Genie Z-62/40 Operator's Manual [nl]

Page 1
Bedieningshandleiding
Serienummers
Z®-62/40
Van Z6215A-101 tot Z6216A-1086
2999
Van Z6216D-101 tot Z6216D-136
CE
Van Z6216M-101 tot Z6216M-399
1500
Van Z62D-150
Van Z62H-3000
met onderhoudsinformatie
Vertaling van originele instructies First Edition F Part No. 1257653DUGT
Van Z6216N-1087 tot Z6216N-
Van Z62M-400 tot
ourth Printing
Page 2
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Voldoet aan EG-richtlijn 2006/42/EG Zie EG
(Veiligheids-)richtlijnen betreffende de levering van machines, 2008
Front Matter
Manufacturer:
Terex Global GmbH Bleicheplatz 2 Schaffhausen, 8200 Switzerland
EU Authorized representative:
Genie Industries B.V. Boekerman 5 4751 XK OUD GASTEL The Netherlands
UK Authorized representative:
Genie UK Limited The Maltings Wharf Road Grantham NG31 6BH UK
Inhoud
Inleiding ..................................................................... 1
Pictogrammen van symbolen en gevaren ................. 5
Algemene veiligheid .................................................. 8
Persoonlijke veiligheid ............................................ 11
Veiligheid werkgebied ............................................. 12
Legenda .................................................................. 22
Bedieningselementen ............................................. 23
Inspecties ................................................................ 31
Bedieningsinstructies .............................................. 45
Sleepinstructies ....................................................... 58
Transport- en hefinstructies .................................... 59
Onderhoud .............................................................. 62
Specificaties ............................................................ 66
Z
Copyright © 2014 Terex Corporation
Eerste uitgave: Vierde druk, April 2024
“Genie” en “Z” zijn gedeponeerde handelsmerken van Terex South Dakota, Inc. in de Verenigde Staten en een groot aantal andere landen.
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
-conformiteitsverklaring
Page 3
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Serielabel
(onder afdekking)
Serienummer
in chassis geslagen
(grondbedieningszijde)
Inleiding
Inleiding
Over deze handleiding
Genie waardeert het dat u onze machine hebt gekozen voor uw gebruik. Onze voornaamste prioriteit is de veiligheid van de gebruiker, waaraan we gezamenlijk moeten werken voor het beste resultaat. Deze handleiding beschrijft de bediening en het dagelijkse onderhoud voor de gebruiker of bediener van een Genie machine.
Deze handleiding dient als vast onderdeel van uw machine te worden beschouwd en moet altijd bij de machine blijven. Neem contact op met Genie als u vragen hebt.
Beoogd gebruik en introductiehandleiding
Deze machine is bedoeld om personeel, met inbegrip van gereedschap en materialen, naar een werklocatie in de lucht te heffen. De bediener dient de introductiehandleiding te lezen en te begrijpen voorafgaand aan het bedienen van de machine.
Elke persoon moet training volgen voor de
bediening van een mobiel hoogwerkerplatform (MEWP).
Elke bevoegde, competente en opgeleide
persoon dient met de MEWP vertrouwd te raken.
Productidentificatie
Het serienummer van de machine bevindt zich op het serielabel.
De machine mag alleen door getraind en
bevoegd personeel worden bediend.
De bediener dient de in de
Bedieningshandleiding vermelde instructies en veiligheidsvoorschriften van de fabrikant te lezen, te begrijpen en na te leven.
De Bedieningshandleiding bevindt zich in de
opbergruimte voor handleidingen op het platform.
Voor specifieke producttoepassingen kunt u
Contact opnemen met de fabrikant.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 1
Page 4
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Platformnivelleringsschakelaar
Platformrotatieschakelaar
Jib
Primaire arm op/neer Draaitafel roteren
Schakelaar ‘primaire arm /uitschuiven’
Secundaire arm op/neer
Rijden vooruit/achteruit
Stuur rechts/links
Platform nivelleren, jib op/neer, primaire arm /inschuiven, primaire arm op/neer en secundaire arm inschuiven/neerlaten.
Draaitafelrotatie en platformrotatie
Inleiding
Symbolen van platformbedieningselementen en gerelateerde beweging van de machine:
Symbolen van grondbedieningselementen en gerelateerde beweging van de machine:
-arm op/neer
-arm uit-
Sequentiële functies en beweging:
Rijden en sturen.
Gekoppelde functies:
Rijsnelheid bij geheven stand.
Rijden bij geheven stand bij niet vlakke
ondergrond.
Rijden ingeschakeld wanneer de arm is
geroteerd voorbij de achterwielen.
Alle platform- en grondbedieningselementen.
Beperkingen van gebruik:
in-
Deze machine is bedoeld om personeel, met
inbegrip van gereedschap en materialen, naar een werklocatie in de lucht te heffen.
Breng het platform pas omhoog als de machine
zich op een stevige, horizontale ondergrond bevindt.
Verbeteringen voor stabiliteit:
2 Z
Schuimgevulde banden. (indien aanwezig).
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 5
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Inleiding
Distributie van bulletins en conformiteit
Voor Genie is de veiligheid van de gebruikers van onze producten van doorslaggevend belang. Genie maakt gebruik van verschillende bulletins om dealers en eigenaars van machines op de hoogte te brengen van belangrijke veiligheids- en productinformatie.
De informatie in de bulletins is van toepassing op specifieke machines. Deze worden aangegeven met het machinemodel en het serienummer.
De bulletins worden beschikbaar gesteld aan de meest recente eigenaar zoals die bij ons bekend is en de bijbehorende dealer. Daarom is het belangrijk uw machine te registreren en uw contactgegevens up-to-date te houden.
Om de veiligheid van personeel en de onafgebroken betrouwbare werking van uw machine te waarborgen, dient u erop toe te zien dat de in een bulletin beschreven maatregelen naar behoren worden uitgevoerd.
Ga naar onze website www.genielift.com om eventuele openstaande bulletins voor uw machine te bekijken.
Contact opnemen met de fabrikant
Het kan soms nodig zijn contact op te nemen met Genie. Als u dit doet, verzoeken we u het model- en serienummer van uw machine en uw naam en contactgegevens te vermelden. Er moet in elk geval over de volgende zaken contact worden opgenomen met Genie:
Meldingen van ongevallen
Vragen met betrekking tot het gebruik en de veiligheid van producten
Normen en informatie over regelgeving en conformiteit
Updates over de huidige eigenaar, zoals wijzigingen in het eigendom van de machine of wijzigingen in uw contactgegevens. Zie Overdracht van eigendom hieronder.
Overdacht van het eigendom van een machine
Door een paar minuten te besteden aan het bijwerken van de eigenaarsgegevens zorgt u ervoor dat u belangrijke informatie over veiligheid, onderhoud en gebruik voor uw machine kunt ontvangen.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
We verzoeken u daarom uw machine te registreren door naar onze website (www.genielift.com) te gaan of in de Verenigde Staten ons gratis telefoonnummer (1-800-536-1800) te bellen.
®
-62/40 3
Page 6
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Op de stickers op deze machine worden symbolen, kleurcoderingen en signaalwoorden gebruikt om het volgende aan te geven:
Veiligheidswaarschuwingssymbool­gebruikt om u te waarschuwen voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsberichten achter het symbool op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, licht tot middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft informatie over mogelijke schade aan eigendommen.
Inleiding
Onderhoud van veiligheidstekens
Gevaar
Als u zich niet houdt aan de instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding, heeft dit de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg.
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Vervang ontbrekende of beschadigde veiligheidstekens. Vergeet nooit de veiligheid van de bediener. Gebruik milde zeep en water om veiligheidstekens te reinigen. Gebruik geen reinigingsmiddelen op basis van een oplosmiddel, aangezien dit het materiaal van een veiligheidsteken kan beschadigen.
Classificatie van gevaren
gevolg zal
U de instructies en veiligheidsvoorschriften van
de fabrikant en de veiligheids- en bedieningshandleidingen en machinestickers hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U de veiligheids- en werkplekvoorschriften van
de werkgever hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U alle van toepassing zijnde
overheidsvoorschriften hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U getraind en gekwalificeerd bent om deze
machine veilig te bedienen.
4 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 7
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Pictogramm en v an s ym bol en e n g evar en
Gevaarlijke situatie: kans op brand
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Brandblusser Verboden te roken
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gebruik geen ether of andere hulpmiddelen voor starten met veel energie bij machines die zijn uitgerust met gloeibougies
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Verboden te roken. Geen vuur. Stop de motor.
Houd voldoende afstand
Specificaties banden
Wielbelasting Windsnelheid
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
Maximum laadvermogen
Handkracht
®
-62/40 5
Gewicht van lasapparaat vermindert laadvermogen
Page 8
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Vastzetpunt Hefpunt
Corrosief zuur
Kleurgecodeerde richtingpijlen
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Vermijd contact Koppel accu los
Vastzetinstructies platform
Hef- en vastzetinstructies
Veiligheidsgordelveranke­ringspunt
Gevaarlijke situatie: machine kan wegglijden
Gevaarlijke situatie: kans op botsing
Hoog aangebrachte obstakels
Spanningsbereik voor voeding naar platform
Drukbereik voor luchtleiding naar platform
6 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 9
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
3 Schuif primaire in
3 Laat primaire neer
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Herstelprocedure indien scheefstandalarm klinkt bij geheven stand.
Platform heuvelopwaarts:
1 Laat primaire neer 2 Laat secundaire neer
Platform heuvelafwaarts:
1 Schuif primaire in 2 Laat secundaire neer
Lees de bedieningshand­leiding
Lees de servicehandleiding
Alleen toegankelijk voor getraind en bevoegd personeel
Hulpsysteem voor neerlaten platform
Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden verbrijzeld
Ondersteun het platform of de arm tijdens onderhoud
Platform overbelast
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 7
Page 10
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Algemene veiligheid
Algemene v eili ghei d
8 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 11
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Algemene veiligheid
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 9
Page 12
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Algemene veiligheid
10 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 13
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijk e veiligheid
Persoonlijke bescherming tegen vallen
Persoonlijke bescherming tegen vallen is bij de bediening van deze machine verplicht.
Inzittenden dienen een (meerpunts-)veiligheidsgordel te dragen en zich te houden aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften. Bevestig de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform.
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van persoonlijke bescherming te voldoen aan de voorschriften van de werkgever, werkplek en overheid.
Alle persoonlijke bescherming tegen vallen dient te voldoen aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften en moet worden gecontroleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies van de fabrikant van de persoonlijke bescherming tegen vallen.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 11
Page 14
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Houd u aan alle overheids en lokale voorschriften aangaande de vereiste af elektriciteitsdraden. In elk geval moet ten minste de vereiste afstand in de tabel worden aangehouden.
Lijnspanning
Vereiste veiligheidsafstand
0
m
5
m
20
m
35
m
50
m
75
m
Blijf uit de buurt van de machine als deze contact maakt met draden onder spanning. Personeel op de grond of op het platform mag de machine niet aanraken of bedienen totdat de elektriciteitsdraden onder spanning zijn uitgeschakeld.
Maximum laadvermogen platform
g
Maximum bezetting 2
Veiligheid werkgebied
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt geen bescherming tegen contact met of nabijheid van elektrische stroom.
elektriciteits-
-
stand tot
tot 50KV 3,05
0 tot 200KV 4,60
0 tot 350KV 6,10
0 tot 500KV 7,62
0 tot 750KV 10,67
0 tot 1.000KV 13,72
Houd rekening met platformbeweging, slingeren en doorhangen van stroomdraden en pas op voor harde wind of windvlagen.
Werk niet met de machine tijdens bliksem of storm.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen
Inzittenden, apparatuur en materialen mogen het maximum laadvermogen van het platform of het maximum laadvermogen van de platformverlenging niet overschrijden.
van het
Het gewicht van opties en accessoires, zoals pijphouders, paneelhouders en lasapparaten, verlaagt het nominale laadvermogen van het platform en moet worden afgetrokken van het totale laadvermogen van het platform. Zie de stickers van de opties en accessoires.
Zorg dat u bij gebruik van accessoires de bijbehorende stickers, instructies en handleidingen leest, begrijpt en zich hieraan houdt.
