Genie GTH-3007 Operator's Manual [nl]

Bedieningshandleiding
Serienummerinterval
GTH-2506
Stage V Stage IIIA
GTH-3007
Stage V Stage IIIA
Vanaf serienr.: GTH300719M-601
Vertaling van de oorspronkelijke instructies
Tweede uitgave
Eerste druk
Ond.nr. 57.0009.0779GT
April 2019 Tweede uitgave - Eerste druk
Inhoud
Inleiding ............................................................... 1
Definities van symbolen en gevaarstickers ......... 5
Algemene veiligheid ............................................ 6
Veiligheid in het werkgebied .............................. 14
Veiligheidsmaatregelen ..................................... 21
Legenda............................................................. 24
Bedieningen....................................................... 25
Inspecties .......................................................... 31
Gebruiksaanwijzing ........................................... 48
Parkeren en opslag ........................................... 63
Aanwijzingen voor transport en heffen .............. 65
Onderhoud......................................................... 69
Bijlagen .............................................................. 77
Technische gegevens........................................ 85
Lasttabellen ....................................................... 86
Test.................................................................... 92
EC Conformiteitsverklaring ................................ 97
TEREX Global GmbH
Bleicheplatz 2 8200 Schaffhausen Zwitserland
Technische assistentiedienst
Telefoon: +39 075 9418129 +39 075 9418175
e-mail: UMB.Service@terex.com
II GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Copyright © 2019 by Terex Corporation
Tweede uitgave: Eerste druk, april 2019
Genie is een gedeponeerd handelsmerk van Terex South Dakota, Inc. in de Verenigde Staten van Amerika en vele andere landen. „GTH” is een handelsmerk van Terex South Dakota, Inc.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inleiding
Informatie over deze handleiding
Genie dankt u voor uw keuze van een van onze machines voor uw werkzaamheden. De veiligheid van de gebruiker heeft onze allerhoogste prioriteit. Deze veiligheid wordt echter het beste bereikt door een gezamenlijke inspanning. Dit boek is een handleiding voor de bediening en het dagelijkse onderhoud en is gericht aan de gebruiker
of exploitant van een Genie machine.
Dit handboek dient te worden beschouwd als een onlosmakelijk onderdeel van uw machine en moet altijd bij de machine worden gehouden. Voor vragen
kunt u contact opnemen met Genie.
Ga naar onze webpagina www.genielift.com/en/service-support/manuals
Productidentificatie
Het serienummer van de machine bevindt zich op het serienummerlabel.
Afdruk van
serienummer
Homologatieplaat (indien aanwezig)
Serienummerlabel
(indien aanwezig)
Bedoeld gebruik
Dit product is uitsluitend bedoeld om te worden gebruikt en bediend door gekwalificeerd, getraind, competent en geautoriseerd personeel volgens de aanwijzingen in deze handleiding, de veiligheids- en instructiestickers, en de toepasselijke normen en verordeningen.
Een terreinheftruck met variabele reikwijdte wordt gedefinieerd als een heftruck op wielen met een zwenkbare arm die kan worden uitgerust met uiteenlopende aanbouwdelen voor het opnemen, transporteren en plaatsen van lasten binnen het in de lasttabellen vermelde bereik.
Het gebruik van dit product op enige andere wijze is verboden en in strijd met het beoogde gebruik.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 1
April 2019
Inleiding
Tweede uitgave - Eerste druk
Uitgave van bulletins en naleving van de voorschriften
De veiligheid van de gebruikers van dit product is voor Genie van het grootste belang. Om belangrijke informatie omtrent de veiligheid en het product te verstrekken aan dealers en machine-eigenaars maakt Genie gebruik van diverse bulletins.
De informatie in deze bulletins heeft betrekking op specifieke machines en gaat vergezeld van een indicatie van het betreffende machinemodel en serienummer.
De bulletins worden toegezonden aan de meest recente eigenaar die geregistreerd is, alsook aan de bijbehorende dealer; het is dus belangrijk dat u uw machine registreert en uw contactinformatie up-to-date houdt.
Voor de veiligheid van het personeel en een ononderbroken, betrouwbare werking van uw machine, dient u ervoor te zorgen dat de acties die in de bulletins uiteengezet worden, worden uitgevoerd.
Contact met de fabrikant
Soms kan het nodig zijn om contact op te nemen met Genie.
In dat geval dient u het modelnummer en serienummer van uw machine te verstrekken, evenals uw naam en contactinformatie. In ieder geval dient contact met Genie te worden opgenomen om:
Ongevallen te melden
Vragen te stellen met betrekking tot de toepassingen van een product en de veiligheid
Informatie in te winnen omtrent de naleving van normen en voorschriften
De gegevens van de huidige eigenaar te actualiseren, als de machine van eigenaar verandert of als er wijzigingen in uw contactinformatie nodig zijn. Zie „Eigendomsoverdracht” verderop.
Overdracht van het eigendom van de machine
Door enkele minuten de moeite te nemen om de informatie omtrent de eigenaar te actualiseren, verzekert u zich ervan dat u belangrijke informatie omtrent de veiligheid, het onderhoud en de werking, die van toepassing is op uw machine, zult ontvangen.
Registreer uw machine op onze website www.genielift.co.uk.
2 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inleiding
Gevaar
Het niet opvolgen van de instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding heeft de dood of ernstig letsel tot gevolg.
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties. Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voordat u verder gaat met het volgende hoofdstuk.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
5 De bedieningshandleiding, de
veiligheidsinstructies en de stickers op de machine goed doorlezen, begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
5 De veiligheidsinstructies en de veiligheidsnormen
betreffende de werkomgeving goed doorlezen, begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
5 De geldende nationale wetgeving goed
doorlezen, begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
5 U dient goed te zijn getraind om de machine veilig
te kunnen gebruiken.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 3
April 2019
GEVAAR
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING
Inleiding
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevarenclassificatie
Waarschuwingssymbool voor de veiligheid - gebruikt om personeel te waarschuwen voor mogelijk gevaar van persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsberichten die achter dit symbool staan op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien zij niet wordt vermeden, de dood of ernstig letsel tot gevolg zal hebben.
Geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die, indien zij niet wordt vermeden, de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die, indien zijn niet wordt vermeden, licht of middelzwaar letsel tot gevolg kan hebben.
Normen
De volgende normen en/of verordeningen gelden voor deze machine (alleen voor STAGE V machine):
Richtlijn 2006/42/EG Machinerichtlijn 2008/104/EG Richtlijn inzake elektromagnetische
compatibiliteit 2000/14/EG Richtlijn inzake geluidsemissie in het
milieu EN 1459-1:2017 (E)
Onderhoud van veiligheidsborden
Vervang ontbrekende of beschadigde veiligheidsborden. Houd altijd de veiligheid van de bestuurder in gedachten. Gebruik milde zeep en water om veiligheidsborden schoon te maken. Gebruik geen reinigingsmiddelen die oplosmiddel bevatten, want deze kunnen het materiaal van de veiligheidsborden aantasten.
4 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Geeft een bericht aan dat waarschuwt voor mogelijke schade aan eigendommen.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Definities van symbolen en gevaarstickers
Gevaar voor elektrische schokken
Gevaar voor beknelling.
Gevaar voor beknelling.
Gevaar voor ontploffing/ brandwonden
Toegang voor­behouden aan getraind en geauto­riseerd personeel.
Houd de vereiste veiligheidsafstand aan.
De onderhoudskraag
gebruiken
Uit de buurt van bewegende onderdelen blijven.
Verboden te roken. Geen open vlammen gebruiken.
Gevaar voor ontploffing/ brandwonden
Gevaar voor beknelling.
Gevaar voor beknelling.
Gevaar voor
beknelling
Gevaar voor
brandwonden
Verboden te roken. Geen open vlammen gebruiken.
Geen mensen onder de last
Altijd de veiligheids­gordel dragen.
Uit de buurt van bewegende delen blijven.
Laat de oppervlak­ken afkoelen.
Gevaar voor vallen
De bedieningshand­leiding doorlezen.
Ontploffingsgevaar Niet gebruiken.
Gevaar voor brandwonden.
Gevaar voor injectie Gebruik karton om
Meerijden op de
vorken
Geen mensen onder de last
De dop pas losdraaien na afkoeling.
lekken op te sporen
Raadpleeg hijstabellen en handleiding
Omkantelgevaar
Uit de buurt van de bewegende riem blijven.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 5
De last gedurende het rijden laag houden
De machine niet nivelleren met opgeheven arm
Geen starthulpmiddelen gebruiken
Ontploffingsgevaar
Omkantelgevaar
Gevaar voor verstrikking.
April 2019
09.4618.0923
09.4618.0924
09.4618.1458
09.4618.0922
Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor GTH 2506 Stage IIIA
237720
1263542
09.4618.1713
09.4618.1713
09.4618.1458
09.4618.1713
09.4618.0923
09.4618.0924
09.4618.0922
09.4618.0922
215645
09.4618.1423
09.4618.0923
215646
09.4618.1674
09.4618.0924
237726
1263542
09.4618.1674
09.4618.1674
09.4618.1423
09.4618.0923 237720
215645
215646
09.4618.1423
09.4618.1458
237726
6 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
09.4618.0922
09.4618.1375
09.4618.1781
09.4618.1818
09.4618.1458
09.4618.1782
09.4618.1818
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor GTH 2506 Stage IIIA
237720
82560
09.4618.1782
09.4618.1782
09.4618.1781
09.4618.1375
09.4618.1818
09.4618.1375 237721
09.4618.1781
09.4618.1679
09.4618.1458
09.4618.0922
215646
237721
09.4618.1679
09.4618.1679
237720
09.4618.0922
215646
82560
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 7
09.4618.1458
April 2019
09.4618.0923
09.4618.0924
09.4618.1458
09.4618.0922
Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor GTH 2506 Stage V
237720
1263542
09.4618.1713
09.4618.0924
09.4618.1713
09.4618.0922
09.4618.0923
237726
09.4618.0924
09.4618.1713
09.4618.1458
09.4618.0922
215645
09.4618.1423
215646
1263542
09.4618.0923
09.4618.1674
09.4618.1674
09.4618.1423
09.4618.1674
09.4618.0923
237720
215645
215646
09.4618.1423
09.4618.1458
237726
8 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.0922
09.4618.1375
09.4618.1818
09.4618.1781
09.4618.1458
09.4618.1782
Algemene veiligheid voor GTH 2506 Stage V
237720
09.4618.1818
09.4618.1375
09.4618.1818237721
09.4618.1782
09.4618.1781
09.4618.1679
82560
215646
237721
09.4618.1782
09.4618.1781
09.4618.1679
09.4618.1679
09.4618.1458
09.4618.1375
09.4618.0922
237720
09.4618.0922
215646
82560
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 9
09.4618.1458
April 2019
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.0923
09.4618.0924
Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor GTH 3007 Stage IIIA
09.4618.1423
1263542
215646
09.4618.1458
09.4618.1713
09.4618.0923
09.4618.1713
09.4618.0922
09.4618.1713
09.4618.1423
09.4618.0924
09.4618.1458
09.4618.0924
09.4618.1423
215646
09.4618.0923
1263542
215645
237726
09.4618.0922
09.4618.1674
237720
237726
09.4618.1674
237720
215645
09.4618.0923
10 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
09.4618.1674
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.1781
09.4618.1782
09.4618.1375
09.4618.1818
09.4618.0922
09.4618.1458
Algemene veiligheid voor GTH 3007 Stage IIIA
09.4618.1818
09.4618.1375
09.4618.1375
09.4618.1781
09.4618.0922
09.4618.1782
82560
09.4618.1679
237720
237720
09.4618.1679
215646
09.4618.1679
237721
09.4618.1781
82560
09.4618.1818
215646
09.4618.0922
237721
09.4618.1458
09.4618.1782
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 11
09.4618.1458
April 2019
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.0923
Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor GTH 3007 Stage V
09.4618.1423
1263542
215646
09.4618.1458
09.4618.1713
09.4618.0923
09.4618.1713
09.4618.0922
09.4618.1713
09.4618.1423
09.4618.1458
09.4618.0924
09.4618.1423
09.4618.0923
1263542 215646
215645
237726
09.4618.0922
09.4618.0923
09.4618.1674
237720
237726
09.4618.1674
237720
215645
12 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
09.4618.1674
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.1781
09.4618.1782
09.4618.1375
09.4618.1818
09.4618.0922
09.4618.1458
Algemene veiligheid voor GTH 3007 Stage V
09.4618.1782
09.4618.1375
09.4618.1818
09.4618.0922
09.4618.1782
82560
09.4618.1781
09.4618.1679
237720
237720
09.4618.1679
215646
09.4618.1679
237721
09.4618.1375
09.4618.1818
82560
09.4618.1781
09.4618.0922
237721
215646
09.4618.1458
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 13
09.4618.1458
Oktober 2016
Veiligheid in het werkgebied
Gevaren voor omkantelen
Controleer aan de hand van de lasttabel of de last binnen de nominale capaciteit van de machine ligt. Overschrijd de nominale last niet.
Het lastzwaartepunt van de vork (indien aanwezig) moet gelijk zijn aan of minder dan het zwaartepunt dat staat vermeld in de lasttabel.
Bij alle lasten die zijn aangegeven in de lasttabel wordt er vanuit gegaan dat de machine op een stevige ondergrond staat, het frame horizontaal is, de vorken gelijkmatig op de drager zijn geplaatst, de last op de vorken gecentreerd is, de banden de juiste maat en spanning hebben, en de verreiker in goede werkconditie is.
Derde uitgave - Eerste druk
Werkt niet met het lastbegrenzingssysteem uitgeschakeld. Het is niet toegestaan een last te heffen en er vervolgens mee te rijden om hem te positioneren.
Houd de arm tijdens het rijden horizontaal of lager, en houd de last dichtbij de grond.
Gebruik de machine met snelheden waarbij de last onder controle kan worden gehouden. Start en stop bewegingen gelijkmatig.
Hef een last alleen wanneer deze goed gepositioneerd of vastgezet is op de vorken of goedgekeurde aanbouwdelen.
Als er accessoires worden gebruikt, moeten de stickers, aanwijzingen en handboeken bij de accessoire gelezen en begrepen zijn en in acht genomen worden.
Hef de last uitsluitend als de ondergrond alle krachten die door de machine worden uitgeoefend kan verdragen.
Laat een last pas zakken nadat de arm eerst is ingetrokken.
Gebruik geen aanbouwdelen die niet zijn goedgekeurd door Genie.
Gebruik de machine niet als de lasttabel ontbreekt.
Overschrijd de nominale capaciteit voor elke configuratie niet.
Hef de arm uitsluitend als de machine vlak staat. De niveau­indicator van de machine mag niet meer dan +/- 0,5 graden aangeven.
Gebruik de machine niet als er sterke of stormachtige wind staat. Vergroot het oppervlak van de vorkdrager of last niet. Dit zou, in geval van sterke wind, de stabiliteit van de machine verminderen.
Wees uiterst voorzichtig en werk langzaam wanneer u de machine in de rijconfiguratie over oneffen terrein, brokstukken, instabiele of glibberige oppervlakken en de buurt van kuilen en hellingen rijdt.
Wijzig of deactiveer geen machinecomponenten die op enige wijze van invloed zijn op de veiligheid en de stabiliteit.
Vervang geen onderdelen die kritiek zijn voor de stabiliteit van de machine door onderdelen met een ander gewicht of andere technische gegevens.
Vervang de in de fabriek gemonteerde banden niet door banden met andere technische kenmerken of een andere ply-rating.
14 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0636
Oktober 2016Derde uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gevaar bij het rijden op hellingen
Houd de arm tijdens het rijden horizontaal of lager, en houd de last dicht bij de grond.
Als de machine geen last draagt, moet met de vorken of het aanbouwdeel aan de bergafwaartse kant worden gereden.
Rijd op steil terrein alleen bergopwaarts en bergafwaarts en houd de machine altijd in een versnelling. Rijd niet dwars over de helling als de machine een helling op- of afgaat.
Pas de rijroute en snelheid aan de conditie van de bodem, de tractie, helling, aanwezigheid van personeel en eventuele andere factoren die gevaar kunnen veroorzaken. Rijd de machine alleen wanneer de mast en de apparatuur in de juiste transportpositie zijn. Of een machine zal omkantelen tijdens dynamisch gebruik van de machine hangt af van vele factoren waarmee rekening gehouden moet worden. Hiertoe behoren de weg-/bodemconditie, stabiliteit en helling, alsook de machine-uitrusting, ervaring van de bestuurder, positie van de last, bandenspanning, machinesnelheid enz.
Gevaar voor vallen
Draag altijd een veiligheidsgordel wanneer u de machine gebruikt.
Blijf altijd helemaal in de cabine tijdens het besturen van de machine.
Blijf bij het in- en uitstappen in de cabine met uw gezicht naar de machine gericht, gebruik de aanwezige treden en handelingen en houd altijd op drie punten contact.
Gebruik niet het stuurwiel of andere bedieningsele­menten om u aan vast te houden.
Neem geen passagiers mee op de machine of de vorken.
Gebruik deze machine niet om personeel te vervoeren of op te heffen.
Bovendien hangt het omkantelen van een machine in grote mate af van het handelen van de bestuurder, zoals de snelheid en de gelijkmatigheid waarmee de machine wordt bediend, alsook de positie van het aanbouwdeel en de last.
Op bouwplaatsen en wegen verandert de hellingsgraad regelmatig, ze kunnen hard of zacht zijn, en veranderingen ondergaan vanwege bouwwerkzaamheden en weersinvloeden.
Bestuurders moeten goed getraind zijn en hun beste beoordelingsvermogen en ervaring inzetten om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen tegen omkantelen.
De bestuurders moeten de variabelen op de werkplek beoordelen en vermijden dat de capaciteiten van de machine (of de bestuurder) met het oog op het terrein en de omstandigheden worden overschreden.
Ond. nr. 57.0009.0636 GTH-2506 - GTH 3007 15
April 2019
Veiligheid in het werkgebied
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevaar voor botsingen
Zet de transmissie alleen in een versnelling als de parkeerrem ingeschakeld is.
Rijd de machine niet als het zicht belemmerd wordt.
Hef de arm alleen als de parkeerrem is ingeschakeld.
Gebruik de machine niet zonder spatborden, want dan zou de bestuurder kunnen worden geraakt door opspringende brokstukken en zouden deze zich kunnen ophopen tegen de cabineruiten.
Gebruik de machine niet als het achteruitrijsignaal niet goed functioneert. Het achteruitrijsignaal moet klinken wanneer de machine achteruit beweegt.
