Genie GRC™ Operator's Manual [nl]

C
-
Bedieningshandleiding
GR
12
Serienummers
vanaf GRC11-1000
CE
met onderhoudsinformatie
Vertaling van originele instructies Third Edition Third Printing Part No. 133574DU
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Front Matter
Belangrijk
Inhoud
Stel u op de hoogte van en houd u aan deze veiligheidsvoorschriften en bedieningsinstructies voordat u de machine bedient. De machine mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden bediend. Deze handleiding dient als vast onderdeel van uw machine te worden beschouwd en moet altijd bij de machine blijven. Neem contact met ons op als u vragen hebt.
Neem contact met ons op via:
Internet: www.genielift.com
E-mail: awp.techpub@terex.com
Inleiding ..................................................................... 1
Pictogrammen van symbolen en gevaren ................. 3
Algemene veiligheid .................................................. 5
Persoonlijke veiligheid .............................................. 7
Veiligheid werkgebied ............................................... 8
Legenda .................................................................. 15
Bedieningselementen ............................................. 16
Inspecties ................................................................ 19
Bedieningsinstructies .............................................. 32
Transport- en hefinstructies .................................... 41
Onderhoud .............................................................. 46
Specificaties ............................................................ 48
           
Copyright © 2008 Terex Corporation
Derde uitgave: Derde druk, oktober 2014
Genie is een gedeponeerd handelsmerk van Terex South Dakota, Inc. in de Verenigde Staten en een groot aantal andere landen. “GRC” is een handelsmerk van Terex South Dakota, Inc.
Voldoet aan EG-richtlijn 2006/42/EG Zie EG-conformiteitsverklaring
GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inleiding
Inleiding
Eigenaars, gebruikers en bedieners:
Wij danken u dat u onze machine hebt gekozen voor uw gebruik. Onze voornaamste prioriteit is de veiligheid van de gebruiker, waaraan we gezamenlijk moeten werken voor het beste resultaat. We geloven dat u als gebruiker en bediener van de apparatuur een belangrijke bijdrage levert aan de veiligheid als u:
1 Zich houdt aan de voorschriften van de
werkgever, werkplek en overheid.
2 Zich op de hoogte stelt van en houdt aan de
instructies in deze en andere handleidingen die met deze machine zijn meegeleverd.
3 Gebruikmaakt van goede en veilige
werkmethoden en uw gezonde verstand.
4 Zorgt dat alleen getrainde/bevoegde
bedieners, onder goed geïnformeerde en
ingelichte supervisie, met de machine werken.
Gevaar
Als u zich niet houdt aan de instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding, heeft dit de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg.
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
Zorg ervoor dat u de veiligheidsvoorschriften kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
U de instructies en veiligheidsvoorschriften van
de fabrikant en de veiligheids- en bedieningshandleidingen en machinestickers hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U de veiligheids- en werkplekvoorschriften van
de werkgever hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U alle van toepassing zijnde
overheidsvoorschriften hebt gelezen en begrepen en u zich hieraan houdt.
U getraind en gekwalificeerd bent om deze
machine veilig te bedienen.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
1
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Inleiding
Classificatie van gevaren
Op de stickers op deze machine worden symbolen, kleurcoderingen en signaalwoorden gebruikt om het volgende aan te geven:
Veiligheidswaarschuwingssymbool
- gebruikt om u te waarschuwen voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsberichten achter het symbool op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg zal hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, licht tot middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Bedoeld gebruik
Deze machine is alleen bedoeld om personeel en hun gereedschap en materiaal naar een werkplek op hoogte te heffen.
Onderhoud van veiligheidstekens
Vervang ontbrekende of beschadigde veiligheidstekens. Vergeet nooit de veiligheid van de bediener. Gebruik milde zeep en water om veiligheidstekens te reinigen. Gebruik geen reinigingsmiddelen op basis van een oplosmiddel, aangezien dit het materiaal van een veiligheidsteken kan beschadigen.
Geeft informatie over mogelijke schade aan eigendommen.
2 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Lees de bedieningshand­leiding
Gevaarlijke situatie: kans op botsing
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Lees de servicehandleiding
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden verbrijzeld
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gevaarlijke situatie: kans op brand
Verboden te roken Gevaarlijke situatie:
kans op botsing
Controleer met een stuk karton of papier op lekkage
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk
Gevaarlijke situatie: stoffen kunnen de huid binnendringen
Transportschema Vastzetpunt Blijf uit de buurt van
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
bewegende onderdelen
Verplaats de machine naar een horizontale ondergrond
Accu’s als contragewicht gebruikt
3
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Pictogrammen van symbolen en gevaren
Houd voldoende afstand
Vervang beschadigde kabels en snoeren
Alleen getraind onderhoudspersoneel mag compartimenten openen
Blokkeer de wielen Zet de remmen vrij Alleen 3-aderige
Wielbelasting Veiligheidsgordelveranke-
ringspunt
geaarde AC-kabel
Kracht van opzij Windsnelheid
Spanningsbereik voor voeding naar platform
Drukbereik voor luchtleiding naar platform
Maximum laadvermogen Binnen
+
+
Nooddalen Maximum laadvermogen inclusief inzittende,
gereedschappen en bak
4 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
+
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Algemene veiligheid
Algemene veiligheid
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
5
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Algemene veiligheid
6 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijke veiligheid
Persoonlijke bescherming tegen vallen
Persoonlijke bescherming tegen vallen is bij de bediening van deze machine niet verplicht. Als persoonlijke bescherming tegen vallen verplicht is volgens de op de werkplek geldende regels of de voorschriften van de werkgever, geldt het volgende:
Alle persoonlijke bescherming tegen vallen dient te voldoen aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften en moet worden gecontroleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
7
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Veiligheid werkgebied
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: elektrocutie
mogelijk
Gevaarlijke situatie: machine kan
omkantelen
Deze machine is niet elektrisch geïsoleerd en biedt geen bescherming tegen contact met of nabijheid van elektrische stroom.
Blijf op veilige afstand van elektriciteitsdraden en elektrische apparaten in overeenstemming met de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften en de volgende tabel.
Lijnspanning Vereiste veiligheidsafstand
0 tot 50KV 3,05 m
50 tot 200KV 4,60 m
200 tot 350KV 6,10 m
350 tot 500KV 7,62 m
500 tot 750KV 10,67 m
750 tot 1.000KV 13,72 m
Houd rekening met platformbeweging, slingeren en doorhangen van stroomdraden en pas op voor harde wind of windvlagen.
Blijf uit de buurt van de machine als deze contact maakt met elektriciteits-draden onder spanning. Personeel op de grond of op het platform mag de machine niet aanraken of bedienen totdat de elektriciteitsdraden onder spanning zijn uitgeschakeld.
Werk niet met de machine tijdens bliksem of storm.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Inzittenden, apparatuur en materialen mogen het maximum laadvermogen van het platform of het maximum laadvermogen van de platformverlenging niet overschrijden. Het gewicht in bakken maakt deel uit van de totale platformbelasting.
Maximum laadvermogen – GRC-12
Platform ingeschoven 227 kg
Werkbakstation (elk) 11 kg
Maximum bezetting 2
Breng het platform pas omhoog als de machine zich op een stevige, horizontale ondergrond bevindt.
Vertrouw niet op het scheefstandalarm ter indicatie van een vlakke stand. Het scheefstandalarm klinkt bij de platform- en grondbediening wanneer de machine zich op een sterke helling bevindt.
Als het scheefstandalarm klinkt: Laat het platform neer. Verplaats de machine naar een stevige, horizontale ondergrond. Als het scheefstandalarm klinkt bij geheven platform, dient u uiterst voorzichtig te werk te gaan bij het neerlaten van het platform.
Rijd niet harder dan 0,8 km/u met het platform geheven.
