Genie SX™-135 XC™ Operator's Manual [nl]

Bedieningshandleiding
Serienummers
SX™-135 XC
CE
met onderhoudsinformatie
Vertaling van instructies Second Edition Third Printing Part No. 1301106DUGT
vanaf SX135D-101
originele
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Voldoet aan EG-richtlijn 2006/42/EG Zie EG
(Veiligheids-)richtlijnen betreffende de levering van machines, 2008
Front Matter
Manufacturer:
Terex Global GmbH Bleicheplatz 2 Schaffhausen, 8200 Switzerland
EU Authorized representative:
Genie Industries B.V. Boekerman 5 4751 XK OUD GASTEL The Netherlands
UK Authorized representative:
Genie UK Limited The Maltings Wharf Road Grantham NG31 6BH UK

Inhoud

Inleiding ..................................................................... 1
Pictogrammen van symbolen en gevaren ................. 6
Algemene veiligheid .................................................. 9
Persoonlijke veiligheid ............................................ 12
Veiligheid werkgebied ............................................. 13
Legenda .................................................................. 23
Bedieningselementen ............................................. 24
Inspecties ................................................................ 32
Bedieningsinstructies .............................................. 47
Transport- en hefinstructies .................................... 63
Onderhoud .............................................................. 69
Specificaties ............................................................ 73
SX
Copyright © 2016 Terex Corporation
Tweede uitgave: Derde druk, September 2022
Genie is een gedeponeerd handelsmerk van Terex South Dakota, Inc. in de Verenigde Staten en een groot aantal andere landen.
“SX” en “XC” zijn handelsmerken van Terex South Dakota, Inc.
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
-conformiteitsverklaring
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inleiding

Inleiding

Over deze handleiding

Genie waardeert het dat u onze machine hebt gekozen voor uw gebruik. Onze voornaamste prioriteit is de veiligheid van de gebruiker, waaraan we gezamenlijk moeten werken voor het beste resultaat. Deze handleiding beschrijft de bediening en het dagelijkse onderhoud voor de gebruiker of bediener van een Genie machine.
Deze handleiding dient als vast onderdeel van uw machine te worden beschouwd en moet altijd bij de machine blijven. Neem contact op met Genie als u vragen hebt.

Beoogd gebruik en introductiehandleiding

Deze machine is bedoeld om personeel, met inbegrip van gereedschap en materialen, naar een werklocatie in de lucht te heffen. De bediener dient de introductiehandleiding te lezen en te begrijpen voorafgaand aan het bedienen van de machine.
Elke persoon moet training volgen voor de
bediening van een mobiel hoogwerkerplatform (MEWP).
Elke bevoegde, competente en opgeleide
persoon dient met de MEWP vertrouwd te raken.

Productidentificatie

Het serienummer van de machine bevindt zich op het serielabel.
Serienummer in chassis geslagen
Serielabel onder
chassisafdekking
De machine mag alleen door getraind en
bevoegd personeel worden bediend.
De bediener dient de in de
Bedieningshandleiding vermelde instructies en veiligheidsvoorschriften van de fabrikant te lezen, te begrijpen en na te leven.
De Bedieningshandleiding bevindt zich in de
opbergruimte voor handleidingen op het platform.
Voor specifieke producttoepassingen kunt u
Contact opnemen met de fabrikant.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 1
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Platformnivellering Platformrotatie
Jib
Arm op/neer
Arm in
Draaitafel roteren
Rijden vooruit/achteruit
Stuur rechts/links
Jib
As uitschuiven As inschuiven
Besturing
Besturing cirkelzijde
Krabbesturing
Gecoördineerde besturing
Inleiding
Symbolen van platformbedieningselementen en gerelateerde beweging van de machine:
-arm op/neer
-/uitschuiven
-arm uit-/inschuiven
vierkantzijde
2 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Platformnivellering, jib op/neer, arm in en arm op/neer
Draaitafelrotatie en platformrotatie
Inleiding
Symbolen van grondbedieningselementen en gerelateerde beweging van de machine:
-arm
-/uitschuiven,
Sequentiële functies en beweging:
Rijden en sturen.
Gekoppelde functies:
Rijsnelheid bij geheven stand.
Rijden bij geheven stand bij niet vlakke
ondergrond.
Rijden inschakelen wanneer de arm tot voorbij de
achterwielen of niet-sturende rupsbanden is geroteerd.
Alle platform- en grondbedieningselementen.
Beperkingen van gebruik:
Deze machine is bedoeld om personeel, met
inbegrip van gereedschap en materialen, naar een werklocatie in de lucht te heffen.
Breng het platform pas omhoog als de machine
zich op een stevige, horizontale ondergrond bevindt.
Verbeteringen voor stabiliteit:
X-chassis
Beperkt werkbereik:
Laadvermogen platform: 1000 lbs/454 kg.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 3
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Inleiding

Distributie van bulletins en conformiteit

Voor Genie is de veiligheid van de gebruikers van onze producten van doorslaggevend belang. Genie maakt gebruik van verschillende bulletins om dealers en eigenaars van machines op de hoogte te brengen van belangrijke veiligheids- en productinformatie.
De informatie in de bulletins is van toepassing op specifieke machines. Deze worden aangegeven met het machinemodel en het serienummer.
De bulletins worden beschikbaar gesteld aan de meest recente eigenaar zoals die bij ons bekend is en de bijbehorende dealer. Daarom is het belangrijk uw machine te registreren en uw contactgegevens up-to-date te houden.
Om de veiligheid van personeel en de onafgebroken betrouwbare werking van uw machine te waarborgen, dient u erop toe te zien dat de in een bulletin beschreven maatregelen naar behoren worden uitgevoerd.
Ga naar onze website www.genielift.com om eventuele openstaande bulletins voor uw machine te bekijken.

Contact opnemen met de fabrikant

Het kan soms nodig zijn contact op te nemen met Genie. Als u dit doet, verzoeken we u het model- en serienummer van uw machine en uw naam en contactgegevens te vermelden. Er moet in elk geval over de volgende zaken contact worden opgenomen met Genie:
Meldingen van ongevallen
Vragen met betrekking tot het gebruik en de veiligheid van producten
Normen en informatie over regelgeving en conformiteit
Updates over de huidige eigenaar, zoals wijzigingen in het eigendom van de machine of wijzigingen in uw contactgegevens. Zie Overdracht van eigendom hieronder.

Overdacht van het eigendom van een machine

Door een paar minuten te besteden aan het bijwerken van de eigenaarsgegevens zorgt u ervoor dat u belangrijke informatie over veiligheid, onderhoud en gebruik voor uw machine kunt ontvangen.
4 SX
We verzoeken u daarom uw machine te registreren door naar onze website (www.genielift.com) te gaan of in de Verenigde Staten ons gratis telefoonnummer (1-800-536-1800) te bellen.
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Op de stickers op deze machine worden symbolen, kleurcoderingen en signaalwoorden gebruikt om het volgende aan te geven:
Veiligheidswaarschuwingssymbool­gebruikt om u te waarschuwen voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsberichten achter het symbool op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg zal hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, licht tot middelzwaar lichamelijk hebben.
Geeft informatie over mogelijke schade aan eigendommen.
Inleiding

Onderhoud van veiligheidstekens

Gevaar

Als u zich niet houdt aan de instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding, heeft dit de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg.

Niet bedienen tenzij:

U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Vervang ontbrekende of beschadigde veiligheidstekens. Vergeet nooit de veiligheid van de bediener. Gebruik milde zeep en water om veiligheidstekens te reinigen. Gebruik geen reinigingsmiddelen op basis van een oplosmiddel, aangezien dit het materiaal van een veiligheidsteken kan beschadigen.

Classificatie van gevaren

U de instructies en veiligheidsvoorschriften van
de fabrikant en de veiligheids- en bedieningshandleidingen en machinestickers hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U de veiligheids- en werkplekvoorschriften van
de werkgever hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U alle van toepassing zijnde
overheidsvoorschriften hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U getraind en gekwalificeerd bent om deze
machine veilig te bedienen.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
letsel tot gevolg kan
-135 XC™ 5
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk

Pictogrammen van symbolen en gevaren

Pictogrammen van symbolen en gevaren
Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden verbrijzeld
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
Houd voldoende afstand
Vermijd contact Koppel accu los
Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden verbrijzeld
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Hoog aangebrachte obstakels
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Lees de bedieningshand­leiding
Gevaarlijke situatie: kans op botsing
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Lees de servicehandleiding
6 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gevaarlijke situatie: kans op brand
Vastzetinstructies platform
Verboden te roken. Geen vuur. Stop de motor.
Verboden te roken
Heffen, vastzetinstructies Vastzetpunt Hefpunt
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden
Niet op gaan staan
Brandblusser
Veiligheidsgordelverankeringspunt
Windsnelheid
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
Gevaarlijke situatie: machine kan wegglijden
Gewicht van lasapparaat vermindert vermogen
Wielbelasting Specificaties banden
-135 XC™ 7
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
1 2
1 2
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Herstelprocedure indien scheefstandalarm klinkt bij geheven stand.
Platform heuvelopwaarts:
Laat arm neer. Schuif arm in.
Kleurgecodeerde richtingpijlen
Platform heuvelafwaarts:
Schuif arm in. Laat arm neer.
Alleen toegankelijk voor getraind en bevoegd personeel
Gebruik geen ether of andere hulpmiddelen voor starten met veel energie bij machines die zijn uitgerust met gloeibougies
Handkracht
Spanningsbereik voor voeding naar platform
Maximum laadvermogen
Drukbereik voor luchtleiding naar platform
Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden verbrijzeld
Ondersteun het platform of de arm tijdens onderhoud
8 SX
Hulpsysteem voor neerlaten platform
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Algemene veiligheid

Algemene veiligheid

Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 9
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Algemene veiligheid
10 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Algemene veiligheid
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 11
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk

Persoonlijke veiligheid

Persoonlijke veiligheid

Persoonlijke bescherming tegen vallen

Persoonlijke bescherming tegen vallen is bij de bediening van deze machine verplicht.
Inzittenden dienen een (meerpunts-)veiligheidsgordel te dragen en zich te houden aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften. Bevestig de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform.
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van persoonlijke bescherming te voldoen aan de voorschriften van de werkgever, werkplek en overheid.
Alle persoonlijke bescherming tegen vallen dient te voldoen aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften en moet worden gecontroleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies van de fabrikant van de persoonlijke bescherming tegen vallen.
12 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Houd u aan alle overheids en lokale voorschriften aangaande de vereiste afstand tot elektriciteitsdraden. In elk geval moet ten minste de vereiste afstand in de worden aangehouden.
Lijnspanning
Vereiste veiligheidsafstand
0
t
m
5
t
m
20
t
m
35
t
m
50
t
m
75
t
m
Blijf uit de buurt van de machine als deze contact maakt met elektriciteits draden onder spanning. Personeel op de grond of op het platform m machine niet aanraken of bedienen totdat de elektriciteitsdraden onder spanning zijn uitgeschakeld.
Maximum laadvermogen van het platform Onbeperkt werkbereik
lb
kg
Maximum
2
Maximum laadvermogen van het platform Beperkt werkbereik
lbs
kg
Maximum bezetting
3
Veiligheid werkgebied