227 k
12 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 15
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Breng de arm pas omhoog of schuif deze pas uit als de machine o horizontale ondergrond is geplaatst.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platfo heuvelopwaarts:
1
2
3 Schuif de primaire arm
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelafwaarts:
1 Schuif de primaire arm
2
3
Breng de arm niet omhoog wanneer de wind harder dan 12, Wanneer de windsnelheid 12,
/s overschrijdt terwijl de arm omhoog is gebracht, breng dan de arm omlaag en werk niet verder met de machine.
Veiligheid werkgebied
p een stevige,
rm
Vertrouw niet op het scheefstandalarm ter indicatie van een vlakke stand. Het scheefstandalarm klinkt uitsluitend op het platform wanneer de machine zich op een steile helling bevindt.
Als het scheefstandalarm klinkt terwijl de arm wordt neergelaten: Schuif de arm niet uit en draai of hef deze niet boven de horizontale lijn. Plaats de machine op een stevige, horizontale ondergrond voordat u het platform omhoogbrengt.
Als het scheefstandalarm klinkt bij geheven platform, dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan. Het indicatielampje ‘machine niet vlak’ gaat branden en de rijfunctie in een of beide richtingen werkt niet. Bepaal de toestand van de arm ten opzichte van de helling zoals in de procedure voor het scheefstandalarm aangegeven. Volg de stappen om de arm neer te laten voordat u de machine verplaatst naar een stevige, horizontale ondergrond. Draai de arm niet terwijl deze wordt neergelaten.
Laat de primaire arm
neer.
Laat de secundaire
arm neer.
in.
in.
Laat de secundaire
arm neer.
Laat de primaire arm
neer.
5 m/s waait.
5 m
Werk niet met de machine bij harde wind of bij windstoten. Vergroot het oppervlak van het platform of de lading niet. Als u het oppervlak vergroot dat aan de wind is blootgesteld, neemt de stabiliteit van de machine af.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 13
Page 16
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Wees uiterst voorzichtig en houd een lage snelheid aan wanneer met de machine in de transportstand wordt gereden over oneffen terrein, puin, een onstabiele of gladde ondergrond en vlakbij gaten of afgereden kanten.
Duw niet tegen en trek niet aan objecten die zich buiten het platform bevinden.
Maximaal toegestane handkracht
Veiligheid werkgebied
Breng geen veranderingen aan in machineonderdelen en schakel machineonderdelen die op enige wijze invloed hebben op de veiligheid en de stabiliteit niet uit.
Vervang onderdelen die van invloed zijn op de stabiliteit van de machine niet door onderdelen met een ander gewicht of andere specificaties.
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein en oppervlakken die niet stabiel zijn of in andere gevaarlijke omstandigheden als de arm geheven of uitgeschoven is.
Gebruik de machine niet als kraan.
Gebruik de arm niet om de machine of andere objecten te duwen.
Vermijd contact tussen de arm en aangrenzende constructies.
Maak de arm of het platform niet vast aan aangrenzende constructies.
Plaats ladingen niet buiten de randen van het platform.
– 400 N
Vervang de in de fabriek geïnstalleerde banden niet door banden met een andere specificatie of een andere classificatie van de koordlaag.
Vervang de in de fabriek gemonteerde schuimgevulde banden niet door luchtgevulde banden. Het gewicht van de wielen is van doorslaggevend belang voor de stabiliteit.
Gebruik de platformbediening niet om een platform vrij te maken dat is vastgeklemd of is blijven haken of dat op andere wijze niet normaal kan bewegen vanwege een aangrenzende constructie. Er mogen zich geen personen op het platform bevinden als geprobeerd wordt het platform met behulp van de grondbediening vrij te maken.
Breng geen aanpassingen of wijzigingen in een mobiel hoogwerkerplatform aan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Montage van houders voor gereedschappen of andere materialen op het platform, de voetplaten of het veiligheidsrelingsysteem kan het gewicht op het platform en het oppervlak van het platform of de lading vergroten.
14 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 17
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Plaats of bevestig geen vast lading op/aan enig deel van deze machine.
Plaats geen ladders of steigers op het platform of tegen welk deel van deze machine dan ook.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 2WD
Platform heuvelafwaarts
30%
(17°)
Platform heuvelopwaarts
10%
(6°)
Dwarshelling
25%
(14°)
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 4WD Platform heuvelafwaarts
45%
(24°)
Platform heuvelopwaarts
30%
(17°)
Dwarshelling
25%
(14°)
Veiligheid werkgebied
Gevaren van bediening op
e of overhangende
hellingen
Vervoer alleen gereedschappen en materialen als deze gelijkmatig zijn verdeeld en veilig door de persoon/personen op het platform kunnen worden gehanteerd.
Gebruik de machine niet op een bewegende of mobiele ondergrond of een bewegend voertuig.
Zorg ervoor dat de banden in goede staat verkeren en de wielmoeren zijn vastgedraaid.
Rijd niet met de machine op een helling die steiler is dan de voor de machine toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. De toelaatbare hellingshoek is uitsluitend van toepassing op machines die in de transportstand staan.
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen. Zie Rijden op een helling in de sectie Bedieningsinstructies.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 15
Page 18
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Inzittenden dienen een (meerpunts del te dragen en zich te houden aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften. Be veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform.
Zit, sta of klim niet op de platformveiligheidsreling. Ga altijd stevig op de platformvloer staan.
Klim niet van het platform naar beneden als dit geheven is.
Houd rekening met beperkt zicht en dode hoeken terwijl u rijdt of de machine bedient.
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: kans op
vallen
-)veiligheidsgor-
vestig de
Gevaarlijke situatie: kans op
botsing
Houd rekening met de stand van de arm en de uitzwaai wanneer de draaitafel wordt geroteerd.
Controleer het werkgebied op hoog aangebrachte obstakels en andere mogelijke gevaren.
Wees u bewust van het risico van verbrijzeling wanneer u de platformveiligheidsreling vasthoudt.
Houd de vloer van het platform vrij van puin.
Laat het platformtoegangsmiddenstuk neer of sluit het toegangshek voordat u de machine in bedrijf neemt.
Betreed of verlaat het platform pas wanneer de machine in de transportstand staat en het platform volledig is neergelaten.
Er is in het ontwerp van de machine rekening gehouden met gevaren in verband met de specifieke producttoepassing waarbij men het platform verlaat terwijl dit is geheven. Neem voor meer informatie contact op met Genie (zie het gedeelte Contact opnemen met de fabrikant).
16 Z
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van persoonlijke bescherming te voldoen aan de voorschriften van de werkgever, werkplek en overheid.
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 19
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Laat de arm pas neer als het gebied eronder vrij i van mensen en obstakels.
Stem de rijsnelheid af op de ondergrond, beschikbare ruimte, helling, plaats van medewerkers en eventuele andere factoren die tot een botsing kunnen leiden.
Veiligheid werkgebied
Houd u aan de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis voor de rij- en stuurfuncties.
s
Gevaarlijke situatie: lichamelijk
letsel mogelijk
Bedien de machine altijd in een goed geventileerde ruimte om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen.
Werk niet met de machine als er hydraulische olie weglekt of als er perslucht ontsnapt. Perslucht of hydraulische olie kan de huid binnendringen en/of brandwonden veroorzaken.
Onjuist contact met onderdelen die zich onder een afdekking bevinden, heeft ernstig lichamelijk letsel tot gevolg. Alleen getraind onderhoudspersoneel mag compartimenten openen. De bediener wordt geadviseerd compartimenten alleen tijdens de inspectie voor het gebruik te openen. Alle compartimenten moeten tijdens bedrijf zijn gesloten en vastgezet.
Bedien een arm niet als de machine zich in de route van een kraan bevindt, tenzij de bediening van de kraan is geblokkeerd en/of er voorzorgsmaatregelen zijn genomen om een mogelijke botsing te voorkomen.
Ga niet stuntrijden en speel geen spelletjes terwijl u een machine bedient.
Explosie- en brandgevaar
Start de motor niet als u LPG, benzine, dieselolie of andere explosieve substanties ruikt of opmerkt.
Vul geen brandstof bij terwijl de motor draait.
Vul brandstof alleen bij en laad accu’s alleen in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken, vlammen of brandende tabak.
Bedien de machine niet en laad de accu niet op op gevaarlijke plaatsen of op plaatsen waar mogelijk brandbare of explosieve gassen of deeltjes aanwezig zijn.
Spuit geen ether in motoren die met gloeibougies zijn uitgerust.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 17
Page 20
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Accu’s bevatten zuur. Trek altijd beschermende kleding aan en draag een veiligheidsbril wanneer u met accu’s werkt.
Vermijd morsen en zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
Houd vonken, vlammen en brandende tabak uit de buurt van accu’s. Accu’s geven een explosief gas af.
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: machine
beschadigd
Gebruik geen beschadigde of niet goed functionerende machine.
Voer een grondige inspectie voor het gebruik van de machine uit en test alle functies voor elke dienst. Voorzie een beschadigde of niet goed functionerende machine van een label en neem deze onmiddellijk uit bedrijf.
Zorg ervoor dat alle onderhoud is uitgevoerd volgens de specificaties in deze handleiding en in de desbetreffende Genie servicehandleiding.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en leesbaar zijn.
Zorg ervoor dat de bedieningshandleiding compleet en leesbaar is en zich in de opbergruimte op de machine bevindt.
Gevaarlijke situatie: onderdelen
kunnen beschadigd raken
Gebruik geen accu of acculader van meer dan 12V als starthulp.
Veiligheid accu
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Bedien de machine niet op plaatsen waar mogelijk hoogmagnetische velden aanwezig zijn.
18 Z
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Vermijd contact met elektrische contacten.
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 21
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Veiligheid paneelhouders
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de paneelhouders meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het platform niet.Het gezamenlijke gewicht van de houders, panelen, inzittenden, gereedschap en enige andere apparatuur mag het nominale vermogen niet overschrijden.
Het paneelhouderpakket weegt 13,6 kg.
Het maximum laadvermogen van de paneelhouders is 113 kg.
Het gewicht van de paneelhouders en de lading in de paneelhouders kan de maximum bezetting op het platform beperken tot één persoon.
Maak de houders vast aan het platform. Zet de panelen met de meegeleverde banden vast aan de platformreling.
Gebruik dit alleen als u voldoende bent getraind en u zich bewust bent van alle gevaren die gepaard gaan met het heffen van panelen.
Stel de machine niet bloot aan horizontale krachten of zijbelasting door een vaste of overhangende lading te heffen of neer te laten.
Maximum verticale hoogte van panelen: 1,2 m.
Maximum windsnelheid: 6,7 m/sec.
2
Maximum paneelgebied: 3 m
.
Veiligheid pijphouder
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de pijphouders meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het platform niet.Het pijphouderpakket en het gewicht in de pijphouders verlagen het nominale laadvermogen van het platform en moeten met het totale laadvermogen van het platform worden verrekend.
Het pijphouderpakket weegt 9,5 kg.
Het maximum laadvermogen van het pijphouderpakket is 91 kg.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de lading in de pijphouders kan de maximum bezetting op het platform beperken.
Centreer de lading tussen de randen van het platform.
Maak de lading aan het platform vast.
Blokkeer de in- of uitgang van het platform niet.
Blokkeer de platformbediening en de rode noodstopknop niet.
Gebruik dit alleen als u voldoende bent getraind en u zich bewust bent van alle gevaren die gepaard gaan met platformbeweging met een overhangende lading.
Stel de machine niet bloot aan horizontale krachten of zijbelasting door een vaste of overhangende lading te heffen of neer te laten.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk. Houd pijpen uit de buurt van alle elektrische geleiders.
®
-62/40 19
Page 22
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Maximum sleepsnelheid
m/u
Maximum sleepduur bij 1
inuten
Maximum sleepduur bij 1
inuten
Veiligheid werkgebied
Veiligheid bij lassen
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de lasvoedingseenheid meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Sluit lasleidingen en -kabels pas aan als de lasvoedingseenheid met de platformbediening is uitgeschakeld.
Gebruik de machine pas als de laskabels juist zijn aangesloten en het lasapparaat juist is geaard.
Het gewicht van het lasapparaat verlaagt het nominale laadvermogen van het platform en moet met het totale laadvermogen van het platform worden verrekend. De lasvoedingsleiding weegt 75 lb/34 kg.
Gebruik het lasapparaat alleen als er in de nabijheid een brandblusser beschikbaar is voor direct gebruik.
Veiligheid sleeppakket
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met het sleeppakket meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Wanneer het voertuig zich in de vrijloopconfiguratie bevindt, zijn er geen remmen en kan de machine bewegen, wat de dood, ernstig lichamelijk letsel of schade aan eigendommen tot gevolg kan hebben.
