweeg de platformnivelleringsschakelaar omlaag om het platform neer te laten.
28 Schakelaar ‘jib op/neer’
Beweeg de schakelaar ‘jib op/neer’ omhoog om
de jib omhoog te brengen. Beweeg de
schakelaar ‘jib op/neer’ omlaag om de jib neer te
laten.
29 Niet gebruikt
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 31
Inspecties
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Grondbeginselen inspectie voor het gebruik
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om een inspectie voor het gebruik en periodiek onderhoud uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie die de bediener voor elke dienst uitvoert. De inspectie is bedoeld om te ontdekken of er iets kennelijk mis is met de machine voordat de bediener de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te bepalen of periodieke onderhoudsprocedures vereist zijn. Alleen de gedeelten van het periodieke onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Raadpleeg de lijst op de volgende pagina en controleer alle punten.
Indien er schade wordt ontdekt of een ongeautoriseerde wijziging van de toestand waarin de machine door de fabriek is geleverd, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
Reparaties aan de machine mogen alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant. Als de reparaties voltooid zijn, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik uitvoeren voordat de functietests worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Inspecties
32 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Inspectie voor het gebruik
Zorg ervoor dat de bedieningshandleiding
compleet en leesbaar is en zich in de opbergruimte in het platform bevindt.
Zorg ervoor dat alle stickers zich op hun plaats
bevinden en leesbaar zijn. Zie de sectie Inspecties.
Ga na of er een lek van hydraulische olie is en
controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig gedestilleerd water bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een motorolielek is en controleer het
oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een koelvloeistoflek is en controleer
het motorkoelvloeistofpeil. Vul indien nodig koelvloeistof bij. Zie de sectie Onderhoud.
Controleer de bandenspanning van de
luchtgevulde banden. Vul indien nodig lucht bij. Zie de sectie Onderhoud.
Controleer de volgende onderdelen of gedeelten op schade, onjuist geplaatste of ontbrekende onderdelen en ongeautoriseerde aanpassingen:
Elektrische onderdelen, bedrading en
elektrische kabels
Hydraulische slangen, koppelingen, cilinders
en ventielenblokken
Brandstoftank en hydraulische tank
Rij- en draaitafelmotoren en aandrijfnaven
Glijblokken
Banden en wielen
Motor en bijbehorende onderdelen
Eindschakelaars en claxon
Alarmen en flitslampen (indien aanwezig)
Moeren, bouten en andere bevestigingen
Platformtoegangsmiddenstuk of -hek
Controleer de gehele machine op:
Scheuren in lasnaden of constructiedelen
Deuken of beschadigingen aan de machine
Overmatige roest, corrosie of oxidatie
Controleer of alle constructiedelen en andere
cruciale onderdelen aanwezig zijn en of alle bijbehorende bevestigingen en pennen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgemaakt.
Controleer nadat u de inspectie hebt voltooid of
alle compartimentafdekkingen op hun plaats zitten en zijn vergrendeld.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 33
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
Zorg ervoor dat u de functietests kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Grondbeginselen functietests
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. De bediener moet de stapsgewijze instructies volgen om alle machinefuncties te testen.
Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen. Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
Als de reparaties zijn voltooid, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik en de functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik wordt genomen.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Inspecties
34 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Grondbediening
1 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van gevaren is.
2 Draai het contactslot naar grondbediening.
3 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Resultaat: De flitslampen (indien aanwezig)
dienen te knipperen.
4 Start de motor. Zie de sectie
Bedieningsinstructies.
Noodstop testen
5 Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’.
Resultaat: De motor dient te worden
uitgeschakeld en geen enkele functie mag in werking treden.
6 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’ en start de motor opnieuw.
Machinefuncties testen
7 Houd geen enkele functie-
inschakel/snelheidskeuzekn op ingedrukt. Probeer elke arm- en platformfunctieknop te activeren.
Resultaat: Geen enkele arm- of platformfunctie
mag in werking treden.
8 Houd een functie-inschakel/snelheidskeuzeknop
ingedrukt. Activeer elke arm- en platformfunctieknop.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen. Het daalalarm dient te klinken terwijl de arm wordt neergelaten.
Hulpvoeding-bedieningselementen testen
9 Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’
om de motor uit te schakelen.
10 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
11 Houd de hulpvoedingsknop
ingedrukt en druk tegelijkertijd elke armfunctieknop in.
Opmerking: Test elke functie gedurende een gedeeltelijke cyclus om accu’s te sparen.
Resultaat: Alle armfuncties dienen in werking te
treden.
12 Start de motor.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 35
Scheefstandschakelaar testen
13 Druk op een van de LCD-
schermknoppen totdat TURNTABLE LEVEL SENSOR X-DIRECTION (X-RICHT SCHUINSTANDSCHAK DRAAITAF) wordt weergegeven.
Resultaat: Op het LCD-scherm moet de hoek in
graden worden weergegeven.
14 Druk op de LCD-schermknoppen totdat
TURNTABLE LEVEL SENSOR Y-DIRECTION (Y-RICHT SCHUINSTANDSCHAK DRAAITAF) wordt weergegeven.
Resultaat: Op het LCD-scherm moet de hoek in
graden worden weergegeven.
15 Druk op de LCD-schermknoppen totdat
PLATFORM LEVEL SENSOR DEGREES (GRAD SCHUINSTANDSCHAK PLATF) wordt weergegeven.
Resultaat: Op het LCD-scherm moet de hoek in
graden worden weergegeven.
Werkbereik testen
16 Druk op de aangegeven
LCD-schermknoppen totdat PRI BOOM ANGLE TO GRAVITY (HOEK PRIM. ARM TOT ZWAARTEKRACHT) wordt weergegeven.
17 Breng de primaire arm omhoog en bekijk het
LCD-scherm.
Resultaat: De primaire arm moet omhooggaan
en op het LCD-scherm moet de hoek van de primaire arm in graden van 35 tot 65 worden weergegeven. De primaire arm moet stoppen bij 65 graden op het scherm.
18 Laat de primaire arm neer.
19 Druk de 2 aangegeven LCD-
schermknoppen tegelijkertijd in om de statusmodus te activeren.
20 Druk op de aangegeven
LCD-schermknoppen totdat SEC BOOM ANGLE (HOEK SEC. ARM) wordt weergegeven.
21 Houd de knop ‘secundaire arm op/uitschuiven’
ingedrukt.
Resultaat: De secundaire arm moet omhooggaan
en op het LCD-scherm moet het volgende worden weergegeven:
=0
>0
>35
=65
De secundaire arm moet omhoog worden gebracht en vervolgens worden uitgeschoven. De secundaire arm mag pas uitschuiven als deze volledig omhoog is gebracht.
22 Houd de knop ‘secundaire arm neer/inschuiven’
ingedrukt.
Resultaat: De secundaire arm moet volledig
inschuiven en vervolgens worden neergelaten. De secundaire arm mag pas worden neergelaten als deze volledig is ingeschoven.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Inspecties
36 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Platformbediening
Noodstop testen
23 Draai het contactslot naar platformbediening.
24 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand ‘uit’.
Resultaat: De motor dient te worden
uitgeschakeld en geen enkele functie mag in werking treden.
25 Trek de rode noodstopknop uit en start de motor
opnieuw.
Hydraulisch retourfilter testen
26 Druk op de motortoerentalkeuzeknop of beweeg
de schakelaar totdat het indicatielampje naast de stand hoog stationair (konijnsymbool) gaat branden.
27 Lokaliseer en controleer de toestandindicator van
het hydraulisch filter.
Resultaat: De plunjer of de naald van het filter
dient zich in het groene gebied te bevinden als het filter werkt.
28 Druk op de motortoerentalkeuzeknop of beweeg
de schakelaar tot het indicatielampje naast de door de voetschakelaar geactiveerde stand hoog stationair (konijn- en voetschakelaarsymbool) gaat branden.
Claxon testen
29 Druk op de claxonknop.
Resultaat: De claxon dient te klinken.
Scheefstandalarm testen
30 Druk op een knop of beweeg een schakelaar,
bijvoorbeeld de motortoerentalkeuzeschakelaar.