Veiligheid werkgebied

Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt geen bescherming tegen contact met of nabijheid van elektrische stroom.
-
tabel
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen
Inzittenden, apparatuur en materialen mogen het maximum laadvermogen van het platform voor het beperkte of onbeperkte werkbereik niet overschrijden.
660
bezetting
1.000
300
454
tot 50KV
0 tot 200KV
0 tot 350KV
0 tot 500KV
0 tot 750KV
0 tot 1000KV
10 f
15 f
20 f
25 f
35 f
45 f
3,05
4,60
6,10
7,62
10,67
13,72
Houd rekening met platformbeweging, slingeren en doorhangen van stroomdraden en pas op voor harde wind of windvlagen.
-
ag de
Werk niet met de machine tijdens bliksem of storm.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 13
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Breng de arm pas of schuif deze pas uit als de machine op een stevige, horizontale ondergrond is geplaatst.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform he
1
2
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelafwaarts:
1
2
Breng de arm niet omhoog wanneer er windsnelheden hoger dan 28 kunnen windsnelheden hoger dan 28 wanneer de arm omhooggebracht is, breng de arm dan omlaag en zet de machine stil.
Veiligheid werkgebied
Bevestig geen platform met een lading van 660 lbs/300 kg (onbeperkt werkbereik) of
1.000 lbs/454 kg (beperkt werkbereik) aan een machine met een andere nominale lading. Zie het serielabel voor de maximale nominale lading.
Het gewicht van opties en accessoires, zoals pijphouders, paneelhouders en lasapparaten, verlaagt het nominale laadvermogen van het platform en moet worden afgetrokken van het totale laadvermogen van het platform. Zie de stickers van de opties en accessoires.
Zorg dat u bij gebruik van accessoires de bijbehorende stickers, instructies en handleidingen leest, begrijpt en zich hieraan houdt.
Als het scheefstandalarm klinkt bij geheven platform, dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan. Bepaal de toestand van de arm ten opzichte van de helling zoals hieronder weergegeven. Volg de stappen om de arm neer te laten voordat u de machine verplaatst naar een stevige, horizontale ondergrond. Draai de arm niet terwijl deze wordt neergelaten.
De herstelmodus mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden gebruikt.
uvelopwaarts:
Laat de arm neer.
Schuif de arm in.
Vertrouw niet op het scheefstandalarm ter indicatie van een vlakke stand. Het scheefstandalarm klinkt uitsluitend op het platform wanneer de machine zich op een steile helling bevindt.
omhoog
Schuif de arm in.
Laat de arm neer.
mph/12,5 m/s
voorkomen. Als er
mph/12,5 m/s optreden
Werk niet met de machine bij harde wind of bij windstoten. Vergroot het oppervlak van het platform of de lading niet. Als u het oppervlak vergroot dat aan de wind is blootgesteld, neemt de stabiliteit van de machine af.
14 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Wees uiterst voorzichtig en houd een lage snelheid aan wanneer met de machine in de transportstand wordt gereden over oneffen terrein, puin, een onstabiele of gladde ondergrond en vlakbij gaten of afgereden kanten.
Duw niet tegen en trek niet aan objecten die zich buiten het platform bevinden.
Maximaal toegestane handkracht:
90
Veiligheid werkgebied
Breng geen veranderingen aan in machineonderdelen en schakel machineonderdelen die op enige wijze invloed hebben op de veiligheid en de stabiliteit niet uit.
Vervang onderdelen die van invloed zijn op de stabiliteit van de machine niet door onderdelen met een ander gewicht of andere specificaties.
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein en oppervlakken die niet stabiel zijn of in andere gevaarlijke omstandigheden als de arm geheven of uitgeschoven is.
Gebruik de machine niet als kraan.
Gebruik de arm niet om de machine of andere objecten te duwen.
Vermijd contact tussen de arm en aangrenzende constructies.
Maak de arm of het platform niet vast aan aangrenzende constructies.
Plaats ladingen niet buiten de randen van het platform.
lbs/400 N
Vervang de in de fabriek geïnstalleerde banden niet door banden met een andere specificatie of een andere classificatie van de koordlaag.
Gebruik geen luchtgevulde banden. Deze machines zijn uitgerust met schuimgevulde banden. Het gewicht van de wielen is van doorslaggevend belang voor de stabiliteit.
Gebruik de platformbediening niet om een platform vrij te maken dat is vastgeklemd of is blijven haken of dat op andere wijze niet normaal kan bewegen vanwege een aangrenzende constructie. Er mogen zich geen personen op het platform bevinden als geprobeerd wordt het platform met behulp van de grondbediening vrij te maken.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 15
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Plaats of bevestig geen vaste of overhangende lading op/aan enig deel van deze machine.
Plaats geen ladders of steigers op het platform of tegen welk deel van deze machine dan ook.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand
Platform heuvelafwaarts
35% (19°)
Platform heuvelopwaarts
35% (19°)
Dwarshelling
25% (14°)
Veiligheid werkgebied
Breng geen aanpassingen of wijzigingen in een mobiel hoogwerkerplatform aan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Montage van houders voor gereedschappen of andere materialen op het platform, de voetplaten of het veiligheidsrelingsysteem kan het gewicht op het platform en het oppervlak van het platform of de lading vergroten.
Gevaren van bediening op
hellingen
Rijd niet met de machine op een helling die steiler is dan de voor de machine toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. De toelaatbare hellingshoek is uitsluitend van toepassing op machines die in de transportstand staan.
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen. Zie Rijden op een helling in de sectie Bedieningsinstructies.
Vervoer alleen gereedschappen en materialen als deze gelijkmatig zijn verdeeld en veilig door de persoon/personen op het platform kunnen worden gehanteerd.
Gebruik de machine niet op een bewegende of mobiele ondergrond of een bewegend voertuig.
Zorg ervoor dat de banden in goede staat verkeren en de wielmoeren zijn vastgedraaid.
16 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inzittenden dienen een (meerpunts del te dragen en zich te houden aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften. Bevestig de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform.
Zit, sta of klim niet op de platformveiligheidsreling. Ga altijd stevig op de platformvloer staan.
Klim niet naar beneden als dit geheven is.
Houd rekening met beperkt zicht en dode hoeken terwijl u rijdt of de machine bedient.
Controleer het werkgebied op hoog aangebrachte obstakels en andere mogelijke gevaren.
Wees u bewust van het risico van verbrijzeling wanneer u de platformveiligheidsreling vasthoudt.
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: kans op
vallen
-)veiligheidsgor-
van het platform
Gevaarlijke situatie: kans op
botsing
Houd rekening met de stand van de arm en de uitzwaai wanneer de draaitafel wordt geroteerd.
Houd de vloer van het platform vrij van puin.
Laat het platformtoegangsmiddenstuk neer of sluit het toegangshek voordat u de machine in bedrijf neemt.
Betreed of verlaat het platform pas wanneer de machine in de transportstand staat en het platform volledig is neergelaten.
Er is in het ontwerp van de machine rekening gehouden met gevaren in verband met de specifieke producttoepassing waarbij men het platform verlaat terwijl dit is geheven. Neem voor meer informatie contact op met Genie (zie het gedeelte Contact opnemen met de fabrikant).
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van persoonlijke bescherming te voldoen aan de voorschriften van de werkgever, werkplek en overheid.
-135 XC™ 17
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Laat de arm het gebied eronder vrij is van mensen en obstakels.
Stem de rijsnelheid af op de ondergrond, beschikbare ruimte, helling, plaats van medewerkers en eventuele andere factoren die tot een botsing kunnen leiden.
Veiligheid werkgebied
Houd u aan de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis voor de rij- en stuurfuncties.
pas neer als
Gevaarlijke situatie: lichamelijk
letsel mogelijk
Bedien de machine altijd in een goed geventileerde ruimte om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen.
Werk niet met de machine als er hydraulische olie weglekt of als er perslucht ontsnapt. Perslucht of hydraulische olie kan de huid binnendringen en/of brandwonden veroorzaken.
Onjuist contact met onderdelen die zich onder een afdekking bevinden, heeft ernstig lichamelijk letsel tot gevolg. Alleen getraind onderhoudspersoneel mag compartimenten openen. De bediener wordt geadviseerd compartimenten alleen tijdens de inspectie voor het gebruik te openen. Alle compartimenten moeten tijdens bedrijf zijn gesloten en vastgezet.
Bedien een arm niet als de machine zich in de route van een kraan bevindt, tenzij de bediening van de kraan is geblokkeerd en/of er voorzorgsmaatregelen zijn genomen om een mogelijke botsing te voorkomen.
Ga niet stuntrijden en speel geen spelletjes terwijl u een machine bedient.
Explosie- en brandgevaar
Start de motor niet als u LPG, benzine, dieselolie of andere explosieve substanties ruikt of opmerkt.
Vul geen brandstof bij terwijl de motor draait.
Vul brandstof alleen bij en laad accu’s alleen in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken, vlammen of brandende tabak.
Bedien de machine niet en laad de accu niet op op gevaarlijke plaatsen of op plaatsen waar mogelijk brandbare of explosieve gassen of deeltjes aanwezig zijn.
Spuit geen ether in motoren die met gloeibougies zijn uitgerust.
18 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Accu’s bevatten zuur. Trek altijd beschermende kleding aan en draag een veiligheidsbril wanneer u met accu’s werkt.
Vermijd morsen en zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
Houd vonken, vlammen en brandende tabak uit de buurt van explosief gas af.
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: machine
beschadigd
Gebruik geen beschadigde of niet goed functionerende machine.
Voer een grondige inspectie voor het gebruik van de machine uit en test alle functies voor elke dienst. Voorzie een beschadigde of niet goed functionerende machine van een label en neem deze onmiddellijk uit bedrijf.
Zorg ervoor dat alle onderhoud is uitgevoerd volgens de specificaties in deze handleiding en in de desbetreffende Genie servicehandleiding.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en leesbaar zijn.
Zorg ervoor dat de bedieningshandleiding compleet en leesbaar is en zich in de opbergruimte op de machine bevindt.
Gevaarlijke situatie: onderdelen
kunnen beschadigd raken
Gebruik geen accu of acculader van meer dan 12V als starthulp.
Veiligheid accu

Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden

Gevaarlijke situatie: kans op explosies

accu’s. Accu’s geven een
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Bedien de machine niet op plaatsen waar mogelijk hoogmagnetische velden aanwezig zijn.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Vermijd contact met elektrische contacten.
-135 XC™ 19
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Veiligheid werkgebied
Veiligheid contactalarm
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met het contactalarm meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het platform niet. Het gewicht van het contactalarm verlaagt het nominale laadvermogen van het platform en moet van het totale laadvermogen van het platform worden afgetrokken.
Het contactalarm weegt 10 lb/4,5 kg.
Zorg ervoor dat het contactalarm goed is vastgezet.
Veiligheid pijphouder
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de pijphouders meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het platform niet. Het pijphouderpakket en het gewicht in de pijphouders verlagen het nominale laadvermogen van het platform en moeten met het totale laadvermogen van het platform worden verrekend.
Het pijphouderpakket weegt 21 lb/9,5 kg.
Het maximum laadvermogen van het pijphouderpakket is 200 lb/91 kg.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de lading in de pijphouders kan de maximum bezetting op het platform beperken.
Centreer de lading tussen de randen van het platform.
Maak de lading aan het platform vast.
Blokkeer de in- of uitgang van het platform niet.
Blokkeer de platformbediening en de rode noodstopknop niet.
Gebruik dit alleen als u voldoende bent getraind en u zich bewust bent van alle gevaren die gepaard gaan met platformbeweging met een overhangende lading.
Stel de machine niet bloot aan horizontale krachten of zijbelasting door een vaste of overhangende lading te heffen of neer te laten.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk. Houd pijpen uit de buurt van alle elektrische geleiders.
20 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Veiligheid paneelhouders
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de paneelhouders meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het platform niet. Het gezamenlijke gewicht van de houders, panelen, inzittenden, gereedschap en enige andere apparatuur mag het nominale vermogen niet overschrijden.
Het paneelhouderpakket weegt 30 lb/13,6 kg.
Het maximum laadvermogen van de paneelhouders is 250 lb/113 kg.
Het gewicht van de paneelhouders en de lading in de paneelhouders kan de maximum bezetting op het platform beperken tot één persoon.
Maak de houders vast aan het platform. Zet de panelen met de meegeleverde banden vast aan de platformreling.
Gebruik dit alleen als u voldoende bent getraind en u zich bewust bent van alle gevaren die gepaard gaan met het heffen van panelen.
Veiligheid bij lassen
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de lasvoedingseenheid meegeleverde waarschuwingen en instructies.
Sluit lasleidingen en -kabels pas aan als de lasvoedingseenheid met de platformbediening is uitgeschakeld.
Gebruik de machine pas als de laskabels juist zijn aangesloten en het lasapparaat juist is geaard.
Het gewicht van het lasapparaat verlaagt het nominale laadvermogen van het platform en moet met het totale laadvermogen van het platform worden verrekend. De lasvoedingsleiding weegt 75 lb/34 kg.
Gebruik het lasapparaat alleen als er in de nabijheid een brandblusser beschikbaar is voor direct gebruik.
Stel de machine niet bloot aan horizontale krachten of zijbelasting door een vaste of overhangende lading te heffen of neer te laten.
Maximum verticale hoogte van panelen: 4 ft/1,2 m
Maximum windsnelheid: 15 mph/6,7 m/sec
Maximum paneelgebied: 32 sq ft/3 m
2
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 21
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Veiligheid werkgebied

Blokkering na elk gebruik

1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
wielen aan de cirkelzijde bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
22 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Legenda

Legenda

1 Wiel aan cirkelzijde 2 Wiel aan vierkantzijde 3 Grondbediening 4 Arm 5 Jib 6 Platform 7 Platformbediening
8 Schuifbaar middenstuk 9 Opbergruimte voor handleiding 10 Veiligheidsgordelverankeringspunt 11 Voetschakelaar
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 23
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk

Bedieningselementen

Bedieningselementen
Het grondbedieningsstation moet worden gebruikt om het platform voor opslagdoeleinden en functietests omhoog te brengen. Het grondbedieningsstation kan in noodgevallen worden gebruikt om een hulpbehoevende persoon op het platform te redden. Als het grondbedieningsstation wordt geselecteerd, worden de platformbedieningselementen, met inbegrip van de noodstopschakelaar, buiten werking gesteld.

