Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inleiding
Inleiding
Over deze handleiding
Genie waardeert het dat u onze machine hebt
gekozen voor uw gebruik. Onze voornaamste
prioriteit is de veiligheid van de gebruiker, waaraan
we gezamenlijk moeten werken voor het beste
resultaat. Deze handleiding beschrijft de bediening
en het dagelijkse onderhoud voor de gebruiker of
bediener van een Genie machine.
Deze handleiding dient als vast onderdeel van uw
machine te worden beschouwd en moet altijd bij de
machine blijven. Neem contact op met Genie als u
vragen hebt.
Productidentificatie
Het serienummer van de machine bevindt zich op het
serielabel.
Serielabel
(onder afdekking)
Serienummer
in chassis geslagen
Beoogd gebruik en
introductiehandleiding
Deze machine is bedoeld om personeel, met inbegrip
van gereedschap en materialen, naar een
werklocatie in de lucht te heffen. De bediener dient
de introductiehandleiding te lezen en te begrijpen
voorafgaand aan het bedienen van de machine.
Elke persoon moet een training voor de
bediening van een mobiel hoogwerkerplatform
(MEWP) hebben gevolgd.
Elke bevoegde, competente en getrainde
persoon dient zich met het mobiele
hoogwerkerplatform vertrouwd te maken.
De machine mag alleen door getraind en
bevoegd personeel worden bediend.
De bediener dient de in de
bedieningshandleiding vermelde instructies en
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant te lezen,
te begrijpen en na te leven.
De bedieningshandleiding bevindt zich in de
opbergruimte voor handleidingen op het platform.
Voor specifieke producttoepassingen kunt u
contact opnemen met de fabrikant; zie de
volgende pagina.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 1
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Platformnivellering
P
Jib
Arm op/neer
Arm in
Draaitafel roteren
Rijden vooruit/achteruit
Stuur rechts/links
Platformnivellering, jib
op/neer, arm in
en arm op/neer
Draaitafelrotatie en
platformrotatie
Inleiding
Symbolen van platformbedieningselementen en
gerelateerde beweging van de machine:
Symbolen van grondbedieningselementen en
gerelateerde beweging van de machine:
latformrotatie
-arm op/neer
-/uitschuiven
-arm
-/uitschuiven,
Sequentiële functies en beweging:
•Rijden en sturen.
Gekoppelde functies:
• Rijsnelheid bij geheven stand.
• Rijden bij geheven stand bij niet vlakke
ondergrond.
•Rijden inschakelen wanneer de arm tot voorbij de
achterwielen of niet-sturende rupsbanden is
geroteerd.
•Alle platform- en grondbedieningselementen.
Beperkingen van gebruik:
•Deze machine is bedoeld om personeel, met
inbegrip van gereedschap en materialen, naar
een werklocatie in de lucht te heffen.
•Breng het platform pas omhoog als de machine
zich op een stevige, horizontale ondergrond
bevindt.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inleiding
Distributie van bulletins en
conformiteit
Voor Genie is de veiligheid van de gebruikers van
onze producten van doorslaggevend belang. Genie
maakt gebruik van verschillende bulletins om dealers
en eigenaars van machines op de hoogte te brengen
van belangrijke veiligheids- en productinformatie.
De informatie in de bulletins is van toepassing op
specifieke machines. Deze worden aangegeven met
het machinemodel en het serienummer.
De bulletins worden beschikbaar gesteld aan de
meest recente eigenaar zoals die bij ons bekend is
en de bijbehorende dealer. Daarom is het belangrijk
uw machine te registreren en uw contactgegevens
up-to-date te houden.
Om de veiligheid van personeel en de onafgebroken
betrouwbare werking van uw machine te waarborgen,
dient u erop toe te zien dat de in een bulletin
beschreven maatregelen naar behoren worden
uitgevoerd.
Ga naar onze website www.genielift.com om
eventuele openstaande bulletins voor uw machine te
bekijken.
Contact opnemen met de fabrikant
Het kan soms nodig zijn contact op te nemen met
Genie. Als u dit doet, verzoeken we u het model- en
serienummer van uw machine en uw naam en
contactgegevens te vermelden. Er moet in elk geval
over de volgende zaken contact worden opgenomen
met Genie:
Meldingen van ongevallen
Vragen met betrekking tot het gebruik en de
veiligheid van producten
Normen en informatie over regelgeving en
conformiteit
Updates over de huidige eigenaar, zoals wijzigingen
in het eigendom van de machine of wijzigingen in uw
contactgegevens. Zie Overdracht van eigendom
hieronder.
Overdacht van het eigendom van
een machine
Door een paar minuten te besteden aan het
bijwerken van de eigenaarsgegevens zorgt u ervoor
dat u belangrijke informatie over veiligheid,
onderhoud en gebruik voor uw machine kunt
ontvangen.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
We verzoeken u daarom uw machine te registreren
door naar onze website (www.genielift.com) te gaan
of in de Verenigde Staten ons gratis telefoonnummer
(1-800-536-1800) te bellen.
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 3
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Op de stickers op deze machine worden symbolen,
kleurcoderingen en signaalwoorden gebruikt om het
volgende aan te geven:
Veiligheidswaarschuwingssymboolgebruikt om u te waarschuwen voor
mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle
veiligheidsberichten achter het
symbool op om mogelijk letsel of
de dood te voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie aan
die, indien deze niet wor
voorkomen, de dood of ernstig
lichamelijk letsel tot gevolg zal
hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan
die, indien deze niet wordt
voorkomen, de dood of ernstig
lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan
die,
voorkomen, licht tot middelzwaar
lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
Geeft informatie over mogelijke
schade aan eigendommen.
Inleiding
Onderhoud van veiligheidstekens
Gevaar
Als u zich niet houdt aan de instructies
en veiligheidsvoorschriften in deze
handleiding, heeft dit de dood of
ernstig lichamelijk letsel tot gevolg.
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften
kent en begrijpt voordat u verder gaat met de
volgende sectie.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Vervang ontbrekende of beschadigde
veiligheidstekens. Vergeet nooit de veiligheid van de
bediener. Gebruik milde zeep en water om
veiligheidstekens te reinigen. Gebruik geen
reinigingsmiddelen op basis van een oplosmiddel,
aangezien dit het materiaal van een veiligheidsteken
kan beschadigen.
Classificatie van gevaren
dt
U de instructies en veiligheidsvoorschriften van
de fabrikant en de veiligheids- en
bedieningshandleidingen en machinestickers
hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan
houdt.
U de veiligheids- en werkplekvoorschriften van
de werkgever hebt gelezen en begrepen en u
zich hieraan houdt.
U alle van toepassing zijnde
overheidsvoorschriften hebt gelezen en
begrepen en u zich hieraan houdt.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Gevaarlijke situatie:
elektrocutie mogelijk
Vermijd contact Koppel accu los
Gevaarlijke situatie:
ledematen kunnen
worden verbrijzeld
Herstelprocedure indien scheefstandalarm
klinkt bij geheven stand.
Ondersteun het
platform of de arm
tijdens onderhoud
Lees de
servicehandleiding
Spanningsbereik voor
voeding naar platform
Drukbereik voor
luchtleiding naar platform
Gevaarlijke situatie:
kans op explosies
Verlicht alle druk
Platform
heuvelafwaarts:
1 Schuif arm in.
2 Laat arm neer.
Platform
heuvelopwaarts:
1 Laat arm neer.
2 Schuif arm in.
Vervang rupsbanden
door dezelfde
rupsbanden.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
Belastbaarheid
rupsbanden
Lees de
bedieningshandleiding
Nooddalen
Alleen toegankelijk voor
getraind en bevoegd
personeel
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 7
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Algemene veiligheid
Algemene v eili ghei d
* Deze stickers kunnen per model, optie of configuratie verschillen.
Op afbeeldingen in deze handleiding wordt mogelijk een arm met wielen en banden in plaats van rupsbanden
weergegeven. Niettemin zijn alle veiligheidsinformatie en bedieningsinstructies van toepassing op de S-60
TRAX en S-65 TRAX, zelfs als er geen rupsbanden worden getoond in de afbeelding.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Algemene veiligheid
* Deze stickers kunnen per model, optie of configuratie verschillen.
Op afbeeldingen in deze handleiding wordt mogelijk een arm met wielen en banden in plaats van rupsbanden
weergegeven. Niettemin zijn alle veiligheidsinformatie en bedieningsinstructies van toepassing op de S-60
TRAX en S-65 TRAX, zelfs als er geen rupsbanden worden getoond in de afbeelding.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 9
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Algemene veiligheid
* Deze stickers kunnen per model, optie of configuratie verschillen.
Op afbeeldingen in deze handleiding wordt mogelijk een arm met wielen en banden in plaats van rupsbanden
weergegeven. Niettemin zijn alle veiligheidsinformatie en bedieningsinstructies van toepassing op de S-60
TRAX en S-65 TRAX, zelfs als er geen rupsbanden worden getoond in de afbeelding.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijke bescherming tegen
vallen
Persoonlijke bescherming tegen vallen is bij de
bediening van deze machine verplicht.
Inzittenden dienen een (meerpunts-)veiligheidsgordel
te dragen en zich te houden aan de van toepassing
zijnde overheidsvoorschriften. Bevestig de
veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het
platform.
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van
persoonlijke bescherming te voldoen aan de
voorschriften van de werkgever, werkplek en
overheid.
Alle persoonlijke bescherming tegen vallen dient te
voldoen aan de van toepassing zijnde
overheidsvoorschriften en moet worden
gecontroleerd en gebruikt in overeenstemming met
de instructies van de fabrikant van de persoonlijke
bescherming tegen vallen.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 11
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Houd u aan alle overheids
en lokale voorschriften
aangaande de vereiste
afstand tot
elektriciteitsdraden. In elk
geval moet ten minste de
vereiste afstand in de tabel
worden aangehouden.
Lijnspanning
Vereiste veiligheidsafstand
0
m
5
m
20
m
35
m
50
m
75
m
Blijf uit de
machine als deze contact
maakt met elektriciteits
draden onder spanning.
Personeel op de grond of
op het platform mag de
machine niet aanraken of
bedienen totdat de
elektriciteitsdraden onder
spanning zijn
uitgeschakeld.
S-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX en S-65 TRAX
Maximum laadvermogen van het platform
Onbeperkt werkbereik
g
S
Maximum laadvermogen van het platform
Onbeperkt werkbereik
g
Maximum bezetting
2
S
65
Maximum laadvermogen van het platform
Beperkt werkbereik
g
Maximum bezetting
3
Veiligheid werkgebied
Veiligheid w erk ge bied
Op afbeeldingen in deze handleiding wordt mogelijk
een arm met wielen en banden in plaats van
rupsbanden weergegeven. Niettemin zijn alle
veiligheidsinformatie en bedieningsinstructies van
toepassing op de S-60 TRAX en S-65 TRAX, zelfs
als er geen rupsbanden worden getoond in de
afbeelding.
buurt van de
-
Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt
geen bescherming tegen contact met of nabijheid van
elektrische stroom.
-
tot 50KV 3,05
0 tot 200KV 4,60
0 tot 350KV 6,10
0 tot 500KV 7,62
0 tot 750KV 10,67
0 tot 1.000KV 13,72
Werk niet met de machine tijdens bliksem of storm.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen
Inzittenden, apparatuur en materialen mogen het
maximum laadvermogen van het platform voor het
beperkte of onbeperkte werkbereik niet
overschrijden.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Breng de arm pas omhoog
of schuif deze pas uit als de
machine op
horizontale ondergrond is
geplaatst.
Veiligheid werkgebied
S-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX, S-65 TRAX: Plaats
het platform niet in het gebied met onbeperkt
werkbereik indien de belasting van het platform meer
is dan 300 kg.
Zorg dat u bij gebruik van accessoires de
bijbehorende stickers, instructies en handleidingen
leest, begrijpt en zich hieraan houdt.
S-60 HF, S-65 HF: Plaats het platform niet in het
gebied met onbeperkt werkbereik indien de belasting
van het platform meer is dan 272 kg.
Overschrijd het maximum laadvermogen van het
platform niet.
S-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX, S-65 TRAX:
Bevestig geen platform met een laadvermogen van
300 kg (onbeperkt werkbereik) of 454 kg (beperkt
werkbereik) aan een machine met een ander
nominaal laadvermogen. Zie het serielabel voor de
maximaal toegestane lading.
S-60 HF, S-65 HF: Bevestig geen platform met een
laadvermogen van 272 kg (onbeperkt werkbereik) of
454 kg (beperkt werkbereik) aan een machine met
een ander nominaal laadvermogen. Zie het serielabel
voor de maximaal toegestane lading.
Het gewicht van opties en accessoires, zoals
pijphouders, paneelhouders en lasapparaten,
verlaagt het nominale laadvermogen van het platform
en moet worden afgetrokken van het totale
laadvermogen van het platform. Zie de stickers van
de opties en accessoires.
een stevige,
Vertrouw niet op het scheefstandalarm ter indicatie
van een vlakke stand. Het scheefstandalarm klinkt
uitsluitend op het platform wanneer de machine zich
op een steile helling bevindt.