Gebruik de machine niet als er weinig licht is.
De bestuurders moeten voldoen aan de voorschriften van de werkgever, de werkplek en de overheid met betrekking tot het gebruik van individuele beschermingen.
Gevaar voor vallende voorwerpen
Gebruik de machine met snelheden waarbij de last onder controle kan worden gehouden. Start en stop bewegingen gelijkmatig.
Houd mensen, apparatuur en materiaal buiten het werkgebied. Gebruik de machine niet terwijl er zich mensen onder of in de buurt van een opgeheven arm bevinden, of deze nu een last draagt of niet.
Zorg dat de last vastgezet is, alvorens hem op te heffen.
Rijd niet rechtstreeks op mensen af met de machine.
Als er een radio en/of mp3-speler aanwezig is, moet het volume laag genoeg worden gehouden om geluiden uit de omgeving te kunnen horen (bv. verkeer, alarmen, mensen, enz.). Verander de regelingen niet terwijl u een last verplaatst of manoeuvreert.
16 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gevaar voor persoonlijk letsel
Stel de stoel altijd af en doe de veiligheidsgordel om voordat u de motor start.
Gebruik de machine niet als er een lek van hydraulische olie of luchtlek is. Door een luchtlek of lek van hydraulische olie kan de lucht of olie in de huid dringen en/of brandwonden veroorzaken.
Laat de druk af alvorens de hydraulische leidingen af te koppelen. Blijf uit de buurt van lekken en kleine gaatjes. Gebruik een stuk karton of papier om lekken op te sporen. Gebruik hiervoor niet uw handen.
Vloeistof die in de huid binnendringt moet binnen enkele uren chirurgisch worden verwijderd door een arts die bekend is met dit type letsel, anders zal gangreen optreden.
Gevaren door een defecte
machine
Gebruik een beschadigde of niet goed functionerende machine niet.
Voer een grondige voorafgaande inspectie van de machine uit en test alle functies voor elke werkbeurt. Markeer een beschadigde of niet goed werkende machine en stel hem onmiddellijk buiten dienst.
Ga na of al het onderhoud is uitgevoerd zoals is opgegeven in dit handboek en het juiste Genie servicehandboek.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en leesbaar zijn.
Zorg dat de bedienings- en veiligheidshandleidingen volledig en leesbaar zijn, en voorhanden zijn in de opbergruimte van de cabine.
Probeert de machine niet te starten door haar te slepen of te duwen.
Probeer niet de vorken of aanbouwdelen te gebruiken om vastzittende of vastgevroren lasten los te wrikken.
Blijf uit de buurt van riemen en ventilatoren als de motor draait.
Gebruik de machine altijd in een goed geventileerd gebied, om vergiftiging door koolmonoxide te vermijden.
Aanraking van componenten die zich onder een afdekking bevinden, zal ernstige verwonding veroorzaken. Alleen getraind onderhoudspersoneel mag zich toegang verschaffen tot deze ruimten. Toegang door de bestuurder wordt alleen aanbevolen voor inspecties voorafgaand aan het gebruik. Alle ruimten moeten gesloten en vergrendeld zijn tijdens het gebruik.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 17
Duw of trek geen voorwerpen of lasten met de vorken, het aanbouwdeel of de arm.
April 2019
Veiligheid in het werkgebied
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevaren door defecte onderdelen
Gebruik geen accu of oplader met een vermogen van meer dan 12 V om de machine te starten met startkabels.
Gebruik de machine niet als aarde om laswerkzaamheden uit te voeren.
Stuur de voorwielen niet op een droge ondergrond wanneer de differentieelvergrendeling is geactiveerd.
Gevaar voor beknelling
Blijf uit de buurt van bewegende delen gedurende de werking van de machine.
Schakel de parkeerrem in, zet de transmissie in neutraal en laat de vorkendrager of het aanbouwdeel op de grond zakken alvorens de machine te verlaten.
Blijf uit de buurt van opgeheven componenten.
Ontploffings- en brandgevaar
Start de motor niet als u vloeibaar propaangas (LPG), benzine, diesel of andere explosieve stoffen ruikt of detecteert.
Tank geen brandstof terwijl de motor van de machine draait.
Tank en laad de accu op in een open, goed geventileerd gebied, ver weg van vonken, vlammen en brandende tabak.
Gebruik de machine niet op gevaarlijke plaatsen of plaatsen waar mogelijk ontvlambare of explosieve gassen of partikels aanwezig kunnen zijn.
Spuit geen ether in motoren die voorzien zijn van bougies of verwarmingen van het luchtinlaatrooster.
Gebruik geen lucht of zuurstof om de accumulators op te laden.
Ondersteun componenten alvorens service uit te voeren. Blijf uit de buurt van bewegende delen gedurende de werking van de machine.
Gevaar voor brandwonden
Laat hete oppervlakken afkoelen alvorens hen aan te raken of
18 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
onderhoud erop te plegen.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt geen bescherming tegen contact met of de nabijheid van elektrische stroom.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Neem altijd contact op met de eigenaar van de elektriciteitsleiding. De elektrische energie moet worden afgekoppeld of de elektriciteitsleidingen verplaatst of geïsoleerd voordat er met de machine gaat worden gewerkt.
Neem alle lokale en nationale verordeningen voor wat betreft de afstand tot elektriciteitsleidingen in acht. Als een minimum moet de vereiste afstand in onderstaande tabel worden aangehouden.
Lijnspanning Vereiste Afstand
0 tot 50 kV 10 ft 3,05 m >50 tot 200 kV 15 ft 4,60 m >200 tot 350 kV 20 ft 6,10 m >350 tot 500 kV 25 ft 7,62 m >500 tot 750 kV 35 ft 10,67 m >750 tot 1000 kV 45 ft 13,72 m boven 1000 kV zie hieronder
Houd rekening met bewegingen van de arm, nivellering of doorzakken van elektriciteitsleidingen en wees bedacht op sterke wind of windvlagen.
Blijf uit de buurt van de machine als deze contact maakt met elektriciteitsleidingen waar spanning op staat. Personeel op de grond of in de cabine mag de machine niet aanraken of bedienen zolang de bekrachtigde elektriciteitsleidingen niet zijn uitgeschakeld.
Gebruik de machine niet gedurende onweer of storm.
Voor elektriciteitsleidingen van meer dan 1000kV moet de minimum afstand worden bepaald door de eigenaar van de nutsleiding of de bestuurder, of door een geregistreerde technicus die gekwalificeerd moet zijn op het gebied van de overdracht en verdeling van elektrische energie.
Gebruik de machine niet als aarde om laswerkzaamheden uit te voeren.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 19
April 2019
Veiligheid in het werkgebied
Veiligheid van de accu
Gevaar voor brandwonden
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevaar voor elektrische schokken
Accu’s bevatten zuur. Draag altijd beschermende kleding en oogbeschermingen wanneer u met accu’s werkt.
Mors accuzuur niet en raak het
Ontploffingsgevaar
niet aan. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
Blijf met vonken, vlammen en aangestoken tabak uit de buurt van accu’s. Accu’s geven explosief gas af.
Raak elektrische klemmen niet aan
Zorg, wanneer u de oplader gebruikt (indien aanwezig), dat deze op 12 V werkt en de 15 ampère niet overschrijdt.
Tijdens onderhoud of reparaties, en bij het lassen, moet de accu worden afgekoppeld door de isolatieschakelaar te draaien (zie het deel Inspectie van stickers).
Wacht 30 seconden na het afzetten van de motor alvorens de isolatieschakelaar te activeren.
Wacht na het omdraaien van de isolatieschakelaar 60 seconden alvorens de motor te starten.
Verantwoordelijkheden van de
werkgever
Werkgevers zijn verantwoordelijk voor het creëren van een veilige werkomgeving en voor de inachtneming van de plaatselijke en nationale overheidsvoorschriften.
Persoonlijke veiligheid
Zorg dat iedereen die op of in de buurt van deze machine werkt, weet welke veiligheidsmaatregelen moeten worden toegepast.
20 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheidsmaatregelen
Vereisten voor
machinebestuurders
Bestuurders die de machine regelmatig of onregelmatig gebruiken (bv. voor vervoer) moeten aan de volgende vereisten voldoen:
gezondheid:
geen alcohol, geneesmiddelen of andere middelen innemen die het psycho-fysisch evenwicht aantasten, voor of tijdens het werken.
lichamelijke conditie:
goed zicht, goed gehoor, goed coördinatievermogen en in staat zijn alle vereiste werkzaamheden veilig uit te voeren, zoals in dit handboek wordt aangegeven.
geestelijke conditie:
in staat zijn om de geldende regels, verordeningen en veiligheidsmaatregelen te begrijpen en toe te passen. De bestuurders moeten voorzichtig werken en attent zijn op zowel hun eigen veiligheid als die van anderen, en moeten erop uit zijn om het werk op een verantwoordelijke wijze uit te voeren.
emotionele conditie:
in staat zijn om kalm te blijven en de eigen psycho­fysische conditie te beoordelen.
training:
dit handboek, alsook de bijgaande grafieken en schema’s, typeplaten en veiligheidsborden grondig lezen en zich er vertrouwd mee maken. De bestuurders moeten ervaren hebben en getraind zijn in het gebruik van de machine.
In sommige landen wordt een apart rijbewijs of toestemming vereist om met deze machine te werken. Vraag dit na bij de bevoegde instanties. In Italië moet de bediener minstens 18 zijn.
Vereisten voor
servicepersoneel
Het personeel dat verantwoordelijk is voor het onderhoud van de machine moet gekwalificeerd zijn, gespecialiseerd in het onderhoud van verreikers, en moet aan de volgende eisen voldoen: lichamelijke conditie: goed zicht, goed gehoor, goed coördinatievermogen en in staat zijn alle nodige onderhoudswerkzaamheden veilig uit te voeren, zoals in dit handboek wordt aangegeven. geestelijke conditie: in staat zijn om de geldende regels, verordeningen en veiligheidsmaatregelen te begrijpen en toe te passen. De bestuurders moeten voorzichtig werken en attent zijn op zowel hun eigen veiligheid als die van anderen, en moeten erop uit zijn om het werk op een verantwoordelijke wijze uit te voeren. training: dit handboek, alsook de bijgaande grafieken en schema’s, typeplaten en veiligheidsborden grondig lezen en zich ermee vertrouwd maken. De bestuurders moeten ervaren hebben en getraind zijn in de bediening van de machine.
Vanuit technisch oogpunt is het routine-onderhoud van de machine geen complexe procedure. Het kan dan ook worden uitgevoerd door de bestuurder van de machine, op voorwaarde dat hij basiskennis op mechanisch gebied bezit.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 21
April 2019
Veiligheidsmaatregelen
Tweede uitgave - Eerste druk
Werkkleding
Bij het werken, maar vooral tijdens onderhoud of reparaties van de machine, moeten de bedieners geschikte beschermende kleding dragen:
Overalls of andere gemakkelijk zittende kleding. Het dragen van kleding met wijde mouwen, voorwerpen die verstrikt kunnen raken in de bewegende delen van de machine en sieraden is niet toegestaan.
Veiligheidshelm.
Handschoenen.
Veiligheidsschoenen.
Persoonlijke
beschermingsmiddelen
In speciale werkomstandigheden dient men tevens in bezit te zijn van volgende uitrusting:
• Ademhalingsmasker (of stofmasker).
• Oordoppen of gelijksoortige gehoorbeschermers.
• Veiligheidsbril of gezichtsmaskers.
Gebruik alleen goedgekeurd veiligheidsschoeisel in goede staat.
22 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Controle-indicators en
vergrendelingen
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheidsmaatregelen
Op de machine zijn diverse controle-indicators en vergrendelingen aanwezig. Deze mogen nooit onklaar gemaakt of verwijderd worden. Voer altijd een werkingstest uit om na te gaan of deze inrichtingen goed functioneren. Gebruik nooit een machine die niet goed functioneert. Als de machine slecht begint te werken, moet u onmiddellijk stoppen met werken en zorgen dat de machine wordt gerepareerd.
Lastbegrenzingssysteem
Het lastbegrenzingssysteem is ontwikkeld om de bestuurder de helpen de machine in de lengte stabiel te houden. Er worden hoorbare en zichtbare signalen gegeven als de grenzen van de longitudinale stabiliteit worden genaderd. Deze inrichting kan echter niet de ervaring van de bediener vervangen. Het is aan de gebruiker om de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen binnen de nominale limieten van de machine. Het lastbegrenzingssysteem is uitsluitend ontworpen om te werken wanneer: het voertuig stilstaat;
het voertuig op een solide, stabiele en genivelleerde bodem geparkeerd is;
het voertuig in laad- of positioneringsfuncties verricht;
het lastbegrenzingssysteem actief is (niet onderdrukt).
Het lastbegrenzingssysteem waarschuwt de bestuurder als de stabiliteit in de lengte in voorwaartse richting onvoldoende is. Het lastbegrenzingssysteem is niet ontworpen om te waarschuwen voor kantelgevaar in het geval van:
een plotselinge overbelasting;
een beweging met een opgeheven last;
een beweging op instabiele gronden of in geval van belemmeringen of kuilen;
een dwarsbewegingen of het keren op hellingen;
snelle bewegingen bij bochten of met een te nauwe draairuimte;
Regelingen die van invloed zijn op de instelling van het lastbegrenzingssysteem mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
Stoelvergrendeling
De microschakelaar is ingebouwd in het stoelkussen en verhindert iedere inschakeling van de machinetransmissie als de bestuurder niet goed op de bestuurdersplaats zit.
Noodstopknop
Deze kan worden gebruikt om de machine te laten stoppen in een noodsituatie. Door deze knop in te drukken wordt de motor uitgeschakeld, maar blijft het lastbegrenzingssysteem actief. Alvorens de machine weer te starten moet de knop worden gereset door hem met de klok mee te draaien.
Activeringsschakelaar op joystick
De joystick is voorzien van een schakelaar voor activering. Deze rode vingerschakelaar moet ingedrukt worden totdat de joystickfuncties zijn voltooid; als hij wordt losgelaten, stopt de manoeuvre.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 23
April 2019
8
11
6
1
4
9
5
2
3
10
7
Legenda
Tweede uitgave - Eerste druk
1. Niveau-indicator links-rechts
2. Opbergruimte bedieningshandleiding (binnenkant deur)
3. Achteruitkijkspiegel links
4. Achteruitkijkspiegels rechts
5. Armhoekindicator
6. Onderhoudskraag (aan andere kant van machine)
7. Brandstofvulopening
8. Niveaumeter hydraulische olie
9. Motor (aan andere kant van machine)
10. Vorken
11. Veiligheidsgordel
24 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Bedieningen
2
6
28
27
14
13
3
GTH-2506
BRAKE
OIL
09.4618.0834
22
15
1
17
30
4
12
23
8
5
7
32
33
26
25
21
20
2
16
24
31
18
19
9
10
11
34
29
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 25
April 2019
Bedieningen
Bedieningspaneel
1. Stuurwiel
2. Noodstopknop
3. Stoelbedieningen
4. Richtingaanwijzer - Sproeier/wisser voorruit ­Groot licht
5. Keuzeschakelaar stuurmodus
6. Schakelaar voor onderdrukking lastbegrenzings­systeem
7. Bedieningspaneel lastbegrenzingssysteem
8. Instrumentenpaneel
9. Schakelaar parkeerrem
10. Functiejoystick
11. Bedieningen voor verwarming en airconditioning
12. Wisseltoets display
13. Gaspedaal
14. Rempedaal
15. Startschakelaar
16. Schakelaar werklichten (indien aanwezig)
17. Vergrendeling afstelling stuurkolomhoek
Tweede uitgave - Eerste druk
19. Schakelaar cabineverwarmingsventilator
20. Schakelaar hydraulisch hulpcircuit (indien aanwezig)
21. Schakelaar mixbak (indien aanwezig)
22. Schakelaar noodknipperlichten
23. Schakelaar weglichten
24. Olierichtingschakelaar hydraulische mixbak (indien aanwezig)
25. Activeringsschakelaar hydraulische snelkoppeling (indien aanwezig)
26. Weg-/Werkplaatsschakelaar
27. Transmissiehendel - Claxonknop
28. Lasttabellenhouder
29. Reservoir sproeivloeistof voorruit
30. Claxonknop
31. Achterruitontdooiing
32. Multifunctionele lamp
33. Lamp blokkering bediening
34. Alarm
18. AIRCO-schakelaar (indien aanwezig)
26 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Bedieningen
1 Stuurwiel
Draai het stuurwiel naar rechts om de voorwielen naar rechts te draaien. Draai het stuurwiel naar links om de voorwielen naar links te draaien.
2 Noodstopknop
Zie het deel „Bedieningsindicators en vergrendelingen”.
3 Stoelbedieningen
Zie het deel „De stoel afstellen”.
4 Richtingaanwijzer - Sproeier/wisser voorruit -
Groot licht Verplaats de hendel naar voren om de linker
richtingaanwijzer te activeren. Verplaats de hendel naar achteren om de rechter richtingaanwijzer te activeren.
Druk op de knop aan de bovenkant van de hendel om een straal water op de voorruit van de cabine te spuiten.
Draai het uiteinde van de hendel om de ruitenwisser te laten werken.
Duw de hendel omlaag om het grote licht in te schakelen (na indrukken van de Rijlichtenschakelaar 23). Duw de hendel omhoog om het grote licht te gebruiken voor onderbroken signalen.
5 Keuzeschakelaar stuurmodus
Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus naar rechts om vierwielbesturing te selecteren. Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus in de middelste stand om tweewielbesturing te selecteren. Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus naar links om knikbesturing te selecteren.
6 Schakelaar voor onderdrukking lastbegrenzings-
systeem Zie het deel „Bedieningspaneel lastbegrenzings-
systeem”.
7 Bedieningspaneel lastbegrenzingssysteem
Zie het deel „Lastbegrenzingsindicator”. 8 Instrumentenpaneel 9 Schakelaar parkeerrem
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de parkeerrem in te schakelen. Duw op
de bovenkant van de tuimelschakelaar om de
parkeerrem uit te schakelen.
10 Functiejoystick
Zie het deel „Bewegingen van de bedienings­hendel”.