Houd bij het omhoogbrengen van het platform de toegestane waarden voor handkracht en bezetting op de volgende pagina aan.
8 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Werk niet met de machine bij harde wind of bij windstoten. Vergroot het oppervlak van het platform of de lading niet. Als u het oppervlak vergroot dat aan de wind is blootgesteld, neemt de stabiliteit van de machine af.
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein en oppervlakken die niet stabiel zijn of in andere gevaarlijke omstandigheden met het platform geheven.
Wees uiterst voorzichtig en houd een lage snelheid aan wanneer met de machine in de transportstand wordt gereden over oneffen terrein, puin, een onstabiele of gladde ondergrond en vlakbij gaten of afgereden kanten.
Gebruik de machine niet als kraan.
Gebruik het platform niet om de machine of andere objecten te duwen.
Vermijd contact tussen het platform en aangrenzende constructies.
Maak het platform niet vast aan aangrenzende constructies.
Plaats ladingen niet buiten de randen van het platform. De bak van het werkstation wordt beschouwd als onderdeel van het platform.
Gebruik de platformbediening niet om een platform vrij te maken dat is vastgeklemd of is blijven haken of dat op andere wijze niet normaal kan bewegen vanwege een aangrenzende constructie. Er mogen zich geen personen op het platform bevinden als geprobeerd wordt het platform met behulp van de grondbediening vrij te maken.
Duw niet tegen en trek niet aan objecten die zich buiten het platform bevinden.
Model
CE 400 N Alleen binnen – 2
Maximaal toegestane
kracht van opzij
Maximum bezetting
Pas eindschakelaars niet aan en schakel deze ook niet uit.
Breng geen veranderingen aan in machineonderdelen en schakel machineonderdelen die op enige wijze invloed hebben op de veiligheid en de stabiliteit niet uit.
Vervang onderdelen die van invloed zijn op de stabiliteit van de machine niet door onderdelen met een ander gewicht of andere specificaties.
Gebruik geen accu’s die minder wegen dan de oorspronkelijke uitrusting. Accu’s worden gebruikt als contragewicht en zijn van cruciaal belang voor de stabiliteit van de machine. Elke accu moet 28 kg wegen.
Breng geen aanpassingen of wijzigingen in hoogwerkerplatformen aan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Montage van houders voor gereedschappen of andere materialen op het platform, de voetplaten of het veiligheidsrelingsysteem kan het gewicht op het platform en het oppervlak van het platform of de lading vergroten.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
9
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Veiligheid werkgebied
Plaats of bevestig geen vaste of overhangende lading op/aan enig deel van deze machine.
Plaats geen ladders of steigers op het platform of tegen welk deel van deze machine dan ook.
Vervoer alleen gereedschappen en materialen als deze gelijkmatig zijn verdeeld en veilig door de persoon/personen op het platform kunnen worden gehanteerd.
Gebruik de machine niet op een bewegende of mobiele ondergrond of een bewegend voertuig.
Zorg ervoor dat alle banden in goede staat verkeren, de kroonmoeren stevig zijn vastgedraaid en de splitpennen op de juiste wijze zijn geplaatst.
Gevaarlijke situatie: ledematen
kunnen worden verbrijzeld
Houd uw handen en ledematen uit de buurt van de mast.
Werk alleen onder een platform of mast als de accuafdekking is geheven.
Gebruik gezond verstand en denk vooruit wanneer u de machine vanaf de grond bedient met behulp van de controller. Zorg voor een veilige afstand tussen de bediener, de machine en vaste objecten.
Gevaren van bediening op
hellingen
Rijd niet met de machine op een helling die steiler is dan de voor de machine toelaatbare hellingshoek en dwarshellingshoek. De toelaatbare hellingshoek is van toepassing op machines die in de transportstand staan.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand
Maximaal toelaatbare dwarshellingshoek, transportstand
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie en van voldoende tractie.
30 % (17°)
30 % (17°)
10 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: kans op
vallen
Het veiligheidsrelingsysteem beschermt tegen vallen. Als de inzittende(n) van het platform volgens de op de werkplek geldende regels of de voorschriften van de werkgever verplicht zijn persoonlijke bescherming tegen vallen te dragen, dient de bescherming te voldoen aan de van toepassing zijnde overheidsvoorschriften en te worden gebruikt volgens de instructies van de fabrikant. Bevestig de veiligheidsgordel aan het verankeringspunt op het platform.
Houd de vloer van het platform vrij van puin.
Sluit het toegangshek voordat u de machine in bedrijf neemt.
Zit, sta of klim niet op de platformveiligheidsreling. Ga altijd stevig op de platformvloer staan.
Gevaarlijke situatie: kans op
botsing
Houd rekening met beperkt zicht en dode hoeken terwijl u rijdt of de machine bedient.
Houd rekening met de stand van het uitgeschoven platform wanneer u de machine verplaatst.
De machine moet zich op een horizontale ondergrond bevinden of zijn vastgezet voordat de remmen worden vrijgezet.
Bedieners dienen wat betreft het gebruik van persoonlijke bescherming te voldoen aan de voorschriften van de werkgever, werkplek en overheid.
Controleer het werkgebied op hoog aangebrachte obstakels en andere mogelijke gevaren.
Klim niet van het platform naar beneden als dit geheven is.
Betreed of verlaat het platform pas wanneer de machine zich in de transportstand bevindt.
Wees u bewust van het risico van verbrijzeling wanneer u de platformveiligheidsreling vasthoudt.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
11
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Veiligheid werkgebied
Laat het platform pas neer als het gebied eronder vrij is van mensen en obstakels.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk
letsel mogelijk
Werk niet met de machine als er hydraulische olie weglekt of als er perslucht ontsnapt. Perslucht of hydraulische olie kan de huid binnendringen en/of brandwonden veroorzaken.
Stem de rijsnelheid af op de ondergrond, beschikbare ruimte, helling, plaats van medewerkers en eventuele andere factoren die tot een botsing kunnen leiden.
Bedien de machine niet als deze zich in de route van een kraan of bovenloopmachine bevindt, tenzij de bediening van de kraan is geblokkeerd en/of er voorzorgsmaatregelen zijn genomen om een mogelijke botsing te voorkomen.
Ga niet stuntrijden en speel geen spelletjes terwijl u een machine bedient.
Onjuist contact met onderdelen die zich onder een afdekking bevinden, heeft ernstig lichamelijk letsel tot gevolg. Alleen getraind onderhoudspersoneel mag compartimenten openen. De bediener wordt geadviseerd compartimenten alleen tijdens de inspectie voor het gebruik te openen. Alle compartimenten moeten tijdens bedrijf zijn gesloten en vastgezet.
Explosie- en brandgevaar
Bedien de machine niet en laad de accu niet op op gevaarlijke plaatsen of op plaatsen waar mogelijk brandbare of explosieve gassen of deeltjes aanwezig zijn.
12 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: machine
beschadigd
Gebruik geen beschadigde of niet goed functionerende machine.
Voer een grondige inspectie voor het gebruik van de machine uit en test alle functies voor elke dienst. Voorzie een beschadigde of niet goed functionerende machine van een label en neem deze onmiddellijk uit bedrijf.
Zorg ervoor dat alle onderhoud is uitgevoerd volgens de specificaties in deze handleiding en in de desbetreffende Genie servicehandleiding.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten en leesbaar zijn.
Zorg ervoor dat de bedienings-, verantwoordelijkheids- en veiligheidshandleidingen compleet en leesbaar zijn en zich in de opbergruimte van de machine bevinden.
Gevaarlijke situatie: onderdelen
kunnen beschadigd raken
Gebruik geen acculader van meer dan 24V om de accu’s te laden.
Veiligheid accu
Gevaarlijke situatie: kans op brandwonden
Accu’s bevatten zuur. Trek altijd beschermende kleding aan en draag een veiligheidsbril wanneer u met accu’s werkt.
