Genie is een gedeponeerd handelsmerk van
Terex South Dakota, Inc. in de Verenigde Staten
van Amerika en vele andere landen. „GTH” is een
handelsmerk van Terex South Dakota, Inc.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inleiding
Informatie over deze handleiding
Genie dankt u voor uw keuze van een van onze
machines voor uw werkzaamheden. De veiligheid
van de gebruiker heeft onze allerhoogste prioriteit.
Deze veiligheid wordt echter het beste bereikt door
een gezamenlijke inspanning.
Dit boek is een handleiding voor de bediening en het
dagelijkse onderhoud en is gericht aan de gebruiker
of exploitant van een Genie machine.
Dit handboek dient te worden beschouwd als een
onlosmakelijk onderdeel van uw machine en moet
altijd bij de machine worden gehouden. Voor vragen
kunt u contact opnemen met Genie.
Ga naar onze webpagina
www.genielift.com/en/service-support/manuals
Productidentificatie
Het serienummer van de machine bevindt zich op
het serienummerlabel.
Afdruk van
serienummer
Homologatieplaat
(indien aanwezig)
Serienummerlabel
(indien aanwezig)
Bedoeld gebruik
Dit product is uitsluitend bedoeld om te worden
gebruikt en bediend door gekwalificeerd, getraind,
competent en geautoriseerd personeel volgens de
aanwijzingen in deze handleiding, de veiligheids- en
instructiestickers, en de toepasselijke normen en
verordeningen.
Een terreinheftruck met variabele reikwijdte wordt
gedefinieerd als een heftruck op wielen met een
zwenkbare arm die kan worden uitgerust met
uiteenlopende aanbouwdelen voor het opnemen,
transporteren en plaatsen van lasten binnen het in
de lasttabellen vermelde bereik.
Het gebruik van dit product op enige andere wijze
is verboden en in strijd met het beoogde gebruik.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 1
April 2019
Inleiding
Tweede uitgave - Eerste druk
Uitgave van bulletins en
naleving van de voorschriften
De veiligheid van de gebruikers van dit product is
voor Genie van het grootste belang. Om belangrijke
informatie omtrent de veiligheid en het product te
verstrekken aan dealers en machine-eigenaars maakt
Genie gebruik van diverse bulletins.
De informatie in deze bulletins heeft betrekking op
specifieke machines en gaat vergezeld van een
indicatie van het betreffende machinemodel en
serienummer.
De bulletins worden toegezonden aan de meest
recente eigenaar die geregistreerd is, alsook aan
de bijbehorende dealer; het is dus belangrijk dat
u uw machine registreert en uw contactinformatie
up-to-date houdt.
Voor de veiligheid van het personeel en een
ononderbroken, betrouwbare werking van uw
machine, dient u ervoor te zorgen dat de acties die in
de bulletins uiteengezet worden, worden uitgevoerd.
Contact met de fabrikant
Soms kan het nodig zijn om contact op te nemen
met Genie.
In dat geval dient u het modelnummer en
serienummer van uw machine te verstrekken,
evenals uw naam en contactinformatie. In ieder
geval dient contact met Genie te worden opgenomen
om:
• Ongevallen te melden
• Vragen te stellen met betrekking tot de
toepassingen van een product en de veiligheid
• Informatie in te winnen omtrent de naleving van
normen en voorschriften
• De gegevens van de huidige eigenaar te
actualiseren, als de machine van eigenaar verandert
of als er wijzigingen in uw contactinformatie nodig
zijn. Zie „Eigendomsoverdracht” verderop.
Overdracht van het eigendom van
de machine
Door enkele minuten de moeite te nemen om de
informatie omtrent de eigenaar te actualiseren,
verzekert u zich ervan dat u belangrijke informatie
omtrent de veiligheid, het onderhoud en de werking,
die van toepassing is op uw machine, zult ontvangen.
Registreer uw machine op onze website
www.genielift.co.uk.
2 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inleiding
Gevaar
Het niet opvolgen van de instructies
en veiligheidsvoorschriften in deze
handleiding heeft de dood of ernstig
letsel tot gevolg.
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
Zorg ervoor dat u de
veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt
voordat u verder gaat met het volgende
hoofdstuk.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
5 De bedieningshandleiding, de
veiligheidsinstructies en de stickers op de
machine goed doorlezen, begrijpen en zorgvuldig
in acht nemen.
5 De veiligheidsinstructies en de veiligheidsnormen
betreffende de werkomgeving goed doorlezen,
begrijpen en zorgvuldig in acht nemen.
5 De geldende nationale wetgeving goed
doorlezen, begrijpen en zorgvuldig in acht
nemen.
5 U dient goed te zijn getraind om de machine veilig
te kunnen gebruiken.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 3
April 2019
GEVAAR
GEVAAR
WAARSCHUWING
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
GEVAAR
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING
Inleiding
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevarenclassificatie
Waarschuwingssymbool voor
de veiligheid - gebruikt om
personeel te waarschuwen
voor mogelijk gevaar van
persoonlijk letsel. Volg alle
veiligheidsberichten die achter
dit symbool staan op om
mogelijk letsel of de dood te
voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie
aan die, indien zij niet wordt
vermeden, de dood of ernstig
letsel tot gevolg zal hebben.
Geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die, indien zij niet
wordt vermeden, de dood of
ernstig letsel tot gevolg kan
hebben.
Geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die, indien zijn
niet wordt vermeden, licht of
middelzwaar letsel tot gevolg
kan hebben.
Normen
De volgende normen en/of verordeningen gelden
voor deze machine (alleen voor STAGE V machine):
compatibiliteit
2000/14/EG Richtlijn inzake geluidsemissie in het
milieu
EN 1459-1:2017 (E)
Onderhoud van veiligheidsborden
Vervang ontbrekende of beschadigde
veiligheidsborden.
Houd altijd de veiligheid van de bestuurder in
gedachten. Gebruik milde zeep en water om
veiligheidsborden schoon te maken. Gebruik geen
reinigingsmiddelen die oplosmiddel bevatten, want
deze kunnen het materiaal van de veiligheidsborden
aantasten.
4 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Geeft een bericht aan dat
waarschuwt voor mogelijke
schade aan eigendommen.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Definities van symbolen en gevaarstickers
Gevaar voor
elektrische
schokken
Gevaar voor
beknelling.
Gevaar voor
beknelling.
Gevaar voor
ontploffing/
brandwonden
Toegang voorbehouden aan
getraind en geautoriseerd personeel.
Houd de vereiste
veiligheidsafstand
aan.
De onderhoudskraag
gebruiken
Uit de buurt van
bewegende
onderdelen blijven.
Verboden te roken.
Geen open
vlammen gebruiken.
Gevaar voor
ontploffing/
brandwonden
Gevaar voor
beknelling.
Gevaar voor
beknelling.
Gevaar voor
beknelling
Gevaar voor
brandwonden
Verboden te
roken. Geen open
vlammen gebruiken.
Geen mensen
onder de last
Altijd de veiligheidsgordel dragen.
Uit de buurt van
bewegende delen
blijven.
Laat de oppervlakken afkoelen.
Gevaar voor vallen
De bedieningshandleiding doorlezen.
OntploffingsgevaarNiet gebruiken.
Gevaar voor
brandwonden.
Gevaar voor injectie Gebruik karton om
Meerijden op de
vorken
Geen mensen
onder de last
De dop pas
losdraaien na
afkoeling.
lekken op te sporen
Raadpleeg
hijstabellen en
handleiding
Omkantelgevaar
Uit de buurt van de
bewegende riem
blijven.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 5
De last gedurende
het rijden laag
houden
De machine niet
nivelleren met
opgeheven arm
Geen
starthulpmiddelen
gebruiken
Ontploffingsgevaar
Omkantelgevaar
Gevaar voor
verstrikking.
April 2019
09.4618.0923
09.4618.0924
09.4618.1458
09.4618.0922
Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor GTH 2506 Stage IIIA
237720
1263542
09.4618.1713
09.4618.1713
09.4618.1458
09.4618.1713
09.4618.0923
09.4618.0924
09.4618.0922
09.4618.0922
215645
09.4618.1423
09.4618.0923
215646
09.4618.1674
09.4618.0924
237726
1263542
09.4618.1674
09.4618.1674
09.4618.1423
09.4618.0923
237720
215645
215646
09.4618.1423
09.4618.1458
237726
6 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
09.4618.0922
09.4618.1375
09.4618.1781
09.4618.1818
09.4618.1458
09.4618.1782
09.4618.1818
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor GTH 2506 Stage IIIA
237720
82560
09.4618.1782
09.4618.1782
09.4618.1781
09.4618.1375
09.4618.1818
09.4618.1375237721
09.4618.1781
09.4618.1679
09.4618.1458
09.4618.0922
215646
237721
09.4618.1679
0°
09.4618.1679
237720
09.4618.0922
215646
82560
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 7
09.4618.1458
April 2019
09.4618.0923
09.4618.0924
09.4618.1458
09.4618.0922
Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor GTH 2506 Stage V
237720
1263542
09.4618.1713
09.4618.0924
09.4618.1713
09.4618.0922
09.4618.0923
237726
09.4618.0924
09.4618.1713
09.4618.1458
09.4618.0922
215645
09.4618.1423
215646
1263542
09.4618.0923
09.4618.1674
09.4618.1674
09.4618.1423
09.4618.1674
09.4618.0923
237720
215645
215646
09.4618.1423
09.4618.1458
237726
8 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.0922
09.4618.1375
09.4618.1818
09.4618.1781
09.4618.1458
09.4618.1782
Algemene veiligheid voor GTH 2506 Stage V
237720
09.4618.1818
09.4618.1375
09.4618.1818237721
09.4618.1782
09.4618.1781
09.4618.1679
82560
215646
237721
09.4618.1782
09.4618.1781
09.4618.1679
0°
09.4618.1679
09.4618.1458
09.4618.1375
09.4618.0922
237720
09.4618.0922
215646
82560
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 9
09.4618.1458
April 2019
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.0923
09.4618.0924
Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor GTH 3007 Stage IIIA
09.4618.1423
1263542
215646
09.4618.1458
09.4618.1713
09.4618.0923
09.4618.1713
09.4618.0922
09.4618.1713
09.4618.1423
09.4618.0924
09.4618.1458
09.4618.0924
09.4618.1423
215646
09.4618.0923
1263542
215645
237726
09.4618.0922
09.4618.1674
237720
237726
09.4618.1674
237720
215645
09.4618.0923
10 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
09.4618.1674
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.1781
09.4618.1782
09.4618.1375
09.4618.1818
09.4618.0922
09.4618.1458
Algemene veiligheid voor GTH 3007 Stage IIIA
09.4618.1818
09.4618.1375
09.4618.1375
09.4618.1781
09.4618.0922
09.4618.1782
82560
09.4618.1679
237720
237720
09.4618.1679
0°
215646
09.4618.1679
237721
09.4618.1781
82560
09.4618.1818
215646
09.4618.0922
237721
09.4618.1458
09.4618.1782
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 11
09.4618.1458
April 2019
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.0923
Tweede uitgave - Eerste druk
Algemene veiligheid voor GTH 3007 Stage V
09.4618.1423
1263542
215646
09.4618.1458
09.4618.1713
09.4618.0923
09.4618.1713
09.4618.0922
09.4618.1713
09.4618.1423
09.4618.1458
09.4618.0924
09.4618.1423
09.4618.0923
1263542 215646
215645
237726
09.4618.0922
09.4618.0923
09.4618.1674
237720
237726
09.4618.1674
237720
215645
12 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
09.4618.1674
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.1781
09.4618.1782
09.4618.1375
09.4618.1818
09.4618.0922
09.4618.1458
Algemene veiligheid voor GTH 3007 Stage V
09.4618.1782
09.4618.1375
09.4618.1818
09.4618.0922
09.4618.1782
82560
09.4618.1781
09.4618.1679
237720
237720
09.4618.1679
0°
215646
09.4618.1679
237721
09.4618.1375
09.4618.1818
82560
09.4618.1781
09.4618.0922
237721
215646
09.4618.1458
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 13
09.4618.1458
Oktober 2016
Veiligheid in het werkgebied
Gevaren voor omkantelen
Controleer aan de hand van de
lasttabel of de last binnen de
nominale capaciteit van de machine
ligt. Overschrijd de nominale last
niet.
Het lastzwaartepunt van de vork (indien aanwezig)
moet gelijk zijn aan of minder dan het zwaartepunt
dat staat vermeld in de lasttabel.
Bij alle lasten die zijn aangegeven in de lasttabel
wordt er vanuit gegaan dat de machine op een
stevige ondergrond staat, het frame horizontaal is,
de vorken gelijkmatig op de drager zijn geplaatst,
de last op de vorken gecentreerd is, de banden de
juiste maat en spanning hebben, en de verreiker in
goede werkconditie is.
Derde uitgave - Eerste druk
Werkt niet met het lastbegrenzingssysteem
uitgeschakeld.
Het is niet toegestaan een last te heffen en er
vervolgens mee te rijden om hem te positioneren.
Houd de arm tijdens het rijden
horizontaal of lager, en houd de
last dichtbij de grond.
Gebruik de machine met snelheden waarbij de last
onder controle kan worden gehouden. Start en stop
bewegingen gelijkmatig.
Hef een last alleen wanneer deze
goed gepositioneerd of vastgezet is
op de vorken of goedgekeurde
aanbouwdelen.
Als er accessoires worden gebruikt, moeten de
stickers, aanwijzingen en handboeken bij de
accessoire gelezen en begrepen zijn en in acht
genomen worden.
Hef de last uitsluitend als de ondergrond alle
krachten die door de machine worden uitgeoefend
kan verdragen.
Laat een last pas zakken nadat de arm eerst is
ingetrokken.
Gebruik geen aanbouwdelen die niet zijn
goedgekeurd door Genie.
Gebruik de machine niet als de lasttabel ontbreekt.
Overschrijd de nominale capaciteit voor elke
configuratie niet.
Hef de arm uitsluitend als de
machine vlak staat. De niveauindicator van de machine mag niet
meer dan +/- 0,5 graden aangeven.
Gebruik de machine niet als er sterke of stormachtige
wind staat. Vergroot het oppervlak van de vorkdrager
of last niet. Dit zou, in geval van sterke wind, de
stabiliteit van de machine verminderen.
Wees uiterst voorzichtig en werk langzaam wanneer
u de machine in de rijconfiguratie over oneffen terrein,
brokstukken, instabiele of glibberige oppervlakken
en de buurt van kuilen en hellingen rijdt.
Wijzig of deactiveer geen machinecomponenten die
op enige wijze van invloed zijn op de veiligheid en
de stabiliteit.
Vervang geen onderdelen die kritiek zijn voor de
stabiliteit van de machine door onderdelen met een
ander gewicht of andere technische gegevens.
Vervang de in de fabriek gemonteerde banden niet
door banden met andere technische kenmerken of
een andere ply-rating.
14 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0636
Oktober 2016Derde uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gevaar bij het rijden op hellingen
Houd de arm tijdens het rijden
horizontaal of lager, en houd de last
dicht bij de grond.
Als de machine geen last draagt, moet met de
vorken of het aanbouwdeel aan de bergafwaartse
kant worden gereden.
Rijd op steil terrein alleen bergopwaarts en
bergafwaarts en houd de machine altijd in een
versnelling. Rijd niet dwars over de helling als de
machine een helling op- of afgaat.
Pas de rijroute en snelheid aan de conditie van de
bodem, de tractie, helling, aanwezigheid van personeel
en eventuele andere factoren die gevaar kunnen
veroorzaken. Rijd de machine alleen wanneer de mast
en de apparatuur in de juiste transportpositie zijn. Of
een machine zal omkantelen tijdens dynamisch gebruik
van de machine hangt af van vele factoren waarmee
rekening gehouden moet worden. Hiertoe behoren de
weg-/bodemconditie, stabiliteit en helling, alsook de
machine-uitrusting, ervaring van de bestuurder, positie
van de last, bandenspanning, machinesnelheid enz.
Gevaar voor vallen
Draag altijd een veiligheidsgordel
wanneer u de machine gebruikt.
Blijf altijd helemaal in de cabine tijdens het besturen
van de machine.
Blijf bij het in- en uitstappen in de cabine met
uw gezicht naar de machine gericht, gebruik de
aanwezige treden en handelingen en houd altijd op
drie punten contact.
Gebruik niet het stuurwiel of andere bedieningselementen om u aan vast te houden.
Neem geen passagiers mee op de
machine of de vorken.