11 Bedieningen voor verwarming en airconditioning
12. Wisseltoets display
Schakel de knop om met een korte druk (minder dan één seconde) om de berichten met betrekking tot de regeneratie van het roetfilter (DPF) in stilstand te zien. Schakel de knop om met een lange druk (minstens één seconde) om de storingsmeldingen met betrekking tot de
motor te zien. 13 Gaspedaal 14 Rempedaal 15 Startschakelaar
Schakel de knop om met een korte druk
(minder dan één seconde) om de berichten met
betrekking tot de regeneratie van het roetfilter
(DPF) in stilstand te zien. Schakel de knop om
met een lange druk (minstens één seconde)
om de storingsmeldingen met betrekking tot de
motor te zien.
16. Schakelaar werklichten (indien aanwezig)
Duw op de tuimelschakelaar om de werklichten
aan te zetten: eerste stand voor de werklichten
aan de voorzijde en op de arm, de tweede stand
voor de werklichten op de voorzijde, arm, en
achterzijde.
17. Vergrendeling afstelling stuurkolomhoek
Ontgrendel de hendel rechtsonder en trek of duw
het stuurwiel in de gewenste stand, en vergrendel
de hendel weer.
18 Airco-schakelaar (indien aanwezig)
Duw op de schakelaar om de airco in te
schakelen. Duw op de schakelaar om de airco
uit te schakelen. 19 Schakelaar cabineverwarmingsventilator
Duw op de onderkant van de schakelaar om
de ventilator van de cabineverwarming aan te
zetten: eerste stand voor lage snelheid, tweede
stand voor hoge snelheid. Duw op de bovenkant
van de schakelaar om de ventilator van de
cabineverwarming uit te schakelen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 27
April 2019
Bedieningen
Tweede uitgave - Eerste druk
20 Schakelaar hydraulisch hulpcircuit (indien
aanwezig) Duw op de knop om de richting van de
hydraulische stroming tussen de twee hulplijnen om te schakelen.
21 Schakelaar mixbak (indien aanwezig)
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om de hydraulische mixbak in te schakelen. Duw op de bovenkant van de schakelaar om de hydraulische mixbak te stoppen.
22 Schakelaar noodknipperlichten (indien aanwezig)
Duw op de onderkant van de schakelaar om de noodknipperlichten aan te zetten. Duw op bovenkant van de schakelaar om de noodknipperlichten uit te zetten.
23. Schakelaar weglichten Duw op de tuimelschakelaar om de rijlichten
aan te zetten: eerste stand voor positielichten, tweede stand voor dimlichten.
24. Olierichtingschakelaar hydraulische mixbak (indien aanwezig)
Druk op de schakelaar om de stromingsrichting van de olie naar rechts of links te selecteren: druk op de bovenkant om de olie naar links te laten stromen, of druk op de onderkant om de olie naar rechts te laten stromen.
25. Activeringsschakelaar hydraulische snelkoppeling (indien aanwezig)
Houd de schakelaar ingedrukt om het aan- of afkoppelen van het aanbouwdeel, dat wordt beheerd door middel van de functiejoystick, uit te voeren.
26 Weg-/Werkplaatsschakelaar
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om de werkplaatsmodus te selecteren. Duw op de bovenkant van de tuimelschakelaar om de wegmodus te selecteren.
27 Transmissiehendel - Claxonknop
Duw de transmissiehendel van u vandaan voor de voorwaartse versnelling. Trek de hendel naar u toe voor de achterwaartse versnelling. Verplaats de hendel naar het midden voor de neutrale stand.
Druk op de bovenste knop aan het uiteinde van de hendel, de claxon klinkt dan. De claxon stopt wanneer de knop wordt losgelaten.
28 Lasttabellenhouder
29 Reservoir sproeivloeistof voorruit 30 Claxonknop
Druk op de knop om de claxon te horen. De claxon stopt wanneer de knop wordt losgelaten.
31 Achterruitontdooiing
Duw op de onderkant van de schakelaar om de achterruitontdooiing in te schakelen. Duw op de bovenkant van de tuimelschakelaar om de ontdooiing uit te schakelen.
32 Multifunctionele lamp
Dit lampje gaat branden wanneer de witte duimknop op de joystick wordt ingedrukt.
33 Lamp blokkering bediening
Dit lampje gaat branden wanneer de schakelaars in stand 21 en 24 worden ingeschakeld.
34 Alarm
Dit klinkt wanneer een van de volgende condities optreedt:
a De bestuurder zit niet op zijn stoel en de
parkeerrem is niet geactiveerd. b Het roetfilter moet worden vervangen. c De temperatuur van de hydraulische olie
is te hoog. d Motorproblemen. e Het brandstofpeil is laag.
28 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
engine rpm
000000.0
1230
°c
105
60
100
60
30
%
12
22
24
11
18
15
16
17
19
23
20
21
25
14
3 81 4 5 6
7
2 9 13
10
26
Bedieningen
Instrumentenpaneel
1. Indicatielampje lage motoroliedruk
2. Indicatielampje parkeerrem ingeschakeld
3. Indicatielampje hydraulisch oliefilter verstopt
4. Indicatielampje laag peil hydraulische olie
5. Indicatielampje motorluchtfilter verstopt
6. Indicatielampje voorverwarming bougies
7. Lampje regeneratie roetfilter bij stilstand
8. Lampje roetfilter verzwakt-beschadigd
9. Lampje hoge temperatuur motoruitlaat
10. Indicatielampje knikbesturing
11. Indicatielampje tweewielbesturing
12. Indicatielampje vierwielbesturing
13. Waarschuwingslampje motor
14. Indicatielampje ernstige fout in motor
15. Temperatuurmeter motorkoelvloeistof met indicatielampje hoge koelvloeistoftemperatuur
16. Indicatielampje positielicht
17. Urenmeter
18. Tachometer
19. Indicatielampje hoge temperatuur hydraulische olie
20. Indicatielampje richtingaanwijzer
21. Brandstofmeter met indicatielampje laag brandstofpeil
22. Indicatielampje lage remdruk
23. Indicatielampje groot licht
24. Indicatielampje lage accuspanning
25. Indicatielampje algemeen alarm lastbegren­zingssysteem
26. Indicatiebalk roetniveau in roetfilter
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 29
April 2019
%
%
100
60
30
%
Bedieningen
Tweede uitgave - Eerste druk
1 Indicatielampje lage motoroliedruk
Als dit lampje brandt, is de motoroliedruk te laag, hetgeen kan leiden tot schade aan de machine. Stop het gebruik van de machine en voer service uit.
3 Indicatielampje hydraulisch oliefilter verstopt
Als dit lampje brandt, is het hydraulische oliefilter verstopt, hetgeen kan leiden tot schade aan de machine. Stop het gebruik van de machine en voer service uit.
4 Indicatielampje laag peil hydraulische olie
Als dit lampje brandt, is het peil van de hydraulische olie te laag, hetgeen kan leiden tot schade aan de machine. Voeg olie toe en verhelp eventuele olielekken.
5 Indicatielampje motorluchtfilter verstopt.
Als dit lampje brandt, is het luchtfilter van de motor verstopt. Maak het schoon of vervang de luchtfilterpatroon.
7 Lampje regeneratie roetfilter in stilstand
Als dit lampje knippert, is regeneratie van het roetfilter in stilstand nodig. Voer de regeneratie in stilstand uit. Tijdens de regeneratie in stilstand brandt het lampje vast.
8 Lampje roetfilter verzwakt-beschadigd
Als dit lampje brandt, zijn het koppel en het motortoerental gereduceerd. Breng een bord aan op de machine en stel hem buiten dienst; contacteer servicepersoneel.
9 Lampje hoge temperatuur motoruitlaat
Dit licht op als regeneratie van het roetfilter in stilstand is geactiveerd, om aan te geven dat het uitlaatsysteem de hoge temperatuur heeft bereikt die nodig is voor de regeneratie. Als het brandt terwijl de regeneratie in stilstand niet is geactiveerd, dient u contact op te nemen met servicepersoneel.
13 Waarschuwingslampje motor
Dit lampje knippert om te waarschuwen voor een probleem met de motor. Om het probleem op te sporen, bekijk het bericht op het display en neem contact op met servicepersoneel.
14 Indicatielampje ernstige fout in motor
Dit lampje brandt om te waarschuwen voor een probleem met de motor. Om het probleem op te sporen, bekijk het bericht op het display en neem contact op met servicepersoneel.
15 Temperatuurmeter motorkoelvloeistof met indicatielampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Als de wijzer in het rode gebied komt, is de motorkoelvloeistof te heet, hetgeen kan resulteren in schade aan de motor. Stop het gebruik en pleeg service op de motor
19 Indicatielampje hoge temperatuur hydraulische olie
Dit geeft aan dat de temperatuur van de hydraulische olie in de tank zodanig is dat er schade aan de machine kan ontstaan. Stop het gebruik van de machine en voer service uit.
22 Indicatielampje lage remdruk
Dit gaat branden als de druk van het remcircuit te laag is voor een goede werking, hetgeen kan resulteren in schade aan de machine. Stop het gebruik van de machine en voer service uit.
25 Indicatielampje algemeen alarm lastbegrenzings­systeem
26 Indicatiebalk roetniveau in roetfilter
Dit geeft het roetniveau in het roetfilter aan. Als het roetniveau te hoog is, is regeneratie van het roetfilter bij stilstand nodig. Als het symbool boven de niveau-indicatiebalk
verandert van omgeving te hoog of heeft het roetfilter een technisch probleem dat kan worden opgelost met regeneratie in stilstand of door servicepersoneel.
in
, is het uitstootniveau in de
30 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met het volgende hoofdstuk.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Inspectie voor het gebruik
Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om voor het gebruik eerst een inspectie uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie door de bestuurder, die voor elke werkbeurt moet worden uitgevoerd. De inspectie is erop gericht om te ontdekken of er iets duidelijk mis is met een machine, voordat de bediener de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om vast te stellen of er routineonderhoudsprocedures nodig zijn. Alleen punten van het routineonderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Zie de lijst op de volgende pagina en controleer alle punten.
Als er schade of ongeoorloofde wijzigingen worden vastgesteld ten opzichte van de conditie waarin de machine de fabriek verliet, moet de machine worden gelabeld en buiten dienst worden gesteld.
Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant. Nadat reparaties zijn voltooid, moet de bestuurder opnieuw een inspectie voor het gebruik uitvoeren alvorens over te gaan tot de functietests.
Inspecties voor gepland onderhoud moeten worden verricht door gekwalificeerde servicemonteurs, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant en de vereisten in het handboek omtrent de verantwoordelijkheden.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 31
April 2019
Inspecties
Inspectie voor het gebruik
Tweede uitgave - Eerste druk
 Zorg dat de bedienings- en
veiligheidshandleidingen volledig en leesbaar zijn, en voorhanden zijn in de opbergruimte van de cabine.
 Verzeker dat alle stickers leesbaar zijn en op
hun plaats zitten. Zie het deel Inspecties.
 Ga na of er hydraulisch olielekken zijn en
controleer het oliepeil. Voeg indien nodig olie toe. Zie het deel Onderhoud.
 Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig gedestilleerd water toe. Zie het deel Onderhoud.
 Ga na of er een olielek van de motor is en
controleer het oliepeil. Voeg indien nodig olie toe. Zie het deel Onderhoud.
 Modellen met luchtbanden: Controleer of de
bandenspanning correct is. Voeg indien nodig lucht toe. Zie het deel Onderhoud.
Controleer de volgende componenten of gebieden op schade, onjuist gemonteerde of ontbrekende onderdelen en ongeoorloofde wijzigingen:
 Elektrische onderdelen, elektrische
bedrading en kabels
 Eindschakelaars
 Lichten, alarmen en zwaailichten
 Pennen, moeren, bouten en andere
bevestigingsmiddelen
Controleer de gehele machine om het volgende
vast te stellen:
 De aanwezigheid van barsten in lassen of
in structurele onderdelen
 Deuken of schade aan de machine
 Overmatige roest, corrosie of oxidatie
 Controleer of alle structurele elementen en de
andere kritische onderdelen aanwezig zijn en of alle betreffende bevestigingsmiddelen en pennen goed gemonteerd en aangehaald zijn.
 Verzeker dat de voorruit en ruiten (indien
aanwezig) schoon zijn en geen belemmeringen hebben die het zich kunnen hinderen.
 Nadat uw inspectie voltooid is, moet worden
nagegaan of alle afschermingen, kappen en afdekkingen op hun plaats zitten en goed bevestigd zijn.
 Hydraulische slangen, koppelingen, cilinders
en verdelers
 Brandstoftanks en hydraulische tanks
 Rijmotoren en rijnaven
 Slijtblokken van de arm
 Banden en wielen
 Spiegels
 Motor en gerelateerde onderdelen
32 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Grondbeginselen functietests
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. De bediener moet de stapsgewijze in­structies volgen om alle machinefuncties te testen.
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie uit.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de machine gebruikt.
Zorg ervoor dat u de inspectie met functietests kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen. Wanneer er scha­de wordt ontdekt, of een wijziging van de toestand waarin de machine door de fabriek geleverd is, dient de machine te worden gelabeld en uit bedrijf te worden genomen.
Als de reparaties voltooid zijn, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik en de func­tietests uitvoeren voordat de machine in gebruik wordt genomen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 33
April 2019
Inspecties
Functietests
Tweede uitgave - Eerste druk
1 Kies een stevig, vlak testgebied uit dat vrij is van
obstakels. Vergewis u ervan dat er geen last op de vorken of het aanbouwdeel aanwezig is.
2 Ga de cabine binnen en ga op de stoel zitten.
3 Stel de stoel en de stuurkolom indien nodig af.
4 Doe de veiligheidsgordel om uw middel.
5 Stel de spiegel in de cabine en de rechter
buitenspiegel indien nodig af.
6 Vergewis u ervan dat de parkeerrem
ingeschakeld is en dat de transmissiehendel in neutrale stand staat.
7 Start de motor. Zie het deel De motor starten in
het deel Gebruiksaanwijzing.
De functiejoystick testen
8 Hef de arm met behulp van de functiejoystick
even op en schuif hem uit, kantel de vorken omhoog en omlaag.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
9 Schuif de arm even uit en weer in met behulp
van het wieltje.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
De vergrendeling/ontgrendeling van de hydraulische snelkoppeling testen (indien aanwezig)
10 Houd, terwijl u de betreffende schakelaar indrukt,
de witte duimschakelaar ingedrukt en gebruik de functiejoystick om de hydraulische snelkoppeling even te vergrendelen/ontgrendelen.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
De stuurinrichting testen
11 Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
naar rechts om vierwielbesturing te selecteren.
12 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting draaien als het stuur. De achterwielen moeten in tegengestelde richting draaien.
34 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
13 De wielen uitlijnen.
14 Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
in de middelste stand om tweewielbesturing te selecteren.
15 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting draaien als het stuur. De achterwielen horen niet te draaien.
16 De wielen uitlijnen.
17 Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
naar links om knikbesturing te selecteren.
18 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen en de achterwielen
moeten in dezelfde richting draaien als het stuur.
De transmissie en de remmen testen
22 Beweeg de transmissiehendel achterwaarts.
Druk het gaspedaal iets in om het toerental te verhogen, en laat het rempedaal langzaam omhoog komen. Zodra de machine begint te bewegen, druk op het rempedaal.
~ Resultaat: De machine moet achteruit
bewegen en dan plotseling stoppen. Met de transmissiehendel op achteruit, moet het achteruitrijsignaal klinken.
23 Zet de transmissiehendel op neutraal.
24 Druk op de onderkant van de parkeerremscha-
kelaar.
~ Resultaat: Het rode indicatielampje van de
parkeerrem moet gaan branden om aan te geven dat de parkeerrem ingeschakeld is.
25 Verplaats de transmissiehendel naar voren, en
daarna naar achteren, terwijl u het toerental laat oplopen met het gaspedaal.
~ Resultaat: De machine moet niet bewegen.
19 Vergewis u ervan dat de arm helemaal omlaag
en ingeschoven is.
20 Druk op het rempedaal. Druk op de bovenkant
van de parkeerremschakelaar om hem uit te zetten.
21 Beweeg de transmissiehendel voorwaarts.
Druk het gaspedaal iets in om het toerental te verhogen, en laat het rempedaal langzaam omhoog komen. Zodra de machine begint te bewegen, druk op het rempedaal.
~ Resultaat: De machine moet eerst vooruit
bewegen en dan plotseling stoppen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 35
De parkeerrem testen
26 Druk op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de parkeerrem in te schakelen: het waarschuwingslampje van de parkeerrem moet
gaan branden.
27 Duw het gaspedaal iets in.
~ Resultaat: De machine mag niet bewegen.
April 2019
Inspecties
Tweede uitgave - Eerste druk
De wegmodus testen
28 Zet de keuzeschakelaar van de stuurmodus op
de wegmodus.
29 Probeer om: de arm te bedienen
~ Resultaat: Geen van deze functies mag werken.
De lichten testen
30 Controleer of alle aanwezige werk- en rijlichten
goed functioneren.
Het lastbegrenzingssysteem testen
31 Laad een bekend gewicht van ongeveer
1000 kg.
32 Hef de arm ongeveer 30 cm boven de grond.
33 Schuif de arm uit en controleer of het systeem in
de alarmmodus gaat nadat de afstand is bereikt die vermeld staat in de lasttabellen voor het aanbouwdeel dat op de machine gemonteerd is.
De noodstopknop testen
35 Druk de noodstopknop in tijdens een beweging.
~ Resultaat: de bewegingen moeten stoppen en
de motor moet afslaan.
De stoelschakelaar testen
36 Ga niet op de bestuurdersstoel zitten.
37 Zet de transmissie in zijn vooruit en achteruit.
38 Schakel de parkeer- en bedrijfsrem uit.
39 Duw het gaspedaal iets in.
~ Resultaat: de machine moet niet bewegen.
~ Resultaat: de alarmmodus van het systeem
moet klinken.
De activeringsschakelaar van de joystick testen
34 Bedien de joystick zonder op deze knop te
drukken.
~ Resultaat: de joystick mag op geen enkel
moment actief worden.
36 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Controlelijst inspectie van de werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
 afgereden kanten of gaten
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Grondbeginselen voor de inspectie van de werkplek
Met de inspectie van de werkplek kan de bediener bepalen of de werkplek geschikt is om de machine veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de bediener te worden uitgevoerd, voordat hij de machine naar de werkplek verplaatst.
 hobbels, hindernissen en puin op de grond
 hellingen
 een instabiele of gladde ondergrond
 obstakels boven het hoofd en
hoogspanningsgeleiders
 gevaarlijke locaties
 een ondergrond die te zacht is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de machine worden veroorzaakt
 wind- en weersomstandigheden
 de aanwezigheid van onbevoegden
 alle andere mogelijk onveilige omstandigheden.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek door te lezen en te onthouden, er vervolgens op te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen, opstellen en bedienen van de machine.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 37
April 2019
Inspecties
Inspectie voor GTH 2506 Stage IIIA stickers
Controleer aan de hand van de afbeeldingen op de volgende pagina of alle stickers zich op de juiste plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder staat een lijst op nummer met hoeveelheden en beschrijvingen.