Grondbedieningspaneel

24 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen

Grondbedieningspaneel

1 Knop ‘draaitafelrotatie rechts’
Druk op de knop ‘draaitafelrotatie naar rechts’ om de draaitafel naar rechts te draaien.
2 Knop ‘draaitafelrotatie links’
Druk op de knop ‘draaitafelrotatie naar links’ om de draaitafel naar links te draaien.
3 Knop ‘arm neer’
Druk op de knop ‘arm neer’ om de arm neer te laten.
4 Knop ‘arm inschuiven’
Druk op de knop ‘arm inschuiven’ om de arm in te schuiven.
5 Knop ‘arm op’
Druk op de knop ‘arm op’ om de arm omhoog te brengen.
6 Knop ‘arm uitschuiven’
Druk op de knop ‘arm uitschuiven’ om de arm uit te schuiven.
7 Indicatielampje ‘onbeperkt werkbereik’
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat het werkbereik onbeperkt is.
8 Bedieningsknoppen LCD-scherm
9 Indicatielampje ‘beperkt werkbereik’
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat het werkbereik beperkt is.
10 LCD-scherm
a indicatie ‘brandstoftank bijna leeg’
b indicatie van motoroliedruk
c indicatie van watertemperatuur
d indicatielampje van hulpvoeding
e indicatie van motortoerental
f urenteller
11 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten en de motor uit te schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
12 Keuzeknoppen functiesnelheid
Druk op de functiesnelheidkeuzeknop om de functiesnelheid te selecteren. Als het pijltje boven de schildpad brandt, werken de machinefuncties bij lage snelheid. Als het pijltje boven het konijn brandt, werken de machinefuncties bij hoge snelheid.
13 Contactslot voor selectie uit/grondbediening/
platformbediening
Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ om de machine uit te schakelen. Draai het contactslot naar de grondstand om met de grondbediening te werken. Draai het contactslot naar de platformstand om met de platformbediening te werken.
14 Motorstartknop
Druk op de motorstartknop om de motor te starten.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 25
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Bedieningselementen
15 Knop ‘jib inschuiven’
Druk op de knop ‘jib inschuiven’ om de jib in te schuiven.
16 Knop ‘jib op’
Druk op de knop ‘jib op’ om de jib omhoog te brengen.
17 Knop ‘platformnivellering op’
Druk op de knop ‘platformnivellering op’ om het platform omhoog te brengen.
18 Knop ‘platformnivellering neer’
Druk op de knop ‘platformnivellering neer’ om het platform neer te laten.
19 Knop ‘jib uitschuiven’
Druk op de knop ‘jib uitschuiven’ om de jib uit te schuiven.
20 20A zekering voor systeemcircuit
21 Alarm
22 Contactslot omleiding/herstel
De sleutelstand voor omleiding mag alleen worden gebruikt om het platform horizontaal te plaatsen als het display van de grondbediening laat zien dat het platform niet horizontaal is (P22) en de platformnivelleringsbediening niet werkt. Raadpleeg de bedieningsinstructies.
Sleutelstand voor herstel mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden gebruikt.
23 Knop ‘platformrotatie rechts’
Druk op de knop ‘platformrotatie rechts’ om het platform naar rechts te draaien.
24 Knop ‘platformrotatie links’
Druk op de knop ‘platformrotatie links’ om het platform naar links te draaien.
25 Hulpvoedingsknop
Gebruik de hulpvoeding als de primaire krachtbron (motor) niet werkt. Houd de hulpvoedingsknop ingedrukt en activeer tegelijkertijd de gewenste functie.
26 Knop ‘jib neer’
Druk op de knop ‘jib neer’ om de jib neer te laten.
27 Functie-inschakelknop
Houd de functie-inschakelknop ingedrukt om de functies op de grondbediening in werking te stellen.
28 EAT-storingslampje
Het EAT-storingslampje geeft aan dat er een probleem met het uitlaatnabehandelingssysteem is. Neem voor hulp contact op met het onderhoudspersoneel.
29 Regeneratielampje
Als het regeneratielampje knippert, moet de procedure voor regeneratie van het DPF bij stilstand worden uitgevoerd, zoals deze in de sectie Bediening vanuit het platform in deze handleiding wordt beschreven.
26 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
1
2 3
4 5
6 7 8 9
2627
29 2528
Bedieningselementen

Platformbedieningspaneel

Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 27
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
10 11
12
13
14 15 16 18 1917
20
21
22
23
24
Bedieningselementen
28 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Beweeg deze schakelaar om het
geselecteerd. Als het lampje met
Bedieningselementen

Platformbedieningspaneel

1 Claxonknop
Druk op deze knop om de claxon te laten klinken. Laat de knop los om de claxon te stoppen.
2 Indicatielampje ‘platform niet vlak’
Plaats het platform horizontaal tot het lampje uitgaat. De platformnivelleringstuimelschakelaar werkt alleen in de richting waarin het platform wordt genivelleerd.
3 Indicatielampje ‘machine op helling’
Een brandend lampje geeft aan dat alle functies zijn gestopt. Zie de instructies in de sectie Bedieningsinstructies.
4 Indicatielampje ‘arm neerlaten’
Laat de arm neer tot het lampje uitgaat.
5 Indicatielampje ‘arm omhoog/inschuiven’
Laat de arm neer of schuif deze in tot het lampje uitgaat.
6 Gebruikt voor optionele uitrusting
7 Generatorschakelaar met indicatielampje
Beweeg de generatorschakelaar om de generator in te schakelen. Beweeg de schakelaar opnieuw om de generator uit te schakelen.
8 Hulpvoedingschakelaar
Gebruik de hulpvoeding als de primaire krachtbron (motor) niet werkt. Druk de voetschakelaar in en beweeg tegelijkertijd de hulpvoedingschakelaar en activeer de gewenste functie. Het indicatielampje brandt als de hulpvoeding wordt gebruikt.
9 Dieselmodellen:Indicatielampje ‘gloeibougie’
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat de gloeibougies actief zijn.
10 Motorstartschakelaar met indicatielampje
Beweeg de motorstartschakelaar om de motor te starten. Het indicatielampje ‘motorstart’ knippert wanneer de motor wordt gestart, en gaat continu branden zodra de motor draait.
11 Motortoerentalkeuzeschakelaar met
indicatielampje
stationair motortoerental te kiezen. Als het lampje met het konijnsymbool brandt, duidt dit aan dat hoog stationair is
het schildpadsymbool brandt, duidt dit aan dat laag stationair is geselecteerd.
12 Indicatielampje ‘beperkt werkbereik’
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat het werkbereik beperkt is.
13 Indicatielampje ‘onbeperkt werkbereik’
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat het werkbereik onbeperkt is.
14 Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast. De motor stopt en er treden geen functies in werking. Verwijder gewicht tot het lampje uitgaat en start vervolgens de motor opnieuw.
15 Voedingsindicatielampje
Een brandend lampje geeft aan dat de machine is ingeschakeld.
16 Indicatielampje ‘motor controleren’
Een brandend lampje geeft een motorstoring aan.
17 Indicatielampje ‘brandstoftank bijna leeg’
Een brandend lampje geeft aan dat de brandstoftank van de machine bijna leeg is.
18 Storingsindicatielampje
Een brandend lampje geeft een systeemstoring aan.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 29
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
omhoog
het platform naar rechts te
Bedieningselementen
19 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten en de motor uit te schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
20 Twee-assige proportionele joystick voor rij- en
stuurfuncties OF Proportionele joystick voor rijfunctie en duimschakelaar voor stuurfunctie.
Beweeg de joystick in de richting van de blauwe pijl op het bedieningspaneel om de machine vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de gele pijl om de machine achteruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de blauwe driehoek om de machine naar links te sturen. Beweeg de joystick in de richting van de gele driehoek om de machine naar rechts te sturen. OF Beweeg de joystick in de richting van de blauwe pijl op het bedieningspaneel om de machine vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting van de gele pijl om de machine achteruit te laten rijden. Druk op de linkerzijde van de duimschakelaar om de machine naar links te sturen. Druk op de rechterzijde van de duimschakelaar om de machine naar rechts te sturen.
21 Stuurmodus-keuzeschakelaar met
indicatielampjes
Beweeg de stuurmodus­keuzeschakelaar om de stuurmodus te kiezen. Het indicatielampje naast de huidige stuurmodus gaat branden.
22 Duimschakelaar voor de functie ‘jib uit-
/inschuiven’
Druk op de bovenzijde van de wipschakelaar om de jib in te schuiven. Druk op de onderzijde van de wipschakelaar om de jib uit te schuiven.
23 Twee-assige proportionele joystick voor de
functies ‘jib op/neer’ en ‘platformrotatie links/rechts’
Beweeg de joystick omhoog om de jib te brengen. Beweeg de joystick omlaag om de jib neer te laten.
30 SX
Beweeg de joystick naar links om het platform naar links te draaien. Beweeg de joystick naar rechts om
draaien.
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
instelling te kiezen. Het
selectieschakelaar om een
assen volledig
wanneer de assen volledig
platformnivelleringsschakelaar
Bedieningselementen
24 Rij-keuzeschakelaar met indicatielampjes
27 Rijschakelaar met indicatielampje
Beweeg de rij­keuzeschakelaar om de rij­indicatielampje naast de huidige instelling gaat branden.
Symbool ‘machine op helling’: lage snelheid voor hellingen.
Symbool ‘machine op horizontale ondergrond’: hoge snelheid voor maximum rijsnelheid.
25 Een-assige proportionele joystick voor de functie
‘arm uit-/inschuiven’
Beweeg de joystick omlaag om de arm uit te schuiven. Beweeg de joystick omhoog om de arm in te schuiven.
26 Schakelaar ‘as uitschuiven/inschuiven’ met
indicatielampjes
Beweeg de as-
instelling te kiezen. De indicatielampjes ‘as uitschuiven’ en ‘as inschuiven’ knipperen wanneer de assen bewegen. Het indicatielampje ‘as uitschuiven’ blijft branden wanneer de zijn uitgeschoven. Het indicatielampje ‘as inschuiven’ blijft branden
zijn ingeschoven.
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat de arm voorbij een band aan de cirkelzijde is gedraaid en de rijfunctie is onderbroken. Beweeg de rijschakelaar en verplaats de rij-joystick langzaam uit het midden om te rijden. Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting van de machine te bepalen.
28 Twee-assige proportionele joystick voor functies
‘arm op/neer’ en ‘links/rechts-draaitafelrotatie’
Beweeg de joystick omhoog om de arm omhoog te brengen. Beweeg de joystick omlaag om de arm neer te laten.
Beweeg de joystick naar links om de draaitafel naar links te draaien. Beweeg de joystick naar rechts om de draaitafel naar rechts te draaien.
29 Platformnivelleringsschakelaar
Beweeg de platformnivelle­ringsschakelaar omhoog om het platform omhoog te brengen. Beweeg de
omlaag om het platform neer te laten.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 31
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk

Inspecties

Inspecties

Grondbeginselen inspectie voor het gebruik

Niet bedienen tenzij:

U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om een inspectie voor het gebruik en periodiek onderhoud uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie die de bediener voor elke dienst uitvoert. De inspectie is bedoeld om te ontdekken of er iets kennelijk mis is met de machine voordat de bediener de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te bepalen of periodieke onderhoudsprocedures vereist zijn. Alleen de gedeelten van het periodieke onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Raadpleeg de lijst op de volgende pagina en controleer alle punten.
Indien er schade wordt ontdekt of een ongeautoriseerde wijziging van de toestand waarin de machine door de fabriek is geleverd, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
Reparaties aan de machine mogen alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant. Als de reparaties voltooid zijn, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik uitvoeren voordat de functietests worden uitgevoerd.
32 SX
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inspecties

Inspectie voor het gebruik

Zorg ervoor dat de bedieningshandleiding
compleet en leesbaar is en zich in de opbergruimte in het platform bevindt.
Zorg ervoor dat alle stickers zich op hun plaats
bevinden en leesbaar zijn. Zie de sectie Inspecties.
Ga na of er een lek van hydraulische olie is en
controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig gedestilleerd water bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een motorolielek is en controleer het
oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een koelvloeistoflek is en controleer
het motorkoelvloeistofpeil. Vul indien nodig koelvloeistof bij. Zie de sectie Onderhoud.
Controleer de volgende onderdelen of gedeelten op schade, onjuist geplaatste of ontbrekende onderdelen en ongeautoriseerde aanpassingen:
Stuur- en assensors
Alarmen en flitslampen (indien aanwezig)
Moeren, bouten en andere bevestigingen
Platformtoegangsmiddenstuk of -hek
Ladingscel platform
Hoeksensor stuurarm
Veiligheidsgordelverankeringspunt
Controleer de gehele machine op:
Scheuren in lasnaden of constructiedelen
Deuken of beschadigingen aan de machine
Overmatige roest, corrosie of oxidatie
Controleer of alle constructiedelen en andere
cruciale onderdelen aanwezig zijn en of alle bijbehorende bevestigingen en pennen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgemaakt.
Controleer nadat u de inspectie hebt voltooid of
alle compartimentafdekkingen op hun plaats zitten en zijn vergrendeld.
Elektrische onderdelen, bedrading en
elektrische kabels
Hydraulische slangen, koppelingen, cilinders
en ventielenblokken
Brandstoftank en hydraulische tank
Rij- en draaitafelmotoren en aandrijfnaven
Contactalarm
Glijblokken
Banden en wielen
Motor en bijbehorende onderdelen
Eindschakelaars en claxon
Rotatiesensors
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 33
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Inspecties

Grondbeginselen functietests

Niet bedienen tenzij:

U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
Zorg ervoor dat u de functietests kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. De bediener moet de stapsgewijze instructies volgen om alle machinefuncties te testen.
Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen. Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
Als de reparaties zijn voltooid, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik en de functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik wordt genomen.
34 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inspecties

Grondbediening

1 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van gevaren is.
2 Draai het contactslot naar grondbediening.
3 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Resultaat: De flitslampen (indien aanwezig)
dienen te knipperen.
4 Start de motor. Zie de sectie
Bedieningsinstructies.