Gebruik deze machine niet om
personeel te vervoeren of op te
heffen.
Bovendien hangt het omkantelen van een machine
in grote mate af van het handelen van de bestuurder,
zoals de snelheid en de gelijkmatigheid waarmee de
machine wordt bediend, alsook de positie van het
aanbouwdeel en de last.
Op bouwplaatsen en wegen verandert de
hellingsgraad regelmatig, ze kunnen hard of
zacht zijn, en veranderingen ondergaan vanwege
bouwwerkzaamheden en weersinvloeden.
Bestuurders moeten goed getraind zijn en hun beste
beoordelingsvermogen en ervaring inzetten om
de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen tegen
omkantelen.
De bestuurders moeten de variabelen op de werkplek
beoordelen en vermijden dat de capaciteiten van
de machine (of de bestuurder) met het oog op het
terrein en de omstandigheden worden overschreden.
Ond. nr. 57.0009.0636 GTH-2506 - GTH 3007 15
April 2019
Veiligheid in het werkgebied
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevaar voor botsingen
Zet de transmissie alleen in een versnelling als de
parkeerrem ingeschakeld is.
Rijd de machine niet als het zicht belemmerd wordt.
Hef de arm alleen als de parkeerrem is ingeschakeld.
Gebruik de machine niet zonder spatborden, want
dan zou de bestuurder kunnen worden geraakt door
opspringende brokstukken en zouden deze zich
kunnen ophopen tegen de cabineruiten.
Gebruik de machine niet als het achteruitrijsignaal
niet goed functioneert. Het achteruitrijsignaal moet
klinken wanneer de machine achteruit beweegt.
Gebruik de machine niet als er weinig licht is.
De bestuurders moeten voldoen aan de voorschriften
van de werkgever, de werkplek en de overheid
met betrekking tot het gebruik van individuele
beschermingen.
Gevaar voor vallende voorwerpen
Gebruik de machine met snelheden waarbij de last
onder controle kan worden gehouden. Start en stop
bewegingen gelijkmatig.
Houd mensen, apparatuur en
materiaal buiten het werkgebied.
Gebruik de machine niet terwijl
er zich mensen onder of in de
buurt van een opgeheven arm
bevinden, of deze nu een last
draagt of niet.
Zorg dat de last vastgezet is, alvorens hem op te
heffen.
Rijd niet rechtstreeks op mensen af met de machine.
Als er een radio en/of mp3-speler aanwezig is,
moet het volume laag genoeg worden gehouden
om geluiden uit de omgeving te kunnen horen (bv.
verkeer, alarmen, mensen, enz.).
Verander de regelingen niet terwijl u een last
verplaatst of manoeuvreert.
16 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Gevaar voor persoonlijk letsel
Stel de stoel altijd af en doe de
veiligheidsgordel om voordat u de
motor start.
Gebruik de machine niet als er een
lek van hydraulische olie of luchtlek
is.
Door een luchtlek of lek van
hydraulische olie kan de lucht
of olie in de huid dringen en/of
brandwonden veroorzaken.
Laat de druk af alvorens de
hydraulische leidingen af te
koppelen.
Blijf uit de buurt van lekken en
kleine gaatjes. Gebruik een stuk
karton of papier om lekken op te
sporen. Gebruik hiervoor niet uw
handen.
Vloeistof die in de huid binnendringt moet binnen
enkele uren chirurgisch worden verwijderd door
een arts die bekend is met dit type letsel, anders zal
gangreen optreden.
Gevaren door een defecte
machine
Gebruik een beschadigde of niet goed functionerende
machine niet.
Voer een grondige voorafgaande inspectie van de
machine uit en test alle functies voor elke werkbeurt.
Markeer een beschadigde of niet goed werkende
machine en stel hem onmiddellijk buiten dienst.
Ga na of al het onderhoud is uitgevoerd zoals is
opgegeven in dit handboek en het juiste Genie
servicehandboek.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en
leesbaar zijn.
Zorg dat de bedienings- en veiligheidshandleidingen
volledig en leesbaar zijn, en voorhanden zijn in de
opbergruimte van de cabine.
Probeert de machine niet te starten door haar te
slepen of te duwen.
Probeer niet de vorken of aanbouwdelen te
gebruiken om vastzittende of vastgevroren lasten
los te wrikken.
Blijf uit de buurt van riemen en
ventilatoren als de motor draait.
Gebruik de machine altijd in een goed geventileerd
gebied, om vergiftiging door koolmonoxide te
vermijden.
Aanraking van componenten die zich onder een
afdekking bevinden, zal ernstige verwonding
veroorzaken. Alleen getraind onderhoudspersoneel
mag zich toegang verschaffen tot deze ruimten.
Toegang door de bestuurder wordt alleen aanbevolen
voor inspecties voorafgaand aan het gebruik. Alle
ruimten moeten gesloten en vergrendeld zijn tijdens
het gebruik.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 17
Duw of trek geen voorwerpen of lasten met de
vorken, het aanbouwdeel of de arm.
April 2019
Veiligheid in het werkgebied
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevaren door defecte onderdelen
Gebruik geen accu of oplader met een vermogen
van meer dan 12 V om de machine te starten met
startkabels.
Gebruik de machine niet als aarde om
laswerkzaamheden uit te voeren.
Stuur de voorwielen niet op een droge ondergrond
wanneer de differentieelvergrendeling is geactiveerd.
Gevaar voor beknelling
Blijf uit de buurt van bewegende delen gedurende
de werking van de machine.
Schakel de parkeerrem in, zet de transmissie in
neutraal en laat de vorkendrager of het aanbouwdeel
op de grond zakken alvorens de machine te verlaten.
Blijf uit de buurt van opgeheven componenten.
Ontploffings- en brandgevaar
Start de motor niet als u vloeibaar propaangas
(LPG), benzine, diesel of andere explosieve stoffen
ruikt of detecteert.
Tank geen brandstof terwijl de motor van de machine
draait.
Tank en laad de accu op in een
open, goed geventileerd gebied,
ver weg van vonken, vlammen en
brandende tabak.
Gebruik de machine niet op gevaarlijke plaatsen of
plaatsen waar mogelijk ontvlambare of explosieve
gassen of partikels aanwezig kunnen zijn.
Spuit geen ether in motoren die voorzien zijn van
bougies of verwarmingen van het luchtinlaatrooster.
Gebruik geen lucht of zuurstof om de accumulators
op te laden.
Ondersteun componenten alvorens service uit te
voeren. Blijf uit de buurt van bewegende delen
gedurende de werking van de machine.
Gevaar voor brandwonden
Laat hete oppervlakken afkoelen
alvorens hen aan te raken of
18 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
onderhoud erop te plegen.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt
geen bescherming tegen contact met of de nabijheid
van elektrische stroom.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheid in het werkgebied
Neem altijd contact op met de eigenaar van de
elektriciteitsleiding. De elektrische energie moet
worden afgekoppeld of de elektriciteitsleidingen
verplaatst of geïsoleerd voordat er met de machine
gaat worden gewerkt.
Neem alle lokale en nationale
verordeningen voor wat betreft
de afstand tot
elektriciteitsleidingen in acht. Als
een minimum moet de vereiste
afstand in onderstaande tabel
worden aangehouden.
LijnspanningVereisteAfstand
0 tot 50 kV10 ft 3,05 m
>50 tot 200 kV15 ft4,60 m
>200 tot 350 kV 20 ft 6,10 m
>350 tot 500 kV25 ft7,62 m
>500 tot 750 kV35 ft10,67 m
>750 tot 1000 kV45 ft13,72 m
boven 1000 kVzie hieronder
Houd rekening met bewegingen van de arm,
nivellering of doorzakken van elektriciteitsleidingen
en wees bedacht op sterke wind of windvlagen.
Blijf uit de buurt van de machine als deze contact
maakt met elektriciteitsleidingen waar spanning
op staat. Personeel op de grond of in de cabine
mag de machine niet aanraken of bedienen zolang
de bekrachtigde elektriciteitsleidingen niet zijn
uitgeschakeld.
Gebruik de machine niet gedurende onweer of
storm.
Voor elektriciteitsleidingen van meer dan 1000kV
moet de minimum afstand worden bepaald door
de eigenaar van de nutsleiding of de bestuurder,
of door een geregistreerde technicus die
gekwalificeerd moet zijn op het gebied van de
overdracht en verdeling van elektrische energie.
Gebruik de machine niet als aarde om
laswerkzaamheden uit te voeren.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 19
April 2019
Veiligheid in het werkgebied
Veiligheid van de accu
Gevaar voor brandwonden
Tweede uitgave - Eerste druk
Gevaar voor elektrische schokken
Accu’s bevatten zuur.
Draag altijd beschermende kleding
en oogbeschermingen wanneer u
met accu’s werkt.
Mors accuzuur niet en raak het
Ontploffingsgevaar
niet aan. Neutraliseer gemorst
accuzuur met zuiveringszout en
water.
Blijf met vonken, vlammen en
aangestoken tabak uit de buurt
van accu’s. Accu’s geven explosief
gas af.
Raak elektrische klemmen niet aan
Zorg, wanneer u de oplader gebruikt (indien
aanwezig), dat deze op 12 V werkt en de 15 ampère
niet overschrijdt.
Tijdens onderhoud of reparaties, en bij het lassen,
moet de accu worden afgekoppeld door de
isolatieschakelaar te draaien (zie het deel Inspectie
van stickers).
Wacht 30 seconden na het afzetten van de motor
alvorens de isolatieschakelaar te activeren.
Wacht na het omdraaien van de isolatieschakelaar
60 seconden alvorens de motor te starten.
Verantwoordelijkheden van de
werkgever
Werkgevers zijn verantwoordelijk voor het creëren
van een veilige werkomgeving en voor de
inachtneming van de plaatselijke en nationale
overheidsvoorschriften.
Persoonlijke veiligheid
Zorg dat iedereen die op of in de buurt van deze
machine werkt, weet welke veiligheidsmaatregelen
moeten worden toegepast.
20 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheidsmaatregelen
Vereisten voor
machinebestuurders
Bestuurders die de machine regelmatig of
onregelmatig gebruiken (bv. voor vervoer) moeten
aan de volgende vereisten voldoen:
gezondheid:
geen alcohol, geneesmiddelen of andere middelen
innemen die het psycho-fysisch evenwicht aantasten,
voor of tijdens het werken.
lichamelijke conditie:
goed zicht, goed gehoor, goed coördinatievermogen
en in staat zijn alle vereiste werkzaamheden veilig uit
te voeren, zoals in dit handboek wordt aangegeven.
geestelijke conditie:
in staat zijn om de geldende regels, verordeningen
en veiligheidsmaatregelen te begrijpen en toe te
passen. De bestuurders moeten voorzichtig werken
en attent zijn op zowel hun eigen veiligheid als die
van anderen, en moeten erop uit zijn om het werk
op een verantwoordelijke wijze uit te voeren.
emotionele conditie:
in staat zijn om kalm te blijven en de eigen psychofysische conditie te beoordelen.
training:
dit handboek, alsook de bijgaande grafieken
en schema’s, typeplaten en veiligheidsborden
grondig lezen en zich er vertrouwd mee maken. De
bestuurders moeten ervaren hebben en getraind zijn
in het gebruik van de machine.
In sommige landen wordt een apart rijbewijs of
toestemming vereist om met deze machine te
werken. Vraag dit na bij de bevoegde instanties. In
Italië moet de bediener minstens 18 zijn.
Vereisten voor
servicepersoneel
Het personeel dat verantwoordelijk is voor het
onderhoud van de machine moet gekwalificeerd zijn,
gespecialiseerd in het onderhoud van verreikers, en
moet aan de volgende eisen voldoen:
lichamelijke conditie:
goed zicht, goed gehoor, goed coördinatievermogen
en in staat zijn alle nodige onderhoudswerkzaamheden
veilig uit te voeren, zoals in dit handboek wordt
aangegeven.
geestelijke conditie:
in staat zijn om de geldende regels, verordeningen
en veiligheidsmaatregelen te begrijpen en toe te
passen. De bestuurders moeten voorzichtig werken
en attent zijn op zowel hun eigen veiligheid als die
van anderen, en moeten erop uit zijn om het werk
op een verantwoordelijke wijze uit te voeren.
training:
dit handboek, alsook de bijgaande grafieken
en schema’s, typeplaten en veiligheidsborden
grondig lezen en zich ermee vertrouwd maken. De
bestuurders moeten ervaren hebben en getraind zijn
in de bediening van de machine.
Vanuit technisch oogpunt is het routine-onderhoud
van de machine geen complexe procedure. Het kan
dan ook worden uitgevoerd door de bestuurder van
de machine, op voorwaarde dat hij basiskennis op
mechanisch gebied bezit.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH 3007 21
April 2019
Veiligheidsmaatregelen
Tweede uitgave - Eerste druk
Werkkleding
Bij het werken, maar vooral tijdens onderhoud of
reparaties van de machine, moeten de bedieners
geschikte beschermende kleding dragen:
• Overalls of andere gemakkelijk zittende kleding.
Het dragen van kleding met wijde mouwen,
voorwerpen die verstrikt kunnen raken in de
bewegende delen van de machine en sieraden
is niet toegestaan.
• Veiligheidshelm.
• Handschoenen.
• Veiligheidsschoenen.
Persoonlijke
beschermingsmiddelen
In speciale werkomstandigheden dient men tevens
in bezit te zijn van volgende uitrusting:
• Ademhalingsmasker (of stofmasker).
• Oordoppen of gelijksoortige gehoorbeschermers.
• Veiligheidsbril of gezichtsmaskers.
Gebruik alleen goedgekeurd veiligheidsschoeisel
in goede staat.
22 GTH-2506 - GTH 3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Controle-indicators en
vergrendelingen
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Veiligheidsmaatregelen
Op de machine zijn diverse controle-indicators
en vergrendelingen aanwezig. Deze mogen nooit
onklaar gemaakt of verwijderd worden.
Voer altijd een werkingstest uit om na te gaan of
deze inrichtingen goed functioneren.
Gebruik nooit een machine die niet goed functioneert.
Als de machine slecht begint te werken, moet u
onmiddellijk stoppen met werken en zorgen dat de
machine wordt gerepareerd.
Lastbegrenzingssysteem
Het lastbegrenzingssysteem is ontwikkeld om de
bestuurder de helpen de machine in de lengte stabiel
te houden. Er worden hoorbare en zichtbare signalen
gegeven als de grenzen van de longitudinale
stabiliteit worden genaderd.
Deze inrichting kan echter niet de ervaring van de
bediener vervangen. Het is aan de gebruiker om de
nodige veiligheidsmaatregelen te treffen binnen de
nominale
limieten van de machine.
Het lastbegrenzingssysteem is uitsluitend ontworpen
om te werken wanneer:
het voertuig stilstaat;
• het voertuig op een solide, stabiele en
genivelleerde bodem geparkeerd is;
• het voertuig in laad- of positioneringsfuncties
verricht;
• het lastbegrenzingssysteem actief is (niet
onderdrukt).
Het lastbegrenzingssysteem waarschuwt de
bestuurder als de stabiliteit in de lengte in voorwaartse
richting onvoldoende is.
Het lastbegrenzingssysteem is niet ontworpen om
te waarschuwen voor kantelgevaar in het geval van:
• een plotselinge overbelasting;
• een beweging met een opgeheven last;
• een beweging op instabiele gronden of in geval
van belemmeringen of kuilen;
• een dwarsbewegingen of het keren op hellingen;
• snelle bewegingen bij bochten of met een te
nauwe draairuimte;
Regelingen die van invloed zijn op de instelling
van het lastbegrenzingssysteem mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
Stoelvergrendeling
De microschakelaar is ingebouwd in het stoelkussen
en verhindert iedere inschakeling van de
machinetransmissie als de bestuurder niet goed op
de bestuurdersplaats zit.
Noodstopknop
Deze kan worden gebruikt om de machine te laten
stoppen in een noodsituatie.
Door deze knop in te drukken wordt de motor
uitgeschakeld, maar blijft het lastbegrenzingssysteem
actief.
Alvorens de machine weer te starten moet de
knop worden gereset door hem met de klok mee
te draaien.
Activeringsschakelaar op joystick
De joystick is voorzien van een schakelaar voor
activering. Deze rode vingerschakelaar moet
ingedrukt worden totdat de joystickfuncties zijn
voltooid; als hij wordt losgelaten, stopt de manoeuvre.
Draai het stuurwiel naar rechts om de voorwielen
naar rechts te draaien. Draai het stuurwiel naar
links om de voorwielen naar links te draaien.