Tweede uitgave - Eerste druk
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
215645
215646
09.4618.1818 Gevaar - Geen meerijders op de vorken 1
82560 Waarschuwing - Gevaar voor injectie 1
237720
237721
237726
09.4616.0102 Label - 2500 kg 1
09.4618.0776
1263542 Waarschuwing - Motorruimte 1
09.4618.0922 Waarschuwing - Gevaar voor beknelling 2
09.4618.0924 Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar 1
09.4618.0923
09.4618.1691 Label - Testaansluitingen 1
09.4618.1375
09.4618.1398 Label - Borgpen voor aanbouwdeel 1
09.4618.1025 Label - Ontgrendeling buitenkant deur 1
09.4618.1742 Label - Nooduitgang 1
09.4618.1419 Label - Naturelle hydraulische olie 1
09.4618.1423 Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar 1
09.4618.1687 Label - Bedieningshendel 1
09.4618.1689
09.4618.1458
09.4618.0390 Decoratieve sticker - Genie GTH-2506 2
Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar, tanken
Waarschuwing - Gevaar voor elektrocutie
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, bewegende machine
Waarschuwing - Veiligheidsgordel dragen
Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden
Label - Ontgrendeling binnenkant bovenste deur
Waarschuwing - Gevaar voor brandwonden, hete onderdelen
Waarschuwing - Omkantelgevaar, neem capaciteit in acht
Label - Bedieningshendel met vergrendeling/ontgrendeling (indien aanwezig)
Waarschuwing - Omkantelgevaar, neem capaciteit in acht
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
09.4618.0930 Decoratieve sticker - Genie GTH-2506 1
1
1258639 Decoratieve sticker - Genie 1
2
09.4618.1645
09.4618.1670 Label - Hydraulische olie 2
28159 Label - Diesel 1
3
09.4618.1674
1
09.4618.1681 Label - Bandenspanning 4,5 bar 4
1
09.4618.1690 Label - Verankering en heffen 1
09.4618.1678 Label - Uitschakelaar 1
1
09.4618.1679 Waarschuwing - 7 stickers 1
09.4618.1713
09.4618.1781
09.4618.1782 Gevaar - Gevaar voor elektrocutie 1
3
09.4618.1999 Label - GEEN VLOEISTOF gebruiken 1
1272242
1
Ond. nr. Beschrijving Aant.
09.4618.1637 Label - Vork op banden 1
09.4618.0835 Label - Haak 1
09.4618.0837 Label - 2000 kg Jib 1
09.4618.1426 Label - Bak 1
09.4618.1515 Label - MANITOU vork 1
1
2
Label - Deactivering lastbegrenzingssysteem
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, veiligheidskraag
Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden
Waarschuwing - Gevaar voor vallende voorwerpen
Label - Machineregistratie/Overdracht aan nieuwe eigenaar
GTH-2506 Set lasttabellen
1
1
1
1
1
38 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
09.4618.1419
09.4618.0390
09.4616.0102
09.4618.1423
09.4618.1818
09.4618.1375
09.4618.1690
09.4618.1781
09.4618.1398
09.4618.0922
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
82560
09.4618.1670
237720
09.4618.1025
09.4618.0776
215646
09.4618.1681
09.4618.1645
09.4618.1999
237721
09.4618.1681
09.4618.1691
09.4618.1458
09.4618.1687
09.4618.1689
09.4616.1679
09.4618.1742
09.4618.0923
237726
09.4618.0923
28159
215645
237720
09.4618.1674
09.4618.1681
09.4618.1782
09.4618.0390
09.4618.1713
1272242
09.4618.0924
09.4618.1678
09.4618.0922
09.4618.1458
1258639
215646
09.4618.1681
09.4618.0923
1263542
09.4618.0930
De arcering geeft aan dat de sticker verborgen is, d.w.z. onder een kap zit
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 39
April 2019
Inspecties
Inspectie voor GTH 2506 Stage V stickers
Controleer aan de hand van de afbeeldingen op de volgende pagina of alle stickers zich op de juiste plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder staat een lijst op nummer met hoeveelheden en beschrijvingen.
Tweede uitgave - Eerste druk
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
215645
215646
09.4618.1818 Gevaar - Geen meerijders op de vorken 1
82560 Waarschuwing - Gevaar voor injectie 1
237720
237721
237726
09.4616.0102 Label - 2500 kg 1
09.4618.0776
1263542 Waarschuwing - Motorruimte 1
09.4618.0922 Waarschuwing - Gevaar voor beknelling 2
09.4618.0924 Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar 1
09.4618.0923
09.4618.1691 Label - Testaansluitingen 1
09.4618.1375
09.4618.1398 Label - Borgpen voor aanbouwdeel 1
09.4618.1025 Label - Ontgrendeling buitenkant deur 1
09.4618.1742 Label - Nooduitgang 1
09.4618.1419 Label - Naturelle hydraulische olie 1
09.4618.1423 Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar 1
09.4618.1687 Label - Bedieningshendel 1
09.4618.1689
09.4618.1458
09.4618.0390 Decoratieve sticker - Genie GTH-2506 2
Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar, tanken
Waarschuwing - Gevaar voor elektrocutie
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, bewegende machine
Waarschuwing - Veiligheidsgordel dragen
Waarschuwing – Gevaar voor brandwonden
Label - Ontgrendeling binnenkant bovenste deur
Waarschuwing - Gevaar voor brandwonden, hete onderdelen
Waarschuwing - Omkantelgevaar, neem capaciteit in acht
Label - Bedieningshendel met vergrendeling/ontgrendeling (indien aanwezig)
Waarschuwing - Omkantelgevaar, neem capaciteit in acht
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
09.4618.0930 Decoratieve sticker - Genie GTH-2506 1
1
1258639 Decoratieve sticker - Genie 1
2
09.4618.1645
09.4618.1670 Label - Hydraulische olie 2
09.4618.1671 Label - ULSD brandstof 1
3
09.4618.1674
1
09.4618.1681 Label - Bandenspanning 4,5 bar 4
1
09.4618.1690 Label - Verankering en heffen 1
09.4618.1678 Label - Uitschakelaar 1
1
09.4618.1679 Waarschuwing - 7 stickers 1
09.4618.1713
09.4618.1781
09.4618.1782 Gevaar - Gevaar voor elektrocutie 1
3
09.4618.2026 Label - Geluidsniveau 104 dB 1
09.4618.1829 Label - EcoLogo-sticker 3
1
09.4618.1999 Label - GEEN VLOEISTOF gebruiken 1
1272242
09.4618.2053 Label - Timer batterij-uitschakeling 1
Ond. nr. Beschrijving Aant.
09.4618.1637 Label - Vork op banden 1
1
09.4618.0835 Label - Haak 1
09.4618.0837 Label - 2000 kg Jib 1
2
09.4618.1426 Label - Bak 1
09.4618.1515 Label - MANITOU vork 1
Label - Deactivering lastbegrenzingssysteem
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, veiligheidskraag
Waarschuwing - Gevaar voor brandwonden
Waarschuwing - Gevaar voor vallende voorwerpen
Label - Machineregistratie/Overdracht aan nieuwe eigenaar
GTH-2506 Set lasttabellen
1
1
1
1
1
40 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
09.4618.1419
09.4618.0390
09.4616.0102
09.4618.1423
09.4618.1818
09.4618.1375
09.4618.1690
09.4618.1781
09.4618.1398
09.4618.0922
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
82560
09.4618.1670
237720
09.4618.1025
09.4618.0776
215646
09.4618.1681
09.4618.1645
09.4618.1999
237721
09.4618.1681
09.4618.1691
09.4618.1458
09.4618.1689
09.4616.1679
09.4618.1742
09.4618.0923
237726
09.4618.1671
215645
237720
09.4618.1674
09.4618.0923
09.4618.1782
09.4618.2026
09.4618.1687
09.4618.0390
09.4618.1713
1272242
09.4618.0924
09.4618.2053
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.1678
1258639
09.4618.1681
215646
09.4618.0923
1263542
09.4618.0930
09.4618.1681
De arcering geeft aan dat de sticker verborgen is, d.w.z. onder een kap zit
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 41
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Inspectie van de configuratie m.b.t. homologatie voor weggebruik
3
2
1
2
1
4
7
1
3
Pos. Ond. nr. TUV Zwitserland Italië
09.4618.0339 Max. snelheid 20 km/u
1
09.4618.0276
2
56.0010.0020 Oranje reflector
3
09.0803.0081 Wielblok
4
09.4616.0155 Homologatieplaat
7
09.4616.0153 Homologatieplaat
7
Reflecterende gele sticker
42 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Inspectie voor GTH 3007 Stage IIIA stickers
Controleer aan de hand van de afbeeldingen op de volgende pagina of alle stickers zich op de juiste plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder staat een lijst op nummer met hoeveelheden en beschrijvingen.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
215645
215646
09.4618.1818 Gevaar - Geen meerijders op de vorken 1
82560 Waarschuwing - Gevaar voor injectie 1
237720
237721
237726
09.4616.0002 Label - 3000 kg 1
09.4618.0776
1263542 Waarschuwing - Motorruimte 1
09.4618.0922 Waarschuwing - Gevaar voor beknelling 2
09.4618.0924 Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar 1
09.4618.0923
09.4618.1691 Label - Testaansluitingen 1
09.4618.1375
09.4618.1398 Label - Borgpen voor aanbouwdeel 1
09.4618.1025 Label - Ontgrendeling buitenkant deur 1
09.4618.1742 Label - Nooduitgang 1
09.4618.1419 Label - Naturelle hydraulische olie 1
09.4618.1423 Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar 1
09.4618.1687 Label - Bedieningshendel 1
09.4618.1689
09.4618.1458
Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar, tanken
Waarschuwing - Gevaar voor elektrocutie
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, bewegende machine
Waarschuwing - Veiligheidsgordel dragen
Waarschuwing - Gevaar voor brandwonden
Label - Ontgrendeling binnenkant bovenste deur
Waarschuwing - Gevaar voor brandwonden, hete onderdelen
Waarschuwing - Omkantelgevaar, neem capaciteit in acht
Label - Bedieningshendel met vergrendeling/ontgrendeling (indien aanwezig)
Waarschuwing - Omkantelgevaar, neem capaciteit in acht
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
09.4618.1992 Decoratieve sticker - Genie GTH-3007 1
1
09.4618.1993 Decoratieve sticker - GTH -3007 1
2
09.4618.1994 Decoratieve sticker - Genie GTH-3007 1
1258639 Decoratieve sticker - Genie 1
09.4618.1645
3
09.4618.1670 Label - Hydraulische olie 2
1
28159 Label - Diesel 1
09.4618.1674
1
09.4618.1682 Label - Bandenspanning 5,5 bar 4
09.4618.1995 Label - Verankering en heffen 1
1
09.4618.1678 Label - Uitschakelaar 1
09.4618.1679 Waarschuwing - 7 stickers 1
09.4618.1713
09.4618.1781
3
09.4618.1782 Gevaar - Gevaar voor elektrocutie 1
09.4618.1999 Label - GEEN VLOEISTOF gebruiken 1
1
1272242
Ond. nr. Beschrijving Aant.
09.4618.2016 Label - Vork op banden 1
09.4618.2022 Label - Haak 1
09.4618.2023 Label - 2000 kg Jib 1
1
09.4618.2024 Label - 900 kg Jib 1
09.4618.2025 Label - Bak 1
2
Label - Deactivering lastbegrenzingssysteem
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, veiligheidskraag
Waarschuwing - Gevaar voor brandwonden
Waarschuwing - Gevaar voor vallende voorwerpen
Label - Machineregistratie/Overdracht aan nieuwe eigenaar
GTH-3007 Set lasttabellen
1
1
1
1
1
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 43
April 2019
Inspecties
09.4616.1993
09.4616.0002
09.4618.1818
09.4618.1375
09.4618.1995
09.4618.1781
09.4618.1782
09.4618.1398
09.4618.0922
09.4618.1458
Tweede uitgave - Eerste druk
82560
09.4618.1670
09.4618.1419
237720
09.4618.1025
09.4618.0776
215646
09.4618.1682
09.4618.1645
09.4618.1999
237721
09.4618.1682
09.4618.1423
09.4618.1691
09.4618.1687
09.4618.1689
09.4618.1679
09.4618.0923
09.4618.1742
09.4618.0923
28159 215645
237720
09.4618.1674
237720
237726
09.4618.1994
09.4618.1682
09.4618.0923
1263542
09.4618.1992
09.4618.1713 1272242
09.4618.0924
09.4618.1678
09.4618.0922
09.4618.1458
1258639
09.4618.1682
215646
44 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Inspectie voor GTH 3007 Stage V stickers
Controleer aan de hand van de afbeeldingen op de volgende pagina of alle stickers zich op de juiste plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder staat een lijst op nummer met hoeveelheden en beschrijvingen.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
215645
215646
09.4618.1818 Gevaar - Geen meerijders op de vorken 1
82560 Waarschuwing - Gevaar voor injectie 1
237720
237721
237726
09.4616.0002 Label - 3000 kg 1
09.4618.0776
1263542 Waarschuwing - Motorruimte 1
09.4618.0922 Waarschuwing - Gevaar voor beknelling 2
09.4618.0924 Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar 1
09.4618.0923
09.4618.1691 Label - Testaansluitingen 1
09.4618.1375
09.4618.1398 Label - Borgpen voor aanbouwdeel 1
09.4618.1025 Label - Ontgrendeling buitenkant deur 1
09.4618.1742 Label - Nooduitgang 1
09.4618.1419 Label - Naturelle hydraulische olie 1
09.4618.1423 Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar 1
09.4618.1687 Label - Bedieningshendel 1
09.4618.1689
09.4618.1458
09.4618.1992 Decoratieve sticker - Genie GTH-3007 1
09.4618.1993 Decoratieve sticker - GTH-3007 1
Gevaar - Ontploffings-/brandgevaar, tanken
Waarschuwing - Gevaar voor elektrocutie
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, bewegende machine
Waarschuwing - Veiligheidsgordel dragen
Waarschuwing - Gevaar voor brandwonden
Label - Ontgrendeling binnenkant bovenste deur
Waarschuwing - Gevaar voor brandwonden, hete onderdelen
Waarschuwing - Omkantelgevaar, neem capaciteit in acht
Label - Bedieningshendel met vergren­deling/ontgrendeling (indien aanwezig)
Waarschuwing - Omkantelgevaar, neem capaciteit in acht
Ond. nr. Beschrijving sticker Aant.
09.4618.1994 Decoratieve sticker - Genie GTH-3007 1
1
1258639 Decoratieve sticker - Genie 1
2
09.4618.1645
09.4618.1670 Label - Hydraulische olie 2
09.4618.1671 Label - ULSD brandstof 1
3
09.4618.1674
1
09.4618.1682 Label - Bandenspanning 5,5 bar 4
1
09.4618.1995 Label - Verankering en heffen 1
09.4618.1678 Label - Uitschakelaar 1
1
09.4618.1679 Waarschuwing - 7 stickers 1
09.4618.1713
09.4618.1781
09.4618.1782 Gevaar - Gevaar voor elektrocutie 1
3
09.4618.1829 Label - EcoLogo 3
09.4618.2026 Label - Geluidsniveau 104 dB 1
1
09.4618.1999 Label - GEEN VLOEISTOF gebruiken 1
1272242
09.4618.2053 Label - Timer batterij-uitschakeling 1
Ond. nr. Beschrijving Aant.
09.4618.2016 Label - Vork op banden 1
1
09.4618.2022 Label - Haak 1
2
09.4618.2023 Label - 2000 kg Jib 1
09.4618.2024 Label - 900 kg Jib 1
09.4618.2025 Label - Bak 1
Label - Deactivering lastbegrenzingssysteem
Waarschuwing - Gevaar voor beknelling, veiligheidskraag
Waarschuwing - Gevaar voor brandwonden
Waarschuwing - Gevaar voor vallende voorwerpen
Label - Machineregistratie/Overdracht aan nieuwe eigenaar
GTH-3007 Set lasttabellen
1
1
1
1
1
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 45
April 2019
Inspecties
09.4618.1993
09.4616.0002
09.4618.1818
09.4618.1375
09.4618.1995
09.4618.1781
09.4618.1782
Tweede uitgave - Eerste druk
82560
09.4618.1670
09.4618.1419
237720
09.4618.1025
09.4618.0776
215646
09.4618.1682
09.4618.1645
09.4618.1999
237721
09.4618.1682
09.4618.1423
09.4618.1398
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.1687
09.4618.2026
09.4618.1689
09.4618.1679
09.4618.1742
09.4618.1671 215645
237720
09.4618.1674
237720
237726
09.4618.0923
09.4618.1994
09.4618.1682
09.4618.0923
1263542
09.4618.1691
09.4618.1992
09.4618.1713 1272242
09.4618.0924
09.4618.2053
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.1678
09.4618.0923
1258639
09.4618.1682
215646
46 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Inspectie van de configuratie m.b.t. homologatie voor weggebruik
3
2
1
2
1
4
7
1
3
Pos. Ond. nr. TUV Zwitserland Italië
09.4618.0339 Max. snelheid 20 km/u
1
09.4618.0276
2
56.0010.0020 Oranje reflector
3
09.0803.0081 Wielblok
4
09.4616.0155 Homologatieplaat
7
09.4616.0153 Homologatieplaat
7
Reflecterende gele sticker
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 47
April 2019
Gebruiksaanwijzing
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
Tweede uitgave - Eerste druk
Grondbeginselen
In het deel Gebruiksaanwijzing worden instructies gegeven voor alle aspecten van het gebruik van de machine. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder dat alle veiligheidsvoorschriften en -instructies in de bedienings- en veiligheidshandboeken en de vereisten in het handboek omtrent de verantwoordelijkheden worden opgevolgd.
