Genie Z-60/37 DC/FE Operator's Manual [nl]

Z
-
Z
-
Bedieningshandleiding
60/37DC 60/37FE
Serienummers
vanaf Z6016N-101
CE
met onderhoudsinformatie
Vertaling van originele instructies First Edition Second Printing Part No. 1270491DU
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Front Matter
Inhoud
Inleiding ..................................................................... 1
Pictogrammen van symbolen en gevaren ................. 5
Algemene veiligheid .................................................. 7
Persoonlijke veiligheid ............................................ 11
Veiligheid werkgebied ............................................. 12
Legenda .................................................................. 21
Bedieningselementen ............................................. 22
Inspecties ................................................................ 29
Bedieningsinstructies .............................................. 44
Transport- en hefinstructies .................................... 55
Onderhoud .............................................................. 58
Specificaties ............................................................ 62
Copyright © 2016 Terex Corporation
Eerste uitgave: Tweede druk, december 2016
“Genie” en “Z” zijn gedeponeerde handelsmerken van Terex South Dakota, Inc. in de Verenigde Staten en een groot aantal andere landen.
Voldoet aan EG-richtlijn 2006/42/EG Zie EG-conformiteitsverklaring
Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Inleiding
Inleiding
Over deze handleiding
Bedoeld gebruik
Genie waardeert het dat u onze machine hebt gekozen voor uw gebruik. Onze voornaamste prioriteit is de veiligheid van de gebruiker, waaraan we gezamenlijk moeten werken voor het beste resultaat. Deze handleiding beschrijft de bediening en het dagelijkse onderhoud voor de gebruiker of bediener van een Genie machine.
Deze handleiding dient als vast onderdeel van uw machine te worden beschouwd en moet altijd bij de machine blijven. Neem contact op met Genie als u vragen hebt.
Productidentificatie
Het serienummer van de machine bevindt zich op het serielabel.
Serienummer in chassis geslagen
(onder afdekking)
Serielabel
Deze machine is alleen bedoeld om personeel en hun gereedschap en materiaal naar een werkplek op hoogte te heffen.
Distributie van bulletins en conformiteit
Voor Genie is de veiligheid van de gebruikers van onze producten van doorslaggevend belang. Genie maakt gebruik van verschillende bulletins om dealers en eigenaars van machines op de hoogte te brengen van belangrijke veiligheids- en productinformatie.
De informatie in de bulletins is van toepassing op specifieke machines. Deze worden aangegeven met het machinemodel en het serienummer.
De bulletins worden beschikbaar gesteld aan de meest recente eigenaar zoals die bij ons bekend is en de bijbehorende dealer. Daarom is het belangrijk uw machine te registreren en uw contactgegevens up-to-date te houden.
Om de veiligheid van personeel en de onafgebroken betrouwbare werking van uw machine te waarborgen, dient u erop toe te zien dat de in een bulletin beschreven maatregelen naar behoren worden uitgevoerd.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
1
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Inleiding
Contact opnemen met de fabrikant
Het kan soms nodig zijn contact op te nemen met Genie. Als u dit doet, verzoeken we u het model- en serienummer van uw machine en uw naam en contactgegevens te vermelden. Er moet in elk geval over de volgende zaken contact worden opgenomen met Genie:
Meldingen van ongevallen
Vragen met betrekking tot het gebruik en de veiligheid van producten
Normen en informatie over regelgeving en conformiteit
Updates over de huidige eigenaar, zoals wijzigingen in het eigendom van de machine of wijzigingen in uw contactgegevens. Zie Overdracht van eigendom hieronder.
Overdacht van het eigendom van een machine
Door een paar minuten te besteden aan het bijwerken van de eigenaarsgegevens zorgt u ervoor dat u belangrijke informatie over veiligheid, onderhoud en gebruik voor uw machine kunt ontvangen.
We verzoeken u daarom uw machine te registreren door naar onze website (www.genielift.com) te gaan of in de Verenigde Staten ons gratis telefoonnummer (1-800-536-1800) te bellen.
2 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Inleiding
Onderhoud van veiligheidstekens
Vervang ontbrekende of beschadigde
Gevaar
Als u zich niet houdt aan de instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding, heeft dit de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg.
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
veiligheidstekens. Vergeet nooit de veiligheid van de bediener. Gebruik milde zeep en water om veiligheidstekens te reinigen. Gebruik geen reinigingsmiddelen op basis van een oplosmiddel, aangezien dit het materiaal van een veiligheidsteken kan beschadigen.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
U de instructies en veiligheidsvoorschriften van
de fabrikant en de veiligheids- en bedieningshandleidingen en machinestickers hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U de veiligheids- en werkplekvoorschriften van
de werkgever hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U alle van toepassing zijnde
overheidsvoorschriften hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U getraind en gekwalificeerd bent om deze
machine veilig te bedienen.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
3
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Inleiding
Classificatie van gevaren
Op de stickers op deze machine worden symbolen, kleurcoderingen en signaalwoorden gebruikt om het volgende aan te geven:
Veiligheidswaarschuwingssymbool­gebruikt om u te waarschuwen voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsberichten achter het symbool op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg zal hebben.
WAARSCHUWING
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, licht tot middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft informatie over mogelijke schade aan eigendommen.
4 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Gevaarlijke situatie: kans op brand
Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden verbrijzeld
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Verboden te roken Gevaarlijke situatie:
kans op explosies
Gebruik geen ether of andere hulpmiddelen voor starten met veel energie bij machines die zijn uitgerust met gloeibougies
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Verboden te roken. Geen vuur. Stop de motor.
Houd voldoende afstand
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Wielbelasting Windsnelheid Maximum
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Alleen 3-aderige geaarde AC-kabel
laadvermogen
Vervang beschadigde kabels en snoeren
Vervang banden door banden met dezelfde specificatie
Kracht van opzij Accu’s als
contragewicht gebruikt
5
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Vastzetpunt Hefpunt Vastzetinstructies
Corrosief zuur Kleurgecodeerde
richtingpijlen
platform
Gevaarlijke situatie: machine kan wegglijden
Hef- en vastzetinstructies
Gevaarlijke situatie: kans op botsing
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Herstelprocedure indien scheefstandalarm klinkt bij geheven stand.
Vermijd contact Koppel accu los Spanningsbereik
voor voeding naar platform
Veiligheidsgordelveranke­ringspunt
Gevaarlijke situatie: kans op botsing
Drukbereik voor luchtleiding naar platform
Platform heuvelopwaarts:
1 Laat primaire neer 2 Laat secundaire neer 3 Schuif primaire in
Platform heuvelafwaarts:
1 Schuif primaire in 2 Laat secundaire neer 3 Laat primaire neer
Lees de bedieningshand­leiding
Lees de servicehandleiding
Alleen toegankelijk voor getraind en bevoegd personeel
6 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Algemene veiligheid
Algemene veiligheid
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
7
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Algemene veiligheid
8 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Algemene veiligheid
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
9
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Algemene veiligheid
10 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijke bescherming tegen vallen
Persoonlijke bescherming tegen vallen is bij de bediening van deze machine verplicht.
Inzittenden dienen een (meerpunts-)veiligheidsgordel te dragen en zich te houden aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften. Bevestig de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform.
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van persoonlijke bescherming te voldoen aan de voorschriften van de werkgever, werkplek en overheid.
Alle persoonlijke bescherming tegen vallen dient te voldoen aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften en moet worden gecontroleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies van de fabrikant van de persoonlijke bescherming tegen vallen.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
11
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Veiligheid werkgebied
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt geen bescherming tegen contact met of nabijheid van elektrische stroom.
Houd u aan alle overheids­en lokale voorschriften aangaande de vereiste afstand tot elektriciteitsdraden. In elk geval moet ten minste de vereiste afstand in de tabel worden aangehouden.
Lijnspanning Vereiste veiligheidsafstand
0 tot 50KV 3,05 m
50 tot 200KV 4,60 m
200 tot 350KV 6,10 m
350 tot 500KV 7,62 m
500 tot 750KV 10,67 m
750 tot 1.000KV 13,72 m
Houd rekening met platformbeweging, slingeren en doorhangen van stroomdraden en pas op voor harde wind of windvlagen.
Blijf uit de buurt van de machine als deze contact maakt met elektriciteits-draden onder spanning. Personeel op de grond of op het platform mag de machine niet aanraken of bedienen totdat de elektriciteitsdraden onder spanning zijn uitgeschakeld.
Werk niet met de machine tijdens bliksem of storm.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen
Inzittenden, apparatuur en materialen mogen het maximum laadvermogen van het platform of het maximum laadvermogen van de platformverlenging niet overschrijden.
Maximum laadvermogen van het platform
Maximum bezetting
Het gewicht van opties en accessoires, zoals pijphouders, paneelhouders en lasapparaten, verlaagt het nominale laadvermogen van het platform en moet worden afgetrokken van het totale laadvermogen van het platform. Zie de stickers van de opties en accessoires.
227 kg
2
Zorg dat u bij gebruik van accessoires de bijbehorende stickers, instructies en handleidingen leest, begrijpt en zich hieraan houdt.
12 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Breng de arm pas omhoog of schuif deze pas uit als de machine op een stevige, horizontale ondergrond is geplaatst.
Vertrouw niet op het scheefstandalarm ter indicatie van een vlakke stand. Het scheefstandalarm klinkt uitsluitend op het platform wanneer de machine zich op een steile helling bevindt.
Als het scheefstandalarm klinkt terwijl de arm wordt neergelaten: Schuif de arm niet uit en draai of hef deze niet boven de horizontale lijn. Plaats de machine op een stevige, horizontale ondergrond voordat u het platform omhoogbrengt.
Als het scheefstandalarm klinkt bij geheven platform, dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan. Het indicatielampje ‘machine niet vlak’ gaat branden en de rijfunctie in een of beide richtingen werkt niet. Bepaal de toestand van de arm ten opzichte van de helling zoals in de procedure voor het scheefstandalarm aangegeven. Volg de stappen om de arm neer te laten voordat u de machine verplaatst naar een stevige, horizontale ondergrond. Draai de arm niet terwijl deze wordt neergelaten.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelopwaarts:
1 Laat de primaire arm
neer.