Overschrijd de maximum sleepsnelheid of maximum sleepduur niet.
12,87 k
3 km/u 30 m
0 km/u 60 m
20 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 23
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Blokkering na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
achterwielen bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 21
Page 24
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Legenda
Legenda
Op afbeeldingen in deze handleiding wordt mogelijk een arm met wielen en banden in plaats van rupsbanden weergegeven. Alle veiligheidsinformatie en bedieningsinstructies blijven van toepassing op de Z-62/40 TRAX, zelfs als de afbeelding geen rupsbanden weergeeft.
1 Voetschakelaar 2 Opbergruimte voor handleiding 3 Schuifbaar middenstuk 4 Veiligheidsgordelverankeringspunt 5 Modellen met tweewielbesturing: Achterwiel
Modellen met vierwielbesturing: Wiel aan cirkelzijde
6 Modellen met tweewielbesturing: Stuurwiel
Modellen met vierwielbesturing: Wiel aan vierkantzijde
22 Z
7 Grondbediening 8 Primaire arm 9 Jib 10 Platformbediening 11 Platform 12 Secundaire arm
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 25
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Bedienings elem ent en
Het grondbedieningsstation moet worden gebruikt om het platform voor opslagdoeleinden en functietests omhoog te brengen. Het grondbedieningsstation kan in noodgevallen worden gebruikt om een hulpbehoevende persoon op het platform te redden. Als het grondbedieningsstation wordt geselecteerd, worden de platformbedieningselementen, met inbegrip van de noodstopschakelaar, buiten werking gesteld.
Grondbedieningspaneel
1 Functie-inschakelknop 2 Schakelaar ‘secundaire arm
op/neer’
3 Schakelaar ‘primaire arm
op/neer’
4 Schakelaar 'primaire arm in-
/uitschuiven'
5 Urenteller
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
6 Benzine-/LPG-modellen:
Lampje ‘motor controleren’ Dieselmodellen: Indicatielampje ‘oliedruk’
7 Indicatielampje ‘overbelasting
platform’
8 Contactslot voor selectie
grondbediening/uit/platformbedi
ening 9 Rode noodstopknop 10 Schakelaar ‘jib op/neer’
11 Benzine-/LPG-modellen:
Brandstofkeuzeschakelaar 12 Platformnivelleringsschakelaar 13 Motortoerentalkeuzeschakelaar 14 Dieselmodellen:
Gloeibougieschakelaar (indien
aanwezig) 15 Motorstartschakelaar 16 Platformrotatieschakelaar 17 Hulpvoedingschakelaar met
afdekklepje 18 Draaitafelschakelaar
®
-62/40 23
Page 26
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Bedieningselementen
Grondbedieningspaneel
1 Functie-inschakelknop
Houd de functie-inschakelknop ingedrukt om de functies op het grondbedieningspaneel in werking te stellen.
2 Schakelaar ‘secundaire arm op/neer’
Beweeg de schakelaar ‘secundaire arm op/neer’ omhoog om de secundaire arm omhoog te brengen. Beweeg de schakelaar ‘secundaire arm op/neer’ omlaag om de secundaire arm neer te laten.
3 Schakelaar ‘primaire arm op/neer’
Beweeg de schakelaar ‘primaire arm op/neer’ omhoog om de arm omhoog te brengen. Beweeg de schakelaar ‘primaire arm op/neer’ omlaag om de arm neer te laten.
4 Schakelaar 'primaire arm in-/uitschuiven'
Beweeg de schakelaar ‘primaire arm in­/uitschuiven’ naar rechts om de primaire arm uit te schuiven. Beweeg de schakelaar ‘arm in­/uitschuiven’ naar links om de primaire arm in te schuiven.
5 Urenteller
De urenteller geeft het aantal uren weer dat de machine in werking is.
6 Benzine-/LPG-modellen: Lampje ‘motor
controleren’ Dieselmodellen: Indicatielampje ‘oliedruk’
Lampje brandt en de motor is afgeslagen: Voorzie de machine van een label en neem deze uit bedrijf. Lampje brandt en de motor draait nog: Neem binnen 24 uur contact op met onderhoudspersoneel.
7 Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast. De motor stopt en er treden geen functies in werking. Verwijder gewicht tot het lampje uitgaat en start vervolgens de motor opnieuw.
8 Contactslot voor selectie
grondbediening/uit/platformbediening
Draai het contactslot naar de grondstand om met de grondbediening te werken. Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ om de machine uit te schakelen. Draai het contactslot naar de platformstand om met de platformbediening te werken.
9 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten en de motor uit te schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
10 Schakelaar ‘jib op/neer’
Beweeg de schakelaar ‘jib op/neer’ omhoog om de jib omhoog te brengen. Beweeg de schakelaar ‘jib op/neer’ omlaag om de jib neer te laten.
24 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 27
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
11 Benzine-/LPG-modellen:
Brandstofkeuzeschakelaar
Beweeg de brandstofkeuzeschakelaar naar de benzinestand om benzine te selecteren. Beweeg de brandstofkeuzeschakelaar naar de LPG-stand om LPG te selecteren.
12 Platformnivelleringsschakelaar
Beweeg de platformnivelleringsschakelaar omhoog om het platform omhoog te brengen. Beweeg de platformnivelleringsschakelaar omlaag om het platform neer te laten.
13 Motortoerentalkeuzeschakelaar
Beweeg de motortoerentalkeuzeschakelaar naar de schildpad voor laag stationair. Beweeg de motortoerentalkeuzeschakelaar naar het konijn voor hoog stationair.
14 Dieselmodellen:Gloeibougieschakelaar (indien
aanwezig)
Beweeg de gloeibougieschakelaar naar een van beide zijden en houd deze 3 tot 5 seconden vast.
15 Motorstartschakelaar
Beweeg de motorstartschakelaar naar een van beide zijden om de motor te starten.
16 Platformrotatieschakelaar
Beweeg de platformrotatieschakelaar naar rechts om het platform naar rechts te draaien. Beweeg de platformrotatieschakelaar naar links om het platform naar links te draaien.
17 Hulpvoedingschakelaar met afdekklepje
Gebruik hulpvoeding als de primaire krachtbron defect is.
Houd de hulpvoedingschakelaar ingeschakeld en activeer tegelijkertijd de gewenste functie.
18 Draaitafelschakelaar
Beweeg de draaitafelschakelaar naar rechts om de draaitafel naar rechts te draaien. Beweeg de draaitafelschakelaar naar links om de draaitafel naar links te draaien.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 25
Page 28
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Bedieningselementen
Platformbedieningspaneel
1 Claxonknop 2 Platformnivelleringsschakelaar 3 Platformrotatieschakelaar 4 Schakelaar ‘jib op/neer’ 5 Indicatielampje ‘overbelasting platform’ 6 Indicatielampje ‘machine niet vlak’ 7 Hulpvoedingschakelaar met afdekklepje 8 Rijsnelheidkeuzeschakelaar
26 Z
9 Verwarming platformbedieningskast (indien
aanwezig) 10 Generatorschakelaar (indien aanwezig) 11 Prioriteitsschakelaar vliegtuigbescherming (indien
aanwezig) 12 Stuurmodus-keuzeschakelaar (indien aanwezig) 13 Rode noodstopknop 14 Twee-assige proportionele joystick voor rij- en
stuurfuncties
OF
Proportionele joystick voor rijfunctie en
duimschakelaar voor stuurfunctie
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 29
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
15 Indicatielampje ‘rijden ingeschakeld’ 16 Rijschakelaar 17 Dieselmodellen:Gloeibougieschakelaar 18 Motortoerentalkeuzeschakelaar
Schildpad: door voetschakelaar geactiveerd laag stationair
Konijn: door voetschakelaar geactiveerd hoog stationair
19 Motorstartschakelaar
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
20 Benzine-/LPG-modellen: Brandstofkeuzeschakelaar 21 Proportionele joystick voor de functie ‘secundaire
arm op/neer’ 22 Schakelaar 'primaire arm in-/uitschuiven' 23 Twee-assige proportionele joystick voor de functies
‘primaire arm op/neer’ en ‘links/rechts-
draaitafelrotatie’
®
-62/40 27
Page 30
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
platformnivelleringsschakelaar
platformrotatieschakelaar
platformrotatieschakelaar
Beweeg de schakelaar ‘jib
Beweeg de schakelaar ‘jib op/neer’ omlaag om de jib
Bedieningselementen
Platformbedieningspaneel
1 Claxonknop
Druk op deze knop om de claxon te laten klinken. Laat de knop los om de claxon te stoppen.
2 Platformnivelleringsschakelaar
Beweeg de platformnivelle­ringsschakelaar omhoog om het platform omhoog te brengen. Beweeg de
omlaag om het platform neer te laten.
3 Platformrotatieschakelaar
Beweeg de
naar rechts om het platform naar rechts te draaien. Beweeg de
naar links om het platform naar links te draaien.
4 Schakelaar ‘jib op/neer’
op/neer’ omhoog om de jib omhoog te brengen.
neer te laten.
5 Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast. De motor stopt en er treden geen functies in werking. Verwijder gewicht tot het lampje uitgaat en start vervolgens de motor opnieuw.
6 Indicatielampje ‘machine niet vlak’
Het indicatielampje 'machine niet vlak' gaat branden zodra het scheefstandalarm klinkt.
7 Hulpvoedingschakelaar met afdekklepje
Gebruik hulpvoeding als de primaire krachtbron defect is.
Houd de hulpvoedingschakelaar ingeschakeld en activeer tegelijkertijd de gewenste functie.
8 Rijsnelheidkeuzeschakelaar
Symbool ‘machine op helling’: lage snelheid voor hellingen. Symbool ‘machine op horizontale ondergrond’: hoge snelheid voor maximum rijsnelheid.
9 Verwarming platformbedieningskast (indien
aanwezig)
Beweeg de verwarmingsschakelaar omhoog om de verwarming van de platformbedieningskast in te schakelen. Beweeg de verwarmingsschakelaar omlaag om de verwarming van de platformbedieningskast uit te schakelen.
10 Generatorschakelaar (indien aanwezig)
Beweeg de generatorschakelaar omhoog om de generator in te schakelen. Beweeg de schakelaar omlaag om de generator uit te schakelen.
11 Prioriteitsschakelaar vliegtuigbescherming
(indien aanwezig)
Beweeg de prioriteitsschakelaar van de vliegtuigbescherming en houd deze vast om de machine te bedienen als het stootrubber van het platform een voorwerp raakt.
12 Stuurmodus-keuzeschakelaar (indien aanwezig)
Beweeg de stuurmodus-keuzeschakelaar naar links voor vierkantzijdebesturing. Beweeg de stuurmodus-keuzeschakelaar naar rechts voor gecoördineerde besturing.
28 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 31
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
13 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten en de motor uit te schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
14 Twee-assige proportionele joystick voor rij- en
stuurfuncties OF Proportionele joystick voor rijfunctie en duimschakelaar voor stuurfunctie.
Beweeg de joystick in de richting van de blauwe pijl op het bedieningspaneel om de machine vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de gele pijl om de machine achteruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de blauwe driehoek om de machine naar links te sturen. Beweeg de joystick in de richting van de gele driehoek om de machine naar rechts te sturen. OF Beweeg de joystick in de richting van de blauwe pijl op het bedieningspaneel om de machine vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de gele pijl om de machine achteruit te laten rijden. Druk op de linkerzijde van de duimschakelaar om de machine naar links te sturen. Druk op de rechterzijde van de duimschakelaar om de machine naar rechts te sturen.
15 Indicatielampje ‘rijden ingeschakeld’
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat de arm
net voorbij een van beide achterwielen is
gedraaid en de rijfunctie is uitgeschakeld.
16 Rijschakelaar
Houd de rijschakelaar naar een van beide zijden
en verplaats de rij-joystick langzaam uit het
midden om te rijden terwijl het lampje ‘rijden
ingeschakeld’ brandt. Houd er rekening mee dat
de machine kan gaan rijden in de richting die
tegengesteld is aan de richting waarin de rij- en
stuurbedieningselementen worden bewogen.
17 Dieselmodellen: Gloeibougieschakelaar
Beweeg de gloeibougieschakelaar naar een van
beide zijden en houd deze 3 tot 5 seconden vast.