Een terreinheftruck met variabele reikwijdte wordt gedefinieerd als een heftruck op wielen die primair bedoeld is als vorkheftruck met een scharnierende arm die kan worden uitgerust met aanbouwdelen om materialen te heffen. Het gebruik voor andere doeleinden is onveilig en gevaarlijk.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Alleen getraind en bevoegd personeel mag toestemming krijgen om de machine te gebruiken. Als verwacht wordt dat de machine door meer dan één bestuurder zal worden gebruikt op verschillende momenten gedurende dezelfde werkdienst, moeten alle bestuurders gekwalificeerd zijn, en wordt van hen verwacht dat ze allemaal de veiligheidsvoorschriften en -instructies in de bedienings-, veiligheidshandboeken opvolgen en voldoen aan de vereisten met betrekking tot de verantwoordelijkheden in het handboek. Dit betekent dat iedere nieuwe bestuurder een inspectie voor het gebruik, functietests en een inspectie op de werkplek moet uitvoeren voordat hij/zij de machine gaat gebruiken.
Daarnaast moet iedereen die op of in de buurt van het product werkt ook vertrouwd zijn met de toepasselijke veiligheidsmaatregelen.
48 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
De stoel afstellen
Om de stand van de stoel te veranderen, hendel A bewegen en de stoel naar voren of naar achteren schuiven. Laat de hendel los, en controleer of de stoel in de positie vergrendeld wordt.
Om de stoelhoogte en -vering af te stellen, draait u knop B met de klok mee of tegen de klok in tot u de gewenste instelling van de vering hebt verkregen. Controleer wanneer u goed zit of de gele wijzer C in de groene zone staat.
De veiligheidsgordels omdoen
3
1
2
Op de stoel zitten:
De stoelgordel is voorzien van een rolinrichting.
Om de gordels vast te maken de lip 1 in de gesp 2 steken totdat hij vastzit.
Om de gordel los te maken, op drukknop 3 duwen en het lipje uit de gesp trekken.
Zorg dat de gordel op de heupen rust en niet op de maag.
Om de rugleuning af te stellen, bedient u de hendel D en duwt u met uw rug stevig tegen de rugleuning om de leuning in de gewenste stand te brengen, en laat u de hendel vervolgens los.
De zitting is slechts voor één persoon.
Regel de zitting niet terwijl de machine in beweging is.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 49
April 2019
Gebruiksaanwijzing
De spiegels afstellen
De machine heeft vier achteruitkijkspiegels. Om de stand hiervan aan te passen, draait u hen met de hand in de stand(en) die het beste zicht geven.
1. Hiermee kan het gebied achter de machine worden gecontroleerd.
2. Hiermee kan de rijbaan worden gecontroleerd.
3. Hiermee kan het gebied achter de machine worden gecontroleerd.
4. Hiermee kan het gebied alsook het achterste deel van het chassis worden gecontroleerd.
aan de rechterkant
achter de machine
aan de linkerkant
achter de machine
Tweede uitgave - Eerste druk
4
1
2
3
50 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
0
Gebruiksaanwijzing
Parkeerrem
Gebruik altijd de parkeerremschakelaar om de parkeerrem in te schakelen voordat u de arm omhoog brengt.
Schakel altijd de parkeerrem in voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om de parkeerrem in te schakelen.
Duw op de bovenkant van de tuimelschakelaar om de parkeerrem uit te schakelen.
Rempedaal
Gebruik het rempedaal om de snelheid van de machine te regelen en de machine te laten stoppen.
Houd het rempedaal ingedrukt om de machine te laten stoppen.
De motor starten
1. Vergewis u ervan dat de parkeerrem ingeschakeld is en dat de transmissiehendel in neutrale stand staat.
2. Steek de sleutel in het contact.
3. Draai de sleutel om totdat de motor start.
Start in koude conditie
In koude situaties, bij 20°F / -6°C en lager, moet de motor 5 minuten warmdraaien voordat u begint te werken, om schade aan het hydraulische systeem te voorkomen. In buitengewoon koude situaties, bij 0°F / -18°C en lager, moeten de machines zijn voorzien van optionele koudestartkits. Om te proberen de machine te starten bij temperaturen onder 0°F / -18°C kan een hulpstartaccu nodig zijn.
Steer Select
Breng alle wielen altijd in lijn met de machine, alvorens van stuurmodus te wisselen.
Lijn de wielen niet opnieuw uit terwijl u rijdt.
Om de achterwielen uit te lijnen:
1. Start de motor en zet de keuzeschakelaar Werkplek/Weg/Platform op de stand “Werkplek”.
2. Draai het stuurwiel totdat de wielen in lijn zijn met het chassis in de lengterichting en het oranje indicatielampje van de stuurmodusschakelaar vast gaat branden.
Bij overgang van vierwielbesturing naar knikbesturing (of omgekeerd), wordt de machine automatisch uitgelijnd met de achterwielen.
Als de motor niet binnen 30 seconden start, moet de oorzaak worden vastgesteld en een eventuele storing worden gerepareerd. Wacht 20 seconden voordat u een nieuwe startpoging doet.
1
2
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 51
April 2019
203 mm
2
3
Gebruiksaanwijzing
Tweede uitgave - Eerste druk
Nooduitgang
Til de twee hendels op en verwijder de vleugelmoeren waarmee de hendels aan het frame zijn bevestigd
1
2
3
Transmissiebediening
Gebruik de transmissiehendel om de rijrichting van de machine te bedienen.
Trap het bedrijfsrempedaal in voordat u de transmissie in een versnelling schakelt.
Om vooruit te rijden, verplaatst u de transmissiehendel omhoog en naar de voorzijde van de machine toe.
Om achteruit te rijden, beweeg de transmissiehendel omhoog en naar de achterkant van de machine: het achteruitrij-alarm klinkt en de werklichten aan de achterkant gaan branden
(indien aanwezig).
Om terug te keren in neutrale stand, moet de transmissiehendel in de middelste stand worden gezet.
Vooruit
Neutraal
Achteruit
52 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
HOGE TEMPERATUUR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
HOGE TEMPERATUUR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
BEZIG MET WARMDRAAIEN,
DRUK LANG OM TE ANNULEREN
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
HOGE TEMPERATUUR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
BEZIG MET WARMDRAAIEN,
DRUK LANG OM TE ANNULEREN
REGEN. STILSTAND
NOG TE GAAN:
25’
Gebruiksaanwijzing
Regeneratie roetfilter stilstand ­Alleen voor Stage V
Als het lampje van het roefilter brandt, pos. 7 op het instrumentenpaneel, is regeneratie van het roetfilter noodzakelijk. Start het regeneratieproces als volgt:
1 Kies een veilige parkeerplek in de open lucht:
2 Schakel de parkeerrem in.
3 Zet de transmissiehendel op neutraal.
4 Schakel alle hydraulische functies
5 Houd de motor draaiende op stationair
6 Druk kort (minder dan één seconde) op
7 Druk lang (minstens één seconde) op de
een stevige, vlakke ondergrond
zonder obstakels en verkeer
zonder ontvlambaar materiaal
zonder ontploffingsgevaar
(armfuncties, aandrijving, laadschop
menging, continue stroming....).
toerental.
de wisseltoets van het display, pos. 12; op het display verschijnt het bericht „Stilstand klaar, druk lang om te starten”
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
wisseltoets van het display, pos. 12; op het display verschijnt het bericht „Hoge temperatuur, druk lang om te starten”.
REGEN. STILSTAND
HOGE TEMPERATUUR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
8 Druk lang (minstens één seconde) op
de wisseltoets van het display, pos. 12; op het display verschijnt het bericht „Bezig met warmdraaien, druk lang om te annuleren”.
REGEN. STILSTAND
BEZIG MET WARMDRAAIEN,
DRUK LANG OM TE ANNULEREN
9 Wacht tot het bericht dat aangeeft hoeveel
tijd er resteert tot de regeneratie is voltooid op het display verschijnt.
Druk niet lang (een seconde of langer)
op de wisseltoets, anders wordt het regeneratieproces geannuleerd.
REGEN. STILSTAND
NOG TE GAAN:
25’
10 Na ongeveer 25/35 minuten is het
regeneratieproces voltooid, op het display verschijnt dan het bericht „proces voltooid”.
REGEN. STILSTAND
PROCES
VOLTOOID
11 Op het display verschijnt de hoofdpagina
en de motor keert terug naar een laag toerental.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 53
April 2019
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
HOGE TEMPERATUUR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
BEZIG MET WARMDRAAIEN,
DRUK LANG OM TE ANNULEREN
REGEN. STILSTAND
NOG TE GAAN:
25’
REGEN. STILSTAND
PROCES
VOLTOOID
Gebruiksaanwijzing
Tijdens de regeneratie van het roetfilter in
stilstand is de werking van de arm onderdrukt.
Blijf uit het gebied van de knalpot.
Laat de machine niet onbewaakt achter.
Tweede uitgave - Eerste druk
Baken het gebied af.
De regeneratie van het roetfilter in stilstand
kan niet worden geactiveerd als niet wordt voldaan aan alle randvoorwaarden van stap 1 tot en met 5. Als dit het geval is, worden een of meer randvoorwaarden weergegeven.
Als het verzoek om regeneratie in stilstand
wordt genegeerd, kan het roet in het filter een ontoelaatbaar niveau bereiken, waardoor het filter permanent beschadigd wordt en moet worden vervangen door servicepersoneel. In dit geval verschijnt op het display het bericht „Niet mogelijk, service nodig”.
De regeneratie van het roetfilter in stilstand
wordt onderbroken als:
REGEN. STILSTAND
NIET MOGELIJK, SERVICE NODIG
De motor wordt afgezet met de contactsleutel
De parkeerrem wordt losgezet
De noodstopknop wordt ingedrukt
De wisseltoets van het display, pos.
12, lang wordt ingedrukt (minstens één seconde)
54 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Een last vervoeren
Plaats de last midden op de vorken. Positioneer de last zo dat hij helemaal tegen de rug van het vorkenframe rust.
De last moet tijdens het rijden zo laag mogelijk boven de grond worden gehouden. Rijd met een machine die een last draagt altijd met de armhoekindicator op 0 graden of minder.
Kantel de vorken iets naar achteren om de last veilig te dragen.
Breng de machine altijd volledig tot stilstand alvorens de parkeerrem in te schakelen.
Een last opheffen en plaatsen
De lasttabel in de cabine toont de werkgrenzen van een goed onderhouden en bediende machine. Om de lasttabel te gebruiken moet de bestuurder het gewicht van de last en het zwaartepunt ervan kennen, en weten hoe ver hij naar buiten en naar boven moet worden verplaatst.
Deze machine heeft meer dan één lasttabel. Verzeker u ervan dat u de lasttabel gebruikt die overeenstemt met het aanbouwdeel dat aan de machine bevestigd is.
Als u vaststelt dat het gewicht van de last niet kan worden geplaatst tot de hoogte en met de hoek die u wilt, heeft u de volgende opties:
1. breng de machine dichter bij het laad- of oppikpunt, zodat het gewicht van de last voldoet aan de specificaties van de lasttabel.
2. Verdeel de last in kleinere porties, zodat elk gedeelte voldoet aan de specificaties van de lasttabel.
3. Zorg voor een grotere machine, die in staat is de last te verplaatsen binnen de specificaties.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 55
April 2019
Gebruiksaanwijzing
De last plaatsen
1 Ga naar de gewenste plek en zet de machine
voorzichtig stil.
2 Zet de transmissie in de neutrale stand.
3 Schakel de parkeerrem in.
4 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te heffen en uit te schuiven tot de gewenste hoogte.
Tweede uitgave - Eerste druk
6 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te heffen en uit te schuiven. Hierdoor komen de vorken uit de last.
7 Nadat de vorken uit de last en de structuur zijn
verwijderd kan de arm omlaag gebracht en ingetrokken worden.
5 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te laten dalen en uit te schuiven tot in de uiteindelijke positie. Laat de last zakken totdat het gewicht helemaal van de vorken wordt ontladen. Oefen geen neerwaartse kracht uit met de vorken.
56 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
168 mm
C
C
C
Bedieningsbewegingen ­Functiejoystick
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Functiejoystick met
activeringsschakelaar
(B)
Functiejoystick met
activeringsschakelaar
(B) en geel wieltje (C)
Hydraulische snelkoppeling (indien aanwezig)
Vergrendel of ontgrendel de hydraulische
snelkoppeling door tegelijkertijd
de schakelaar voor vergrendeling/
ontgrendeling van de hydraulische
snelkoppeling, de activeringsknop van de
functiejoystick (B) en de witte duimknop
(A) in te drukken
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 57
April 2019
Gebruiksaanwijzing
Bedieningspaneel lastbegrenzingssysteem
Aan de achterkant van de bestuurdersplaats zit een unit waarmee u het lastbegrenzingssysteem van de machine kunt besturen. De verzamelde gegevens, verwerkt in relatie tot het aanbouwdeel dat wordt gebruikt, worden voortdurend vergeleken met de gegevens uit het systeemprogramma. Het resultaat van de verwerking wordt in drie mogelijke toestanden door de display omgezet en weergegeven middels de controlelampjes aan de linkerzijde van de ervan.
1 Groene led AAN Stabiele conditie. (L1,L2,L3): tijdens de normale
werking, wanneer het kantelmomentpercentage
tussen 0 en 79 ligt, zijn deze leds AAN. 2 Gele led AAN Vooralarmconditie. (L4 en L5): ze lichten op
wanneer de machine neigt tot kantelen en
het kantelmomentpercentage ten opzichte
van de drempelwaarde tussen 80 en 99 ligt:
de armbewegingen zijn vertraagd en het
akoestische alarm geeft langzame pieptonen. 3 Rode led AAN
Alarmsituatie. (L6 en L7): gevaar voor kanteling!
Het kantelmomentpercentage is 100 of hoger
ten opzichte van de drempelwaarde: het
akoestische alarm geeft snelle pieptonen en
de machinebewegingen zijn gestopt, behalve
degene die nodig zijn om de last terug te
brengen binnen veilige grenzen.
Tweede uitgave - Eerste druk
L7
L4
L3
L2
L1
L6
L5
L8
Beschrijving van de bedieningen
1. Kalibratieknop
2. Stabiliteitsindicator met ledbalk
3. Groen licht - voeding OK
4. L8 functioneel led
Werking
Als de stroom wordt ingeschakeld op het begrenzingssysteem, voert dit een zelftest uit:
LEDbalk 2 licht geleidelijk aan op van groen naar rood
het display zoemt
L8 en het Indicatielampje algemeen alarm lastbegrenzingssysteem blijven branden
vervolgens gaat Ledbalk 2 geleidelijk uit
L8 en het Indicatielampje algemeen alarm lastbegrenzingssysteem gaan uit
Tijdens de werking licht de LED-balk 2 geleidelijk aan op, afhankelijk van de verandering in stabiliteit.
Alarmcodes en resetten
De begrenzer heeft diagnosemogelijkheden om te helpen bij het opsporen van defecten in de transducers, breuk van kabels of slechte werking van het elektronische systeem.
58 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Als er een defect wordt gesignaleerd gaat de begrenzer in de veiligheidsmodus en blokkeert hij gevaarlijke manoeuvres: Indicatielampje algemeen alarm lastbegrenzingssysteem blijft branden samen met Led L8 dat begint te knipperen, en hiermee een alarmcode uitdrukt.
Controleer voordat u de machine
gebruikt of de eerste groene led van het waarschuwingssysteem voor overbelasting AAN is. Het waarschuwingssysteem voor overbelasting mag niet worden gebruikt om de last te controleren die geheven gaat worden: het is alleen ontworpen om mogelijke onbalans van de machine op de bewegingsas te signaleren. Dergelijke onbalans kan ook veroorzaakt worden door te snelle bediening van de hendels tijdens het verplaatsen van lasten. Als er tijdens het werken diverse indicatielampjes oplichten, bedien de hendels dan geleidelijker.
Schakelaar voor onderdrukking lastbegrenzingssysteem
Het gebruik van de lasttabellen
De lasttabellen in de cabine geven de maximaal toegestane last aan in relatie tot de armextensie en het type aanbouwdeel. Houd u altijd aan deze tabellen, om in veilige omstandigheden te werken. De uitschuiving van de arm kan worden gecontroleerd aan de hand van de letters (A, B, C, D, E) die op de arm zijn geverfd, terwijl de werkelijke hellingsgraden van de arm worden aangegeven door de hoekindicator.
Met deze schakelaar kan het lastbegrenzingssysteem worden onderdrukt om de machine te herstellen:
als zij geblokkeerd is nadat het lastbegrenzingssysteem getriggerd is;
in geval van machinestoringen waarbij alle bewegingen van de machine ontgrendeld moeten worden;
Om oneigenlijk gebruik van de inrichting te vermijden (bijv. het werken buiten het lastbegrenzingssysteem en de stabiliteitsgrenzen van de machine), is het lastbegrenzingssysteem voorzien van een timer (ingesteld op 10 seconden). Na afloop van de ingestelde tijd worden de blokkeerfuncties automatisch hersteld.
Als de deactiveringsschakelaar van de lastbegrenzer is ingeschakeld, gaat de functionele led L8 branden met vast rood licht.
Schakelaar voor onderdrukking lastbegrenzings­systeem is alleen actief in de werkplekmodus. In de platformmodus kan het lastbegrenzingssysteem niet uitgeschakeld worden.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 59
April 2019
Gebruiksaanwijzing
Instructies voor snelkoppeling
Tweede uitgave - Eerste druk
Versie met mechanische blokkering
1 Rijd naar de plaats waar u het gemonteerde
aanbouwdeel wilt afkoppelen (zo mogelijk een stevige, overdekte plek).
2 Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel van
het aanbouwdeel (indien aanwezig).
3 Trek de mechanische borgpen van het
aanbouwdeel weg nadat de veiligheidssplitpen aan het uiteinde ervan is verwijderd.
4 Plaats het aanbouwdeel vlak op de grond. 5 Kantel het bevestigingsframe van aanbouwdelen
naar voren en breng de arm omlaag om de bovenste aanbouwblokkering los te maken.
6 Ga met de machine achteruit en rijd naar het
nieuwe aanbouwdeel dat aangekoppeld moet worden.
7 Houd het frame voorover gekanteld en haak
de bovenste blokkering van het nieuwe aanbouwdeel vast.
8 Trek het aanbouwdeel in en hef het een
stukje op. Het centreert automatisch op het snelkoppelingsframe.
9 Plaats de mechanische borgpen terug en zet hem
vast met zijn veiligheidssplitpen.
10 Koppel de verbindingsstukken van het
aanbouwdeel weer vast (indien aanwezig).
Versie met hydraulische blokkering (optie)
1. Rijd naar de plaats waar u het gemonteerde aanbouwdeel wilt afkoppelen (zo mogelijk een stevige, overdekte plek).
2. Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel van het aanbouwdeel (indien aanwezig).