2 Laat de secundaire
arm neer.
3 Schuif de primaire arm
in.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelafwaarts:
1 Schuif de primaire arm
in.
2 Laat de secundaire
arm neer.
3 Laat de primaire arm
neer.
Breng de arm niet omhoog wanneer de wind harder dan 12,5 m/s waait. Wanneer de windsnelheid 12,5 m/s overschrijdt terwijl de arm omhoog is gebracht, breng dan de arm omlaag en werk niet verder met de machine.
Werk niet met de machine bij harde wind of bij windstoten. Vergroot het oppervlak van het platform of de lading niet. Als u het oppervlak vergroot dat aan de wind is blootgesteld, neemt de stabiliteit van de machine af.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
13
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Veiligheid werkgebied
Wees uiterst voorzichtig en houd een lage snelheid aan wanneer met de machine in de transportstand wordt gereden over oneffen terrein, puin, een onstabiele of gladde ondergrond en vlakbij gaten of afgereden kanten.
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein en oppervlakken die niet stabiel zijn of in andere gevaarlijke omstandigheden als de arm geheven of uitgeschoven is.
Gebruik de machine niet als kraan.
Breng geen veranderingen aan in machineonderdelen en schakel machineonderdelen die op enige wijze invloed hebben op de veiligheid en de stabiliteit niet uit.
Vervang onderdelen die van invloed zijn op de stabiliteit van de machine niet door onderdelen met een ander gewicht of andere specificaties.
Vervang de in de fabriek geïnstalleerde banden niet door banden met een andere specificatie of een andere classificatie van de koordlaag.
Vervang de in de fabriek gemonteerde schuimgevulde banden niet door luchtgevulde banden. Het gewicht van de wielen is van doorslaggevend belang voor de stabiliteit.
Gebruik de arm niet om de machine of andere objecten te duwen.
Vermijd contact tussen de arm en aangrenzende constructies.
Maak de arm of het platform niet vast aan aangrenzende constructies.
Plaats ladingen niet buiten de randen van het platform.
Duw niet tegen en trek niet aan objecten die zich buiten het platform bevinden.
Maximaal toegestane handkracht – 400 N
Gebruik de platformbediening niet om een platform vrij te maken dat is vastgeklemd of is blijven haken of dat op andere wijze niet normaal kan bewegen vanwege een aangrenzende constructie. Er mogen zich geen personen op het platform bevinden als geprobeerd wordt het platform met behulp van de grondbediening vrij te maken.
Breng geen aanpassingen of wijzigingen in hoogwerkerplatformen aan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Montage van houders voor gereedschappen of andere materialen op het platform, de voetplaten of het veiligheidsrelingsysteem kan het gewicht op het platform en het oppervlak van het platform of de lading vergroten.
14 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Plaats of bevestig geen vaste of overhangende lading op/aan enig deel van deze machine.
Plaats geen ladders of steigers op het platform of tegen welk deel van deze machine dan ook.
Vervoer alleen gereedschappen en materialen als deze gelijkmatig zijn verdeeld en veilig door de persoon/personen op het platform kunnen worden gehanteerd.
Gevaren van bediening op
hellingen
Rijd niet met de machine op een helling die steiler is dan de voor de machine toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. De toelaatbare hellingshoek is uitsluitend van toepassing op machines die in de transportstand staan.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 4WD
Platform heuvelafwaarts 45% (24°)
Platform heuvelopwaarts 45% (24°)
Dwarshelling 25% (14°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen. Zie Rijden op een helling in de sectie Bedieningsinstructies.
Gebruik de machine niet op een bewegende of mobiele ondergrond of een bewegend voertuig.
Zorg ervoor dat de banden in goede staat verkeren en de wielmoeren zijn vastgedraaid.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
15
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: kans op
vallen
Inzittenden dienen een (meerpunts-)veiligheidsgor­del te dragen en zich te houden aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften. Bevestig de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform.
Zit, sta of klim niet op de platformveiligheidsreling. Ga altijd stevig op de platformvloer staan.
Klim niet van het platform naar beneden als dit geheven is.
Gevaarlijke situatie: kans op
botsing
Houd rekening met beperkt zicht en dode hoeken terwijl u rijdt of de machine bedient.
Houd rekening met de stand van de arm en de uitzwaai wanneer de draaitafel wordt geroteerd.
Controleer het werkgebied op hoog aangebrachte obstakels en andere mogelijke gevaren.
Wees u bewust van het risico van verbrijzeling wanneer u de platformveiligheidsreling vasthoudt.
Houd de vloer van het platform vrij van puin.
Laat het platformtoegangsmiddenstuk neer of sluit het toegangshek voordat u de machine in bedrijf neemt.
Betreed of verlaat het platform pas wanneer de machine in de transportstand staat en het platform volledig is neergelaten.
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van persoonlijke bescherming te voldoen aan de voorschriften van de werkgever, werkplek en overheid.
16 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Houd u aan de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis voor de rij- en stuurfuncties.
Laat de primaire of secundaire arm pas neer als het gebied eronder vrij is van mensen en obstakels.
Stem de rijsnelheid af op de ondergrond, beschikbare ruimte, helling, plaats van medewerkers en eventuele andere factoren die tot een botsing kunnen leiden.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk
letsel mogelijk
Werk niet met de machine als er hydraulische olie weglekt of als er perslucht ontsnapt. Perslucht of hydraulische olie kan de huid binnendringen en/of brandwonden veroorzaken.
Onjuist contact met onderdelen die zich onder een afdekking bevinden, heeft ernstig lichamelijk letsel tot gevolg. Alleen getraind onderhoudspersoneel mag compartimenten openen. De bediener wordt geadviseerd compartimenten alleen tijdens de inspectie voor het gebruik te openen. Alle compartimenten moeten tijdens bedrijf zijn gesloten en vastgezet.
Als de motor draait, moet de machine in een goed geventileerde ruimte worden gebruikt om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen.
Bedien een arm niet als de machine zich in de route van een kraan bevindt, tenzij de bediening van de kraan is geblokkeerd en/of er voorzorgsmaatregelen zijn genomen om een mogelijke botsing te voorkomen.
Ga niet stuntrijden en speel geen spelletjes terwijl u een machine bedient.
Explosie- en brandgevaar
Start de motor niet als u dieselbrandstof of andere explosieve substanties ruikt of opmerkt.
Vul geen brandstof bij terwijl de motor draait.
Vul brandstof alleen bij en laad accu’s alleen in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken, vlammen of brandende tabak.
Bedien de machine niet en laad de accu’s niet op gevaarlijke plaatsen of op plaatsen waar mogelijk brandbare of explosieve gassen of deeltjes aanwezig zijn.
Spuit geen ether in de motor.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
17
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: machine
beschadigd
Gebruik geen beschadigde of niet goed functionerende machine.
Voer een grondige inspectie voor het gebruik van de machine uit en test alle functies voor elke dienst. Voorzie een beschadigde of niet goed functionerende machine van een label en neem deze onmiddellijk uit bedrijf.
Zorg ervoor dat alle onderhoud is uitgevoerd volgens de specificaties in deze handleiding en in de desbetreffende Genie servicehandleiding.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en leesbaar zijn.
Zorg ervoor dat de bedienings-, verantwoordelijkheids- en veiligheidshandleidingen compleet en leesbaar zijn en zich in de opbergruimte van de machine bevinden.
Gevaarlijke situatie: onderdelen
kunnen beschadigd raken
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Gebruik geen accu of acculader van meer dan 12V als starthulp.
Bedien de machine niet op plaatsen waar mogelijk hoogmagnetische velden aanwezig zijn.
Veiligheid accu
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden
Accu’s bevatten zuur. Trek altijd beschermende kleding aan en draag een veiligheidsbril wanneer u met accu’s werkt.
Vermijd morsen en zorg ervoor
Stel de accu’s en de acculader tijdens het laden niet bloot aan water of regen.
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
Houd vonken, vlammen en brandende tabak uit de buurt van accu’s. Accu’s geven een explosief gas af.
De deksels van de accupakken moeten tijdens de gehele laadcyclus open blijven.
Raak de accupolen en de kabelklemmen niet aan met gereedschappen die vonken kunnen veroorzaken.
18 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: onderdelen kunnen beschadigd raken
Gebruik geen acculader van meer dan 48V om de accu’s te laden.
Veiligheid paneelhouders
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de paneelhouders meegeleverde waarschuwingen en instructies.
De beide accupakken dienen samen geladen te worden.
Maak de stekker van het accupak los voordat u dit verwijdert.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk/kans op brandwonden
Sluit de acculader alleen aan op een elektrische 3-aderige geaarde AC-contactdoos.
Controleer de snoeren, kabels en draden dagelijks op beschadiging. Vervang beschadigde onderdelen voordat de machine in bedrijf wordt genomen.
Vermijd elektrische schokken door onbedoeld contact met de accupolen. Doe alle ringen, horloges en andere sieraden af.
Bedien de machine niet als de generator in water is ondergedompeld.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gebruik geen accu’s die minder wegen dan de oorspronkelijke uitrusting. Accu’s worden gebruikt als contragewicht en zijn van cruciaal belang voor de stabiliteit van de machine. Op machines met standaard accu’s moet elke accu 48,5 kg wegen. Op machines met onderhoudsvrije accu’s moet elke accu 56,7 kg wegen. Elk accupak inclusief accu’s moet minimaal 567 kg wegen.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het platform niet. Het gezamenlijke gewicht van de houders, panelen, inzittenden, gereedschap en enige andere apparatuur mag het nominale vermogen niet overschrijden.
Het paneelhouderpakket weegt 13,6 kg.
Het maximum laadvermogen van de paneelhouders is 113 kg.