Vermijd morsen en zorg ervoor
Stel de accu’s en de acculader tijdens het laden niet bloot aan water of regen.
Gevaarlijke situatie: kans op explosies
dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
Houd vonken, vlammen en brandende tabak uit de buurt van accu’s. Accu’s geven een explosief gas af.
De accubak moet tijdens de gehele laadcyclus open blijven.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Gevaarlijke situatie: onderdelen kunnen beschadigd raken
Gebruik geen acculader van meer dan 24V om de accu’s te laden.
Gebruik de machine niet als massa voor laswerk.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
Raak de accupolen en de kabelklemmen niet aan met gereedschappen die vonken kunnen veroorzaken.
13
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Veiligheid werkgebied
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk/kans op brandwonden
Sluit de acculader alleen aan op een elektrische 3-aderige geaarde AC-contactdoos.
Controleer de snoeren, kabels en draden dagelijks op beschadiging. Vervang beschadigde onderdelen voordat de machine in bedrijf wordt genomen.
Vermijd elektrische schokken door onbedoeld contact met de accupolen. Doe alle ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaarlijke situatie: machine kan omkantelen
Gebruik geen accu’s die minder wegen dan de oorspronkelijke uitrusting. Accu’s worden gebruikt als contragewicht en zijn van cruciaal belang voor de stabiliteit van de machine. Elke accu moet 28 kg wegen.
Blokkering na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Laat het platform neer. 3 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
4 Laad de accu’s.
Gevaarlijke situatie: tillen
Gebruik bij het tillen van de accu’s het juiste aantal mensen en de juiste heftechniek.
14 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Legenda
Legenda
1 Pothole-bescherming 2 Achterwiel 3 Pockets voor vorkheftruck 4 Transportvastzetpunt 5 Nooddaalventiel 6 Afdekkingen 7 Display acculader 8 Grondbediening 9 Peilaanduiding hydraulische olie 10 Voeding naar platform/aansluiting acculader voor
optionele omvormer
11 GFCI-contactdoos
12 Bak werkstation 13 Knop remvrijzetpomp (onder afdekkingen) 14 Platformbediening 15 Ontgrendelhendel platformverlenging 16 Mast 17 Toegangshek platformverlenging 18 Afdekkingen accucompartiment 19 Vergrendeling accuafdekking 20 Stuurwiel 21 Opbergruimte voor handleiding 22 Veiligheidsgordelverankeringspunt
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
15
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Bedieningselementen
Bedieningselementen
Grondbedieningspaneel
1 7A zekering voor elektrische circuits 2 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand ‘aan’ om de machine te bedienen.
3 Knop ‘menu omlaag’ 4 Knop ‘menu bevestigen’ 5 Knop 'platform op' 6 Knop ‘platform neer’
7 Hef-inschakelknop
Houd deze knop ingedrukt om de heffunctie te activeren.
8 Knop ‘menu annuleren’ 9 Knop ‘menu omhoog’ 10 Diagnose-LCD 11 Contactslot voor selectie
platformbediening/uit/grondbediening Draai het contactslot naar de platformstand om met
de platformbediening te werken. Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ om de machine uit te schakelen. Draai het contactslot naar de grondstand om met de grondbediening te werken.
16 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
7
6
­+
+
=
=
5
4
3
2
1
STOP
Platformbedieningspaneel
1 Lagesnelheidshef-inschakelknop
Houd op deze knop ingedrukt om de lagesnelheidsfunctie voor het platform te activeren.
7
12
-
10
8
9
5
4
137636
11
=
-
+
13
14
2
STOP
5 Rijsnelheidkeuzeknop
Druk op deze knop om langzaam rijden te activeren. Het indicatielampje brandt als langzaam rijden is geselecteerd.
2 Rode noodstopknop
6 Proportionele joystick en functieschakelaar voor
Druk de rode noodstopknop in naar de stand 'uit' om alle functies stop te zetten. Trek de rode noodstopknop uit naar de stand 'aan' om de machine te bedienen.
3 Hogesnelheidshef-inschakelknop
Druk op deze knop en houd deze ingedrukt om de hogesnelheidsfunctie voor het platform te activeren.
4 Claxonknop
Druk op de claxonknop om de claxon te laten klinken. Laat de claxonknop los om de claxon te stoppen.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
rijfunctie
Rijfunctie: Druk de functieschakelaar in en houd deze ingedrukt om de rijfunctie op de platformjoystick in te schakelen. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel en de machine gaat rijden in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel en de machine gaat rijden in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
17
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Bedieningselementen
7 Duimschakelaar voor stuurfunctie
Druk op de linkerzijde van de duimschakelaar om de machine te sturen in de richting waarin de blauwe driehoek op het platformbedieningspaneel wijst.
Druk op de rechterzijde van de duimschakelaar om de machine te sturen in de richting waarin de gele driehoek op het platformbedieningspaneel wijst.
8 Diagnose-LED/accuconditiemeter 9 Knop 'platform op'
Druk op de knop ‘platform op’ en houd deze ingedrukt om het platform omhoog te brengen.
10 Knop ‘platform neer’
Druk op de knop ‘platform neer’ en houd deze ingedrukt om het platform omlaag te brengen.
11 Heffunctieknop
Druk op deze knop om de heffunctie te activeren.
12 Proportionele joystick en functieschakelaar voor
rij-, stuur- en heffuncties
Heffunctie: Druk de functieschakelaar in en houd deze ingedrukt om de heffunctie op de platformjoystick in te schakelen. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl om het platform omhoog te brengen. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl om het platform neer te laten. Het daalalarm dient te klinken terwijl het platform omlaaggaat.
Rijfunctie: Druk de functieschakelaar in en houd deze ingedrukt om de rijfunctie op de platformjoystick in te schakelen. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel en de machine gaat rijden in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl. Verplaats de joystick in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel en de machine gaat rijden in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
13 LED-diagnosedisplay, accuconditiemeter en
indicator hef-/rijmodus
14 Rijfunctieknop
Druk op deze knop om de rijfunctie te activeren.
18 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Inspecties
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik
uit.
Zorg ervoor dat u de inspectie voor het gebruik kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Grondbeginselen inspectie voor het gebruik
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om een inspectie voor het gebruik en periodiek onderhoud uit te voeren.
De inspectie voor het gebruik is een visuele inspectie die de bediener voor elke dienst uitvoert. De inspectie is bedoeld om te ontdekken of er iets duidelijk mis is met de machine voordat de bediener de functietests uitvoert.
De inspectie voor het gebruik dient ook om te bepalen of periodieke onderhoudsprocedures vereist zijn. Alleen gedeelten van het periodieke onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Zie de lijst op de volgende pagina en controleer alle punten.
Indien er schade wordt ontdekt, of een ongeautoriseerde wijziging van de toestand waarin de machine door de fabriek is geleverd, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant. Als de reparaties zijn voltooid, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik uitvoeren voordat de functietests worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant en de eisen die genoemd worden in de verantwoordelijkheidshandleiding.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
19
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Inspecties
Inspectie voor het gebruik
Zorg ervoor dat de bedienings-,
verantwoordelijkheids- en veiligheidshandleidingen compleet en leesbaar zijn en zich in de opbergruimte op het platform bevinden.
Zorg ervoor dat alle stickers op hun plaats zitten
en leesbaar zijn. Zie de sectie Inspecties.
Ga na of er een lek van hydraulische olie is en
controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij. Zie de sectie Onderhoud.
Ga na of er een lek van accuvloeistoffen is en
controleer het vloeistofpeil. Voeg indien nodig gedestilleerd water bij. Zie de sectie Onderhoud.