Noodstop testen

5 Druk de rode noodstopknop in naar de stand
‘uit’.
Resultaat: De motor dient te worden
uitgeschakeld en geen enkele functie mag in werking treden.
6 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’ en start de motor opnieuw.
Uitschuifbare assen testen
Opmerking: Begin deze test met ingeschoven assen.
7 Houd de functie-inschakelknop bij de
grondbediening ingedrukt en druk op de knop ‘arm op’.
Resultaat: De arm dient ongeveer 10° omhoog te
worden gebracht en vervolgens te stoppen. De pijl op het LCD-scherm naast het symbool ‘as uitschuiven’ gaat knipperen. De arm mag niet omhooggaan, tenzij de assen uitgeschoven zijn.
8 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt en druk
op de knop ‘arm uitschuiven’.
Resultaat: De arm dient 1 ft/30 cm te worden
uitgeschoven en vervolgens te stoppen. De pijl op het LCD-scherm naast het symbool ‘as uitschuiven’ gaat knipperen. De arm mag niet uitschuiven, tenzij de assen uitgeschoven zijn.
9 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt en druk
vervolgens op de knop 'draaitafelrotatie naar links'.
Resultaat: De draaitafel dient 15° te draaien en
vervolgens te stoppen. De draaitafel mag niet meer dan 15° draaien, tenzij de assen uitgeschoven zijn.
10 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt en druk
vervolgens op de knop 'draaitafelrotatie naar rechts'.
Resultaat: De draaitafel dient naar het midden
terug te keren, 15° naar rechts te draaien en vervolgens te stoppen. De draaitafel mag niet meer dan 15° draaien, tenzij de assen uitgeschoven zijn.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 35
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
22
Inspecties
11 Houd bij volledig ingeschoven jib de functie-
inschakelknop ingedrukt en druk op de knop 'jib uitschuiven'.
Resultaat: De jib mag alleen worden
uitgeschoven als de assen uitgeschoven zijn.
12 Draai het contactslot naar platformbediening.
Verplaats vanaf de platformbediening de rij­joystick in voorwaartse richting en beweeg de tuimelschakelaar 'as uitschuiven'.
Resultaat: De machine dient te gaan rijden en de
assen dienen te worden uitgeschoven. De indicatielampjes ‘as uitschuiven’ en ‘as inschuiven’ knipperen wanneer de assen bewegen, en het lampje ‘as uitschuiven’ blijft branden wanneer de assen volledig zijn uitgeschoven.
13 Ga terug naar de grondbediening. Draai het
contactslot naar grondbediening.
14 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt. Druk
dan op de knop ‘arm op’ en vervolgens op de knop ‘arm neer’.
Resultaat: De arm dient normaal omhoog te
worden gebracht en neer te worden gelaten.
15 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt. Druk
dan op de knop ‘arm uitschuiven’ en vervolgens op de knop ‘arm inschuiven’.
Resultaat: De arm dient normaal te worden uit-
en ingeschoven.
16 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt. Druk
dan op de knop ‘draaitafelrotatie naar links’ en vervolgens op de knop ‘draaitafelrotatie naar rechts’.
Resultaat: De draaitafel moet normaal draaien.
17 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt. Druk
dan op de knop ‘jib uitschuiven’ en vervolgens op de knop ‘jib inschuiven’.
Resultaat: De jib dient normaal te worden uit- en
ingeschoven.
Machinefuncties testen
18 Druk niet de functie-inschakelknop in. Probeer
elke arm- en platformfunctieknop te activeren.
Resultaat: Geen enkele arm- of platformfunctie
mag in werking treden.
19 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt en
activeer elke functieknop voor de arm- en platformfuncties.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen. Het daalalarm dient te klinken terwijl de arm wordt neergelaten.

Hulpvoeding-bedieningselementen testen

20 Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’
om de motor uit te schakelen.
21 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Houd de hulpvoedingsknop
ingedrukt en druk tegelijkertijd op elke armfunctieknop.
Opmerking: Test elke functie gedurende een gedeeltelijke cyclus om accu’s te sparen.
Resultaat: Alle armfuncties dienen in werking te
treden.
23 Start de motor.
36 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
24
27
28
30
Inspecties
Scheefstandschakelaar testen
Werkbereik testen
Druk op een van de LCD-
schermknoppen totdat TURNTABLE LEVEL SENSOR X-DIRECTION (X­RICHT SCHUINSTANDSCHAK DRAAITAF) wordt weergegeven.
Resultaat: Op het LCD-scherm moet de hoek in
graden worden weergegeven.
25 Druk op de LCD-schermknoppen totdat
TURNTABLE LEVEL SENSOR Y-DIRECTION (Y-RICHT SCHUINSTANDSCHAK DRAAITAF) wordt weergegeven.
Resultaat: Op het LCD-scherm moet de hoek in
graden worden weergegeven.
26 Druk op de LCD-schermknoppen totdat
PLATFORM LEVEL SENSOR DEGREES (GRAD SCHUINSTANDSCHAK PLATF) wordt weergegeven.
Resultaat: Op het LCD-scherm moet de hoek in
graden worden weergegeven.
Druk de 2 aangegeven LCD-
schermknoppen tegelijkertijd in om de statusmodus te activeren.
Druk op een van de
aangegeven LCD­schermknoppen totdat PRIMARY ANGLE DEGREES (GRADEN PRIMAIRE HOEK) wordt weergegeven.
29 Breng de arm omhoog en bekijk het LCD-
scherm.
Resultaat: Op het LCD-scherm wordt de hoek
van de arm tot zwaartekracht in graden weergegeven.
Druk op een van de
aangegeven LCD­schermknoppen totdat LENGTH SENSOR EXTENSION INCHES (LENGTE SENSORVERLENGING INCHES ) wordt weergegeven.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
31 Schuif de arm uit en bekijk het LCD-scherm.
Resultaat: Op het LCD-scherm wordt de
uitschuiflengte van de draadpotentiometer weergegeven.
32 Schuif de arm in.
-135 XC™ 37
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Inspecties
Platformbediening

Noodstop testen

33 Draai het contactslot naar platformbediening.
34 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand ‘uit’.
Resultaat: De motor dient te worden
uitgeschakeld en geen enkele functie mag in werking treden.
35 Trek de rode noodstopknop uit en start de motor
opnieuw.

Claxon testen

36 Druk op de claxonknop.
Resultaat: De claxon dient te klinken.
Voetschakelaar testen
38 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand ‘uit’.
39 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’, maar start de motor niet.
40 Druk de voetschakelaar in en probeer de motor
te starten.
Resultaat: De motor mag niet starten.
41 Druk de voetschakelaar niet in en start de motor
opnieuw.
Resultaat: De motor moet starten.
42 Druk de voetschakelaar niet in en test elke
machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.

Scheefstandalarm testen

37 Beweeg een tuimelschakelaar, zoals de
motortoerentalkeuzeschakelaar.
Resultaat: Het alarm bij de platformbediening
dient te klinken.

Machinefuncties testen

43 Druk de voetschakelaar in.
44 Activeer elke joystick of tuimelschakelaar voor
machinefuncties.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen.
38 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
45
van de vierkantzijde
49 53
Inspecties
Test de stuurinrichting
Beweeg de
stuurmodus­keuzeschakelaar en kies besturing
(blauwe pijl).
46 Druk de voetschakelaar in.
47 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
48 Verplaats de joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
Beweeg de
stuurmodus­keuzeschakelaar en kies besturing van de cirkelzijde (gele pijl).
50 Druk de voetschakelaar in.
51 Verplaats de joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: De wielen aan de cirkelzijde dienen in
de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
52 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: De wielen aan de cirkelzijde dienen in
de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
Beweeg de
stuurmodus­keuzeschakelaar en kies de krabbesturing.
54 Druk de voetschakelaar in.
55 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: Alle wielen draaien in de richting
waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 39
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
57
Inspecties
56 Verplaats de joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: Alle wielen draaien in de richting
waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
Beweeg de
stuurmodus­keuzeschakelaar en kies de gecoördineerde besturing.
58 Druk de voetschakelaar in.
59 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de blauwe driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen. De wielen aan de cirkelzijde dienen in de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen.
60 Verplaats de joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel OF druk de duimschakelaar in de richting aangegeven door de gele driehoek.
Resultaat: De wielen aan de vierkantzijde dienen
in de richting te draaien waarin de gele driehoeken op het rijchassis wijzen. De wielen aan de cirkelzijde dienen in de richting te draaien waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis wijzen.
Test het rijden en de remmen
61 Druk de voetschakelaar in.
62 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
die wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en zet de joystick vervolgens weer in de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl op het rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
63 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en verplaats de joystick vervolgens weer naar de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de gele pijl op het rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de machine tegen te houden op elke helling die door de machine kan worden genomen.
40 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting te bepalen.
Inspecties
Rij-inschakelsysteem testen
Beperkte rijsnelheid testen
64 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer in
de transportstand.
65 Roteer de draaitafel tot de arm voorbij een wiel
aan de cirkelzijde beweegt en zich buiten het op het rij-inschakelpictogram aangegeven bereik bevindt.
Resultaat: Het indicatielampje
‘rijden ingeschakeld’ dient te gaan branden en te blijven branden zolang de arm zich ergens buiten het aangegeven bereik bevindt.
66 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie mag niet in werking
treden.
67 Beweeg de rij-tuimelschakelaar en verplaats de
rij-joystick langzaam uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie moet in werking treden.
Opmerking: Als het rij-inschakelsysteem in gebruik is, kan de machine gaan rijden in een richting die tegengesteld is aan de richting waarin de joystick voor rijden en sturen wordt bewogen.
Wanneer de rij-joystick niet binnen twee seconden na het bewegen van de rij-tuimelschakelaar wordt verplaatst, treedt de rijfunctie niet in werking.
68 Druk de voetschakelaar in.
69 Breng de arm omhoog tot 10° boven de
horizontale lijn.
70 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
geheven primaire arm mag niet hoger dan 0,6 ft/18 cm per seconde zijn.
Opmerking: De machine legt in 68 seconden een afstand van 40 ft/12 m af.
71 Laat de arm neer in de transportstand.
72 Schuif de arm 4 ft/1,2 m uit.
73 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
geheven primaire arm mag niet hoger dan 0,6 ft/18 cm per seconde zijn.
Opmerking: De machine legt in 68 seconden een afstand van 40 ft/12 m af.
74 Schuif de arm in naar de transportstand.
75 Schuif de jib-arm 1 ft/30 cm uit.
76 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
uitgeschoven jib-arm mag niet hoger dan 1 ft/30 cm per seconde zijn.
Als de rijsnelheid met geheven of uitgeschoven arm hoger dan 0,6 ft/18 cm per seconde is, dient de machine onmiddellijk van een label te worden voorzien en uit bedrijf te worden genomen. Als de rijsnelheid met uitgeschoven jib-arm hoger dan 1 ft/30 cm per seconde is, dient de machine onmiddellijk van een label te worden voorzien en uit bedrijf te worden genomen.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 41
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Inspecties
Afschakeling rij-kantelhoek testen
77 Druk de voetschakelaar in.
78 Rij met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waar de chassishoek over de Y-as (van voren naar achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
79 Verplaats de machine naar een horizontale
ondergrond en schuif de arm ongeveer 3 ft/ 91,4 cm uit.
80 Rij met de machine een helling op waar de
chassishoek over de Y-as (van voren naar achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
81 Schuif de arm in naar de transportstand.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
82 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm tot ongeveer 15° boven de horizontale lijn omhoog.
83 Rij met de machine een helling op waar de
chassishoek over de Y-as (van voren naar achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
84 Laat de arm neer in de transportstand.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
85 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
86 Druk de voetschakelaar in.
87 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waar de chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
88 Verplaats de machine naar een horizontale
ondergrond en schuif de arm ongeveer 3 ft/ 91,4 cm uit.
89 Rijd met de machine een helling op waar de
chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
90 Schuif de arm in naar de transportstand.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
91 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm tot ongeveer 15° boven de horizontale lijn omhoog.
92 Rijd met de machine een helling op waar de
chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt en het alarm bij de platformbediening dient te klinken.
93 Laat de arm neer in de transportstand.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
94 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
42 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Hulpvoeding-bedieningselementen testen
Contactalarm testen (indien aanwezig)
95 Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’
om de motor uit te schakelen.
96 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
97 Druk de voetschakelaar in.
98 Beweeg de hulpvoedingschakelaar, houd deze
vast en activeer tegelijkertijd elke functie-joystick,
-tuimelschakelaar of -duimschakelaar.
Opmerking: Test elke functie gedurende een gedeeltelijke cyclus om accu’s te sparen.
Resultaat: Alle arm- en stuurfuncties dienen in
werking te treden.
99 Start de motor.
100 Activeer de voetschakelaar niet en druk op de
kabel van het contactalarm om de kop uit de kophouder te verwijderen.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen niet en de claxon van de machine klinkt niet.
101 Activeer de voetschakelaar door deze in te
drukken.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen en de claxon van de machine klinkt.
102 Plaats de kop in de kophouder.
Resultaat: De lichten en claxon worden
uitgeschakeld.
103 Activeer de voetschakelaar door deze in te
drukken en druk op de kabel van het contactalarm om de kop uit de kophouder te verwijderen.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen en de claxon van de machine klinkt.
104 Bedien elke machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele machinefunctie mag in
werking treden.
105 Plaats de kop in de kophouder.
Resultaat: De lichten en claxon worden
uitgeschakeld.
106 Bedien elke machinefunctie.
Resultaat: Alle machinefunctie mogen in werking
treden.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
a kop
b kabel contactalarm
c knipperend alarm
d kophouder
-135 XC™ 43
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Inspecties

Inspectie van de werkplek

Niet bedienen tenzij:

U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
Zorg ervoor dat u de inspectie van de werkplek kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.