Het gewicht van de paneelhouders en de lading in de paneelhouders kan de maximum bezetting op het platform beperken tot één persoon.
Maak de houders vast aan het platform. Zet de panelen met de meegeleverde banden vast aan de platformreling.
Gebruik dit alleen als u voldoende bent getraind en u zich bewust bent van alle gevaren die gepaard gaan met het heffen van panelen.
Stel de machine niet bloot aan horizontale krachten of zijbelasting door een vaste of overhangende lading te heffen of neer te laten.
Maximum verticale hoogte van panelen: 1,2 m
Maximum windsnelheid: 6,7 m/sec
Maximum paneelgebied: 3 m
2
Gevaarlijke situatie: tillen
Gebruik een vorkheftruck voor het verwijderen of plaatsen van een accupak.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
19
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Veiligheid werkgebied
Blokkering na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
achterwielen bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
20 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Legenda
Legenda
1 Achterwiel 2 Stuurwiel 3 Voeding naar acculader 4 Grondbediening 5 Secundaire arm 6 Primaire arm 7 Jib
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
8 Platformbediening 9 Platform 10 Draaihek 11 Veiligheidsgordelverankeringspunt 12 Schuifbaar middenstuk 13 Voetschakelaar 14 Opbergruimte voor handleiding
21
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Bedieningselementen
Bedieningselementen
Grondbedieningspaneel
1 Functie-inschakelknop
Houd de functie-inschakelknop ingedrukt om de functies op het grondbedieningspaneel in werking te stellen.
2 Schakelaar ‘secundaire arm op/neer’
Beweeg de schakelaar ‘secundaire arm op/neer’ omhoog om de secundaire arm omhoog te brengen. Beweeg de schakelaar ‘secundaire arm op/neer’ omlaag om de secundaire arm neer te laten.
3 Schakelaar ‘primaire arm op/neer’
Beweeg de schakelaar ‘primaire arm op/neer’ omhoog om de arm omhoog te brengen. Beweeg de schakelaar ‘primaire arm op/neer’ omlaag om de arm neer te laten.
4 Schakelaar 'primaire arm in-/uitschuiven'
Beweeg de schakelaar ‘primaire arm in-/uitschuiven’ naar rechts om de primaire arm uit te schuiven. Beweeg de schakelaar ‘arm in-/uitschuiven’ naar links om de primaire arm in te schuiven.
22 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
5 LCD-display
Bij het opstarten van de machine toont het LCD-scherm de hellings- en rolhoeken van de machine, het aantal uren dat de machine heeft gewerkt en het laadniveau van de accu; ook klinkt het alarm 4 seconden. Op het scherm worden tevens storingscodes en andere service-informatie weergegeven.
6 Contactslot voor selectie
grondbediening/uit/platformbediening
Draai het contactslot naar de grondstand om met de grondbediening te werken. Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ om de machine uit te schakelen. Draai het contactslot naar de platformstand om met de platformbediening te werken.
7 Lampje DC-modus: FE-modellen
Een brandend lampje geeft aan dat op de machine de DC-modus is geactiveerd.
8 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten en de motor uit te schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
9 Lampje hybride modus: FE-modellen
Een brandend lampje geeft aan dat op de machine de hybride modus is geactiveerd.
10 Keuzeschakelaar machinemodus: FE-modellen
Beweeg de schakelaar naar links om de DC-modus te selecteren.
Beweeg de schakelaar naar rechts om de hybride modus te selecteren.
11 Schakelaar ‘jib op/neer’
Beweeg de schakelaar ‘jib op/neer’ omhoog om de jib omhoog te brengen. Beweeg de schakelaar ‘jib op/neer’ omlaag om de jib neer te laten.
12 Platformnivelleringsschakelaar
Beweeg de platformnivelleringsschakelaar omhoog om het platform omhoog te brengen. Beweeg de platformnivelleringsschakelaar omlaag om het platform neer te laten.
13 Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast en er treedt geen enkele functie in werking. Verwijder gewicht tot het lampje uitgaat.
14 Draaitafelschakelaar
Beweeg de draaitafelschakelaar omhoog om de draaitafel naar rechts te draaien. Beweeg de draaitafelschakelaar omlaag om de draaitafel naar links te draaien.
15 Platformrotatieschakelaar
Beweeg de platformrotatieschakelaar omlaag om het platform naar rechts te draaien. Beweeg de platformrotatieschakelaar omhoog om het platform naar links te draaien.
16 Noodvoedingsschakelaar
Gebruik de noodvoeding als de primaire krachtbron (motor) defect is. Houd de noodvoedingsschakelaar naar een van beide zijden vast en activeer tegelijkertijd de gewenste functie.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
23
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Bedieningselementen
Platformbedieningspaneel
24 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
25
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Bedieningselementen
Platformbedieningspaneel
1 Claxonknop
Druk op deze knop om de claxon te laten klinken. Laat de knop los om de claxon te stoppen.
2 Platformnivelleringsschakelaar
Beweeg de platformnivelle­ringsschakelaar omhoog om het platform omhoog te brengen. Beweeg de platformnivelleringsschakelaar omlaag om het platform neer te laten.
3 Schakelaar ‘jib op/neer’
Beweeg de schakelaar ‘jib op/neer’ omhoog om de jib omhoog te brengen. Beweeg de schakelaar ‘jib op/neer’ omlaag om de jib neer te laten.
4 Platformrotatieschakelaar
Beweeg de platformrotatie­schakelaar naar links om het platform naar links te draaien. Beweeg de platformrotatieschakelaar naar rechts om het platform naar rechts te draaien.
5 Schakelaar 'primaire arm in-/uitschuiven'
Beweeg de schakelaar ‚primaire arm in-/uitschuiven’ omhoog om de primaire arm in te schuiven. Beweeg de schakelaar ‚arm in-/uitschuiven’ omlaag om de primaire arm uit te schuiven.
6 Functiesnelheidsregelaar
Beweeg de schakelaar naar links en de functiesnelheden voor jib op/neer, platformrotatie en primaire arm uit-/inschuiven nemen af. Beweeg de schakelaar naar rechts en de functiesnelheden voor jib op/neer, platformrotatie en primaire arm uit-/inschuiven nemen toe.
Opmerking: Telkens wanneer de snelheidsregelaar wordt bewogen, nemen de functiesnelheden met 5% toe of af. Ook kan de snelheidsregelaar in een van de richtingen worden vastgehouden voor het verhogen of verlagen van de functiesnelheid.
7 Noodvoedingsschakelaar
Gebruik de noodvoeding als de primaire krachtbron defect is. Houd de noodvoedingsschakelaar in de stand omhoog of omlaag vast en activeer tegelijkertijd de gewenste functie.
8 Omvormerschakelaar (indien aanwezig)
Beweeg de omvormerschakelaar omhoog om de omvormer in te schakelen. Beweeg de schakelaar omlaag om de omvormer uit te schakelen.
26 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
9 Prioriteitsschakelaar vliegtuigbescherming
(indien aanwezig)
Beweeg de prioriteitsschakelaar van de vliegtuigbescherming en houd deze vast om de machine te bedienen als het stootrubber van het platform een voorwerp raakt.
10 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten en de motor uit te schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
11 Twee-assige proportionele joystick voor rij- en
stuurfuncties OF Proportionele joystick voor rijfunctie en duimschakelaar voor stuurfunctie.
Beweeg de joystick in de richting van de blauwe pijl op het bedieningspaneel om de machine vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de gele pijl om de machine achteruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de blauwe driehoek om de machine naar links te sturen. Beweeg de joystick in de richting van de gele driehoek om de machine naar rechts te sturen. OF Beweeg de joystick in de richting van de blauwe pijl op het bedieningspaneel om de machine vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de gele pijl om de machine achteruit te laten rijden. Druk op de linkerzijde van de duimschakelaar om de machine naar links te sturen. Druk op de rechterzijde van de duimschakelaar om de machine naar rechts te sturen.
12 Indicatielampje ‘rijden ingeschakeld’
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat de arm net voorbij een van beide achterwielen is gedraaid en de rijfunctie is uitgeschakeld.
13 Rijschakelaar
Houd de rijschakelaar naar een van beide zijden en verplaats de rij-joystick langzaam uit het midden om te rijden terwijl het lampje ‘rijden ingeschakeld’ brandt. Houd er rekening mee dat de machine kan gaan rijden in de richting die tegengesteld is aan de richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen worden bewogen.
14 Rijsnelheidkeuzeschakelaar
Symbool ‚machine op helling’: laag snelheidsbereik voor verbeterde smoorklepregeling bij verminderde rijsnelheid. Symbool ‚machine op horizontale ondergrond’: hoog snelheidsbereik voor maximum rijsnelheid.
15 Indicatielampje ‘machine niet vlak’
Het indicatielampje 'machine niet vlak' gaat branden zodra het scheefstandalarm klinkt.
16 LCD-scherm
a zie bedieningshandleiding b neem contact op met onderhoud c gevaarlijke situatie d hybride modus e DC-modus
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
27
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Bedieningselementen
17 Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast en er treedt geen enkele functie in werking. Verwijder gewicht tot het lampje uitgaat.
18 Keuzeschakelaar machinemodus: FE-modellen
Beweeg de schakelaar naar links om de DC-modus te selecteren.
Beweeg de schakelaar naar rechts om de hybride modus te selecteren.
19 Proportionele joystick voor de functie ‘secundaire
arm op/neer’
Beweeg de joystick omhoog om de secundaire arm omhoog te brengen. Beweeg de joystick omlaag om de secundaire arm neer te laten.
20 Twee-assige proportionele joystick voor de
functies ‘primaire arm op/neer’ en ‘links/rechts-draaitafelrotatie’
Beweeg de joystick omhoog om de primaire arm omhoog te brengen. Beweeg de joystick omlaag om de primaire arm neer te laten.
Beweeg de joystick naar rechts om de draaitafel naar rechts te draaien. Beweeg de joystick naar links om de draaitafel naar links te draaien.