Resultaat: Het alarm bij de platformbediening
dient te klinken.
Voetschakelaar testen
31 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand ‘uit’.
32 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’, maar start de motor niet.
33 Druk de voetschakelaar in en probeer de motor
te starten.
Resultaat: De motor mag niet starten.
34 Druk de voetschakelaar niet in en start de motor
opnieuw.
Resultaat: De motor moet starten.
35 Druk de voetschakelaar niet in en test elke
machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
Machinefuncties testen
36 Druk de voetschakelaar in.
37 Activeer elke joystick, tuimelschakelaar of knop
voor machinefuncties.
Resultaat: Alle functies dienen een volledige
cyclus te doorlopen.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 37
Test de stuurinrichting (modellen met vierwielbesturing)
38 Selecteer de vierkantzijdebesturing
(blauwe pijl). Druk de vierkantzijdestuurknop (blauwe pijl) in of beweeg de stuurmodusschakelaar.
39 Druk de voetschakelaar in.
40 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
41 Verplaats de joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
42 Selecteer de cirkelzijdebesturing
(gele pijl). Druk de cirkelzijdestuurknop (gele pijl) in of beweeg de stuurmodusschakelaar.
43 Druk de voetschakelaar in.
44 Verplaats de joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: De wielen aan de cirkelzijde dienen in
de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
45 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: De wielen aan de cirkelzijde dienen in
de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
46 Selecteer de krabbesturing. Druk de
krabbesturingsknop in of beweeg de stuurmodusschakelaar.
47 Druk de voetschakelaar in.
48 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: Alle wielen draaien in de richting
waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Inspecties
38 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
49 Verplaats de joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: Alle wielen draaien in de richting
waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
50 Selecteer de gecoördineerde
besturing. Druk de knop voor de gecoördineerde besturing in of beweeg de stuurmodusschakelaar.
51 Druk de voetschakelaar in.
52 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen. De wielen aan de cirkelzijde dienen in de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
53 Verplaats de joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen. De wielen aan de cirkelzijde dienen in de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
Test de stuurinrichting (modellen met tweewielbesturing)
54 Druk de voetschakelaar in.
55 Druk de duimschakelaar op de rij-joystick in de
richting aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF beweeg de joystick langzaam in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
56 Druk de duimschakelaar in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF verplaats de rij-joystick langzaam in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 39
Test het rijden en de remmen
57 Druk de voetschakelaar in.
58 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
die wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en zet de joystick vervolgens weer in de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl op het rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
59 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en verplaats de joystick vervolgens weer naar de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de gele pijl op het rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de machine tegen te houden op elke helling die door de machine kan worden genomen.
Pendelas (indien aanwezig) testen
60 Start de motor met de platformbediening.
61 Rijd het rechterwiel aan de vierkantzijde op een
blok van 6 in/15 cm of een trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
62 Rijd het linkerwiel aan de vierkantzijde op een
blok van 6 in/15 cm of een trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
63 Rijd beide wielen aan de vierkantzijde op een
blok van 6 in/15 cm of een trottoirband.
Resultaat: De wielen aan de cirkelzijde dienen
stevig contact met de grond te houden.
Rij-inschakelsysteem testen
64 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer in
de transportstand.
65 Roteer de draaitafel totdat de primaire arm
voorbij een van de wielen aan de cirkelzijde wordt bewogen.
Resultaat: Het indicatielampje
‘rijden ingeschakeld’ dient te
gaan branden en te blijven branden zolang de arm zich in het aangegeven bereik bevindt.
66 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie mag niet in werking
treden.
67 Druk de rij-inschakelknop in of beweeg de
schakelaar en verplaats de rij-joystick langzaam uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie moet in werking treden.
Opmerking: Als het rij-inschakelsysteem in gebruik is, kan de machine gaan rijden in een richting die tegengesteld is aan de richting waarin de joystick voor rijden en sturen wordt bewogen.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting te bepalen.
Wanneer de rij-joystick niet binnen twee seconden na het bewegen van de rij-tuimelschakelaar wordt verplaatst, treedt de rijfunctie niet in werking.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Inspecties
40 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Beperkte rijsnelheid testen
68 Druk de voetschakelaar in.
69 Breng de primaire arm omhoog tot 10° boven de
horizontale lijn.
70 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
geheven primaire arm mag niet hoger dan 1 ft/30 cm per seconde zijn.
Opmerking: Modellen met schuimgevulde banden leggen 40 ft/12 m af in 40 seconden. Modellen met banden met hoog flotatievermogen leggen 40 ft/12 m af in 62 seconden.
71 Laat de primaire arm neer in de transportstand.
72 Schuif de primaire arm 4 ft/1,2 m uit.
73 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
uitgeschoven primaire arm mag niet hoger dan 1 ft/30 cm per seconde zijn.
Opmerking: De machine legt in 40 seconden een afstand van 40 ft/12 m af.
74 Schuif de primaire arm in naar de transportstand.
75 Breng de secundaire arm omhoog tot 10° boven
de horizontale lijn.
76 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
geheven secundaire arm mag niet hoger dan 1 ft/30 cm per seconde zijn.
Opmerking: Modellen met schuimgevulde banden leggen 40 ft/12 m af in 40 seconden. Modellen met banden met hoog flotatievermogen leggen 40 ft/12 m af in 62 seconden.
77 Laat de secundaire arm neer in de
transportstand.
Als de rijsnelheid met geheven primaire of secundaire arm of uitgeschoven primaire arm hoger dan 1 ft/30 cm per seconde is, dient de machine onmiddellijk van een label te worden voorzien en uit bedrijf te worden genomen.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 41
Afschakeling rij-kantelhoek testen
78 Druk de voetschakelaar in.
79 Rij met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waar de chassishoek over de Y-as (van voren naar achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
80 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de primaire arm tot ongeveer 10° boven de horizontale lijn omhoog.
81 Rij met de machine een helling op waar de
chassishoek over de Y-as (van voren naar achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
82 Laat de primaire arm neer in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
83 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
schuif de primaire arm ongeveer 4 ft/1,2 m uit.
84 Rij met de machine een helling op waar de
chassishoek over de Y-as (van voren naar achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
85 Schuif de primaire arm in in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
86 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
87 Rij met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waar de chassishoek over de Y-as (van voren naar achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
88 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de secundaire arm tot ongeveer 10° boven de horizontale lijn omhoog.
89 Rij met de machine een helling op waar de
chassishoek over de Y-as (van voren naar achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Inspecties
42 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
90 Laat de secundaire arm neer in de
transportstand of rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
91 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waar de chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
92 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de primaire arm tot ongeveer 10° boven de horizontale lijn omhoog.
93 Rijd met de machine een helling op waar de
chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
94 Laat de primaire arm neer in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
95 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
schuif de primaire arm ongeveer 4 ft/1,2 m uit.
96 Rijd met de machine een helling op waar de
chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
97 Schuif de primaire arm in in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
98 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
99 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waar de chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
100 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de secundaire arm tot ongeveer 10° boven de horizontale lijn omhoog.
101 Rijd met de machine een helling op waar de
chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
102 Laat de secundaire arm neer in de
transportstand of rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 43
Herstel platformnivellering testen
103 Druk de voetschakelaar in.
104 Houd de knop voor het herstel van de
platformnivellering ingedrukt.
105 Beweeg de platformnivelleringsschakelaar
omhoog om het platform omhoog te brengen.
Resultaat: Het platform dient naar een
horizontale stand te worden teruggebracht.
106 Beweeg de platformnivelleringsschakelaar
omlaag om het platform neer te laten.
Resultaat: Het platform dient naar een
horizontale stand te worden teruggebracht.
Opmerking: De platformnivelleringsschakelaar werkt alleen in de richting waarin het platform naar een horizontale stand wordt teruggebracht.
Hulpvoeding-bedieningselementen testen
107 Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’
om de motor uit te schakelen.
108 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
109 Druk de voetschakelaar in.
110 Activeer de hulpvoeding-bedieningselementen.
Beweeg de schakelaar en houd deze vast of houd de knop ingedrukt. Activeer elke functie­joystick, functietuimelschakelaar of functieduimschakelaar.
