GARDENA 3000/4 eco User guide [nl]

GARDENA Hydrofoorpomp 3000/4 eco
Dit is de vertaling van de originele Duitse gebruiksaanwijzing.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en houdt u zich aan de aanwijzingen. Maak u aan de hand van deze gebruiks­aanwijzing vertrouwd met het product, het juiste gebruik en de veiligheidsaanwijzingen.
NL
Inhoudsopgave: 1. Inzetgebied van uw GARDENA hydrofoorpomp . . . . . . . . . . . 29
v Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
2. Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
3. Ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
4. Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
5. Buitengebruikstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
6. Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
7. Opheffen van storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
8. Leverbare accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
9. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
10. Service / Garantie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
1. Inzetgebied van uw GARDENA hydrofoorpomp
Correct gebruik: De GARDENA hydrofoorpomp is bedoeld voor privé-gebruik in
Doorvoervloeistoffen: De GARDENA hydrofoorpomp kan worden gebruikt voor het
huisen hobbytuin en niet voor gebruik met besproeiingsapparaten en -systemen in openbare plantsoenen.
transporteren van regenwater, leidingwater en chloorhoudend zwembadwater.
Let op:
De GARDENA hydrofoorpomp is niet geschikt voor continu gebruik (bijv. industrieel gebruik, rondpompen). Niet gepompt mogen worden bijtende, licht ontvlambare, agressieve of explosieve vloeistoffen (zoals benzine, petroleum of nitro­verdunning), zout water alsmede levensmiddelen. De temperatuur van de doorvoervloeistof mag niet meer dan 35 °C bedragen.
29
2. Veiligheidsaanwijzingen
Elektrische veiligheid
NL
GEVAAR! Elektrische schok!
Er bestaat gevaar op verwondingen door elektrische stroom.
v Haal de stekker uit het stopcontact vóór
het vullen, na buitengebruikstelling, bij het opheffen van storingen en vóór onderhoudswerkzaamheden.
Let op: Het gebruik van de pomp is alleen toegestaan, wanneer de pomp met een aardlekschakelaar (FI-schakelaar) wordt bediend (DIN VDE 0100-702).
Bovendien moet de pomp stabiel op een droge plaats staan en beschermd zijn tegen omvallen.
Als extra beveiliging kan een goedgekeurde aardlekschakelaar gebruikt worden.
v Neem s.v.p. contact op met uw elektro-
speciaalzaak.
Aanduidingen op het typeplaatje moeten overeenkomen met de gegevens van het stroomnet.
Stroomtoevoer- en verlengsnoeren mogen volgens DIN VDE 0620 geen kleinere diameter hebben dan rubbersnoeren met het kortteken H07 RNF.
De kabel tegen hitte, olie en scherpe kanten beschermen.
Draag de pomp niet aan de kabel en gebruik de kabel niet om de stekker uit het stopcontact te trekken.
In Oostenrijk
In Oostenrijk moet de elektrische aansluiting voldoen aan ÖVE-EM 42, T2 (2000)/1979 § 22 conform § 2022.1. Volgens deze bepalingen mogen pompen voor gebruik bij zwembaden en vijvers alleen via een scheidingstransformator van stroom worden voorzien.
v Informeer bij een elektro-installatiebedrijf.
In Zwitserland
In Zwitserland moeten verplaatsbare apparaten die buiten worden gebruikt, worden aange sloten via aardlekschakelaars.
Algemene aanwijzingen
Verwondingsgevaar door heet water!
Bij een defecte drukschakelaar of bij het wegblijven van water aan de aanzuig­zijde kan het in de pomp aanwezige water zo heet worden, dat het uittredende hete water tot verwondingen zou kunnen leiden.
De pomp is uitgerust met een temperatuur­beveiliging, die de pomp uitschakelt bij hoge watertemperaturen (ca. 65 °C).
v Nadat de pomp vanwege een te hoge
temperatuur is uitgeschakeld, moet deze via de huiszekering van het net worden gescheiden. Het water laten afkoelen (ca. 10 – 15 min.) en alvorens weer in bedrijf te nemen de watertoevoer aan de aanzuigzijde checken.
v De pomp voor ieder gebruik controleren
om vast te stellen of de pomp, in het bijzonder stroomkabel en stekker, beschadigd is.
Een beschadigde pomp mag niet gebruikt worden.
v Bij schade, pomp altijd door de GARDENA
technische dienst of de bevoegde vakman laten controleren.
Stel de pomp niet bloot aan regen. Gebruik de pomp niet in een natte of vochtige omgeving.
Om drooglopen van de pomp te voorkomen dient u erop te letten dat de aanzuigslang zich steeds in het doorvoermedium bevindt.
De pomp mag niet droog of met gesloten kraan van de aanzuigleiding werken.
v Vul de pomp voor elke ingebruikname tot
aan de overloop met circa 2 tot 3 l door­voervloeistof!
Zand en andere schurende stoffen in de doorvoervloeistof leiden tot snellere slijtage encapaciteitsvermindering.
Bij gebruik van de pomp voor de huiswater­voorziening dienen de plaatselijke voorschriften van de autoriteiten op het gebied van water en afvalwater te worden nageleefd.
Bovendien dient te worden voldaan aan de bepalingen van DIN 1988.
v Informeer zo nodig bij een sanitair-installatie-
bedrijf.
30
3. Ingebruikname
Hydrofoorpomp plaatsen: De opstelplaats moet stevig en droog zijn en garanderen dat de
Hydrofoorpomp stevig installeren:
3
1
hydrofoorpomp stabiel staat. v Hydrofoorpomp op veilige afstand tot het transportmedium
opstellen.