28 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Inspecties
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Grondbeginselen inspectie voor het gebruik
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om een inspectie voor het gebruik en periodiek onderhoud uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie die de bediener voor elke dienst uitvoert. De inspectie is bedoeld om te ontdekken of er iets duidelijk mis is met de machine voordat de bediener de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te bepalen of periodieke onderhoudsprocedures vereist zijn. Alleen gedeelten van het periodieke onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Zie de lijst op de volgende pagina en controleer alle punten.
Indien er schade wordt ontdekt, of een ongeautoriseerde wijziging van de toestand waarin de machine door de fabriek is geleverd, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant. Als de reparaties zijn voltooid, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik uitvoeren voordat de functietests worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant en de eisen die genoemd worden in de verantwoordelijkheidshandleiding.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
29
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Inspecties
Inspectie voor het gebruik
Zorg ervoor dat de bedienings-,
verantwoordelijkheids- en veiligheidshandleidingen compleet en leesbaar zijn en zich in de opbergruimte op het platform bevinden.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten
en leesbaar zijn. Zie de sectie Inspecties.
Ga na of er een lek van hydraulische olie is en
controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig gedestilleerd water bij. Zie de sectie Onderhoud.
FE-modellen: Ga na of er een motorolielek is en
controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie Onderhoud.
FE-modellen: Ga na of er een koelvloeistoflek is
en controleer het motorkoelvloeistofpeil. Vul indien nodig koelvloeistof bij. Zie de sectie Onderhoud.
Controleer de volgende onderdelen of gedeelten op schade, onjuist geplaatste of ontbrekende onderdelen en ongeautoriseerde aanpassingen:
Glijblokken Banden en wielen FE-modellen: Motor en bijbehorende
onderdelen
Eindschakelaars, hoeksensors en claxon Alarmen en flitslampen (indien aanwezig) Moeren, bouten en andere bevestigingen Platformtoegangsmiddenstuk of -hek Ladingscel platform (indien aanwezig) Veiligheidsgordelverankeringspunt
Controleer de gehele machine op:
Scheuren in lasnaden of constructiedelen Deuken of beschadigingen aan de machine Overmatige roest, corrosie of oxidatie
Zorg ervoor dat alle constructiedelen en andere
cruciale onderdelen aanwezig zijn en dat alle bijbehorende bevestigingen en pennen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgemaakt.
Controleer nadat u de inspectie hebt voltooid of
alle compartimentafdekkingen op hun plaats zitten en zijn vergrendeld.
Elektrische onderdelen, bedrading en
elektrische kabels
Hydraulische slangen, koppelingen, cilinders
en ventielenblokken
Brandstoftank en hydraulische tank Rij- en draaitafelmotoren en aandrijfnaven
30 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Grondbeginselen functietests
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
Zorg ervoor dat u de functietests kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. De bediener moet de stapsgewijze instructies volgen om alle machinefuncties te testen.
Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen. Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
Als de reparaties zijn voltooid, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik en de functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik wordt genomen.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
31
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Inspecties
Grondbediening
1 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van obstakels is.
2 Draai het contactslot naar grondbediening. 3 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Resultaat: De flitslamp (indien aanwezig) dient te
knipperen.
4 FE-modellen: Start de motor. Zie de sectie
Bedieningsinstructies.
Noodstop testen
5 Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’.
Resultaat FE-modellen: De motor wordt na 2 tot
3 seconden uitgeschakeld.
6 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt en
activeer elke tuimelschakelaar voor de arm- en platformfuncties.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
7 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Machinefuncties testen
8 Druk niet op de functie-inschakelknop. Probeer
elke arm- en platformfunctietuimelschakelaar te activeren.
Resultaat: Geen enkele arm- of platformfunctie
mag in werking treden.
9 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt en
activeer elke tuimelschakelaar voor de arm- en platformfuncties.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen. Het daalalarm dient te klinken terwijl de arm wordt neergelaten.
Noodbediening testen
FE-modellen:
10 Draai het contactslot naar grondbediening. 11 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
12 Selecteer de hybride modus. 13 Houd de noodvoedingsschakelaar
ingeschakeld en activeer tegelijkertijd elke armfunctietuimelschakelaar.
Opmerking: Test elke functie gedurende een gedeeltelijke cyclus om accu’s te sparen.
Resultaat: Alle armfuncties dienen in werking te
treden.
DC-modellen:
14 Draai het contactslot naar grondbediening. 15 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
16 Houd de noodvoedingsschakelaar
ingeschakeld en activeer tegelijkertijd elke armfunctietuimelschakelaar.
Opmerking: Test elke functie gedurende een gedeeltelijke cyclus om accu’s te sparen.
Resultaat: Alle armfuncties dienen in werking te
treden.
32 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Scheefstandschakelaar testen
FE-modellen:
17 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van obstakels is.
18 Draai het contactslot naar grondbediening. 19 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
20 Selecteer de hybride modus. 21 Start de motor. Zie de sectie
Bedieningsinstructies.
Resultaat: Bij het opstarten van de machine toont
het grondbedieningspaneel de hellings- en rolhoeken van de machine en klinkt het alarm 4 seconden.
DC-modellen:
22 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van obstakels is.
23 Draai het contactslot naar grondbediening. 24 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Resultaat: Bij het opstarten van de machine toont
het grondbedieningspaneel de hellings- en rolhoeken van de machine en klinkt het alarm 4 seconden.
Platformbediening
25 Draai het contactslot naar platformbediening. 26 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
27 FE-modellen: Start de motor. Zie de sectie
Bedieningsinstructies.
Noodstop testen
28 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand ‘uit’.
Resultaat FE-modellen: De motor moet afslaan.
29 Activeer elke functie-joystick, functietuimel-
schakelaar of functieduimschakelaar.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
30 Trek de rode noodstopknop op de
platformbediening uit naar de stand ‘aan’.
Claxon testen
31 Druk op de claxonknop.
Resultaat: De claxon dient te klinken.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
33
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Inspecties
Voetschakelaar testen
Machinefuncties testen
DC-modellen:
32 Druk de voetschakelaar niet in.Test elke
machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
FE-modellen:
33 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand ‘uit’.
34 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’, maar start de motor niet.
35 Druk de voetschakelaar niet in en start de motor
door de keuzeschakelaar machinemodus in de hybride modus te zetten.
Resultaat: De motor mag niet starten.
36 Zet de keuzeschakelaar machinemodus in de
hybride modus.
37 Houd de voetschakelaar ingedrukt.
Resultaat: De motor moet starten.
38 Druk de voetschakelaar niet in en test elke
machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
39 Druk de voetschakelaar in. 40 Activeer elke joystick of tuimelschakelaar voor
machinefuncties.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen.
Test de stuurinrichting
41 Druk de voetschakelaar in. 42 Druk de duimschakelaar op de rij-joystick in de
richting aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF beweeg de joystick langzaam in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
43 Druk de duimschakelaar in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF verplaats de rij-joystick langzaam in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
34 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Test het rijden en de remmen
Rij-inschakelsysteem testen
44 Druk de voetschakelaar in. 45 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
die wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en zet de joystick vervolgens weer in de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl op het rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
46 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en verplaats de joystick vervolgens weer naar de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de gele pijl op het rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de machine tegen te houden op elke helling die door de machine kan worden genomen.
47 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer in
de transportstand.
48 Roteer de draaitafel totdat de primaire arm
voorbij een van de achterwielen wordt bewogen.
Resultaat: Het
indicatielampje ‘rijden ingeschakeld’ dient te gaan branden en te blijven branden zolang de arm zich in het aangegeven bereik bevindt.
49 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie mag niet in werking
treden.
50 Houd de rij-tuimelschakelaar naar een van beide
zijden vast en verplaats de rij-joystick langzaam uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie moet in werking treden.
Opmerking: Als het rij-inschakelsysteem in gebruik is, kan de machine gaan rijden in een richting die tegengesteld is aan de richting waarin de joystick voor rijden en sturen wordt bewogen.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting te bepalen.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
35
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Inspecties
Beperkte rijsnelheid testen
Afschakeling rij-kantelhoek testen
51 Druk de voetschakelaar in. 52 Breng de primaire arm ongeveer 61 cm omhoog. 53 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
de primaire arm geheven mag niet hoger zijn dan 30 cm/s.
54 Laat de primaire arm neer in de transportstand. 55 Schuif de primaire arm ongeveer 61 cm uit. 56 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
de primaire arm uitgeschoven mag niet hoger zijn dan 30 cm/s.
57 Schuif de primaire arm in naar de transportstand. 58 Breng de secundaire arm ongeveer 61 cm
omhoog.
59 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
de secundaire arm geheven mag niet hoger zijn dan 30 cm/s.
60 Laat de secundaire arm neer in de
transportstand.
Als de rijsnelheid met geheven primaire of secundaire arm of uitgeschoven primaire arm hoger is dan 30 cm per seconde, dient de machine onmiddellijk te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
61 Druk de voetschakelaar in. 62 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de chassishellingshoek groter dan 2,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
63 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de primaire arm vanuit de transportstand omhoog (tot ongeveer 10° boven de horizontale lijn).
64 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassishellingshoek groter dan 2,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 2,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
65 Laat de primaire arm neer in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
66 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
schuif de primaire arm ongeveer 0,5 m uit.
67 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassishellingshoek groter dan 2,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 2,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
68 Schuif de primaire arm in in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
36 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Inspecties
69 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
70 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de chassishellingshoek groter dan 2,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
71 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de secundaire arm vanuit de transportstand omhoog (tot ongeveer 15° boven de horizontale lijn).
72 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassishellingshoek groter dan 2,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 2,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
73 Laat de secundaire arm neer in de transportstand
of rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
74 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
75 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de primaire arm vanuit de transportstand omhoog (tot ongeveer 10° boven de horizontale lijn).
76 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
77 Laat de primaire arm neer in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
78 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
schuif de primaire arm ongeveer 0,5 m uit.