Grondbeginselen inspectie van de werkplek

Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
afgereden kanten of gaten
hobbels, obstakels op de vloer of puin
hellende ondergrond
een onstabiele of gladde ondergrond
hoog aangebrachte obstakels en
hoogspanningsgeleiders
gevaarlijke plaatsen
ondergrond die ontoereikend is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de machine worden opgewekt
wind- en weersomstandigheden
de aanwezigheid van onbevoegd personeel
andere eventueel onveilige omstandigheden
De inspectie van de werkplek helpt de bediener te bepalen of de werkplek geschikt is om de machine veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de bediener te worden uitgevoerd voordat de machine naar de werkplek wordt verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek door te lezen en te onthouden, er vervolgens op te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen, opstellen en bedienen van de machine.
44 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Onder deelnr.
Aantal
27204 Pijl – Blauw
2
27205 Pijl – Geel
2
27206 Driehoek – Blauw
4
27207 Driehoek – Geel
4
28159 Label – Diesel
1
28174 Label – Voeding naar platform, 230V
3
28235 Label – Voeding naar platform, 115V
3
38149 Label – Patent
1
44981 Label – Luchtleiding naar platform (optie)
2
52475 Label – Transportvastzetpunt
8
65278 Voorzichtig – Niet op gaan staan
6
72086 Label – Hefpunt
4
82481 Label – Veiligheid accu/lader
2
82487 Label – Handleiding lezen
2
82487
(pijphouder) (optie)
2
97757 Label – Peil hydraulische olie
1
97815 Label – Onderste middenstuk
1
114249
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen, banden
4
114251
explosies
1
114252
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen, eindschakelaars
5
114473 Label – Scheefstandalarm
1
122343 Label– Herstel platformnivellering
1
133067
mogelijk
3
133205
mogelijk/kans op brandwonden
2
161691
1
219956 Label – Overbelasting platform
1
219958
Gevaarlijke situatie: machine kan
verbrijzeld
1
Onder deelnr. Beschrijving sticker
Aantal
230984 Grondbedieningspaneel
1
1254807 Label – 112 dB
1
1256420
208V/115V
2
1256425
mogelijk
2
1258677
240 V/50 Hz
1
1262446 Platformbedieningspaneel, SX-135 XC
1
1263540
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen
1
1263542 Label – Toegang tot compartiment
5
1263544 Contactslot omleiding
1
1263545
1
1272242
eigendom machine
1
1273026
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen
1
1273027 Label – Wielbelasting
4
1274962 Label – Transport- en hefinstructies
2
1275417 Label – Instructies transportstand
1
1275451 Label – Instructies voor nooddalen
1
1276008 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk, transportstand
1
1276684 Label – Instructies transportstand,
grondbediening
1
1276685 Label – Transportlampje
1
1278542 Label – Gewicht contactalarm
1
1278982 Label – Kophouder voor kop
1
1281175 Label –
valbeveiliging
8
1286362 Label – Gevaarlijke situatie: ledematen
kunnen worden verbrijzeld, onderhoud
2
1296907 Waarschuwing – Label – Storing DPF en
EAT
1
1298467 Label – Handleiding lezen
2
1301030 Label – Diesel, Stage V
1
1301075 Label – Slang voor onbehandelde lucht
centreren (Stage V)
1
1304217 Label – Gevaarlijke situatie: kans op
explosies
1
1305382 Label – Identificatie, Stage V
1
Inspecties

Inspectie van stickers met symbolen

Controleer aan de hand van de afbeeldingen op de volgende pagina of alle stickers zich op de juiste plaats bevinden en leesbaar zijn.
-
Label – Voeding naar platform,
Hieronder volgt een numerieke lijst met aantallen en beschrijvingen.
­ Beschrijving sticker
Label – Handleiding lezen
Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
Label – Voeding naar platform,
Label –
Instructies – Contactslot omleiding
Label – Registratie/overdacht van
Label –
Label –
Label – Gevaarlijke situatie: kans op
Label –
Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
Label – Toelaatbare hellingshoek
Label –
omkantelen, ledematen kunnen worden
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
Veiligheidsgordelverankeringspunt,
Arcering geeft aan dat de sticker niet zichtbaar is en
zich bijvoorbeeld onder een afdekking bevindt
* Deze stickers kunnen per model, optie of configuratie
verschillen.
-135 XC™ 45
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
27206
27207
65278
52475
65278
52475
27207 27204
27206
27206
27205
27207
65278
65278
27204
27205
65278
52475
52475
52475
65278
1301030
114251
133067
82481
1263542
1275451
97757
1263542
1276684 230984
1263544
1263542
1263545
1254807
38149
44981 *28174 *28235
114252
1276008
1142491273027 114249 1273027
1263542
1274962114249
1273027
114249
1273027
133205
1275417
82481
82487
72086
72086
72086
72086
1281175
*28174 *28235
1256425
1281175
114252
114252
1263542
1276685
114252
1272242
114252
133067
133205
1296907
1286362
1305382
28159
1301075
1304217
219956
1273026
82487
44981
97815
114473
161691
133067
219958
1278982
1278542
1298467
*1256420 *1258677 *28235 *28174
1262446
122343
Inspecties
46 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies

Bedieningsinstructies

Grondbeginselen

Niet bedienen tenzij:

U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies voor elk aspect van de bediening van de machine. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedieningshandleiding op te volgen.
Het gebruik van de machine voor enig ander doel dan het heffen van personen, samen met gereedschappen en materialen, naar een werklocatie op hoogte is onveilig en gevaarlijk.
De machine mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden bediend. Als meerdere bedieners op verschillende tijdstippen tijdens dezelfde dienst een machine bedienen, mag het hier alleen om gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht wordt dat zij alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedieningshandleiding volgen. Dat betekent dat elke nieuwe bediener vóór ingebruikname van de machine een inspectie voor het gebruik, functietests en een inspectie van de werkplek moet uitvoeren.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 47
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
1
motorstartknop kan worden ingedrukt
1
4
Bedieningsinstructies

Motor starten

1 Draai het contactslot van de grondbediening in
de gewenste stand.
2 Zorg ervoor dat de rode noodstopknop van zowel
de grond- als platformbediening uitgetrokken is naar de stand ‘aan’.

Deutz-modellen

Druk de motorstartknop in. De
op elk moment dat de gloeibougies zijn ingeschakeld. Als de motor niet start of afslaat, schakelt de herstartvertraging de startschakelaar gedurende 3 seconden uit.

Perkins-modellen

Druk de motorstartknop in.
Als de motor na 15 seconden ronddraaien niet start, dient u de oorzaak hiervan vast te stellen en eventuele storingen te repareren. Wacht 60 seconden voordat u opnieuw probeert te starten.
Warm onder koude omstandigheden, 20°F/-6 °C en lager, de motor gedurende 5 minuten op voordat de machine in bedrijf wordt genomen om schade aan het hydraulische systeem te voorkomen.
Onder extreem koude omstandigheden, 0°F/-18 °C en lager, dienen machines te worden uitgerust met optionele koudstartsets. Als u probeert de motor te starten bij temperaturen onder 0°F/-18 °C kan het gebruik van een hulpaccu nodig zijn.

Noodstop

Druk de rode noodstopknop op de grond- of de platformbediening in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten en de motor uit te schakelen.
Repareer elke functie die nog werkt als een van de rode noodstopknoppen is ingedrukt.
De grondbediening krijgt voorrang op de rode noodstopknop op het platform.

Hulpvoeding

Gebruik de hulpvoeding als de primaire krachtbron (motor) defect is.
1 Draai het contactslot naar grond- of
platformbediening.
2 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
3 Druk de voetschakelaar in wanneer u de
platformbediening gebruikt.
Houd de hulpvoedingschakelaar
ingeschakeld en activeer tegelijkertijd de gewenste functie.
De rijfunctie werkt niet op hulpvoeding.
48 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
2 1
2 Selecteer met de
functiesnelheidkeuzeknoppen de functiesnelheid.
Bedieningsinstructies

Assen uit- en inschuiven

1 Draai het contactslot naar platformbediening.
Druk vanaf de
platformbediening de voetschakelaar in, verplaats de rij-joystick in een willekeurige richting en beweeg de asschakelaar in de gewenste richting.
De indicatielampjes ‘as uitschuiven’ en ‘as inschuiven’ knipperen wanneer de assen bewegen. Het indicatielampje ‘as uitschuiven’ blijft branden wanneer de assen volledig zijn uitgeschoven. Het indicatielampje ‘as inschuiven’ blijft branden wanneer de assen volledig zijn ingeschoven.
De assen kunnen alleen worden ingeschoven wanneer de arm volledig is neergelaten en ingeschoven en het platform zich tussen de wielen aan de cirkelzijde bevindt.

Bediening vanaf de grond

1 Draai het contactslot naar grondbediening.
2 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
3 Start de motor.

Platform plaatsen

Houd de functie-
inschakelknop ingedrukt.
Druk de desbetreffende
functieknop in aan de hand van de markeringen op het bedieningspaneel.
Als het pijltje boven de schildpad brandt, werken de machinefuncties bij lage snelheid. Als het pijltje boven het konijn brandt, werken de machinefuncties bij hoge snelheid.
De rij- en stuurfuncties zijn niet beschikbaar vanaf de grondbediening.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 49
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
3
2
Bedieningsinstructies

Bediening vanuit het platform

1 Draai het contactslot naar platformbediening.
2 Trek de rode noodstopknop van zowel de grond-
als de platformbediening uit naar de stand ‘aan’.
3 Start de motor.Druk de voetschakelaar niet in
wanneer u de motor start.

Platform plaatsen

Sturen

1 Druk de voetschakelaar in.
2 Kies de stuurmodus door de
stuurmodusschakelaar te bewegen. Het indicatielampje naast de huidige stuurmodus gaat branden.
1 Druk de voetschakelaar in.
2 Verplaats de betreffende functie-joystick,
functieduimschakelaar of functietuimelschakelaar langzaam aan de hand van de markeringen op het bedieningspaneel.
Verplaats de rij-joystick langzaam
in de richting aangegeven door de blauwe of gele driehoeken OF druk op de duimschakelaar op de rij-joystick.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de draairichting van de wielen te bepalen.

Rijden

1 Druk de voetschakelaar in.
Snelheid verhogen: Verplaats de rij-
joystick langzaam in de richting aangegeven door de blauwe of gele pijlen.
Snelheid verlagen: Verplaats de rij­joystick langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de rij-joystick terug in de middelste stand of laat de voetschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt als de arm is geheven of uitgeschoven.
50 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Maximaal toelaatbare hellingshoek, platform heuvelafwaarts (klimvermogen):
35% (19°)
Maximaal toelaatbare hellingshoek, platform heuvelopwaarts:
35% (19°)
Maximaal toelaatbare dwarshellingshoek:
25% (14°)
Bedieningsinstructies
Rijden op een helling
Bepaal de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) en dwarshellingshoek voor de machine en bepaal het stijgingspercentage van de helling.
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één persoon op het platform en van voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen. De term klimvermogen is alleen van toepassing op het contragewicht voor heuvelopwaarts rijden.
Stijgingspercentage bepalen:
Meet de helling met een digitale hellingsmeter OF hanteer de volgende procedure.
U hebt nodig:
waterpas
recht stuk hout van minstens 1 m
meetlint
Leg het stuk hout op de helling.
Leg de waterpas aan de voet van de helling op de bovenrand van het stuk hout en hef het uiteinde op tot het stuk hout horizontaal komt.
Meet de verticale afstand tussen de onderzijde van het stuk hout en de grond terwijl u het stuk hout horizontaal houdt.
Deel de met het meetlint gemeten afstand (verval) door de lengte van het stuk hout (pad) en vermenigvuldig de uitkomst met 100.
Bijvoorbeeld:
Zorg ervoor dat de arm zich onder de horizontale lijn bevindt en dat het platform zich tussen de wielen aan de cirkelzijde bevindt.
Zet de rijsnelheidkeuzeschakelaar op het symbool ‘machine op helling’.
Stuk hout = 144 inches (3,6 m)
Pad = 144 inches (3,6 m)
Verval = 12 inches (0.3 m)
12 in ÷ 144 in = 0.083 x 100 = stijgingspercentage van 8,3%
0,3 m ÷ 3,6 m = 0,083 x 100 = stijgingspercentage van 8,3%
Als de helling steiler is dan de toelaatbare hellingshoek of dwarshellingshoek, moet de machine met behulp van een lier of een transportvoertuig op de helling worden gebracht of ervan af worden gehaald. Zie de sectie Transport- en hefinstructies.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 51
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat de arm voorbij een band aan de cirkelzijde is gedraaid en de rijfunctie is onderbroken.
Selecteer het motortoerental door de motortoerentalkeuzeschakelaar in te druk naast de huidige instelling gaat branden.
Lampje brandt en de motor is afgeslagen: Voorzie de machine van een label en neem deze
Lampje brandt en de motor draait nog: Neem binnen 2 onderhoudspersoneel.
Bedieningsinstructies

Rijden inschakelen

Beweeg de rijschakelaar en verplaats de joystick voor rijden en sturen langzaam uit het midden om te rijden.
Wanneer de joystick voor rijden en sturen niet binnen twee seconden na het bewegen van de rijschakelaar wordt bewogen, treedt de rijfunctie niet in werking. Laat de rijschakelaar los en beweeg deze opnieuw.