Opmerking: Test elke functie gedurende een gedeeltelijke cyclus om accu’s te sparen.
Resultaat: Alle arm- en stuurfuncties dienen in
werking te treden.
Vliegtuigbescherming (indien aanwezig) testen
Opmerking: Er zijn mogelijk twee personen nodig om deze test uit te voeren.
111 Beweeg het gele stootrubber onder aan het
platform 4 in/10 cm in een willekeurige richting.
112 Activeer elke functie-joystick of
functietuimelschakelaar.
Resultaat: Geen enkele arm- of stuurfunctie mag
in werking treden.
113 Activeer de functieprioriteit. Beweeg de
schakelaar en houd deze vast of houd de knop ingedrukt.
114 Activeer elke functie-joystick of
functietuimelschakelaar.
Resultaat: Alle arm- en stuurfuncties dienen in
werking te treden.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Inspecties
44 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Contactalarm testen (indien aanwezig)
115 Activeer de voetschakelaar niet en druk op de
kabel van het contactalarm om de kop uit de kophouder te verwijderen.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen niet en de claxon van de machine klinkt niet.
116 Activeer de voetschakelaar door deze in te
drukken.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen en de claxon van de machine klinkt.
117 Plaats de kop in de kophouder.
Resultaat: De lichten en claxon worden
uitgeschakeld.
118 Activeer de voetschakelaar door deze in te
drukken en druk op de kabel van het contactalarm om de kop uit de kophouder te verwijderen.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen en de claxon van de machine klinkt.
119 Bedien elke machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele machinefunctie mag in
werking treden.
120 Plaats de kop in de kophouder.
Resultaat: De lichten en claxon worden
uitgeschakeld.
121 Bedien elke machinefunctie.
Resultaat: Alle machinefunctie mogen in werking
treden.
1 kop
2 kabel contactalarm
3 knipperend alarm
4 kophouder
Hef/rij-keuzefunctie testen
122 Druk de voetschakelaar in.
123 Beweeg de rij-joystick uit het midden en activeer
een armfunctie. Druk een armfunctieknop in of beweeg een armfunctieschakelaar.
Resultaat: Geen enkele armfunctie mag in
werking treden. De machine rijdt in de richting die op het bedieningspaneel wordt aangegeven.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 45
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
Zorg ervoor dat u de inspectie van de werkplek kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Grondbeginselen inspectie van de werkplek
De inspectie van de werkplek helpt de bediener te bepalen of de werkplek geschikt is om de machine veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de bediener te worden uitgevoerd voordat de machine naar de werkplek wordt verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek door te lezen en te onthouden, er vervolgens op te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen, opstellen en bedienen van de machine.
Inspectie van de werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
afgereden kanten of gaten
hobbels, obstakels op de vloer of puin
hellende ondergrond
een onstabiele of gladde ondergrond
hoog aangebrachte obstakels en
hoogspanningsgeleiders
gevaarlijke plaatsen
ondergrond die ontoereikend is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de machine worden opgewekt
wind- en weersomstandigheden
de aanwezigheid van onbevoegd personeel
andere eventueel onveilige omstandigheden
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Inspecties
46 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Inspectie van stickers met symbolen
Controleer aan de hand van de inspectie of alle stickers zich op hun plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder volgt een numerieke lijst met aantallen en beschrijvingen.
Onder­deelnr. Beschrijving sticker
Aantal
27204 Pijl – Blauw
1
27205 Pijl – Geel
1
27206 Driehoek – Blauw
2
27207 Driehoek – Geel
2
28158 Label – Loodvrij
1
28159 Label – Diesel
1
28160 Label – LPG
1
28174 Label – Voeding naar platform, 230V
3
28235 Label – Voeding naar platform, 115V
3
44981 Label – Luchtleiding naar platform*
2
46468 Functieprioriteit
1
52475 Label – Transportvastzetpunt
6
65278 Voorzichtig – Niet op gaan staan
4
72086 Label – Hefpunt
7
82247 Label – 107 dB
1
82281 Platformbedieningspaneel
1
82422 Label – Lampjes
1
82481 Label – Veiligheid accu/lader
1
82487 Label – Handleiding lezen*
6
82603 Label – Draadverbinding ‘rijden
inschakelen’
1
97815 Label – Onderste middenstuk
1
114236 Label – CB-symbool
1
114248 Label – Gevaarlijke situatie: machine
kan omkantelen, scheefstandalarm
1
114249 Label – Gevaarlijke situatie: machine
kan omkantelen, banden
4
114251 Label – Gevaarlijke situatie: kans op
explosies
1
114252 Label – Gevaarlijke situatie: machine
kan omkantelen, eindschakelaars
8
Onder­deelnr. Beschrijving sticker
Aantal
133067 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
3
133163 Label – Functieprioriteit
(vliegtuigbescherming)
1
133400 Label – Wielbelasting
4
219954 Label – Gevaarlijke situatie: machine
kan omkantelen
1
219956 Label – Overbelasting platform
1
219958 Label – Gevaarlijke situatie: machine
kan omkantelen, ledematen kunnen worden verbrijzeld
1
230386 Label – Nooddalen
1
233131 Platformbedieningspaneel
1
822820 Grondbedieningspaneel
1
1263540 Label – Gevaarlijke situatie: machine
kan omkantelen
1
1263542 Label – Toegang tot compartiment
2
1263544 Contactslot omleiding
1
1263545 Instructies – Contactslot omleiding
1
1272242 Label – Registratie/overdacht van
eigendom machine
1
1278542 Instructies – Contactalarm
1
1278982 Label – Kophouder voor kop
1
1281174 Label –
Veiligheidsgordelverankeringspunt, v alstop/valbeveiliging*
8
1286362 Label – Gevaarlijke situatie: ledematen
kunnen worden verbrijzeld, onderhoud
3
1294475 Label – Toelaatbare hellingshoek, Z-80
1
1296907 Waarschuwing – Label – Storing DPF
en EAT
1
1301030 Label – Diesel, Stage V
1
1301075 Label – Slang voor onbehandelde lucht
centreren (Stage V)
1
1301115 Label – Transportschema
2
1304217 Label – Gevaarlijke situatie: kans op
explosies
1
1305382 Label – Identificatie, Stage V
1
Arcering geeft aan dat de sticker niet zichtbaar is en
zich bijvoorbeeld onder een afdekking bevindt
* Deze stickers kunnen per model, optie of configuratie
verschillen.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 47
**1301115
27206 27205
27207
*28160
***82487
***82487
97815
1281174
*46468
*133163
*82422
82603
233131
82281
133067 114251
*28158 *28159
*1301030230386
82487
1263542
1272242
82247
1263545
1263540
822820
1296907 1263544 114252
*44981
*28174 *28235
1263542
133067 82481
*28174 *28235
*114236
72086
**72086
**52475
**114249
**65278**133400**52475**133400
**65278
**72086 **52475
**114249
27206
27204 27207
1286362114252
114252
1286362
1281174
72086
72086
114252
1304217
1301075
114248
1294475
82487
219956
219954
*28174 *28235
*44981219958
133067
1278982
1278542
1305382
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningsinstructies
48 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Bedieningsinstructies
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Grondbeginselen
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies voor elk aspect van de bediening van de machine. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedieningshandleiding op te volgen.
Het gebruik van de machine voor enig ander doel dan het heffen van personen, samen met gereedschappen en materialen, naar een werklocatie op hoogte is onveilig en gevaarlijk.
De machine mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden bediend. Als meerdere bedieners op verschillende tijdstippen tijdens dezelfde dienst een machine bedienen, mag het hier alleen om gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht wordt dat zij alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedieningshandleiding volgen. Dat betekent dat elke nieuwe bediener vóór ingebruikname van de machine een inspectie voor het gebruik, functietests en een inspectie van de werkplek moet uitvoeren.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 49
Motor starten
1 Draai het contactslot van de grondbediening in
de gewenste stand.
2 Zorg ervoor dat de rode noodstopknop van zowel
de grond- als platformbediening uitgetrokken is naar de stand ‘aan’.