79 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
80 Schuif de primaire arm in in de transportstand of
rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
81 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
82 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
83 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de secundaire arm vanuit de transportstand omhoog (tot ongeveer 15° boven de horizontale lijn).
84 Rijd met de machine een helling op waarbij de
chassisrolhoek groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
85 Laat de secundaire arm neer in de transportstand
of rijd in de tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
37
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Inspecties
Pendelas (indien aanwezig) testen
Hef/rij-keuzefunctie testen (indien aanwezig)
86 Rijd het rechterstuurwiel op een blok van 15 cm
of een trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
87 Rijd het linkerstuurwiel op een blok van 15 cm of
een trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
88 Rijd beide stuurwielen op een blok van 15 cm of
een trottoirband.
Resultaat: De achterwielen moeten stevig
contact houden met de grond.
Noodbediening testen
89 Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’. 90 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
91 Druk de voetschakelaar in. 92 Beweeg de noodvoedingsschakelaar, houd deze
vast en activeer tegelijkertijd elke functie-joystick, functietuimelschakelaar of functieduim­schakelaar. Opmerking: Test elke functie gedurende een gedeeltelijke cyclus om accu’s te sparen.
Resultaat: Alle arm- en stuurfuncties dienen in
werking te treden. Rijfuncties mogen niet op noodvoeding werken.
93 Druk de voetschakelaar in. 94 Verplaats de rij-joystick uit het midden en
activeer een armfunctietuimelschakelaar.
Resultaat: Geen enkele armfunctie mag in
werking treden. De machine rijdt in de richting die wordt aangegeven op het bedieningspaneel.
Repareer alle storingen voordat u de machine in bedrijf neemt.
Vliegtuigbescherming (indien aanwezig) testen
Opmerking: Er zijn mogelijk twee personen nodig om deze test uit te voeren.
95 Schuif de primaire arm ongeveer 30 cm uit. 96 Beweeg het gele stootrubber onder aan het
platform 10 cm in een willekeurige richting.
97 Activeer elke functie-joystick of
functietuimelschakelaar.
Resultaat: Geen enkele arm- of stuurfunctie mag
in werking treden.
98 Beweeg de
prioriteitsschakelaar van de vliegtuigbescherming en houd deze vast.
99 Activeer elke functie-joystick of
functietuimelschakelaar.
Resultaat: Alle arm- en stuurfuncties dienen in
werking te treden.
38 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Inspectie van de werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
Zorg ervoor dat u de inspectie van de werkplek kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
afgereden kanten of gaten hobbels, obstakels op de vloer of puin hellende ondergrond een onstabiele of gladde ondergrond hoog aangebrachte obstakels en
hoogspanningsgeleiders
gevaarlijke plaatsen ondergrond die ontoereikend is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de machine worden opgewekt
wind- en weersomstandigheden de aanwezigheid van onbevoegd personeel andere eventueel onveilige omstandigheden
Grondbeginselen inspectie van de werkplek
De inspectie van de werkplek helpt de bediener te bepalen of de werkplek geschikt is om de machine veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de bediener te worden uitgevoerd voordat de machine naar de werkplek wordt verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek door te lezen en te onthouden, er vervolgens op te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen, opstellen en bedienen van de machine.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
39
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Inspecties
Inspectie van stickers met symbolen Z-60/37DC
Controleer aan de hand van de afbeeldingen op de volgende pagina of alle stickers zich op de juiste plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder volgt een numerieke lijst met aantallen en beschrijvingen.
Onder­deelnr. Beschrijving sticker Aantal
27204 Pijl – Blauw 1
27205 Pijl – Geel 1
27206 Driehoek – Blauw 2
27207 Driehoek – Geel 2
28174 Label – Voeding naar platform, 230V 2
28235 Label – Voeding naar platform, 115V 2
40434 Label – Veiligheidsgordelverankerings-
punt
44981 Label – Luchtleiding naar platform (optie) 2
52475 Label – Transportvastzetpunt 6
52966 Uiterlijk – 4 x 2 1
52967 Uiterlijk – 4 x 4 1
65278 Voorzichtig – Niet op gaan staan 3
72086 Label – Hefpunt 4
82481 Label – Veiligheid accu/lader 4
82487 Label – Handleiding lezen 2
82487 Label – Handleiding lezen
(paneelhouder)
97815 Label – Onderste middenstuk 1
114248 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen, scheefstandalarm
114249 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen, banden
114251 Label – Gevaarlijke situatie: kans op
explosies
114252 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen, eindschakelaars
Onder­deelnr. Beschrijving sticker
114334 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
133067 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
133205 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
133286 Label – Voeding naar acculader 1
219954 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
219956 Label – Overbelasting platform 1
219958 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
1255581 Uiterlijk – Genie 2
1256425 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
8
1263542 Label – Toegang tot compartiment 2
1265361 Label – Accuconditiemeter 1
1265450 Grondbedieningspaneel 1
1265451 Platformbedieningspaneel 1
1269245 Label – Nooddalen 1
1269246 Label – Transport/heffen 2
1269252 Label – Wielbelasting, Z-60/37 4
1269255 Gevaar – Gevaarlijke situatie: machine
1269258 Label – Toelaatbare hellingshoek,
2
1269259 Uiterlijk – Genie Z-60/37DC 1
1269261 Uiterlijk – Z-60/37DC 1
1
1272242 Label – Registratie/overdacht van
4
2
3
Arcering geeft aan dat de sticker niet zichtbaar is en
** Deze stickers kunnen per model, optie of configuratie
mogelijk, stop
mogelijk
mogelijk/kans op brandwonden
omkantelen, CE
omkantelen, ledematen kunnen worden verbrijzeld
mogelijk
kan omkantelen, accu’s
Z-60/37
eigendom machine
zich bijvoorbeeld onder een afdekking bevindt
verschillen.
Aantal
1
3
2
1
1
1
2
1
1
40 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
41
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Inspecties
Inspectie van stickers met symbolen Z-60/37FE
Controleer aan de hand van de afbeeldingen op de volgende pagina of alle stickers zich op de juiste plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder volgt een numerieke lijst met aantallen en beschrijvingen.
Onder­deelnr. Beschrijving sticker Aantal
27204 Pijl – Blauw 1
27205 Pijl – Geel 1
27206 Driehoek – Blauw 2
27207 Driehoek – Geel 2
28159 Label – Diesel 1
28174 Label – Voeding naar platform, 230V ** 2
28235 Label – Voeding naar platform, 115V ** 2
40434 Label – Veiligheidsgordelverankerings-
punt
44981 Label – Luchtleiding naar platform (optie) 2
52475 Label – Transportvastzetpunt 6
52966 Uiterlijk – 4 x 2 ** 1
52967 Uiterlijk – 4 x 4 ** 1
65278 Voorzichtig – Niet op gaan staan 3
72086 Label – Hefpunt 4
82240 Label – Geluidsniveau 1
82481 Label – Veiligheid accu/lader 4
82487 Label – Handleiding lezen 2
82487 Label – Handleiding lezen
(paneelhouder)
97815 Label – Onderste middenstuk 1
114248 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen, scheefstandalarm
114249 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen, banden
114251 Label – Gevaarlijke situatie: kans op
explosies
Onder­deelnr. Beschrijving sticker
114252 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
114334 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
133067 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
133205 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
133286 Label – Voeding naar acculader 1
219954 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
219956 Label – Overbelasting platform 1
219958 Label – Gevaarlijke situatie: machine kan
1255581 Uiterlijk – Genie 2
1256425 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
8
1263542 Label – Toegang tot compartiment 2
1265361 Label – Accuconditiemeter 1
1265450 Grondbedieningspaneel 1
1265451 Platformbedieningspaneel 1
1269245 Label – Nooddalen 1
1269246 Label – Transport/heffen 2
1269252 Label – Wielbelasting, Z-60/37 4
1269255 Gevaar – Gevaarlijke situatie: machine
1269258 Label – Toelaatbare hellingshoek,
2
1269260 Uiterlijk – Genie Z-60/37FE 1
1269262 Uiterlijk – Z-60/37FE, Hybrid 1
1272242 Label – Registratie/overdacht van
1
4
2
Arcering geeft aan dat de sticker niet zichtbaar is en
** Deze stickers kunnen per model, optie of configuratie
omkantelen, eindschakelaars
mogelijk, stop
mogelijk
mogelijk/kans op brandwonden
omkantelen, CE
omkantelen, ledematen kunnen worden verbrijzeld
mogelijk
kan omkantelen, accu’s
Z-60/37
eigendom machine
zich bijvoorbeeld onder een afdekking bevindt
verschillen.
Aantal
3
1
3
2
1
1
1
2
1
1
42 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
43
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Bedieningsinstructies
Bedieningsinstructies
Grondbeginselen
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies voor elk aspect van de bediening van de machine. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedieningshandleiding, veiligheidshandleiding en verantwoordelijkheidshandleiding op te volgen.
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Het gebruik van de machine voor een ander doel dan het heffen van personen, samen met gereedschappen en materialen, naar een werkplek in de lucht is onveilig en gevaarlijk.
De machine mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden bediend. Als meerdere bedieners op verschillende tijdstippen in dezelfde dienst een machine bedienen, mag het hier alleen om gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht wordt dat zij alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedienings-, verantwoordelijkheids­en veiligheidshandleidingen opvolgen. Dat betekent dat elke nieuwe bediener vóór ingebruikname van de machine een inspectie voor het gebruik, functietests en een inspectie van de werkplek moet uitvoeren.
44 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Bediening van de machine
FE-modellen kunnen worden bediend met de motor draaiend of uitgeschakeld.
1 Draai het contactslot naar grond- of
platformbediening.
2 Zorg ervoor dat beide accupakken zijn
aangesloten voordat u de machine bedient.
3 Zorg ervoor dat de rode noodstopknop van zowel
de grond- als platformbediening uitgetrokken is naar de stand ‘aan’.
Noodstop
Druk de rode noodstopknop op de grond- of de platformbediening in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten.