Als het scheefstandalarm klinkt terwijl de arm wordt
neergelaten: Schuif de arm niet uit en draai of hef
deze niet boven de horizontale lijn. Plaats de
machine op een stevige, horizontale ondergrond
voordat u het platform omhoogbrengt.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 13
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Als het scheefstandalarm klinkt met
het platform heuvelopwaarts:
1
2
Als het scheefstandalarm klinkt met
het platform heuvelafwaarts:
1
2
Breng de arm niet omhoog
wanneer de wind harder
dan 12,
Wanneer de windsnelheid
12,
de arm omhoog is gebracht,
breng dan de arm omlaag
en werk niet verder met de
machine.
Wees uiterst voorzichtig en
houd een lage snelheid aan
wanneer met de machine in
de transportstand wordt
gereden over oneffen
terrein, puin, een onstabiele
of gladde ondergrond en
vlakbij gaten of afgereden
kanten.
Duw niet tegen en trek niet
aan objecten die zich buiten
het platform bevinden.
Maximaal toegestane
handkracht
Veiligheid werkgebied
Als het scheefstandalarm klinkt bij geheven platform,
dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan. Het
indicatielampje ‘machine niet vlak’ gaat branden en
de rijfunctie in een of beide richtingen werkt niet.
Bepaal de toestand van de arm ten opzichte van de
helling zoals hieronder weergegeven. Volg de
stappen om de arm neer te laten voordat u de
machine verplaatst naar een stevige, horizontale
ondergrond. Draai de arm niet terwijl het platform
wordt neergelaten.
De herstelmodus mag alleen door getraind en
bevoegd personeel worden gebruikt.
Werk niet met de machine bij harde wind of bij
windstoten. Vergroot het oppervlak van het platform
of de lading niet. Als u het oppervlak vergroot dat aan
de wind is blootgesteld, neemt de stabiliteit van de
machine af.
Laat de arm neer.
Schuif de arm in.
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein
en oppervlakken die niet stabiel zijn of in andere
gevaarlijke omstandigheden als de arm geheven of
uitgeschoven is.
Gebruik de machine niet als kraan.
Schuif de arm in.
Laat de arm neer.
Gebruik de arm niet om de machine of andere
objecten te duwen.
Vermijd contact tussen de arm en aangrenzende
constructies.
Maak de arm of het platform niet vast aan
aangrenzende constructies.
Plaats ladingen niet buiten de randen van het
platform.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Plaats of bevestig geen
vaste of overhangende
lading op/aan enig deel
van deze machine.
Plaats geen ladders of
steigers op het platform of
tegen
machine dan ook.
Veiligheid werkgebied
Breng geen veranderingen aan in
machineonderdelen en schakel machineonderdelen
die op enige wijze invloed hebben op de veiligheid en
de stabiliteit niet uit.
Vervang onderdelen die van invloed zijn op de
stabiliteit van de machine niet door onderdelen met
een ander gewicht of andere specificaties.
S-60 XC en S-65 XC: Vervang de in de fabriek
geïnstalleerde banden niet door banden met een
andere specificatie of een andere classificatie van de
koordlaag. Gebruik geen luchtgevulde banden. Deze
machines zijn uitgerust met schuimgevulde banden.
Het gewicht van de wielen is van doorslaggevend
belang voor de stabiliteit.
S-60 TRAX en S-65 TRAX: Vervang rupsbanden niet
door banden. Het gewicht van de rupsbanden is van
doorslaggevend belang voor de stabiliteit. Vervang
de in de fabriek gemonteerde banden niet door
rupsbanden met een andere specificatie.
Houd objecten uit de buurt van bewegende delen.
Het object kan door de Trax aandrijving worden
weggeslingerd.
Gebruik de platformbediening niet om een platform
vrij te maken dat is vastgeklemd of is blijven haken of
dat op andere wijze niet normaal kan bewegen
vanwege een aangrenzende constructie. Er mogen
zich geen personen op het platform bevinden als
geprobeerd wordt het platform met behulp van de
grondbediening vrij te maken.
welk deel van deze
Vervoer alleen gereedschappen en materialen als
deze gelijkmatig zijn verdeeld en veilig door de
persoon/personen op het platform kunnen worden
gehanteerd.
Gebruik de machine niet op een bewegende of
mobiele ondergrond of een bewegend voertuig.
Zorg ervoor dat de banden in goede staat verkeren
en de wielmoeren zijn vastgedraaid.
Zorg dat alle moeren van de rupsbandaandrijving
goed zijn aangedraaid.
Breng geen aanpassingen of wijzigingen in een
mobiel hoogwerkerplatform aan zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de fabrikant. Montage
van houders voor gereedschappen of andere
materialen op het platform, de voetplaten of het
veiligheidsrelingsysteem kunnen het gewicht op het
platform en het oppervlak van het platform of de
lading vergroten.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 15
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inzittenden dienen een
(meerpunts
del te dragen en zich te
houden aan de van
toepassing zijnde
overheidsvoorsch
Bevestig de
veiligheidsgordel aan het
verankeringspunt op het
platform.
Zit, sta of klim niet op de
platformveiligheidsreling.
Ga altijd stevig op de
platformvloer staan.
Klim niet van het platform
naar beneden als dit
geheven is.
Veiligheid werkgebied
Gevaren van bediening op
hellingen
Rijd niet met de machine op een helling die steiler is
dan de voor de machine toelaatbare hellingshoek
(omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. De
toelaatbare hellingshoek is uitsluitend van toepassing
op machines die in de transportstand staan.
nd,
-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX, S-65 TRAX
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is
afhankelijk van de bodemconditie met één persoon
op het platform en van voldoende tractie. Bij extra
gewicht op het platform kan de toelaatbare
hellingshoek afnemen. Zie Rijden op een helling in de
sectie Bedieningsinstructies.
Gevaarlijke situatie: kans op
vallen
-)veiligheidsgor-
riften.
16S
Houd de vloer van het platform vrij van puin.
Laat het platformtoegangsmiddenstuk neer of sluit
het toegangshek voordat u de machine in bedrijf
neemt.
Betreed of verlaat het platform pas wanneer de
machine in de transportstand staat en het platform
volledig is neergelaten.
Er is in het ontwerp van de machine rekening
gehouden met gevaren in verband met de specifieke
producttoepassing waarbij men het platform verlaat
terwijl dit is geheven. Neem voor meer informatie
contact op met Genie (zie het gedeelte Contact
opnemen met de fabrikant).
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Houd rekening met beperkt
zicht en dode hoeken
terwijl u rijdt of de machine
bedient.
Controleer het werkgebied
op hoog aangebrachte
obstakels en andere
mogelijke gevaren.
Wees u bewust van het
risico van verbrijzeling
wanneer u de
platformveiligheidsreling
vasthoudt.
Laat de arm pas neer als
het gebied eronder vrij
van mensen en obstakels.
Stem de rijsnelheid af op
de ondergrond,
beschikbare ruimte,
helling, plaats van
medewerkers en
eventuele andere factoren
die tot een botsing
kunnen leiden.
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: kans op
botsing
Houd rekening met de stand van de arm en de
uitzwaai wanneer de draaitafel wordt geroteerd.
Houd u aan de kleurgecodeerde richtingpijlen op de
platformbediening en het rijchassis voor de rij- en
stuurfuncties.
is
Bedien een arm niet als de machine zich in de route
van een kraan bevindt, tenzij de bediening van de
kraan is geblokkeerd en/of er voorzorgsmaatregelen
zijn genomen om een mogelijke botsing te
voorkomen.
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van
persoonlijke bescherming te voldoen aan de
voorschriften van de werkgever, werkplek en
overheid.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
Ga niet stuntrijden en speel geen spelletjes terwijl u
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 17
een machine bedient.
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: lichamelijk
letsel mogelijk
Bedien de machine altijd in een goed geventileerde
ruimte om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen.
Werk niet met de machine als er hydraulische olie
weglekt of als er perslucht ontsnapt. Perslucht of
hydraulische olie kan de huid binnendringen en/of
brandwonden veroorzaken.
Onjuist contact met onderdelen die zich onder een
afdekking bevinden, heeft ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg. Alleen getraind onderhoudspersoneel mag
compartimenten openen. De bediener wordt
geadviseerd compartimenten alleen tijdens de
inspectie voor het gebruik te openen. Alle
compartimenten moeten tijdens bedrijf zijn gesloten
en vastgezet.
Explosie- en brandgevaar
Start de motor niet als u LPG, benzine, dieselolie of
andere explosieve substanties ruikt of opmerkt.
Vul geen brandstof bij terwijl de motor draait.
Vul brandstof alleen bij en laad accu’s alleen in een
open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van
vonken, vlammen of brandende tabak.
Bedien de machine niet en laad de accu niet op op
gevaarlijke plaatsen of op plaatsen waar mogelijk
brandbare of explosieve gassen of deeltjes aanwezig
zijn.
Gevaarlijke situatie: machine
beschadigd
Gebruik geen beschadigde of niet goed
functionerende machine.
Voer een grondige inspectie voor het gebruik van de
machine uit en test alle functies voor elke dienst.
Voorzie een beschadigde of niet goed functionerende
machine van een label en neem deze onmiddellijk uit
bedrijf.
Zorg ervoor dat alle onderhoud is uitgevoerd volgens
de specificaties in deze handleiding en in de
desbetreffende Genie servicehandleiding.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en
leesbaar zijn.
Zorg ervoor dat de bedienings-,
verantwoordelijkheids- en veiligheidshandleidingen
compleet en leesbaar zijn en zich in de opbergruimte
van de machine bevinden.
Gevaarlijke situatie: onderdelen
kunnen beschadigd raken
Gebruik geen accu of acculader van meer dan 12V
als starthulp.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Bedien de machine niet op plaatsen waar mogelijk
hoogmagnetische velden aanwezig zijn.
Spuit geen ether in motoren die met gloeibougies zijn
uitgerust.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Accu’s bevatten zuur. Trek
altijd beschermende kleding
aan en draag een
veiligheidsbril wanneer u met
a
Vermijd morsen en zorg
ervoor dat u niet in aanraking
komt met accuzuur.
Neutraliseer gemorst
accuzuur met zuiveringszout
en water.
Houd vonken, vlammen en
brandende tabak uit de buurt
van
explosief gas af.
Veiligheid werkgebied
Veiligheid accu
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden
ccu’s werkt.
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
accu’s. Accu’s geven een
Veiligheid contactalarm
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met het
contactalarm meegeleverde waarschuwingen en
instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het
platform niet. Het gewicht van het contactalarm
verlaagt het nominale laadvermogen van het platform
en moet van het totale laadvermogen van het
platform worden afgetrokken.
Het contactalarm weegt 4,5 kg.
Zorg ervoor dat het contactalarm goed is vastgezet.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Vermijd contact met elektrische contacten.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 19
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Veiligheid werkgebied
Veiligheid pijphouder
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de
pijphouders meegeleverde waarschuwingen en
instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het
platform niet.Het pijphouderpakket en het gewicht in
de pijphouders verlagen het nominale laadvermogen
van het platform en moeten met het totale
laadvermogen van het platform worden verrekend.
Het pijphouderpakket weegt 9,5 kg.
Het maximum laadvermogen van het
pijphouderpakket is 91 kg.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de lading in
de pijphouders kan de maximum bezetting op het
platform beperken.
Centreer de lading tussen de randen van het
platform.
Maak de lading aan het platform vast.
Blokkeer de in- of uitgang van het platform niet.
Blokkeer de platformbediening en de rode
noodstopknop niet.
Gebruik dit alleen als u voldoende bent getraind en u
zich bewust bent van alle gevaren die gepaard gaan
met platformbeweging met een overhangende lading.
Stel de machine niet bloot aan horizontale krachten
of zijbelasting door een vaste of overhangende lading
te heffen of neer te laten.
Veiligheid paneelhouders
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de
paneelhouders meegeleverde waarschuwingen en
instructies.
Overschrijd het nominale laadvermogen van het
platform niet.Het gezamenlijke gewicht van de
houders, panelen, inzittenden, gereedschap en enige
andere apparatuur mag het nominale vermogen niet
overschrijden.
Het paneelhouderpakket weegt 13,6 kg.
Het maximum laadvermogen van de paneelhouders
is 113 kg.
Het gewicht van de paneelhouders en de lading in de
paneelhouders kan de maximum bezetting op het
platform beperken tot één persoon.
Maak de houders vast aan het platform. Zet de
panelen met de meegeleverde banden vast aan de
platformreling.
Gebruik dit alleen als u voldoende bent getraind en u
zich bewust bent van alle gevaren die gepaard gaan
met het heffen van panelen.
Stel de machine niet bloot aan horizontale krachten
of zijbelasting door een vaste of overhangende lading
te heffen of neer te laten.