2 Noodstopknop
Zie het deel „Bedieningsindicators en
vergrendelingen”.
3 Stoelbedieningen
Zie het deel „De stoel afstellen”.
4 Richtingaanwijzer - Sproeier/wisser voorruit -
Groot licht
Verplaats de hendel naar voren om de linker
richtingaanwijzer te activeren. Verplaats
de hendel naar achteren om de rechter
richtingaanwijzer te activeren.
Druk op de knop aan de bovenkant van de
hendel om een straal water op de voorruit van
de cabine te spuiten.
Draai het uiteinde van de hendel om de
ruitenwisser te laten werken.
Duw de hendel omlaag om het grote licht
in te schakelen (na indrukken van de
Rijlichtenschakelaar23). Duw de hendel
omhoog om het grote licht te gebruiken voor
onderbroken signalen.
5 Keuzeschakelaar stuurmodus
Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
naar rechts om vierwielbesturing te selecteren.
Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
in de middelste stand om tweewielbesturing
te selecteren. Draai de keuzeschakelaar van
de stuurmodus naar links om knikbesturing te
selecteren.
6 Schakelaar voor onderdrukking lastbegrenzings-
systeem
Zie het deel „Bedieningspaneel lastbegrenzings-
systeem”.
7 Bedieningspaneel lastbegrenzingssysteem
Zie het deel „Lastbegrenzingsindicator”.
8 Instrumentenpaneel
9 Schakelaar parkeerrem
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de parkeerrem in te schakelen. Duw op
de bovenkant van de tuimelschakelaar om de
parkeerrem uit te schakelen.
10 Functiejoystick
Zie het deel „Bewegingen van de bedieningshendel”.
11 Bedieningen voor verwarming en airconditioning
12. Wisseltoets display
Schakel de knop om met een korte druk
(minder dan één seconde) om de berichten met
betrekking tot de regeneratie van het roetfilter
(DPF) in stilstand te zien. Schakel de knop om
met een lange druk (minstens één seconde)
om de storingsmeldingen met betrekking tot de
motor te zien.
13 Gaspedaal
14 Rempedaal
15 Startschakelaar
Schakel de knop om met een korte druk
(minder dan één seconde) om de berichten met
betrekking tot de regeneratie van het roetfilter
(DPF) in stilstand te zien. Schakel de knop om
met een lange druk (minstens één seconde)
om de storingsmeldingen met betrekking tot de
motor te zien.
16. Schakelaar werklichten (indien aanwezig)
Duw op de tuimelschakelaar om de werklichten
aan te zetten: eerste stand voor de werklichten
aan de voorzijde en op de arm, de tweede stand
voor de werklichten op de voorzijde, arm, en
achterzijde.
17. Vergrendeling afstelling stuurkolomhoek
Ontgrendel de hendel rechtsonder en trek of duw
het stuurwiel in de gewenste stand, en vergrendel
de hendel weer.
18 Airco-schakelaar(indien aanwezig)
Duw op de schakelaar om de airco in te
schakelen. Duw op de schakelaar om de airco
uit te schakelen.
19 Schakelaar cabineverwarmingsventilator
Duw op de onderkant van de schakelaar om
de ventilator van de cabineverwarming aan te
zetten: eerste stand voor lage snelheid, tweede
stand voor hoge snelheid. Duw op de bovenkant
van de schakelaar om de ventilator van de
cabineverwarming uit te schakelen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 27
April 2019
Bedieningen
Tweede uitgave - Eerste druk
20 Schakelaar hydraulisch hulpcircuit (indien
aanwezig)
Duw op de knop om de richting van de
hydraulische stroming tussen de twee hulplijnen
om te schakelen.
21 Schakelaar mixbak (indien aanwezig)
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de hydraulische mixbak in te schakelen.
Duw op de bovenkant van de schakelaar om de
hydraulische mixbak te stoppen.
Duw op de onderkant van de schakelaar om
de noodknipperlichten aan te zetten. Duw
op bovenkant van de schakelaar om de
noodknipperlichten uit te zetten.
23. Schakelaar weglichten
Duw op de tuimelschakelaar om de rijlichten
aan te zetten: eerste stand voor positielichten,
tweede stand voor dimlichten.
Druk op de schakelaar om de stromingsrichting
van de olie naar rechts of links te selecteren:
druk op de bovenkant om de olie naar links te
laten stromen, of druk op de onderkant om de
olie naar rechts te laten stromen.
Houd de schakelaar ingedrukt om het aan- of
afkoppelen van het aanbouwdeel, dat wordt
beheerd door middel van de functiejoystick, uit
te voeren.
26 Weg-/Werkplaatsschakelaar
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de werkplaatsmodus te selecteren. Duw op
de bovenkant van de tuimelschakelaar om de
wegmodus te selecteren.
27 Transmissiehendel - Claxonknop
Duw de transmissiehendel van u vandaan voor
de voorwaartse versnelling. Trek de hendel
naar u toe voor de achterwaartse versnelling.
Verplaats de hendel naar het midden voor de
neutrale stand.
Druk op de bovenste knop aan het uiteinde van
de hendel, de claxon klinkt dan. De claxon stopt
wanneer de knop wordt losgelaten.
Druk op de knop om de claxon te horen. De claxon
stopt wanneer de knop wordt losgelaten.
31 Achterruitontdooiing
Duw op de onderkant van de schakelaar om de
achterruitontdooiing in te schakelen. Duw op
de bovenkant van de tuimelschakelaar om de
ontdooiing uit te schakelen.
32 Multifunctionele lamp
Dit lampje gaat branden wanneer de witte
duimknop op de joystick wordt ingedrukt.
33 Lamp blokkering bediening
Dit lampje gaat branden wanneer de schakelaars
in stand 21 en 24 worden ingeschakeld.
34 Alarm
Dit klinkt wanneer een van de volgende condities
optreedt:
a De bestuurder zit niet op zijn stoel en de
parkeerrem is niet geactiveerd.
b Het roetfilter moet worden vervangen.
c De temperatuur van de hydraulische olie
is te hoog.
d Motorproblemen.
e Het brandstofpeil is laag.
Als dit lampje brandt, is de motoroliedruk te laag,
hetgeen kan leiden tot schade aan de machine.
Stop het gebruik van de machine en voer service uit.
3 Indicatielampje hydraulisch oliefilter verstopt
Als dit lampje brandt, is het hydraulische oliefilter
verstopt, hetgeen kan leiden tot schade aan de
machine. Stop het gebruik van de machine en voer
service uit.
4 Indicatielampje laag peil hydraulische olie
Als dit lampje brandt, is het peil van de hydraulische
olie te laag, hetgeen kan leiden tot schade aan
de machine. Voeg olie toe en verhelp eventuele
olielekken.
5 Indicatielampje motorluchtfilter verstopt.
Als dit lampje brandt, is het luchtfilter van de
motor verstopt. Maak het schoon of vervang de
luchtfilterpatroon.
7 Lampje regeneratie roetfilter in stilstand
Als dit lampje knippert, is regeneratie van het
roetfilter in stilstand nodig. Voer de regeneratie
in stilstand uit. Tijdens de regeneratie in stilstand
brandt het lampje vast.
8 Lampje roetfilter verzwakt-beschadigd
Als dit lampje brandt, zijn het koppel en het
motortoerental gereduceerd. Breng een bord aan
op de machine en stel hem buiten dienst; contacteer
servicepersoneel.
9 Lampje hoge temperatuur motoruitlaat
Dit licht op als regeneratie van het roetfilter in
stilstand is geactiveerd, om aan te geven dat het
uitlaatsysteem de hoge temperatuur heeft bereikt die
nodig is voor de regeneratie. Als het brandt terwijl
de regeneratie in stilstand niet is geactiveerd, dient
u contact op te nemen met servicepersoneel.
13 Waarschuwingslampje motor
Dit lampje knippert om te waarschuwen voor een
probleem met de motor. Om het probleem op te
sporen, bekijk het bericht op het display en neem
contact op met servicepersoneel.
14 Indicatielampje ernstige fout in motor
Dit lampje brandt om te waarschuwen voor een
probleem met de motor. Om het probleem op te
sporen, bekijk het bericht op het display en neem
contact op met servicepersoneel.
15 Temperatuurmeter motorkoelvloeistof met
indicatielampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Als de wijzer in het rode gebied komt, is de
motorkoelvloeistof te heet, hetgeen kan resulteren
in schade aan de motor. Stop het gebruik en pleeg
service op de motor
19 Indicatielampje hoge temperatuur hydraulische
olie
Dit geeft aan dat de temperatuur van de hydraulische
olie in de tank zodanig is dat er schade aan de
machine kan ontstaan. Stop het gebruik van de
machine en voer service uit.
22 Indicatielampje lage remdruk
Dit gaat branden als de druk van het remcircuit
te laag is voor een goede werking, hetgeen kan
resulteren in schade aan de machine. Stop het
gebruik van de machine en voer service uit.
Dit geeft het roetniveau in het roetfilter aan. Als het
roetniveau te hoog is, is regeneratie van het roetfilter
bij stilstand nodig.
Als het symbool boven de niveau-indicatiebalk
verandert van
omgeving te hoog of heeft het roetfilter een technisch
probleem dat kan worden opgelost met regeneratie
in stilstand of door servicepersoneel.
in
, is het uitstootniveau in de
30 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een
inspectie uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het
gebruik kent en begrijpt voordat u verder
gaat met het volgende hoofdstuk.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Inspectie voor het gebruik
Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om
voor het gebruik eerst een inspectie uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie
door de bestuurder, die voor elke werkbeurt moet
worden uitgevoerd. De inspectie is erop gericht om te
ontdekken of er iets duidelijk mis is met een machine,
voordat de bediener de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om vast te
stellen of er routineonderhoudsprocedures nodig
zijn. Alleen punten van het routineonderhoud die in
deze handleiding genoemd worden, mogen door de
bediener worden uitgevoerd.
Zie de lijst op de volgende pagina en controleer alle
punten.
Als er schade of ongeoorloofde wijzigingen worden
vastgesteld ten opzichte van de conditie waarin de
machine de fabriek verliet, moet de machine worden
gelabeld en buiten dienst worden gesteld.
Reparaties aan de machine mogen alleen
uitgevoerd worden door een gekwalificeerde
servicemonteur, in overeenstemming met de
specificaties van de fabrikant. Nadat reparaties zijn
voltooid, moet de bestuurder opnieuw een inspectie
voor het gebruik uitvoeren alvorens over te gaan tot
de functietests.
Inspecties voor gepland onderhoud moeten worden
verricht door gekwalificeerde servicemonteurs,
in overeenstemming met de specificaties van de
fabrikant en de vereisten in het handboek omtrent
de verantwoordelijkheden.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 31
April 2019
Inspecties
Inspectie voor het gebruik
Tweede uitgave - Eerste druk
Zorg dat de bedienings- en
veiligheidshandleidingen volledig en leesbaar
zijn, en voorhanden zijn in de opbergruimte van
de cabine.
Verzeker dat alle stickers leesbaar zijn en op
hun plaats zitten. Zie het deel Inspecties.
Ga na of er hydraulisch olielekken zijn en
controleer het oliepeil. Voeg indien nodig olie
toe. Zie het deel Onderhoud.
Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig
gedestilleerd water toe. Zie het deel Onderhoud.
Ga na of er een olielek van de motor is en
controleer het oliepeil. Voeg indien nodig olie
toe. Zie het deel Onderhoud.
Modellen met luchtbanden: Controleer of de
bandenspanning correct is. Voeg indien nodig
lucht toe. Zie het deel Onderhoud.
Controleer de volgende componenten of gebieden
op schade, onjuist gemonteerde of ontbrekende
onderdelen en ongeoorloofde wijzigingen:
Elektrische onderdelen, elektrische
bedrading en kabels
Eindschakelaars
Lichten, alarmen en zwaailichten
Pennen, moeren, bouten en andere
bevestigingsmiddelen
Controleer de gehele machine om het volgende
vast te stellen:
De aanwezigheid van barsten in lassen of
in structurele onderdelen
Deuken of schade aan de machine
Overmatige roest, corrosie of oxidatie
Controleer of alle structurele elementen en de
andere kritische onderdelen aanwezig zijn en
of alle betreffende bevestigingsmiddelen en
pennen goed gemonteerd en aangehaald zijn.
Verzeker dat de voorruit en ruiten (indien
aanwezig) schoon zijn en geen belemmeringen
hebben die het zich kunnen hinderen.
Nadat uw inspectie voltooid is, moet worden
nagegaan of alle afschermingen, kappen en
afdekkingen op hun plaats zitten en goed
bevestigd zijn.
Hydraulische slangen, koppelingen, cilinders
en verdelers
Brandstoftanks en hydraulische tanks
Rijmotoren en rijnaven
Slijtblokken van de arm
Banden en wielen
Spiegels
Motor en gerelateerde onderdelen
32 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Grondbeginselen functietests
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen
te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt
genomen. De bediener moet de stapsgewijze instructies volgen om alle machinefuncties te testen.
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
Zorg ervoor dat u de inspectie met functietests
kent en begrijpt voordat u verder gaat met de
volgende sectie.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Een niet goed functionerende machine mag nooit
worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt,
dient de machine te worden voorzien van een label
en uit bedrijf te worden genomen. Wanneer er schade wordt ontdekt, of een wijziging van de toestand
waarin de machine door de fabriek geleverd is,
dient de machine te worden gelabeld en uit bedrijf
te worden genomen.
Als de reparaties voltooid zijn, moet de bediener
opnieuw een inspectie voor het gebruik en de functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik
wordt genomen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 33
April 2019
Inspecties
Functietests
Tweede uitgave - Eerste druk
1 Kies een stevig, vlak testgebied uit dat vrij is van
obstakels. Vergewis u ervan dat er geen last op
de vorken of het aanbouwdeel aanwezig is.
2 Ga de cabine binnen en ga op de stoel zitten.
3 Stel de stoel en de stuurkolom indien nodig af.
4 Doe de veiligheidsgordel om uw middel.
5 Stel de spiegel in de cabine en de rechter
buitenspiegel indien nodig af.
6 Vergewis u ervan dat de parkeerrem
ingeschakeld is en dat de transmissiehendel in
neutrale stand staat.
7 Start de motor. Zie het deel De motor starten in
het deel Gebruiksaanwijzing.
De functiejoystick testen
8 Hef de arm met behulp van de functiejoystick
even op en schuif hem uit, kantel de vorken
omhoog en omlaag.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
9 Schuif de arm even uit en weer in met behulp
van het wieltje.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
De vergrendeling/ontgrendeling van
de hydraulische snelkoppeling testen
(indien aanwezig)
10 Houd, terwijl u de betreffende schakelaar indrukt,
de witte duimschakelaar ingedrukt en gebruik de
functiejoystickom de hydraulische snelkoppeling
even te vergrendelen/ontgrendelen.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
De stuurinrichting testen
11 Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
naar rechts om vierwielbesturing te selecteren.
12 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting draaien als het stuur. De achterwielen
moeten in tegengestelde richting draaien.
34 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
13 De wielen uitlijnen.
14 Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
in de middelste stand om tweewielbesturing te
selecteren.
15 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting draaien als het stuur. De achterwielen
horen niet te draaien.
16 De wielen uitlijnen.
17 Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
naar links om knikbesturing te selecteren.
18 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen en de achterwielen
moeten in dezelfde richting draaien als het stuur.
De transmissie en de remmen testen
22 Beweeg de transmissiehendel achterwaarts.
Druk het gaspedaal iets in om het toerental
te verhogen, en laat het rempedaal langzaam
omhoog komen. Zodra de machine begint te
bewegen, druk op het rempedaal.
~ Resultaat: De machine moet achteruit
bewegen en dan plotseling stoppen. Met de
transmissiehendel op achteruit, moet het
achteruitrijsignaal klinken.
23 Zet de transmissiehendel op neutraal.
24 Druk op de onderkant van de parkeerremscha-
kelaar.
~ Resultaat: Het rode indicatielampje van de
parkeerrem moet gaan branden om aan te
geven dat de parkeerrem ingeschakeld is.
25 Verplaats de transmissiehendel naar voren, en
daarna naar achteren, terwijl u het toerental laat
oplopen met het gaspedaal.
~ Resultaat: De machine moet niet bewegen.
19 Vergewis u ervan dat de arm helemaal omlaag
en ingeschoven is.
20 Druk op het rempedaal. Druk op de bovenkant
van de parkeerremschakelaar om hem uit te
zetten.