Repareer elke functie die nog werkt als een van de rode noodstopknoppen is ingedrukt.
De grondbediening krijgt voorrang op de rode noodstopknop op het platform.
Noodvoeding
Gebruik noodvoeding als de primaire krachtbron defect is.
1 Draai het contactslot naar grond- of
platformbediening.
2 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
3 Druk de voetschakelaar in wanneer u de
platformbediening gebruikt.
4 Houd de noodvoedingsschakelaar in
een van beide richtingen en activeer tegelijkertijd de gewenste functie.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
45
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Bedieningsinstructies
FE-modellen: Motor starten
Vanaf het grondbedieningspaneel:
1 Draai het contactslot naar grondbediening. 2 Zorg ervoor dat de rode noodstopknop van zowel
de grond- als platformbediening uitgetrokken is naar de stand ‘aan’.
3 Zet de keuzeschakelaar machinemodus in de
hybride modus.
4 Druk de functie-inschakelknop in
om de motor te starten.
Vanaf het platformbedieningspaneel:
5 Draai het contactslot naar platformbediening. 6 Zorg ervoor dat de rode noodstopknop van zowel
de grond- als platformbediening uitgetrokken is naar de stand ‘aan’.
7 Zet de keuzeschakelaar machinemodus in de
hybride modus.
8 Druk de voetschakelaar in om de motor te
starten.
Als de motor na 15 seconden ronddraaien niet start, dient u de oorzaak hiervan vast te stellen en eventuele storingen te repareren. Wacht 60 seconden voordat u opnieuw probeert te starten.
Bediening vanaf de grond
1 Draai het contactslot naar grondbediening. 2 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
3 FE-modellen: Selecteer DC-modus of hybride
modus.
4 FE-modellen: Start de motor.
Platform plaatsen
1 Druk een functie-inschakelknop in
en houd deze ingedrukt.
2 Verplaats de betreffende tuimelschakelaar aan
de hand van de markeringen op het bedieningspaneel.
De rij- en stuurfuncties zijn niet beschikbaar vanaf de grondbediening.
Warm onder koude omstandigheden, -6 °C en lager, de motor gedurende 5 minuten op voordat de machine in bedrijf wordt genomen om schade aan het hydraulische systeem te voorkomen.
Onder extreem koude omstandigheden, -18 °C en lager, dienen machines te worden uitgerust met optionele koude-startsets. Als u probeert de motor te starten bij temperaturen onder de -18 °C kan het gebruik van een hulpaccu nodig zijn.
46 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Bediening vanuit het platform
Opmerking: Wanneer de machine vanaf het platform wordt bediend, kunnen de volgende voetschakelaarberichten verschijnen op het LCD-scherm van de platformbediening.
FOUT VOETPEDAAL: LAAT VOETPEDAAL LOS
EN ZET MACHINE OPNIEUW AAN.
EERST VOETPEDAAL INTRAPPEN VOORDAT
EEN FUNCTIE KAN WORDEN GEACTIVEERD.
VOETPEDAAL TIJD VERSTREKEN:
VOETPEDAAL LOSLATEN EN OPNIEUW ACTIVEREN.
Als een van deze berichten verschijnt, volg dan de instructie in het bericht om de machinewerking weer in te schakelen.
1 Draai het contactslot naar platformbediening. 2 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
3 FE-modellen: Selecteer DC-modus of hybride
modus.
4 FE-modellen: Start de motor.
Platform positioneren
1 Druk de voetschakelaar in. 2 Verplaats de betreffende functie-joystick of
functietuimelschakelaar langzaam of druk op de betreffende knop aan de hand van de markeringen op het bedieningspaneel.
Opmerking: Als de functies voor omhoog worden uitgeschakeld en het volgende bericht op het LCD-scherm van de platformbediening verschijnt, OP-FUNCTIES UITGESCHAKELD; SPANNING TE LAAG; LAAD ACCU’S OP, laad dan de accu’s op om de functies voor omhoog volledig te kunnen gebruiken.
Sturen
1 Druk de voetschakelaar in. 2 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe of gele driehoeken OF druk op de duimschakelaar op de rij-joystick.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de draairichting van de wielen te bepalen.
Rijden
1 Druk de voetschakelaar in. 2 Snelheid verhogen: Verplaats de joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de joystick langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de joystick terug in de middelste stand of laat de functieschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt bij geheven arm.
Opmerking: Voor 4WD-machines wordt de algehele rijsnelheid verminderd tot 4 km/u wanneer de scheefstandschakelaar een afwijking van de horizontale stand van > 11,3 graden (hellingshoek > 20%) meet. Tevens wordt het volgende bericht weergegeven op het LCD-scherm van de platformbediening, RIJSNELHEID GEREDUCEERD: I.V.M. STEILE HELLING.
Opmerking: Onder erg warme omstandigheden kunnen operators een lagere rijsnelheid en/of laadprestaties waarnemen. Dit komt doordat de machine zichzelf beschermt tegen warmte-invloeden en behoort tot het functionele machineontwerp.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
47
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Bedieningsinstructies
Rijden op een helling
Bepaal de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) en dwarshellingshoek voor de machine en bepaal het stijgingspercentage van de helling.
Stijgingspercentage bepalen:
Meet de helling met een digitale hellingsmeter OF hanteer de volgende procedure.
U hebt nodig:
Maximaal toelaatbare hellingshoek, platform heuvelafwaarts (klimvermogen):
4WD: 45% (24°)
Maximaal toelaatbare hellingshoek, platform heuvelopwaarts:
4WD: 45% (24°)
Maximaal toelaatbare dwarshellingshoek:
25% (14°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen. De term klimvermogen is alleen van toepassing op het contragewicht voor heuvelafwaarts rijden.
Zorg ervoor dat de arm zich onder de horizontale lijn bevindt en dat het platform zich tussen de achterwielen bevindt.
waterpas recht stuk hout van minstens 1 m meetlint
Leg het stuk hout op de helling.
Leg de waterpas aan de voet van de helling op de bovenrand van het stuk hout en hef het uiteinde op tot het stuk hout horizontaal komt.
Meet de verticale afstand tussen de onderzijde van het stuk hout en de grond terwijl u het stuk hout horizontaal houdt.
Deel de met het meetlint gemeten afstand (verval) door de lengte van het stuk hout (pad) en vermenigvuldig de uitkomst met 100.
Bijvoorbeeld:
Stuk hout = 3,6 m
Pad = 3,6 m
Verval = 0,3 m
0,3 m ÷ 3,6 m = 0,083 x 100 = stijgingspercentage van 8,3%
Als de helling steiler is dan de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek, moet de machine met behulp van een lier of een transportvoertuig op de helling worden gebracht of ervan af worden gehaald. Zie de sectie Transport- en hefinstructies.
48 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Rijden inschakelen
Functiesnelheidsregelaar
Als het lampje brandt, betekent dit dat de arm net voorbij een van beide achterwielen is gedraaid en de rijfunctie is uitgeschakeld.
Houd om te rijden de rijschakelaar naar een van beide zijden vast en verplaats de rij-joystick langzaam uit het midden.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan rijden in de richting die tegengesteld is aan de richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen worden bewogen.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting van de machine te bepalen.
Rijsnelheid kiezen
Symbool ‚machine op helling’: laag
snelheidsbereik voor verbeterde smoorklepregeling bij verminderde rijsnelheid.
Symbool ‘machine op horizontale ondergrond’:
hoge snelheid voor maximum rijsnelheid.
1 Beweeg de schakelaar
naar links om de functiesnelheden voor jib op/neer, platformrotatie en primaire arm uit-/inschuiven te verlagen.
2 Beweeg de schakelaar
naar rechts om de functiesnelheden voor jib op/neer, platformrotatie en primaire arm uit-/inschuiven te verhogen.
Opmerking: Telkens wanneer de functiesnelheidsregelaar wordt bewogen, nemen de functiesnelheden met 5% toe of af. Ook kan de snelheidsregelaar in een van de richtingen worden vastgehouden voor het verhogen of verlagen van de functiesnelheid.
AC-omvormer (indien aanwezig)
De omvormer levert voeding aan het platform wanneer de externe AC-voeding is verwijderd.
Sluit de kabel voor voeding naar het platform aan op de voedingskabel van de omvormer.
Beweeg de omvormerschakelaar omhoog om de omvormer in te schakelen. Beweeg de schakelaar omlaag om de omvormer uit te schakelen. Alle armfuncties werken wanneer de omvormer in gebruik is.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
49
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Bedieningsinstructies
Indicatielampje ‘machine niet vlak’
Indicatielampje ‚overbelasting platform’
Als het scheefstandalarm klinkt terwijl het platform omhoog is gebracht, gaat het indicatielampje ‘machine niet vlak’ branden en werkt de rijfunctie in een of beide richtingen niet. Bepaal de toestand van de arm ten opzichte van de helling zoals hieronder weergegeven. Volg de stappen om de arm neer te laten voordat u de machine verplaatst naar een stevige, horizontale ondergrond. Draai de arm niet terwijl het platform wordt neergelaten.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelopwaarts:
1 Laat de primaire arm
neer.
2 Laat de secundaire
arm neer.
3 Schuif de primaire arm
in.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelafwaarts:
1 Schuif de primaire arm
in.
2 Laat de secundaire
arm neer.
3 Laat de primaire arm
neer.
Herstel na overbelasting
Als het LCD-scherm van de grondbediening OVERLOAD RECOVERY (HERSTEL NA OVERBELASTING) weergeeft, is het nooddaalsysteem gebruikt terwijl het platform overbelast was. Raadpleeg voor informatie over het terugzetten van dit bericht de desbetreffende Genie servicehandleiding.
Vliegtuigbescherming (indien aanwezig)
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast en er treedt geen enkele functie in werking. Op het LCD-scherm van de platformbediening verschijnt tevens het volgende bericht, PLATFORM IS OVERBELAST.