18 Motortoerentalkeuzeschakelaar
Beweeg de motortoerentalkeuzeschakelaar naar
de schildpad voor een door de voetschakelaar
geactiveerd laag stationair.
Beweeg de motortoerentalkeuzeschakelaar naar
het konijn voor een door de voetschakelaar
geactiveerd hoog stationair.
19 Motorstartschakelaar
Beweeg de motorstartschakelaar naar een van
beide zijden om de motor te starten.
20 Benzine-/LPG-modellen:
Brandstofkeuzeschakelaar
Beweeg de brandstofkeuzeschakelaar naar de
benzinestand om benzine te selecteren. Beweeg
de brandstofkeuzeschakelaar naar de LPG-stand
om LPG te selecteren.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 29
Page 32
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
omhoog om de primaire arm in
om de primaire arm omhoog te
draaitafel naar links te draaien.
Bedieningselementen
21 Proportionele joystick voor de functie ‘secundaire
arm op/neer’
Beweeg de joystick omhoog om de secundaire arm omhoog te brengen. Beweeg de joystick omlaag om de secundaire arm neer te laten.
22 Schakelaar 'primaire arm in-/uitschuiven'
Beweeg de schakelaar 'primaire arm in-/uitschuiven'
te schuiven. Beweeg de schakelaar 'arm in-/ uitschuiven' omlaag om de primaire arm uit te schuiven.
23 Twee-assige proportionele joystick voor de
functies ‘primaire arm op/neer’ en ‘links/rechts­draaitafelrotatie’
Beweeg de joystick omhoog
brengen. Beweeg de joystick omlaag om de primaire arm neer te laten.
Beweeg de joystick naar rechts om de draaitafel naar rechts te draaien. Beweeg de joystick naar links om de
30 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 33
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Inspecties
Grondbeginselen inspectie voor het gebruik
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om een inspectie voor het gebruik en periodiek onderhoud uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie die de bediener voor elke dienst uitvoert. De inspectie is bedoeld om te ontdekken of er iets kennelijk mis is met de machine voordat de bediener de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te bepalen of periodieke onderhoudsprocedures vereist zijn. Alleen de gedeelten van het periodieke onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Raadpleeg de lijst op de volgende pagina en controleer alle punten.
Indien er schade wordt ontdekt of een ongeautoriseerde wijziging van de toestand waarin de machine door de fabriek is geleverd, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
Reparaties aan de machine mogen alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant. Als de reparaties voltooid zijn, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik uitvoeren voordat de functietests worden uitgevoerd.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
®
-62/40 31
Page 34
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Inspecties
Inspectie voor het gebruik
Zorg ervoor dat de bedieningshandleiding
compleet en leesbaar is en zich in de opbergruimte in het platform bevindt.
Zorg ervoor dat alle stickers zich op hun plaats
bevinden en leesbaar zijn. Zie de sectie Inspecties.
Ga na of er een lek van hydraulische olie is en
controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig gedestilleerd water bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een motorolielek is en controleer het
oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een koelvloeistoflek is en controleer
het motorkoelvloeistofpeil. Vul indien nodig koelvloeistof bij. Zie de sectie Onderhoud.
Controleer de rubberen rupsbanden op tekenen
van slijtage, scheuren en insnijdingen.
Controleer de volgende onderdelen of gedeelten op schade, onjuist geplaatste of ontbrekende onderdelen en ongeautoriseerde aanpassingen:
Elektrische onderdelen, bedrading en
elektrische kabels
Hydraulische slangen, koppelingen, cilinders
en ventielenblokken
Motor en bijbehorende onderdelen
Eindschakelaars en claxon
Contactalarm (indien aanwezig)
Alarmen en flitslampen (indien aanwezig)
Moeren, bouten en andere bevestigingen
Platformtoegangsmiddenstuk of -hek
Veiligheidsgordelverankeringspunt
Ladingscel platform
Generator (indien aanwezig)
Banden en wielen
Controleer de gehele machine op:
Scheuren in lasnaden of constructiedelen
Deuken of beschadigingen aan de machine
Overmatige roest, corrosie of oxidatie
Controleer of alle constructiedelen en andere
cruciale onderdelen aanwezig zijn en of alle bijbehorende bevestigingen en pennen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgemaakt.
Controleer nadat u de inspectie hebt voltooid of
alle compartimentafdekkingen op hun plaats zitten en zijn vergrendeld.
Brandstoftank en hydraulische tank
Rij- en draaitafelmotoren en aandrijfnaven
Glijblokken
Rupsbanden, tandwiel, tussenwiel, draaistel,
onderstel/frame, spanner
32 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 35
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Grondbeginselen functietests
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
Zorg ervoor dat u de functietests kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. De bediener moet de stapsgewijze instructies volgen om alle machinefuncties te testen.
Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen. Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
Als de reparaties zijn voltooid, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik en de functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik wordt genomen.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 33
Page 36
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
7
9
platformbediening uit naar de
10
scheefstandschakelaar naast
14
Inspecties
Grondbediening
Scheefstandschakelaar testen
1 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van gevaren is.
2 Draai het contactslot naar grondbediening.
3 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Resultaat: De flitslamp (indien aanwezig) dient te
knipperen.
4 Start de motor. Zie de sectie
Bedieningsinstructies.
Noodstop testen
5 Druk de rode noodstopknop in naar de stand
‘uit’.
Resultaat: De motor wordt na 2 tot 3 seconden
uitgeschakeld.
6 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’ en start de motor opnieuw.
Machinefuncties testen
Druk niet op de functie-
inschakelknop. Probeer elke arm­en platformfunctietuimelschakelaar te activeren.
Resultaat: Geen enkele arm- of platformfunctie
mag in werking treden.
8 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt en
activeer elke tuimelschakelaar voor de arm- en platformfuncties.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen. Het daalalarm dient te klinken terwijl de arm wordt neergelaten.
Draai het contactslot naar
platformbediening.Trek de rode noodstopknop op de
stand ‘aan’.
Open de draaitafelafdekking
aan de bedieningspaneelzijde en lokaliseer de
het ventielenblok.
11 Druk een kant van de scheefstandschakelaar
omlaag.
Resultaat: Het alarm op het platform dient te
klinken.
Hulpvoeding-bedieningselementen testen
12 Draai het contactslot naar grondbediening en
schakel de motor uit.
13 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Houd de hulpvoedingschakelaar
ingeschakeld en activeer tegelijkertijd elke armfunctietuimelschakelaar.
Opmerking: Test elke functie gedurende een gedeeltelijke cyclus om accu’s te sparen.
Resultaat: Alle armfuncties dienen in werking te
treden.
34 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 37
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Platformbediening
Noodstop testen
15 Draai het contactslot naar platformbediening en
start de motor opnieuw.
16 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand ‘uit’.
Resultaat: De motor wordt na 2 tot 3 seconden
uitgeschakeld.
17 Trek de rode noodstopknop uit en start de motor
opnieuw.
Claxon testen
18 Druk op de claxonknop.
Resultaat: De claxon dient te klinken.
Voetschakelaar testen
19 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand ‘uit’.
20 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’, maar start de motor niet.
21 Druk de voetschakelaar in en probeer de motor
te starten door de starttuimelschakelaar naar een van beide zijden te verplaatsen.
Resultaat: De motor mag niet starten.
22 Druk de voetschakelaar niet in en start de motor
opnieuw.
Resultaat: De motor moet starten.
23 Druk de voetschakelaar niet in en test elke
machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
Machinefuncties testen
24 Druk de voetschakelaar in.
25 Activeer elke joystick of tuimelschakelaar voor
machinefuncties.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen.
Modellen met tweewielbesturing
Test de stuurinrichting
26 Druk de voetschakelaar in.
27 Druk de duimschakelaar op de rij-joystick in de
richting aangegeven door de blauwe driehoek op
het bedieningspaneel OF beweeg de joystick
langzaam in de richting aangegeven door de
blauwe driehoek.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien waarin de blauwe driehoeken op het
rijchassis wijzen.
28 Druk de duimschakelaar in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het
bedieningspaneel OF verplaats de rij-joystick
langzaam in de richting aangegeven door de
gele driehoek.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien waarin de gele driehoeken op het
rijchassis wijzen.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 35
Page 38
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Inspecties
Modellen met vierwielbesturing
Test de stuurinrichting
29 Beweeg de stuurmodus-keuzeschakelaar en kies
besturing van de vierkantzijde (blauwe pijl).
30 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
31 Verplaats de joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
32 Beweeg de stuurmodus-keuzeschakelaar en kies
de gecoördineerde besturing.
33 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen. De wielen aan de cirkelzijde dienen in de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
34 Verplaats de joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de gele driehoek.
35 Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen. De wielen aan de cirkelzijde dienen in de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
Test het rijden en de remmen
36 Druk de voetschakelaar in.
37 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
die wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en zet de joystick vervolgens weer in de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl op het rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
38 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en verplaats de joystick vervolgens weer naar de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de gele pijl op het rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de machine tegen te houden op elke helling die door de machine kan worden genomen.
36 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 39
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Gebruik richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting te bepalen.
Inspecties
Rij-inschakelsysteem testen
39 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer in
de transportstand.
40 Roteer de draaitafel totdat de primaire arm
voorbij een van de achterwielen of wielen aan cirkelzijde wordt bewogen.
Resultaat: Het
indicatielampje ‘rijden ingeschakeld’ dient te gaan branden en te blijven branden zolang de arm zich in het aangegeven bereik bevindt.
41 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie mag niet in werking
treden.
42 Houd de rij-tuimelschakelaar naar een van beide
zijden vast en verplaats de rij-joystick langzaam uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie moet in werking treden.
Opmerking: Als het rij-inschakelsysteem in gebruik is, kan de machine gaan rijden in een richting die tegengesteld is aan de richting waarin de joystick voor rijden en sturen wordt bewogen.
de kleurgecodeerde
Beperkte rijsnelheid testen
43 Druk de voetschakelaar in.
44 Breng de primaire arm ongeveer 61 cm omhoog.
45 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
de primaire arm geheven mag niet hoger zijn dan
30 cm/s.
46 Laat de primaire arm neer in de transportstand.
47 Schuif de primaire arm ongeveer 61 cm uit.
48 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
de primaire arm uitgeschoven mag niet hoger
zijn dan 30 cm/s.
49 Schuif de primaire arm in naar de transportstand.
50 Breng de secundaire arm ongeveer 61 cm
omhoog.
51 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
de secundaire arm geheven mag niet hoger zijn
dan 30 cm/s.
52 Laat de secundaire arm neer in de
transportstand.
Als de rijsnelheid met geheven primaire of secundaire arm of uitgeschoven primaire arm hoger is dan 30 cm per seconde, dient de machine onmiddellijk te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 37
Page 40
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Inspecties
Afschakeling rij-kantelhoek testen
53 Druk de voetschakelaar in.
54 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de chassishellingshoek groter dan 2,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
55 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de primaire arm vanuit de transportstand omhoog (tot ongeveer 10° boven de horizontale lijn).
56 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassishellingshoek groter dan 2,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 2,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
57 Laat de primaire arm neer in de transportstand.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
58 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
schuif de primaire arm ongeveer 1,6 ft/0,5 m uit.
59 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassishellingshoek groter dan 2,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 2,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
60 Schuif de primaire arm in naar de transportstand.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
61 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
62 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de chassishellingshoek groter dan 2,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
63 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de secundaire arm vanuit de transportstand omhoog (tot ongeveer 15° boven de horizontale lijn).
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 2,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
64 Laat de secundaire arm neer in de
transportstand of rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
65 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
66 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de primaire arm vanuit de transportstand omhoog (tot ongeveer 10° boven de horizontale lijn).
67 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
68 Laat de primaire arm neer in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
38 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 41
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
69 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
schuif de primaire arm ongeveer 1,6 ft/0,5 m uit.
70 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
71 Schuif de primaire arm in naar de transportstand.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
72 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
73 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
74 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de secundaire arm vanuit de transportstand omhoog (tot ongeveer 15° boven de horizontale lijn).
75 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
76 Laat de secundaire arm neer in de
transportstand.
Resultaat: Het alarm dient af te slaan en de
machine dient te gaan rijden.
Pendelas (indien aanwezig) testen
77 Start de motor met de platformbediening.
78 Rijd het rechterstuurwiel op een blok van 15 cm
of een trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
79 Rijd het linkerstuurwiel op een blok van 15 cm of
een trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
80 Rijd beide stuurwielen op een blok van 15 cm of
een trottoirband.