21 Beweeg de transmissiehendel voorwaarts.
Druk het gaspedaal iets in om het toerental
te verhogen, en laat het rempedaal langzaam
omhoog komen. Zodra de machine begint te
bewegen, druk op het rempedaal.
~ Resultaat: De machine moet eerst vooruit
bewegen en dan plotseling stoppen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 35
De parkeerrem testen
26 Druk op de onderkant van de tuimelschakelaar
om de parkeerrem in te schakelen: het
waarschuwingslampje van de parkeerrem moet
gaan branden.
27 Duw het gaspedaal iets in.
~ Resultaat: De machine mag niet bewegen.
April 2019
Inspecties
Tweede uitgave - Eerste druk
De wegmodus testen
28 Zet de keuzeschakelaar van de stuurmodus op
de wegmodus.
29 Probeer om: de arm te bedienen
~ Resultaat: Geen van deze functies mag werken.
De lichten testen
30 Controleer of alle aanwezige werk- en rijlichten
goed functioneren.
Het lastbegrenzingssysteem testen
31 Laad een bekend gewicht van ongeveer
1000 kg.
32 Hef de arm ongeveer 30 cm boven de grond.
33 Schuif de arm uit en controleer of het systeem in
de alarmmodus gaat nadat de afstand is bereikt
die vermeld staat in de lasttabellen voor het
aanbouwdeel dat op de machine gemonteerd is.
De noodstopknop testen
35 Druk de noodstopknop in tijdens een beweging.
~ Resultaat: de bewegingen moeten stoppen en
de motor moet afslaan.
De stoelschakelaar testen
36 Ga niet op de bestuurdersstoel zitten.
37 Zet de transmissie in zijn vooruit en achteruit.
38 Schakel de parkeer- en bedrijfsrem uit.
39 Duw het gaspedaal iets in.
~ Resultaat: de machine moet niet bewegen.
~ Resultaat: de alarmmodus van het systeem
moet klinken.
De activeringsschakelaar van de joystick
testen
34 Bedien de joystick zonder op deze knop te
drukken.
~ Resultaat: de joystick mag op geen enkel
moment actief worden.
36 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Controlelijst inspectie van de
werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
afgereden kanten of gaten
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1. Vermijd gevaarlijke situaties.
2. Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
3. Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4. Inspecteer de werkplek.
5. Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Grondbeginselen voor de
inspectie van de werkplek
Met de inspectie van de werkplek kan de bediener
bepalen of de werkplek geschikt is om de machine
veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de
bediener te worden uitgevoerd, voordat hij de
machine naar de werkplek verplaatst.
hobbels, hindernissen en puin op de grond
hellingen
een instabiele of gladde ondergrond
obstakels boven het hoofd en
hoogspanningsgeleiders
gevaarlijke locaties
een ondergrond die te zacht is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de
machine worden veroorzaakt
wind- en weersomstandigheden
de aanwezigheid van onbevoegden
alle andere mogelijk onveilige omstandigheden.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om
de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek
door te lezen en te onthouden, er vervolgens op
te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen,
opstellen en bedienen van de machine.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 37
April 2019
Inspecties
Inspectie voor GTH 2506 Stage
IIIA stickers
Controleer aan de hand van de afbeeldingen op de
volgende pagina of alle stickers zich op de juiste
plaats bevinden en leesbaar zijn.
Hieronder staat een lijst op nummer met hoeveelheden
en beschrijvingen.
Tweede uitgave - Eerste druk
Ond. nr.Beschrijving stickerAant.
215645
215646
09.4618.1818 Gevaar - Geen meerijders op de vorken1
82560Waarschuwing - Gevaar voor injectie1
237720
237721
237726
09.4616.0102 Label - 2500 kg1
09.4618.0776
1263542Waarschuwing - Motorruimte1
09.4618.0922 Waarschuwing - Gevaar voor beknelling2
Waarschuwing - Gevaar voor
beknelling, veiligheidskraag
Waarschuwing - Gevaar voor
brandwonden
Waarschuwing - Gevaar voor vallende
voorwerpen
Label - Machineregistratie/Overdracht
aan nieuwe eigenaar
GTH-3007 Set lasttabellen
1
1
1
1
1
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 45
April 2019
Inspecties
09.4618.1993
09.4616.0002
09.4618.1818
09.4618.1375
09.4618.1995
09.4618.1781
09.4618.1782
Tweede uitgave - Eerste druk
82560
09.4618.1670
09.4618.1419
237720
09.4618.1025
09.4618.0776
215646
09.4618.1682
09.4618.1645
09.4618.1999
237721
09.4618.1682
09.4618.1423
09.4618.1398
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.1687
09.4618.2026
09.4618.1689
09.4618.1679
09.4618.1742
09.4618.1671
215645
237720
09.4618.1674
237720
237726
09.4618.0923
09.4618.1994
09.4618.1682
09.4618.0923
1263542
09.4618.1691
09.4618.1992
09.4618.1713
1272242
09.4618.0924
09.4618.2053
09.4618.0922
09.4618.1458
09.4618.1678
09.4618.0923
1258639
09.4618.1682
215646
46 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Inspecties
Inspectie van de configuratie m.b.t. homologatie voor weggebruik
3
2
1
2
1
4
7
1
3
Pos.Ond. nr.TUVZwitserlandItalië
09.4618.0339Max. snelheid 20 km/u
1
09.4618.0276
2
56.0010.0020Oranje reflector
3
09.0803.0081Wielblok
4
09.4616.0155Homologatieplaat
7
09.4616.0153Homologatieplaat
7
Reflecterende gele
sticker
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 47
April 2019
Gebruiksaanwijzing
Niet gebruiken, tenzij:
5 U de grondbeginselen van het veilig bedienen van
de machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer voor het gebruik altijd eerst een inspectie
uit.
Tweede uitgave - Eerste druk
Grondbeginselen
In het deel Gebruiksaanwijzing worden instructies
gegeven voor alle aspecten van het gebruik van
de machine. Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder dat alle veiligheidsvoorschriften
en -instructies in de bedienings- en
veiligheidshandboeken en de vereisten in het
handboek omtrent de verantwoordelijkheden
worden opgevolgd.
Een terreinheftruck met variabele reikwijdte wordt
gedefinieerd als een heftruck op wielen die primair
bedoeld is als vorkheftruck met een scharnierende
arm die kan worden uitgerust met aanbouwdelen
om materialen te heffen. Het gebruik voor andere
doeleinden is onveilig en gevaarlijk.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Alleen getraind en bevoegd personeel
mag toestemming krijgen om de machine
te gebruiken. Als verwacht wordt dat de
machine door meer dan één bestuurder zal
worden gebruikt op verschillende momenten
gedurende dezelfde werkdienst, moeten
alle bestuurders gekwalificeerd zijn, en
wordt van hen verwacht dat ze allemaal de
veiligheidsvoorschriften en -instructies in de
bedienings-, veiligheidshandboeken opvolgen
en voldoen aan de vereisten met betrekking
tot de verantwoordelijkheden in het handboek.
Dit betekent dat iedere nieuwe bestuurder een
inspectie voor het gebruik, functietests en een
inspectie op de werkplek moet uitvoeren voordat
hij/zij de machine gaat gebruiken.
Daarnaast moet iedereen die op of in de buurt
van het product werkt ook vertrouwd zijn met de
toepasselijke veiligheidsmaatregelen.
48 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
De stoel afstellen
Om de stand van de stoel te veranderen, hendel A
bewegen en de stoel naar voren of naar achteren
schuiven. Laat de hendel los, en controleer of de
stoel in de positie vergrendeld wordt.
Om de stoelhoogte en -vering af te stellen, draait
u knop B met de klok mee of tegen de klok in
tot u de gewenste instelling van de vering hebt
verkregen. Controleer wanneer u goed zit of de
gele wijzer C in de groene zone staat.
De veiligheidsgordels omdoen
3
1
2
Op de stoel zitten:
• De stoelgordel is voorzien van een
rolinrichting.
• Om de gordels vast te maken de lip 1 in de
gesp 2 steken totdat hij vastzit.
• Om de gordel los te maken, op drukknop 3
duwen en het lipje uit de gesp trekken.
• Zorg dat de gordel op de heupen rust en niet
op de maag.
Om de rugleuning af te stellen, bedient u de
hendel D en duwt u met uw rug stevig tegen de
rugleuning om de leuning in de gewenste stand te
brengen, en laat u de hendel vervolgens los.
De zitting is slechts voor één persoon.
Regel de zitting niet terwijl de machine in
beweging is.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 49
April 2019
Gebruiksaanwijzing
De spiegels afstellen
De machine heeft vier achteruitkijkspiegels. Om de
stand hiervan aan te passen, draait u hen met de
hand in de stand(en) die het beste zicht geven.
1. Hiermee kan het gebied
achter de machine worden gecontroleerd.
2. Hiermee kan de rijbaan
worden gecontroleerd.
3. Hiermee kan het gebied
achter de machine worden gecontroleerd.
4. Hiermee kan het gebied
alsook het achterste deel van het chassis
worden gecontroleerd.
aan de rechterkant
achter de machine
aan de linkerkant
achter de machine
Tweede uitgave - Eerste druk
4
1
2
3
50 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
0
Gebruiksaanwijzing
Parkeerrem
Gebruik altijd de parkeerremschakelaar om de
parkeerrem in te schakelen voordat u de arm
omhoog brengt.
Schakel altijd de parkeerrem in voordat u de
bestuurdersstoel verlaat.
Duw op de onderkant van de tuimelschakelaar om
de parkeerrem in te schakelen.
Duw op de bovenkant van de tuimelschakelaar om
de parkeerrem uit te schakelen.
Rempedaal
Gebruik het rempedaal om de snelheid van
de machine te regelen en de machine te laten
stoppen.
Houd het rempedaal ingedrukt om de machine te
laten stoppen.
De motor starten
1. Vergewis u ervan dat de parkeerrem
ingeschakeld is en dat de transmissiehendel in
neutrale stand staat.
2. Steek de sleutel in het contact.
3. Draai de sleutel om totdat de motor start.
Start in koude conditie
In koude situaties, bij 20°F / -6°C en lager, moet
de motor 5 minuten warmdraaien voordat u begint
te werken, om schade aan het hydraulische
systeem te voorkomen. In buitengewoon koude
situaties, bij 0°F / -18°C en lager, moeten
de machines zijn voorzien van optionele
koudestartkits. Om te proberen de machine te
starten bij temperaturen onder 0°F / -18°C kan een
hulpstartaccu nodig zijn.
Steer Select
Breng alle wielen altijd in lijn met de machine,
alvorens van stuurmodus te wisselen.
Lijn de wielen niet opnieuw uit terwijl u rijdt.
Om de achterwielen uit te lijnen:
1. Start de motor en zet de keuzeschakelaar
Werkplek/Weg/Platform op de stand
“Werkplek”.
2. Draai het stuurwiel totdat de wielen in lijn
zijn met het chassis in de lengterichting
en het oranje indicatielampje van de
stuurmodusschakelaar vast gaat branden.
Bij overgang van vierwielbesturing naar
knikbesturing (of omgekeerd), wordt de machine
automatisch uitgelijnd met de achterwielen.
Als de motor niet binnen 30 seconden start, moet
de oorzaak worden vastgesteld en een eventuele
storing worden gerepareerd. Wacht 20 seconden
voordat u een nieuwe startpoging doet.
1
2
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 51
April 2019
203 mm
2
3
Gebruiksaanwijzing
Tweede uitgave - Eerste druk
Nooduitgang
Til de twee hendels op en verwijder de
vleugelmoeren waarmee de hendels aan het
frame zijn bevestigd
1
2
3
Transmissiebediening
Gebruik de transmissiehendel om de rijrichting van
de machine te bedienen.
Trap het bedrijfsrempedaal in voordat u de
transmissie in een versnelling schakelt.
Om vooruit te rijden, verplaatst u de
transmissiehendel omhoog en naar de voorzijde
van de machine toe.
Om achteruit te rijden, beweeg de
transmissiehendel omhoog en naar de achterkant
van de machine: het achteruitrij-alarm klinkt en
de werklichten aan de achterkant gaan branden
(indien aanwezig).
Om terug te keren in neutrale stand, moet de
transmissiehendel in de middelste stand worden
gezet.
Vooruit
Neutraal
Achteruit
52 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
HOGE TEMPERATUUR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
HOGE TEMPERATUUR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
BEZIG MET WARMDRAAIEN,
DRUK LANG OM TE ANNULEREN
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
HOGE TEMPERATUUR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
BEZIG MET WARMDRAAIEN,
DRUK LANG OM TE ANNULEREN
REGEN. STILSTAND
NOG TE GAAN:
25’
Gebruiksaanwijzing
Regeneratie roetfilter stilstand Alleen voor Stage V
Als het lampje van het roefilter brandt, pos. 7 op het
instrumentenpaneel, is regeneratie van het roetfilter
noodzakelijk. Start het regeneratieproces als volgt:
1 Kies een veilige parkeerplek in de open lucht:
2 Schakel de parkeerrem in.
3 Zet de transmissiehendel op neutraal.
4 Schakel alle hydraulische functies
5 Houd de motor draaiende op stationair
6 Druk kort (minder dan één seconde) op
7 Druk lang (minstens één seconde) op de
• een stevige, vlakke ondergrond
• zonder obstakels en verkeer
• zonder ontvlambaar materiaal
• zonder ontploffingsgevaar
(armfuncties, aandrijving, laadschop
menging, continue stroming....).
toerental.
de wisseltoets van het display, pos. 12; op
het display verschijnt het bericht „Stilstand
klaar, druk lang om te starten”
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
wisseltoets van het display, pos. 12; op
het display verschijnt het bericht „Hoge
temperatuur, druk lang om te starten”.
REGEN. STILSTAND
HOGE TEMPERATUUR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
8 Druk lang (minstens één seconde) op
de wisseltoets van het display, pos.
12; op het display verschijnt het bericht
„Bezig met warmdraaien, druk lang om te
annuleren”.
REGEN. STILSTAND
BEZIG MET WARMDRAAIEN,
DRUK LANG OM TE ANNULEREN
9 Wacht tot het bericht dat aangeeft hoeveel
tijd er resteert tot de regeneratie is
voltooid op het display verschijnt.
Druk niet lang (een seconde of langer)
op de wisseltoets, anders wordt het
regeneratieproces geannuleerd.
REGEN. STILSTAND
NOG TE GAAN:
25’
10 Na ongeveer 25/35 minuten is het
regeneratieproces voltooid, op het
display verschijnt dan het bericht „proces
voltooid”.
REGEN. STILSTAND
PROCES
VOLTOOID
11 Op het display verschijnt de hoofdpagina
en de motor keert terug naar een laag
toerental.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 53
April 2019
REGEN. STILSTAND
STILSTAND KLAAR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
HOGE TEMPERATUUR, DRUK
LANG OM TE STARTEN
REGEN. STILSTAND
BEZIG MET WARMDRAAIEN,
DRUK LANG OM TE ANNULEREN
REGEN. STILSTAND
NOG TE GAAN:
25’
REGEN. STILSTAND
PROCES
VOLTOOID
Gebruiksaanwijzing
Tijdens de regeneratie van het roetfilter in
stilstand is de werking van de arm onderdrukt.
Blijf uit het gebied van de knalpot.
Laat de machine niet onbewaakt achter.
Tweede uitgave - Eerste druk
Baken het gebied af.
De regeneratie van het roetfilter in stilstand
kan niet worden geactiveerd als niet wordt
voldaan aan alle randvoorwaarden van stap
1 tot en met 5. Als dit het geval is, worden een
of meer randvoorwaarden weergegeven.
Als het verzoek om regeneratie in stilstand
wordt genegeerd, kan het roet in het filter een
ontoelaatbaar niveau bereiken, waardoor het
filter permanent beschadigd wordt en moet
worden vervangen door servicepersoneel. In
dit geval verschijnt op het display het bericht
„Niet mogelijk, service nodig”.
De regeneratie van het roetfilter in stilstand
wordt onderbroken als:
REGEN. STILSTAND
NIET MOGELIJK,
SERVICE NODIG
• De motor wordt afgezet met de
contactsleutel
• De parkeerrem wordt losgezet
• De noodstopknop wordt ingedrukt
• De wisseltoets van het display, pos.
12, lang wordt ingedrukt (minstens één
seconde)
54 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Een last vervoeren
Plaats de last midden op de vorken. Positioneer
de last zo dat hij helemaal tegen de rug van het
vorkenframe rust.
De last moet tijdens het rijden zo laag mogelijk
boven de grond worden gehouden. Rijd met
een machine die een last draagt altijd met de
armhoekindicator op 0 graden of minder.