Verwijder gewicht van het platform tot het lampje uitgaat en het bericht niet meer wordt weergegeven.
Als het stootrubber van het platform in contact komt met een voorwerp, wordt de machine uitgeschakeld en werkt geen enkele functie.
1 Start de motor. 2 Druk de voetschakelaar in. 3 Beweeg de
prioriteitsschakelaar van de vliegtuigbescherming en houd deze vast.
4 Beweeg de betreffende
functie-joystick of functietuimelschakelaar om de machine weg te bewegen van vliegtuigonderdelen.
50 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
achterwielen bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
51
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Bedieningsinstructies
FE-modellen: Accu’s opladen met motor
Als de motor draait, worden de accu’s automatisch
Instructies voor accu en acculader
Houd u aan het volgende:
Gebruik geen externe lader of hulpaccu. Laad de accu in een goed geventileerde ruimte
op.
Gebruik voor het laden de juiste
AC-ingangsspanning, aangegeven op de acculader.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde accu’s
en acculaders.
Accu laden
geladen.
De motor wordt automatisch uitgeschakeld als de laadcyclus 85% heeft bereikt.
Wanneer de laadcyclus 85% heeft bereikt, verschijnt op het LCD-scherm van de platformbedieningspaneel het volgende bericht, HYBRIDE LADING VOLLEDIG: GEBRUIK LAADSTEKKER VOOR 100% ACCU CAPACITEIT.
Accu’s opladen met externe voeding
1 Sluit de acculader aan op een geaarde
AC-stroomkring.
De lader schakelt automatisch uit als de laadcyclus is voltooid.
Als de machine is uitgerust met open loodaccu’s, controleer dan het accuzuurniveau nadat de laadcyclus is voltooid. Vul de accu met gedestilleerd water bij tot onder aan de vulbuis. Vul niet te veel bij.
FE-modellen: Gebruik de motor of een externe voedingsbron om de accu’s op te laden.
DC-modellen: Gebruik een externe voedingsbron om de accu’s op te laden.
Zorg ervoor dat de accu’s zijn aangesloten voordat u de accu’s gaat opladen.
Als de machine is uitgerust met open loodaccu’s, controleer dan het accuzuurniveau nadat de laadcyclus is voltooid. Vul de accu met gedestilleerd water bij tot onder aan de vulbuis. Vul niet te veel bij.
Als de accu’s niet wekelijks worden opgeladen, verschijnt het volgende bericht op het LCD-scherm van de platformbediening, OPLADEN VIA LAADSTEKKER GEADVISEERD: 1 KEER PER WEEK I.V.M. BATTERIJ LEVENSDUUR.
52 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Instructies voor het vullen en laden van droge accu’s
Deze procedure is alleen van toepassing op open loodaccu’s.
1 Verwijder de accu-ontluchtingsdoppen en
verwijder de kunststof afdichting van de accu-ontluchtingsopeningen permanent.
2 Vul elke cel met accuzuur (elektrolyt) totdat het
niveau hoog genoeg is om de platen te bedekken.
Vul pas vloeistof bij tot het maximum niveau als de laadcyclus is afgerond. Te veel bijvullen kan tot gevolg hebben dat het accuzuur tijdens het laden overstroomt. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
3 Plaats de accu-ontluchtingsdoppen. 4 Laad de accu. 5 Controleer het accuzuurniveau als de laadcyclus
is voltooid. Vul de accu met gedestilleerd water bij tot onder aan de vulbuis. Vul niet te veel bij.
Paneelhouderpakket
1 Breng de waarschuwingssticker aan op de
voorzijde van elke paneelhouder (indien nodig).
2 Plaats rubberen schokdemper 1 in de
paneelhouderbasis. Zie de illustratie.
3 Zet de schokdemper vast met 2 hoge
borgmoeren en 2 ringen.
Plaatsing van paneelhouders
1 Steek het haakstuk door de sleuven in de
paneelhouderbasis.
2 Haak de paneelhouder op de gewenste plek aan
de onderste platformbuis.
3 Plaats rubberen schokdemper 2 door de
paneelhouderbasis en het haakstuk. Zie de illustratie.
4 Zet deze vast met 2 lage borgmoeren. 5 Als de paneelhouder bij een steunbuis van de
platformvloer is geplaatst, steekt u de veerstrop door de vloer aan weerszijden van de buis en in de paneelhouderbasis.
6 Zet de veerstrop vast met 2 moeren en 2 ringen.
Ga verder naar stap 9.
7 Gebruik de meegeleverde aluminium buis als de
paneelhouder niet bij een steunbuis van de platformvloer is geplaatst.
8 Plaats de buis tussen de paneelhouder en de
platformvloer. Steek de veerstrop door de vloer aan weerszijden van de buis en in de paneelhouderbasis.
9 Herhaal het bovenstaande voor de tweede set
onderdelen.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
53
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Bedieningsinstructies
Plaatsing van voering
1 Plaats de twee stukken voering op de
platformreling. Plaats de voering zodanig dat deze de panelen beschermt tegen contact met de platformreling.
Plaatsing van band
1 Maak de klem open en plaats deze rond een
verticale buis van de platformreling.
2 Steek een bout met een ring door een zijde van
de klem.
3 Plaats de eindplaat van de bandconstructie op de
bout.
4 Steek de bout door de andere zijde van de klem. 5 Zet deze vast met een ring en een moer. Draai
deze niet te vast. De eindplaat van de bandconstructie moet over de platformreling kunnen schuiven.
Gebruik van paneelhouders
1 Maak beide paneelhouders vast aan het
platform.
2 Plaats de lading zodanig dat deze in beide
paneelhouders rust.
3 Centreer de lading op het platform. 4 Maak de lading met de band vast aan het
platform. Zet de band vast.
54 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Transport- en hefinstructies
Transport- en hefinstructies
Houd u aan het volgende:
Deze bevestigingsgegevens worden aanbevolen
door Genie. De bestuurder is verantwoordelijk voor het veilig bevestigen van de machine en voor de keuze van de aanhangwagen. Hierbij moet rekening worden gehouden met alle van toepassing zijnde overheidsvoorschriften, wetten en het bedrijfsbeleid.
Klanten van Genie die een hefvoertuig of ander
product van Genie in een container moeten vervoeren, dienen dit uit te besteden aan een gekwalificeerd transportbedrijf dat gespecialiseerd is in het voorbereiden, laden en bevestigen van bouw- en hefmachines voor internationaal transport.
Alleen bevoegde hoogwerkerbedieners mogen
de machine op en van het transportvoertuig rijden.
Het transportvoertuig dient op een horizontale
ondergrond geparkeerd te worden.
Zorg ervoor dat de draaitafel voor transport wordt
vastgezet met de anti-rotatievergrendeling van de draaitafel. Zorg ervoor dat de draaitafel wordt ontgrendeld voor gebruik.
Rijd niet met de machine op een helling die
steiler is dan de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. Zie Rijden op een helling in de sectie Bedieningsinstructies.
Als de helling van de laadvloer van het
transportvoertuig steiler is dan de maximaal toelaatbare hellingshoek (omhoog of omlaag), moet de machine worden geladen en afgeladen met behulp van een lier zoals beschreven in Remmen vrijzetten. Zie de sectie Specificaties voor de waarden van de hellingshoek.
Vrijloopconfiguratie voor hijsen met lier
Blokkeer de wielen om te voorkomen dat de machine gaat rollen.
Modellen met 4WD: Zet de wielremmen vrij door alle vier de vrijloopkappen van de aandrijfnaaf om te keren.
Het transportvoertuig moet worden vastgezet om
wegrollen bij het laden van de machine te voorkomen.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van het
voertuig, de dragende ondergrond en de kettingen of banden voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Genie-hefapparaten zijn relatief zwaar voor hun afmetingen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine. Zie de sectie Inspecties voor de plaats van het serielabel.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
Zorg ervoor dat de lierkabel goed vastzit aan de vastzetpunten op het rijchassis en dat het pad vrij is van obstakels.
Voer de beschreven procedures in omgekeerde volgorde uit om de remmen opnieuw te activeren.
Opmerking: Het wordt afgeraden om de Genie Z-60/37DC of de Z-60/37FE te slepen. Rijd als de machine toch gesleept moet worden niet sneller dan 3,2 km/u.
55
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Transport- en hefinstructies
Vastzetten voor vervoer
Gebruik altijd de draaitafelborgpen als de machine wordt getransporteerd.
Chassis vastzetten
Gebruik kettingen die een grote belasting aankunnen.
Gebruik ten minste 6 kettingen.
Stel de takelage bij om schade aan de kettingen te voorkomen.
Raadpleeg de hefinstructies voor het diagram.
Platform vastzetten
Zorg ervoor dat de arm en het platform zich in de transportstand bevinden.
Zet het platform vast met een nylon band die door de onderste platformsteun wordt geleid. Gebruik geen overmatige neerwaartse kracht wanneer u de armsectie vastzet.
1 Draaitafelborgpen
Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en verwijder de sleutel voorafgaand aan het transport.
Controleer de gehele machine op losse of niet-vastgezette onderdelen.
56 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Transport- en hefinstructies
Hefinstructies
Laat de arm volledig neer en schuif deze volledig in.
Houd u aan het volgende:
Alleen gekwalificeerde kraanmachinisten mogen
de machine takelen.
Alleen gecertificeerde kraanmachinisten mogen
de machine heffen en uitsluitend in overeenstemming met de toepasselijke kraanvoorschriften.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van de
kraan, de dragende ondergrond en de banden of lijnen voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.
Laat de jib volledig neer.Verwijder alle losse onderdelen van de machine.
Bepaal het zwaartepunt van de machine aan de hand van de tabel en de afbeelding op deze pagina.
Bevestig de takelage alleen aan de aangegeven hefpunten op de machine.
Stel de takelage bij om schade aan de machine te voorkomen en om de machine horizontaal te houden.