3. Plaats het aanbouwdeel vlak op de grond.
4. Druk op de activeringsschakelaar voor vergrendeling/ontgrendeling en houd hem ingedrukt tot aan het einde van stap 5.
5. Maak het aanbouwdeel los door de functiejoystick te bewegen.
6. Kantel het bevestigingsframe van aanbouwdelen naar voren en breng de arm omlaag om de bovenste aanbouwblokkering los te maken.
7. Ga met de machine achteruit en rijd naar het nieuwe aanbouwdeel dat aangekoppeld moet worden.
8. Houd het frame voorover gekanteld en haak de bovenste blokkering van het nieuwe aanbouwdeel vast.
9. Trek het aanbouwdeel in en hef het een stukje op. Het centreert automatisch op het snelkoppelingsframe.
10. Koppel het aanbouwdeel aan door de functiejoystick te bewegen met de activeringsschakelaar voor vergrendelen/ ontgrendelen.
11. Koppel de verbindingsstukken van het aanbouwdeel weer vast (indien aanwezig).
60 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
De machine starten met startkabels
Het starten van de machine met startkabels op de accu of vervanging van de accu is nodig als de accu zo leeg is dat de accu de starter niet aandrijft.
Nooit de machine starten met startkabels
direct op de startmotor of de solenoïde van de startmotor. Ernstig letsel of overlijden kunnen het gevolg zijn door de voor- of achterwaarts bewegende machine.
Om persoonlijk letsel te vermijden bij het starten met startkabels met behulp van een andere machine, moet worden verzekerd dat de machines elkaar niet raken.
Start een bevroren accu nooit met startkabels, want dan ontploft hij.
Blijf met vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Loodzuuraccu’s veroorzaken explosieve gassen tijdens het opladen. Draag een veiligheidsbril als u in de buurt van accu’s werkt.
De hulpaccu moet 12 V zijn. De machine die gebruikt wordt om met startkabels te starten moet een elektrisch systeem met negatieve aarde hebben.
Het starten van de machine met startkabels
1 Sluit de positieve (+) startkabel aan op de
positieve (+) pool van de lege accu.
2 Sluit het andere uiteinde van dezelfde
startkabel aan op de positieve (+) pool van de hulpstartaccu.
3 Sluit het ene uiteinde van de tweede
startkabel aan op de negatieve (-) pool van de hulpstartaccu.
4 Maak de laatste kabelverbinding met het
motorblok of het aardpunt dat het verst van de
accu vandaan ligt. 5 Start de motor. 6 Maak de positieve (+) startkabel los van de
positieve (+) pool van de hulpstartaccu. 7 Maak het andere uiteinde van de positieve (+)
startkabel los van de positieve (+) pool van de
machineaccu.
8 Maak het ene uiteinde van de tweede
startkabel los van de negatieve (-) pool van de hulpstartaccu.
9 Maak het andere uiteinde van de tweede
startkabel los van het motorblok of aardingspunt.
Op een helling rijden
Als de machine een last draagt, moet deze altijd aan de bergopwaartse kant zitten. Als de machine geen last draagt, moet met de vorken of het aanbouwdeel aan de bergafwaartse kant worden gereden.
Rijd op steil terrein alleen bergopwaarts en bergafwaarts en houd de machine altijd in een versnelling. Rijd niet dwars over de helling als de machine een helling op- of afgaat.
Pas de rijroute en snelheid aan de conditie van de bodem, de tractie, helling, aanwezigheid van personeel en eventuele andere factoren die gevaar kunnen veroorzaken. Rijd de machine alleen wanneer de arm en de apparatuur in de juiste transportpositie zijn.
Of een machine zal omkantelen tijdens dynamisch gebruik van de machine hangt af van vele variabelen waarmee rekening gehouden moet worden. Hiertoe behoren de weg-/bodemconditie, stabiliteit en helling, alsook de machine-uitrusting, ervaring van de bestuurder, positie van de last, bandenspanning, machinesnelheid enz.
Bovendien hangt het omkantelen van een machine in grote mate af van het handelen van de bestuurder, zoals de snelheid en de gelijkmatigheid waarmee de machine wordt bediend, alsook de positie van het aanbouwdeel en de last.
Op bouwplaatsen en wegen verandert de hellingsgraad regelmatig, ze kunnen hard of zacht zijn en veranderingen ondergaan vanwege de bouwwerkzaamheden en weersinvloeden.
Bestuurders moeten goed getraind zijn en hun beste beoordelingsvermogen en ervaring inzetten om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen tegen omkantelen. De bestuurders moeten de variabelen op de werkplek beoordelen en vermijden dat de capaciteiten van de machine (of de bestuurder) met het oog op het terrein en de omstandigheden worden overschreden.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 61
April 2019
Gebruiksaanwijzing
Indicator motorconditie
Als het waarschuwingslampje en/of het indicatielampje “Ernstige motorfout” gaat branden, dient u servicepersoneel te waarschuwen.
Na elk gebruik
1 Selecteer een geschikte parkeerplek —
stevige, vlakke ondergrond, uit de buurt van obstakels en verkeer.
2 Trek de arm in en breng hem omlaag in de
opbergstand.
Tweede uitgave - Eerste druk
3 Zet de transmissiehendel op neutraal.
4 Schakel de parkeerrem in.
5 Zet de sleutelschakelaar in de uit-stand en
haal de sleutel weg als beveiliging tegen gebruik door onbevoegden.
Rijden over de weg of het werkterrein
Houd u bij het rijden over de openbare weg strikt aan de lokale of nationale verkeersregels. Zorg ervoor dat de volgende voorzorgsmaatregelen getroffen zijn voordat u de openbare weg op gaat:
• Start de motor.
• Lijn de achterwielen uit met het chassis.
• Alleen voor de Italiaanse markt installeer de bij de machine geleverde blokkeringen voor het machineregistratiedocument als volgt:
1. monteer de blokkeerkabel van de armverlenging A;
2. monteer de blokkeerring B op de kantelcilinder;
3. monteer de blokkeerring C op de hefcilinder;
• Bedek de tanden van de conventionele vorken
met de speciale afscherming.
• Trek de arm en het aanbouwdeel in tot in de
transportpositie
• Zet de weg-/werklocatieschakelaar op “Weg”
Controleer of lichten, geluidssignalen, richtingaanwijzers goed functioneren.
De rijsnelheid van de machine hangt af van het motortoerental en de geselecteerde versnelling.
Rijden op de openbare weg is alleen
toegestaan met een machine zonder last. De machine is niet geschikt om aanhangers te trekken.
Alleen voor de Italiaanse markt
A
B
C
62 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Een defecte machine verplaatsen
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Het wegslepen van een machine is alleen aangeraden als er geen andere oplossing bestaat, want het kan grote schade veroorzaken aan de transmissie. Repareer wanneer mogelijk de machine ter plekke. Als de machine moet worden versleept:
1. Schakel de parkeerrem uit.
2. Zet de transmissie in neutraal.
3. Selecteer de tweewielbesturing.
4. Verbind een starre trekbalk met een van de twee bevestigingspunten op de vooras.
5. Indien mogelijk, start de motor om gebruik te maken van de hydraulische aandrijving en van het remsysteem.
6. Sleep de machine over korte afstanden en op lage snelheid (minder dan 5 km/u).
De parkeerrem uitschakelen
Gebruik de wielblokken op alle wielen om te
voorkomen dat het voertuig gaat bewegen wanneer de parkeerrem uitgeschakeld wordt.
Blokkeer met het mechanische systeem alle
wielen, om te voorkomen dat het voertuig gaat bewegen wanneer de parkeerrem uitgeschakeld wordt.
Stuur eventueel aanwezig personeel weg uit het gebied alvorens de blokkering van elk van de vier banden te verwijderen en sleep het voertuig naar een geschikte plaats.
Om de parkeerrem van een defecte machine los te zetten volgt u onderstaande procedure, gebruik makend van de 14 mm en 19 mm combinatiesleutels die bij de machine geleverd zijn:
5. Draai de remontkoppelingsschroeven (A) naar binnen door ze achtereenvolgens 1/4 slag te draaien, totdat ze helemaal los zijn (de wielen vrij zijn).
De parkeerrem inschakelen
Gebruik wielblokken op alle wielen om te voorkomen dat het voertuig gaat bewegen voordat u een handeling gaat verrichten.
Blokkeer met het mechanische systeem alle vier
de wielen, om te voorkomen dat het voertuig gaat bewegen voordat u een handeling gaat verrichten.
Stuur eventueel aanwezig personeel weg uit
het gebied en ga na of de parkeerrem naar behoren functioneert.
Om de parkeerrem weer te activeren:
1. Draai vanaf de linkerkant van de vooras de remontkoppelingsschroeven (A) los.
2. Stel de schroeven (A) bij tot 34 mm.
3. Draai de moeren (B) vast tot 15-20 Nm.
4. Draai vanaf de rechterkant van de vooras de remontkoppelingsschroeven (A) los.
5. Stel de schroeven (A) bij tot 34 mm.
6. Draai de moeren (B) vast tot 15-20 Nm.
De parkeerremmen worden nu opnieuw geactiveerd en de wielen zijn geblokkeerd.
B
1. Zoek de twee schroeven en moeren (A en B) op die aan beide zijden van de vooras zitten.
2. Draai vanaf de linkerkant van de as de moeren (B) ongeveer 10 mm los in de buurt van de boutkop.
3. Draai de remontkoppelingsschroeven (A) naar binnen door ze achtereenvolgens 1/4 slag te draaien, totdat ze helemaal los zijn (de wielen vrij zijn).
4. Draai vanaf de rechterkant van de as de moeren (B) ongeveer 10 mm los in de buurt van de boutkop.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 63
A
34 mm
B
A
B
A
April 2019
78 mm
Parkeren en opslag
Tweede uitgave - Eerste druk
Korte inactiviteit
Parkeer de machine altijd veilig na een werkdag, een werkdienst of ‘s nachts. Tref alle voorzorgsmaatregelen om letsel te voorkomen voor al degenen die de machine naderen terwijl deze stilstaat:
• Parkeer de machine zo dat hij andere werkzaamheden niet hindert.
• Trek de arm in en zet hem aan de grond.
• Schakel de transmissie uit en schakel de parkeerrem in.
• Haal de sleutel uit het contact en doe de cabinedeur op slot.
Als een accu aangekoppeld gelaten wordt,
kan dat kortsluitingen en daardoor brand veroorzaken.
Koppel de accu af door de isolatieschakelaar (deze zit in de motorbehuizing) op de UIT-stand te draaien (zie het deel Inspectie van stickers).
+
-
+
-
09.4618.1678
Opslag van de machine
Als de machine lange tijd niet zal worden gebruikt, moeten de bovenstaande voorzorgsmaatregelen worden getroffen. Verder:
• Was de machine grondig af. Verwijder, met het oog op een betere reiniging, roosters en beschermkappen.
• Maak alle machinedelen zorgvuldig droog met perslucht.
• Smeer de machine grondig.
• Voer een inspectie uit door om de machine heen te lopen en eventuele versleten of beschadigde onderdelen te vervangen.
• Verf eventuele versleten of beschadigde delen.
• Verwijder de accu, vet de klemmen in met vaseline en berg de accu op een droge plaats op. De accu kan worden gebruikt voor andere doeleinden. Controleer anders het oplaadniveau regelmatig.
• Vul de tank om interne oxidatie te voorkomen.
• Sla de machine op een overdekte, goed geventileerde plaats op.
• Start de motor eenmaal per maand en laat hem ongeveer 10 minuten draaien.
• Maak bij zeer koud weer de radiateur leeg.
Denk er altijd aan dat het routine-onderhoud ook moet worden uitgevoerd gedurende inactieve perioden van de machine. Let vooral op de vloeistofpeilen en de onderdelen die onderhevig zijn aan veroudering. Alvorens de machine opnieuw te starten, moet de inspectie voor gebruik worden uitgevoerd en moeten alle mechanische, hydraulische en elektrische onderdelen zorgvuldig worden gecontroleerd.
64 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Parkeren en opslag
De machine reinigen en wassen
Maak de machine schoon volgens deze aanwijzingen:
• Verwijder olie- of vetsporen met een droog oplosmiddel of vluchtige minerale alcohol
• Alvorens een nieuw onderdeel te monteren, moeten eventuele beschermingsproducten (roestwerend middel, vet, was etc.) worden verwijderd.
• Verwijder eventuele roest van metalen onderdelen met wat schuurlinnen alvorens het onderdeel in te wrijven met een beschermend product (roestwerend middel, verf, olie etc.).
Gebruik geen water onder hoge druk om de machine, en vooral de hoofdklep, de magneetkleppen en elektrische onderdelen schoon te maken.
Reiniging van de buitenkant
Controleer alvorens de machine te reinigen of de motor uit is en of de ruiten en deuren goed gesloten zijn. Gebruik nooit brandstof om de machine schoon te maken. Gebruik water of stoom. Maak in koude omgevingen de sloten droog nadat ze gereinigd zijn, of smeer ze in met een antivriesmiddel. Controleer de conditie van de machine alvorens haar weer te gebruiken.
Reiniging van de binnenkant
Maak de binnenkant van de machine alleen schoon met wat water en een spons. Gebruik geen waterstralen onder druk. Aan het einde met een doek afdrogen.
Reiniging van de motor
Bescherm het luchtinlaatfilter voordat u de motor gaat schoonmaken, om te voorkomen dat er water in het circuit kan binnendringen.
Afvoer van de machine als afval
Aan het einde van de levensduur van de
machine moet een gespecialiseerd bedrijf worden gecontacteerd om de machine als afval te laten verwerken in overeenstemming met de lokale of nationale voorschriften.
Afvoer van accu’s als afval
Gebruikte loodzuuraccu’s mogen niet als
normaal vast industrieel afval worden verwerkt. Vanwege de aanwezigheid van schadelijke stoffen moeten ze ingezameld, geëlimineerd of gerecycled worden volgens de voorschriften va de EU.
Gebruikte accu’s moeten apart en op een droge
plaats bewaard worden. Zorg dat de accu droog is en de celdoppen goed dicht zitten. Breng een bord op de accu aan om te waarschuwen dat hij niet mag worden gebruikt. Als de accu voordat hij als afval wordt verwerkt in de open lucht wordt gelaten, moet hij worden afgedroogd, moeten de kast en de elementen met een laagje vet worden ingesmeerd en moeten de doppen goed worden afgedicht. Zet de accu niet op de grond; geadviseerd wordt hem op een pallet te zetten en af te dekken. Accu’s moeten zo snel mogelijk al afval worden verwerkt.
Indien de machine in een maritieme of soortgelijke
omgeving moet worden gebruikt, moet zij tegen zoutafzettingen worden beschermd met een geschikte behandeling om roest te voorkomen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 65
April 2019
Aanwijzingen voor transport en heffen
Houd u aan het volgende:
Tweede uitgave - Eerste druk
5 Klanten van Genie die een hefwerktuig of
product van Genie in een container moeten vervoeren, moeten een erkende expediteur zoeken die ervaren is in het voorbereiden, laden en vastzetten van bouw- en hefwerktuigen voor internationaal vervoer.
5 Alleen erkende operators mogen de machine
op of van de truck af verplaatsen.
5 Het transportvoertuig moet op een vlakke
ondergrond zijn geparkeerd.
5 Het transportvoertuig moet geblokkeerd zijn
om te voorkomen dat het wegrijdt terwijl de machine wordt geladen.
5 Verzeker u er voor het laden voor transport van
dat er geen modder, sneeuw en ijs aanwezig zijn op het laadvlak, de oprijplanken en de machinebanden. Is dat wel het geval, dan kan de machine wegglijden.
5 Verzeker u ervan dat de capaciteit van
het voertuig, de laadvlakken en kettingen of banden voldoende sterk zijn om het machinegewicht te kunnen dragen. Genie verreikers zijn zeer zwaar gezien hun omvang. Zie het serielabel voor het machinegewicht. Zie het deel “Inspecties” voor de plaats van het serielabel.
66 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor transport en heffen - GTH-2506
De truck of aanhanger vastzetten voor transport
Draai de sleutelschakelaar in de uit-stand en haal de sleutel weg alvorens de machine te transporteren.
Inspecteer de hele machine op losse of niet­vastgezette voorwerpen.
Zorg dat de deur en de deurruiten goed vergrendeld en vastgezet zijn.
Zet de verreiker, voordat hij geladen wordt, horizontaal en trek de arm in.
Gebruik een spotter bij het laden en lossen van de verreiker. Houd de arm zo laag mogelijk tijdens het laden en lossen.
Schakel de parkeerrem in.
Het chassis vastzetten
Gebruik kettingen met een ruim belastingsvermogen.
Gebruik minimaal 4 kettingen. Er zijn 4 bevestigingspunten op het chassis: twee aan de voorkant en twee aan de achterkant van de machine.
Laat de vorken of het aanbouwdeel helemaal dalen op de laadvloer. Zet de vorken of het aanbouwdeel vast met een geschikte band of ketting, om te voorkomen dat ze gaan bewegen.
Pas de bevestigingen aan om schade aan de kettingen te voorkomen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 67
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor transport en heffen - GTH-2506
Aanwijzingen voor het heffen
Laat de arm helemaal zakken en trek hem in.
Stel het zwaartepunt van uw machine vast aan de hand van de afbeelding op deze pagina.
Verwijder alle losse voorwerpen die zich op de
Houd u aan het volgende:
machine bevinden.
5 Alleen gekwalificeerde riggers mogen de
machine aanslaan.
5 Alleen gediplomeerde kraanbestuurders
mogen de machine heffen, en wel uitsluitend in overeenstemming met de kraanvoorschriften die van toepassing zijn.
5 Verzeker u ervan dat de kraancapaciteit, de
laadvlakken en banden of kabels voldoende sterk zijn om het machinegewicht te kunnen dragen. Zie het serielabel voor het machinegewicht.
30 in / 0,77 m
Bevestig de kettingen/banden aan de beoogde hijspunten op de machine.
Pas de bevestigingen aan om beschadiging van de machine te voorkomen en om de machine horizontaal te houden.
60 in / 1,52 m
68 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor transport en heffen - GTH-3007
De truck of aanhanger vastzetten voor transport
Draai de sleutelschakelaar in de uit-stand en haal de sleutel weg alvorens de machine te transporteren.
Inspecteer de hele machine op losse of niet­vastgezette voorwerpen.
Zorg dat de deur en de deurruiten goed vergrendeld en vastgezet zijn.
Zet de verreiker, voordat hij geladen wordt, horizontaal en trek de arm in.