Maximum verticale hoogte van panelen: 1,2 m.
Maximum windsnelheid: 6,7 m/sec.
2
Maximum paneelgebied: 3 m
.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk. Houd
pijpen uit de buurt van alle elektrische geleiders.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Veiligheid bij lassen
Stel u op de hoogte van en houd u aan alle met de
lasvoedingseenheid meegeleverde waarschuwingen
en instructies.
Sluit lasleidingen en -kabels pas aan als de
lasvoedingseenheid met de platformbediening is
uitgeschakeld.
Gebruik de machine pas als de laskabels juist zijn
aangesloten en het lasapparaat juist is geaard.
Het gewicht van het lasapparaat verlaagt het
nominale laadvermogen van het platform en moet
met het totale laadvermogen van het platform worden
verrekend. De lasvoedingsleiding weegt 75 lb/34 kg.
Gebruik het lasapparaat alleen als er in de nabijheid
een brandblusser beschikbaar is voor direct gebruik.
Blokkering na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en
verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
achterwielen of niet-sturende rupsbanden
bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te
voorkomen.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 21
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Legenda
Legenda
Op afbeeldingen in deze handleiding wordt mogelijk een arm met wielen en banden in plaats van rupsbanden
weergegeven. Niettemin zijn alle veiligheidsinformatie en bedieningsinstructies van toepassing op de S-60
TRAX en S-65 TRAX, zelfs als er geen rupsbanden worden getoond in de afbeelding.
1 Achterwiel of niet-sturende rupsband
2 Stuurwiel of sturende rupsband
3 Grondbediening
4 Arm
5 Jib (indien aanwezig)
6 Platformbediening
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Bedienings elem ent en
Op afbeeldingen in deze handleiding wordt mogelijk een arm met wielen en banden in plaats van rupsbanden
weergegeven. Niettemin zijn alle veiligheidsinformatie en bedieningsinstructies van toepassing op de S-60
TRAX en S-65 TRAX, zelfs als er geen rupsbanden worden getoond in de afbeelding.
Het grondbedieningsstation moet worden gebruikt om het platform voor opslagdoeleinden en functietests
omhoog te brengen. Het grondbedieningsstation kan in noodgevallen worden gebruikt om een hulpbehoevende
persoon op het platform te redden. Als het grondbedieningsstation wordt geselecteerd, worden de
platformbedieningselementen, met inbegrip van de noodstopschakelaar, buiten werking gesteld.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 23
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
wordt het model, de urenteller en het
onderhoudsintervallen weergegeven.
Bedieningselementen
Grondbedieningspaneel
1 Functie-inschakelknop
Houd de functie-inschakelknop ingedrukt om de
functies op het grondbedieningspaneel in
werking te stellen.
2 Knop ‘arm neer’
Druk op de knop ‘arm neer’ om de arm neer te
laten.
3 Knop ‘arm inschuiven’
Druk op de knop ‘arm inschuiven’ om de arm in
te schuiven.
4 Hulpvoedingsknop
Gebruik de hulpvoeding als de primaire
krachtbron (motor) niet werkt.
Houd de hulpvoedingsknop ingedrukt en activeer
tegelijkertijd de gewenste functie.
5 Knop ‘arm op’
Druk op de knop ‘arm op’ om de arm omhoog te
brengen.
6 Knop ‘arm uitschuiven’
Druk op de knop ‘arm uitschuiven’ om de arm uit
te schuiven.
7 Navigatieknoppen LCD-scherm
8 LCD-scherm
Op het scherm worden de urenteller, spanning,
oliedruk en koelvloeistoftemperatuur
weergegeven. Op het scherm worden tevens
storingscodes en andere service-informatie
weergegeven.
9 Menuknoppen LCD-scherm
Gebruik de menuknoppen van het LCD-scherm
om de verschillende menu's te openen.
Als de knop ‘Home’ wordt ingedrukt,
scherm met motorbewakingsmeters
weergegeven.
Als de knop ‘Onderhoud’ wordt
ingedrukt, wordt het scherm met
Een brandend lampje geeft aan dat
een service-interval is verstreken.
Als de knop ‘Storingen’ wordt
ingedrukt, worden actuele storingen
en het scherm met storingslogs
weergeven. Een brandend lampje
geeft aan dat er sprake is van een
actieve storing.
Met de knop ‘Instellingen’ kan
servicepersoneel de
configuratieschermen openen.
24S
10 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’
om alle functies stop te zetten en de motor uit te
schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar
de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
11 Contactslot voor selectie uit/grondbediening/
platformbediening
Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ om de
machine uit te schakelen. Draai het contactslot
naar de grondstand om met de grondbediening
te werken. Draai het contactslot naar de
platformstand om met de platformbediening te
werken.
12 Motorstartknop
Druk op de motorstartknop om de motor te
starten.
13 Knop ‘jib op’
Druk op de knop ‘jib op’ om de jib omhoog te
brengen.
14 Knop ‘platformnivellering op’
Druk op de knop ‘platformnivellering op’ om het
platform omhoog te brengen.
15 Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het
platform is overbelast. De motor stopt en er
treden geen functies in werking.
Opmerking: Er klinkt een alarm bij het platform
wanneer er overbelasting optreedt dat stopt
wanneer gewicht van het platform wordt
verwijderd.
16 Knop ‘platformnivellering neer’
Druk op de knop ‘platformnivellering neer’ om het
platform neer te laten.
17 Knop ‘jib neer’
Druk op de knop ‘jib neer’ om de jib neer te laten.
18 Knop ‘platformrotatie rechts’
Druk op de knop ‘platformrotatie rechts’ om het
platform naar rechts te draaien.
19 Knop ‘platformrotatie links’
Druk op de knop ‘platformrotatie links’ om het
platform naar links te draaien.
20 Knop ‘draaitafelrotatie rechts’
Druk op de knop ‘draaitafelrotatie naar rechts’
om de draaitafel naar rechts te draaien.
21 Knop ‘draaitafelrotatie links’
Druk op de knop ‘draaitafelrotatie naar links’ om
de draaitafel naar links te draaien.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 25
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 27
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
tformnivelleringsschakelaar
naar rechts om het platform
Beweeg de schakelaar ‘jib
Beweeg de schakelaar ‘jib
op/neer’ omlaag om de jib
Bedieningselementen
Platformbedieningspaneel
1 Claxonknop
Druk op deze knop om de claxon te laten klinken.
Laat de knop los om de claxon te stoppen.
2 Platformnivelleringsschakelaar
Beweeg de platformnivelleringsschakelaar omhoog om
het platform omhoog te
brengen. Beweeg de
pla
omlaag om het platform neer
te laten.
3 Platformrotatieschakelaar
Beweeg de platformrotatieschakelaar naar links om
het platform naar links te
draaien. Beweeg de
platformrotatieschakelaar
naar rechts te draaien.
4 Schakelaar ‘jib op/neer’
6 Storingsindicatielampje
Een brandend lampje geeft een systeemstoring
aan.
7 Indicatielampje ‘beperkt werkbereik’, gewicht.
Als het lampje brandt, duidt dit
aan dat het werkbereik beperkt
is vanwege het gewicht van het
platform.
8 Indicatielampje ‘overbelasting platform’
Een knipperend lampje geeft aan dat het
platform is overbelast. De motor stopt en er
treden geen functies in werking. Verwijder
gewicht tot het lampje uitgaat en start vervolgens
de motor opnieuw.
9 Indicatielampje ‘beperkt werkbereik’, helling.
Als het lampje brandt, duidt dit
aan dat het werkbereik beperkt
is vanwege de hoek van de
helling.
op/neer’ omhoog om de
jib omhoog te brengen.
neer te laten.
5 Indicatielampje ‘gloeibougie’
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat de
gloeibougies actief zijn.
10 Indicatielampje ‘machine op helling’
Een brandend lampje geeft aan dat de
activeringsdrempels van de
scheefstandschakelaar zijn overschreden. Zie de
instructies in de sectie Bedieningsinstructies.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
11 Indicatielampje ‘arm omhoog/inschuiven’
Laat de arm neer of schuif deze in tot het lampje
uitgaat.
12 Indicatielampje ‘arm neerlaten’
Laat de arm neer tot het lampje uitgaat.
13 Indicatielampje generator
Een brandend lampje geeft aan dat de generator
in gebruik is.
14 Generatorschakelaar (indien aanwezig)
Beweeg de generatorschakelaar omhoog om de
generator in te schakelen. Beweeg de
schakelaar omlaag om de generator uit te
schakelen.
15 Prioriteitsschakelaar vliegtuigbescherming
(indien aanwezig)
Beweeg de prioriteitsschakelaar van de
vliegtuigbescherming en houd deze vast om de
machine te bedienen als het stootrubber van het
platform een voorwerp raakt.
16 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’
om alle functies stop te zetten en de motor uit te
schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar
de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
17 Twee-assige proportionele joystick voor rij- en
stuurfuncties
OF Proportionele joystick voor rijfunctie en
duimschakelaar voor stuurfunctie.
Beweeg de joystick in de richting van de blauwe
pijl op het bedieningspaneel om de machine
vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de
richting van de gele pijl om de machine achteruit
te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting
van de blauwe driehoek om de machine naar
links te sturen. Beweeg de joystick in de richting
van de gele driehoek om de machine naar rechts
te sturen.
OF
Beweeg de joystick in de richting van de blauwe
pijl op het bedieningspaneel om de machine
vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de
richting van de gele pijl om de machine achteruit
te laten rijden. Druk op de linkerzijde van de
duimschakelaar om de machine naar links te
sturen. Druk op de rechterzijde van de
duimschakelaar om de machine naar rechts te
sturen.
18 Indicatielampje ‘rijden ingeschakeld’
Als het lampje knippert, duidt dit aan dat de arm
net voorbij een van beide achterwielen of nietsturende rupsbanden is gedraaid en de rijfunctie
is onderbroken.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 29
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Beweeg de joystick omhoog om de
de joystick omlaag om de arm neer
Beweeg de joystick naar rechts om
Bedieningselementen
19 Rijschakelaar
Houd de rijschakelaar naar een van beide zijden
en verplaats de rij-joystick langzaam uit het
midden om te rijden terwijl het lampje ‘rijden
ingeschakeld’ knippert. Houd er rekening mee
dat de machine kan gaan rijden in de richting die
tegengesteld is aan de richting waarin de rij- en
stuurbedieningselementen worden bewogen.
20 Rijsnelheidkeuzeschakelaar
Symbool ‘machine op helling’: lage snelheid voor
hellingen.
Symbool ‘machine op horizontale ondergrond’:
hoge snelheid voor maximum rijsnelheid.
21 Stuurmodus-keuzeschakelaar (indien aanwezig)
Beweeg de stuurmodus-keuzeschakelaar naar
links voor vierkantzijdebesturing. Beweeg de
stuurmodus-keuzeschakelaar naar rechts voor
gecoördineerde besturing.
22 Hulpvoedingschakelaar
Gebruik de hulpvoeding als de primaire
krachtbron niet werkt.
Houd de hulpvoedingschakelaar in de stand
omhoog of omlaag vast en activeer tegelijkertijd
de gewenste functie.
23 Motortoerentalkeuzeschakelaar
Beweeg de motortoerentalkeuzeschakelaar naar
de schildpad voor laag stationair. Beweeg de
motortoerentalkeuzeschakelaar naar het konijn
voor hoog stationair.
24 Motorstartschakelaar
Beweeg de motorstartschakelaar naar een van
beide zijden om de motor te starten.
25 Benzine-/LPG-modellen:
Brandstofkeuzeschakelaar
Beweeg de brandstofkeuzeschakelaar naar de
benzinestand om benzine te selecteren. Beweeg
de brandstofkeuzeschakelaar naar de LPG-stand
om LPG te selecteren.
26 Duimschakelaar voor de functie ‘arm uit-
/inschuiven’
Druk op de bovenzijde van de
wipschakelaar om de arm in te
schuiven. Druk op de
onderzijde van de
wipschakelaar om de arm uit te
schuiven.
27 Twee-assige proportionele joystick voor functies
‘arm op/neer’ en ‘links/rechts-draaitafelrotatie’
arm omhoog te brengen. Beweeg
te laten.
de draaitafel naar rechts te
draaien. Beweeg de joystick naar
links om de draaitafel naar links te
draaien.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Inspecties
Op afbeeldingen in deze handleiding wordt mogelijk
een arm met wielen en banden in plaats van
rupsbanden weergegeven. Niettemin zijn alle
veiligheidsinformatie en bedieningsinstructies van
toepassing op de S-60 TRAX en S-65 TRAX, zelfs
als er geen rupsbanden worden getoond in de
afbeelding.