Benzine-/LPG-modellen
1 Kies de brandstof door de
brandstofkeuzeschakelaar in de gewenste stand te zetten.
2 Verplaats de
motorstarttuimelschakelaar naar een van beide zijden. Als de motor niet start of afslaat, schakelt de herstartvertraging de startschakelaar 3 seconden uit.
Dieselmodellen
1 Dieselmodellen met
gloeibougiebedieningselement: Activeer de gloeibougies. Druk de knop in of beweeg de schakelaar.
Dieselmodellen met automatische gloeibougies: Oranje lampje gaat branden wanneer de gloeibougies ingeschakeld zijn.
2 Start de motor. Druk de knop in of beweeg de
schakelaar. Als de motor niet start of afslaat, schakelt de herstartvertraging de startschakelaar 3 seconden uit.
Alle modellen
Als de motor na 15 seconden ronddraaien niet start, dient u de oorzaak hiervan vast te stellen en eventuele storingen te repareren. Wacht 60 seconden voordat u opnieuw probeert te starten.
Warm onder koude omstandigheden, -6 °C en lager, de motor gedurende 5 minuten op voordat de machine in bedrijf wordt genomen om schade aan het hydraulische systeem te voorkomen.
Onder extreem koude omstandigheden, -18 °C en lager, dienen machines te worden uitgerust met optionele koudstartsets. Als u probeert de motor te starten bij temperaturen onder -18 °C kan het gebruik van een hulpaccu nodig zijn.
Benzine-/LPG-modellen: Onder koude omstandigheden, 20 °F/-6 °C en lager, dient de machine te worden gestart op benzine en 2 minuten warm te draaien, waarna op LPG kan worden overgeschakeld. Warme motoren kunnen op LPG worden gestart.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningsinstructies
50 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Noodstop
Druk de rode noodstopknop op de grond- of de
platformbediening in naar de stand ‘uit’ om alle
functies stop te zetten en de motor uit te schakelen.
Repareer elke functie die nog werkt als een van de rode noodstopknoppen is ingedrukt.
De grondbediening krijgt voorrang op de rode noodstopknop op het platform.
Hulpvoeding-bedieningselementen
Gebruik hulpvoeding als de primaire krachtbron defect is.
1 Draai het contactslot naar grond- of
platformbediening.
2 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
3 Druk de voetschakelaar in wanneer u de
platformbediening gebruikt.
4 Activeer de hulpvoeding-
bedieningselementen. Beweeg de schakelaar en houd deze vast of houd de knop ingedrukt. Activeer elke functie-joystick, -schakelaar of -knop.
De rijfunctie werkt niet op hulpvoeding.
Bediening vanaf de grond
1 Draai het contactslot naar grondbediening.
2 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
3 Benzine-/LPG-modellen: Kies de brandstof.
4 Start de motor.
Platform positioneren
1 Houd een functie-
inschakel/snelheidskeuzekn op ingedrukt.
2 Druk op de betreffende functieknop aan de hand
van de markeringen op het bedieningspaneel.
De rij- en stuurfuncties zijn niet beschikbaar vanaf de grondbediening.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 51
Bediening vanuit het platform
1 Draai het contactslot naar platformbediening.
2 Trek de rode noodstopknop van zowel de grond-
als de platformbediening uit naar de stand ‘aan’.
3 Benzine-/LPG-modellen: Kies de brandstof.
4 Start de motor.Druk de voetschakelaar niet in
wanneer u de motor start.
Platform plaatsen
1 Druk de voetschakelaar in.
2 Verplaats de betreffende functie-joystick of
functietuimelschakelaar langzaam aan de hand van de markeringen op het bedieningspaneel.
Sturen
1 Druk de voetschakelaar in.
Modellen met vierwielbesturing:
2 Selecteer de stuurmodus. Druk de knop in of
beweeg de schakelaar. Het indicatielampje naast de huidige stuurmodus gaat branden.
Alle modellen:
3 Beweeg de rij-joystick
langzaam in de richting aangegeven door de blauwe of gele driehoeken OF druk op de duimschakelaar op de rij­joystick.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de draairichting van de wielen te bepalen.
Rijden
1 Druk de voetschakelaar in.
2 Snelheid verhogen: Beweeg
de rij-joystick langzaam in de richting aangegeven door de blauwe of gele pijlen.
Snelheid verlagen: Beweeg de rij-joystick langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Plaats de rij-joystick terug in het midden of laat de voetschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt als het platform is geheven of uitgeschoven.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningsinstructies
52 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Rijden op een helling
Bepaal de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) en dwarshellingshoek voor de machine en bepaal het stijgingspercentage van de helling.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, platform heuvelafwaarts (klimvermogen):
2WD: 30% (17°) 4WD: 45% (24°)
Maximaal toelaatbare hellingshoek, platform heuvelopwaarts:
2WD: 15% (9°) 4WD: 35% (19°)
Maximaal toelaatbare dwarshellingshoek:
25% (14°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen. De term klimvermogen is alleen van toepassing op het contragewicht voor heuvelopwaarts rijden.
Zorg ervoor dat de arm zich onder de horizontale lijn bevindt en dat het platform zich tussen de wielen aan de cirkelzijde (gele pijl) bevindt.
Selecteer de knop ‘machine op helling’. Houd de
rijsnelheidsknop ingedrukt tot het lampje naast het symbool ‘machine op helling’ gaat branden.
Stijgingspercentage bepalen:
Meet de helling met een digitale hellingsmeter OF hanteer de volgende procedure.
U hebt nodig:
waterpas
recht stuk hout van minstens 1 m
meetlint
Leg het stuk hout op de helling.
Leg de waterpas aan de voet van de helling op de bovenrand van het stuk hout en hef het uiteinde op tot het stuk hout horizontaal komt.
Meet de verticale afstand tussen de onderzijde van het stuk hout en de grond terwijl u het stuk hout horizontaal houdt.
Deel de met het meetlint gemeten afstand (verval) door de lengte van het stuk hout (pad) en vermenigvuldig de uitkomst met 100.
Bijvoorbeeld:
Stuk hout = 3,6 m
Pad = 3,6 m
Verval = 0,3 m
0,3 m ÷ 3,6 m = 0,083 x 100 = stijgingspercentage van 8,3%
Als de helling steiler is dan de toelaatbare hellingshoek of dwarshellingshoek, moet de machine met behulp van een lier of een transportvoertuig op de helling worden gebracht of ervan af worden gehaald. Zie de sectie Transport- en hefinstructies.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 53
Rijden inschakelen
Als het lampje brandt, geeft dit aan dat de arm net voorbij een wiel aan de cirkelzijde is gedraaid en de rijfunctie is uitgeschakeld.
Druk de rij-inschakelknop in of beweeg de rijschakelaar en beweeg de joystick voor rijden en sturen langzaam uit het midden om te rijden.
Als de joystick voor rijden en sturen niet binnen twee seconden na het activeren van de rij-inschakelfunctie wordt bewogen, treedt de rijfunctie niet in werking. Zet de rij-inschakelfunctie uit en activeer deze opnieuw.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan rijden in de richting die tegengesteld is aan de richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen worden bewogen.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting van de machine te bepalen.
Generator (indien aanwezig)
Druk de generatorknop in of beweeg de schakelaar om de generator te bedienen. Het indicatielampje gaat branden en de motor blijft draaien.
Sluit het elektrische gereedschap aan op de GFCI­contactdoos die de voeding naar het platform verzorgt.
Druk de generatorknop in of beweeg de schakelaar om de generator uit te zetten. Het indicatielampje gaat uit.
Instelling motortoerental
Selecteer het motortoerental. Druk de knop in of beweeg de schakelaar. Het indicatielampje naast de huidige instelling gaat branden.
Konijn- en voetschakelaarsymbool: door
voetschakelaar geactiveerd hoog stationair
Schildpadsymbool: laag stationair
Konijnsymbool: hoog stationair
Lampje ‘motor controleren’ (indien
aanwezig)
Lampje brandt en de motor is afgeslagen: Voorzie de machine van een label en neem deze uit bedrijf.