Controleer de volgende onderdelen of gedeelten op schade, onjuist geplaatste of ontbrekende onderdelen en ongeautoriseerde aanpassingen:
Elektrische onderdelen, bedrading en
elektrische kabels
Hydraulische groep, reservoir, slangen,
koppelingen, cilinders en ventielenblokken
Accupakken en aansluitingen Rijmotoren Banden en wielen Massastrip Eindschakelaars, alarmen en claxon Alarmen en flitslampen (indien aanwezig) Moeren, bouten en andere bevestigingen Platformtoegangsmiddenstuk, afsluitstang,
ketting of hek
Sequentiekabels en -katrollen
Pothole-beschermingen Veiligheidsgordelverankeringspunt Platformverlenging (indien aanwezig) Werkbakken (indien aanwezig) Onderdelen rem vrijzetten Accuafdekking Mastkolommen en contragewicht Joystick platformbediening
Controleer de gehele machine op:
Scheuren in lasnaden of constructiedelen Deuken of beschadigingen aan de machine Overmatige roest, corrosie of oxidatie
Zorg ervoor dat alle constructiedelen en andere
cruciale onderdelen aanwezig zijn en dat alle bijbehorende bevestigingen en pennen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgemaakt.
Opmerking: Als het platform omhooggebracht moet worden om de machine te inspecteren, moet de accuafdekking op zijn plaats zitten. Zie de sectie Bedieningsinstructies.
20 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Grondbeginselen functietests
De functietests zijn bedoeld om eventuele storingen
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
Zorg ervoor dat u de functietests kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
te ontdekken voordat de machine in gebruik wordt genomen. De bediener moet de stapsgewijze instructies volgen om alle machinefuncties te testen.
Een niet goed functionerende machine mag nooit worden gebruikt. Als er storingen worden ontdekt, dient de machine te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen. Reparaties aan de machine mogen alleen uitgevoerd worden door een gekwalificeerde servicemonteur, in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant.
Als de reparaties zijn voltooid, moet de bediener opnieuw een inspectie voor het gebruik en de functietests uitvoeren voordat de machine in gebruik wordt genomen.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
21
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Inspecties
Grondbediening
1 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van obstakels is.
2 Zorg ervoor dat de accu’s zijn aangesloten. 3 Trek de rode noodstopknop van de platform- en
grondbediening uit naar de stand 'aan'.
4 Draai het contactslot naar grondbediening. 5 Houd de diagnose-LED bij de platformbediening
in het oog.
Resultaat: De LED dient er uit te zien als op de
afbeelding hieronder.
6 Houd het diagnose-LCD bij de grondbediening in
het oog.
Resultaat: Op het LCD-display moeten het model
en de urenteller worden weergegeven.
Noodstop testen
7 Druk de rode noodstopknop op de
grondbediening in naar de stand ‘uit’.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
8 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
Op/neer-functies testen
De waarschuwingsgeluiden op deze machine en de standaard claxon zijn alle afkomstig van hetzelfde centrale alarm. De claxon geeft een constante toon. Het daalalarm klinkt met 60 pieptonen per minuut. Het alarm klinkt met 180 pieptonen per minuut als de pothole-beschermingen niet zijn geactiveerd en als de machine niet vlak staat. Er is ook een optionele auto-claxon leverbaar.
9 Druk niet op de hef-inschakelknop. 10 Druk op de knop ‘platform op’ of ‘platform neer’.
Resultaat: De heffunctie mag niet in werking
treden.
11 Druk niet op de knop ‘platform op’ of ‘platform
neer’.
12 Druk op de hef-inschakelknop.
Resultaat: De heffunctie mag niet in werking
treden.
13 Druk op de hef-inschakelknop en houd deze
ingedrukt, en druk op de knop ‘platform op’.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht.
14 Druk op de hef-inschakelknop en houd deze
ingedrukt, en druk op de knop ‘platform neer’.
Resultaat: Het platform dient omlaag te worden
gebracht. Het daalalarm dient te klinken terwijl het platform wordt neergelaten.
22 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Nooddalen testen
15 Activeer de functie ‘platform op’ door de
hef-inschakelknop en de knop ‘platform op’ in te drukken, zodat het platform ongeveer 60 cm omhoog wordt gebracht.
16 Trek de nooddaalknopschakelaar naar u toe.
Deze bevindt zich aan de basis van de machine onder de mast.
Resultaat: Het platform dient omlaag te worden
gebracht. Het daalalarm klinkt niet.
17 Draai het contactslot naar platformbediening.
Platformbediening
Noodstop testen
18 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand 'uit'.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
Claxon testen
19 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
20 Druk op de claxonknop.
Resultaat: De claxon dient te klinken.
Bepaal met het knoppenpatroon op de platformbediening welke van deze volgende twee functietests moet worden uitgevoerd.
Gebruik deze functietestprocedure als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
Functieschakelaar en op/neer-functies testen
21 Houd de functieschakelaar op de joystick niet
ingedrukt.
22 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
23 Druk niet op de hoge- of
lagesnelheids-hef-inschakelknop.
24 Druk op de knop ‘platform op’ of ‘platform neer’.
Resultaat: De heffunctie mag niet in werking
treden.
25 Druk niet op de knop ‘platform op’ of ‘platform
neer’.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
23
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Inspecties
26 Druk op de hoge- of
lagesnelheidshef-inschakelknop.
Resultaat: De heffunctie mag niet in werking
treden.
27 Druk de hogesnelheidshef-inschakelknop in en
houd deze ingedrukt.
28 Druk op de knop ‘platform op’.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht. De pothole-beschermingen dienen in werking te treden.
29 Laat de hogesnelheidshef-inschakelknop of de
knop ‘platform op’ los.
Resultaat: Het platform dient niet verder omhoog
te worden gebracht.
30 Druk de hogesnelheidshef-inschakelknop in en
houd deze ingedrukt.
31 Druk op de knop ‘platform neer’.
Resultaat: Het platform dient omlaag te worden
gebracht. Het daalalarm dient te klinken terwijl het platform omlaag gaat.
32 Laat de hogesnelheidshef-inschakelknop of de
knop ‘platform neer’ los.
Resultaat: Het platform dient niet verder omlaag
te gaan.
33 Druk de lagesnelheidshef-inschakelknop in en
houd deze ingedrukt.
34 Druk op de knop ‘platform op’.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht. De pothole-beschermingen dienen in werking te treden.
35 Laat de lagesnelheidshef-inschakelknop of de
knop ‘platform op’ los.
Resultaat: Het platform dient niet verder omhoog
te worden gebracht.
36 Druk de lagesnelheidshef-inschakelknop in en
houd deze ingedrukt.
37 Druk op de knop ‘platform neer’.
Resultaat: Het platform dient met dezelfde
daalsnelheid omlaag te worden gebracht als bij de hoge snelheid. Het daalalarm dient te klinken terwijl het platform omlaaggaat.
38 Laat de lagesnelheidshef-inschakelknop of de
knop ‘platform neer’ los.
Resultaat: Het platform dient niet verder omlaag
te gaan.
24 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Gebruik deze functietestprocedure als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
Functieschakelaar en op/neer-functies testen
39 Houd de functieschakelaar op de joystick niet
ingedrukt.
40 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
41 Druk op de heffunctieknop. 42 Wacht zeven seconden tot de inschakelduur van
de heffunctie is verstreken.
43 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De heffunctie mag niet in werking
treden.
44 Druk op de heffunctieknop. 45 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt. Beweeg de joystick langzaam in de richting die wordt aangegeven door de blauwe pijl.
Resultaat: Het platform dient omhoog te worden
gebracht.
46 Laat de joystick los.
Resultaat: Het platform dient niet verder omhoog
te worden gebracht.
47 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt. Verplaats de joystick langzaam in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: Het platform dient omlaag te worden
gebracht. Het daalalarm dient te klinken terwijl het platform omlaag gaat.
Rijfunctieknop testen
Gebruik deze functietestprocedure als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
48 Druk op de rijfunctieknop
(indien aanwezig).
49 Wacht zeven seconden tot de inschakelduur van
de rijfunctie is verstreken.