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het
gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat
met de volgende sectie.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Grondbeginselen inspectie voor het
gebruik
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om
een inspectie voor het gebruik en periodiek
onderhoud uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie
die de bediener voor elke dienst uitvoert. De
inspectie is bedoeld om te ontdekken of er iets
kennelijk mis is met de machine voordat de bediener
de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te
bepalen of periodieke onderhoudsprocedures vereist
zijn. Alleen de gedeelten van het periodieke
onderhoud die in deze handleiding genoemd worden,
mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Raadpleeg de lijst op de volgende pagina en
controleer alle punten.
Indien er schade wordt ontdekt of een
ongeautoriseerde wijziging van de toestand waarin
de machine door de fabriek is geleverd, dient de
machine te worden voorzien van een label en uit
bedrijf te worden genomen.
Reparaties aan de machine mogen alleen worden
uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur,
in overeenstemming met de specificaties van de
fabrikant. Als de reparaties voltooid zijn, moet de
bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik
uitvoeren voordat de functietests worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door
gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd,
in overeenstemming met de specificaties van de
fabrikant.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 31
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
Inspectie voor het gebruik
Zorg ervoor dat de bedienings-,
verantwoordelijkheids- en
veiligheidshandleidingen compleet en leesbaar
zijn en zich in de opbergruimte op het platform
bevinden.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten
en leesbaar zijn. Zie de sectie Inspecties.
Ga na of er een lek van hydraulische olie is en
controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij.
Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig
gedestilleerd water bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een motorolielek is en controleer het
oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie
Onderhoud.
Ga na of er een koelvloeistoflek is en controleer
het motorkoelvloeistofpeil. Vul indien nodig
koelvloeistof bij. Zie de sectie Onderhoud.
Controleer de rubberen rupsbanden op tekenen
van slijtage, scheuren en insnijdingen.
Controleer de volgende onderdelen of gedeelten op
schade, onjuist geplaatste of ontbrekende
onderdelen en ongeautoriseerde aanpassingen:
Hoeksensor primaire arm
Scheefstandschakelaar draaitafel
Lengte van draadpotentiometer
Alarmen en flitslampen (indien aanwezig)
Moeren, bouten en andere bevestigingen
Platformtoegangsmiddenstuk en -hek
Ladingscel platform
Veiligheidsgordelverankeringspunt
Controleer de gehele machine op:
Scheuren in lasnaden of constructiedelen
Deuken of beschadigingen aan de machine
Overmatige roest, corrosie of oxidatie
Controleer of alle constructiedelen en andere
cruciale onderdelen aanwezig zijn en of alle
bijbehorende bevestigingen en pennen op hun
plaats zitten en stevig zijn vastgemaakt.
Controleer nadat u de inspectie hebt voltooid of
alle compartimentafdekkingen op hun plaats
zitten en zijn vergrendeld.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Grondbeginselen functietests
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
Zorg ervoor dat u de functietests kent en
begrijpt voordat u verder gaat met de
volgende sectie.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen
te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt
genomen. De bediener moet de stapsgewijze
instructies volgen om alle machinefuncties te testen.
Een niet goed functionerende machine mag nooit
worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt,
dient de machine te worden voorzien van een label
en uit bedrijf te worden genomen. Reparaties aan de
machine mogen alleen uitgevoerd worden door een
gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming
met de specificaties van de fabrikant.
Als de reparaties zijn voltooid, moet de bediener
opnieuw een inspectie voor het gebruik en de
functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik
wordt genomen.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 33
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
7
9
Inspecties
Grondbediening
1 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van gevaren is.
2 Draai het contactslot naar grondbediening.
3 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Resultaat: Het alarm bij de
grondbedieningselementen dient te klinken.
4 Start de motor. Zie de sectie
Bedieningsinstructies.
Resultaat: De flitslampen (indien aanwezig)
dienen te knipperen.
Noodstop testen
5 Druk de rode noodstopknop in naar de stand
‘uit’.
Resultaat: De motor dient te worden
uitgeschakeld en geen enkele functie mag in
werking treden.
6 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’ en start de motor opnieuw.
Machinefuncties testen
Druk niet op de functie-
inschakelknop. Probeer elke
arm- en platformfunctieknop
te activeren.
Resultaat: Geen enkele arm- of platformfunctie
mag in werking treden.
8 Houd de functie-inschakelknop ingedrukt en
activeer elke functieknop voor de arm- en
platformfuncties.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen. Het daalalarm
dient te klinken terwijl de arm wordt neergelaten.
Scheefstandschakelaar testen
Druk de knop ‘Onderhoud’ boven
het LCD-scherm in. Open het
scherm met realtime gegevens.
Resultaat: Op het LCD-scherm moet de
chassishoek en de hoek van de arm in graden
worden weergegeven.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
12
Inspecties
Hulpvoeding testen
10 Draai het contactslot naar grondbediening en
schakel de motor uit.
11 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’.
Druk de hulpvoedingsknop in en
activeer tegelijkertijd elke
armfunctieknop.
Platformbediening
Scheefstandalarm testen
14 Betreed het platform en trek de rode
noodstopknop uit.
Resultaat: Het alarm bij de platformbediening
dient te klinken.
Noodstop testen
Opmerking: Test elke functie gedurende een
gedeeltelijke cyclus om accu’s te sparen.
Resultaat: Alle armfuncties dienen in werking te
treden.
13 Draai het contactslot naar platformbediening.
15 Start de motor.
16 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand ‘uit’.
Resultaat: De motor dient te worden
uitgeschakeld en geen enkele functie mag in
werking treden.
17 Trek de rode noodstopknop uit en start de motor
opnieuw.
Claxon testen
18 Druk op de claxonknop.
Resultaat: De claxon dient te klinken.
Voetschakelaar testen
19 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand ‘uit’.
20 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
‘aan’, maar start de motor niet.
21 Druk de voetschakelaar in en probeer de motor
te starten door de starttuimelschakelaar naar een
van beide zijden te verplaatsen.
Resultaat: De motor mag niet starten.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
22 Druk de voetschakelaar niet in en start de motor
opnieuw.
Resultaat: De motor moet starten.
23 Druk de voetschakelaar niet in en test elke
machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 35
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
Machinefuncties testen
Test het rijden en de remmen
24 Druk de voetschakelaar in.
25 Activeer elke joystick of tuimelschakelaar voor
machinefuncties.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen.
Test de stuurinrichting
26 Druk de voetschakelaar in.
27 Druk de duimschakelaar op de rij-joystick in de
richting aangegeven door de blauwe driehoek op
het bedieningspaneel OF beweeg de joystick
langzaam in de richting aangegeven door de
blauwe driehoek.
Resultaat: De stuurwielen of sturende
rupsbanden dienen in de richting te draaien
waarin de blauwe driehoeken op het rijchassis
wijzen.
28 Druk de duimschakelaar in de richting
aangegeven door de gele driehoek op het
bedieningspaneel OF verplaats de rij-joystick
langzaam in de richting aangegeven door de
gele driehoek.
Resultaat: De stuurwielen of sturende
rupsbanden dienen in de richting te draaien
waarin de gele driehoeken op het rijchassis
wijzen.
29 Druk de voetschakelaar in.
30 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
die wordt aangegeven door de blauwe pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
zet de joystick vervolgens weer in de middelste
stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl op het
rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
31 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
verplaats de joystick vervolgens weer naar de
middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de gele pijl op het rijchassis
wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de
machine tegen te houden op elke helling die door de
machine kan worden genomen.
De pendelas testen
32 Rijd het stuurwiel of de sturende rupsband aan
de rechterzijde op een blok van 15 cm of een
trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
33 Rijd het stuurwiel of de sturende rupsband aan
de linkerzijde op een blok van 15 cm of een
trottoirband.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Resultaat: Het indicatielampje
Gebruik de kleurgecodeerde
richtingpijlen op de
platformbedienin
rijchassis om de rijrichting te
bepalen.
Inspecties
Rij-inschakelsysteem testen
35 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer in
de transportstand.
36 Roteer de draaitafel totdat de arm voorbij een
van de achterwielen of niet-sturende rupsbanden
wordt bewogen.
‘rijden ingeschakeld’ dient te
knipperen zolang de arm zich
in het aangegeven bereik
bevindt.
37 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie mag niet in werking
treden.
38 Houd de rij-tuimelschakelaar naar een van beide
zijden vast en verplaats de rij-joystick langzaam
uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie moet in werking treden.
Opmerking: Als het rij-inschakelsysteem in gebruik is,
kan de machine gaan rijden in een richting die
tegengesteld is aan de richting waarin de joystick
voor rijden en sturen wordt bewogen.
Beperkte rijsnelheid testen
39 Druk de voetschakelaar in.
40 Breng de arm omhoog tot ongeveer 10° boven
de horizontale lijn.
41 Verplaats de joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
geheven arm mag niet hoger zijn dan 22 cm/s.
42 Laat de arm neer in de transportstand.
43 Schuif de arm 46 cm uit.
44 Verplaats de joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
geheven arm mag niet hoger zijn dan 22 cm/s.
Als de rijsnelheid met geheven of uitgeschoven
arm hoger is dan 22 cm/s, dient de machine
onmiddellijk te worden voorzien van een label en
uit bedrijf te worden genomen.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
g en het
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 37
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
Afschakeling rij-kantelhoek testen
45 Druk de voetschakelaar in.
46 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de
machinehellingshoek groter dan 7° is (van voren
naar achteren).
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
47 Verplaats de machine naar een horizontale
ondergrond en schuif de arm ongeveer 46 cm uit.
48 Rijd met de machine een helling op waar de
machinehoek groter dan 7° is (van voren naar
achteren).
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 7° bereikt
en het alarm bij de platformbediening dient te
klinken.
49 Schuif de arm in naar de transportstand.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
50 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm tot ongeveer 10° boven de
horizontale lijn omhoog.
51 Rijd met de machine een helling op waar de
machinehoek groter dan 7° is (van voren naar
achteren).
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 7° bereikt
en het alarm bij de platformbediening dient te
klinken.
52 Probeer op de helling de arm omhoog te
brengen en uit te schuiven.
Resultaat: De functies ‘arm omhoog brengen’ en
‘arm uitschuiven’ mogen niet in werking treden.
53 Laat de arm neer in de transportstand.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
54 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
55 Druk de voetschakelaar in.
56 Rijd met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waarbij de rolhoek
groter dan 5° is (van zijde naar zijde).
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
57 Verplaats de machine naar een horizontale
ondergrond en schuif de arm ongeveer 17 cm uit.
58 S-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX en S-65 TRAX:
Rijd met de machine een helling op waarbij de
rolhoek groter dan 5° is (van zijde naar zijde).
S-60 HF en S-65 HF: Rijd met de machine een
helling op waarbij de rolhoek groter dan 4° is
(van zijde naar zijde).
Resultaat: S-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX en S-
65 TRAX: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 5° bereikt
en het alarm dient bij de platformbediening te
klinken.
Resultaat: S-60 HF en S-65 HF: De machine
dient te stoppen zodra de machine een
chassiskantelhoek van 4° bereikt en het alarm
dient bij de platformbediening te klinken.
59 Schuif de arm in naar de transportstand.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
60 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm tot ongeveer 10° boven de
horizontale lijn omhoog.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Vliegtuigbescherming (indien aanwezig)
testen
Opmerking: Er zijn mogelijk twee personen nodig om
deze test uit te voeren.
1 Beweeg het gele stootrubber onder aan het
platform 10 cm in een willekeurige richting.
2 Activeer elke functie-joystick of
functietuimelschakelaar.
Resultaat: Geen enkele arm- of stuurfunctie mag
in werking treden.
3 Beweeg de functieprioriteitsschakelaar en houd
deze vast.
4 Activeer elke functie-joystick of
functietuimelschakelaar.
Resultaat: Alle arm- en stuurfuncties dienen in
werking te treden.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 41
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Inspecties
Inspectie van de werkplek
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
Zorg ervoor dat u de inspectie van de
werkplek kent en begrijpt voordat u verder
gaat met de volgende sectie.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Grondbeginselen inspectie van de
werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
afgereden kanten of gaten
hobbels, obstakels op de vloer of puin
hellende ondergrond
een onstabiele of gladde ondergrond
hoog aangebrachte obstakels en
hoogspanningsgeleiders
gevaarlijke plaatsen
ondergrond die ontoereikend is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de
machine worden opgewekt
wind- en weersomstandigheden
de aanwezigheid van onbevoegd personeel
andere eventueel onveilige omstandigheden
De inspectie van de werkplek helpt de bediener te
bepalen of de werkplek geschikt is om de machine
veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de
bediener te worden uitgevoerd voordat de machine
naar de werkplek wordt verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om
de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek
door te lezen en te onthouden, er vervolgens op te
letten en deze te vermijden bij het verplaatsen,
opstellen en bedienen van de machine.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Bedieningsi nstr ucti es
Op afbeeldingen in deze handleiding wordt mogelijk
een arm met wielen en banden in plaats van
rupsbanden weergegeven. Niettemin zijn alle
veiligheidsinformatie en bedieningsinstructies van
toepassing op de S-60 TRAX en S-65 TRAX, zelfs
als er geen rupsbanden worden getoond in de
afbeelding.