Lampje brandt en de motor draait nog: Neem binnen 24 uur contact op met onderhoudspersoneel.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningsinstructies
54 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Regeneratie bij stilstand
Als op het LCD-scherm het bericht "Regen Required" (Regen. vereist) wordt weergegeven en het regeneratielampje knippert, is voor het dieselpartikelfilter (DPF) regeneratie bij stilstand vereist.
Zolang de regeneratie van het DPF bij stilstand
bezig is, zijn alle armfuncties uitgeschakeld.
Blijf uit de buurt van de motoruitlaat en de
uitlaatdemper.
Laat de machine niet onbeheerd achter.
De regeneratie van het DPF bij stilstand kan niet
worden geactiveerd als deze niet door de motor is aangevraagd of als er bepaalde motorstoringen aanwezig zijn.
Als de aangevraagde regeneratie bij stilstand
wordt genegeerd, kan het roet in het DPF extreem toenemen. Het filter raakt hierdoor blijvend beschadigd en dient uiteindelijk door een gekwalificeerde servicemonteur te worden vervangen.
In noodgevallen kan de regeneratie van het DPF
bij stilstand op twee manieren worden onderbroken:
De motor wordt vanuit het contactslot uitgezet.
De noodstopknop wordt ingedrukt.
Als dit gebeurt, moet de regeneratie bij stilstand wellicht opnieuw worden opgestart.
De regeneratie van het DPF bij stilstand kan pas
beginnen als de motor minimaal twee minuten heeft gedraaid en de koelvloeistof een temperatuur van 35 °C heeft bereikt.
Start de regeneratie als volgt op.
1 Sluit de afdekking aan de motorzijde.
2 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer, vrij van ontvlambare materialen en vrij van explosieve gassen.
3 Druk de twee aangegeven
knoppen op het LCD-scherm tegelijkertijd in.
4 Druk de knop op het LCD-scherm in
totdat het volgende bericht wordt weergegeven: DEUTZ 2.2 STANDSTILL REGEN (DEUTZ 2.2 REGEN. BIJ STILSTAND).
5 Druk de aangegeven knop op het
LCD-scherm in om YES (JA) te selecteren.
6 Op het LCD-scherm wordt het volgende bericht
weergegeven: WARNING HIGH EXHAUST TEMP, PRESS ENTER (WAARSCHUWING HOGE UITLAATTEMP., DRUK OP ENTER).
7 Druk de aangegeven knop op het
LCD-scherm in.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 55
8 Op het LCD-scherm wordt het volgende bericht
weergegeven: NOTICE: ALL FUNCTIONS WILL BE LOCKED. REGEN WILL TAKE APPROX. 1 HOUR. PRESS ENTER (AANWIJZING: ALLE FUNCTIES WORDEN VERGRENDELD. REGEN. DUURT CA. 1 UUR. DRUK OP ENTER).
9 Druk de aangegeven knop op het LCD-
scherm in.
10 Als de motor niet al draait, wordt op het LCD-
scherm het volgende bericht weergegeven: START THE ENGINE THEN PRESS ENTER (START DE MOTOR EN DRUK OP ENTER).
11 Start de motor als dit niet al gedaan is
en druk de aangegeven knop op het LCD-scherm in.
12 Op het LCD-scherm wordt het volgende bericht
weergegeven: REGEN REQUESTED (REGEN. AANGEVRAAGD). Nu wordt, indien nodig, de motor opgewarmd en vervolgens wordt het proces voortgezet.
13 Als de regeneratie is begonnen, wordt op het
LCD-scherm het volgende bericht weergegeven: REGEN TIME REMAINING (RESTERENDE REGEN.TIJD).
14 Na afronding van de regeneratie, wordt op het
LCD-scherm het volgende bericht weergegeven: REGEN SUCCESSFUL (REGEN. GESLAAGD).
15 Als op het LCD-scherm het volgende bericht
wordt weergegeven: REGEN CANCELLED (REGEN. GEANNULEERD), kan de regeneratie om de een of andere reden niet worden voltooid. Neem voor hulp contact op met onderhoudspersoneel van Genie.
Platform niet horizontaal (code P22)
Met de sleutelstand voor omleiding wordt het platform horizontaal geplaatst als het display van de grondbediening laat zien dat het platform niet horizontaal is (P22) en de platformnivelleringsbediening niet werkt.
Bedienen:
1 Zet de motor uit.
2 Draai het hoofdcontactslot naar grondbediening.
Verwijder de sleutel uit het hoofdcontactslot en plaats de sleutel in het contactslot omleiding/herstel.
3 Draai het contactslot
omleiding/herstel naar de omleidingsstand (Bypass).
4 Bedien de platformnivelleringsknop met behulp
van de hulpvoeding om het platform horizontaal te plaatsen.
5 Draai het contactslot Omleiding/Herstel naar de
stand “Bedrijf”.
6 Neem de sleutel uit het contactslot
Omleiding/Herstel en steek de sleutel in het hoofdcontactslot.
7 Druk de rode noodstopknop in en trek deze
vervolgens weer uit.
8 Als code P22 nog altijd zichtbaar is, dient de
machine van een label te worden voorzien en uit bedrijf te worden genomen tot de storing door een gekwalificeerde servicemonteur verholpen is.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningsinstructies
56 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Platform niet horizontaal (Storting platformnivellering > 15 graden)
Als op het display van de grondbediening PLATFORM LEVEL > 15 DEGREES FAULT (STORING PLATFORMNIVELLERING > 15 GRADEN) wordt getoond en de platformnivelleringsbediening niet werkt, moet de machine worden hersteld door getraind en bevoegd personeel of een gekwalificeerde servicemonteur.
Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast. De motor stopt en er treden geen functies in werking.
Verwijder gewicht van het platform tot het lampje uitgaat en start vervolgens de motor opnieuw.
Lastweegsysteem overbrugging actief
Als het LCD-scherm van de grondbediening het volgende weergeeft: OVERLOAD RECOVERY (LASTWEEGSYSTEEM OVERBRUGGING ACTIEF), is het hulpsysteem voor het neerlaten van het platform gebruikt terwijl het platform overbelast was. Raadpleeg voor informatie over het terugzetten van dit bericht de desbetreffende Genie servicehandleiding.
Activeringsinstellingen scheefstandschakelaar
Model
Chassishoek (van zijde naar zijde)
Chassishoek (van voren naar achteren)
Z®-80/60
Als het indicatielampje ‘machine op helling’ brandt en het
scheefstandalarm klinkt, worden de rijfuncties uitgeschakeld.
Schakel de rijfuncties weer in door de arm op de in de voorgaande procedure beschreven wijze neer te laten.
Als de machine in de transportstand op een helling staat en het scheefstandalarm klinkt, worden de heffuncties uitgeschakeld.
Verplaats de machine naar een horizontale ondergrond om de heffuncties weer in te schakelen.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 57
Werkbereikindicatielampjes
De werkbereikindicatielampjes gaan branden om aan te geven dat een functie is onderbroken en/of dat er een handeling van de bediener nodig is.
Indicatielampje ‘primaire arm neerlaten’ knippert: Laat de
primaire arm neer tot het indicatielampje uitgaat.
Indicatielampje ‘machine niet vlak’ knippert: het
scheefstandalarm klinkt als dit lampje knippert. Verplaats de machine naar een stevige, horizontale ondergrond.
Indicatielampje ‘platform niet horizontaal’ knippert: het
scheefstandalarm klinkt als dit lampje knippert. De tuimelschakelaar ‘platform
horizontaal’ werkt alleen in de
richting waarin het platform horizontaal wordt geplaatst. Plaats het platform horizontaal tot het lampje uitgaat.
Generator (indien aanwezig)
Druk de generatorknop in of beweeg de schakelaar om de generator te bedienen. Het indicatielampje gaat branden en het motortoerental gaat automatisch naar schildpadsymboolmodus.
De motor blijft de rijfuncties bedienen en de platformfuncties blijven werken.
Als het konijnsymbool of konijn- en voetschakelaarsymbool geselecteerd is, slaat de generator af en gaat het indicatielampje uit.
Sluit het elektrische gereedschap aan op de GFCI­contactdoos die de voeding naar het platform verzorgt.