50 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
25
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Inspecties
Test de stuurinrichting
Test het rijden en de remmen
Opmerking: Ga voor de uitvoering van de stuur- en rijfunctietests op het platform staan en kijk naar de voorzijde van de machine.
51 Druk op de rijfunctieknop (indien
aanwezig).
52 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
53 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de blauwe driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien die wordt aangegeven door de blauwe driehoek.
54 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de gele driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien die wordt aangegeven door de gele driehoek.
55 Druk op de rijfunctieknop
(indien aanwezig).
56 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
57 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en verplaats de joystick vervolgens weer naar de middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl op het bedieningspaneel wijst, en vervolgens abrupt te stoppen wanneer de joystick weer in de middelste stand wordt gezet.
58 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en verplaats de joystick vervolgens weer naar de middelste stand.
Resultaat: de machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de gele pijl op het bedieningspaneel wijst, en vervolgens abrupt te stoppen wanneer de joystick weer in de middelste stand wordt gezet.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de machine tegen te houden op elke helling die door de machine kan worden genomen.
26 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Werking scheefstandschakelaar testen
Rijsnelheid bij geheven stand testen
Opmerking: Voer deze test vanaf de grond uit met de platformcontroller. Ga niet op het platform staan.
59 Laat het platform volledig neer. 60 Plaats een blok hout van 5 x 10 cm of iets
vergelijkbaars aan één zijde onder beide wielen en rijd de machine hierop.
61 Breng het platform ongeveer 2,1 m vanaf de
grond omhoog.
Resultaat: Het platform dient te stoppen en het
scheefstandalarm dient met 180 pieptonen per minuut te klinken. De LED op de platformbediening moet LL weergeven en de LCD op de grondbediening moet LL: Machine Tilted (Machine staat scheef) weergeven.
62 Druk op de rijfunctieknop
(indien aanwezig).
63 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
64 Verplaats de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De rijfunctie mag in geen van beide
richtingen in werking treden.
65 Laat het platform neer en verwijder beide
houtblokken.
66 Breng het platform ongeveer 1,2 m vanaf de
grond omhoog.
67 Druk op de rijfunctieknop
(indien aanwezig).
68 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt. Verplaats de joystick langzaam naar de maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
geheven platform mag niet hoger zijn dan 22 cm/s.
Als de rijsnelheid met geheven platform hoger is dan 22 cm/s, dient de machine onmiddellijk te worden voorzien van een label en uit bedrijf te worden genomen.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
27
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Inspecties
Pothole-beschermingen testen
Opmerking: De pothole-beschermingen dienen automatisch in werking te treden wanneer het platform omhoog wordt gebracht. De pothole-beschermingen activeren eindschakelaars waardoor de machine kan blijven functioneren. Als de pothole-beschermingen niet in werking treden, klinkt er een alarm en komt de machine niet in beweging of kan deze niet worden bestuurd.
69 Breng het platform omhoog.
Resultaat: Als het platform 1,2 m boven de grond
is, dienen de pothole-beschermingen in werking te treden.
70 Druk eerst aan een zijde op de
pothole-beschermingen en vervolgens aan de andere zijde.
Resultaat: De pothole-beschermingen mogen
niet bewegen.
71 Laat het platform neer.
Resultaat: De pothole-beschermingen dienen
terug te keren in de transportstand.
72 Plaats een blok hout van 5 x 10 cm of iets
vergelijkbaars onder een pothole-bescherming.
73 Breng het platform omhoog.
Resultaat: Voordat het platform 2,1 m boven de
grond komt, dient een alarm te klinken. De LED op de platformbediening moet PHS weergeven en de LCD op de grondbediening moet PHS: Pothole Guard Stuck (Pothole-bescherming zit vast) weergeven.
74 Druk op de rijfunctieknop
(indien aanwezig).
75 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
76 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl en vervolgens in de richting die wordt aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De machine mag niet vooruit of
achteruit bewegen.
77 Druk op de rijfunctieknop
(indien aanwezig).
78 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
79 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de blauwe en gele driehoeken op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen mogen niet naar links
of naar rechts draaien.
80 Laat het platform neer. 81 Verwijder het blok hout van 5 x 10 cm of iets
vergelijkbaars.
28 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Inspectie van de werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
Zorg ervoor dat u de inspectie van de werkplek kent en begrijpt voordat u verder gaat met de volgende sectie.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
afgereden kanten of gaten hobbels, obstakels op de vloer of puin hellende ondergrond een onstabiele of gladde ondergrond hoog aangebrachte obstakels en
hoogspanningsgeleiders
gevaarlijke plaatsen ondergrond die ontoereikend is om alle
belastingskrachten te weerstaan die door de machine worden opgewekt
wind- en weersomstandigheden de aanwezigheid van onbevoegd personeel andere eventueel onveilige omstandigheden
Grondbeginselen inspectie van de werkplek
De inspectie van de werkplek helpt de bediener te bepalen of de werkplek geschikt is om de machine veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de bediener te worden uitgevoerd voordat de machine naar de werkplek wordt verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om de instructies over mogelijke gevaren op de werkplek door te lezen en te onthouden, er vervolgens op te letten en deze te vermijden bij het verplaatsen, opstellen en bedienen van de machine.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
29
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Inspecties
Inspectie van stickers met symbolen
Ga na of er op de stickers op uw machine tekst of symbolen worden gebruikt. Controleer aan de hand van de betreffende inspectie of alle stickers zich op hun plaats bevinden en leesbaar zijn.
Onderdeelnr. Beschrijving sticker Aantal
28174 Label – Voeding naar platform, 230V 2
28235 Label – Voeding naar platform, 115V 2
40434 Label
Veiligheidsgordelverankeringspunt
43658 Label – Voeding naar acculader, 230V 1
44980 Label – Voeding naar acculader, 115V 1
52475 Label – Transportvastzetpunt 3
72086 Label – Hefpunt 1
72188 Label – Richtingpijlen 2
82472 Label – Gevaarlijke situatie: ledematen
kunnen worden verbrijzeld
82473 Label – Toegang tot compartiment 1
82481 Label – Veiligheid accu/lader 1
82487 Label – Handleiding lezen 2
82495 Label – Veiligheids- en
bedieninginstructies voor vrijzetten rem
82614 Waarschuwing – Gevaarlijke situatie:
kans op botsing
82666 Label – Pocket voor vorkheftruck 2
82836 Label – Nooddalen 1
Onderdeelnr. Beschrijving sticker Aantal
97899 Label – Veiligheidsblok gebruiken 1
114334 Label – Gevaarlijke situatie: elektrocutie
114338 Label – Gevaarlijke situatie: machine
133015 Gevaar – Gevaarlijke situatie:
133144 Label Transportdiagram 2
133146 Gevaar – Gevaarlijke situatie: machine
2
133147 Label – Gevaarlijke situatie: machine
133194 Label – Wielbelasting, GRC-12 4
133195 Uiterlijk – Genie GRC-12 2
133198 Instructies – Max. vermogen 227 kg,
133237 Uiterlijk – Genie Runabout Contractor 2
2
133274 Label – Max. handkracht, 400N, CE 1
133280 Label – Maximum laadvermogen,
137605 Label – Noodstop, platformbediening 1
137635 Label Grondbedieningspaneel 1
1
137636 Overlegvel Platformbedieningspaneel 1
137656 Label Rij-/stuurrichting,
1
1256702 Overlegvel – Platformbedieningspaneel 1
1257923 Label – Smartlink 2
mogelijk, stop
kan omkantelen, scheefstandalarm
elektrocutie mogelijk
kan omkantelen, accu's
kan omkantelen, eindschakelaar
GRC-12
werkstationbak, 11 kg (elk)
platformbediening
1
1
1
1
1
1
2
1
30 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Inspecties
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
31
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Bedieningsinstructies
Bedieningsinstructies
Grondbeginselen
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies voor elk aspect van de bediening van de machine. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedieningshandleiding, veiligheidshandleiding en verantwoordelijkheidshandleiding op te volgen.