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Grondbeginselen
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies
voor elk aspect van de bediening van de machine.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener alle
veiligheidsvoorschriften en instructies in de
bedieningshandleiding, veiligheidshandleiding en
verantwoordelijkheidshandleiding op te volgen.
Het gebruik van de machine voor een ander doel dan
het heffen van personen, samen met
gereedschappen en materialen, naar een werkplek in
de lucht is onveilig en gevaarlijk.
De machine mag alleen door getraind en bevoegd
personeel worden bediend. Als meerdere bedieners
op verschillende tijdstippen in dezelfde dienst een
machine bedienen, mag het hier alleen om
gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht
wordt dat zij alle veiligheidsvoorschriften en
instructies in de bedienings-, verantwoordelijkheidsen veiligheidshandleidingen opvolgen. Dat betekent
dat elke nieuwe bediener vóór ingebruikname van de
machine een inspectie voor het gebruik, functietests
en een inspectie van de werkplek moet uitvoeren.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 45
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
3
scherm geeft
Bedieningsinstructies
Motor starten
Dieselmodellen
1 Draai het contactslot van de grondbediening in
de gewenste stand.
2 Zorg ervoor dat de rode noodstopknop van zowel
de grond- als platformbediening uitgetrokken is
naar de stand ‘aan’.
De gloeibougies van de motor worden
automatisch ingeschakeld zodra de machine
wordt ingeschakeld.
Grondbediening: Het LCD-
het symbool voor de gloeibougie weer
wanneer de automatische gloeibougies
zijn ingeschakeld.
4 Platformbediening: Het indicatielampje van de
gloeibougie gaat branden wanneer de
automatische gloeibougies zijn ingeschakeld.
5 Start de motor als de gloeibougies zijn
uitgeschakeld. Houd de
motorstarttuimelschakelaar in de stand start of
houd de motorstartknop ingedrukt.
6 Als de motor niet start, of afslaat, schakelt de
herstartvertraging de startschakelaar gedurende
3 seconden uit.
Noodstop
Druk de rode noodstopknop op de grond- of de
platformbediening in naar de stand ‘uit’ om alle
functies stop te zetten en de motor uit te schakelen.
Repareer elke functie die nog werkt als een van de
rode noodstopknoppen is ingedrukt.
De grondbediening krijgt voorrang op de rode
noodstopknop op het platform.
functietuimelschakelaar langzaam of druk op de
betreffende knop aan de hand van de
markeringen op het bedieningspaneel.
Opmerking: Als de arm zich aan het uiteinde van het
werkbereik bevindt, worden de functies ‘arm neer’ en
‘arm inschuiven’ door het regelsysteem
gecoördineerd. De arm kan inschuiven als de functie
‘arm neer’ in werking is.
Sturen
1 Druk de voetschakelaar in.
2 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe of gele driehoeken
OF druk op de duimschakelaar op de rij-joystick.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de
platformbediening en het rijchassis om de
draairichting van de wielen of rupsbanden te bepalen.
Rijden
1 Druk de voetschakelaar in.
2 Snelheid verhogen: Verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de rij-joystick
langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de rij-joystick terug in de middelste
stand of laat de voetschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de
platformbediening en het rijchassis om de rijrichting
van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt als de
armen geheven zijn.
Bepaal de toelaatbare hellingshoek (omhoog en
omlaag) en dwarshellingshoek voor de machine en
bepaal het stijgingspercentage van de helling.
-60/65 XC en S-60/65 TRAX
-60/65 XC, S-60/65 TRAX en S-
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is
afhankelijk van de bodemconditie met één persoon
op het platform en van voldoende tractie. Bij extra
gewicht op het platform kan de toelaatbare
hellingshoek afnemen. De term klimvermogen is
alleen van toepassing op het contragewicht voor
heuvelopwaarts rijden.
Zorg ervoor dat de arm zich onder de horizontale lijn
bevindt en het platform zich tussen de achterwielen
of niet-sturende rupsbanden bevindt.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
Zet de rijsnelheidkeuzeschakelaar op het symbool
‘machine op helling’.
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 49
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Als het lampje knippert, duidt dit
aan dat de arm net voorbij een
van beide achterwielen of niet
sturende rupsba
en de rijfunctie is onderbroken.
Bedieningsinstructies
Stijgingspercentage bepalen:
Meet de helling met een digitale hellingsmeter OF
hanteer de volgende procedure.
U hebt nodig:
• waterpas
• recht stuk hout van minstens 1 m
• meetlint
Leg het stuk hout op de helling.
Leg de waterpas aan de voet van de helling op de
bovenrand van het stuk hout en hef het uiteinde op
tot het stuk hout horizontaal komt.
Rijden inschakelen
-
nden is gedraaid
Houd om te rijden de rijschakelaar naar een van
beide zijden vast en verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan
rijden in de richting die tegengesteld is aan de
richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen
worden bewogen.
Meet de verticale afstand tussen de onderzijde van
het stuk hout en de grond terwijl u het stuk hout
horizontaal houdt.
Deel de met het meetlint gemeten afstand (verval)
door de lengte van het stuk hout (pad) en
vermenigvuldig de uitkomst met 100.
Bijvoorbeeld:
Stuk hout = 3,6 m
Pad = 3,6 m
Verval = 0,3 m
0,3 m ÷ 3,6 m = 0,083 x 100 = stijgingspercentage
van 8,3%
Als de helling steiler is dan de toelaatbare
hellingshoek (omhoog en omlaag) of
dwarshellingshoek, moet de machine met behulp van
een lier of een transportvoertuig op de helling worden
gebracht of ervan af worden gehaald. Zie de sectie
Transport- en hefinstructies.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op de
platformbediening en het rijchassis om de rijrichting
van de machine te bepalen.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
•
•
Indicatielampje ‘arm
omhoog/inschuiven’ knippert: Laat
de arm
het indicatielampje uitgaat.
Indicatielampje ‘arm neerlaten’
knippert: Laat de arm neer tot het
indicatielampje uitgaat.
Het indicatielampje ‘machine op
helling’ brandt. Als de machine de
activeringsdrempels van de
scheefstandschakelaar
overschrijdt, brandt het lampje en
klinkt het scheefstandalarm. Volg
de onderstaande procedure en
verplaats de machine naar een
stevige, horizontale ondergrond.
Als het scheefstandalarm klinkt met
het platform heuvelopwaarts:
1
2
Als het scheefstandalarm klinkt met
het platform heuvelafwaarts:
1
2
Bedieningsinstructies
Motortoerental instellen
Werkbereikindicatielampjes
Stel het motortoerental in met behulp van de
symbolen op het bedieningspaneel.
Als de voetschakelaar niet wordt ingedrukt, draait de
motor stationair op het laagste toerental.
Schildpadsymbool: door
voetschakelaar geactiveerd
laag stationair
Konijnsymbool: door
voetschakelaar geactiveerd
hoog stationair
Generator (indien aanwezig)
Zet om de generator te bedienen de
generatortuimelschakelaar in de stand ‘aan’.
Opmerking: Het indicatielampje van de generator
gaat branden.
De generator wordt ingeschakeld en de motor blijft
draaien met hoog stationair motortoerental.
Sluit elektrisch gereedschap aan op de ACcontactdoos van het platform of de draaitafel.
De werkbereikindicatielampjes gaan branden om aan
te geven dat een functie is onderbroken en/of dat er
een handeling van de bediener nodig is.
neer of schuif deze in tot
Zet om de generator uit te schakelen de
generatortuimelschakelaar in de stand ‘uit’.
Opmerking: Het indicatielampje van de generator
wordt uitgeschakeld en de motor keert terug naar
normaal stationair motortoerental.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
Laat de arm neer.
Schuif de arm in.
Schuif de arm in.
Laat de arm neer.
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 51
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Een knipperend lampje geeft aan dat
het
stopt en er treden geen functies in
werking.
Verwijder gewicht van het platform tot
het lampje uitgaat en start vervolgens
de motor opnieuw.
Een brandend lampje geeft een
systeemstoring a
Bedieningsinstructies
Indicatielampje ‘overbelasting platform’
platform is overbelast. De motor
Bereik laadvermogen platform
Het werkbereik wordt automatisch geregeld op basis
van de belasting van het platform.
S-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX. S-65 TRAX
Onbeperkt werkbereik: Wanneer de belasting van het
platform minder dan 300 kg bedraagt.
Indicatielampje ‘machinestoring’
an.
1 Druk de rode noodstopknop in en trek deze
vervolgens weer uit.
2 Laat de arm neer en schuif deze in.
3 Voorzie de machine van een label en neem deze
uit bedrijf. Geen enkele functie treedt in werking.
S-60 HF, S-65 HF Onbeperkt werkbereik: Als de
belasting van het platform minder dan 600 lbs/272 kg
bedraagt, brandt het lampje 'beperkt werkbereik'.
S-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX. S-65 TRAX Beperkt
werkbereik: Wanneer de belasting van het platform
661 - 1.000 lbs/301 - 454 kg bedraagt.
S-60 HF, S-65 HF Beperkt werkbereik: Wanneer de
belasting van het platform 600 - 1.000 lbs/272 454 kg bedraagt.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
naar achteren)
platformbereik
Scheefstand/hellingshoek
(van voren naar
Scheefstand/hellingshoek
(van voren naar achteren)
Scheefstand/hellingshoek
(van voren naar
Bedieningsinstructies
Activeringsinstellingen
scheefstandschakelaar
S-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX, S-65 TRAX
Model Scheefstand/
hellingshoek
(van voren
S-60 XC,
S-
60 TRAX
S-65 XC,
S-65
TRAX
Model
4° 71,7° 71,7°
7° 51,1° n.v.t.
3° 71,7° 71,7°
7° 51,1° n.v.t.
Scheefstand/
hellingshoek
(van voren
naar achteren)
S-60 XC,
S-
60 TRAX
S-65 XC,
S-65
TRAX
4° 18,28 m 18,28 m
7° 14,51 m n.v.t.
3° 19,81 m 19,81 m
7° 16,09 m n.v.t.
Model Scheefstand/
hellingshoek
(van voren
naar achteren)
S-60 XC,
S-
60 TRAX
S-65 XC,
S-65
TRAX
4° 14,81 m 12,8 m
7° 12,8 m n.v.t.
3° 16,51 m 14,32 m
7° 14,32 m n.v.t.
Platformbelasting/maximum
armhoek
300 kg 454 kg
Platformbelasting/maximum
platformhoogte
300 kg 454 kg
Platformbelasting/maximum
300 kg 454 kg
S-60 HF, S-65 HF
Model
S-60
HF
S-65
HF
Model
S-60
HF
S-65
HF
Model
S-60
HF
S-65
HF
0° 71° 71,7°
4° 51° 53°
7° 31° n.v.t.
0° 71° 71°
4° 41° 43°
7° 14° n.v.t.
0° 18,34 m 18,34 m
4° 17,5 m 14,73 m
7° 13,7 m n.v.t.
0° 19,86 m 19,86 m
4° 18,01 m 15,6 m
7° 15,06 m n.v.t.
0° 14,2 m 11,58 m
4° 12,7 m 10,36 m
7° 10,36 m n.v.t.
0° 15,6 m 13,11 m
4° 14,22 m 11,89 m
7° 11,89 m n.v.t.
achteren)
achteren)
Platformbelasting/maximum
armhoek
272 kg 454 kg
Platformbelasting/maximum
platformhoogte
272 kg 454 kg
Platformbelasting/maximum
platformbereik
272 kg 454 kg
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 53
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
S
S
brandt wanneer de belasting van het
platform meer dan 30
S
'werkbereik' brandt wanneer de
belasting van het platform meer dan
27
Als het
dat het werkbereik beperkt is
vanwege het gewicht van het
platform.
S-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX,
S
brandt wanneer de belasting van het
platform minder dan 30
g bedraagt
en de
S
'werkbereik' brandt wanneer de
belasting van het platform minder
dan 272
op een helling staat.
Als het lampje brandt, duidt dit aan
dat het werkbereik beperkt is
vanwege h
platform en de hoek van de helling.
Opmerking: Als het indicatielampje
'machine op helling' brandt en het
scheefstandalarm klinkt, worden de
rij
Volg de procedure voor
werkbereikindicatielampjes om de
r
schakelen.
Bedieningsinstructies
-60 XC, S-65 XC, S-60 TRAX,
-65 TRAX: Het lampje ‘werkbereik’
0 kg bedraagt.
-60 HF, S-65 HF: Het lampje
2 kg bedraagt.
lampje brandt, duidt dit aan
-65 TRAX: Het lampje ‘werkbereik’
0 k
machine op een helling staat.
-60 HF, S-65 HF: Het lampje
LCD-scherm
Op het LCD-scherm van de grondbediening worden
de urenteller, spanning, oliedruk en
koelvloeistoftemperatuur weergegeven. Op het
scherm worden tevens storingscodes en andere
service-informatie weergegeven.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Regeneratie bij stilstand
Zolang de regeneratie van het DPF bij stilstand
bezig is, zijn alle armfuncties uitgeschakeld.