Instelling motortoerental

ken. Het indicatielampje
Schildpadsymbool: laag stationair
Konijnsymbool: hoog stationair

Lampje ‘motor controleren’

Houd er rekening mee dat de machine kan gaan rijden in de richting die tegengesteld is aan de richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen worden bewogen.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en het rijchassis om de rijrichting van de machine te bepalen.
Wanneer het lampje ‘rijden ingeschakeld’ brandt, kunnen de assen niet worden ingeschoven.
4 uur contact op met
uit bedrijf.
52 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
3
4
5
7
9
11
Bedieningsinstructies

Regeneratie bij stilstand

Als op het LCD-scherm het bericht "Regen Required" (Regen. vereist) wordt weergegeven en het regeneratielampje knippert, is voor het dieselpartikelfilter (DPF) regeneratie bij stilstand vereist.
Start de regeneratie als volgt op.
1 Sluit de afdekking aan de motorzijde.
2 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer, vrij van ontvlambare materialen en vrij van explosieve gassen.
Druk de twee aangegeven
knoppen op het LCD-scherm tegelijkertijd in.
Druk de knop op het LCD-scherm in
totdat het volgende bericht wordt weergegeven: DEUTZ 2.2 STANDSTILL REGEN (DEUTZ 2.2 REGEN. BIJ STILSTAND).
Druk de aangegeven knop op het
LCD-scherm in om YES (JA) te selecteren.
6 Op het LCD-scherm wordt het volgende bericht
weergegeven: WARNING HIGH EXHAUST TEMP, PRESS ENTER (WAARSCHUWING HOGE UITLAATTEMP., DRUK OP ENTER).
Druk de aangegeven knop op het
LCD-scherm in.
8 Op het LCD-scherm wordt het volgende bericht
weergegeven: NOTICE: ALL FUNCTIONS WILL BE LOCKED. REGEN WILL TAKE APPROX. 1 HOUR. PRESS ENTER (AANWIJZING: ALLE FUNCTIES WORDEN VERGRENDELD. REGEN. DUURT CA. 1 UUR. DRUK OP ENTER).
Druk de aangegeven knop op het LCD-
scherm in.
10 Als de motor niet al draait, wordt op het LCD-
scherm het volgende bericht weergegeven: START THE ENGINE THEN PRESS ENTER (START DE MOTOR EN DRUK OP ENTER).
Start de motor als dit niet al gedaan is
en druk de aangegeven knop op het LCD-scherm in.
12 Op het LCD-scherm wordt het volgende bericht
weergegeven: REGEN REQUESTED (REGEN. AANGEVRAAGD). Nu wordt, indien nodig, de motor opgewarmd en vervolgens wordt het proces voortgezet.
13 Als de regeneratie is begonnen, wordt op het
LCD-scherm het volgende bericht weergegeven: REGEN TIME REMAINING (RESTERENDE REGEN.TIJD).
14 Na afronding van de regeneratie, wordt op het
LCD-scherm het volgende bericht weergegeven: REGEN SUCCESSFUL (REGEN. GESLAAGD).
15 Als op het LCD-scherm het volgende bericht
wordt weergegeven: REGEN CANCELLED (REGEN. GEANNULEERD), kan de regeneratie om de een of andere reden niet worden voltooid. Neem voor hulp contact op met onderhoudspersoneel van Genie.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 53
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Bedieningsinstructies
Zolang de regeneratie van het DPF bij stilstand
bezig is, zijn alle armfuncties uitgeschakeld.
Blijf uit de buurt van de motoruitlaat en de
uitlaatdemper.
Laat de machine niet onbeheerd achter.
De regeneratie van het DPF bij stilstand kan niet
worden geactiveerd als deze niet door de motor is aangevraagd of als er bepaalde motorstoringen aanwezig zijn.
Als de aangevraagde regeneratie bij stilstand
wordt genegeerd, kan het roet in het DPF extreem toenemen. Het filter raakt hierdoor blijvend beschadigd en dient uiteindelijk door een gekwalificeerde servicemonteur te worden vervangen.
In noodgevallen kan de regeneratie van het DPF
bij stilstand op twee manieren worden onderbroken:
De motor wordt vanuit het contactslot uitgezet.
De noodstopknop wordt ingedrukt.
Als dit gebeurt, moet de regeneratie bij stilstand wellicht opnieuw worden opgestart.
De regeneratie van het DPF bij stilstand kan pas
beginnen als de motor minimaal twee minuten heeft gedraaid en de koelvloeistof een temperatuur van 35 °C heeft bereikt.
54 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Indicatielampje ‘arm omhoog/inschuiven’ knippert: Laat de arm neer of schuif deze in tot het indicatielampje ui
Indicatielampje ‘arm neerlaten’ knippert: Laat de arm neer tot het indicatielampje uitgaat.
Indicatielampje ‘machine niet vlak’ knippert: Het scheefstandalarm klinkt als dit lampje knippert. Verplaats de machine naar een stevige, ondergrond.
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelopwaarts:
1
2
Als het scheefstandalarm klinkt met het platform heuvelafwaarts:
1
2
Indicatielampje ‘platform niet horizontaal’ knippert: Het scheefstandalarm klinkt als dit lampje knippert. De tuimelschakelaar ‘platform horizontaal’ werkt alleen in de richting waarin het platform horizontaal wordt geplaatst. Plaats het platform horizonta lampje uitgaat.
Een knipperend lampje geeft aan dat het platform is overbelast. De motor stopt en er treden geen functies in werking.
Verwijder gewicht van het platform tot het lampje uitgaat en de motor opnieuw.
Bedieningsinstructies

Werkbereikindicatielampjes

De werkbereikindicatielampjes gaan branden om aan te geven dat een functie is onderbroken en/of dat er een handeling van de bediener nodig is.
tgaat.

Indicatielampje ‘overbelasting platform’

start vervolgens
horizontale
Laat de arm neer.
Schuif de arm in.
Schuif de arm in.
Laat de arm neer.
al tot het
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 55
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
3
Een knipperend lampje geeft aan dat het motor stopt en er treden geen functies in werking.
Verwijder gewicht van het platform tot het lampje uitgaat en start vervolgens de motor opnieuw.
Bedieningsinstructies

Platform niet horizontaal (code P22)

Met de sleutelstand voor omleiding wordt het platform horizontaal geplaatst als het display van de grondbediening laat zien dat het platform niet horizontaal is (P22) en de platformnivelleringsbediening niet werkt.
Bedienen:
1 Zet de motor uit.
2 Draai het hoofdcontactslot naar grondbediening.
Verwijder de sleutel uit het hoofdcontactslot en plaats de sleutel in het contactslot omleiding/herstel.

Platform niet horizontaal (Storting platformnivellering > 15 graden)

Als op het display van de grondbediening PLATFORM LEVEL > 15 DEGREES FAULT (STORING PLATFORMNIVELLERING > 15 GRADEN) wordt getoond en de platformnivelleringsbediening niet werkt, moet de machine worden hersteld door getraind en bevoegd personeel of een gekwalificeerde servicemonteur.

Indicatielampje ‘overbelasting platform’

platform is overbelast. De
Draai het contactslot
omleiding/herstel naar de omleidingsstand (Bypass).
4 Bedien de platformnivelleringsknop met behulp
van de hulpvoeding om het platform horizontaal te plaatsen.
5 Draai het contactslot Omleiding/Herstel naar de
stand “Bedrijf”.
6 Neem de sleutel uit het contactslot
Omleiding/Herstel en steek de sleutel in het hoofdcontactslot.
7 Druk de rode noodstopknop in en trek deze
vervolgens weer uit.
8 Als code P22 nog altijd zichtbaar is, dient de
machine van een label te worden voorzien en uit bedrijf te worden genomen tot de storing door een gekwalificeerde servicemonteur verholpen is.
56 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies

Contactalarm (indien aanwezig)

Generator

Het contactalarm is ontworpen om grondpersoneel te waarschuwen wanneer de bediener contact maakt met het platformbedieningspaneel, waardoor de beweging van de arm wordt onderbroken, een alarm klinkt en de waarschuwingslichten gaan knipperen.
Wanneer de kabel van het contactalarm wordt onderbroken, worden de lift en de rijfunctie van het platform uitgeschakeld. Met de hoorbare en visuele waarschuwingen worden anderen op de hoogte gebracht dat er mogelijk ondersteuning is vereist. Deze waarschuwingen stoppen pas nadat het systeem is gereset.
1 De kabel van het contactalarm is onderbroken,
waardoor de kop uit de kophouder werd getrokken.
2 Plaats de kop in de kophouder om de
knipperende lampjes en het alarm uit te schakelen.
Beweeg de generatortuimelschakelaar om de generator te bedienen.
Opmerking: Wanneer de voetschakelaar wordt bediend terwijl de generator wordt gestart, werkt de generator niet.
Het indicatielampje generator knippert tijdens het starten van de generator. Nadat de generator is gestart, blijft het indicatielampje generator branden en de indicatie van het motortoerental verandert in een indicatie van een hoog motortoerental in de vorm van een konijnsymbool.
Sluit het elektrische gereedschap aan op de GFCI­contactdoos die de voeding naar het platform verzorgt. Er is een GFCI-beveiliging geïntegreerd in de elektrische kast van de generator, die zich op het frame van de draaitafel bevindt.
Beweeg de generatortuimelschakelaar om de generator uit te zetten. Het indicatielampje generator knippert tijdens het uitschakelen van de generator. Nadat de generator is uitgeschakeld, gaat het indicatielampje generator uit en verandert de indicatie van het motortoerental in een indicatie van een laag motortoerental in de vorm van schildpadsymbool.
1 kop
2 kabel contactalarm
3 knipperend alarm
4 kophouder
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 57
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Onbeperkt werkbereik Als de belasting van het platform minder dan 661 brandt het lampje 'onbeperkt werkberei
Beperkt werkbereik Als de belasting van het platform 661
1.000 het lampje 'beperkt werkbereik’ en is de jibfunctie begrensd.
Bedieningsinstructies

Bereik laadvermogen platform

LCD-scherm (indien aanwezig)

Het werkbereik wordt automatisch op basis van de belasting van het platform geregeld.
lbs/300 kg bedraagt,
k'.
-
lbs/301-454 kg bedraagt, brandt
Zie de sectie Specificaties voor de werkbereik­diagrammen.
Op het LCD-scherm worden de urenteller, spanning, oliedruk en koelvloeistoftemperatuur weergegeven. Op het scherm worden tevens storingscodes en andere service-informatie weergegeven.

Perkins-motor

Met Perkins 854F-34T-dieselmotoren uitgeruste machines zijn voorzien van een regeneratiemodus die automatisch in werking dient te treden wanneer dit noodzakelijk is.
Op het LCD-scherm worden de meldingen REGEN FORCED (REGEN GESTART) en WARNING HIGH EXHAUST SYSTEM TEMP (WAARSCHUWING TEMP. UITLAATSYSTEEM HOOG) weergegeven wanneer de regeneratiemodus in werking is getreden. Geen onderhoud vereist.
58 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Chassishoek
Chassishoek
Platformbelasting: 1.000 lbs/454 kg
Chassishoek
Chassishoek
Als het indicatielampje 'machine op helling' brandt en het scheefstandalarm klinkt, worden de rijfuncties uitgeschakeld.
Volg de procedure voor het neerlaten van Bedieningsinstructies) om de rijfuncties weer in te schakelen.
Als de machine in de transportstand op een helling staat en het scheefstandalarm klinkt, worden de heffuncties uitgeschakeld.
Verplaats de machine naar een horizontale heffuncties weer in te schakelen.
Bedieningsinstructies

Activeringsinstellingen scheefstandschakelaar

Platformbelasting: 660 lbs/300 kg
(van voren
naar
achteren)
4,5°
2,5° 4,5°
4,5° 4,5°
-2,5° 4,5°
-4,5° 4,5°
(van voren
naar
achteren)
4,5°
2,5° 4,5°
4,5° 4,5°
-2,5° 4,5°
-4,5° 4,5°
(van zijde
naar zijde)
(van zijde
naar zijde)
Max.
hoogte Max. bereik
135 ft
41,15 m
135 ft
41,15 m
129 ft
39,32 m
136 ft
41,45 m
133 ft
40,54 m
Max.
27,43 m
26,52 m
26,52 m
26,21 m
26,21 m
Max. bereik
hoogte
123 ft
37,49 m
124 ft
37,8 m
118 ft
35,97 m
125 ft
38,1 m
121 ft
36,38 m
23,77 m
22,86 m
22,86 m
22,56 m
22,56 m
90 ft
87 ft
87 ft
86 ft
86 ft
78 ft
75 ft
75 ft
74 ft
74 ft
de arm (zie
ondergrond om de
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 59
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Bedieningsinstructies

Instructies pijphouders

Houd u aan het volgende:

Het pijphouderpakket bestaat uit 2 pijphouders die elk aan een zijde van het platform worden geplaatst en met veerstroppen aan de veiligheidsreling worden gemonteerd.
Pijphouders moeten aan de binnenzijde van het
platform worden geplaatst.
Pijphouders dienen de platformbediening of de
toegang naar het platform niet te blokkeren.
De onderzijde van de pijphouderbuis moet op de
platformvloer rusten.
Zorg dat het platform horizontaal staat voordat u
een pijphouder plaatst.