Druk de generatorknop in of beweeg de schakelaar om de generator uit te zetten. Het indicatielampje gaat uit.
Rijsnelheid kiezen
Symbool ‘machine op helling’: lage snelheid voor
hellingen.
Symbool ‘machine op horizontale ondergrond’:
hoge snelheid voor maximum rijsnelheid.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningsinstructies
58 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Indicatielampje ‘machine niet vlak’
Als het scheefstandalarm klinkt terwijl het platform omhoog is gebracht, gaat het indicatielampje
‘machine niet vlak’ branden en werkt
de rijfunctie in een of beide richtingen niet. Bepaal de toestand van de arm ten opzichte van de helling zoals hieronder weergegeven. Volg de stappen om de arm neer te laten voordat u de machine verplaatst naar een stevige, horizontale ondergrond. Draai de arm niet terwijl het platform wordt neergelaten.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelopwaarts:
1 Laat de primaire arm
neer.
2 Laat de secundaire arm
neer.
3 Schuif de primaire arm
in.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelafwaarts:
1 Schuif de primaire arm
in.
2 Laat de secundaire arm
neer.
3 Laat de primaire arm
neer.
Indicatielampje ‘machinestoring’
Een brandend lampje geeft aan dat alle functies zijn gestopt.
1 Druk de rode noodstopknop in en trek deze
vervolgens weer uit.
2 Laat de arm neer en schuif deze in.
3 Voorzie de machine van een label en neem deze
uit bedrijf. Geen enkele functie treedt in werking.
Indicatielampje ‘afzetten motor’ (indien
aanwezig)
Lampje aan: Voorzie de machine van een label en neem deze uit bedrijf.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 59
Herstel buiten werkbereik
Als geen van de functies meer werkt, hebt u mogelijk het werkbereik overschreden. Een getrainde bediener op de grond moet het platform neerlaten met de grondbedieningselementen. Zie het gedeelte Service Bypass/Recovery Key Switch (Contactslot service-omleiding/herstel) in de servicehandleiding.
LCD-scherm (indien aanwezig)
Op het LCD-scherm worden de urenteller, spanning, oliedruk en koelvloeistoftemperatuur weergegeven. Op het scherm worden tevens storingscodes en andere service-informatie weergegeven.
Perkins-motor
Met Perkins 404TF-22-dieselmotoren uitgeruste machines zijn voorzien van een regeneratiemodus die automatisch in werking dient te treden wanneer dit noodzakelijk is.
Op het LCD-scherm worden de meldingen REGEN FORCED (REGEN GESTART) en WARNING HIGH EXHAUST SYSTEM TEMP (WAARSCHUWING TEMP. UITLAATSYSTEEM HOOG) weergegeven wanneer de regeneratiemodus in werking is getreden. Geen onderhoud vereist.
Motor stoppen
Druk de rode noodstopknop in en draai het contactslot naar de stand ‘uit’.
Vliegtuigbescherming (indien aanwezig)
Als het stootrubber van het platform in contact komt met een voorwerp, wordt de machine uitgeschakeld en werkt geen enkele functie.
1 Start de motor.
2 Druk de voetschakelaar in.
3 Beweeg de
prioriteitsschakelaar van de vliegtuigbescherming en houd deze vast.
4 Beweeg de betreffende
functie-joystick of functietuimelschakelaar om de machine weg te bewegen van vliegtuigonderdelen.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningsinstructies
60 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Contactalarm (indien aanwezig)
Het contactalarm is ontworpen om grondpersoneel te waarschuwen wanneer de bediener contact maakt met het platformbedieningspaneel, waardoor de beweging van de arm wordt onderbroken, een alarm klinkt en de waarschuwingslichten gaan knipperen.
Wanneer de kabel van het contactalarm wordt onderbroken, worden de lift en de rijfunctie van het platform uitgeschakeld. Met de hoorbare en visuele waarschuwingen worden anderen op de hoogte gebracht dat er mogelijk ondersteuning is vereist. Deze waarschuwingen stoppen pas nadat het systeem is gereset.
1 De kabel van het contactalarm is onderbroken,
waardoor de kop uit de kophouder werd getrokken.
2 Plaats de kop in de kophouder om de
knipperende lampjes en het alarm uit te schakelen.
1 kop
2 kabel contactalarm
3 knipperend alarm
4 kophouder
Instructies pijphouders
Het pijphouderpakket bestaat uit 2 pijphouders die elk aan een zijde van het platform worden geplaatst en met veerstroppen aan de veiligheidsreling worden gemonteerd.
1 band
2 veerstroppen
3 pijphouderbevestiging
4 bovenste platformreling
5 pijphouderlaswerk
6 middelste platformreling
7 platte ringen
8 nylock moeren
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 61
Houd u aan het volgende:
Pijphouders moeten aan de binnenzijde van het
platform worden geplaatst.
Pijphouders dienen de platformbediening of de
toegang naar het platform niet te blokkeren.
De onderzijde van de pijphouderbuis moet op de
platformvloer rusten.
Zorg dat het platform horizontaal staat voordat u
een pijphouder plaatst.
Plaatsing van pijphouders
1 Plaats aan beide zijden van het platform een
pijphouder. Raadpleeg de illustratie links. Zorg dat de onderzijde van de pijphouderbuis op de platformvloer rust.
2 Plaats twee veerstroppen vanaf de buitenkant
van de platformreling door elke pijphouderbevestiging.
3 Zet elke veerstrop vast met 2 ringen en
2 moeren.
Gebruik van pijphouders
1 Zorg dat de instructies voor montage en
plaatsing van de pijphouders juist zijn opgevolgd en dat de pijphouders zijn vastgezet aan de platformreling.
2 Plaats de lading zodanig dat deze in beide
pijphouders rust. De lading dient in de lengte parallel te liggen aan de lengte van het platform.
3 Centreer de lading in de pijphouders.
4 Zet de lading aan elke pijphouder vast. Haal de
nylon band over de lading. Druk de sluiting in en schuif de band erdoor. Zet de band vast.
5 Trek en duw de lading voorzichtig om te
controleren of de pijphouders en de lading goed vastzitten.
6 Zorg dat de lading blijft vastzitten als de machine
in beweging is.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de lading in de pijphouders verlagen het nominale laadvermogen van het platform en moeten met het totale laadvermogen van het platform worden verrekend.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de lading in de pijphouders kan de maximum bezetting op het platform beperken.
Maximum laadvermogen pijphouders
Alle modellen
200 lb/90,7 kg
Gewicht pijphouderpakket
21 lb/9,5 kg
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningsinstructies
62 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Paneelhouderpakket
1 Breng de waarschuwingssticker aan op de
voorzijde van elke paneelhouder (indien nodig).
2 Plaats rubberen schokdemper 1 in de
paneelhouderbasis. Zie de illustratie.
3 Zet de schokdemper vast met 2 hoge
borgmoeren en 2 ringen.
Plaatsing van paneelhouders
1 Steek het haakstuk door de sleuven in de
paneelhouderbasis.
2 Haak de paneelhouder op de gewenste plek aan
de onderste platformbuis.
3 Plaats rubberen schokdemper 2 door de
paneelhouderbasis en het haakstuk. Zie de illustratie.
4 Zet deze vast met 2 lage borgmoeren.
5 Als de paneelhouder bij een steunbuis van de
platformvloer is geplaatst, steekt u de veerstrop door de vloer aan weerszijden van de buis en in de paneelhouderbasis.
6 Zet de veerstrop vast met 2 moeren en 2 ringen.
Ga verder naar stap 9.
7 Gebruik de meegeleverde aluminium buis als de
paneelhouder niet bij een steunbuis van de platformvloer is geplaatst.
8 Plaats de buis tussen de paneelhouder en de
platformvloer. Steek de veerstrop door de vloer aan weerszijden van de buis en in de paneelhouderbasis.
9 Herhaal het bovenstaande voor de tweede set
onderdelen.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 63
Plaatsing van voering
1 Plaats de twee stukken voering op de
platformreling. Plaats de voering zodanig dat deze de panelen beschermt tegen contact met de platformreling.