Blijf uit de buurt van de motoruitlaat en de
uitlaatdemper.
Laat de machine niet onbeheerd achter.
De regeneratie van het DPF bij stilstand kan niet
worden geactiveerd als deze niet door de motor
is aangevraagd of als er bepaalde
motorstoringen aanwezig zijn.
Als de aangevraagde regeneratie bij stilstand
wordt genegeerd, kan het roet in het DPF
extreem toenemen. Het filter raakt hierdoor
blijvend beschadigd en dient uiteindelijk door een
gekwalificeerde servicemonteur te worden
vervangen.
In noodgevallen kan de regeneratie van het DPF
bij stilstand op drie manieren worden
onderbroken:
De motor wordt vanuit het contactslot uitgezet.
De ESC-knop wordt ingedrukt.
De noodstopknop wordt ingedrukt.
Als dit gebeurt, moet de regeneratie bij stilstand
wellicht opnieuw worden opgestart.
Als op het LCD-scherm het bericht ‘Regen Required’
(Regen. vereist) wordt weergegeven, is voor het
dieselpartikelfilter (DPF) regeneratie bij stilstand
vereist.
Start de regeneratie als volgt op.
1 Sluit de afdekking aan de motorzijde.
2 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en
verkeer, vrij van ontvlambare materialen en vrij
van explosieve gassen.
3 Druk de knop ‘Maintenance’ (Onderhoud) boven
het LCD-scherm in en selecteer ‘Stage V Info’
(Info Stage V).
De regeneratie van het DPF bij stilstand kan pas
beginnen als de motor minimaal twee minuten
heeft gedraaid en de koelvloeistof een
temperatuur van 35 °C heeft bereikt.
®
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 55
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningsinstructies
4 Druk op OK. Op het LCD-scherm wordt de
volgende waarschuwing weergegeven: ‘Nonflammable Environment’ (Niet-ontvlambare
omgeving).
5 Druk op OK. Op het LCD-scherm wordt de
volgende waarschuwing weergegeven: ‘Machine
Lockout’ (Machine blokkeren).
8 De motor draait op een hoog toerental tot de
koelvloeistof een temperatuur van 35 °C bereikt.
Op het LCD-scherm wordt het volgende bericht
weergegeven: ‘Standstill Regen Launch’ (Regen.
bij stilstand wordt gestart).
9 Als de regeneratie begonnen is, verloopt de
regeneratie automatisch en wordt op het LCDscherm het volgende bericht weergegeven:
‘Standstill Regen Active’ (Regen. bij stilstand
actief).
6 Druk op OK. Als de motor niet al draait, wordt op
het LCD-scherm het volgende bericht
weergegeven: ‘Start Engine’ (Motor starten).
7 Start de motor als dit niet al gedaan is. Indien
nodig wordt op het LCD-scherm het volgende
bericht weergegeven: ‘Engine Warming’ (Motor
wordt opgewarmd).
10 De regeneratie verloopt automatisch en na
afronding ervan wordt op het LCD-scherm het
volgende bericht weergegeven: ‘Regen
Complete’ (Regen. voltooid).
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Contactalarm (indien aanwezig)
Vliegtuigbescherming (indien aanwezig)
Het contactalarm is ontworpen om grondpersoneel te
waarschuwen wanneer de bediener contact maakt
met het platformbedieningspaneel, waardoor de
beweging van de arm wordt onderbroken, een alarm
klinkt en de waarschuwingslichten gaan knipperen.
Wanneer de kabel van het contactalarm wordt
onderbroken, worden de lift en de rijfunctie van het
platform uitgeschakeld. Met de hoorbare en visuele
waarschuwingen worden anderen op de hoogte
gebracht dat er mogelijk ondersteuning is vereist.
Deze waarschuwingen stoppen pas nadat het
systeem is gereset.
1 De kabel van het contactalarm is onderbroken,
waardoor de kop uit de kophouder werd
getrokken.
2 Plaats de kop in de kophouder om de
knipperende lampjes en het alarm uit te
schakelen.
Als de stootrubbers van het platform in contact
komen met vliegtuigonderdelen, wordt de machine
uitgeschakeld en werkt geen enkele functie.
1 Start de motor.
2 Druk de voetschakelaar in.
3 Beweeg de prioriteitsschakelaar van de
vliegtuigbescherming en houd deze vast.
4 Beweeg de betreffende functie-joystick of
functietuimelschakelaar om de machine weg te
bewegen van vliegtuigonderdelen.
1 kop
2 kabel contactalarm
3 knipperend alarm
4 kophouder
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 57
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningsinstructies
Instructies pijphouders
Houd u aan het volgende:
Het pijphouderpakket bestaat uit 2 pijphouders die
elk aan een zijde van het platform worden geplaatst
en met veerstroppen aan de veiligheidsreling worden
gemonteerd.
Pijphouders moeten aan de binnenzijde van het
platform worden geplaatst.
Pijphouders dienen de platformbediening of de
toegang naar het platform niet te blokkeren.
De onderzijde van de pijphouderbuis moet op de
platformvloer rusten.
Zorg dat het platform horizontaal staat voordat u
een pijphouder plaatst.
Plaatsing van pijphouders
1 Plaats aan beide zijden van het platform een
pijphouder. Raadpleeg de illustratie links. Zorg
dat de onderzijde van de pijphouderbuis op de
platformvloer rust.
2 Plaats twee veerstroppen vanaf de buitenkant
van de platformreling door elke
pijphouderbevestiging.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Maximum laadvermogen pijphouders
Alle modellen
g
Gewicht pijphouderpakket
g
Bedieningsinstructies
Gebruik van pijphouders
Paneelhouderpakket
1 Zorg dat de instructies voor montage en
plaatsing van de pijphouders juist zijn opgevolgd
en dat de pijphouders zijn vastgezet aan de
platformreling.
2 Plaats de lading zodanig dat deze in beide
pijphouders rust. De lading dient in de lengte
parallel te liggen aan de lengte van het platform.
3 Centreer de lading in de pijphouders.
4 Zet de lading aan elke pijphouder vast. Haal de
nylon band over de lading. Druk de sluiting in en
schuif de band erdoor. Zet de band vast.
5 Trek en duw de lading voorzichtig om te
controleren of de pijphouders en de lading goed
vastzitten.
6 Zorg dat de lading blijft vastzitten als de machine
in beweging is.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de
lading in de pijphouders verlagen het nominale
laadvermogen van het platform en moeten met
het totale laadvermogen van het platform worden
verrekend.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen.
Het gewicht van het pijphouderpakket en de
lading in de pijphouders kan de maximum
bezetting op het platform beperken.
90,7 k
9,5 k
1 Breng de waarschuwingssticker aan op de
voorzijde van elke paneelhouder (indien nodig).
2 Plaats rubberen schokdemper 1 in de
paneelhouderbasis. Zie de illustratie.
3 Zet de schokdemper vast met 2 hoge
borgmoeren en 2 ringen.
Plaatsing van paneelhouders
1 Steek het haakstuk door de sleuven in de
paneelhouderbasis.
2 Haak de paneelhouder op de gewenste plek aan
de onderste platformbuis.
3 Plaats rubberen schokdemper 2 door de
paneelhouderbasis en het haakstuk. Zie de
illustratie.
4 Zet deze vast met 2 lage borgmoeren.
5 Als de paneelhouder bij een steunbuis van de
platformvloer is geplaatst, steekt u de veerstrop
door de vloer aan weerszijden van de buis en in
de paneelhouderbasis.
6 Zet de veerstrop vast met 2 moeren en 2 ringen.
Ga verder naar stap 9.
7 Gebruik de meegeleverde aluminium buis als de
paneelhouder niet bij een steunbuis van de
platformvloer is geplaatst.
8 Plaats de buis tussen de paneelhouder en de
platformvloer. Steek de veerstrop door de vloer
aan weerszijden van de buis en in de
paneelhouderbasis.
9 Herhaal het bovenstaande voor de tweede set
onderdelen.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 59
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Bedieningsinstructies
Plaatsing van voering
1 Plaats de twee stukken voering op de
platformreling. Plaats de voering zodanig dat
deze de panelen beschermt tegen contact met
de platformreling.
Plaatsing van band
1 Maak de klem open en plaats deze rond een
verticale buis van de platformreling.
2 Steek een bout met een ring door een zijde van
de klem.
3 Plaats de eindplaat van de bandconstructie op
de bout.
4 Steek de bout door de andere zijde van de klem.
5 Zet deze vast met een ring en een moer. Draai
deze niet te vast. De eindplaat van de
bandconstructie moet over de platformreling
kunnen schuiven.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en
verkeer.
2 Schuif de arm in en laat deze neer in de
transportstand.
3 Roteer de draaitafel totdat de arm zich tussen de
achterwielen of niet-sturende rupsbanden
bevindt.
4 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te
voorkomen.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 61
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Zet de wiel
rupsbandremmen vrij door alle
vier de vrijloopkappen van de
aandrijfnaaf om te keren.
Zorg ervoor dat de lierkabel
goed vastzit aan de
vastzet
en dat het pad vrij is van
obstakels.
Transport- en hefinstructies
Transport- e n hefin struc ties
Op afbeeldingen in deze handleiding wordt mogelijk
een arm met wielen en banden in plaats van
rupsbanden weergegeven. Niettemin zijn alle
veiligheidsinformatie en bedieningsinstructies van
toepassing op de S-60 TRAX en S-65 TRAX, zelfs
als er geen rupsbanden worden getoond in de
afbeelding.
Houd u aan het volgende:
Zorg ervoor dat de draaitafel voor transport wordt
vastgezet met de anti-rotatievergrendeling van
de draaitafel. Zorg ervoor dat de draaitafel wordt
ontgrendeld voor gebruik.
Rijd niet met de machine op een helling die
steiler is dan de toelaatbare hellingshoek
(omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. Zie
Rijden op een helling in de sectie
Bedieningsinstructies.
Als de helling van de laadvloer van het
transportvoertuig steiler is dan de toelaatbare
hellingshoek, moet de machine worden geladen
en afgeladen met behulp van een lier zoals
beschreven in Remmen vrijzetten.
Deze bevestigingsgegevens worden aanbevolen
door Genie. De bestuurder is verantwoordelijk
voor het veilig bevestigen van de machine en
voor de keuze van de aanhangwagen. Hierbij
moet rekening worden gehouden met alle van
toepassing zijnde overheidsvoorschriften, wetten
en het bedrijfsbeleid.
Klanten van Genie die een hefvoertuig of ander
product van Genie in een container moeten
vervoeren, dienen dit uit te besteden aan een
gekwalificeerd transportbedrijf dat
gespecialiseerd is in het voorbereiden, laden en
bevestigen van bouw- en hefmachines voor
internationaal transport.
Alleen bevoegde bedieners van mobiele
hoogwerkerplatformen mogen de machine op en
van het transportvoertuig rijden.
Het transportvoertuig dient op een horizontale
ondergrond geparkeerd te worden.
Het transportvoertuig moet worden vastgezet om
wegrollen bij het laden van de machine te
voorkomen.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van het
voertuig, de dragende ondergrond en de
kettingen of banden voldoende zijn om het
gewicht van de machine te kunnen dragen.
Genie hefapparaten zijn relatief zwaar voor hun
afmetingen. Zie het serielabel voor het gewicht
van de machine.
Vrijloopconfiguratie voor hijsen
met lier
Blokkeer de wielen of rupsbanden om te voorkomen
dat de machine gaat rollen.
- of
punten op het rijchassis
Voer de beschreven procedures in omgekeerde
volgorde uit om de remmen opnieuw te activeren.
Opmerking: Het pompvrijloopventiel moet altijd
gesloten blijven.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
1 Draaitafelborgpen
Transport- en hefinstructies
Vastzetten voor vervoer
Gebruik altijd de draaitafelborgpen als de machine
wordt getransporteerd.
Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en verwijder
de sleutel voorafgaand aan het transport.
Platform vastzetten – S-60 XC, S-60 HF en
S-60 TRAX
Zorg ervoor dat het platform zich in de transportstand
bevindt.
Zet het platform vast met een nylon band die parallel
aan de bandgeleiders is bevestigd. Oefen geen
overmatige neerwaartse kracht uit wanneer u de
armsectie vastzet.
Controleer de gehele machine op losse of nietvastgezette onderdelen.
Chassis vastzetten
Gebruik kettingen die een grote belasting aankunnen.
Gebruik ten minste 6 kettingen.
Stel de takelage bij om schade aan de kettingen te
voorkomen.
Raadpleeg de hefinstructies voor het diagram.
Platform vastzetten – S-65 XC, S-65 HF en
S-65 TRAX
Zorg ervoor dat de arm en het platform zich in de
transportstand bevinden.