Kantel de vorken iets naar achteren om de last
veilig te dragen.
Breng de machine altijd volledig tot stilstand
alvorens de parkeerrem in te schakelen.
Een last opheffen en plaatsen
De lasttabel in de cabine toont de werkgrenzen
van een goed onderhouden en bediende machine.
Om de lasttabel te gebruiken moet de bestuurder
het gewicht van de last en het zwaartepunt ervan
kennen, en weten hoe ver hij naar buiten en naar
boven moet worden verplaatst.
Deze machine heeft meer dan één lasttabel.
Verzeker u ervan dat u de lasttabel gebruikt die
overeenstemt met het aanbouwdeel dat aan de
machine bevestigd is.
Als u vaststelt dat het gewicht van de last niet kan
worden geplaatst tot de hoogte en met de hoek
die u wilt, heeft u de volgende opties:
1. breng de machine dichter bij het laad- of
oppikpunt, zodat het gewicht van de last
voldoet aan de specificaties van de lasttabel.
2. Verdeel de last in kleinere porties, zodat elk
gedeelte voldoet aan de specificaties van de
lasttabel.
3. Zorg voor een grotere machine, die in staat is
de last te verplaatsen binnen de specificaties.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 55
April 2019
Gebruiksaanwijzing
De last plaatsen
1 Ga naar de gewenste plek en zet de machine
voorzichtig stil.
2 Zet de transmissie in de neutrale stand.
3 Schakel de parkeerrem in.
4 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te heffen en uit te schuiven tot de
gewenste hoogte.
Tweede uitgave - Eerste druk
6 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te heffen en uit te schuiven. Hierdoor
komen de vorken uit de last.
7 Nadat de vorken uit de last en de structuur zijn
verwijderd kan de arm omlaag gebracht en
ingetrokken worden.
5 Beweeg de bedieningshendel geleidelijk om
de arm te laten dalen en uit te schuiven tot in
de uiteindelijke positie. Laat de last zakken
totdat het gewicht helemaal van de vorken
wordt ontladen. Oefen geen neerwaartse
kracht uit met de vorken.
56 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
168 mm
C
C
C
Bedieningsbewegingen Functiejoystick
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Functiejoystick met
activeringsschakelaar
(B)
Functiejoystick met
activeringsschakelaar
(B) en geel wieltje (C)
Hydraulische snelkoppeling (indien aanwezig)
Vergrendel of ontgrendel de hydraulische
snelkoppeling door tegelijkertijd
de schakelaar voor vergrendeling/
ontgrendeling van de hydraulische
snelkoppeling, de activeringsknop van de
functiejoystick (B) en de witte duimknop
(A) in te drukken
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 57
April 2019
Gebruiksaanwijzing
Bedieningspaneel
lastbegrenzingssysteem
Aan de achterkant van de bestuurdersplaats zit een
unit waarmee u het lastbegrenzingssysteem van de
machine kunt besturen.
De verzamelde gegevens, verwerkt in relatie
tot het aanbouwdeel dat wordt gebruikt, worden
voortdurend vergeleken met de gegevens uit
het systeemprogramma. Het resultaat van de
verwerking wordt in drie mogelijke toestanden door
de display omgezet en weergegeven middels de
controlelampjes aan de linkerzijde van de ervan.
1 Groene led AANStabiele conditie. (L1,L2,L3): tijdens de normale
werking, wanneer het kantelmomentpercentage
tussen 0 en 79 ligt, zijn deze leds AAN.
2 Gele led AANVooralarmconditie. (L4 en L5): ze lichten op
wanneer de machine neigt tot kantelen en
het kantelmomentpercentage ten opzichte
van de drempelwaarde tussen 80 en 99 ligt:
de armbewegingen zijn vertraagd en het
akoestische alarm geeft langzame pieptonen.
3 Rode led AAN
Alarmsituatie. (L6 en L7): gevaar voor kanteling!
Het kantelmomentpercentage is 100 of hoger
ten opzichte van de drempelwaarde: het
akoestische alarm geeft snelle pieptonen en
de machinebewegingen zijn gestopt, behalve
degene die nodig zijn om de last terug te
brengen binnen veilige grenzen.
Tweede uitgave - Eerste druk
L7
L4
L3
L2
L1
L6
L5
L8
Beschrijving van de bedieningen
1. Kalibratieknop
2. Stabiliteitsindicator met ledbalk
3. Groen licht - voeding OK
4. L8 functioneel led
Werking
Als de stroom wordt ingeschakeld op het
begrenzingssysteem, voert dit een zelftest uit:
• LEDbalk 2 licht geleidelijk aan op van groen
naar rood
• het display zoemt
• L8 en het Indicatielampje algemeen alarm
lastbegrenzingssysteem blijven branden
• vervolgens gaat Ledbalk 2 geleidelijk uit
• L8 en het Indicatielampje algemeen alarm
lastbegrenzingssysteem gaan uit
Tijdens de werking licht de LED-balk 2 geleidelijk
aan op, afhankelijk van de verandering in stabiliteit.
Alarmcodes en resetten
De begrenzer heeft diagnosemogelijkheden om
te helpen bij het opsporen van defecten in de
transducers, breuk van kabels of slechte werking
van het elektronische systeem.
58 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Als er een defect wordt gesignaleerd gaat de
begrenzer in de veiligheidsmodus en blokkeert hij
gevaarlijke manoeuvres: Indicatielampje algemeen alarm lastbegrenzingssysteem blijft branden
samen met Led L8 dat begint te knipperen, en
hiermee een alarmcode uitdrukt.
Controleer voordat u de machine
gebruikt of de eerste groene led van het
waarschuwingssysteem voor overbelasting
AAN is. Het waarschuwingssysteem voor
overbelasting mag niet worden gebruikt om de
last te controleren die geheven gaat worden: het
is alleen ontworpen om mogelijke onbalans van
de machine op de bewegingsas te signaleren.
Dergelijke onbalans kan ook veroorzaakt worden
door te snelle bediening van de hendels tijdens
het verplaatsen van lasten. Als er tijdens het
werken diverse indicatielampjes oplichten,
bedien de hendels dan geleidelijker.
Schakelaar voor onderdrukking
lastbegrenzingssysteem
Het gebruik van de lasttabellen
De lasttabellen in de cabine geven de maximaal
toegestane last aan in relatie tot de armextensie
en het type aanbouwdeel. Houd u altijd aan deze
tabellen, om in veilige omstandigheden te werken.
De uitschuiving van de arm kan worden gecontroleerd
aan de hand van de letters (A, B, C, D, E) die op de arm
zijn geverfd, terwijl de werkelijke hellingsgraden van
de arm worden aangegeven door de hoekindicator.
Met deze schakelaar kan het lastbegrenzingssysteem
worden onderdrukt om de machine te herstellen:
• als zij geblokkeerd is nadat het
lastbegrenzingssysteem getriggerd is;
• in geval van machinestoringen waarbij alle
bewegingen van de machine ontgrendeld
moeten worden;
Om oneigenlijk gebruik van de inrichting te vermijden
(bijv. het werken buiten het lastbegrenzingssysteem
en de stabiliteitsgrenzen van de machine), is
het lastbegrenzingssysteem voorzien van een
timer (ingesteld op 10 seconden). Na afloop van
de ingestelde tijd worden de blokkeerfuncties
automatisch hersteld.
Als de deactiveringsschakelaar van de lastbegrenzer
is ingeschakeld, gaat de functionele led L8 branden
met vast rood licht.
Schakelaar voor onderdrukking lastbegrenzingssysteem is alleen actief in de werkplekmodus. In de
platformmodus kan het lastbegrenzingssysteem niet
uitgeschakeld worden.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 59
April 2019
Gebruiksaanwijzing
Instructies voor snelkoppeling
Tweede uitgave - Eerste druk
Versie met mechanische blokkering
1 Rijd naar de plaats waar u het gemonteerde
aanbouwdeel wilt afkoppelen (zo mogelijk een
stevige, overdekte plek).
2 Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel van
het aanbouwdeel (indien aanwezig).
3 Trek de mechanische borgpen van het
aanbouwdeel weg nadat de veiligheidssplitpen
aan het uiteinde ervan is verwijderd.
4 Plaats het aanbouwdeel vlak op de grond.
5 Kantel het bevestigingsframe van aanbouwdelen
naar voren en breng de arm omlaag om de
bovenste aanbouwblokkering los te maken.
6 Ga met de machine achteruit en rijd naar het
nieuwe aanbouwdeel dat aangekoppeld moet
worden.
7 Houd het frame voorover gekanteld en haak
de bovenste blokkering van het nieuwe
aanbouwdeel vast.
8 Trek het aanbouwdeel in en hef het een
stukje op. Het centreert automatisch op het
snelkoppelingsframe.
9 Plaats de mechanische borgpen terug en zet hem
vast met zijn veiligheidssplitpen.
10 Koppel de verbindingsstukken van het
aanbouwdeel weer vast (indien aanwezig).
Versie met hydraulische blokkering (optie)
1. Rijd naar de plaats waar u het gemonteerde
aanbouwdeel wilt afkoppelen (zo mogelijk een
stevige, overdekte plek).
2. Ontkoppel de snelkoppelingen die eventueel van
het aanbouwdeel (indien aanwezig).
3. Plaats het aanbouwdeel vlak op de grond.
4. Druk op de activeringsschakelaar voor
vergrendeling/ontgrendeling en houd hem
ingedrukt tot aan het einde van stap 5.
5. Maak het aanbouwdeel los door de functiejoystick
te bewegen.
6. Kantel het bevestigingsframe van aanbouwdelen
naar voren en breng de arm omlaag om de
bovenste aanbouwblokkering los te maken.
7. Ga met de machine achteruit en rijd naar het
nieuwe aanbouwdeel dat aangekoppeld moet
worden.
8. Houd het frame voorover gekanteld en haak
de bovenste blokkering van het nieuwe
aanbouwdeel vast.
9. Trek het aanbouwdeel in en hef het een
stukje op. Het centreert automatisch op het
snelkoppelingsframe.
10. Koppel het aanbouwdeel aan door de
functiejoystick te bewegen met de
activeringsschakelaar voor vergrendelen/
ontgrendelen.
11. Koppel de verbindingsstukken van het
aanbouwdeel weer vast (indien aanwezig).
60 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
De machine starten met startkabels
Het starten van de machine met startkabels op de
accu of vervanging van de accu is nodig als de
accu zo leeg is dat de accu de starter niet aandrijft.
Nooit de machine starten met startkabels
direct op de startmotor of de solenoïde van de
startmotor. Ernstig letsel of overlijden kunnen
het gevolg zijn door de voor- of achterwaarts
bewegende machine.
Om persoonlijk letsel te vermijden bij het starten
met startkabels met behulp van een andere
machine, moet worden verzekerd dat de machines
elkaar niet raken.
Start een bevroren accu nooit met startkabels,
want dan ontploft hij.
Blijf met vonken en vlammen uit de buurt
van de accu. Loodzuuraccu’s veroorzaken
explosieve gassen tijdens het opladen. Draag een
veiligheidsbril als u in de buurt van accu’s werkt.
De hulpaccu moet 12 V zijn. De machine die gebruikt
wordt om met startkabels te starten moet een
elektrisch systeem met negatieve aarde hebben.
Het starten van de machine met
startkabels
1 Sluit de positieve (+) startkabel aan op de
positieve (+) pool van de lege accu.
2 Sluit het andere uiteinde van dezelfde
startkabel aan op de positieve (+) pool van de
hulpstartaccu.
3 Sluit het ene uiteinde van de tweede
startkabel aan op de negatieve (-) pool van de
hulpstartaccu.
4 Maak de laatste kabelverbinding met het
motorblok of het aardpunt dat het verst van de
accu vandaan ligt.
5 Start de motor.
6 Maak de positieve (+) startkabel los van de
positieve (+) pool van de hulpstartaccu.
7 Maak het andere uiteinde van de positieve (+)
startkabel los van de positieve (+) pool van de
machineaccu.
8 Maak het ene uiteinde van de tweede
startkabel los van de negatieve (-) pool van de
hulpstartaccu.
9 Maak het andere uiteinde van de tweede
startkabel los van het motorblok of
aardingspunt.
Op een helling rijden
Als de machine een last draagt, moet deze altijd aan
de bergopwaartse kant zitten. Als de machine geen
last draagt, moet met de vorken of het aanbouwdeel
aan de bergafwaartse kant worden gereden.
Rijd op steil terrein alleen bergopwaarts en
bergafwaarts en houd de machine altijd in een
versnelling. Rijd niet dwars over de helling als de
machine een helling op- of afgaat.
Pas de rijroute en snelheid aan de conditie van
de bodem, de tractie, helling, aanwezigheid van
personeel en eventuele andere factoren die
gevaar kunnen veroorzaken. Rijd de machine
alleen wanneer de arm en de apparatuur in de
juiste transportpositie zijn.
Of een machine zal omkantelen tijdens dynamisch
gebruik van de machine hangt af van vele
variabelen waarmee rekening gehouden moet
worden. Hiertoe behoren de weg-/bodemconditie,
stabiliteit en helling, alsook de machine-uitrusting,
ervaring van de bestuurder, positie van de last,
bandenspanning, machinesnelheid enz.
Bovendien hangt het omkantelen van een
machine in grote mate af van het handelen van de
bestuurder, zoals de snelheid en de gelijkmatigheid
waarmee de machine wordt bediend, alsook de
positie van het aanbouwdeel en de last.
Op bouwplaatsen en wegen verandert de
hellingsgraad regelmatig, ze kunnen hard of zacht
zijn en veranderingen ondergaan vanwege de
bouwwerkzaamheden en weersinvloeden.
Bestuurders moeten goed getraind zijn en hun
beste beoordelingsvermogen en ervaring inzetten
om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen
tegen omkantelen. De bestuurders moeten
de variabelen op de werkplek beoordelen en
vermijden dat de capaciteiten van de machine (of
de bestuurder) met het oog op het terrein en de
omstandigheden worden overschreden.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 61
April 2019
Gebruiksaanwijzing
Indicator motorconditie
Als het waarschuwingslampje en/of het
indicatielampje “Ernstige motorfout” gaat branden,
dient u servicepersoneel te waarschuwen.
Na elk gebruik
1 Selecteer een geschikte parkeerplek —
stevige, vlakke ondergrond, uit de buurt van
obstakels en verkeer.
2 Trek de arm in en breng hem omlaag in de
opbergstand.
Tweede uitgave - Eerste druk
3 Zet de transmissiehendel op neutraal.
4 Schakel de parkeerrem in.
5 Zet de sleutelschakelaar in de uit-stand en
haal de sleutel weg als beveiliging tegen
gebruik door onbevoegden.
Rijden over de weg of het
werkterrein
Houd u bij het rijden over de openbare weg strikt aan
de lokale of nationale verkeersregels.
Zorg ervoor dat de volgende voorzorgsmaatregelen
getroffen zijn voordat u de openbare weg op gaat:
• Start de motor.
• Lijn de achterwielen uit met het chassis.
• Alleen voor de Italiaanse markt installeer de
bij de machine geleverde blokkeringen voor het
machineregistratiedocument als volgt:
1. monteer de blokkeerkabel van de armverlenging A;
2. monteer de blokkeerring B op de kantelcilinder;
3. monteer de blokkeerring C op de hefcilinder;
• Bedek de tanden van de conventionele vorken
met de speciale afscherming.
• Trek de arm en het aanbouwdeel in tot in de
transportpositie
• Zet de weg-/werklocatieschakelaar op “Weg”
• Controleer of lichten, geluidssignalen,
richtingaanwijzers goed functioneren.
• De rijsnelheid van de machine hangt af van het
motortoerental en de geselecteerde versnelling.
Rijden op de openbare weg is alleen
toegestaan met een machine zonder last. De
machine is niet geschikt om aanhangers te
trekken.
Alleen voor de Italiaanse markt
A
B
C
62 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Een defecte machine verplaatsen
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Gebruiksaanwijzing
Het wegslepen van een machine is alleen aangeraden
als er geen andere oplossing bestaat, want het
kan grote schade veroorzaken aan de transmissie.
Repareer wanneer mogelijk de machine ter plekke.
Als de machine moet worden versleept:
1. Schakel de parkeerrem uit.
2. Zet de transmissie in neutraal.
3. Selecteer de tweewielbesturing.
4. Verbind een starre trekbalk met een van de twee
bevestigingspunten op de vooras.
5. Indien mogelijk, start de motor om gebruik te
maken van de hydraulische aandrijving en van
het remsysteem.