Resultaat: De achterwielen moeten stevig
contact houden met de grond.
Hulpvoeding-bedieningselementen testen
81 Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’
om de motor uit te schakelen.
82 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
83 Druk de voetschakelaar in.
84 Beweeg de hulpvoedingschakelaar, houd deze
vast en activeer tegelijkertijd elke functie-joystick,
-tuimelschakelaar of -duimschakelaar.
Opmerking: Test elke functie gedurende een gedeeltelijke cyclus om accu’s te sparen.
Resultaat: Alle arm- en stuurfuncties dienen in
werking te treden. Rijfuncties mogen niet op
hulpvoeding werken.
85 Start de motor opnieuw.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 39
Page 42
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Inspecties
Contactalarm testen (indien aanwezig)
86 Activeer de voetschakelaar niet en druk op de
kabel van het contactalarm om de kop uit de kophouder te verwijderen.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen niet en de claxon van de machine klinkt niet.
87 Activeer de voetschakelaar door deze in te
drukken.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen en de claxon van de machine klinkt.
88 Plaats de kop in de kophouder.
Resultaat: De lichten en claxon worden
uitgeschakeld.
89 Activeer de voetschakelaar door deze in te
drukken en druk op de kabel van het contactalarm om de kop uit de kophouder te verwijderen.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen en de claxon van de machine klinkt.
90 Bedien elke machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele machinefunctie mag in
werking treden.
91 Plaats de kop in de kophouder.
Resultaat: De lichten en claxon worden
uitgeschakeld.
92 Bedien elke machinefunctie.
Resultaat: Alle machinefunctie mogen in werking
treden.
1 kop
2 kabel contactalarm
3 knipperend alarm
4 kophouder
40 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 43
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
98
Inspecties
Hef/rij-keuzefunctie testen
93 Druk de voetschakelaar in.
94 Verplaats de rij-joystick uit het midden en
activeer een armfunctietuimelschakelaar.
Resultaat: Geen enkele armfunctie mag in
werking treden. De machine rijdt in de richting die wordt aangegeven op het bedieningspaneel.
Repareer alle storingen voordat u de machine bedient.
Vliegtuigbescherming (indien aanwezig) testen
Opmerking: Er zijn mogelijk twee personen nodig om deze test uit te voeren.
95 Schuif de primaire arm ongeveer 30 cm uit.
96 Beweeg het gele stootrubber onder aan het
platform 10 cm in een willekeurige richting.
97 Activeer elke functie-joystick of
functietuimelschakelaar.
Resultaat: Geen enkele arm- of stuurfunctie mag
in werking treden.
Beweeg de
prioriteitsschakelaar van de
vliegtuigbescherming en
houd deze vast.
99 Activeer elke functie-joystick of
functietuimelschakelaar.
Resultaat: Alle arm- en stuurfuncties dienen in
werking te treden.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 41
Page 44
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Inspecties
Inspectie van de werkplek
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
Zorg ervoor dat u de inspectie van de werkplek kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Grondbeginselen inspectie van de werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
afgereden kanten of gaten
hobbels, obstakels op de vloer of puin
hellende ondergrond
een onstabiele of gladde ondergrond
hoog aangebrachte obstakels en
hoogspanningsgeleiders
gevaarlijke plaatsen
ondergrond die ontoereikend is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de machine worden opgewekt
wind- en weersomstandigheden
de aanwezigheid van onbevoegd personeel
andere eventueel onveilige omstandigheden
De inspectie van de werkplek helpt de bediener te bepalen of de werkplek geschikt is om de machine veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de bediener te worden uitgevoerd voordat de machine naar de werkplek wordt verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek door te lezen en te onthouden, er vervolgens op te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen, opstellen en bedienen van de machine.
42 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 45
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Onder deelnr.
Aantal
27204 Pijl – Blauw
1
27205 Pijl – Geel
1
27206 Driehoek – Blauw
2
27207 Driehoek – Geel
2
28158 Label – Loodvrij
1
28159 Label – Diesel
1
28160 Label – LPG
1
28174 Label – Voeding naar platform, 230V
3
28235 Label – Voeding naar platform, 115V
3
44981
(optie)
2
52475 Label – Transportvastzetpunt
6
65278 Voorzichtig – Niet op gaan staan
3
65278 Voorzichtig – Niet op gaan staan (optie)
3
72086 Label – Hefpunt
6
82240 Label – 105 dB
1
82481 Label – Veiligheid accu/lader
1
82487 Label – Handleiding lezen
3
82487
(pijphouder)
2
82487 Label – Handleiding lezen (paneelhouder)
2
82551 Label – Bandenspanning
4
82552
banden met hoog flotatievermogen
4
97815 Label – Onderste middenstuk
2
114236 Label – CB-symbool
2
114248
omkantelen, scheefstandalarm
1
114249
omkantelen, banden
4
114251
explosies
2
114252
omkantelen, eindschakelaars
5
133067
mogelijk
3
Onder deelnr.
Aantal
133205
mogelijk/kans op brandwonden
1
133263 Label – Specificaties rupsbanden
4
215526 Label – Riemgeleiding (MSG 425)
1
219954
omkantelen
1
219956 Label – Overbelasting platform
1
219958
verbrijzeld
1
1253845 Grondbedieningspaneel
1
1256425
mogelijk
3
1257658 Label – Wielbelasting, Z-62
4
1257659 Label – Transport/heffen
2
1257660 Label – Nooddalen, Z-62
1
1257661 Label – Toelaatbare hellingshoek, Z-62
1
1263542 Label – Toegang tot compartiment
2
1272242 Label – Machineregistratie
1
1272876
Z-62/40 TRAX
4
1273574
LCD-scherm
1
1273578 Platformbedieningspaneel
1
1278542 Instructies – Contactalarm
1
1278982 Label – Kophouder voor kop
1
1281175
valbeveiliging
8
1286362
kunnen worden verbrijzeld, onderhoud
1
1298991 Waarschuwing – Paneelhouder (optie)
2
1301030 Label – Diesel, Stage V
1
1301075
centreren (Stage V)
1
1304217
explosies
2
1313946 Label – uitstootgegevens (Stage IV)
1
Inspecties
Inspectie van stickers
Controleer aan de hand van de afbeeldingen op de volgende pagina of alle stickers zich op de juiste plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder volgt een numerieke lijst met aantallen en beschrijvingen.
­ Beschrijving sticker
Label – Luchtleiding naar platform Platform
­ Beschrijving sticker
Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen, ledematen kunnen worden
Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
Label – Handleiding lezen
Label – Bandenspanning,
Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
Label – Gevaarlijke situatie: kans op
Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
Label – Belastbaarheid rupsbanden,
Platformbedieningspaneel, modellen met
Label – Veiligheidsgordelverankeringspunt,
Label – Gevaarlijke situatie: ledematen
Label – Slang voor onbehandelde lucht
Label – Gevaarlijke situatie: kans op
Arcering geeft aan dat de sticker niet zichtbaar is en zich
bijvoorbeeld onder een afdekking bevindt
* Deze stickers kunnen per model, optie of configuratie
verschillen.
** Deze stickers zijn aan beide zijden van het chassis
aangebracht.
*** Deze stickers zijn aan beide zijden van het chassis
aangebracht en kunnen per model, optie of configuratie verschillen.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 43
Page 46
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
133067
82487
1257660
114252
*28160
114251
82481
133205
1263542
72086
114252
**1257659
**52475
**52475
**52475
**72086
27205
27207
114252
27206
133067
1263542114251
*1256425
72086
*44981
1272242
82240
215526
*1256425
27207
27206
27204
*82487
97815
*1256425
219956 219958
1257661
*44981
133067
82487
114248
219954
1278982
1278542
***82487
*65278
114252
1286362
1253845
**114236
**72086
*1298991
1281175
1301075
1304217
1304217
*28174 *28235
*28174 *28235
*28174 *28235
*28158 *28159 *1301030
***1257658 ***1272876
***1257658 ***1272876
***114249 ***133263
1281175
*1273574 *1273578
*28160
65278
1313947
***114249 ***133263
***82487
Inspecties
44 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 47
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Bedieningsi nstr ucti es
Grondbeginselen
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies voor elk aspect van de bediening van de machine. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedieningshandleiding op te volgen.
Het gebruik van de machine voor enig ander doel dan het heffen van personen, samen met gereedschappen en materialen, naar een werklocatie op hoogte is onveilig en gevaarlijk.
De machine mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden bediend. Als meerdere bedieners op verschillende tijdstippen tijdens dezelfde dienst een machine bedienen, mag het hier alleen om gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht wordt dat zij alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedieningshandleiding volgen. Dat betekent dat elke nieuwe bediener vóór ingebruikname van de machine een inspectie voor het gebruik, functietests en een inspectie van de werkplek moet uitvoeren.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 45
Page 48
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
2
motorstarttuimelschakelaar naar een
herstartvertraging de startschakelaar
Bedieningsinstructies
Motor starten
1 Draai het contactslot van de grondbediening in
de gewenste stand.
2 Zorg ervoor dat de rode noodstopknop van zowel
de grond- als platformbediening uitgetrokken is naar de stand ‘aan’.
Benzine-/LPG-modellen
1 Kies de brandstof door de
brandstofkeuzeschakelaar in de gewenste stand te zetten.
Verplaats de
van beide zijden. Als de motor niet start of afslaat, schakelt de
3 seconden uit.
Dieselmodellen
1 Beweeg de gloeibougieschakelaar naar een van
beide zijden en houd deze 3 tot 5 seconden vast.
2 Verplaats de motorstarttuimelschakelaar naar
een van beide zijden. Als de motor niet start of afslaat, schakelt de herstartvertraging de startschakelaar 3 seconden uit.
Alle modellen
Als de motor na 15 seconden ronddraaien niet start, dient u de oorzaak hiervan vast te stellen en eventuele storingen te repareren. Wacht 60 seconden voordat u opnieuw probeert te starten.
Warm onder koude omstandigheden, -6 °C en lager, de motor gedurende 5 minuten op voordat de machine in bedrijf wordt genomen om schade aan het hydraulische systeem te voorkomen.
Onder extreem koude omstandigheden, -18 °C en lager, dienen machines te worden uitgerust met optionele koude-startsets. Als u probeert de motor te starten bij temperaturen onder de -18 °C kan het gebruik van een hulpaccu nodig zijn.
Benzine-/LPG-modellen: Onder koude omstandigheden, -6 °C en lager, dient de machine te worden gestart op benzine en 2 minuten warm te draaien, waarna op LPG kan worden overgeschakeld. Warme motoren kunnen op LPG worden gestart.
46 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 49
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
5
1
Bedieningsinstructies
Noodstop
Druk de rode noodstopknop op de grond- of de platformbediening in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten en de motor uit te schakelen.
Repareer elke functie die nog werkt als een van de rode noodstopknoppen is ingedrukt.
De grondbediening krijgt voorrang op de rode noodstopknop op het platform.
Hulpvoeding
Gebruik de hulpvoeding als de primaire krachtbron (motor) defect is.
1 Draai het contactslot naar grond- of
platformbediening.
2 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
3 Druk de voetschakelaar in wanneer u de
platformbediening gebruikt.
4 Verbreek de veiligheidsband en til het
afdekklepje van de hulpvoedingsschakelaar op.
Opmerking: Als de veiligheidsband is verbroken of ontbreekt, dient u de desbetreffende Genie servicehandleiding te raadplegen.
Houd de hulpvoedingschakelaar
ingeschakeld en activeer tegelijkertijd de gewenste functie.
De rijfunctie werkt niet op hulpvoeding.
Bediening vanaf de grond
1 Draai het contactslot naar grondbediening.
2 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
3 Benzine-/LPG-modellen: Kies de brandstof door
de brandstofkeuzeschakelaar in de gewenste stand te zetten.
4 Start de motor.
Platform positioneren
Druk een functie-inschakelknop in
en houd deze ingedrukt.
2 Verplaats de betreffende tuimelschakelaar aan
de hand van de markeringen op het bedieningspaneel.
De rij- en stuurfuncties zijn niet beschikbaar vanaf de grondbediening.
Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast. De motor stopt en er treden geen functies in werking.
Verwijder gewicht van het platform tot het lampje uitgaat en start vervolgens de motor opnieuw.