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Het gebruik van de machine voor een ander doel dan het heffen van personen, samen met gereedschappen en materialen, naar een werkplek in de lucht is onveilig en gevaarlijk.
De machine mag alleen door getraind en bevoegd personeel worden bediend. Als meerdere bedieners op verschillende tijdstippen in dezelfde dienst een machine bedienen, mag het hier alleen om gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht wordt dat zij alle veiligheidsvoorschriften en instructies in de bedienings-, verantwoordelijkheids­en veiligheidshandleidingen opvolgen. Dat betekent dat elke nieuwe bediener vóór ingebruikname van de machine een inspectie voor het gebruik, functietests en een inspectie van de werkplek moet uitvoeren.
32 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Noodstop
Druk de rode noodstopknop op de grond- of de platformbediening in naar de stand ‘uit’ om alle functies stop te zetten.
Repareer elke functie die nog werkt als een van de rode noodstopknoppen is ingedrukt.
Nooddalen
Trek aan de nooddaalknop om het platform neer te laten.
Bediening vanaf de grond
1 Zorg ervoor dat het accupak is aangesloten
voordat u de machine in bedrijf neemt.
2 Draai het contactslot naar grondbediening. 3 Trek de rode noodstopknop van zowel de grond-
als de platformbediening uit naar de stand 'aan'.
Platform plaatsen
Bediening vanuit het platform
1 Zorg ervoor dat het accupak is aangesloten
voordat u de machine in bedrijf neemt.
2 Draai het contactslot naar platformbediening. 3 Trek de rode noodstopknop van zowel de grond-
als de platformbediening uit naar de stand 'aan'.
Identificatie controller
Deze machines zijn geproduceerd in twee verschillende platformbedieningsuitvoeringen. Bepaal met het knoppenpatroon op de platformbediening welke instructies van toepassing zijn op uw machine.
Gebruik deze instructies als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
-
­+
+
=
=
Platform plaatsen
1 Druk de hef-inschakelknop op het
bedieningspaneel in en houd deze ingedrukt.
2 Druk op de knop ‘platform op’ of ‘platform neer’.
De rij- en stuurfuncties zijn niet beschikbaar vanaf de grondbediening.
1 Houd de hoge- of
lagesnelheidshef-inschakelknop ingedrukt.
2 Druk de knop 'platform op' of
'platform neer' in.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
33
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Bedieningsinstructies
Sturen
Rijsnelheid selecteren
1 Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt.
2 Draai de stuurwielen met behulp
van de duimschakelaar op de joystick.
Rijden
1 Druk de functieschakelaar rijden/sturen op de
joystick in en houd deze ingedrukt.
2 Snelheid verhogen: Verplaats de joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de joystick langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de joystick terug in de middelste stand of laat de functieschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en op het platform om de rijrichting van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt bij geheven platform.
De prestaties van de machine zijn afhankelijk van de staat van de accu. De rijsnelheid en de functiesnelheid van de machine nemen af als de accuniveau-indicator knippert.
De bedieningselementen voor het rijden functioneren in de transportstand in twee verschillende rijsnelheidsmodi. Wanneer het lampje van de rijsnelheidknop brandt, is de langzame rijsnelheidsmodus actief. Wanneer het lampje van de rijsnelheidknop niet brandt, is de snelle rijsnelheidsmodus actief.
Druk de rijsnelheidknop in om de gewenste rijsnelheid te kiezen.
Opmerking: Wanneer het platform omhoog is gebracht, brandt het lampje van de rijsnelheidknop continu, waardoor de rijsnelheid bij geheven stand wordt aangegeven.
34 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Identificatie controller
Rijden
Gebruik deze instructies als de sticker op uw platformbediening deze knoppen toont.
-
+
=
Platform plaatsen
1 Druk op de heffunctieknop. Op het
LCD-scherm licht een cirkel op onder het heffunctiesymbool.
Als de joystick niet binnen zeven seconden na het indrukken van de heffunctieknop wordt bewogen, gaat de cirkel onder het heffunctiesymbool uit en treedt de heffunctie niet in werking. Druk nogmaals op de heffunctieknop.
2 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3 Verplaats de joystick aan de hand van de
markeringen op het bedieningspaneel.
Sturen
1 Druk de rijfunctieknop in. Op het LCD-scherm
licht een cirkel op onder het rijfunctiesymbool.
Als de joystick niet binnen zeven seconden na het
-
+
=
indrukken van de rijfunctieknop wordt bewogen, gaat de cirkel onder het rijfunctiesymbool uit en treedt de rijfunctie niet in werking. Druk nogmaals op de rijfunctieknop.
2 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3 Snelheid verhogen: Verplaats de joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de joystick langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de joystick terug in de middelste stand of laat de functieschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de platformbediening en op het platform om de rijrichting van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt bij geheven platform.
De prestaties van de machine zijn afhankelijk van de staat van de accu. De rijsnelheid en de functiesnelheid van de machine nemen af als de accuniveau-indicator knippert.
1 Druk de rijfunctieknop in. Op het LCD-scherm
licht een cirkel op onder het rijfunctiesymbool.
Als de joystick niet binnen zeven seconden na het indrukken van de rijfunctieknop wordt bewogen, gaat de cirkel onder het rijfunctiesymbool uit en treedt de rijfunctie niet in werking. Druk nogmaals op de rijfunctieknop.
2 Draai de stuurwielen met behulp
van de duimschakelaar op de joystick.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
35
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Bedieningsinstructies
Rijsnelheid selecteren
De bedieningselementen voor het rijden functioneren in de transportstand in twee verschillende rijsnelheidsmodi. Wanneer het lampje van de rijsnelheidknop brandt, is de langzame rijsnelheidsmodus actief. Wanneer het lampje van de rijsnelheidknop niet brandt, is de snelle rijsnelheidsmodus actief.
Druk de rijsnelheidknop in om de gewenste rijsnelheid te kiezen.
Stijgingspercentage bepalen:
Meet de helling met een digitale hellingsmeter OF hanteer de volgende procedure.
U hebt nodig:
waterpas recht stuk hout van minstens 1 m meetlint
Leg het stuk hout op de helling.
Opmerking: Wanneer het platform omhoog is gebracht, brandt het lampje van de rijsnelheidknop continu, waardoor de rijsnelheid bij geheven stand wordt aangegeven.
Rijden op een helling
Bepaal de toelaatbare hellingshoek en dwarshellingshoek voor de machine en bepaal het stijgingspercentage van de helling.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand:
Maximaal toelaatbare dwarshellingshoek, transportstand:
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie en van voldoende tractie.
Druk de rijsnelheidknop in naar de snelle rijsnelheidsmodus.
30 % (17°)
30 % (17°)
Leg de waterpas aan de voet van de helling op de bovenrand van het stuk hout en hef het uiteinde op tot het stuk hout horizontaal komt.
Meet de verticale afstand tussen de onderzijde van het stuk hout en de grond terwijl u het stuk hout horizontaal houdt.
Deel de met het meetlint gemeten afstand (verval) door de lengte van het stuk hout (pad) en vermenigvuldig de uitkomst met 100.
Bijvoorbeeld:
Stuk hout = 3,6 m
Pad = 3,6 m
Verval = 0,3 m
0,3 m ÷ 3,6 m = 0,083 x 100 = stijgingspercentage van 8,3%
Als de helling steiler is dan de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek, moet de machine met behulp van een lier of een transportvoertuig op de helling worden gebracht of ervan af worden gehaald. Zie de sectie Transport- en hefinstructies.