6. Sleep de machine over korte afstanden en op
lage snelheid (minder dan 5 km/u).
De parkeerrem uitschakelen
Gebruik de wielblokken op alle wielen om te
voorkomen dat het voertuig gaat bewegen
wanneer de parkeerrem uitgeschakeld wordt.
Blokkeer met het mechanische systeem alle
wielen, om te voorkomen dat het voertuig
gaat bewegen wanneer de parkeerrem
uitgeschakeld wordt.
Stuur eventueel aanwezig personeel weg uit het
gebied alvorens de blokkering van elk van de vier
banden te verwijderen en sleep het voertuig naar
een geschikte plaats.
Om de parkeerrem van een defecte machine los
te zetten volgt u onderstaande procedure, gebruik
makend van de 14 mm en 19 mm combinatiesleutels
die bij de machine geleverd zijn:
5. Draai de remontkoppelingsschroeven (A) naar
binnen door ze achtereenvolgens 1/4 slag te
draaien, totdat ze helemaal los zijn (de wielen
vrij zijn).
De parkeerrem inschakelen
Gebruik wielblokken op alle wielen om te
voorkomen dat het voertuig gaat bewegen
voordat u een handeling gaat verrichten.
Blokkeer met het mechanische systeem alle vier
de wielen, om te voorkomen dat het voertuig gaat
bewegen voordat u een handeling gaat verrichten.
Stuur eventueel aanwezig personeel weg uit
het gebied en ga na of de parkeerrem naar
behoren functioneert.
Om de parkeerrem weer te activeren:
1. Draai vanaf de linkerkant van de vooras de
remontkoppelingsschroeven (A) los.
2. Stel de schroeven (A) bij tot 34 mm.
3. Draai de moeren (B) vast tot 15-20 Nm.
4. Draai vanaf de rechterkant van de vooras de
remontkoppelingsschroeven (A) los.
5. Stel de schroeven (A) bij tot 34 mm.
6. Draai de moeren (B) vast tot 15-20 Nm.
De parkeerremmen worden nu opnieuw geactiveerd
en de wielen zijn geblokkeerd.
B
1. Zoek de twee schroeven en moeren (A en B)
op die aan beide zijden van de vooras zitten.
2. Draai vanaf de linkerkant van de as de moeren (B)
ongeveer 10 mm los in de buurt van de boutkop.
3. Draai de remontkoppelingsschroeven (A) naar
binnen door ze achtereenvolgens 1/4 slag te
draaien, totdat ze helemaal los zijn (de wielen
vrij zijn).
4. Draai vanaf de rechterkant van de as de moeren
(B) ongeveer 10 mm los in de buurt van de
boutkop.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 63
A
34 mm
B
A
B
A
April 2019
78 mm
Parkeren en opslag
Tweede uitgave - Eerste druk
Korte inactiviteit
Parkeer de machine altijd veilig na een werkdag,
een werkdienst of ‘s nachts.
Tref alle voorzorgsmaatregelen om letsel te
voorkomen voor al degenen die de machine naderen
terwijl deze stilstaat:
• Parkeer de machine zo dat hij andere
werkzaamheden niet hindert.
• Trek de arm in en zet hem aan de grond.
• Schakel de transmissie uit en schakel de
parkeerrem in.
• Haal de sleutel uit het contact en doe de
cabinedeur op slot.
Als een accu aangekoppeld gelaten wordt,
kan dat kortsluitingen en daardoor brand
veroorzaken.
Koppel de accu af door de isolatieschakelaar (deze
zit in de motorbehuizing) op de UIT-stand te draaien
(zie het deel Inspectie van stickers).
+
-
+
-
09.4618.1678
Opslag van de machine
Als de machine lange tijd niet zal worden gebruikt,
moeten de bovenstaande voorzorgsmaatregelen
worden getroffen. Verder:
• Was de machine grondig af. Verwijder, met
het oog op een betere reiniging, roosters en
beschermkappen.
• Maak alle machinedelen zorgvuldig droog met
perslucht.
• Smeer de machine grondig.
• Voer een inspectie uit door om de machine heen
te lopen en eventuele versleten of beschadigde
onderdelen te vervangen.
• Verf eventuele versleten of beschadigde delen.
• Verwijder de accu, vet de klemmen in met
vaseline en berg de accu op een droge plaats
op. De accu kan worden gebruikt voor andere
doeleinden. Controleer anders het oplaadniveau
regelmatig.
• Vul de tank om interne oxidatie te voorkomen.
• Sla de machine op een overdekte, goed
geventileerde plaats op.
• Start de motor eenmaal per maand en laat hem
ongeveer 10 minuten draaien.
• Maak bij zeer koud weer de radiateur leeg.
Denk er altijd aan dat het routine-onderhoud ook moet
worden uitgevoerd gedurende inactieve perioden
van de machine. Let vooral op de vloeistofpeilen en
de onderdelen die onderhevig zijn aan veroudering.
Alvorens de machine opnieuw te starten, moet de
inspectie voor gebruik worden uitgevoerd en moeten
alle mechanische, hydraulische en elektrische
onderdelen zorgvuldig worden gecontroleerd.
64 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Parkeren en opslag
De machine reinigen en wassen
Maak de machine schoon volgens deze aanwijzingen:
• Verwijder olie- of vetsporen met een droog
oplosmiddel of vluchtige minerale alcohol
• Alvorens een nieuw onderdeel te monteren,
moeten eventuele beschermingsproducten
(roestwerend middel, vet, was etc.) worden
verwijderd.
• Verwijder eventuele roest van metalen
onderdelen met wat schuurlinnen alvorens het
onderdeel in te wrijven met een beschermend
product (roestwerend middel, verf, olie etc.).
Gebruik geen water onder hoge druk om de machine,
en vooral de hoofdklep, de magneetkleppen en
elektrische onderdelen schoon te maken.
Reiniging van de buitenkant
Controleer alvorens de machine te reinigen of de
motor uit is en of de ruiten en deuren goed gesloten
zijn.
Gebruik nooit brandstof om de machine schoon
te maken. Gebruik water of stoom. Maak in koude
omgevingen de sloten droog nadat ze gereinigd zijn,
of smeer ze in met een antivriesmiddel.
Controleer de conditie van de machine alvorens haar
weer te gebruiken.
Reiniging van de binnenkant
Maak de binnenkant van de machine alleen
schoon met wat water en een spons. Gebruik geen
waterstralen onder druk. Aan het einde met een
doek afdrogen.
Reiniging van de motor
Bescherm het luchtinlaatfilter voordat u de motor
gaat schoonmaken, om te voorkomen dat er water
in het circuit kan binnendringen.
Afvoer van de machine als afval
Aan het einde van de levensduur van de
machine moet een gespecialiseerd bedrijf
worden gecontacteerd om de machine als afval
te laten verwerken in overeenstemming met de
lokale of nationale voorschriften.
Afvoer van accu’s als afval
Gebruikte loodzuuraccu’s mogen niet als
normaal vast industrieel afval worden verwerkt.
Vanwege de aanwezigheid van schadelijke
stoffen moeten ze ingezameld, geëlimineerd of
gerecycled worden volgens de voorschriften va
de EU.
Gebruikte accu’s moeten apart en op een droge
plaats bewaard worden. Zorg dat de accu droog
is en de celdoppen goed dicht zitten. Breng
een bord op de accu aan om te waarschuwen
dat hij niet mag worden gebruikt. Als de accu
voordat hij als afval wordt verwerkt in de open
lucht wordt gelaten, moet hij worden afgedroogd,
moeten de kast en de elementen met een laagje
vet worden ingesmeerd en moeten de doppen
goed worden afgedicht. Zet de accu niet op de
grond; geadviseerd wordt hem op een pallet te
zetten en af te dekken. Accu’s moeten zo snel
mogelijk al afval worden verwerkt.
Indien de machine in een maritieme of soortgelijke
omgeving moet worden gebruikt, moet zij tegen
zoutafzettingen worden beschermd met een
geschikte behandeling om roest te voorkomen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 65
April 2019
Aanwijzingen voor transport en heffen
Houd u aan het volgende:
Tweede uitgave - Eerste druk
5 Klanten van Genie die een hefwerktuig of
product van Genie in een container moeten
vervoeren, moeten een erkende expediteur
zoeken die ervaren is in het voorbereiden,
laden en vastzetten van bouw- en
hefwerktuigen voor internationaal vervoer.
5 Alleen erkende operators mogen de machine
op of van de truck af verplaatsen.
5 Het transportvoertuig moet op een vlakke
ondergrond zijn geparkeerd.
5 Het transportvoertuig moet geblokkeerd zijn
om te voorkomen dat het wegrijdt terwijl de
machine wordt geladen.
5 Verzeker u er voor het laden voor transport van
dat er geen modder, sneeuw en ijs aanwezig
zijn op het laadvlak, de oprijplanken en de
machinebanden. Is dat wel het geval, dan kan
de machine wegglijden.
5 Verzeker u ervan dat de capaciteit van
het voertuig, de laadvlakken en kettingen
of banden voldoende sterk zijn om het
machinegewicht te kunnen dragen. Genie
verreikers zijn zeer zwaar gezien hun omvang.
Zie het serielabel voor het machinegewicht.
Zie het deel “Inspecties” voor de plaats van het
serielabel.
66 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor transport en heffen - GTH-2506
De truck of aanhanger vastzetten voor transport
Draai de sleutelschakelaar in de uit-stand en
haal de sleutel weg alvorens de machine te
transporteren.
Inspecteer de hele machine op losse of nietvastgezette voorwerpen.
Zorg dat de deur en de deurruiten goed
vergrendeld en vastgezet zijn.
Zet de verreiker, voordat hij geladen wordt,
horizontaal en trek de arm in.
Gebruik een spotter bij het laden en lossen van de
verreiker. Houd de arm zo laag mogelijk tijdens het
laden en lossen.
Schakel de parkeerrem in.
Het chassis vastzetten
Gebruik kettingen met een ruim
belastingsvermogen.
Gebruik minimaal 4 kettingen. Er zijn 4
bevestigingspunten op het chassis: twee aan
de voorkant en twee aan de achterkant van de
machine.
Laat de vorken of het aanbouwdeel helemaal
dalen op de laadvloer. Zet de vorken of het
aanbouwdeel vast met een geschikte band of
ketting, om te voorkomen dat ze gaan bewegen.
Pas de bevestigingen aan om schade aan de
kettingen te voorkomen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 67
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor transport en heffen - GTH-2506
Aanwijzingen voor het heffen
Laat de arm helemaal zakken en trek hem in.
Stel het zwaartepunt van uw machine vast aan de
hand van de afbeelding op deze pagina.
Verwijder alle losse voorwerpen die zich op de
Houd u aan het volgende:
machine bevinden.
5 Alleen gekwalificeerde riggers mogen de
machine aanslaan.
5 Alleen gediplomeerde kraanbestuurders
mogen de machine heffen, en wel uitsluitend
in overeenstemming met de kraanvoorschriften
die van toepassing zijn.
5 Verzeker u ervan dat de kraancapaciteit, de
laadvlakken en banden of kabels voldoende
sterk zijn om het machinegewicht te
kunnen dragen. Zie het serielabel voor het
machinegewicht.
30 in /
0,77 m
Bevestig de kettingen/banden aan de beoogde
hijspunten op de machine.
Pas de bevestigingen aan om beschadiging van
de machine te voorkomen en om de machine
horizontaal te houden.
60 in /
1,52 m
68 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor transport en heffen - GTH-3007
De truck of aanhanger vastzetten voor transport
Draai de sleutelschakelaar in de uit-stand en
haal de sleutel weg alvorens de machine te
transporteren.
Inspecteer de hele machine op losse of nietvastgezette voorwerpen.
Zorg dat de deur en de deurruiten goed
vergrendeld en vastgezet zijn.
Zet de verreiker, voordat hij geladen wordt,
horizontaal en trek de arm in.
Gebruik een spotter bij het laden en lossen van de
verreiker. Houd de arm zo laag mogelijk tijdens het
laden en lossen.
Schakel de parkeerrem in.
Het chassis vastzetten
Gebruik kettingen met een ruim
belastingsvermogen.
Gebruik minimaal 4 kettingen. Er zijn 4
bevestigingspunten op het chassis: twee aan
de voorkant en twee aan de achterkant van de
machine.
Laat de vorken of het aanbouwdeel helemaal
dalen op de laadvloer. Zet de vorken of het
aanbouwdeel vast met een geschikte band of
ketting, om te voorkomen dat ze gaan bewegen.
Pas de bevestigingen aan om schade aan de
kettingen te voorkomen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 69
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Aanwijzingen voor transport en heffen - GTH-3007
Aanwijzingen voor het heffen
Laat de arm helemaal zakken en trek hem in.
Stel het zwaartepunt van uw machine vast aan de
hand van de afbeelding op deze pagina.
Verwijder alle losse voorwerpen die zich op de
Houd u aan het volgende:
machine bevinden.
5 Alleen gekwalificeerde riggers mogen de
machine aanslaan.
5 Alleen gediplomeerde kraanbestuurders
mogen de machine heffen, en wel uitsluitend
in overeenstemming met de kraanvoorschriften
die van toepassing zijn.
5 Verzeker u ervan dat de kraancapaciteit, de
laadvlakken en banden of kabels voldoende
sterk zijn om het machinegewicht te
kunnen dragen. Zie het serielabel voor het
machinegewicht.
33 in /
33 in /
0,85 m
0.85 m
Bevestig de kettingen/banden aan de beoogde
hijspunten op de machine.
Pas de bevestigingen aan om beschadiging van
de machine te voorkomen en om de machine
horizontaal te houden.
48 in /
48 in /
1,225 m
1.225 m
70 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Houd u aan het volgende:
5 De werkzaamheden voor routineonderhoud die
in dit handboek worden opgegeven, dienen te
worden verricht door de bestuurder.
5 Inspecties voor gepland onderhoud moeten
worden verricht door gekwalificeerde
servicemonteurs, in overeenstemming
met de specificaties van de fabrikant en
de vereisten in het handboek omtrent de
verantwoordelijkheden.
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
Bandenspanning controleren
Omkantelgevaar. Een te sterk opgepompte
band kan ontploffen, waardoor de stabiliteit
van de machine wordt aangetast en de
machine kan omkantelen.
Omkantelgevaar. Het gebruik van producten
voor tijdelijke reparaties van defecte banden
kan uitval van de band tot gevolg hebben,
waardoor de stabiliteit van de machine wordt
aangetast en de machine kan omkantelen.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Een te sterk
opgepompte band kan ontploffen en de dood
of ernstig letsel veroorzaken.
Legenda onderhoudssymbolen
De volgende symbolen zijn in dit handboek
gebruikt als hulpmiddel bij het communiceren
van de bedoeling van de instructies. Wanneer
een of meer symbolen aan het begin van een
onderhoudsprocedure worden weergegeven, heeft
dit de volgende betekenis.
Geeft aan dat er gereedschappen
nodig zijn om deze procedure uit te
voeren.
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen
nodig zijn om deze procedure uit te
voeren.
Geeft aan dat een koude motor nodig
is om deze procedure uit te voeren.
Opmerking: deze procedure hoeft niet te worden
uitgevoerd op machines met banden met
schuimvulling.
1 Controleer elke band met een luchtdrukmeter.
Voeg lucht toe zoals nodig is.
Wiel- en bandspecificaties GTH 2506
Band12-16,5
Velg9,75x16,5
Wiel8 gaten DIN 70361
Bandenspanning4,5 bar (65 psi)
Wiel- en bandspecificaties GTH 3007
Band405/70-20
Velg13x20
Wiel8 gaten DIN 70361
Bandenspanning5,5 bar (80psi)
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 71
April 2019
Onderhoud
Tweede uitgave - Eerste druk
Motoroliepeil controleren
Het handhaven van het juiste motoroliepeil is van
fundamenteel belang voor goede motorprestaties
en een lange levensduur. Als de machine wordt
gebruikt met een onjuiste oliepeil, kunnen de
motorcomponenten beschadigd raken.
Opmerking: Controleer het oliepeil met de motor
uit en op een vlakke ondergrond.
1 Controleer de oliepeilstok. Voeg olie toe zoals
nodig is.
Deutz TD 2.9 L4, STAGE V (EU-model)
Olie type SHELL RIMULA R4 L 15W-40
Deutz TD 2.9 L4, STAGE IIIA
Olie type SHELL RIMULA R4 L 15W-40
Eisen aan de diesel
Hydraulische oliepeil controleren
Het handhaven van de hydraulische olie op het
juiste peil is van essentieel belang voor de werking
van de machine. Onjuiste hydraulische oliepeilen
kunnen de hydraulische componenten schaden.