Gebruik een spotter bij het laden en lossen van de verreiker. Houd de arm zo laag mogelijk tijdens het laden en lossen.
Schakel de parkeerrem in.
Het chassis vastzetten
Gebruik kettingen met een ruim belastingsvermogen.
Gebruik minimaal 4 kettingen. Er zijn 4 bevestigingspunten op het chassis: twee aan de voorkant en twee aan de achterkant van de machine.
Laat de vorken of het aanbouwdeel helemaal dalen op de laadvloer. Zet de vorken of het aanbouwdeel vast met een geschikte band of ketting, om te voorkomen dat ze gaan bewegen.
Pas de bevestigingen aan om schade aan de kettingen te voorkomen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 69
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor transport en heffen - GTH-3007
Aanwijzingen voor het heffen
Laat de arm helemaal zakken en trek hem in.
Stel het zwaartepunt van uw machine vast aan de hand van de afbeelding op deze pagina.
Verwijder alle losse voorwerpen die zich op de
Houd u aan het volgende:
machine bevinden.
5 Alleen gekwalificeerde riggers mogen de
machine aanslaan.
5 Alleen gediplomeerde kraanbestuurders
mogen de machine heffen, en wel uitsluitend in overeenstemming met de kraanvoorschriften die van toepassing zijn.
5 Verzeker u ervan dat de kraancapaciteit, de
laadvlakken en banden of kabels voldoende sterk zijn om het machinegewicht te kunnen dragen. Zie het serielabel voor het machinegewicht.
33 in /
33 in /
0,85 m
0.85 m
Bevestig de kettingen/banden aan de beoogde hijspunten op de machine.
Pas de bevestigingen aan om beschadiging van de machine te voorkomen en om de machine horizontaal te houden.
48 in /
48 in /
1,225 m
1.225 m
70 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Houd u aan het volgende:
5 De werkzaamheden voor routineonderhoud die
in dit handboek worden opgegeven, dienen te worden verricht door de bestuurder.
5 Inspecties voor gepland onderhoud moeten
worden verricht door gekwalificeerde servicemonteurs, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant en de vereisten in het handboek omtrent de verantwoordelijkheden.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
Bandenspanning controleren
Omkantelgevaar. Een te sterk opgepompte
band kan ontploffen, waardoor de stabiliteit van de machine wordt aangetast en de machine kan omkantelen.
Omkantelgevaar. Het gebruik van producten
voor tijdelijke reparaties van defecte banden kan uitval van de band tot gevolg hebben, waardoor de stabiliteit van de machine wordt aangetast en de machine kan omkantelen.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Een te sterk
opgepompte band kan ontploffen en de dood of ernstig letsel veroorzaken.
Legenda onderhoudssymbolen
De volgende symbolen zijn in dit handboek gebruikt als hulpmiddel bij het communiceren van de bedoeling van de instructies. Wanneer een of meer symbolen aan het begin van een onderhoudsprocedure worden weergegeven, heeft dit de volgende betekenis.
Geeft aan dat er gereedschappen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat een koude motor nodig is om deze procedure uit te voeren.
Opmerking: deze procedure hoeft niet te worden uitgevoerd op machines met banden met schuimvulling.
1 Controleer elke band met een luchtdrukmeter.
Voeg lucht toe zoals nodig is.
Wiel- en bandspecificaties GTH 2506
Band 12-16,5 Velg 9,75x16,5 Wiel 8 gaten DIN 70361 Bandenspanning 4,5 bar (65 psi)
Wiel- en bandspecificaties GTH 3007
Band 405/70-20 Velg 13x20
Wiel 8 gaten DIN 70361
Bandenspanning 5,5 bar (80psi)
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 71
April 2019
Onderhoud
Tweede uitgave - Eerste druk
Motoroliepeil controleren
Het handhaven van het juiste motoroliepeil is van fundamenteel belang voor goede motorprestaties en een lange levensduur. Als de machine wordt gebruikt met een onjuiste oliepeil, kunnen de motorcomponenten beschadigd raken.
Opmerking: Controleer het oliepeil met de motor uit en op een vlakke ondergrond.
1 Controleer de oliepeilstok. Voeg olie toe zoals nodig is.
Deutz TD 2.9 L4, STAGE V (EU-model)
Olie type SHELL RIMULA R4 L 15W-40
Deutz TD 2.9 L4, STAGE IIIA
Olie type SHELL RIMULA R4 L 15W-40
Eisen aan de diesel
Hydraulische oliepeil controleren
Het handhaven van de hydraulische olie op het juiste peil is van essentieel belang voor de werking van de machine. Onjuiste hydraulische oliepeilen kunnen de hydraulische componenten schaden. Degene die de inspecties verricht kan door dagelijkse controles veranderingen in het oliepeil vaststellen die erop kunnen wijzen op problemen in het hydraulische systeem.
1 Zorg dat de motor uit staat, het chassis vlak is
en de arm in de opbergstand.
2 Bekijk het kijkglas op de linkerkant van de
hydraulische olietank.
~ Resultaat: Het hydraulische oliepeil moet
halverwege het kijkglas staan.
3 Voeg olie toe zoals nodig is. Voeg niet te veel
toe.
Goede motorprestaties hangen af van het gebruik van brandstof van goede kwaliteit. Het gebruik van brandstof van goede kwaliteit levert het volgende op: een lange levensduur van de motor en aanvaardbare niveaus van de uitlaatgassen.
De Stage III B dieselmotor mag alleen worden gebruikt met brandstof met een zeer laag zwavelgehalte. Het zwavelgehalte van deze brandstof moet lager zijn dan 15 ppm.
Tank GTH 2506 60 L 15 gal
Tank GTH 3007 90 L 23 gal
Deutz TD 2.9 L4, STAGE V (EU model)
Brandstoftype Ultra Low Sulfur Fuel (ULSD)
Deutz TD 2.9 L4, STAGE IIIA
Brandstoftype Diesel
72 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Specificaties van de hydraulische olie
Type hydraulische olie
GAZPROMNEFT HYDRAULIC HDZ 46
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
Motorkoelvloeistofpeil controleren
- vloeistofgekoelde modellen
Het handhaven van de motorkoelvloeistof op het juiste peil is van essentieel belang voor de levensduur van de machine. Een onjuist koelvloeistofniveau is van invloed op het koelvermogen van de motor en zal de motorcomponenten schaden. Degene die de inspecties verricht kan door dagelijkse controles veranderingen in het koelvloeistofpeil vaststellen die kunnen wijzen op problemen in het koelsysteem.
1 Bekijk het kijkglas op de bovenkant van de
radiateur.
~ Resultaat: Het vloeistofpeil moet halverwege
het kijkglas staan.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Vloeistoffen
in de radiateur staan onder druk en zijn zeer heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van de dop en toevoegen van vloeistoffen.
De accu controleren
Een goede conditie van de accu is van essentieel belang voor goede motorprestaties en een veilige werking. Onjuiste vloeistofniveaus of beschadigde kabels en aansluitingen kunnen resulteren in beschadiging van componenten en gevaarlijke situaties.
Gevaar voor elektrische schokken. Contact
met hete of spanningvoerende circuits kunnen resulteren in de dood of ernstig letsel. Doe ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Accu’s
bevatten zuur. Mors accuzuur niet en raak het niet aan. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
1 Draag beschermende kleding en een
oogbescherming.
2 Zorg dat de aansluitingen van de accukabel
stevig vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Controleer of de neerhoudbeugels van de
Spiegels controleren
Het onderhoud van indirecte visuele hulpmiddelen is fundamenteel voor een goed zicht op de werkplek.
1. Inspecteer met het oog alle spiegels, om na te gaan of ze goed functioneren, schoon zijn en geen rommel bevatten.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 73
accu op hun plaats en goed vast zitten.
Opmerking: door klembeschermers en corrosieremmend afdichtmiddel te gebruiken, wordt corrosie van de accuklemmen en kabels tegengegaan.
April 2019
Onderhoud
Gepland onderhoud
Op machines die langer dan drie maanden buiten bedrijf zijn geweest, moet de driemaandelijkse inspectie worden uitgevoerd voordat ze weer in gebruik mogen worden genomen.
Model
Serienummer
Datum
Urenteller
Eigenaar machine
Geïnspecteerd door (blokletters)
Handtekening inspecteur
Titel inspecteur
Bedrijf inspecteur
Instructies
y Maak kopieën van dit rapport om ze te gebruiken
voor elke inspectie.
y Selecteer de passende controlelijst(en) voor het
type inspectie dat moet worden uitgevoerd.
Dagelijks of om de 8 uur
Inspectie: A
y Plaats een vinkje in het passende vakje nadat
elke inspectieprocedure is voltooid.
y Gebruik de stapsgewijze procedures in dit
deel om te leren hoe deze inspecties moeten worden uitgevoerd.
y Als het resultaat van een van de inspecties “N”
is, label de machine en dan en stel haar buiten dienst om haar te repareren en opnieuw te inspecteren. Plaats na de reparatie een vinkje in het veld “R”.
Tweede uitgave - Eerste druk
Controlelijst A J N R
A-1 Handboeken en stickers
A-2 Inspectie voor het gebruik
A-3 Functietests
A-4 De arm smeren
A-5 Motoronderhoud
Uitvoeren na de eerste 10 uur:
A-6 Asonderhoud
Uitvoeren na de eerste 100/250 uur:
A-7 Asonderhoud
Reserveonderdelen voor vergrendelingen
Display en kaart lastbegrenzer 56.0016.0132 Activeringsschakelaar op
joystick
07.0741.0225
Noodstopschakelaar 56.0016.0091 Stoelschakelaar 07.0703.0777
74 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
A-1 Handboeken en stickers inspecteren
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
De specificaties van Genie vereisen dat deze procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd (de periode die het eerst verstrijkt).
Het is voor een correct en veilig gebruik van de machine van groot belang dat de bedienings- en veiligheidshandleidingen in goede conditie worden gehouden. Handboeken worden bij elke machine geleverd en moeten worden opgeborgen in de houder in de bestuurdersruimte. Als het handboek onleesbaar is ontbreekt, beschikt u niet over de informatie met betrekking tot de veiligheid en de bediening die noodzakelijk is om de machine correct en veilig te kunnen gebruiken.
Daarnaast is het verplicht om alle veiligheids- en instructiestickers in goede conditie te houden, met het oog op een correct en veilig gebruik van de machine. Stickers maken bestuurders en personeel attent op mogelijke gevaren die gepaard gaan met het gebruik van deze machine. Bovendien voorzien ze gebruikers van informatie voor de bediening en het onderhoud. Een onleesbare sticker maakt het personeel niet attent op een procedure of gevaar, en zou kunnen leiden tot gevaarlijke werkomstandigheden.
3 Open het bedieningshandboek op het deel
“Inspectie van de stickers”. Inspecteer alle stickers op de machine zorgvuldig en grondig op leesbaarheid en schade.
~ Resultaat: De machine is voorzien van alle
vereiste stickers en alle stickers zijn leesbaar en in goede conditie.
9 Resultaat: De machine is niet voorzien van
alle vereiste stickers, één of meer stickers zijn onleesbaar of in slechte conditie. Stel de machine buiten bedrijf totdat de stickers zijn vervangen.
4 Doe de handboeken na gebruik altijd terug in de
opbergruimte.
Opmerking: Neem contact op met uw erkende Genie distributeur of met Genie Industries als u vervangende handboeken of stickers nodig heeft.
1 Controleer of de bedienings- en veiligheidshand-
boeken aanwezig en volledig zijn, en voorhanden in de houder in de bestuurdersruimte.
2 Bekijk de pagina’s van elk handboek om te
verzekeren dat ze leesbaar en in goede conditie zijn.
~ Resultaat: Het bedieningshandboek is het juiste
handboek voor de machine en alle handboeken zijn leesbaar en in goede conditie.
9 Resultaat: Het bedieningshandboek is niet het
juiste voor de machine, of niet alle handboeken zijn in goede conditie of leesbaar. Stel de machine buiten bedrijf totdat het handboek is vervangen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 75
April 2019
Onderhoud
Tweede uitgave - Eerste druk
A-2 Inspectie voor het gebruik uitvoeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd (de periode die het eerst verstrijkt).
Voor een correct en veilig gebruik van de machine moet een volledige voorafgaande inspectie worden uitgevoerd. De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie door de bestuurder, die voor elke werkbeurt moet worden uitgevoerd. De inspectie is erop gericht om te ontdekken of er iets duidelijk mis is met een machine, voordat de bediener de functietests uitvoert. De inspectie voor het gebruik dient ook om vast te stellen of er routineonderhoudsprocedures nodig zijn.
A-3 Functietests uitvoeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd (de periode die het eerst verstrijkt).
Voor een veilig gebruik van de machine moeten volledige functietests worden uitgevoerd. De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
76 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
A-4 De arm smeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd (de periode die het eerst verstrijkt).
Het smeren op bepaalde punten is van essentieel belang voor goede machineprestaties en een lange levensduur. Als de machine zonder of met weinig vet wordt gebruikt, presteert ze mogelijk slecht en als ze langere tijd in dergelijke conditie wordt gebruikt, kunnen er componenten stuk gaan.
Vetspecificaties
MASCHERPA GR 529 Genie onderdeelnummer 09.4693.0007
1. Schuif de arm helemaal uit en hef hem op, trek
de arm vervolgens in en controleer hierbij of hij soepel beweegt. Er moet een dun laagje smeermiddel op de contactvlakken van het slijtblok zitten.
~ Resultaat: De arm werkt soepel en er is een
laagje smeermiddel zichtbaar. Ga naar stap 4.
_ Resultaat: De arm schuift niet soepel uit en
in, en er is geen smeermiddel zichtbaar op de contactvlakken van het slijtblok. Ga naar stap 2.
A-5 Onderhoud op de motor uitvoeren ­Perkins-modellen
De motorspecificaties vereisen dat deze procedure om de 8 uur of dagelijks wordt uitgevoerd (de periode die het eerste verstrijkt).
Deutz TD 2.9 L4 Smeeroliepeil - controleren/toevoegen Koelvloeistofpeil - controleren/toevoegen Visuele inspectie Zuigluchtfilter/droog luchtfilter - controleren Brandstofvoorfilter - controleren/water verwijderen
Alleen voor Deutz TD 2.9 L4 - Stage IIIB Uitlaatsysteem inclusief uitlaat nabehandelingscomponenten - op lekken controleren
De vereiste onderhoudsprocedures en verdere informatie over de motor zijn te vinden in het Deutz TD 2.9 L4 Bedienings- en onderhouds­handleiding (Deutz ond. nr. 0312 5151).
Deutz TD 2.9 L4 Bedienings- en onderhoudshandleiding
Genie onderdeelnummer 57.4700.0036
2. Breng een dun laagje vet aan op de onderkant van
armbuis 2, op de plaats waar hij contact maakt met de onderste slijtblokken van armbuis 1.
3. Smeer de slijtblokken aan de boven- en zijkanten
van de armbuis.
4. Breng de arm terug in de opbergstand.
5. Ga naar het uiteinde van de arm met het
scharnierpunt en smeer de retourpoelie van de ketting met een vetpistool.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 77
April 2019
Onderhoud
Tweede uitgave - Eerste druk
A-6 Asonderhoud uitvoeren
Gezien de technische gegevens van de as moet deze procedure worden uitgevoerd na de eerste 10 uren.
Differentieelsmeerolie - controleren/toevoegen Smeerolie planeetwielvertraging - controleren/ toevoegen
De vereiste onderhoudsprocedures en verdere informatie over de as zijn te vinden in het
Dana As ASM-194 Servicehandleiding
Dana As Servicehandleiding
Genie onderdeelnummer (Bibliotheek van Genie Instructies)
57.4700.0026
A-7 Asonderhoud uitvoeren
Gezien de technische gegevens van de as moet deze eenmalige procedure worden uitgevoerd na de eerste 100/250 uren.
Differentieelsmeerolie - verversen Smeerolie planeetwielvertraging - verversen Magnetische plug - reinigen
Vereiste onderhoudsprocedures en aanvullende
informatie over de as is te vinden in de
Dana As ASM-194 Servicehandleiding
Dana As Servicehandleiding
Genie onderdeelnummer (Bibliotheek van Genie Instructies)
57.4700.0026
78 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Deze machine kan worden uitgerust met verschillende aanbouwdelen.
Gebruik uitsluitend de door Genie goedgekeurde aanbouwdelen die in dit deel zijn gespecificeerd.
Informatie over het monteren en vervangen van aanbouwdelen op de machine is te vinden in het deel “Instructies voor snelle aankoppeling”.
Lijst van door Genie goedgekeurde aanbouwdelen
GTH-2506:
• Drijvende vorken
(ond. nr. 55.0750.0112)
• FEM 2 plaat- en vorkenkit
(ond. nr. 55.0750.0113)
• GM-1 Drijvende vorken
(ond. nr. 55.0750.0088)
• Hydraulische vorken FEM2 side-shift +- 100 mm
(ond. nr. 59.0601.5023)
• Laadschop 500 l.
(ond. nr. 59.0201.9019)
• Laadschop 800 l.
(ond. nr. 59.0201.9020)
• Betonbak 500 l. handmatige lediging
(ond. nr. 59.0401.2028)
• Betonbak 500 l. hydraulische lediging
(ond. nr. 55.0401.2029)
• Betonmixbak 250 l. volledig hydraulisch
(ond. nr. 59.0401.2018)
• Bakstenenkorf
(ond. nr. 59.0401.2032)
• Vaste haak op plaat
(ond. nr. 59.0700.9012)
• Mechanische jib, lengte 2 m/ capaciteit 2000 kg
(ond. nr. 59.0802.3027)
Informatie voor het gebruik van dit aanbouwdeel is te vinden in de bedieningshandleiding van het specifieke aanbouwdeel op de officiële website van Genie: www.genielift.com/en/service-support/manuals
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 79
April 2019
Aanbouwdelen
Lijst van door Genie goedgekeurde aanbouwdelen
GTH-3007:
• Drijvende vorken
(ond. nr. 55.0750.0124)
• FEM 3 plaat- en vorkenkit
(ond. nr. 55.0750.0114)
• Hydraulische vorken FEM3 side-shift +- 100 mm
(ond. nr. 59.0601.5024)
• Laadschop 500 l.
(ond. nr. 59.0201.9019)
• Laadschop 800 l.