Zwaartepunt X-as Y-as
Z-60/37DC en Z-60/37FE
1,16 m 1,27 m
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
57
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Onderhoud
Onderhoud
Motoroliepeil controleren
Houd u aan het volgende:
Alleen de gedeelten van het periodieke
onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door
gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant en de eisen die genoemd worden in de verantwoordelijkheidshandleiding.
Voer het materiaal af volgens de van toepassing
zijnde overheidsvoorschriften.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde
vervangende onderdelen.
Legenda onderhoudssymbolen
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om de bedoeling van de instructies te verduidelijken. Wanneer een of meer symbolen aan het begin van een onderhoudsprocedure worden weergegeven, heeft dit de volgende betekenis.
Het is voor goede prestaties en een lange levensduur van de motor van essentieel belang dat het juiste motoroliepeil wordt gehandhaafd. Als de machine gebruikt wordt met een onjuist oliepeil, kunnen motoronderdelen beschadigd raken.
Opmerking: Controleer het oliepeil bij een uitgeschakelde motor.
1 Controleer de oliepeilstok. Vul olie bij als dit
nodig is.
Kubota-motor D1105-E4B
Type olie SAE10W of 10W-30
Geeft aan dat er gereedschappen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat de motor koud dient te zijn voordat deze procedure wordt uitgevoerd.
58 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Onderhoud
Vereisten ten aanzien van dieselbrandstof
Een goede werking van de motor is afhankelijk van het gebruik van brandstof van goede kwaliteit. Het gebruik van brandstof van goede kwaliteit levert het volgende resultaat op: een lange levensduur van de motor en een aanvaardbaar uitstootniveau.
Hieronder worden de minimale vereisten ten aanzien aan dieselbrandstof voor elke motor vermeld.
Kubota-motor D1105-E4B
Brandstoftype Laagzwavelige diesel (LSD)
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Peil hydraulische olie controleren
Het is voor een goede werking van de machine van essentieel belang dat het juiste peil van de hydraulische olie wordt gehandhaafd. Bij een onjuist peil van de hydraulische olie kunnen hydraulische onderdelen beschadigd raken. Met dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in het oliepeil vaststellen die kunnen wijzen op problemen met het hydraulische systeem.
1 Zorg ervoor dat de arm zich in de transportstand
bevindt.
2 Inspecteer visueel het kijkglas dat zich aan de
of
zijkant van de hydraulische-olietank bevindt.
Resultaat: Het peil van de hydraulische olie dient
zich binnen de bovenste 5 cm van het kijkglas te bevinden.
3 Vul olie bij als dit nodig is. Vul niet te veel bij.
Specificaties hydraulische olie
Type hydraulische olie Chevron Rando HD-equivalent
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
59
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Onderhoud
Motorkoelvloeistofpeil controleren – vloeistofgekoelde modellen
Het is voor de levensduur van de motor van essentieel belang dat het juiste motorkoelvloeistofpeil wordt gehandhaafd. Indien het koelvloeistofpeil niet juist is, heeft dit invloed op de koelmogelijkheden van de motor en raken motoronderdelen beschadigd. Met dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in het koelvloeistofpeil vaststellen welke kunnen wijzen op problemen met het koelsysteem.
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden. Pas
op voor hete motoronderdelen en hete koelvloeistof. Contact met hete motoronderdelen en/of hete koelvloeistof kan ernstige brandwonden tot gevolg hebben.
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden.
Verwijder de radiateurdop niet wanneer de motor net heeft gedraaid. Contact met koelvloeistof onder druk kan ernstige brandwonden veroorzaken. Laat de motor afkoelen voordat de radiateurdop wordt verwijderd.
1 Controleer het vloeistofpeil in de
koelvloeistoftank. Vul vloeistof bij als dit nodig is.
Resultaat: Het vloeistofpeil moet tot de markering
FULL (vol) van de tank reiken of zichtbaar zijn in
het kijkglas.
Accu’s controleren
Het is voor een goede en veilige werking van de machine van groot belang dat de accu zich in goede staat bevindt. Een onjuist vloeistofpeil of beschadigde kabels en aansluitingen kunnen schade aan de onderdelen en gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk.
Contact met elektrisch geladen circuits kan de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Doe alle ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk.
Accu’s bevatten zuur. Vermijd morsen en zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
1 Trek beschermende kleding aan en draag een
veiligheidsbril.
2 Zorg ervoor dat de accukabelaansluitingen goed
vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Zorg ervoor dat de accuklemmen op de juiste
plaats goed zijn vastgezet.
Opmerking: Door poolkappen en een corrosiewerend afdichtmiddel aan te brengen, voorkomt u corrosie op de polen en kabels van de accu.
60 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
Onderhoud
Periodiek onderhoud
Onderhoud per kwartaal, per jaar en per twee jaar dient uitgevoerd te worden door een persoon die getraind en gekwalificeerd is om onderhoud aan deze machine uit te voeren in overeenstemming met de procedures die te vinden zijn in de servicehandleiding voor deze machine.
Een machine die langer dan drie maanden buiten gebruik geweest is, moet, alvorens in gebruik te worden genomen, eerst de kwartaalinspectie ondergaan.
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
61
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
r
Specificaties
Specificaties
Model
Z-60/37DC
Maximum werkhoogte 20 m
Maximum platformhoogte 18,16 m
Maximum transporthoogte 2,54 m
Maximum horizontaal bereik 11,15 m
Breedte 2,49 m
Transportlengte 8,15 m
Maximum laadvermogen 227 kg
Maximum windsnelheid 12,5 m/s
Wielbasis 2,49 m
Bodemvrijheid, midden 33 cm
Bodemvrijheid, as
31,5 cm
Draaicirkel (buiten) 5,69 m
Draaicirkel (binnen) 2,51 m
Draaitafelrotatie (in graden) 355°
Draaitafeluitzwaai
0,58 m
(stang op)
Draaitafeluitzwaai
0,81 m
(stang neer)
Afmetingen platform, 6 voet
183 x 76 cm
(lengte x breedte)
Afmetingen platform, 8 voet
244 x 91 cm
(lengte x breedte)
Platformnivellering zelf-nivellerend
Platformrotatie 160°
Bedieningselementen 24V DC proportioneel
AC-contactdoos op platform standaard
Maximum druk hydraulisch
206,8 ba
systeem (armfuncties)
Systeemspanning 48V
Bandenmaat 355/55 D625, koordlaag 14
Gewicht 7.530 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.)
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 4WD
Platform heuvelafwaarts 45% 24°
Platform heuvelopwaarts 45% 24°
Dwarshelling 25% 14°
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen.
Rijsnelheden
Rijsnelheid, transport, 4WD 6,4 km/u
12,2 m/8,5 sec
Rijsnelheid, geheven of uitgeschoven 1,0 km/u
12,2 m/40 sec
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation <85 dBa
Niveau geluidsdruk bij platformwerkstation <74 dBa
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau 105 dBa
Totale trillingswaarde waaraan de hand/arm wordt blootgesteld, is niet hoger dan 2,5 m/s
2
.
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt blootgesteld, is niet hoger dan 0,5 m/s
2
.
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden 4.173 kg
Contactdruk banden 9,14 kg/cm
896 kPa
Ingenomen vloerdruk 879 kg/m
8,62 kPa
Opmerking: De informatie over de belasting van de ondergrond is een benadering. De verschillende optionele configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming van toereikende veiligheidsfactoren.
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
2
2
62 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Eerste uitgave • Tweede druk Bedieningshandleiding
r
r
Specificaties
Model Z-60/37FE
Maximum werkhoogte 20 m
Maximum platformhoogte 18,16 m
Maximum transporthoogte 2,54 m
Maximum horizontaal bereik 11,15 m
Breedte 2,49 m
Transportlengte 8,15 m
Maximum laadvermogen 227 kg
Maximum windsnelheid 12,5 m/s
Wielbasis 2,49 m
Bodemvrijheid, midden 33 cm
Bodemvrijheid, as
31,5 cm
Draaicirkel (buiten) 5,69 m
Draaicirkel (binnen) 2,51 m
Draaitafelrotatie (in graden) 355°
Draaitafeluitzwaai
0,58 m
(stang op)
Draaitafeluitzwaai
0,81 m
(stang neer)
Afmetingen platform, 6 voet
183 x 76 cm
(lengte x breedte)
Afmetingen platform, 8 voet
244 x 91 cm
(lengte x breedte)
Platformnivellering zelf-nivellerend
Platformrotatie 160°
Bedieningselementen 24V DC proportioneel
AC-contactdoos op platform standaard
Maximum druk hydraulisch
206,8 ba
systeem (armfuncties)
Systeemspanning 48V
Bandenmaat 355/55 D625, koordlaag 14
Gewicht 7.756 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.)
Inhoud brandstoftank 75,7 lite
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 4WD
Platform heuvelafwaarts 45% 24°
Platform heuvelopwaarts 45% 24°
Dwarshelling 25% 14°
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen.
Rijsnelheden
Rijsnelheid, transport, 4WD 6,4 km/u
12,2 m/8,5 sec
Rijsnelheid, geheven of uitgeschoven 1,0 km/u
12,2 m/40 sec
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation <85 dBa
Niveau geluidsdruk bij platformwerkstation <74 dBa
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau 105 dBa
Totale trillingswaarde waaraan de hand/arm wordt blootgesteld, is niet hoger dan 2,5 m/s
2
.
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt blootgesteld, is niet hoger dan 0,5 m/s
2
.
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden 4.173 kg
Contactdruk banden 9,14 kg/cm
896 kPa
Ingenomen vloerdruk 879 kg/m
8,62 kPa
Opmerking: De informatie over de belasting van de ondergrond is een benadering. De verschillende optionele configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming van toereikende veiligheidsfactoren.
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
2
2
Onderdeelnr. 1270491DU Z-60/37DC • Z-60/37FE
63
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
Specificaties
Diagram werkbereik Z-60/37DC en Z-60/37FE
Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Tweede druk
64 Z-60/37DC • Z-60/37FE Onderdeelnr. 1270491DU
Loading...