Degene die de inspecties verricht kan door
dagelijkse controles veranderingen in het oliepeil
vaststellen die erop kunnen wijzen op problemen
in het hydraulische systeem.
1 Zorg dat de motor uit staat, het chassis vlak is
en de arm in de opbergstand.
2 Bekijk het kijkglas op de linkerkant van de
hydraulische olietank.
~ Resultaat: Het hydraulische oliepeil moet
halverwege het kijkglas staan.
3 Voeg olie toe zoals nodig is. Voeg niet te veel
toe.
Goede motorprestaties hangen af van het gebruik
van brandstof van goede kwaliteit. Het gebruik van
brandstof van goede kwaliteit levert het volgende
op: een lange levensduur van de motor en
aanvaardbare niveaus van de uitlaatgassen.
De Stage III B dieselmotor mag alleen worden
gebruikt met brandstof met een zeer laag
zwavelgehalte. Het zwavelgehalte van deze
brandstof moet lager zijn dan 15 ppm.
Tank GTH 2506 60 L 15 gal
Tank GTH 3007 90 L 23 gal
Deutz TD 2.9 L4, STAGE V (EU model)
Brandstoftype Ultra Low Sulfur Fuel (ULSD)
Deutz TD 2.9 L4, STAGE IIIA
Brandstoftype Diesel
72 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Specificaties van de hydraulische olie
Type hydraulische olie
GAZPROMNEFT HYDRAULIC HDZ 46
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
Motorkoelvloeistofpeil controleren
- vloeistofgekoelde modellen
Het handhaven van de motorkoelvloeistof
op het juiste peil is van essentieel belang
voor de levensduur van de machine. Een
onjuist koelvloeistofniveau is van invloed op
het koelvermogen van de motor en zal de
motorcomponenten schaden. Degene die
de inspecties verricht kan door dagelijkse
controles veranderingen in het koelvloeistofpeil
vaststellen die kunnen wijzen op problemen in het
koelsysteem.
1 Bekijk het kijkglas op de bovenkant van de
radiateur.
~ Resultaat: Het vloeistofpeil moet halverwege
het kijkglas staan.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Vloeistoffen
in de radiateur staan onder druk en zijn zeer
heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van
de dop en toevoegen van vloeistoffen.
De accu controleren
Een goede conditie van de accu is van essentieel
belang voor goede motorprestaties en een veilige
werking. Onjuiste vloeistofniveaus of beschadigde
kabels en aansluitingen kunnen resulteren in
beschadiging van componenten en gevaarlijke
situaties.
Gevaar voor elektrische schokken. Contact
met hete of spanningvoerende circuits kunnen
resulteren in de dood of ernstig letsel. Doe
ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaar voor persoonlijk letsel. Accu’s
bevatten zuur. Mors accuzuur niet en raak het
niet aan. Neutraliseer gemorst accuzuur met
zuiveringszout en water.
1 Draag beschermende kleding en een
oogbescherming.
2 Zorg dat de aansluitingen van de accukabel
stevig vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Controleer of de neerhoudbeugels van de
Spiegels controleren
Het onderhoud van indirecte visuele hulpmiddelen
is fundamenteel voor een goed zicht op de
werkplek.
1. Inspecteer met het oog alle spiegels, om na te
gaan of ze goed functioneren, schoon zijn en geen
rommel bevatten.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 73
accu op hun plaats en goed vast zitten.
Opmerking: door klembeschermers en
corrosieremmend afdichtmiddel te gebruiken,
wordt corrosie van de accuklemmen en kabels
tegengegaan.
April 2019
Onderhoud
Gepland onderhoud
Op machines die langer dan drie maanden buiten
bedrijf zijn geweest, moet de driemaandelijkse
inspectie worden uitgevoerd voordat ze weer in
gebruik mogen worden genomen.
Model
Serienummer
Datum
Urenteller
Eigenaar machine
Geïnspecteerd door (blokletters)
Handtekening inspecteur
Titel inspecteur
Bedrijf inspecteur
Instructies
yMaak kopieën van dit rapport om ze te gebruiken
voor elke inspectie.
ySelecteer de passende controlelijst(en) voor het
type inspectie dat moet worden uitgevoerd.
Dagelijks of om de 8 uur
Inspectie:A
yPlaats een vinkje in het passende vakje nadat
elke inspectieprocedure is voltooid.
yGebruik de stapsgewijze procedures in dit
deel om te leren hoe deze inspecties moeten
worden uitgevoerd.
yAls het resultaat van een van de inspecties “N”
is, label de machine en dan en stel haar buiten
dienst om haar te repareren en opnieuw te
inspecteren. Plaats na de reparatie een vinkje
in het veld “R”.
Tweede uitgave - Eerste druk
Controlelijst AJN R
A-1 Handboeken en stickers
A-2 Inspectie voor het gebruik
A-3 Functietests
A-4 De arm smeren
A-5 Motoronderhoud
Uitvoeren na de eerste 10 uur:
A-6 Asonderhoud
Uitvoeren na de eerste 100/250 uur:
A-7 Asonderhoud
Reserveonderdelen voor vergrendelingen
Display en kaart lastbegrenzer56.0016.0132
Activeringsschakelaar op
De specificaties van Genie vereisen dat deze
procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd
(de periode die het eerst verstrijkt).
Het is voor een correct en veilig gebruik van de
machine van groot belang dat de bedienings- en
veiligheidshandleidingen in goede conditie worden
gehouden. Handboeken worden bij elke machine
geleverd en moeten worden opgeborgen in de
houder in de bestuurdersruimte. Als het handboek
onleesbaar is ontbreekt, beschikt u niet over de
informatie met betrekking tot de veiligheid en de
bediening die noodzakelijk is om de machine correct
en veilig te kunnen gebruiken.
Daarnaast is het verplicht om alle veiligheids- en
instructiestickers in goede conditie te houden, met
het oog op een correct en veilig gebruik van de
machine. Stickers maken bestuurders en personeel
attent op mogelijke gevaren die gepaard gaan met
het gebruik van deze machine. Bovendien voorzien
ze gebruikers van informatie voor de bediening
en het onderhoud. Een onleesbare sticker maakt
het personeel niet attent op een procedure of
gevaar, en zou kunnen leiden tot gevaarlijke
werkomstandigheden.
3 Open het bedieningshandboek op het deel
“Inspectie van de stickers”. Inspecteer alle
stickers op de machine zorgvuldig en grondig op
leesbaarheid en schade.
~ Resultaat: De machine is voorzien van alle
vereiste stickers en alle stickers zijn leesbaar
en in goede conditie.
9 Resultaat: De machine is niet voorzien van
alle vereiste stickers, één of meer stickers
zijn onleesbaar of in slechte conditie. Stel de
machine buiten bedrijf totdat de stickers zijn
vervangen.
4 Doe de handboeken na gebruik altijd terug in de
opbergruimte.
Opmerking: Neem contact op met uw erkende
Genie distributeur of met Genie Industries als u
vervangende handboeken of stickers nodig heeft.
1 Controleer of de bedienings- en veiligheidshand-
boeken aanwezig en volledig zijn, en voorhanden
in de houder in de bestuurdersruimte.
2 Bekijk de pagina’s van elk handboek om te
verzekeren dat ze leesbaar en in goede conditie zijn.
~ Resultaat: Het bedieningshandboek is het juiste
handboek voor de machine en alle handboeken
zijn leesbaar en in goede conditie.
9 Resultaat: Het bedieningshandboek is niet het
juiste voor de machine, of niet alle handboeken
zijn in goede conditie of leesbaar. Stel de
machine buiten bedrijf totdat het handboek is
vervangen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 75
April 2019
Onderhoud
Tweede uitgave - Eerste druk
A-2
Inspectie voor het gebruik uitvoeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze
procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd
(de periode die het eerst verstrijkt).
Voor een correct en veilig gebruik van de machine
moet een volledige voorafgaande inspectie worden
uitgevoerd. De inspectie voor het gebruik is een
visuele inspectie door de bestuurder, die voor elke
werkbeurt moet worden uitgevoerd. De inspectie is
erop gericht om te ontdekken of er iets duidelijk mis is
met een machine, voordat de bediener de functietests
uitvoert. De inspectie voor het gebruik dient ook om
vast te stellen of er routineonderhoudsprocedures
nodig zijn.
A-3
Functietests uitvoeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze
procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd
(de periode die het eerst verstrijkt).
Voor een veilig gebruik van de machine moeten
volledige functietests worden uitgevoerd. De
functietests zijn bedoeld om eventuele storingen
te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt
genomen. Een niet goed functionerende machine
mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden
ontdekt, dient de machine te worden voorzien van
een label en uit bedrijf te worden genomen.
76 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Onderhoud
A-4
De arm smeren
De specificaties van Genie vereisen dat deze
procedure om de 8 uur of dagelijks worden uitgevoerd
(de periode die het eerst verstrijkt).
Het smeren op bepaalde punten is van essentieel
belang voor goede machineprestaties en een lange
levensduur.
Als de machine zonder of met weinig vet wordt
gebruikt, presteert ze mogelijk slecht en als ze langere
tijd in dergelijke conditie wordt gebruikt, kunnen er
componenten stuk gaan.
Vetspecificaties
MASCHERPA GR 529
Genie onderdeelnummer09.4693.0007
1. Schuif de arm helemaal uit en hef hem op, trek
de arm vervolgens in en controleer hierbij of
hij soepel beweegt. Er moet een dun laagje
smeermiddel op de contactvlakken van het
slijtblok zitten.
~ Resultaat: De arm werkt soepel en er is een
laagje smeermiddel zichtbaar. Ga naar stap 4.
_ Resultaat: De arm schuift niet soepel uit en
in, en er is geen smeermiddel zichtbaar op de
contactvlakken van het slijtblok. Ga naar stap 2.
A-5
Onderhoud op de motor uitvoeren Perkins-modellen
De motorspecificaties vereisen dat deze procedure
om de 8 uur of dagelijks wordt uitgevoerd (de periode
die het eerste verstrijkt).
Alleen voor Deutz TD 2.9 L4 - Stage IIIB
Uitlaatsysteem inclusief uitlaat
nabehandelingscomponenten - op lekken
controleren
De vereiste onderhoudsprocedures en verdere
informatie over de motor zijn te vinden in het
Deutz TD 2.9 L4 Bedienings- en onderhoudshandleiding (Deutz ond. nr. 0312 5151).
Deutz TD 2.9 L4 Bedienings- en
onderhoudshandleiding
Genie onderdeelnummer57.4700.0036
2. Breng een dun laagje vet aan op de onderkant van
armbuis 2, op de plaats waar hij contact maakt
met de onderste slijtblokken van armbuis 1.
3. Smeer de slijtblokken aan de boven- en zijkanten
van de armbuis.
4. Breng de arm terug in de opbergstand.
5. Ga naar het uiteinde van de arm met het
scharnierpunt en smeer de retourpoelie van de
ketting met een vetpistool.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 77
April 2019
Onderhoud
Tweede uitgave - Eerste druk
A-6
Asonderhoud uitvoeren
Gezien de technische gegevens van de as moet deze
procedure worden uitgevoerd na de eerste 10 uren.
Genie onderdeelnummer
(Bibliotheek van Genie Instructies)
57.4700.0026
78 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Deze machine kan worden uitgerust met verschillende
aanbouwdelen.
Gebruik uitsluitend de door Genie goedgekeurde
aanbouwdelen die in dit deel zijn gespecificeerd.
Informatie over het monteren en vervangen van
aanbouwdelen op de machine is te vinden in het
deel “Instructies voor snelle aankoppeling”.
Lijst van door Genie goedgekeurde
aanbouwdelen
GTH-2506:
• Drijvende vorken
(ond. nr. 55.0750.0112)
• FEM 2 plaat- en vorkenkit
(ond. nr. 55.0750.0113)
• GM-1 Drijvende vorken
(ond. nr. 55.0750.0088)
• Hydraulische vorken FEM2 side-shift
+- 100 mm
(ond. nr. 59.0601.5023)
• Laadschop 500 l.
(ond. nr. 59.0201.9019)
• Laadschop 800 l.
(ond. nr. 59.0201.9020)
• Betonbak 500 l. handmatige lediging
(ond. nr. 59.0401.2028)
• Betonbak 500 l. hydraulische lediging
(ond. nr. 55.0401.2029)
• Betonmixbak 250 l. volledig hydraulisch
(ond. nr. 59.0401.2018)
• Bakstenenkorf
(ond. nr. 59.0401.2032)
• Vaste haak op plaat
(ond. nr. 59.0700.9012)
• Mechanische jib, lengte 2 m/ capaciteit
2000 kg
(ond. nr. 59.0802.3027)
Informatie voor het gebruik van dit aanbouwdeel is te
vinden in de bedieningshandleiding van het specifieke
aanbouwdeel op de officiële website van Genie:
www.genielift.com/en/service-support/manuals
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 79
April 2019
Aanbouwdelen
Lijst van door Genie goedgekeurde
aanbouwdelen
GTH-3007:
• Drijvende vorken
(ond. nr. 55.0750.0124)
• FEM 3 plaat- en vorkenkit
(ond. nr. 55.0750.0114)
• Hydraulische vorken FEM3 side-shift
+- 100 mm
(ond. nr. 59.0601.5024)
• Laadschop 500 l.
(ond. nr. 59.0201.9019)
• Laadschop 800 l.
(ond. nr. 59.0201.9020)
• Betonbak 500 l. handmatige lediging
(ond. nr. 59.0401.2028)
• Betonbak 500 l. hydraulische lediging
(ond. nr. 55.0401.2029)
• Betonmixbak 250 l. volledig hydraulisch
(ond. nr. 59.0401.2018)
• Bakstenenkorf
(ond. nr. 59.0401.2032)
• Vaste haak op plaat
(ond. nr. 59.0700.9013)
• Mechanische jib, lengte 2 m/ capaciteit
2000 kg
(ond. nr. 59.0802.3027)
• Mechanische jib 4 m lengte/capaciteit 900 kg
(ond. nr. 59.0802.3028)
Tweede uitgave - Eerste druk
Informatie voor het gebruik van dit aanbouwdeel
is te vinden in de bedieningshandleiding van het
specifieke aanbouwdeel op de officiële website
van Genie: www.genielift.com/en/service-support/
manuals
80 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Gevaren door hangende lasten
Veiligheid in het werkgebied
Algemene veiligheid
Hef een hangende last niet zonder eerst de
wettelijke normen en verordeningen die gelden
voor de werkzaamheden te hebben begrepen.
Er kunnen aanvullende regels, normen en
verordeningen van toepassing zijn. Er kan extra
training nodig zijn.
Als een verreiker moet worden gebruikt om
een last te verplaatsen, moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen worden getroffen voor de
veiligheid van de bestuurder.
Lees en begrijp alle waarschuwingen en instructies
die bij het aanbouwdeel dat goedgekeurd is voor
hangende lasten geleverd zijn, en neem ze in
acht.
Alleen naar behoren ontworpen, geteste en
goedgekeurde aanbouwdelen mogen worden
gebruikt om een hangende last te dragen.
De lasttabellen van de verreiker zijn opgesteld
voor lasten met een stationair lastzwaartepunt.
Als een hangende last beweegt, kan het
lastzwaartepunt veranderen. Om deze reden
moet zeer voorzichtig worden gewerkt bij het
transporteren en heffen of plaatsen van de last;
deze moet in het oog gehouden worden om de
kans dat de last gaat bewegen zo laag mogelijk te
houden.
Gevaar voor omkantelen
Hef een hangende last niet zonder de juiste,
leesbare lasttabel voor de combinatie van
verreiker/aanbouwdeel die u gebruikt.
Sta het niet toe
dat de last vrij
kan zwaaien. Zet
lasten altijd vast,
om hun beweging
te beperken.
Naast het
grondpersoneel
kunnen de twee
hijspunten op het
chassis op de
voorkant van de
machine worden
gebruikt om te
helpen de last
extern te
stabiliseren. Kruis
de touwen altijd
over de
tegenoverliggende
zijden van de last,
om beweging van
de last tot het
minimum te
beperken. Door
rijden over
hellingen,
plotseling starten,
stoppen en
bochten maken kan de last gaan zwaaien,
hetgeen gevaarlijk is als de last niet aan de
buitenkant gestabiliseerd is.
Houd de arm zoveel ingetrokken als praktisch is.