Plaatsing van pijphouders

1 Plaats aan beide zijden van het platform een
pijphouder. Raadpleeg de illustratie links. Zorg dat de onderzijde van de pijphouderbuis op de platformvloer rust.
2 Plaats twee veerstroppen vanaf de buitenkant
van de platformreling door elke pijphouderbevestiging.
3 Zet elke veerstrop vast met 2 ringen en
2 moeren.
1 band
2 veerstroppen
3 pijphouderbevestiging
4 bovenste platformreling
5 pijphouderlaswerk
6 middelste platformreling
7 platte ringen
8 nylock moeren
60 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Maximum laadvermogen pijphouders
Alle modellen
kg
Gewicht pijphouderpakket
kg
Bedieningsinstructies

Gebruik van pijphouders

1 Zorg dat de instructies voor montage en
plaatsing van de pijphouders juist zijn opgevolgd en dat de pijphouders zijn vastgezet aan de platformreling.
2 Plaats de lading zodanig dat deze in beide
pijphouders rust. De lading dient in de lengte parallel te liggen aan de lengte van het platform.
3 Centreer de lading in de pijphouders.
4 Zet de lading aan elke pijphouder vast. Haal de
nylon band over de lading. Druk de sluiting in en schuif de band erdoor. Zet de band vast.
5 Trek en duw de lading voorzichtig om te
controleren of de pijphouders en de lading goed vastzitten.
6 Zorg dat de lading blijft vastzitten als de machine
in beweging is.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de lading in de pijphouders verlagen het nominale laadvermogen van het platform en moeten met het totale laadvermogen van het platform worden verrekend.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de lading in de pijphouders kan de maximum bezetting op het platform beperken.
200 lb/90,7
21 lb/9,5

Gebruik van paneelhouders

1 Maak beide paneelhouders vast aan het
platform.
2 Plaats de lading zodanig dat deze in beide
paneelhouders rust.
3 Centreer de lading op het platform.
4 Maak de lading met de band vast aan het
platform. Zet de band vast.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 61
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Bedieningsinstructies

Na elk gebruik

1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
wielen aan de cirkelzijde bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
62 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Zet de wielremmen vrij door alle vier de vrijloopkappen van de aandrijfnaaf om te keren.
Zorg ervoor dat de lierkabel goed vastzit aan de vastzetpunten op het rijchassis en dat het pad vrij is van obstakels.
Transport- en hefinstructies

Transport- en hefinstructies

Houd u aan het volgende:

Deze bevestigingsgegevens worden aanbevolen
door Genie. De bestuurder is volledig verantwoordelijk voor het veilig bevestigen van de machine en voor de juiste keuze van de aanhangwagen.
Klanten van Genie die een hefvoertuig of ander
product van Genie in een container moeten vervoeren, dienen dit uit te besteden aan een gekwalificeerd transportbedrijf dat gespecialiseerd is in het voorbereiden, laden en bevestigen van bouw- en hefmachines voor internationaal transport.
Alleen bevoegde bedieners van mobiele
hoogwerkerplatformen mogen de machine op en van het transportvoertuig rijden.
Zorg ervoor dat de draaitafel voor transport wordt
vastgezet met de anti-rotatievergrendeling van de draaitafel. Zorg ervoor dat de draaitafel wordt ontgrendeld voor gebruik.
Rijd niet met de machine op een helling die
steiler is dan de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. Zie Rijden op een helling in de sectie Bedieningsinstructies.
Als de helling van de laadvloer van het
transportvoertuig steiler is dan de maximaal toelaatbare hellingshoek (omhoog of omlaag), moet de machine worden geladen en afgeladen met behulp van een lier zoals beschreven in Remmen vrijzetten. Zie de sectie Specificaties voor de waarden van de hellingshoek.

Vrijloopconfiguratie voor hijsen met lier

Blokkeer de wielen om te voorkomen dat de machine gaat rollen.
Het transportvoertuig dient op een horizontale
ondergrond geparkeerd te worden.
Het transportvoertuig moet worden vastgezet om
wegrollen bij het laden van de machine te voorkomen.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van het
voertuig, de dragende ondergrond en de kettingen of banden voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Genie-hefapparaten zijn relatief zwaar voor hun afmetingen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine. Zie de sectie Inspecties voor de plaats van het serielabel.
Voer de beschreven procedures in omgekeerde volgorde uit om de remmen opnieuw te activeren.
Opmerking: Het pompvrijloopventiel moet altijd gesloten blijven.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 63
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
1
Transport- en hefinstructies

Vastzetten voor vervoer

Gebruik altijd de draaitafelborgpen als de machine wordt getransporteerd.
Draaitafelborgpen
Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en verwijder de sleutel voorafgaand aan het transport.

Gereedmaken voor vervoer

Opmerking: Voordat de machine kan worden vervoerd, moet de jib volledig worden ingeschoven, de arm volledig worden ingeschoven, de draaitafel zich tussen de wielen aan de cirkelzijde bevinden en moeten de assen volledig worden ingeschoven.
1 Rijd de machine op de laadvloer, positioneer
deze en verlaat het platform.
2 Trek bij de grondbediening de rode
noodstopknop uit naar de stand aan.
3 Draai het contactslot naar grondbediening.
4 Plaats een sleutel in het contactslot
omleiding/herstel, dat zich aan de zijkant van de kast grondbedieningselementen bevindt. Draai de sleutel naar de omleidingsstand (Bypass), P22.
Controleer de gehele machine op losse of niet­vastgezette onderdelen.
5 Start de motor.
6 Breng de arm omhoog tot de hoek van de arm
tussen 20 en 30 graden ligt. De arm moet hoog genoeg worden geheven om de laadvloer en eventuele andere obstakels te vermijden.
64 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Transport- en hefinstructies
7 Duw de gele hendel naast de
zwenkaandrijvingen naar binnen om de transportblokkering van de arm in te stellen.
8 Houd de inschakelknop en de knop ‘jib neer’
ingedrukt om de jib neer te laten. De jib begint zich onder de arm op te bergen. Als de jib stopt, blijf dan de knop ‘jib neer’ ingedrukt houden. De cilinders van de jibnivellering en de platformnivellering worden volledig ingeschoven om het platform op te bergen.

Machine weer in bedrijf nemen

1 Trek de rode noodstopknop uit naar de
stand ‘aan’.
2 Draai het contactslot naar grondbediening.
3 Plaats een sleutel in het contactslot
omleiding/herstel en draai deze naar de omleidingsstand (Bypass), P22.
4 Start de motor.
5 Breng de arm omhoog tot de hoek van de arm
tussen 20 en 30 graden ligt. De arm moet hoog genoeg worden geheven om de laadvloer en eventuele andere obstakels te vermijden.
9 Breng de arm omlaag tot deze onder de
horizontaalstand is. Controleer het indicatielampje ‘primaire arm in transportstand’ aan de zijkant van het grondbedieningspaneel. Het lampje moet branden wanneer de arm onder de horizontaalstand is, wat aangeeft dat de arm in de transportstand staat.
10 Plaats nylon banden over de achterplaat aan het
uiteinde van de jib. Zet de jib aan de laadvloer vast. Oefen geen overmatige neerwaartse kracht uit wanneer u de jib vastzet.
6 Trek de gele hendel naast de
zwenkaandrijvingen uit om de transportblokkering van de arm vrij te geven.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 65
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Transport- en hefinstructies
7 Breng de jib omhoog tot het platform niet langer
onder de arm is opgeborgen, de stuurarm niet meer beweegt en de hefcilinder van de jib begint uit te schuiven.
8 Als het platform niet horizontaal staat, zet het
dan horizontaal.
9 Breng de arm omlaag tot de hoek van de arm
kleiner is dan 10 graden.
10 Draai de sleutel naar de bedrijfsstand (Run) en
haal dan de sleutel uit het contactslot omleiding/herstel. Plaats de sleutel in het contactslot bij de grondbediening.
66 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
1
in
m
in m
2
ft
m
in m
3
in
m
in m
4
in
m
ft
m
Transport- en hefinstructies

Chassis vastzetten

Gebruik kettingen die een grote belasting aankunnen.
Gebruik ten minste 6 kettingen.

SX-135 XC

6 ft 4
1,93
6
1,83
8 ft 3
2,51
39 ft 7
12,06
5
6
7
8
13 ft 6
4,11
1 ft 11
0,58
4 ft 11
1,5
10
3,05
Stel de takelage bij om schade aan de kettingen te voorkomen.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 67
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Zwaartepunt
as
as
SX
in
2,1 m
in
1,6 m
Transport- en hefinstructies

Hefinstructies

Schuif de assen volledig uit. Laat de arm volledig neer en schuif deze volledig in. Laat de jib volledig neer.
Verwijder alle losse onderdelen van de machine.

Houd u aan het volgende:

Alleen gekwalificeerde kraanmachinisten mogen
de machine takelen.
Alleen gecertificeerde kraanmachinisten mogen
de machine heffen en uitsluitend in overeenstemming met de toepasselijke kraanvoorschriften.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van de
kraan, de dragende ondergrond en de banden of lijnen voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.
Bepaal het zwaartepunt van de machine aan de hand van de tabel en de afbeelding op deze pagina.
Bevestig de takelage alleen aan de aangegeven hefpunten op de machine.
Stel de takelage bij om schade aan de machine te voorkomen en om de machine horizontaal te houden.
-135 XC
X-
81
Y-
63
1 X-as
2 Y-as
68 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Geeft aan dat er gereedschappen nodig zijn om deze procedure uit te
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat de motor koud dient te zijn voordat deze procedure wordt uitgevoerd.
Perkins-motor 1104D-44T
Type olie
40
Type olie
30
Deutz
Type olie
40
Type olie
30
Perkins
Type olie
40
Type olie
30
Deutz-motor TD2.9L
Type olie
40
Type olie
30
Deutz
Type olie
40
Type olie
40
Onderhoud

Onderhoud

Motoroliepeil controleren

Houd u aan het volgende:

Alleen de gedeelten van het periodieke
onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door
gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
Voer het materiaal af volgens de van toepassing
zijnde overheidsvoorschriften.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde
vervangingsonderdelen.

Legenda onderhoudssymbolen

De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om de bedoeling van de instructies te verduidelijken. Wanneer een of meer symbolen aan het begin van een onderhoudsprocedure worden weergegeven, heeft dit de volgende betekenis.
voeren.
Het is voor goede prestaties en een lange levensduur van de motor van essentieel belang dat het juiste motoroliepeil wordt gehandhaafd. Als de machine gebruikt wordt met een onjuist oliepeil, kunnen motoronderdelen beschadigd raken.
Opmerking: Controleer het oliepeil bij een uitgeschakelde motor.
1 Controleer de oliepeilstok. Vul olie bij als dit
nodig is.
- koude omstandigheden
-motor TD2011 L04i
- koude omstandigheden
-motor 854F-34T
- koude omstandigheden
- koude omstandigheden
-motor TCD 2.2L Stage V
- koude omstandigheden
15W-
10W-
15W-
5W-
15W-
5W-
15W-
5W-
15W-
5W-
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 69
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Perkins
Brandstoftype
Laagzwavelige diesel (LSD)
Perkins
Brandstoftype
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Deutz
Brandstoftype
Laagzwavelige diesel (LSD)
Deutz-motor TD2.9L
Brandstoftype
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Deutz-motor TCD 2.2L Stage V
Brandstoftype
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Maximum oliepeil
Minimum oliepeil
Specificaties hydraulische olie
Type hydraulische olie
equivalent
Onderhoud

Vereisten ten aanzien van dieselbrandstof

Een goede werking van de motor is afhankelijk van het gebruik van brandstof van goede kwaliteit. Het gebruik van brandstof van goede kwaliteit levert het volgende resultaat op: een lange levensduur van de motor en een aanvaardbaar uitstootniveau.
Hieronder worden de minimale vereisten ten aanzien aan dieselbrandstof voor elke motor vermeld.
-motor 1104D-44T
-motor 854F-34T
-motor TD2011 L04i

Peil hydraulische olie controleren

Het is voor een goede werking van de machine van essentieel belang dat het juiste peil van de hydraulische olie wordt gehandhaafd. Bij een onjuist peil van de hydraulische olie kunnen hydraulische onderdelen beschadigd raken. Met dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in het oliepeil vaststellen die kunnen wijzen op problemen met het hydraulische systeem.
1 Breng de arm volledig omlaag en schuif deze in
en zet de motor uit.
2 Inspecteer visueel het kijkglas dat zich aan de
zijkant van de hydraulische-olietank bevindt.
Opmerking: Controleer de hydraulische olie wanneer de olie koud is of deze de omgevingstemperatuur heeft.
Resultaat: Het peil van de hydraulische olie dient
zich tussen de twee markeringen op de sticker naast het kijkglas te bevinden.
3 Vul olie bij als dit nodig is. Vul niet te veel bij.
Chevron Rando HD-
70 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Onderhoud

Motorkoelvloeistofpeil controleren – vloeistofgekoelde modellen

Het is voor de levensduur van de motor van essentieel belang dat het juiste motorkoelvloeistofpeil wordt gehandhaafd. Indien het koelvloeistofpeil niet juist is, heeft dit invloed op de koelmogelijkheden van de motor en raken motoronderdelen beschadigd. Met dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in het koelvloeistofpeil vaststellen welke kunnen wijzen op problemen met het koelsysteem.
1 Controleer het koelvloeistofpeil. Vul vloeistof bij
als dit nodig is.
Resultaat (Deutz-motor TD2.9L): Het vloeistofpeil
dient in het kijkglas van het ontluchtingsreservoir zichtbaar te zijn.
Resultaat (alle overige motormodellen): Het
vloeistofpeil dient zich in het bereik NORMAL (normaal) te bevinden.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk.
Vloeistoffen in de radiateur en het ontluchtingsreservoir staan onder druk en zijn zeer heet. Ga uiterst voorzichtig te werk als u de dop verwijdert en het systeem bijvult.