(ond. nr. 59.0201.9020)
• Betonbak 500 l. handmatige lediging
(ond. nr. 59.0401.2028)
• Betonbak 500 l. hydraulische lediging
(ond. nr. 55.0401.2029)
• Betonmixbak 250 l. volledig hydraulisch
(ond. nr. 59.0401.2018)
• Bakstenenkorf
(ond. nr. 59.0401.2032)
• Vaste haak op plaat
(ond. nr. 59.0700.9013)
• Mechanische jib, lengte 2 m/ capaciteit 2000 kg
(ond. nr. 59.0802.3027)
• Mechanische jib 4 m lengte/capaciteit 900 kg
(ond. nr. 59.0802.3028)
Tweede uitgave - Eerste druk
Informatie voor het gebruik van dit aanbouwdeel is te vinden in de bedieningshandleiding van het specifieke aanbouwdeel op de officiële website van Genie: www.genielift.com/en/service-support/ manuals
80 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Gevaren door hangende lasten
Veiligheid in het werkgebied
Algemene veiligheid
Hef een hangende last niet zonder eerst de wettelijke normen en verordeningen die gelden voor de werkzaamheden te hebben begrepen. Er kunnen aanvullende regels, normen en verordeningen van toepassing zijn. Er kan extra training nodig zijn.
Als een verreiker moet worden gebruikt om een last te verplaatsen, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen worden getroffen voor de veiligheid van de bestuurder.
Lees en begrijp alle waarschuwingen en instructies die bij het aanbouwdeel dat goedgekeurd is voor hangende lasten geleverd zijn, en neem ze in acht.
Alleen naar behoren ontworpen, geteste en goedgekeurde aanbouwdelen mogen worden gebruikt om een hangende last te dragen.
De lasttabellen van de verreiker zijn opgesteld voor lasten met een stationair lastzwaartepunt. Als een hangende last beweegt, kan het lastzwaartepunt veranderen. Om deze reden moet zeer voorzichtig worden gewerkt bij het transporteren en heffen of plaatsen van de last; deze moet in het oog gehouden worden om de kans dat de last gaat bewegen zo laag mogelijk te houden.
Gevaar voor omkantelen
Hef een hangende last niet zonder de juiste, leesbare lasttabel voor de combinatie van verreiker/aanbouwdeel die u gebruikt.
Sta het niet toe dat de last vrij kan zwaaien. Zet lasten altijd vast, om hun beweging te beperken. Naast het grondpersoneel kunnen de twee hijspunten op het chassis op de voorkant van de machine worden gebruikt om te helpen de last extern te stabiliseren. Kruis de touwen altijd over de tegenoverliggende zijden van de last, om beweging van de last tot het minimum te beperken. Door rijden over hellingen, plotseling starten,
stoppen en bochten maken kan de last gaan zwaaien, hetgeen gevaarlijk is als de last niet aan de buitenkant gestabiliseerd is.
Houd de arm zoveel ingetrokken als praktisch is.
Hef geen hangende lasten wanneer windsnelheden een onveilige situatie kunnen veroorzaken.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 81
April 2019
Aanbouwdelen
Tweede uitgave - Eerste druk
Alle bewegingen van de last moeten geleidelijk plaatsvinden en met de laagste praktische snelheid om te voorkomen dat de last gaat schommelen.
Houd het zware deel van de last zo dicht mogelijk bij het aanbouwdeel.
Sleep of trek een last nooit zijwaarts.
Hef de last verticaal; trek nooit horizontaal aan een last, want daardoor zou deze te sterk kunnen zwaaien.
Het gewicht van alle bevestigingsmiddelen (hijsbanden, sluitingen etc.) moet als onderdeel van de last worden beschouwd.
Zoek de juiste hefpunten van de last op, en houd hierbij rekening met het lastzwaartepunt en de stabiliteit van de last.
Probeer niet de chassisnivellering van de verreiker te gebruiken om een zwaaiende last te compenseren of om de last aan te passen nadat hij geheven is.
Probeer nooit vaste of verankerde lasten te verplaatsen.
Laat de verreiker niet onbewaakt achter met een hangende last.
Houd de arm en last zo laag als mogelijk is met behoud van het zicht in de rijrichting.
Beweeg niet sneller dan loopsnelheid (2 mph / 3,2 km/u) met een hangende last.
Start, beweeg, draai en stop langzaam om instabiele toestanden of schommelingen te voorkomen.
Probeer niet om hellingen over te steken, want het lastzwaartepunt zal dan naar de kantellijn bewegen waardoor de stabiliteit afneemt.
Rijd hellingen altijd uiterst voorzichtig op en af, want het lastzwaartepunt verplaatst zich naar de kantellijn, waardoor de stabiliteit afneemt
Parkeer niet op een helling.
Om hellingen met een last op te gaan, beweeg altijd met de vooruit versnelling, en houd de last zo laag mogelijk.
Om hellingen met een last af te gaan, beweeg altijd met het voertuig achteruit.
Om hellingen op te gaan met een lege laadschop, beweeg altijd met het voertuig achteruit.
Om hellingen af te gaan met een volle laadschop, beweeg altijd met het voertuig vooruit.
Laat hangende lasten niet schommelen.
Versleep geen lasten terwijl ze aan de haak bevestigd zijn.
Hangende lasten hebben een eigen beweging, daarom kunnen ze onvoorspelbare effecten hebben op de stabiliteit van de machine. Werk zeer voorzichtig.
De vaste haak is ontworpen om de last te dragen die aangegeven staat op de zijkant ervan. Het maximale draagvermogen komt overeen met het nominale vermogen van de verreiker waarop hij aangebracht is en staat aangegeven in de lasttabel die met het aanbouwdeel is meegeleverd.
Gebruik geen enkele bediening om de last tijdens de beweging te herpositioneren. Alvorens de last terug te plaatsen, stop langzaam de machine.
82 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Gevaar voor vallen
Hef of hijs geen personeel op.
Gebruik de schop niet om mensen op te tillen of te vervoeren.
Gevaar voor botsingen
Controleer voor het heffen of de last vrij is van eventuele obstakels in de buurt.
Als het zicht belemmerd is of zou kunnen worden in de buurt van of op de plaats waar de last wordt neergezet, moet de bestuurder alternatieve of aanvullende middelen gebruiken om de last veilig te heffen, bijvoorbeeld een gekwalificeerde aanwijzer.
Aanwijzers moeten ononderbroken communiceren (verbaal of met de handen) en voortdurend oogcontact houden met de bestuurder.
Gevaar voor beknelling
Gevaar voor vallende voorwerpen
Hef de last niet in het
aangegeven valgebied.
Gebruik de machine niet indien er onder de last of in het valgebied personen aanwezig zijn.
Hijs geen lasten met hijsbanden of kettingen aan de vorken of de vorkendrager.
Hef geen op elkaar geplaatst lasten.
Bind ronde lasten (zoals olievaten) vast met banden of touwen en rijd op lage snelheid.
Laat de aanwijzer nooit tussen de hangende last en een ander voorwerp komen (zoals de verreiker zelf).
Alvorens een onderhoudsbeurt uit te voeren op de mixbak, deze op de grond plaatsen, de machine stilzetten, de startsleutel uit het contact halen en de cabinedeur op slot doen om te voorkomen dat iemand bij het bedieningspaneel zou kunnen komen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 83
April 2019
Aanbouwdelen
Tweede uitgave - Eerste druk
Een hangende last opheffen
Controleer of het landingspunt vlak is en de last veilig kan dragen.
Zet het aanbouwdeel goed vast aan de verreiker
Nivelleer het frame op de verreiker.
Zet de last vast om de beweging ervan te beperken.
Vraag een aanwijzer om te assisteren bij het heffen van de last als het zicht belemmerd wordt op de werkplek.
Zorg dat de aanwijzer voortdurend blijft communi­ceren en oogcontact houdt.
Hef de arm en last, met de arm zover ingetrokken als praktisch is, langzaam en geleidelijk, en zorg dat de last en de arm zo laag bij de grond blijven als praktisch is.
Zorg dat alle bewegingen van de arm en de aanbouwdelen zo langzaam worden uitgevoerd als praktisch is om het zwaaien van de last te voorkomen.
Rijden
Controleer of de rijroute vlak is en in staat is om de verreiker met zijn last te ondersteunen.
Houd de arm en last zo laag als mogelijk is met behoud van het zicht in de rijrichting.
Vraag een aanwijzer om u te assisteren bij het rijden als het zicht belemmerd wordt in de rijrichting.
Gevaar voor beknelling of botsing. Zorg dat de aanwijzers voortdurend blijft communiceren en altijd oogcontact houdt.
Verplaats de last pas nadat de verreiker helemaal tot stilstand is gebracht.
Start, stop, beweeg en draai langzaam om onstabiele toestanden of zwaaien te voorkomen.
Rijd niet sneller dan loopsnelheid (<2 mph / 3,2 km/u).
84 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
De last plaatsen
Vraag een aanwijzer om te assisteren bij het plaatsen van de last als het zicht belemmerd wordt op de werkplek.
Zorg dat de aanwijzers voortdurend blijft communiceren en altijd oogcontact houdt.
Stop volledig in de buurt van het landingspunt.
Schakel de parkeerrem in en zet de transmissie in neutrale stand.
Plaats de last langzaam en geleidelijk boven het landingspunt en laat de last zakken totdat hij veilig wordt ondersteund.
Nadat de last is geland, laat u de arm verder zakken totdat de bevestigingsmiddelen kunnen worden verwijderd.
Aanwijzer
In de volgende gevallen wordt aanbevolen een aanwijzer in te zetten:
als het werkpunt, d.w.z. de route van de last of het gebied bij of op de plaats waar de last wordt neergezet, niet volledig binnen het zicht van de bestuurder valt.
Als terwijl de machine rijdt het zicht in de rijrichting gehinderd wordt.
Vanwege specifieke veiligheidskwesties op de locatie, als ofwel de bestuurder of degene die de last hanteert acht dat een aanwijzer nodig is.
Aanwijzers moeten ononderbroken communiceren (verbaal of met de handen) en voortdurend oogcontact houden met de bestuurder.
Het onderstaande overzicht van handseinen kan als referentie worden gebruikt.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 85
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
STOPPEN. De arm is zijwaarts horizontaal uitgestrekt, met de handpalm omlaag, en wordt naar voren en achteren gezwaaid.
NOODSTOP. Beide armen zijn zijwaarts horizontaal uitgestrekt, met de handpalmen omlaag, en worden naar voren en achteren gezwaaid.
HIJSEN. De bovenarm is zijwaarts uitgestrekt, de onderarm en wijsvinger wijzen recht omhoog, hand en vinger maken kleine cirkelbewegingen.
GIEK OMHOOG. De arm is zijwaarts horizontaal uitgestrekt, de duim wijst omhoog terwijl de overige vingers gesloten zijn.
ZWENKEN. De arm is horizontaal uitgestrekt, de wijsvinger wijst in de richting waarin de arm moet zwenken.
GIEK LATEN ZAKKEN. De arm is zijwaarts horizontaal uitgestrekt, de duim wijst omlaag terwijl de overige vingers gesloten zijn.
TELESCOPISCHE GIEK INTREKKEN. De handen bevinden zich voor het lichaam op taillehoogte, de duimen wijzen naar elkaar terwijl de overige vingers gesloten zijn.
DE GIEK HEFFEN EN DE LAST LATEN ZAKKEN. De arm is zijwaarts uitgestrekt en de duim wijst omhoog, de vingers worden geopend en gesloten zolang verplaatsing van de last is gewenst.
EINDE VAN DE WERKZAAMHEDEN. Beide handen zijn op taillehoogte samengevoegd.
TELESCOPISCHE GIEK UITGESCHOVEN. De handen bevinden zich voor het lichaam op taillehoogte, de duimen wijzen naar buiten terwijl de overige vingers gesloten zijn.
VERPLAATSEN/TOREN VERPLAATSEN. Alle vingers wijzen omhoog, de arm wordt horizontaal naar voren uitgestrekt en ingetrokken om een duwbeweging in de beweegrichting te maken.
DE GIEK LATEN ZAKKEN EN DE LAST HIJSEN. De arm is zijwaarts horizontaal uitgestrekt en de duim wijst omlaag, de vingers worden geopend en gesloten zolang verplaatsing van de last is gewenst.
VIEREN. De arm en wijsvinger wijzen omlaag, de hand en vinger maken kleine cirkelbewegingen.
LANGZAAM BEWEGEN. De andere hand wordt voor de hand geplaatst die het actiesignaal geeft.
86 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Technische Gegevens
GTH-2506
Hoogte, opbergstand 1,92 m
Lengte, opgeborgen, bij de vorkhouderplaat
Breedte, standaardbanden 1,81 m
Wielbasis 2,36 m
Grondspeling, midden 0,33 m
Gewicht 4.580 kg
Werkhoogte vorken, maximum
Horizontale reikwijdte, maximum 3,35 m
Reikwijdte op maximale hoogte 0,60 m
Hefcapaciteit, maximale hoogte 2.000 kg
Hefcapaciteit, maximale reikwijdte 900 kg
Max. hefcapaciteit 2.500 kg
Rijsnelheid, maximum, 23 km/u
Draaistraal, buitenzijde, tweewielbesturing
Draaistraal, buitenzijde, vierwielbesturing
Inhoud brandstoftank 60 l.
Maximale helling 50 %
Geluidsniveau claxon, opgave door de fabrikant
Geluidsniveau achteruitrijsignaal, opgave door de fabrikant
Gemiddeld gewogen trillingsniveau overgebracht op het lichaam
Geluidsdrukniveau op de stuurplek (in
overeenstemming met EN12053) alleen voor STAGE 3B
3,84 m
5,79 m
5,4 m
4 m
112 dB
95 dB
0,44 m/s
78 dB
GTH-3007
Hoogte, opbergstand 2,07 m
Lengte, opgeborgen, bij de vorkhouderplaat
Breedte, standaardbanden 1,99 m
Wielbasis 2,66 m
Grondspeling, midden 0,43 m
Gewicht 5.970 kg
Werkhoogte vorken, maximum
Horizontale reikwijdte, maximum 3,99 m
Reikwijdte op maximale hoogte 0,76 m
Hefcapaciteit, maximale hoogte 2.500 kg
Hefcapaciteit, maximale reikwijdte 1.000 kg
Max. hefcapaciteit 3.000 kg
Rijsnelheid, maximum, 30 km/u
Draaistraal, buitenzijde, tweewielbesturing
Draaistraal, buitenzijde, vierwielbesturing
Inhoud brandstoftank 90 l.
Maximale helling 35 %
Geluidsniveau claxon, opgave door de fabrikant
Geluidsniveau achteruitrijsignaal, opgave door de fabrikant
2
Gemiddeld gewogen trillingsniveau overgebracht op het lichaam
Geluidsdrukniveau op de stuurplek (in
overeenstemming met EN12053) alleen voor STAGE 3B
4,66 m
6,89 m
7,1 m
4,4 m
112 dB
95 dB
0,40 m/s
78 dB
2
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau
in overeenstemming met de richtlijn
LwA (
2000/14/EG) alleen voor Stage 3B
104 dB
Informatie over vloerbelasting
Bandenbelasting, maximaal 3.500 kg
Druk op bezette bodem 7,5 kPa
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau LwA (
in overeenstemming met de richtlijn
2000/14/EG) alleen voor STAGE 3B
104 dB
Informatie over vloerbelasting
Bandenbelasting, maximaal 2.285 kg
Druk op bezette bodem 7,2 kPa
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 87
April 2019
Lasttabellen
GTH-2506, standaardvorkenbord
Tweede uitgave - Eerste druk
GTH-2506
GTH-2506, haak
09.4618.1637
GTH-2506
6
5
4
3
2
10°
1
0
4
20°
50°
40°
g
30°
k 0
0 0 1
g k 0 0 9
2
60°
g k
0 0 5 1
2.90 m
70°
E
D
g
k
0
0
0
2
C
g
B
k
0
0
5
2
A
5.78 m
013
09.4618.0835
88 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
GTH-2506, 2000 kg jib
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
GTH-2506
GTH-2506, bak
6
5
4
3
2
10°
1
0
20°
50°
40°
30°
g k
0 5 5
45
70°
4.51 m
E
D
C
B
A
g k
0 5 2 1
5.78 m
2
013
09.4618.0837
60°
g
g
k
k
0
0
5
5
6
8
GTH-2506
09.4618.1426
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 89
April 2019
Lasttabellen
GTH-2506, MANITOU TFF 29 653340 vork
GTH-2506 GM-1
Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.1515
90 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
GTH-3007, standaardvorkenbord
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
GTH-3007
GTH-3007, haak
7
6
5
4
3
2
10°
1
0
-1
50°
40°
30°
20°
1000 kg
-2.9°
60°
1500 kg
2000 kg
3.99 m
GTH-3007
67°
E
D
C
g
B
k
0
A
0
5
2
g
k
00
0
3
0.6 m
6.89 m
012345
09.4618.2016
09.4618.2022
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 91
April 2019
Lasttabellen
GTH-3007, 2000 kg jib
Tweede uitgave - Eerste druk
GTH-3007
GTH-3007, 900 kg jib
09.4618.2023
GTH-3007
09.4618.2024
92 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
GTH-3007, bak
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
GTH-3007
09.4618.2025
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 93
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Test
Schematische weergave van de testresultaten van de truckaanhangerconditie GTH-2506
r=12m
9,5 m
A
D
B
45°
C
45°
E
F
MASKERINGSGEBIED
94 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Schematische weergave van de testresultaten van de truckaanhangerconditie GTH-2506
1 m
1 m
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Test
1 m
\
[
1 m
MASKERINGSGEBIED
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 95
April 2019
Test
Schematische weergave van de testresultaten van de truckaanhangerconditie GTH-3007
9,5 m
Tweede uitgave - Eerste druk
A
D
B
45°
C
45°
E
F
96 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Schematische weergave van de testresultaten van de truckaanhangerconditie GTH-3007
1 m
1 m
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Test
1 m
\
[
1 m
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 97
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Test
Overbelastingstestprocedure
Telescopische manipulators uitgerust met aanbouwdelen met vast lastzwaartepunt (vorken, grijpers, tangen):
1,33 x Q
Ref. norm EN1459 Q = Nominaal Vermogen
Telescopische manipulators uitgerust met aanbouwdelen met oscillerend lastzwaartepunt (haak, hijskraan, hijslier):
1,33 x Q + 0,1 x Fb op rubber 1,25 x Q + 0,1 x Fb op stempels
Ref. norm EN13000 Q = Nominaal Vermogen Fb = Gereduceerd armgewicht (gelijk aan het omkantelmoment) op armuiteinde.
98 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Loading...