36 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Bedrijfsindicatiecodes
Platform in- en uitschuiven
Als de diagnose-LED op de platformbediening of het diagnose-LCD op de grondbediening een bedrijfsindicatiecode zoals LL weergeeft, moet de storing worden verholpen of verwijderd alvorens de bediening van de machine weer wordt hervat. Druk de rode noodstopknop in en trek deze vervolgens weer uit om het systeem te resetten.
LED-display
LCD-display
Bedrijfsindicatiecodes
Code Toestand
LL Niet vlak
OL Platform overbelast
CH Bediening in chassismodus
PHS Pothole-bescherming zit vast
nd Geen rijfuncties (optie)
1 Druk de hendel van de platformverlenging in en
houd deze ingedrukt.
2 Pak de platformveiligheidsreling voorzichtig vast
en duw hiertegen om het platform uit te schuiven.
Bediening vanaf de grond via platformbediening
Zorg voor een veilige afstand tussen de bediener, de machine en vaste objecten.
Houd rekening met de richting waarin de machine zich verplaatst bij gebruik van de platformbediening.
Raadpleeg voor meer informatie de desbetreffende Genie servicehandleiding. Codes en een beschrijving van de codes kunnen bovendien worden bekeken op het LCD-display op de grondbediening.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
37
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Bedieningsinstructies
Accuniveau-indicator
Bepaal met de diagnose-LED het niveau van de accu.
Opmerking: Wanneer een knipperende LO-code op het LED-display op de platformbediening verschijnt, moet de machine buiten bedrijf worden gesteld en worden opgeladen, omdat anders alle machinefuncties worden uitgeschakeld.
Volledige lading
Halve lading
Geringe lading
Na elk gebruik
1 Kies een veilige parkeerplaats uit: een stevige,
horizontale ondergrond vrij van obstakels en verkeer.
2 Laat het platform neer. 3 Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en
verwijder de sleutel om onbevoegd gebruik te voorkomen.
4 Laad de accu’s.
LO knippert
38 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Onderhoudsvrije accu’s
1 Sluit de acculader aan op een geaarde
AC-stroomkring.
2 De acculader geeft aan wanneer de accu volledig
geladen is.
Instructies voor accu en acculader
Houd u aan het volgende:
Gebruik geen externe lader of hulpaccu. Laad de accu in een goed geventileerde ruimte
op.
Gebruik voor het laden de juiste
AC-ingangsspanning, aangegeven op de acculader.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde accu’s
en acculaders.
Accu opladen
1 Zorg ervoor dat de accu’s zijn aangesloten
voordat u de accu’s oplaadt.
2 Open het accucompartiment. Het compartiment
dient de gehele laadcyclus open te blijven.
3 Laat de afdekking tegen het chassis rusten. 4 Breng het platform omlaag tot de mast net tegen
de accuafdekking aanligt.
Gevaarlijke situatie: ledematen kunnen worden
verbrijzeld. Houd uw handen uit de buurt van de accuafdekking als u het platform laat dalen.
Standaard accu’s
1 Verwijder de accu-ontluchtingsdoppen en
controleer het accuzuurniveau. Voeg zo nodig net genoeg gedestilleerd water toe om de platen te bedekken. Vul de accu’s voordat de laadcyclus begint niet te veel bij.
2 Plaats de accu-ontluchtingsdoppen terug. 3 Sluit de acculader aan op een geaarde
AC-stroomkring.
4 De acculader geeft aan wanneer de accu volledig
geladen is.
5 Controleer het accuzuurniveau als de laadcyclus
is voltooid. Vul met gedestilleerd water bij tot onder aan de vulbuis. Vul niet te veel bij.
5 Draai het contactslot naar de stand 'uit'. 6 Zorg ervoor dat de accukabelaansluitingen goed
vastzitten en vrij zijn van corrosie.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
39
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Bedieningsinstructies
Instructies voor het vullen en laden van droge accu’s
1 Verwijder de accu-ontluchtingsdoppen en
verwijder de kunststof afdichting van de accu-ontluchtingsopeningen permanent.
2 Vul elke cel met accuzuur (elektrolyt) totdat het
niveau hoog genoeg is om de platen te bedekken.
Vul pas vloeistof bij tot het maximum niveau als de laadcyclus is afgerond. Te veel bijvullen kan tot gevolg hebben dat het accuzuur tijdens het laden overstroomt. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
3 Plaats de accu-ontluchtingsdoppen. 4 Laad de accu. 5 Controleer het accuzuurniveau als de laadcyclus
is voltooid. Vul met gedestilleerd water bij tot onder aan de vulbuis. Vul niet te veel bij.
40 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Transport- en hefinstructies
Transport- en hefinstructies
Houd u aan het volgende:
Deze bevestigingsgegevens worden aanbevolen
door Genie. De bestuurder is verantwoordelijk voor het veilig bevestigen van de machine en voor de keuze van de aanhangwagen. Hierbij moet rekening worden gehouden met alle van toepassing zijnde overheidsvoorschriften, wetten en het bedrijfsbeleid.
Klanten van Genie die een hefvoertuig of ander
product van Genie in een container moeten vervoeren, dienen dit uit te besteden aan een gekwalificeerd transportbedrijf dat gespecialiseerd is in het voorbereiden, laden en bevestigen van bouw- en hefmachines voor internationaal transport.
De machine moet zich op een horizontale
ondergrond bevinden of zijn vastgezet voordat de remmen worden vrijgezet.
Rijd niet met de machine op een helling die
steiler is dan de toelaatbare hellingshoek (omhoog en omlaag) of dwarshellingshoek. Zie Rijden op een helling in de sectie Bedieningsinstructies.
Als de helling van de laadvloer van het
transportvoertuig steiler is dan de maximaal toelaatbare hellingshoek (omhoog of omlaag), moet de machine worden geladen en afgeladen met behulp van een lier zoals beschreven in Remmen vrijzetten. Zie de sectie Specificaties voor de waarden van de hellingshoek.
Alleen bevoegde hoogwerkerbedieners mogen
de machine op en van het transportvoertuig rijden.
Het transportvoertuig dient op een horizontale
ondergrond geparkeerd te worden.
Het transportvoertuig moet worden vastgezet om
wegrollen bij het laden van de machine te voorkomen.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van het
voertuig, de dragende ondergrond en de kettingen of banden voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Genie-hefapparaten zijn relatief zwaar voor hun afmetingen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine. Zie de sectie Inspecties voor de plaats van het serielabel.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
41
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Transport- en hefinstructies
Remmen vrijzetten
1 Blokkeer de wielen om te
voorkomen dat de machine gaat rollen.
2 Zorg ervoor dat de lierkabel goed vastzit aan de
vastzetpunten op het rijchassis en dat het pad vrij is van obstakels.
3 Druk de zwarte remvrijzethendel
in om het remventiel te openen.
4 Druk meermaals op de rode knop van de
remvrijzetpomp.
Nadat de machine is geladen:
1 Trek de rode noodstopknop van zowel de grond-
als de platformbediening uit naar de stand AAN, en draai het contactslot naar de platformstand.
2 Druk op de rijfunctieknop (indien
aanwezig).
3 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt. Beweeg de joystick uit het midden en laat deze onmiddellijk los om de remmen weer te activeren.
4 Druk de rode noodstopknop op zowel de grond-
als de platformbediening in naar de stand ‘uit’.
Het wordt afgeraden de GRC-12 te slepen. Rijd als de machine toch gesleept moet worden niet sneller dan 3,2 km/u.
42 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Transport- en hefinstructies
Vastzetten voor vervoer
Gebruik altijd de uitschuifdekvergrendeling als de machine wordt getransporteerd.
Draai het contactslot naar de stand ‘uit’ en verwijder de sleutel voorafgaand aan het transport.
Controleer de gehele machine op losse of niet-vastgezette onderdelen.
Gebruik de vastzetpunten op het chassis voor de bevestiging aan het transportoppervlak.