Plaatsing van band
1 Maak de klem open en plaats deze rond een
verticale buis van de platformreling.
2 Steek een bout met een ring door een zijde van
de klem.
3 Plaats de eindplaat van de bandconstructie op
de bout.
4 Steek de bout door de andere zijde van de klem.
5 Zet deze vast met een ring en een moer. Draai
deze niet te vast. De eindplaat van de bandconstructie moet over de platformreling kunnen schuiven.
Gebruik van paneelhouders
1 Maak beide paneelhouders vast aan het
platform.
2 Plaats de lading zodanig dat deze in beide
paneelhouders rust.
3 Centreer de lading op het platform.
4 Maak de lading met de band vast aan het
platform. Zet de band vast.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Bedieningsinstructies
64 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
wielen aan de cirkelzijde bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Transport- en hefinstructies
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 65
Transport- en hefinstructies
Houd u aan het volgende:
Deze bevestigingsgegevens worden aanbevolen
door Genie. De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor het veilig bevestigen van de machine en voor de juiste keuze van de aanhangwagen.
Klanten van Genie die een hefvoertuig of ander
product van Genie in een container moeten vervoeren, dienen dit uit te besteden aan een gekwalificeerd transportbedrijf dat gespecialiseerd is in het voorbereiden, laden en bevestigen van bouw- en hefmachines voor internationaal transport.
Alleen bevoegde bedieners van mobiele
hoogwerkerplatformen mogen de machine op en van het transportvoertuig rijden.
Het transportvoertuig dient op een horizontale
ondergrond geparkeerd te worden.
Het transportvoertuig moet worden vastgezet om
wegrollen bij het laden van de machine te voorkomen.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van het
voertuig, de dragende ondergrond en de kettingen of banden voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Genie-hefapparaten zijn relatief zwaar voor hun afmetingen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine. Zie de sectie Inspecties voor de plaats van het serielabel.
Zorg ervoor dat de draaitafel voor transport wordt
vastgezet met de anti-rotatievergrendeling van de draaitafel. Zorg ervoor dat de draaitafel wordt ontgrendeld voor gebruik.
Rijd niet met de machine op een helling die
steiler is dan de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. Zie Rijden op een helling in de sectie Bedieningsinstructies.
Als de helling van de laadvloer van het
transportvoertuig steiler is dan de maximaal toelaatbare hellingshoek (omhoog of omlaag), moet de machine worden geladen en afgeladen met behulp van een lier zoals beschreven in Remmen vrijzetten. Zie de sectie Specificaties voor de waarden van de hellingshoek.
Vrijloopconfiguratie voor hijsen met lier
Blokkeer de wielen om te voorkomen dat de machine gaat rollen.
Zet de remmen van de achterwielen aan de cirkelzijde vrij door de vrijloopkappen van de rijnaaf om te keren.
Zorg ervoor dat de lierkabel goed vastzit aan de vastzetpunten op het rijchassis en dat het pad vrij is van obstakels.
Voer de beschreven procedures in omgekeerde volgorde uit om de remmen opnieuw te activeren.
Het wordt afgeraden de Genie Z®-80/60 te slepen. Rijd als de machine toch moet worden gesleept niet sneller dan 2 mph/3,2 km/u.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Transport- en hefinstructies
66 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Vastzetten voor vervoer
Gebruik altijd de draaitafelborgpen als de machine wordt getransporteerd.
1 Draaitafelborgpen
Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en verwijder
de sleutel voorafgaand aan het transport.
Controleer de gehele machine op losse of niet­vastgezette onderdelen.
Chassis vastzetten
Gebruik kettingen die een grote belasting aankunnen.
Gebruik ten minste 5 kettingen.
Stel de takelage bij om schade aan de kettingen te voorkomen.
Laadvloer
Platform vastzetten
Zorg ervoor dat de arm en het platform zich in de transportstand bevinden.
Plaats een blok onder de platformrotator. Het blok mag geen contact maken met de platformcilinder.
Zet het platform vast met een nylon band die door de onderste platformsteun wordt geleid. Gebruik geen overmatige neerwaartse kracht wanneer u de armsectie vastzet.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Transport- en hefinstructies
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 67
Houd u aan het volgende:
Alleen gekwalificeerde kraanmachinisten mogen
de machine takelen.
Alleen gecertificeerde kraanmachinisten mogen
de machine heffen en uitsluitend in overeenstemming met de toepasselijke kraanvoorschriften.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van de
kraan, de dragende ondergrond en de banden of lijnen voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.
Hefinstructies
Laat de arm volledig neer en schuif deze volledig in. Laat de jib volledig neer. (indien aanwezig)
Bepaal het zwaartepunt van de machine aan de hand van de tabel en de afbeelding op deze pagina.
Bevestig de takelage alleen aan de aangegeven hefpunten op de machine. Alle vier de hefpunten bevinden zich op de draaitafel.
Stel de takelage bij om schade aan de machine te voorkomen en om de machine horizontaal te houden.
Zwaartepunt
X-as
Z-as
Y-as
Z®-80/60
86,8 cm
1,42 m
1,00 m
1 Hefpunt draaitafel
4 Zwaartepunt X-as
2 Hefpunten chassis (2)
5 Zwaartepunt Z-as
3 Zwaartepunt Y-as
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Onderhoud
68 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Onderhoud
Houd u aan het volgende:
Alleen de gedeelten van het periodieke
onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door
gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
Voer het materiaal af volgens de van toepassing
zijnde overheidsvoorschriften.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde
vervangingsonderdelen.
Legenda onderhoudssymbolen
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om de bedoeling van de instructies te verduidelijken. Wanneer een of meer symbolen aan het begin van een onderhoudsprocedure worden weergegeven, heeft dit de volgende betekenis.
Geeft aan dat er gereedschappen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat de motor koud dient te zijn voordat deze procedure wordt uitgevoerd.
Motoroliepeil controleren
Het is voor goede prestaties en een lange levensduur van de motor van essentieel belang dat het juiste motoroliepeil wordt gehandhaafd. Als de machine gebruikt wordt met een onjuist oliepeil, kunnen motoronderdelen beschadigd raken.
Opmerking: Controleer het oliepeil bij een uitgeschakelde motor.
1 Controleer de oliepeilstok. Vul olie bij als dit
nodig is.
Perkins-motor 404D-22
Type olie
15W-40
Type olie - koude omstandigheden
5W-40
Perkins-motor 404F-22T
Type olie
15W-40
Type olie - koude omstandigheden
5W-40
Deutz-motor D2.9 L4
Type olie
15W-40
Type olie - koude omstandigheden
5W-40
Deutz-motor TCD 2.2L Stage V
Type olie
15W-40
Type olie - koude omstandigheden
5W-40
Deutz-motor F3L 2011F
Type olie
15W-40
Type olie - koude omstandigheden
5W-40
GM-motor 3.0L I4
Type olie
5W-30
Type olie - koude omstandigheden
5W-30
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Onderhoud
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 69
Peil hydraulische olie controleren
Het is voor een goede werking van de machine van essentieel belang dat het juiste peil van de hydraulische olie wordt gehandhaafd. Bij een onjuist peil van de hydraulische olie kunnen hydraulische onderdelen beschadigd raken. Met dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in het oliepeil vaststellen die kunnen wijzen op problemen met het hydraulische systeem.
1 Zorg ervoor dat de arm zich in de transportstand
bevindt.
2 Inspecteer visueel het kijkglas dat zich aan de
zijkant van de hydraulische-olietank bevindt.
Resultaat: Het peil van de hydraulische olie moet
zich binnen de bovenste 2 inch/5 cm van het kijkglas bevinden.
3 Vul olie bij als dit nodig is. Vul niet te veel bij.
Specificaties hydraulische olie
Type hydraulische olie
Chevron Rando HD-equivalent
Motorkoelvloeistofpeil controleren – vloeistofgekoelde modellen
Het is voor de levensduur van de motor van essentieel belang dat het juiste motorkoelvloeistofpeil wordt gehandhaafd. Indien het koelvloeistofpeil niet juist is, heeft dit invloed op de koelmogelijkheden van de motor en raken motoronderdelen beschadigd. Met dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in het koelvloeistofpeil vaststellen welke kunnen wijzen op problemen met het koelsysteem.