Accu’s controleren

Het is voor een goede en veilige werking van de machine van groot belang dat de accu zich in goede staat bevindt. Een onjuist vloeistofpeil of beschadigde kabels en aansluitingen kunnen schade aan de onderdelen en gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk.
Contact met elektrisch geladen circuits kan de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Doe alle ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk.
Accu’s bevatten zuur. Vermijd morsen en zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
1 Trek beschermende kleding aan en draag een
veiligheidsbril.
2 Zorg ervoor dat de accukabelaansluitingen goed
vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Zorg ervoor dat de accuklemmen op de juiste
plaats goed zijn vastgezet.
Opmerking: Door poolkappen en een corrosiewerend afdichtmiddel aan te brengen, voorkomt u corrosie op de polen en kabels van de accu.
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 71
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Onderhoud

Periodiek onderhoud

Onderhoud per kwartaal, per jaar en per twee jaar dient uitgevoerd te worden door een persoon die getraind en gekwalificeerd is om onderhoud aan deze machine uit te voeren in overeenstemming met de procedures die te vinden zijn in de servicehandleiding voor deze machine.
Een machine die langer dan drie maanden buiten gebruik geweest is, moet, alvorens in gebruik te worden genomen, eerst de kwartaalinspectie ondergaan.
72 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Model
135 XC
Maximum werkhoogte
141 ft
43,15 m
Maximum
ft
m
Maximum transporthoogte
10 ft
3,05 m
Maximum horizontaal bereik
90 ft
27,43 m
Breedte, assen ingeschoven
in
m
Breedte, assen uitgeschoven
12 ft 11 in
3,91 m
Transportlengte
64 ft 10 in
19,76 m
Transportlengte voor vervoer (jib in transportstand)
in
m
Maximum laadvermogen van het platform, onbeperkt werkbereik
lbs
kg
Maximum laadvermogen, beperkt werkbereik
lbs
kg
Maximum windsnelheid
mph
m/s
Wielbasis, assen uitgeschoven
13 ft 6 in
4,11 m
Wielbasis, assen ingeschoven
13 ft 6 in
4,11 m
Bodemvrijheid
15 in
38,1 cm
Draaicirkel, assen uitgeschoven
Binnen
9 ft 6 in
2,9 m
Buiten
20 ft 3 in
6,17 m
Draaicirkel, assen ingeschoven
Binnen
26 ft 4 in
8,03 m
Buiten
32 ft 8 in
9,96 m
Draaitafelrotatie (in graden)
360° continu
Draaitafeluitzwaai, assen uitgeschoven
5 ft 7 in
1,7 m
Draaitafeluitzwaai, assen ingeschoven
3 ft 9 in
1,14 m
Bedieningselementen
12V DC proportioneel
Afmetingen platform,
oet (lengte x
breedte)
in
cm
Afmetingen platform,
oet (lengte x
breedte)
in
cm
Platformnivellering
nivellerend
Platformrotatie
160°
Verticale jib-rotatie, omhoog
70°
Verticale
55°
AC-contactdoos op platform
standaard
Inhoud brandstoftank
40 gallon
151 liter
Maximum druk hydraulisch systeem (armfuncties)
2.900 psi
200 bar
Maximum druk hydraulisch systeem (hulpvoedingseenheid)
3.200 psi
220 bar
Systeemspanning
12 V
Bandenmaat
445D50/710, koordlaag 18 HD FF
Gewicht
47.900 lbs
21.727 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.)
Omgevingstemperatuur
°F
°C
Bij lage temperaturen in het temperatuurbereik moet speciale hydraulische en motorolie worden gebruikt.
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation
< 86 dBa
Niveau geluidsdruk bij platformwerkstation
dBa
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau
112 dBa
Totale trillingswaarde waaraan de hand/arm wordt blootgesteld, is niet hoger dan 2,
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt blootgesteld, is niet hoger dan
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand, 4WD
Contragewicht heuvelopwaarts
35%
19°
Contragewicht heuvelafwaarts
35%
19°
Dwarshelling
25%
14°
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie met één tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de toelaatbare hellingshoek afnemen.
Maximaal toegestane helling van het frame
Raadpleeg de sectie
‘Activeringsinstellingen
scheefstandschakelaar’
Rijsnelheden
Rijsnelheid, transport
2,7 mph
sec
4,3 km/u
sec
Rijsnelheid, geheven of uitgeschoven
0,4 mph
sec
0,65 km/u
sec
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden
lbs
kg
Contactdruk banden
130 psi
9,13 kg/cm2
Pa
Ingenomen vloerdruk (assen uitgeschoven)
222 psf
1.082 kg/m2 kPa
Ingenomen vloerdruk (assen ingeschoven)
351 psf
1.712 kg/m2 kPa
Opmerking: De informatie over de belasting van de ondergrond is een benadering. De verschillende optionele configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming van toereikende veiligheidsfactoren.
Specificaties

Specificaties

SX-
platformhoogte 135
41,15
8 ft 2
43 ft 7
660
1.000
28
6 v
8 v
72 x 30
96 x 36
zelf-
2,49
13,28
300
454
12,5
183 x 76
244 x 91
5 m/s2.
0,5 m/s2.
-20 °F tot 120
-29 °C tot 49
<67
persoon op het platform en van voldoende
40 ft/11,8
12 m/11,8
jib-rotatie, omlaag
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
40 ft/68
12 m/68
26.400
11.975
896 k
10,62
16,79
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
-135 XC™ 73
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Maximum laadvermogen van het platform
1
660
2
1.000
Max. hoogte
Max. bereik
3
ft
m
21
ft
m
4
m
22 0 ft 0 m
5
ft
m
23
ft
m
6
ft
m
24
ft
m
7
ft
m
25
ft
m
8
ft
m
26
ft
m
9
ft
m
27
ft
m
10
ft
m
28
ft
m
11
ft
m
29
ft
m
12
ft
m
30
ft
m
13
ft
m
31
ft
m
14
ft
m
15
ft
m
16
ft
m
17
ft
m
18 0 ft 0 m
19
ft
m
20
ft
m
Specificaties
SX-135 XC Diagram werkbereik
lbs/300 kg
lbs/454 kg
150
45,72
-10
-3,05
140 ft 42,67
130
120
110
100
90
80
70
60
50
40
39,62
36,58
33,53
30,48
27,43
24,39
21,34
18,29
15,24
12,19
10
20
30
40
50
60
70
80
90
3,05
6,1
9,14
12,19
15,24
18,29
21,34
24,39
27,43
30
20
10
-10
-20
9,14
6,1
3,05
-3,05
-6,1
74 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Model / Type: <machine type>
Manufacture Date: <variable field>
Description: <machine classification>
Country of
Model: <model name>
Net Installed Power: <only for IC machines>
Serial Number: <variable field>
Guaranteed Sound Power Level: <only for IC machines>
VIN: <where applicable>
Manufacturer: <Manufacturer’s name>
Authorized Representative:
Genie Industries B.V Boekerman 5, 4751 XK Oud Gastel, The Netherlands
Empowered signatory:
Place of Issue: <variable field> Date of Issue: <variable field>
Specificaties

Contents of EC Declaration of Conformity - 1

<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of the following Directives:
1. EC Directive 2006/42/EC, Machinery Directive, under consideration of harmonized European standard EN280 as described in EC type-examination certificate <variable field> issued by:
<notified body's name>
<notified body's number>
2. EC Directive EMC: 2014/30/EU, under consideration of harmonized European standard EN 61000-6-2 and EN 61000-6-4
3. EC Directive 2000/14/EC, Noise Directive, under consideration of Annex V and harmonized standard EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report: This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
Manufacture: <variable field>
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 75
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Model / Type: <machine type>
Manufacture Date: <variable field>
Description: <machine classification>
Country of Manufacture: <variable field>
Model: <model name>
Net Installed Power: <only for IC machines>
Serial Number:
Guaranteed Sound Power Level: <only for IC machines>
VIN: <where applicable>
Manufacturer: <Manufacturer’s name>
Authorized Representative:
Genie Industries B.V Boekerman 5, 4751 XK Oud Gastel, The Netherlands
Empowered signatory:
P Date of Issue: <variable field>
Specificaties

Contents of EC Declaration of Conformity - 2

<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of the following Directives:
1. EC Directive 2006/42/EC, Machinery Directive, Conformity assessment procedure: art.12 (3) (a), with the application of European Harmonized Standard EN 280:2013+A1:2015.
2. EC Directive EMC: 2014/30/EU, under consideration of harmonized European standard EN 61000-6-2 and EN 61000-6-4
3. EC Directive 2000/14/EC, Noise Directive, under consideration of Annex V and harmonized standard EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report: This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
<variable field>
lace of Issue: <variable field>
76 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Tweede uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Model / Type: <machine type>
Manufacture Date: <variable field>
Description: <machine
Country of Manufacture: <variable field>
Model: <model name>
Net Installed Power: <only for IC machines>
Serial Number: <variable field>
Guaranteed Sound Power Level: <only for IC machines>
VIN: <where applicable>
Manufacturer: <Manufacturer’s name>
Authorized Representative: Genie UK Ltd The Maltings Wharf Road Grantham NG31 6BH
Empowered signatory:
Place of Issue: <variable field>
Date of Issue: <variable field>
Specificaties

Contents of UK Declaration of Conformity - 1

<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of the following Legislation:
1. Supply of Machinery (Safety) Regulations 2008 (SI 2008/1597) as amended (SI 2011/1043, SI 2011/2157, SI 2019/696) under consideration of designated standard EN280 as described in type-examination certificate <variable field> issued by:
<notified body's name>
<notified body's number>
2. Electromagnetic Compatibility Regulations 2016 (SI 2016/1091) as amended (SI 2017/1206, SI 2019/696) under consideration of designated standard EN 61000-6-2 and EN 61000-6-4
3. Noise Emissions in the Environment by Equipment for use Outdoors Regulations 2001 (SI 2001/1701) as amended (SI 2001/3958, SI 2005/3525, 2015/98) under consideration of Annex V and designated standard EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report: This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
classification>
Onderdeelnr. 1301106DUGT SX
-135 XC™ 77
Bedieningshandleiding Tweede uitgave • Derde druk
Model / Type: <machine type>
Manufacture Date: <variable field>
Description: <machine classification>
Country of
Model: <model name>
Net Installed Power: <only for IC machines>
Serial Number: <variable field>
Guaranteed Sound Power Level: <only for IC machines>
VIN: <where applicable>
Manufacturer: <Manufacturer’s name>
Authorized Representative: Genie UK Ltd The Maltings Wharf Road Grantham NG31 6BH
Empowered signatory:
Place of Issue: <variable field>
Date of Issue: <variable field>
SX™-135 XC™
Onderdeelnr. 1301106DUGT
Bedieningshandleiding
Tweede uitgave • Derde druk
Specificaties

Contents of UK Declaration of Conformity - 2

<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of the following Legislation:
1. Supply of Machinery (Safety) Regulations 2008 (SI 2008/1597) as amended (SI 2011/1043, SI 2011/2157, SI 2019/696) conformity assessment procedure according to Part 3, 11. (2) (a) with reference to designated standard EN 280:2013+A1:2015
2. Electromagnetic Compatibility Regulations 2016 (SI 2016/1091) as amended (SI 2017/1206, SI 2019/696) under consideration of designated standard EN 61000-6-2 and EN 61000-6-4
3. Noise Emissions in the Environment by Equipment for use Outdoors Regulations 2001 (SI 2001/1701) as amended (SI 2001/3958, SI 2005/3525, 2015/98) under consideration of Annex V and designated standard EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report: This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
Manufacture: <variable field>
78 SX
-135 XC™ Onderdeelnr. 1301106DUGT
Loading...