Hef geen hangende lasten wanneer
windsnelheden een onveilige situatie kunnen
veroorzaken.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 81
April 2019
Aanbouwdelen
Tweede uitgave - Eerste druk
Alle bewegingen van de last moeten geleidelijk
plaatsvinden en met de laagste praktische
snelheid om te voorkomen dat de last gaat
schommelen.
Houd het zware deel van de last zo dicht mogelijk
bij het aanbouwdeel.
Sleep of trek een last nooit zijwaarts.
Hef de last verticaal; trek nooit horizontaal aan
een last, want daardoor zou deze te sterk kunnen
zwaaien.
Het gewicht van alle bevestigingsmiddelen
(hijsbanden, sluitingen etc.) moet als onderdeel
van de last worden beschouwd.
Zoek de juiste hefpunten van de last op, en houd
hierbij rekening met het lastzwaartepunt en de
stabiliteit van de last.
Probeer niet de chassisnivellering van de
verreiker te gebruiken om een zwaaiende last te
compenseren of om de last aan te passen nadat
hij geheven is.
Probeer nooit vaste of verankerde lasten te
verplaatsen.
Laat de verreiker niet onbewaakt achter met een
hangende last.
Houd de arm en last zo laag als mogelijk is met
behoud van het zicht in de rijrichting.
Beweeg niet sneller dan loopsnelheid (2 mph /
3,2 km/u) met een hangende last.
Start, beweeg, draai en stop langzaam om
instabiele toestanden of schommelingen te
voorkomen.
Probeer niet om hellingen over te steken, want
het lastzwaartepunt zal dan naar de kantellijn
bewegen waardoor de stabiliteit afneemt.
Rijd hellingen altijd uiterst voorzichtig op en af,
want het lastzwaartepunt verplaatst zich naar de
kantellijn, waardoor de stabiliteit afneemt
Parkeer niet op een helling.
Om hellingen met een last op te gaan, beweeg
altijd met de vooruit versnelling, en houd de last zo
laag mogelijk.
Om hellingen met een last af te gaan, beweeg
altijd met het voertuig achteruit.
Om hellingen op te gaan met een lege laadschop,
beweeg altijd met het voertuig achteruit.
Om hellingen af te gaan met een volle laadschop,
beweeg altijd met het voertuig vooruit.
Laat hangende lasten niet schommelen.
Versleep geen lasten terwijl ze aan de haak
bevestigd zijn.
Hangende lasten hebben een eigen beweging,
daarom kunnen ze onvoorspelbare effecten
hebben op de stabiliteit van de machine. Werk
zeer voorzichtig.
De vaste haak is ontworpen om de last te dragen
die aangegeven staat op de zijkant ervan. Het
maximale draagvermogen komt overeen met
het nominale vermogen van de verreiker waarop
hij aangebracht is en staat aangegeven in de
lasttabel die met het aanbouwdeel is meegeleverd.
Gebruik geen enkele bediening om de last tijdens
de beweging te herpositioneren. Alvorens de last
terug te plaatsen, stop langzaam de machine.
82 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
Gevaar voor vallen
Hef of hijs geen personeel op.
Gebruik de schop niet om mensen op te tillen of te
vervoeren.
Gevaar voor botsingen
Controleer voor het heffen of de last vrij is van
eventuele obstakels in de buurt.
Als het zicht belemmerd is of zou kunnen worden
in de buurt van of op de plaats waar de last wordt
neergezet, moet de bestuurder alternatieve of
aanvullende middelen gebruiken om de last
veilig te heffen, bijvoorbeeld een gekwalificeerde
aanwijzer.
Aanwijzers moeten ononderbroken communiceren
(verbaal of met de handen) en voortdurend
oogcontact houden met de bestuurder.
Gevaar voor beknelling
Gevaar voor vallende voorwerpen
Hef de last niet in het
aangegeven valgebied.
Gebruik de machine niet indien er onder de last of
in het valgebied personen aanwezig zijn.
Hijs geen lasten met hijsbanden of kettingen aan
de vorken of de vorkendrager.
Hef geen op elkaar geplaatst lasten.
Bind ronde lasten (zoals olievaten) vast met
banden of touwen en rijd op lage snelheid.
Laat de aanwijzer nooit tussen de hangende last
en een ander voorwerp komen (zoals de verreiker
zelf).
Alvorens een onderhoudsbeurt uit te voeren op de
mixbak, deze op de grond plaatsen, de machine
stilzetten, de startsleutel uit het contact halen en
de cabinedeur op slot doen om te voorkomen
dat iemand bij het bedieningspaneel zou kunnen
komen.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 83
April 2019
Aanbouwdelen
Tweede uitgave - Eerste druk
Een hangende last opheffen
Controleer of het landingspunt vlak is en de last
veilig kan dragen.
Zet het aanbouwdeel goed vast aan de verreiker
Nivelleer het frame op de verreiker.
Zet de last vast om de beweging ervan te
beperken.
Vraag een aanwijzer om te assisteren bij het
heffen van de last als het zicht belemmerd wordt
op de werkplek.
Zorg dat de aanwijzer voortdurend blijft communiceren en oogcontact houdt.
Hef de arm en last, met de arm zover ingetrokken
als praktisch is, langzaam en geleidelijk, en zorg
dat de last en de arm zo laag bij de grond blijven
als praktisch is.
Zorg dat alle bewegingen van de arm en de
aanbouwdelen zo langzaam worden uitgevoerd
als praktisch is om het zwaaien van de last te
voorkomen.
Rijden
Controleer of de rijroute vlak is en in staat is om de
verreiker met zijn last te ondersteunen.
Houd de arm en last zo laag als mogelijk is met
behoud van het zicht in de rijrichting.
Vraag een aanwijzer om u te assisteren bij
het rijden als het zicht belemmerd wordt in de
rijrichting.
Gevaar voor beknelling of botsing. Zorg dat de
aanwijzers voortdurend blijft communiceren en
altijd oogcontact houdt.
Verplaats de last pas nadat de verreiker helemaal
tot stilstand is gebracht.
Start, stop, beweeg en draai langzaam om
onstabiele toestanden of zwaaien te voorkomen.
Rijd niet sneller dan loopsnelheid (<2 mph /
3,2 km/u).
84 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
De last plaatsen
Vraag een aanwijzer om te assisteren bij het
plaatsen van de last als het zicht belemmerd wordt
op de werkplek.
Zorg dat de aanwijzers voortdurend blijft
communiceren en altijd oogcontact houdt.
Stop volledig in de buurt van het landingspunt.
Schakel de parkeerrem in en zet de transmissie in
neutrale stand.
Plaats de last langzaam en geleidelijk boven het
landingspunt en laat de last zakken totdat hij veilig
wordt ondersteund.
Nadat de last is geland, laat u de arm verder
zakken totdat de bevestigingsmiddelen kunnen
worden verwijderd.
Aanwijzer
In de volgende gevallen wordt aanbevolen een
aanwijzer in te zetten:
als het werkpunt, d.w.z. de route van de last of
het gebied bij of op de plaats waar de last wordt
neergezet, niet volledig binnen het zicht van de
bestuurder valt.
Als terwijl de machine rijdt het zicht in de rijrichting
gehinderd wordt.
Vanwege specifieke veiligheidskwesties op de
locatie, als ofwel de bestuurder of degene die de
last hanteert acht dat een aanwijzer nodig is.
Aanwijzers moeten ononderbroken communiceren
(verbaal of met de handen) en voortdurend
oogcontact houden met de bestuurder.
Het onderstaande overzicht van handseinen kan
als referentie worden gebruikt.
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 85
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Aanbouwdelen
STOPPEN. De arm is
zijwaarts horizontaal
uitgestrekt, met de
handpalm omlaag, en wordt
naar voren en achteren
gezwaaid.
NOODSTOP. Beide armen zijn zijwaarts horizontaal
uitgestrekt, met de handpalmen omlaag, en worden naar
voren en achteren gezwaaid.
HIJSEN. De bovenarm is
zijwaarts uitgestrekt, de
onderarm en wijsvinger
wijzen recht omhoog, hand
en vinger maken kleine
cirkelbewegingen.
GIEK OMHOOG. De arm is
zijwaarts horizontaal
uitgestrekt, de duim wijst
omhoog terwijl de overige
vingers gesloten zijn.
ZWENKEN. De arm is
horizontaal uitgestrekt, de
wijsvinger wijst in de
richting waarin de arm moet
zwenken.
GIEK LATEN ZAKKEN. De
arm is zijwaarts horizontaal
uitgestrekt, de duim wijst
omlaag terwijl de overige
vingers gesloten zijn.
TELESCOPISCHE GIEK
INTREKKEN.
De handen bevinden zich
voor het lichaam op
taillehoogte, de duimen
wijzen naar elkaar terwijl de
overige vingers gesloten
zijn.
DE GIEK HEFFEN EN DE
LAST LATEN ZAKKEN. De
arm is zijwaarts uitgestrekt
en de duim wijst omhoog,
de vingers worden geopend
en gesloten zolang
verplaatsing van de last is
gewenst.
EINDE VAN DE
WERKZAAMHEDEN.
Beide handen zijn op
taillehoogte
samengevoegd.
TELESCOPISCHE GIEK
UITGESCHOVEN.
De handen bevinden zich
voor het lichaam op
taillehoogte, de duimen
wijzen naar buiten terwijl de
overige vingers gesloten
zijn.
VERPLAATSEN/TOREN
VERPLAATSEN. Alle
vingers wijzen omhoog, de
arm wordt horizontaal naar
voren uitgestrekt en
ingetrokken om een
duwbeweging in de
beweegrichting te maken.
DE GIEK LATEN ZAKKEN
EN DE LAST HIJSEN. De
arm is zijwaarts horizontaal
uitgestrekt en de duim wijst
omlaag, de vingers worden
geopend en gesloten
zolang verplaatsing van de
last is gewenst.
VIEREN. De arm en
wijsvinger wijzen omlaag,
de hand en vinger maken
kleine cirkelbewegingen.
LANGZAAM BEWEGEN.
De andere hand wordt voor
de hand geplaatst die het
actiesignaal geeft.
86 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Technische Gegevens
GTH-2506
Hoogte, opbergstand1,92 m
Lengte, opgeborgen, bij de
vorkhouderplaat
Breedte, standaardbanden1,81 m
Wielbasis2,36 m
Grondspeling, midden0,33 m
Gewicht4.580 kg
Werkhoogte vorken,
maximum
Horizontale reikwijdte, maximum3,35 m
Reikwijdte op maximale hoogte0,60 m
Hefcapaciteit, maximale hoogte2.000 kg
Hefcapaciteit, maximale reikwijdte900 kg
Max. hefcapaciteit2.500 kg
Rijsnelheid, maximum,23 km/u
Draaistraal, buitenzijde,
tweewielbesturing
Draaistraal, buitenzijde,
vierwielbesturing
Inhoud brandstoftank60 l.
Maximale helling50 %
Geluidsniveau claxon,
opgave door de fabrikant
Geluidsniveau achteruitrijsignaal,
opgave door de fabrikant
Gemiddeld gewogen trillingsniveau
overgebracht op het lichaam
Geluidsdrukniveau op de stuurplek (in
overeenstemming met EN12053) alleenvoor
STAGE 3B
3,84 m
5,79 m
5,4 m
4 m
112 dB
95 dB
0,44 m/s
78 dB
GTH-3007
Hoogte, opbergstand2,07 m
Lengte, opgeborgen, bij de
vorkhouderplaat
Breedte, standaardbanden1,99 m
Wielbasis2,66 m
Grondspeling, midden0,43 m
Gewicht5.970 kg
Werkhoogte vorken,
maximum
Horizontale reikwijdte, maximum3,99 m
Reikwijdte op maximale hoogte0,76 m
Hefcapaciteit, maximale hoogte2.500 kg
Hefcapaciteit, maximale reikwijdte1.000 kg
Max. hefcapaciteit3.000 kg
Rijsnelheid, maximum,30 km/u
Draaistraal, buitenzijde,
tweewielbesturing
Draaistraal, buitenzijde,
vierwielbesturing
Inhoud brandstoftank90 l.
Maximale helling35 %
Geluidsniveau claxon,
opgave door de fabrikant
Geluidsniveau achteruitrijsignaal,
opgave door de fabrikant
2
Gemiddeld gewogen trillingsniveau
overgebracht op het lichaam
Geluidsdrukniveau op de stuurplek (in
overeenstemming met EN12053) alleen voor
STAGE 3B
4,66 m
6,89 m
7,1 m
4,4 m
112 dB
95 dB
0,40 m/s
78 dB
2
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau
in overeenstemming met de richtlijn
LwA (
2000/14/EG) alleen voor Stage 3B
104 dB
Informatie over vloerbelasting
Bandenbelasting, maximaal3.500 kg
Druk op bezette bodem7,5 kPa
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau
LwA (
in overeenstemming met de richtlijn
2000/14/EG) alleen voor STAGE 3B
104 dB
Informatie over vloerbelasting
Bandenbelasting, maximaal2.285 kg
Druk op bezette bodem7,2 kPa
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 87
April 2019
Lasttabellen
GTH-2506, standaardvorkenbord
Tweede uitgave - Eerste druk
GTH-2506
GTH-2506, haak
09.4618.1637
GTH-2506
6
5
4
3
2
10°
1
0
4
20°
50°
40°
g
30°
k
0
0
0
1
g
k
0
0
9
0°
2
60°
g
k
0
0
5
1
2.90 m
70°
E
D
g
k
0
0
0
2
C
g
B
k
0
0
5
2
A
5.78 m
013
09.4618.0835
88 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
GTH-2506, 2000 kg jib
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
GTH-2506
GTH-2506, bak
6
5
4
3
2
10°
1
0
20°
50°
40°
30°
g
k
0
5
5
0°
45
70°
4.51 m
E
D
C
B
A
g
k
0
5
2
1
5.78 m
2
013
09.4618.0837
60°
g
g
k
k
0
0
5
5
6
8
GTH-2506
09.4618.1426
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 89
April 2019
Lasttabellen
GTH-2506, MANITOU TFF 29 653340 vork
GTH-2506 GM-1
Tweede uitgave - Eerste druk
09.4618.1515
90 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
GTH-3007, standaardvorkenbord
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
GTH-3007
GTH-3007, haak
7
6
5
4
3
2
10°
1
0
-1
50°
40°
30°
20°
1000 kg
0°
-2.9°
60°
1500 kg
2000 kg
3.99 m
GTH-3007
67°
E
D
C
g
B
k
0
A
0
5
2
g
k
00
0
3
0.6 m
6.89 m
012345
09.4618.2016
09.4618.2022
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 91
April 2019
Lasttabellen
GTH-3007, 2000 kg jib
Tweede uitgave - Eerste druk
GTH-3007
GTH-3007, 900 kg jib
09.4618.2023
GTH-3007
09.4618.2024
92 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
GTH-3007, bak
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Lasttabellen
GTH-3007
09.4618.2025
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 93
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Test
Schematische weergave van de testresultaten van de truckaanhangerconditie GTH-2506
r=12m
9,5 m
A
D
B
45°
C
45°
E
F
MASKERINGSGEBIED
94 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Schematische weergave van de testresultaten van de truckaanhangerconditie GTH-2506
1 m
1 m
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Test
1 m
\
[
1 m
MASKERINGSGEBIED
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 95
April 2019
Test
Schematische weergave van de testresultaten van de truckaanhangerconditie GTH-3007
9,5 m
Tweede uitgave - Eerste druk
A
D
B
45°
C
45°
E
F
96 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Schematische weergave van de testresultaten van de truckaanhangerconditie GTH-3007
1 m
1 m
April 2019Tweede uitgave - Eerste druk
Test
1 m
\
[
1 m
Ond. nr. 57.0009.0779GT GTH-2506 - GTH-3007 97
April 2019
Tweede uitgave - Eerste druk
Test
Overbelastingstestprocedure
Telescopische manipulators uitgerust met aanbouwdelen met vast lastzwaartepunt (vorken, grijpers, tangen):
1,33 x Q
Ref. norm EN1459
Q = Nominaal Vermogen
Telescopische manipulators uitgerust met aanbouwdelen met oscillerend lastzwaartepunt (haak, hijskraan,
hijslier):
1,33 x Q + 0,1 x Fb op rubber
1,25 x Q + 0,1 x Fb op stempels
Ref. norm EN13000
Q = Nominaal Vermogen
Fb = Gereduceerd armgewicht (gelijk aan het omkantelmoment) op armuiteinde.
98 GTH-2506 - GTH-3007 Ond. nr. 57.0009.0779GT
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.