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden.
Pas op voor hete motoronderdelen en hete koelvloeistof. Contact met hete motoronderdelen en/of hete koelvloeistof kan ernstige brandwonden tot gevolg hebben.
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden.
Verwijder de radiateurdop niet wanneer de motor net heeft gedraaid. Contact met koelvloeistof onder druk kan ernstige brandwonden veroorzaken. Laat de motor afkoelen voordat de radiateurdop wordt verwijderd.
1 Controleer het vloeistofpeil in de
koelvloeistoftank. Vul vloeistof bij als dit nodig is.
Resultaat: Het vloeistofpeil moet tot de markering
FULL (vol) van de tank reiken of zichtbaar zijn in
het kijkglas.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Onderhoud
70 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Accu’s controleren
Het is voor een goede en veilige werking van de machine van groot belang dat de accu zich in goede staat bevindt. Een onjuist vloeistofpeil of beschadigde kabels en aansluitingen kunnen schade aan de onderdelen en gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk.
Contact met elektrisch geladen circuits kan de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Doe alle ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk.
Accu’s bevatten zuur. Vermijd morsen en zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
1 Trek beschermende kleding aan en draag een
veiligheidsbril.
2 Zorg ervoor dat de accukabelaansluitingen goed
vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Zorg ervoor dat de accuklemmen op de juiste
plaats goed zijn vastgezet.
Opmerking: Door poolkappen en een corrosiewerend afdichtmiddel aan te brengen, voorkomt u corrosie op de polen en kabels van de accu.
Vereisten ten aanzien van dieselbrandstof
Een goede werking van de motor is afhankelijk van het gebruik van brandstof van goede kwaliteit. Het gebruik van brandstof van goede kwaliteit levert het volgende resultaat op: een lange levensduur van de motor en een aanvaardbaar uitstootniveau.
Hieronder worden de minimale vereisten ten aanzien aan dieselbrandstof voor elke motor vermeld.
Perkins-motor 404D-22
Brandstoftype
Laagzwavelige diesel (LSD)
Perkins-motor 404F-22T
Brandstoftype
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Deutz-motor D2011 L03i
Brandstoftype
Laagzwavelige diesel (LSD)
Deutz-motor D2.9 L4
Brandstoftype
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Deutz-motor TCD 2.2L Stage V
Brandstoftype
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Onderhoud
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 71
Periodiek onderhoud
Onderhoud tijdens inbedrijfstelling, per kwartaal, per jaar en per twee jaar dient te worden uitgevoerd door een persoon die getraind en gekwalificeerd is om onderhoud aan deze machine uit te voeren in overeenstemming met de procedures die te vinden zijn in de service- en onderhoudshandleiding voor deze machine.
Een machine die langer dan drie maanden buiten gebruik is geweest, moet eerst de kwartaalinspectie ondergaan alvorens in gebruik te worden genomen.
Houd u aan alle overheids- en lokale voorschriften aangaande de afvoer en uitbedrijfneming van de machine aan het einde van de levensduur. Raadpleeg de desbetreffende Genie­servicehandleiding voor aanvullende informatie.
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Specificaties
72 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Specificaties
Model
Z®-80/60
Maximum werkhoogte
84 ft
25,6 m
Maximum platformhoogte
78 ft
23,8 m
Maximum transporthoogte
9 ft 10 in
3 m
Maximum horizontaal bereik
60 ft
18,3 m
Breedte
8 ft 2 in
2,5 m
Transportlengte
37 ft
11,3 m
Transportlengte voor vervoer
30 ft
9,1 m
Maximum laadvermogen
500 lbs
227 kg
Maximum windsnelheid
28 mph
12,5 m/s
Wielbasis
9 ft 4 in
2,84 m
Bodemvrijheid
12 in
30 cm
Draaicirkel (buiten) Tweewielbesturing Vierwielbesturing
24 ft 6 in
15 ft
7,5 m 4,5 m
Draaicirkel (binnen) Tweewielbesturing Vierwielbesturing
14 ft 6 in
7 ft
4,4 m 2,1 m
Draaitafelrotatie (in graden)
continu
Draaitafeluitzwaai, secundaire arm neergelaten
7 ft 4 in
2,24 m
Draaitafeluitzwaai, secundaire arm geheven
3 ft 10 in
1,17 m
Omgevingstemperatuur
-20 °F tot 120 °F
-29 °C tot 49 °C
Bedieningselementen
12V DC proportioneel
Afmetingen platform, 6 voet (lengte x breedte)
72 x 30 in
182 x 76 cm
Afmetingen platform, 8 voet (lengte x breedte)
96 x 36 in
244 x 91 cm
Platformnivellering
zelf-nivellerend
Platformrotatie
160°
AC-contactdoos op platform
standaard
Maximum druk hydraulisch systeem (armfuncties)
3.200 psi
220 bar
Systeemspanning
12V
Bandenmaat
18-625, koordlaag 16 FF
Gewicht
37.500 lbs
17.010 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.)
Inhoud brandstoftank, diesel
35 gallon
132 liter
Inhoud brandstoftank, benzine
30 gallon
114 liter
Geluidsuitstoot door de lucht
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau
107 dBA
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation
89 dBa
Niveau geluidsdruk bij platformwerkstation
74 dBa
Totale trillingswaarde waaraan de hand/arm wordt blootgesteld, is niet hoger dan 2,5 m/s2.
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt blootgesteld, is niet hoger dan 0,5 m/s2.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 2WD
Contragewicht heuvelopwaarts
30%
17°
Contragewicht heuvelafwaarts
15%
Dwarshelling
25%
14°
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 4WD
Contragewicht heuvelopwaarts
45%
24°
Contragewicht heuvelafwaarts
35%
19°
Dwarshelling
25%
14°
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen.
Maximaal toegestane helling van het frame
Raadpleeg de sectie
‘Activeringsinstellingen
scheefstandschakelaar’
Rijsnelheden (schuimgevulde banden)
Rijsnelheid, transport
3 mph
40 ft/9,1 sec
4,8 km/u
12,2 m/9,1 sec
Rijsnelheid, geheven of uitgeschoven – alle modellen
0,7 mph
40 ft/40 sec
1,1 km/u
12,2 m/40 sec
Rijsnelheden (banden met hoog flotatievermogen)
Rijsnelheid, transport
1,9 mph
40 ft/13,6 sec
3,1 km/u
12,2 m/13,6 sec
Rijsnelheid, geheven of uitgeschoven – alle modellen
0,44 mph
40 ft/62 sec
0,64 km/u
12,2 m/62 sec
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden
22.500 lbs
10.206 kg
Contactdruk banden
130 psi
9,1 kg/cm2
896 kPa
Ingenomen vloerdruk
377 psf
1.841 kg/m2 18,5 kPa
Opmerking: De informatie over de belasting van de ondergrond is een benadering. De verschillende optionele configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming van toereikende veiligheidsfactoren.
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Specificaties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 73
Z-80 Diagram werkbereik
Max. hoogte
Max. bereik
1
80 ft
24,4 m
11
-10 ft
-3 m
2
70 ft
21,3 m
12
0 ft
0 m
3
60 ft
18,3 m
13
10 ft
3 m
4
50 ft
15,2 m
14
20 ft
6,1 m
5
40 ft
12,2 m
15
30 ft
9,1 m
6
30 ft
9,1 m
16
40 ft
12,2 m
7
20 ft
6,1 m
17
50 ft
15,2 m
8
10 ft
3 m
18
60 ft
18,3 m
9
0 ft
0 m
10
-10 ft
-3 m
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Specificaties
74 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Specificaties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 75
Bedieningshandleiding Achtste uitgave • Eerste druk
Specificaties
76 Z
®
-80/60 Onderdeelnr. 1318180DUGT
Achtste uitgave • Eerste druk Bedieningshandleiding
Specificaties
Onderdeelnr. 1318180DUGT Z®-80/60 77
Z®-80/60
Onderdeelnr. 1318180DUGT
Bedieningshandleiding
Achtste uitgave • Eerste druk
Loading...