Opmerking: Er klinkt een alarm bij het platform wanneer er overbelasting optreedt dat stopt wanneer gewicht van het platform wordt verwijderd.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 47
Page 50
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
3
in de richting aangegeven door de
Bedieningsinstructies
Bediening vanuit het platform
1 Draai het contactslot naar platformbediening.
2 Trek de rode noodstopknop van zowel de grond-
als de platformbediening uit naar de stand ‘aan’.
3 Benzine-/LPG-modellen: Kies de brandstof door
de brandstofkeuzeschakelaar in de gewenste stand te zetten.
4 Start de motor. Druk de voetschakelaar niet in
wanneer u de motor start.
Platform plaatsen
1 Druk de voetschakelaar in.
2 Verplaats de betreffende functie-joystick of
functietuimelschakelaar langzaam aan de hand van de markeringen op het bedieningspaneel.
Sturen
1 Druk de voetschakelaar in.
2 Indien uitgerust met vierwielbesturing: Kies de
stuurmodus door de stuurmodusschakelaar te bewegen.
Verplaats de rij-joystick langzaam
blauwe of gele driehoeken OF druk op de duimschakelaar op de rij-joystick.
Rijden
1 Druk de voetschakelaar in.
2 Snelheid verhogen: Verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de rij-joystick langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de rij-joystick terug in de middelste stand of laat de voetschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt als de armen geheven zijn.
Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast. De motor stopt en er treden geen functies in werking.
Verwijder gewicht van het platform tot het lampje uitgaat en start vervolgens de motor opnieuw.
Opmerking: Er klinkt een alarm bij het platform wanneer er overbelasting optreedt dat stopt wanneer gewicht van het platform wordt verwijderd.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de draairichting van de wielen te bepalen.
48 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 51
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Maximaal toelaatbare hellingshoek, platform heuvelafwaarts (klimvermogen):
2WD: 30% (17°) 4WD: 45% (24°)
Maximaal toelaatbare hellingshoek, platform heuvelopwaarts:
2WD: 10% (6°) 4WD: 30% (17°)
Maximaal toelaatbare dwarshellingshoek:
25% (14°)
Bedieningsinstructies
Rijden op een helling
Stijgingspercentage bepalen:
Bepaal de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) en dwarshellingshoek voor de machine en bepaal het stijgingspercentage van de helling.
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen. De term klimvermogen is alleen van toepassing op het contragewicht voor heuvelafwaarts rijden.
Meet de helling met een digitale hellingsmeter OF hanteer de volgende procedure.
U hebt nodig:
waterpas
recht stuk hout van minstens 1 m
meetlint
Leg het stuk hout op de helling.
Leg de waterpas aan de voet van de helling op de bovenrand van het stuk hout en hef het uiteinde op tot het stuk hout horizontaal komt.
Meet de verticale afstand tussen de onderzijde van het stuk hout en de grond terwijl u het stuk hout horizontaal houdt.
Deel de met het meetlint gemeten afstand (verval) door de lengte van het stuk hout (pad) en vermenigvuldig de uitkomst met 100.
Bijvoorbeeld:
Zorg ervoor dat de arm zich onder de horizontale lijn bevindt en het platform zich tussen de achterwielen of wielen aan de cirkelzijde bevindt.
Zet de rijsnelheidkeuzeschakelaar op het symbool ‘machine op helling’.
Stuk hout = 3,6 m
Pad = 3,6 m
Verval = 0,3 m
0,3 m ÷ 3,6 m = 0,083 x 100 = stijgingspercentage van 8,3%
Als de helling steiler is dan de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek, moet de machine met behulp van een lier of een transportvoertuig op de helling worden gebracht of ervan af worden gehaald. Zie de sectie Transport- en hefinstructies.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 49
Page 52
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Als het lampje brandt, betekent dit dat de arm net voorbij een van beide achterwielen of wielen aan de cirkelzijde is gedraaid en de rijfunctie is onderbroken.
geactiveerd laag stationair
Zet om de generator te starten de generatortuimelschakelaar in de stand ‘aan’.
Sluit het elektrische gereedschap aan op de GFCI contactdoos die de voeding naar he
Bedieningsinstructies
Rijden inschakelen
Houd om te rijden de rijschakelaar naar een van beide zijden vast en verplaats de rij-joystick langzaam uit het midden.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan rijden in de richting die tegengesteld is aan de richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen worden bewogen.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting van de machine te bepalen.
Rijsnelheid kiezen
Instelling motortoerental
Als de voetschakelaar niet wordt ingedrukt, draait de motor stationair op het laagste toerental.
Schildpadsymbool: door
voetschakelaar
Konijnsymbool: door
voetschakelaar geactiveerd hoog stationair
Generator (indien aanwezig)
-
t platform verzorgt.
Zet om de generator uit te schakelen de generatortuimelschakelaar in de stand ‘uit’.
Symbool ‘machine op helling’: lage snelheid voor
hellingen.
Symbool ‘machine op horizontale ondergrond’:
hoge snelheid voor maximum rijsnelheid.
50 Z
Opmerking: De machinefuncties werken niet wanneer de generator in bedrijf is en de voetschakelaar niet wordt ingedrukt. Wanneer de voetschakelaar wordt ingedrukt, schakelt de generator uit en werken de machinefuncties.
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 53
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Als het scheefstandalarm klinkt terwijl het platform omhoog is gebracht, gaat het indicatielampje ‘machine niet vlak’ branden en of beide richtingen niet. Bepaal de toestand van de arm ten opzichte van de helling zoals hieronder weergegeven. Volg de stappen om de arm neer te laten voordat u de machine verplaatst naar een stevige, horizontale ondergrond. Dr niet terwijl het platform wordt neergelaten.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelopwaarts:
1
2
3 Schuif de primaire arm
Als het scheefstandalarm klinkt met het heuvelafwaarts:
1 Schuif de primaire arm
2
3
Model
zijde)
voren naar achteren)
Z
Z
Als het indicatielampje ‘machine op helling’ brandt en het scheefstandalarm klinkt, worden de rijfuncties uitgeschakeld.
Schakel de rijfuncties weer in door de arm neer te laten op de in de procedure Indicatielampje ‘machine niet vlak’ beschreven wijze.
Als de machine in de transportstand op een helling staat en het scheefstandalarm klinkt, worden de heffuncties uitgeschakeld.
Verplaats de machine naar een horizontale ondergrond om de heffuncties weer in te schakelen.
Bedieningsinstructies
Indicatielampje ‘machine niet vlak’
Activeringsinstellingen scheefstandschakelaar
werkt de rijfunctie in een
-62/40
-62/40 TraX
aai de arm
Chassishoek
(van zijde naar
4,5° 2,5°
4,5° 2,5°
Chassishoek (van
Laat de primaire arm
neer.
Laat de secundaire
arm neer.
in.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
platform
in.
Laat de secundaire
arm neer.
Laat de primaire arm
neer.
®
-62/40 51
Page 54
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
L afgeslagen: Voorzie de machine van een label en neem deze uit bedrijf.
Lampje brandt en de motor draait nog: Neem binnen 2 op met onderhoudspersoneel.
Beweeg de de bedieningskast omhoog om de verwarming in te schakelen.
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast en dat geen enkele functie in werking kan treden.
Verwijder ge platform tot het lampje uitgaat.
Als het stootrubber van het platform in contact komt met een voorwerp, wordt de machine uitgeschakeld en werkt geen enkele functie.
1
2
3
vliegtuigbescherming en houd
4
Bedieningsinstructies
Lampje 'motor controleren'
ampje brandt en de motor is
Indicatielampje ‘overbelasting platform’
4 uur contact
Verwarming bedieningskast (indien aanwezig)
verwarmingsschakelaar van
wicht van het
Vliegtuigbescherming (indien aanwezig)
Start de motor.
Druk de voetschakelaar in.
Beweeg de
prioriteitsschakelaar van de
deze vast.
Beweeg de betreffende
functie-joystick of functietuimelschakelaar om de machine weg te bewegen van vliegtuigonderdelen.
52 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 55
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Contactalarm (indien aanwezig)
Instructies pijphouders
Het contactalarm is ontworpen om grondpersoneel te waarschuwen wanneer de bediener contact maakt met het platformbedieningspaneel, waardoor de beweging van de arm wordt onderbroken, een alarm klinkt en de waarschuwingslichten gaan knipperen.
Wanneer de kabel van het contactalarm wordt onderbroken, worden de lift en de rijfunctie van het platform uitgeschakeld. Met de hoorbare en visuele waarschuwingen worden anderen op de hoogte gebracht dat er mogelijk ondersteuning is vereist. Deze waarschuwingen stoppen pas nadat het systeem is gereset.
1 De kabel van het contactalarm is onderbroken,
waardoor de kop uit de kophouder werd getrokken.
2 Plaats de kop in de kophouder om de
knipperende lampjes en het alarm uit te schakelen.
Het pijphouderpakket bestaat uit 2 pijphouders die elk aan een zijde van het platform worden geplaatst en met veerstroppen aan de veiligheidsreling worden gemonteerd.
1 kop
2 kabel contactalarm
3 knipperend alarm
4 kophouder
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
b veerstroppen
c pijphouderbevestiging
d bovenste platformreling
e pijphouderlaswerk
f middelste platformreling
g platte ringen
h nylock moeren
®
-62/40 53
a band
Page 56
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Maximum laadvermogen pijphouders
Alle
g
Gewicht pijphouderpakket
g
Bedieningsinstructies
Houd u aan het volgende:
Gebruik van pijphouders
Pijphouders moeten aan de binnenzijde van het
platform worden geplaatst.
Pijphouders dienen de platformbediening of de
toegang naar het platform niet te blokkeren.
De onderzijde van de pijphouderbuis moet op de
platformvloer rusten.
Zorg dat het platform horizontaal staat voordat u
een pijphouder plaatst.
Plaatsing van pijphouders
1 Plaats aan beide zijden van het platform een
pijphouder. Raadpleeg de illustratie links. Zorg dat de onderzijde van de pijphouderbuis op de platformvloer rust.
2 Plaats twee veerstroppen vanaf de buitenkant
van de platformreling door elke pijphouderbevestiging.
3 Zet elke veerstrop vast met 2 ringen en
2 moeren.
1 Zorg dat de instructies voor montage en
plaatsing van de pijphouders juist zijn opgevolgd en dat de pijphouders zijn vastgezet aan de platformreling.
2 Plaats de lading zodanig dat deze in beide
pijphouders rust. De lading dient in de lengte parallel te liggen aan de lengte van het platform.
3 Centreer de lading in de pijphouders.
4 Zet de lading aan elke pijphouder vast. Haal de
nylon band over de lading. Druk de sluiting in en schuif de band erdoor. Zet de band vast.
5 Trek en duw de lading voorzichtig om te
controleren of de pijphouders en de lading goed vastzitten.
6 Zorg dat de lading blijft vastzitten als de machine
in beweging is.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de lading in de pijphouders verlagen het nominale laadvermogen van het platform en moeten met het totale laadvermogen van het platform worden verrekend.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de lading in de pijphouders kan de maximum bezetting op het platform beperken.
54 Z
modellen 90,7 k
9,5 k
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 57
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
4
1
2
3
5
6
7
Bedieningsinstructies
Paneelhouder
Genie heeft 2 verschillende stijlen paneelhouders geproduceerd. Zij worden aangeduid met vastgeschroefd en vastgelast. Deze aanduiding refereert aan de voetplaat en hoe deze is bevestigd aan het platform. Gebruik de desbetreffende instructies hieronder voor uw stijl paneelhouder
Paneelhouderconstructie - vastgeschroefd
1 Breng de waarschuwingssticker aan op de
voorzijde van elke paneelhouder (indien nodig).
2 Plaats rubberen schokdemper 1 in de
paneelhouderbasis. Zie de illustratie.
3 Zet de schokdemper vast met 2 hoge
borgmoeren en 2 ringen.
Paneelhouder plaatsen - vastgeschroefd
1 Steek het haakstuk door de sleuven in de
paneelhouderbasis.
2 Haak de paneelhouder op de gewenste plek aan
de onderste platformbuis.
9 Herhaal het bovenstaande voor de tweede set
onderdelen.
3 Plaats rubberen schokdemper 2 door de
paneelhouderbasis en het haakstuk. Zie de illustratie.
4 Zet deze vast met 2 lage borgmoeren.
5 Als de paneelhouder bij een steunbuis van de
platformvloer is geplaatst, steekt u de veerstrop door de vloer aan weerszijden van de buis en in de paneelhouderbasis.