Zet het platform vast met een nylon band die parallel
aan de bandgeleiders is bevestigd. Oefen geen
overmatige neerwaartse kracht uit wanneer u de
armsectie vastzet.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 63
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Zwaartepunt
X-as
Y-as
S
m
m
S-65 XC
m
m
S
m
m
S-65 TRAX
m
m
S
m
m
S-65 HF
m
m
Transport- en hefinstructies
Hefinstructies
Houd u aan het volgende:
Alleen gekwalificeerde kraanmachinisten mogen
de machine takelen.
Alleen gecertificeerde kraanmachinisten mogen
de machine heffen en uitsluitend in
overeenstemming met de toepasselijke
kraanvoorschriften.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van de
kraan, de dragende ondergrond en de banden of
lijnen voldoende zijn om het gewicht van de
machine te kunnen dragen. Zie het serielabel
voor het gewicht van de machine.
Laat de arm volledig neer en schuif deze volledig in.
Laat de jib volledig neer. (indien aanwezig)
Bepaal het zwaartepunt van de machine aan de hand
van de tabel en de afbeelding op deze pagina.
Bevestig de takelage alleen aan de aangegeven
hefpunten op de machine. Alle vier de hefpunten
bevinden zich op de draaitafel.
Stel de takelage bij om schade aan de machine te
voorkomen en om de machine horizontaal te houden.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Geeft aan dat er gereedschappen nodig zijn
om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat er nieuwe onderdel
zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat de motor koud dient te zijn
voordat deze procedure wordt uitgevoerd.
Deutz
Type olie
40
Type olie
40
Deutz
Type olie
40
Type olie
40
Deutz-motor TCD 2.2L Stage V
Type olie
40
Type olie
40
Deutz
Type olie
40
Type olie
30
Deutz
Type olie
40
Type olie
40
Weichai WP3.2-motor
Type olie
40
Onderhoud
Onderhoud
Motoroliepeil controleren
Houd u aan het volgende:
Alleen de gedeelten van het periodieke
onderhoud die in deze handleiding genoemd
worden, mogen door de bediener worden
uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door
gekwalificeerde servicemonteurs worden
uitgevoerd in overeenstemming met de
specificaties van de fabrikant en de eisen die
genoemd worden in de
verantwoordelijkheidshandleiding.
Voer het materiaal af volgens de van toepassing
zijnde overheidsvoorschriften.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde
vervangende onderdelen.
Legenda onderhoudssymbolen
De volgende symbolen worden in deze handleiding
gebruikt om de bedoeling van de instructies te
verduidelijken. Wanneer een of meer symbolen aan
het begin van een onderhoudsprocedure worden
weergegeven, heeft dit de volgende betekenis.
Het is voor goede prestaties en een lange levensduur
van de motor van essentieel belang dat het juiste
motoroliepeil wordt gehandhaafd. Als de machine
gebruikt wordt met een onjuist oliepeil, kunnen
motoronderdelen beschadigd raken.
Opmerking: Controleer het oliepeil bij een
uitgeschakelde motor.
1 Controleer de oliepeilstok. Vul olie bij als dit
nodig is.
-motor 2011 L03i
15W-
- koude omstandigheden 5W-
-motor TD2.9
15W-
- koude omstandigheden 5W-
15W-
- koude omstandigheden 5W-
-motor D436
15W-
- koude omstandigheden 5W-
-motor D 2,9.L4 Stage IV
15W-
- koude omstandigheden 5W-
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
en nodig
15W-
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 65
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Deutz
Brandstoftype Laagzwavelige diesel (LSD)
Deutz
Brandstoftype
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Deutz
Brandstoftype
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Deutz-motor D 2,9.L4 Stage IV
Brandstoftype
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Deutz-motor D436
Brandstoftype Laagzwavelige diesel (LSD)
Weichai WP3.2
Brandstoftype
Ultralaagzwavelige diesel (ULSD)
Specificaties hydraulische olie
Type hydraulische olie
equivalent
Onderhoud
Vereisten ten aanzien van
dieselbrandstof
Een goede werking van de motor is afhankelijk van
het gebruik van brandstof van goede kwaliteit. Het
gebruik van brandstof van goede kwaliteit levert het
volgende resultaat op: een lange levensduur van de
motor en een aanvaardbaar uitstootniveau.
Hieronder worden de minimale vereisten ten aanzien
aan dieselbrandstof voor elke motor vermeld.
-motor 2011 L03i
-motor TD2.9
-motor TCD 2.2L Stage V
Peil hydraulische olie controleren
Het is voor een goede werking van de machine van
essentieel belang dat het juiste peil van de
hydraulische olie wordt gehandhaafd. Bij een onjuist
peil van de hydraulische olie kunnen hydraulische
onderdelen beschadigd raken. Met dagelijkse
controles kan de controleur wijzigingen in het oliepeil
vaststellen die kunnen wijzen op problemen met het
hydraulische systeem.
1 Zorg ervoor dat de arm zich in de transportstand
bevindt.
2 Inspecteer visueel het kijkglas dat zich aan de
zijkant van de hydraulische-olietank bevindt.
Resultaat: Het peil van de hydraulische olie dient
zich binnen de bovenste 5 cm van het kijkglas te
bevinden.
3 Vul olie bij als dit nodig is. Vul niet te veel bij.
Het is voor de levensduur van de motor van
essentieel belang dat het juiste motorkoelvloeistofpeil
wordt gehandhaafd. Indien het koelvloeistofpeil niet
juist is, heeft dit invloed op de koelmogelijkheden van
de motor en raken motoronderdelen beschadigd. Met
dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in
het koelvloeistofpeil vaststellen welke kunnen wijzen
op problemen met het koelsysteem.
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden. Pas
op voor hete motoronderdelen en hete
koelvloeistof. Contact met hete motoronderdelen
en/of hete koelvloeistof kan ernstige
brandwonden tot gevolg hebben.
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden.
Verwijder de radiateurdop niet wanneer de motor
net heeft gedraaid. Contact met koelvloeistof
onder druk kan ernstige brandwonden
veroorzaken. Laat de motor afkoelen voordat de
radiateurdop wordt verwijderd.
1 Controleer het vloeistofpeil in de
koelvloeistoftank. Vul vloeistof bij als dit nodig is.
Resultaat: Het vloeistofpeil moet tot de markering
FULL (vol) van de tank reiken of zichtbaar zijn in
het kijkglas.
Accu’s controleren
Het is voor een goede en veilige werking van de
machine van groot belang dat de accu zich in goede
staat bevindt. Een onjuist vloeistofpeil of beschadigde
kabels en aansluitingen kunnen schade aan de
onderdelen en gevaarlijke situaties tot gevolg
hebben.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk.
Contact met elektrisch geladen circuits kan de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg
hebben. Doe alle ringen, horloges en andere
sieraden af.
Accu’s bevatten zuur. Vermijd morsen en zorg
ervoor dat u niet in aanraking komt met
accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met
zuiveringszout en water.
1 Trek beschermende kleding aan en draag een
veiligheidsbril.
2 Zorg ervoor dat de accukabelaansluitingen goed
vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Zorg ervoor dat de accuklemmen op de juiste
plaats goed zijn vastgezet.
Opmerking: Door poolkappen en een corrosiewerend
afdichtmiddel aan te brengen, voorkomt u corrosie op
de polen en kabels van de accu.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 67
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Onderhoud
Periodiek onderhoud
Onderhoud tijdens inbedrijfstelling, per kwartaal, per
jaar en per twee jaar dient te worden uitgevoerd door
een persoon die getraind en gekwalificeerd is om
onderhoud aan deze machine uit te voeren in
overeenstemming met de procedures die te vinden
zijn in de service- en onderhoudshandleiding voor
deze machine.
Een machine die langer dan drie maanden buiten
gebruik is geweest, moet eerst de kwartaalinspectie
ondergaan alvorens in gebruik te worden genomen.
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van
de
voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de
toelaatbare hellingshoek afnemen.
Maximaal toegestane
helling van het frame
Raadpleeg de sectie
‘Activeringsinstellingen
’
Rijsnelheden
Rijsnelheid, transport
4,8 km/u
ec
Rijsnelheid, geheven of
uitgeschoven
1,1 km/u
ec
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden
5.790 kg
Contactdruk banden
6,3 kg/cm2
Pa
Ingenomen vloerdruk
1.371 kg/m2
Pa
Opmerking: De informatie over de belasting van de
ondergrond is een benadering. De verschillende optionele
configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De
informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming
van
Specificaties
Specificati es
5 m/s2.
t hoger dan 0,5 m/s2.
bodemconditie met één persoon op het platform en van
voet (lengte x
voet (lengte x
scheefstandschakelaar
12,2 m/9,1 s
12,2 m/40 s
620 k
13,44 k
toereikende veiligheidsfactoren.
-
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering
van de producten. Productspecificaties kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden
gewijzigd.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 69
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Model
S-65 XC
Maximum werkhoogte
21,81 m
Maximum platformhoogte
m
Maximaal horizontaal
platformbereik
16,51 m
Maximum laadvermogen
300 kg
Maximum laadvermogen, beperkt
454 kg
Maximum windsnelheid
12,5 m/s
Platformrotatie
160°
Platformnivellering
zelf-nivellerend
Draaitafelrotatie (in graden)
360° continu
Draaitafeluitzwaai
1,41 m
Maximum transporthoogte
2,82 m
Transportlengte
9,76 m
Breedte, standaardbanden
2,49 m
Wielbasis
2,49 m
Bodemvrijheid, midden
41,4 cm
Bodemvrijheid, as
25,4 cm
Draaicirkel (binnen)
2,4 m
Draaicirkel (buiten)
5,5 m
Afmetingen platform, 6 voet (lengte
x breedte)
183 cm x 76 cm
Afmetingen platform,
x breedte)
244 cm x 91 cm
Bedieningselementen
12V DC proportioneel
AC-contactdoos op platform
standaard
Systeemspanning
12V
Maximum druk hydraulisch systeem
(armfuncties)
207 bar
Bandenmaat
355/55D 625
Inhoud brandstoftank
132 liter
Inhoud hydraulische tank
151 liter
Gewicht
11.412 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel
voor het gewicht van de machine.)
Omgevingstemperatuur
-20 °F tot 120 °F
29 °C tot 49 °C
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation
83 dBa
Niveau geluidsdruk bij platformwerkstation
Ba
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau
105 dBa
Totale trillingswaarde waaraan de hand/arm wordt
blootgesteld, is niet hoger dan 2,
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de
gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt
blootgesteld, is niet hoger dan 0,
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van
de bodemconditie met één persoon op het platform en van
voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de
toelaatbare hellingshoek afnemen.
Maximaal toegestane
helling van het frame
Raadpleeg de sectie
‘Activeringsinstellingen
scheefstandschakelaar’
Rijsnelheden
Rijsnelheid, transport
m/u
ec
Rijsnelheid, geheven of uitgeschoven
1,1 km/u
ec
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden
6.100 kg
Contactdruk banden
6,3 kg/cm2
Pa
Ingenomen vloerdruk
1.483 kg/m2
Pa
Opmerking: De informatie over de belasting van de
ondergrond is een benadering. De verschillende optionele
configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De
informatie
van toereikende veiligheidsfactoren.
Specificaties
19,81
79 d
5 m/s2.
5 m/s2.
4,8 k
12,2 m/9,1 s
8 voet (lengte
12,2 m/40 s
70S
620 k
14,55 k
mag alleen worden gebruikt met inachtneming
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering
van de producten. Productspecificaties kunnen zonder
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van
de bodemconditie met één persoon op het platform en van
voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de
toelaatbare hellingshoek afnemen.
Maximaal toegestane
helling van het frame
Raadpleeg de sectie
‘Activeringsinstellingen
scheefstandschakelaar’
Rijsnelheden
Rijsnelheid, transport
m/u
ec
Rijsnelheid, geheven of
uitgeschoven
0,7 km/u
ec
Informatie belasting ondergrond
Maximum belastbaarheid
rupsbanden
6.176 kg
Contactdruk rupsbanden
1,61 kg/cm2
Pa
Ingenomen vloerdruk
1.297 kg/m2
Pa
Opmerking: De informatie over de belasting van de
ondergrond is een benadering. De verschillende optionele
configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De
informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming
van toereikende veiligheidsfactoren.
Specificaties
18,29
5 m/s2.
versnelling waaraan het gehele lichaam wordt
5 m/s2.
3,7 k
12,2 m/12 s
12,2 m/60 s
158 k
12,72 k
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering
van de producten. Productspecificaties kunnen zonder
-
voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden
gewijzigd.