Gebruik kettingen of banden die een grote belasting aankunnen.
Gebruik ten minste vier kettingen of banden.
Stel de takelage bij om schade aan de kettingen te voorkomen.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
43
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Transport- en hefinstructies
Machine laden met een kraan
Gebruik het hijsoog dat op de achterste mastkolom is
Houd u aan het volgende:
gemonteerd.
Zorg ervoor dat de mast volledig is neergelaten.
Controleer de gehele machine en verwijder losse of niet-vastgezette onderdelen.
Alleen bevoegde kraanmachinisten mogen de
machine takelen en heffen.
Zorg ervoor dat het draagvermogen van de
kraan, de dragende ondergrond en de banden of lijnen voldoende zijn om het gewicht van de machine te kunnen dragen. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.
Steek de takel altijd zo door het hijsoog dat deze van de machine af is gericht.
44 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Transport- en hefinstructies
De machine met een vorkheftruck heffen
Zorg ervoor dat het uitschuifdek, de bedieningselementen en de onderdelenbakken goed vastzitten. Verwijder alle losse onderdelen van de machine.
Laat het platform volledig neer. Het platform moet tijdens het laden en het transport neergelaten blijven.
Gebruik de pockets voor een vorkheftruck aan beide zijdes van het chassis onder de afdekkingen.
Plaats de vorken van de vorkheftruck vlak voor de pockets voor de vorkheftruck.
Rijd vooruit tot de vorken helemaal in de pockets steken.
Breng de machine 15 cm omhoog en kantel de vorken enigszins achterover om de machine vast te zetten.
Zorg dat de machine vlak staat voordat u de vorken neerlaat.
Wanneer de machine vanaf de zijkant wordt geheven, kan dit schade aan de onderdelen tot gevolg hebben.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
45
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
Onderhoud
Onderhoud
Peil hydraulische olie controleren
Houd u aan het volgende:
Alleen de gedeelten van het periodieke
onderhoud die in deze handleiding genoemd worden, mogen door de bediener worden uitgevoerd.
Periodieke onderhoudsinspecties moeten door
gekwalificeerde servicemonteurs worden uitgevoerd in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant en de eisen die genoemd worden in de verantwoordelijkheidshandleiding.
Voer het materiaal af volgens de van toepassing
zijnde overheidsvoorschriften.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde
vervangende onderdelen.
Legenda onderhoudssymbolen
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om de bedoeling van de instructies te verduidelijken. Wanneer een of meer symbolen aan het begin van een onderhoudsprocedure worden weergegeven, heeft dit de volgende betekenis.
Het is voor een goede werking van de machine van essentieel belang dat het juiste peil van de hydraulische olie wordt gehandhaafd. Bij een onjuist peil van de hydraulische olie kunnen hydraulische onderdelen beschadigd raken. Met dagelijkse controles kan de controleur wijzigingen in het oliepeil vaststellen die kunnen wijzen op problemen met het hydraulische systeem.
Opmerking: Voer deze procedure uit met het platform in de transportstand.
1 Controleer visueel het oliepeil in de hydraulische
tank.
Resultaat: Het vloeistofpeil moet overeenkomen
met de markering op de tank.
2 Vul olie bij als dit nodig is. Vul niet te veel bij.
Specificaties hydraulische olie
Type hydraulische olie Chevron Rando HD-equivalent
Geeft aan dat er gereedschappen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
Geeft aan dat er nieuwe onderdelen nodig zijn om deze procedure uit te voeren.
46 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Derde uitgave • Derde druk Bedieningshandleiding
Onderhoud
Accu’s controleren
Het is voor een goede en veilige werking van de machine van groot belang dat de accu zich in goede staat bevindt. Een onjuist vloeistofpeil of beschadigde kabels en aansluitingen kunnen schade aan de onderdelen en gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
Opmerking: Deze procedure hoeft niet te worden uitgevoerd op machines met verzegelde of onderhoudsvrije accu’s.
Gevaarlijke situatie: elektrocutie mogelijk.
Contact met elektrisch geladen circuits kan de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Doe alle ringen, horloges en andere sieraden af.
Gevaarlijke situatie: lichamelijk letsel mogelijk.
Accu’s bevatten zuur. Vermijd morsen en zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met accuzuur. Neutraliseer gemorst accuzuur met zuiveringszout en water.
Opmerking: Voer deze test uit nadat de accu’s volledig zijn geladen.
Periodiek onderhoud
Onderhoud per kwartaal, per jaar en per twee jaar dient uitgevoerd te worden door een persoon die getraind en gekwalificeerd is om onderhoud aan deze machine uit te voeren in overeenstemming met de procedures die te vinden zijn in de servicehandleiding voor deze machine.
Een machine die langer dan drie maanden buiten gebruik geweest is, moet, alvorens in gebruik te worden genomen, eerst de kwartaalinspectie ondergaan.
1 Trek beschermende kleding aan en draag een
veiligheidsbril.
2 Zorg ervoor dat de accukabelaansluitingen goed
vastzitten en vrij zijn van corrosie.
3 Zorg ervoor dat de accuklemmen op de juiste
plaats goed zijn vastgezet.
Opmerking: Door poolkappen en een corrosiewerend afdichtmiddel aan te brengen, voorkomt u corrosie op de polen en kabels van de accu.
Onderdeelnr. 133574DU GRC-12
47
Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
r
Specificaties
Specificaties
GRC-12
Maximum werkhoogte 5,5 m
Maximum platformhoogte 3,7 m
Maximum transporthoogte 169,5 cm
Maximum transporthoogte,
169,5 cm
standaardplatform met bak werkstation
Breedte 80 cm
Transportlengte 137,2 cm
Standaardplatform met verlenging
140 x 74,9 cm
uitgeschoven
Standaardplatform met verlenging
99 x 74,9 cm
ingeschoven
Maximum laadvermogen,
227 kg
standaardplatform
Maximum laadvermogen,uitschuifdek 113 kg
Draaicirkel (binnen) 0 cm
Draaicirkel (buiten) 134,6 cm
Bodemvrijheid 6,4 cm
Gewicht 948 kg
(Machinegewicht hangt af van opties. Zie het serielabel voor het gewicht van de machine.)
Krachtbron 4 accu’s 6V 225AH
AC-contactdoos op platform standaard
Maximum druk hydraulisch systeem
207 ba
(functies)
Bandenmaat 25,4 x 7,6 x 2,5 cm
Geluidsuitstoot door de lucht
Niveau geluidsdruk bij grondwerkstation <70 dBA
Niveau geluidsdruk bij platformwerkstation <70 dBA
Totale trillingswaarde waaraan het hand-/armsysteem wordt blootgesteld, is niet hoger dan 2,5 m/s
2
.
Maximale kwadratische gemiddelde waarde van de gewogen versnelling waaraan het gehele lichaam wordt blootgesteld, is niet hoger dan 0,5 m/s
Maximaal toelaatbare hellingshoek,
2
.
30% (17°)
transportstand
Maximaal toelaatbare dwarshellingshoek,
30% (17°)
transportstand
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is afhankelijk van de bodemconditie en van voldoende tractie.
Rijsnelheden
Transport, maximum 4.0 km/h
12,2 m/10,9 sec
Platform geheven, maximum 0,8 km/h
12,2 m/55 sec
Informatie belasting ondergrond
Belastbaarheid banden 381 kg
Contactdruk banden 9,09 kg/cm
891,01 kPa
Ingenomen vloerdruk 880,15 kg/m
8,63 kPa
Opmerking: De informatie over de belasting van de ondergrond is een benadering. De verschillende optionele configuraties zijn niet in de beschouwing opgenomen. De informatie mag alleen worden gebruikt met inachtneming van toereikende veiligheidsfactoren.
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU Bedieningshandleiding Derde uitgave • Derde druk
2
2
48 GRC-12 Onderdeelnr. 133574DU
Loading...