6 Zet de veerstrop vast met 2 moeren en 2 ringen.
Ga verder naar stap 9.
7 Gebruik de meegeleverde aluminium buis als de
paneelhouder niet bij een steunbuis van de platformvloer is geplaatst.
8 Plaats de buis tussen de paneelhouder en de
platformvloer. Steek de veerstrop door de vloer aan weerszijden van de buis en in de paneelhouderbasis.
1 stootrubber 1
2 stootrubber 2
3 veerstrop
4 aluminium buis
5 paneelhouderbasis
6 haakstuk
7 waarschuwingssticker
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 55
Page 58
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
1
2
4
3
Bedieningsinstructies
2 Plaats de paneelhouderbak over de voetplaat en
druk deze naar beneden tot de bak gelijk met de bovenzijde van de voetplaat ligt, waarbij de sleuven aan de achterzijde van de bak met de overeenkomende sleuven in de voetplaat uitgelijnd zijn.
1 schuimkussen 2 stuks
2 haak
3 paneelhouder 2 stuks
4 klem
Paneelhouderconstructie - vastgelast
1 Vastgelaste paneelhouder wordt
voorgemonteerd geleverd.
Paneelhouder plaatsen - vastgelast
Opmerking: Voer deze procedure uit op een stevige, horizontale ondergrond, met de arm in de transportstand.
Let op: Stickers voor de set dienen al op de bak aangebracht te zijn.
1 Stel het platform zodanig in dat de voetplaat aan
de voorzijde van het platform zich op een comfortabele werkhoogte bevindt.
1 schuimkussen 2 stuks
2 sticker 2 stuks
3 paneelhouderbak
4 klem
3 Zet de bak met behulp van de meegeleverde
bevestigingen aan het platform vast. Draai de bevestigingen vast.
56 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 59
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Plaatsing van voering
Plaats de twee stukken voering op de platformreling. Plaats de voering zodanig dat deze de panelen beschermt tegen contact met de platformreling.
Plaatsing van band
1 Maak de klem open en plaats deze rond een
verticale buis van de platformreling.
2 Steek een bout met een ring door een zijde van
de klem.
3 Plaats de eindplaat van de bandconstructie op
de bout.
4 Steek de bout door de andere zijde van de klem.
Zet deze vast met een ring en een moer. Draai deze niet te vast.
Opmerking: De bandconstructie moet tussen de klem worden vastgezet.
Opmerking: De bandconstructie moet vrij over de platformreling op en neer kunnen schuiven.
Gebruik paneelhouder
Opmerking: De vastgeschroefde versie heeft twee houders en de vastgelaste versie heeft er één.
Bedieningsinstructies:
1 Zet de paneelhouder en bandconstructie aan het
platform vast.
2 Centreer de lading op het platform.
3 Zet de lading met de band aan het platform vast.
4 Trek de band aan.
Na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
achterwielen bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Stalling van de machine
Door de machine op de juiste manier voor te bereiden en op te slaan voor langdurige stalling is het makkelijker om de machine weer in gebruik te nemen.
1 Zie de sectie Na elk gebruik voor basisinstructies
voor opslag van de machine.
2 Stal de machine op een droge en goed
geventileerde locatie. Zorg ervoor dat de machine schoon en droog is.
3 Voer een volledige inspectie voor gebruik uit.
Voor modellen met motor: vul de tank.
4 Zie de sectie Periodiek onderhoud in de
betreffende servicehandleiding en voer elke smeringsprocedure uit.
5 Verwijder de accu en sla deze op.
6 Modellen met motor: Zie de OEM handleiding
voor de motor voor verdere uitgebreide opslagprocedures. Indien nodig, start de motor en laat deze 10 minuten lopen.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 57
Page 60
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Overschrijd niet de aanbevolen maximum sleepsnelheid of maximum sleepduur.
Maximum sleepsnelheid
m/u
Maximum sleepduur bij 1
inuten
Maximum sleepduur bij 1
inuten
Sleepinstructies
Sleepinstr ucti es
Werken met het sleeppakket
Voorafgaand aan het slepen:
1 Plaats de machine op een horizontale
ondergrond. Blokkeer de wielen om te voorkomen dat de machine gaat rollen.
2 Bevestig de sleepstang stevig aan de machine.
Bevestig de sleepstang stevig aan het sleepvoertuig.
3 Maak de eindaandrijvingen vrij door de
vrijloopkappen om te draaien.
4 Modellen met 4WD: Maak de eindaandrijvingen
aan de voorzijde vrij door de vrijloopkappen om te draaien.
5 Draai het ventiel ‘stuurfunctie uitschakelen’
linksom om de besturing hydraulisch vrij te geven.
Na het slepen:
1 Blokkeer onmiddellijk na het slepen de wielen,
maak de sleepstang los en keer de vrijloopkappen van de aandrijfnaaf om.
2 Zet de sleepstang weer op de machine vast.
3 Test de stuur-, rij- en remfuncties op een
horizontale ondergrond alvorens de machine weer in gebruik te nemen. Zie Functietests.
12,87 k
3 km/u 30 m
0 km/u 60 m
58 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 61
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Zet de remmen van de achterwielen vrij door de vrijloopkappen van de aandrijfnaaf om te keren.
Zorg ervoor dat de lierkabel goed vastzit aan de vastzetpunten op het rijchassis en dat het pad vrij is van obstakels.
Transport- en hefinstructies
Transport- e n hef ins truc ties
Houd u aan het volgende:
Deze bevestigingsgegevens worden aanbevolen
door Genie. De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor het veilig bevestigen van de machine en voor de juiste keuze van de aanhangwagen.
Klanten van Genie die een hefvoertuig of ander
product van Genie in een container moeten vervoeren, dienen dit uit te besteden aan een gekwalificeerd transportbedrijf dat gespecialiseerd is in het voorbereiden, laden en bevestigen van bouw- en hefmachines voor internationaal transport.
Alleen bevoegde bedieners van mobiele
hoogwerkerplatformen mogen de machine op en van het transportvoertuig rijden.
Zorg ervoor dat de draaitafel voor transport wordt
vastgezet met de anti-rotatievergrendeling van de draaitafel. Zorg ervoor dat de draaitafel wordt ontgrendeld voor gebruik.
Rijd niet met de machine op een helling die
steiler is dan de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. Zie Rijden op een helling in de sectie Bedieningsinstructies.
Als de helling van de laadvloer van het
transportvoertuig steiler is dan de maximaal toelaatbare hellingshoek (omhoog of omlaag), moet de machine worden geladen en afgeladen met behulp van een lier zoals beschreven in Remmen vrijzetten. Zie de sectie Specificaties voor de waarden van de hellingshoek.
Vrijloopconfiguratie voor hijsen met lier
Blokkeer de wielen om te voorkomen dat de machine gaat rollen.
Het transportvoertuig dient op een horizontale
ondergrond geparkeerd te worden.
Het transportvoertuig moet worden vastgezet om
wegrollen bij het laden van de machine te voorkomen.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van het
voertuig, de dragende ondergrond en de kettingen of banden voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Genie-hefapparaten zijn relatief zwaar voor hun afmetingen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine. Zie de sectie Inspecties voor de plaats van het serielabel.
Voer de beschreven procedures in omgekeerde volgorde uit om de remmen opnieuw te activeren.
Opmerking: Het wordt afgeraden de Genie Z-62/40 te slepen. Rijd als de machine toch gesleept moet worden niet sneller dan 3,2 km/u.
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 59
Page 62
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
1 Draaitafelborgpen
Transport- en hefinstructies
Vastzetten voor vervoer
Gebruik altijd de draaitafelborgpen als de machine wordt getransporteerd.
Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en verwijder de sleutel voorafgaand aan het transport.
Chassis vastzetten
Gebruik kettingen die een grote belasting aankunnen.
Gebruik ten minste 6 kettingen.
Stel de takelage bij om schade aan de kettingen te voorkomen.
Raadpleeg de hefinstructies voor het diagram.
Platform vastzetten
Zorg ervoor dat de arm en het platform zich in de transportstand bevinden.
Zet het platform vast met een nylon band die door de onderste platformsteun wordt geleid. Gebruik geen overmatige neerwaartse kracht wanneer u de armsectie vastzet.
Controleer de gehele machine op losse of niet­vastgezette onderdelen.
60 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 63
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Zwaartepunt
as Y-as
Z-62/40
m
m
Transport- en hefinstructies
Hefinstructies
Houd u aan het volgende:
Alleen gekwalificeerde kraanmachinisten mogen
de machine takelen.
Alleen gecertificeerde kraanmachinisten mogen
de machine heffen en uitsluitend in overeenstemming met de toepasselijke kraanvoorschriften.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van de
kraan, de dragende ondergrond en de banden of lijnen voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.
Laat de arm volledig neer en schuif deze volledig in. Laat de jib volledig neer.Verwijder alle losse onderdelen van de machine.
Bepaal het zwaartepunt van de machine aan de hand van de tabel en de afbeelding op deze pagina.
Bevestig de takelage alleen aan de aangegeven hefpunten op de machine.
Stel de takelage bij om schade aan de machine te voorkomen en om de machine horizontaal te houden.
X-
1,09
1,37
1 = X-as
2 = Y-as
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 61
Page 64
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Geeft aan dat er gereedschappen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat de motor koud dient te zijn voordat deze procedure wordt uitgevoerd.
Ford-motor MSG-425 EFI
Type olie
20
Perkins
Type olie
40
Type olie
40
Deutz-motor D2011 L03i
Type olie
40
Type olie
40
Deutz
Type olie
40
Type olie
40
Deutz
Type olie
40
Type olie
40
Deutz-motor D2.9 L4
Type olie
40
Type olie
40
Weichai WP3.2
Type olie
40
Onderhoud
Onderhoud
Motoroliepeil controleren
Houd u aan het volgende:
Alleen de gedeelten van het periodieke
onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door
gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
Voer het materiaal af volgens de van toepassing
zijnde overheidsvoorschriften.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde
vervangingsonderdelen.
Legenda onderhoudssymbolen
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om de bedoeling van de instructies te verduidelijken. Wanneer een of meer symbolen aan het begin van een onderhoudsprocedure worden weergegeven, heeft dit de volgende betekenis.
Het is voor goede prestaties en een lange levensduur van de motor van essentieel belang dat het juiste motoroliepeil wordt gehandhaafd. Als de machine gebruikt wordt met een onjuist oliepeil, kunnen motoronderdelen beschadigd raken.
Opmerking: Controleer het oliepeil bij een uitgeschakelde motor.
1 Controleer de oliepeilstok. Vul olie bij als dit
nodig is.
5W-
-motor 404D-22
15W-
- koude omstandigheden 5W-
15W-
- koude omstandigheden 5W-
-motor D436 L3i CN3
15W-
- koude omstandigheden 5W-
-motor D436
15W-
- koude omstandigheden 5W-
62 Z
15W-
- koude omstandigheden 5W-
-motor
15W-
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 65
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Perkins
Brandstoftype Laagzwavelige diesel (LSD)
Perkins
Brandstoftype Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Deutz
Brandstoftype
(LSD)
Deutz-motor D2.9 L4
Brandstoftype Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Deutz-motor TD2.9 L4
Brandstoftype Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Deutz
Brandstoftype Laagzwavelige diesel (LSD)
Weichai WP3.2
Brandstoftype Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Specificaties hydraulische olie
Type hydraulische olie
equivalent
Onderhoud
Vereisten ten aanzien van dieselbrandstof
Een goede werking van de motor is afhankelijk van het gebruik van brandstof van goede kwaliteit. Het gebruik van brandstof van goede kwaliteit levert het volgende resultaat op: een lange levensduur van de motor en een aanvaardbaar uitstootniveau.
Hieronder worden de minimale vereisten ten aanzien aan dieselbrandstof voor elke motor vermeld.
-motor 404D-22
-motor 404F-22T
-motor D2011 L03i
Laagzwavelige diesel
Peil hydraulische olie controleren
Het is voor een goede werking van de machine van essentieel belang dat het juiste peil van de hydraulische olie wordt gehandhaafd. Bij een onjuist peil van de hydraulische olie kunnen hydraulische onderdelen beschadigd raken. Met dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in het oliepeil vaststellen die kunnen wijzen op problemen met het hydraulische systeem.
1 Zorg ervoor dat de arm zich in de transportstand
bevindt.