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 71
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Model
S-65 TRAX
Maximum werkhoogte
21,81 m
Maximum platformhoogte
m
Maximaal horizontaal
platformbereik
16,51 m
Maximum laadvermogen
300 kg
Maximum laadvermogen, beperkt
454 kg
Maximum windsnelheid
12,5 m/s
Platformrotatie
160°
Platformnivellering
zelf-nivellerend
Draaitafelrotatie (in graden)
360° continu
Draaitafeluitzwaai
1,37 m
Maximum transporthoogte
2,81 m
Transportlengte
9,76 m
Breedte, TRAX
2,58 m
Wielbasis
2,5 m
Bodemvrijheid, midden
41,4 cm
Bodemvrijheid, as
25,4 cm
Draaicirkel (binnen)
3,48 m
Draaicirkel (buiten)
6,5 m
Afmetingen platform, 6 voet (lengte
x breedte)
183 cm x 76 cm
Afmetingen platform,
x breedte)
244 cm x 91 cm
Bedieningselementen
12V CC proportioneel
AC-contactdoos op platform
standaard
Systeemspanning
12V
Maximum druk hydraulisch systeem
(armfuncties)
207 bar
Inhoud brandstoftank
132 liter
Inhoud hydraulische tank
151 liter
Gewicht
13.154 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel
voor het gewicht van de machine.)
Omgevingstemperatuur
-20 °F tot 120 °F
29 °C tot 49 °C
Maximaal
4WD Platform heuvelopwaarts
30%
(17°)
Platform heuvelafwaarts
45%
(24°)
Dwarshelling
25%
(14°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van
de bodemconditie met één persoon op het platform en
voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de
toelaatbare hellingshoek afnemen.
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation
83 dBa
Niveau geluidsdruk bij
platformwerkstation
79 dBa
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau
105 dBa
Totale trillingswaarde waaraan de hand/arm wordt
blootgesteld, is niet hoger dan 2,
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de
gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt
blootgesteld, is niet hoger
Maximaal toegestane
helling van het frame
Raadpleeg de sectie
‘Activeringsinstellingen
scheefstandschakelaar’
Rijsnelheden
Rijsnelheid, transport
3,7 km/u
ec
Rijsnelheid, geheven of uitgeschoven
0,7 km/u
ec
Informatie belasting ondergrond
Maximum belastbaarheid rupsbanden
6.648 kg
Contactdruk rupsbanden
1,76 kg/cm2
Pa
Ingenomen vloerdruk
1.392 kg/m2
Pa
Opmerking: De informatie over de belasting van de
ondergrond is een benadering. De
configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De
informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming
van toereikende veiligheidsfactoren.
Specificaties
19,81
toelaatbare hellingshoek, transportstand,
van
5 m/s2.
dan 0,5 m/s2.
8 voet (lengte
12,2 m/12 s
12,2 m/61 s
170 k
13,66 k
verschillende optionele
-
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering
van de producten. Productspecificaties kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden
gewijzigd.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Model
S-60 HF
Maximum werkhoogte
20,33 m
Maximum platformhoogte
18,33 m
Maximaal horizontaal
platformbereik
14,21 m
Maximum laadvermogen
272 kg
Maximum laadvermogen, beperkt
454 kg
Maximum windsnelheid
12,5 m/s
Platformrotatie
160°
Platformnivellering
zelf-nivellerend
Draaitafelrotatie (in graden)
360° continu
Draaitafeluitzwaai
1,38 m
Maximum transporthoogte
2,85 m
Transportlengte
8,71 m
Breedte, banden met hoog
flotatievermogen
2,55 m
Wielbasis 2,5 m
Bodemvrijheid, midden
44 cm
Bodemvrijheid, as
28 cm
Draaicirkel (binnen)
3,29 m
Draaicirkel (buiten)
5,57 m
Afmetingen platform,
x
183 cm x 76 cm
Afmetingen platform, 8 voet (lengte
x breedte)
244 cm x 91 cm
Bedieningselementen
12V DC proportioneel
AC-contactdoos op platform
standaard
Systeemspanning
12V
Maximum druk hydraulisch
systeem (armfuncties)
207 bar
Bandenmaat
41/18LL x 22,5,
koordlaag 20
Inhoud brandstoftank
132 liter
Inhoud hydraulische tank
151 liter
Gewicht 10.081 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel
voor het gewicht van de machine.)
Omgevingstemperatuur
-20 °F tot 120 °F
29 °C tot 49 °C
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation
83 dBa
Niveau geluidsdruk bij
platformwerkstation
Ba
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau
105 dBa
Totale trillingswaarde waaraan de hand/arm wordt
blootgesteld, is niet hoger dan 2,
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de
gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt
blootgesteld, is niet hoger dan 0,
Maximaal
4WD
Platform heuvelopwaarts
25%
(14°)
Platform heuvelafwaarts
45%
(24°)
Dwarshelling
25%
(14°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van
de bodemconditie met één persoon op het platform en
voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de
toelaatbare hellingshoek afnemen.
Maximaal toegestane
helling van het frame
Raadpleeg de sectie
‘Activeringsinstellingen
scheefstandschakelaar’
Rijsnelheden
Rijsnelheid, transport
4,8 km/u
ec
Rijsnelheid, geheven of
uitgeschoven
0,7 km/u
ec
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden
5.445 kg
Contactdruk banden
7,03 kg/cm2
Pa
Ingenomen vloerdruk
1.268 kg/m2
Pa
Opmerking: De informatie over de belasting van de
ondergrond is een benadering. De verschillende optionele
configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De
informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming
van toereikende veiligheidsfactoren.
Specificaties
breedte)
6 voet (lengte
5 m/s2.
5 m/s2.
toelaatbare hellingshoek, transportstand,
79 d
van
12,2 m/9,1 s
12,2 m/61 s
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
690 k
12,44 k
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering
van de producten. Productspecificaties kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden
gewijzigd.
-
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 73
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Model
S-65 HF
Maximum werkhoogte
21,86 m
Maximum platformhoogte
19,86 m
Maximaal horizontaal
platformbereik
15,6 m
Maximum laadvermogen
272 kg
Maximum laadvermogen, beperkt
454 kg
Maximum windsnelheid
12,5 m/s
Platformrotatie
160°
Platformnivellering
zelf-nivellerend
Draaitafelrotatie (in graden)
360° continu
Draaitafeluitzwaai
1,38 m
Maximum transporthoogte
2,85 m
Transportlengte
9,76 m
Breedte, banden met hoog
flotatievermogen
2,55 m
Wielbasis 2,5 m
Bodemvrijheid, midden
44 cm
Bodemvrijheid, as
28 cm
Draaicirkel (binnen)
3,29 m
Draaicirkel (buiten)
5,57 m
Afmetingen platform,
6
183 cm x 76 cm
Afmetingen platform,
8
244 cm x 91 cm
Bedieningselementen
12V DC proportioneel
AC-contactdoos op
platform
standaard
Systeemspanning
12V
Maximum druk hydraulisch
systeem (armfuncties)
207 bar
Bandenmaat
41/18LL x 22,5,
koordlaag 20
Inhoud brandstoftank
132 liter
Inhoud hydraulische tank
151 liter
Gewicht 11.092 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel
voor het gewicht van de machine.)
Omgevingstemperatuur
-20 °F tot 120 °F
29 °C tot 49 °C
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation
83 dBa
Niveau
platformwerkstation
Ba
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau
105 dBa
Totale trillingswaarde waaraan de hand/arm wordt
blootgesteld, is niet hoger dan 2,
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de
gewogen versnelling waaraan h
blootgesteld, is niet hoger dan 0,
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van
de bodemconditie met één persoon op het platform en van
voldoende tractie. Bij extra gewicht op het platform kan de
toelaatbare hellingshoek afnemen.
Maximaal toegestane
helling van het frame
Raadpleeg de sectie
sinstellingen
scheefstandschakelaar’
Rijsnelheden
Rijsnelheid, transport
4,8 km/u
ec
Rijsnelheid, geheven of
uitgeschoven
0,7 km/u
ec
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden
5.824 kg
Contactdruk banden
7,03 kg/cm2
Pa
Ingenomen vloerdruk
1.373 kg/m2
Pa
Opmerking: De informatie over de belasting van de
ondergrond is een benadering. De verschillende optionele
configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De
informatie mag alleen worden ge
van toereikende veiligheidsfactoren.
Specificaties
geluidsdruk bij
5 m/s2.
et gehele lichaam wordt
5 m/s2.
‘Activering
79 d
12,2 m/9,1 s
12,2 m/61 s
voet (lengte x breedte)
voet (lengte x breedte)
74S
690 k
13,47 k
bruikt met inachtneming
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering
van de producten. Productspecificaties kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden
gewijzigd.
<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of
the following Directives:
1. EC Directive 2006/42/EC, Machinery Directive, under consideration of harmonized European standard
EN280 as described in EC type-examination certificate <variable field> issued by:
<notified body's name>
<notified body's number>
2. EC Directive EMC: 2014/30/EU, under consideration of harmonized European standard EN 61000-6-2 and
EN 61000-6-4
3. EC Directive 2000/14/EC, Noise Directive, under consideration of Annex V and harmonized standard
EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report:
This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of
the following Directives:
1. EC Directive 2006/42/EC, Machinery Directive, Conformity assessment procedure: art.12 (3) (a), with the
application of European Harmonized Standard EN 280:2013+A1:2015.
2. EC Directive EMC: 2014/30/EU, under consideration of harmonized European standard EN 61000-6-2 and
EN 61000-6-4
3. EC Directive 2000/14/EC, Noise Directive, under consideration of Annex V and harmonized standard
EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report:
This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
<variable field>
lace of Issue: <variable field>
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 77
Bedieningshandleiding Eerste uitgave • Vijfde druk
Model / Type: <machine type>
Manufacture Date:
Description: <machine classification>
Country of Manufacture: <variable field>
Model: <model name>
Net Installed Power: <only for IC machines>
Serial Number: <variable field>
Guaranteed Sound Power Level: <only for IC machines>
VIN: <where applicable>
Manufacturer: <Manufacturer’s name>
Authorized Representative:
Genie UK Ltd
The Maltings
Wharf Road
Grantham
NG31 6BH
Empowered signatory:
Place of Issue: <variable field>
Date of Issue: <variable field>
Specificaties
Contents of UK Declaration of Conformity - 1
<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of
the following Legislation:
1. Supply of Machinery (Safety) Regulations 2008 (SI 2008/1597) as amended (SI 2011/1043, SI 2011/2157,
SI 2019/696) under consideration of designated standard EN280 as described in type-examination certificate
<variable field> issued by:
<notified body's name>
<notified body's number>
2. Electromagnetic Compatibility Regulations 2016 (SI 2016/1091) as amended (SI 2017/1206, SI 2019/696)
under consideration of designated standard EN 61000-6-2 and EN 61000-6-4
3. Noise Emissions in the Environment by Equipment for use Outdoors Regulations 2001 (SI 2001/1701) as
amended (SI 2001/3958, SI 2005/3525, 2015/98) under consideration of Annex V and designated standard
EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report:
This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
Eerste uitgave • Vijfde druk Bedieningshandleiding
Model / Type: <machine type>
Manufacture Date: <variable field>
Description: <machine classification>
Country of Manufacture: <variable
Model: <model name>
Net Installed Power: <only for IC machines>
Serial Number: <variable field>
Guaranteed Sound Power Level: <only for IC machines>
VIN: <where applicable>
Manufacturer: <Manufacturer’s name>
Authorized
Genie UK Ltd
The Maltings
Wharf Road
Grantham
NG31 6BH
Empowered signatory:
Place of Issue: <variable field>
Date of Issue: <variable field>
S®-60/65 XC™ S®-6 0/65 HF S®-6 0/65 TR AX™
Onderdeel nr. 128 6582DU GT
Bedienings han dlei ding
Eerste uitga ve • Vij fd e dr uk
Specificaties
Contents of UK Declaration of Conformity - 2
<Manufacturer’s name> hereby declares that the machinery described below complies with the provisions of
the following Legislation:
1. Supply of Machinery (Safety) Regulations 2008 (SI 2008/1597) as amended (SI 2011/1043, SI 2011/2157,
SI 2019/696) conformity assessment procedure according to Part 3, 11. (2) (a) with reference to designated
standard EN 280:2013+A1:2015
2. Electromagnetic Compatibility Regulations 2016 (SI 2016/1091) as amended (SI 2017/1206, SI 2019/696)
under consideration of designated standard EN 61000-6-2 and EN 61000-6-4
3. Noise Emissions in the Environment by Equipment for use Outdoors Regulations 2001 (SI 2001/1701) as
amended (SI 2001/3958, SI 2005/3525, 2015/98) under consideration of Annex V and designated standard
EN ISO 3744, internal combustion engine only.
Test Report:
This machine has been tested and passed the following categories prior to entering the market:
1. BRAKES: Brakes working properly in forward and reverse.
2. OVERLOAD: Overload tested at XXX% rated load.
3. FUNCTIONAL: Smooth operation at XXX% rated load.
4. FUNCTIONAL: All safety devices working correctly.
5. FUNCTIONAL: Speeds set within permitted specification.
field>
Representative:
Onderdeelnr. 1286582DUGT S
®
-60/65 XC™ S®-60/65 HF S®-60/65 TRAX™ 79
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.