2 Inspecteer visueel het kijkglas dat zich aan de
zijkant van de hydraulische-olietank bevindt.
Resultaat: Het peil van de hydraulische olie dient
zich binnen de bovenste 5 cm van het kijkglas te bevinden.
3 Vul olie bij als dit nodig is. Vul niet te veel bij.
Chevron Rando HD-
-motor D436
-motor
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 63
Page 66
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Onderhoud
Motorkoelvloeistofpeil controleren ­vloeistofgekoelde modellen
Het is voor de levensduur van de motor van essentieel belang dat het juiste motorkoelvloeistofpeil wordt gehandhaafd. Indien het koelvloeistofpeil niet juist is, heeft dit invloed op de koelmogelijkheden van de motor en raken motoronderdelen beschadigd. Met dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in het koelvloeistofpeil vaststellen welke kunnen wijzen op problemen met het koelsysteem.
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden. Pas
op voor hete motoronderdelen en hete koelvloeistof. Contact met hete motoronderdelen en/of hete koelvloeistof kan ernstige brandwonden tot gevolg hebben.
1 Controleer het vloeistofpeil in de
koelvloeistoftank. Vul vloeistof bij als dit nodig is.
Resultaat: Het vloeistofpeil moet zich op de
markering FULL (vol) bevinden.
Opmerking: Verwijder de radiateurdop niet.
Accu’s controleren
Het is voor een goede en veilige werking van de machine van groot belang dat de accu zich in goede staat bevindt. Een onjuist vloeistofpeil of beschadigde kabels en aansluitingen kunnen schade aan de onderdelen en gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk.
Contact met elektrisch geladen circuits kan de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Doe alle ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk.
Accu’s bevatten zuur. Vermijd morsen en zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
1 Trek beschermende kleding aan en draag een
veiligheidsbril.
2 Zorg ervoor dat de accukabelaansluitingen goed
vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Zorg ervoor dat de accuklemmen op de juiste
plaats goed zijn vastgezet.
Opmerking: Door poolkappen en een corrosiewerend afdichtmiddel aan te brengen, voorkomt u corrosie op de polen en kabels van de accu.
64 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 67
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Specificaties banden
Modellen met vliegtuig bescherming
Alleen
schuimgevuld
Ruw Bandenmaat: 355/55 D625, koordlaag 14
ar
Banden met hoog flotatievermogen Bandenmaat 41/18LL x 22,5, koordlaag 14
ar
Onderhoud
Bandenspanning controleren
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen.
Een te hard opgepompte band kan exploderen waardoor de machine uit balans kan raken en kan omkantelen.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen.
Producten voor tijdelijke reparatie van lekke banden kunnen de band beschadigen, waardoor de machine uit balans kan raken en kan omkantelen.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk.
Een te hard opgepompte band kan exploderen en de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Opmerking: Deze procedure hoeft niet te worden uitgevoerd op machines die zijn uitgerust met schuimgevulde banden.
1 Controleer alle banden met een luchtdrukmeter.
Voeg lucht toe als dit nodig is.
Periodiek onderhoud
Onderhoud per kwartaal, per jaar en per twee jaar dient uitgevoerd te worden door een persoon die getraind en gekwalificeerd is om onderhoud aan deze machine uit te voeren in overeenstemming met de procedures die te vinden zijn in de servicehandleiding voor deze machine.
Een machine die langer dan drie maanden buiten gebruik geweest is, moet, alvorens in gebruik te worden genomen, eerst de kwartaalinspectie ondergaan.
Houd u aan alle overheids- en lokale voorschriften aangaande de afvoer en uitbedrijfneming van de machine aan het einde van de levensduur. Raadpleeg de desbetreffende Genie­servicehandleiding voor aanvullende informatie.
-terreinband
-
4,92 b
4,13 b
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 65
Page 68
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Model
62/40
Maximum werkhoogte
m
Maximum platformhoogte
m
Maximum transporthoogte
2,9 m
Maximum horizontaal bereik
12,42 m
Breedte
2,49 m
Breedte, banden met hoog flotatievermogen
2,57 m
Transportlengte
7,57 m
Maximum laadvermogen
227 kg
Maximum windsnelheid
12,5 m/s
Wielbasis
2,49 m
Bodemvrijheid, midden
41 cm
Bodemvrijheid, as
33 cm
Draaicirkel (buiten) 2WD, 2WS
5,7 m
Draaicirkel (binnen) 4WD, 2WS
2,8 m
Draaicirkel (buiten), 4WS
3,6 m
Draaicirkel (binnen), 4WS
1,3 m
Draaitafelrotatie (in graden)
360° continu
Draaitafeluitzwaai
0
Afmetingen platform, 1,8 m (lengte x breedte)
183 x 76 cm
Afmetingen platform, 2,4 m (lengte x breedte)
244 x 91 cm
Platformnivellering
nivellerend
Platformrotatie
160°
Bedieningselementen
12V DC proportioneel
AC-contactdoos op platform
standaard
Maximum druk hydraulisch systeem (armfuncties)
206,8 bar
Systeemspanning
12V
Bandenmaat
355/55 D625, koordlaag 14
Bandenmaat, hoog flotatievermogen
41/18LL x 22,5,
14
Gewicht
10.281 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.)
Inhoud brandstoftank, diesel
136,3 liter
Inhoud brandstoftank, benzine
75,7 liter
Omgevingstemperatuur
-20 °F tot 120 °F °C
Bij lage temperaturen in het temperatuurbereik moet speciale hydraulische en motorolie worden gebruikt.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 2WD
Contragewicht heuvelopwaarts
30%
17°
Contragewicht heuvelafwaarts
10%
Dwarshelling
25%
14°
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 4WD
Contragewicht heuvelopwaarts
45%
24°
Contragewicht heuvelafwaarts
30%
17°
Dwarshelling
25%
14°
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende toelaatbare hellingshoek afnemen.
Maximaal toegestane helling van het frame
Raadpleeg de sectie
‘Activeringsinstellingen
scheefstandschakelaar’
Rijsnelheden
Rijsnelheid, transport, 2WD
6,4 km/u
Rijsnelheid, transport, 4WD
4,8 km/u
ec
Rijsnelheid, transport, 4WS
4,0 km/u
ec
Rijsnelheid, geheven of uitgeschoven
1,0 km/u
ec
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation
<84 dBa
Niveau geluidsdruk bij platformwerkstation
<75 dBa
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau
105 dBa
Totale trillingswaarde waaraan de hand/arm wordt blootgesteld, is niet hoger dan 2,
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt blootgesteld, is niet hoger dan 0,
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden
5.669 kg
Contactdruk banden
4,9 kg/cm2
Pa
Ingenomen vloerdruk
1.293 kg/m2
Pa
Opmerking: De informatie over de belasting van de ondergrond is een benadering. De verschillende optionele configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming van toereikende veiligheidsfactore
pecificaties
pecificaties
Z-
20,7
18,87
tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de
12,2 m/6,8 sec
12,2 m/9 s
12,2 m/11 s
12,2 m/40 s
zelf-
5 m/s2.
5 m/s2.
66 Z
-29 °C tot 49
koordlaag
483 k
12,68 k
n.
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 69
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
pecificaties
Diagram werkbereik Z-62/40
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 67
Page 70
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Model / Type: <machine type>
Manufacture Date: <variable field>
Description: <machine classification>
Country of Manufacture: <variable field>
Model: <model name>
Net Installed Power: <only for IC machines>
Serial Number: <variable field>
Guaranteed Sound Power Level: <only for IC machines>
VIN: <where applicable>
Manufacturer: <Manufacturer’s name>
Authorized Representative:
Genie Industries B.V Boekerman 5, 4751 XK Oud Gastel, The Netherlands
Empowered signatory:
Place of Issue: <v Date of Issue: <variable field>
pecificaties
Contents of EC Declaration of Conformity - 1
<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of the following Directives:
1. EC Directive 2006/42/EC, Machinery Directive, under consideration of harmonized European standard EN280 as described in EC type-examination certificate <variable field> issued by:
<notified body's name>
<notified body's number>
2. EC Directive EMC: 2014/30/EU, under consideration of harmonized European standard EN 61000-6-2 and EN 61000-6-4
3. EC Directive 2000/14/EC, Noise Directive, under consideration of Annex V and harmonized standard EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report: This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
ariable field>
68 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 71
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Model / Type: <machine type>
Manufacture Date: <variable field>
Description: <machine classification>
Country of Manufacture: <variable field>
Model: <model name>
Net Installed Power: <only for IC machines>
Serial Number: <variable field>
Guaranteed Sound Power Level: <only for IC machines>
VIN: <where applicable>
Manufacturer: <Manufacturer’s name>
Authorized Representative:
Genie Industries B.V Boekerman 5, 4751 XK Oud Gastel, The Netherlands
Empower
Place of Issue: <variable field> Date of Issue: <variable field>
pecificaties
Contents of EC Declaration of Conformity - 2
<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of the following Directives:
1. EC Directive 2006/42/EC, Machinery Directive, Conformity assessment procedure: art.12 (3) (a), with the application of European Harmonized Standard EN 280:2013+A1:2015.
2. EC Directive EMC: 2014/30/EU, under consideration of harmonized European standard EN 61000-6-2 and EN 61000-6-4
3. EC Directive 2000/14/EC, Noise Directive, under consideration of Annex V and harmonized standard EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report: This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
ed signatory:
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 69
Page 72
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vierde druk
Model / Type: <machine type>
Manufacture Date: <variable field>
Description: <machine
Country of Manufacture: <variable field>
Model: <model name>
Net Installed Power: <only for IC machines>
Serial Number: <variable field>
Guaranteed Sound Power Level: <only for IC machines>
VIN: <where applicable>
Manufacturer: <Manufacturer’s name>
Authorized Representative: Genie UK Ltd The Maltings Wharf Road Grantham NG31 6BH
Empowered signatory:
Place of Issue: <variable field>
Date of Issue: <variable field>
pecificaties
Contents of UK Declaration of Conformity - 1
<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of the following Legislation:
1. Supply of Machinery (Safety) Regulations 2008 (SI 2008/1597) as amended (SI 2011/1043, SI 2011/2157, SI 2019/696) under consideration of designated standard EN280 as described in type-examination certificate <variable field> issued by:
<notified body's name>
<notified body's number>
2. Electromagnetic Compatibility Regulations 2016 (SI 2016/1091) as amended (SI 2017/1206, SI 2019/696) under consideration of designated standard EN 61000-6-2 and EN 61000-6-4
3. Noise Emissions in the Environment by Equipment for use Outdoors Regulations 2001 (SI 2001/1701) as amended (SI 2001/3958, SI 2005/3525, 2015/98) under consideration of Annex V and designated standard EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report: This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
classification>
70 Z
®
-62/40 Onderdeelnr. 1257653DUGT
Page 73
Eerste uitgave • Vierde druk Bedieningshandleiding
Model / Type: <machine type>
Manufacture Date: <variable field>
Description
Country of Manufacture: <variable field>
Model: <model name>
Net Installed Power: <only for IC machines>
Serial Number: <variable field>
Guaranteed Sound Power Level: <only for IC machines>
VIN: <where applicable>
Manufacturer: <Manufacturer’s name>
Authorized Representative: Genie UK Ltd The Maltings Wharf Road Grantham NG31 6BH
Empowered signatory:
Place of Issue: <variable field>
Date of Issue: <variable field>
Z®-62/40
Onderdeel nr. 125 7653DU GT
Bedienings han dlei ding
Eerste uitga ve • Vi erd e dr uk
pecificaties
Contents of UK Declaration of Conformity - 2
<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of the following Legislation:
1. Supply of Machinery (Safety) Regulations 2008 (SI 2008/1597) as amended (SI 2011/1043, SI 2011/2157, SI 2019/696) conformity assessment procedure according to Part 3, 11. (2) (a) with reference to designated standard EN 280:2013+A1:2015
2. Electromagnetic Compatibility Regulations 2016 (SI 2016/1091) as amended (SI 2017/1206, SI 2019/696) under consideration of designated standard EN 61000-6-2 and EN 61000-6-4
3. Noise Emissions in the Environment by Equipment for use Outdoors Regulations 2001 (SI 2001/1701) as amended (SI 2001/3958, SI 2005/3525, 2015/98) under consideration of Annex V and designated standard EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report: This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
: <machine classification>
Onderdeelnr. 1257653DUGT Z
®
-62/40 71
Page 74
Loading...