De pomp moet op een plaats met geringe luchtvochtigheid en voldoende ventilatie in de omgeving van de ventilatiesleuven worden opgesteld. De afstand tot de wanden moet minstens 5 cm bedragen. Via de ventilatiesleuven mag geen vuil (bijv. zand of aarde) worden aangezogen.
v De hydrofoorpomp kan met alle 4 pootjes 2 op de bevesti-
gingsplaat 1 worden geschroefd.
Als alternatief zijn als toebehoren, via de GARDENA-service, veergelagerde pootjes (art.nr. 1753-00.901.00) verkrijgbaar voor een trillingsarme, rustige loop.
Plaats de hydrofoorpomp zo dat u een opvangvat met passende grootte voor het legen van de pomp of de installatie onder de aftapplug
Installeer de pomp indien mogelijk hoger dan het wateroppervlak waaruit gepompt moet worden. Als dat niet mogelijk is, installeert u tussen de pomp en de aanzuigslang, bijv. voor het reinigen van het ingebouwde filter, een onderdrukvaste klep.
Bij vaste installatie van de pomp binnenshuis voor de voorziening van huishoudelijk water moet de hydrofoorpomp niet klemvast
2
via starre buizen met het buizenstelstel worden verbonden, maar met flexibele slangleidingen, om geluiden te verminderen en beschadiging van de pomp door drukslagen te voorkomen.
Gebruik bij vaste installatie zowel aan de aanzuigzijde als aan de drukzijde geschikte kleppen. Belangrijk bijv. voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden of bij buiten bedrijf stellen.
kunt zetten.
3
NL
Slang aan aanzuigzijde aansluiten:
Art. 1723 / Art. 1724
6
4
5
De aansluitstukken aan de aanzuig- en drukzijde mogen alleen met de hand worden aangedraaid.
Er dient een vacuümvaste aanzuigslang gebruikt te worden, bijv: – GARDENA aanzuiggarnituur art.nr. 1411 / 1418 / 1412 of – GARDENA aanzuigslang voor bronnen art.nr. 1729.
Aan de aanzuigzijde geen waterslang-insteeksysteemonderdelen gebruiken!
v Aanzuigslang
van de pomp verbinden.
Aanzuigslangen aansluitstuk (bijv. art.nr. 1723 / 1724) 4 met de aansluiting aan de aanzuigzijde verbinden en luchtdicht vastdraaien.
Om de aanzuigtijd te verkorten, raden wij het gebruik van een aanzuigslang met terugslagklep aan, die het zelfstandig leeglopen van de aanzuigslang na het buiten gebruik stellen van de hydrofoorpomp voorkomt.
met de aansluiting aan de aanzuigzijde 6
5
zonder schroefdraadaansluiting via een
5
31
NL
Bij aanzuighoogtes hoger dan 4 m, aanzuigslang 5 extra bevestigen (bijv. aan een houten paal vastbinden) om de pomp teontlasten van het gewicht van de aanzuigslang.
Bij zeer fijn vuil in het transportmedium wordt bij het geïnte­greerde filter een GARDENA pompvoorzetfilter art.nr. 1730 / 1731 aanbevolen.
Slang aan drukzijde aansluiten:
7
8
4. Bediening
Hydrofoorpomp inschakelen:
FILL
q
RUN
0
w
e
q
FILL
q
RUN
32
Aanwijzing:
gebruik drukvaste GARDENA slangen, met een diameter van 19mm (3/4"), in combinatie met de GARDENA GEKA-koppeling met een binnendraad van 33,3 mm (G1), art.nr.7109, en de GARDENA GEKA-aanzuig- en hogedrukkoppeling, art.nr. 7120, voor slangen van 19 mm (3/4") en een GARDENA slangklem, art.nr. 7192.
Gebruik nooit aanzuigslangen.
v Drukslang
verbinden.
v Tip: Een vaste buisleiding moet stijgend worden aangelegd,
zodat water aan de drukzijde naar de pomp kan terugstromen.
GEVAAR! Elektrische schok! v Vóór het vullen de netstekker uit het stopcontact
1. Deksel
2. Draaischakelaar
De geïntegreerde terugslagklep wordt geopend.
3. Ontluchting
4. Eventueel aanwezige afsluitorganen in de drukleiding (aansluitapparaten, waterstop, etc.) openen en restwater in de drukslang weg laten lopen, zodat de lucht bij het vullen en aanzuigen kan ontsnappen.
5. Transportmedium via de vulopening (ca. 2 tot 3 l), totdat via de ontluchting w water naar buiten komt.
6. Deksel dichtdraaien.
7. Ontluchting
8. Netstekker in een 230 V AC net-stopcontact steken.
Let op! De pomp start direct!
Na het bereiken van de maximumdruk schakelt de pomp automatisch uit. Als de druk daalt onder de minimumdruk door wateronttrekking schakelt de pomp automatisch in.
met de aansluiting van de drukzijde 8
7
halen. OPGELET! Drooglopen van de pomp! v Pomp elke keer vóór het inschakelen tot aan de
overloop (ca. 2 tot 3 l) met doorvoervloeistof vullen,
zodat deze niet droogloopt.
van de filterkamer met de hand opendraaien.
0
op FILL draaien.
q
openen.
w
langzaam ingieten
e
van de filterkamer weer met de hand tot de aanslag
0
sluiten en draaischakelaar q op RUN zetten.
w
De aangegeven maximale zelfaanzuighoogte van 8 m wordt alleen bereikt als de pomp via de vulopening e tot de overloop is gevuld, en de drukslang daarbij tijdens het zelfaanzuigen zover naar boven wordt gehouden dat er geen doorpompvloeistof van de pomp via de drukslang kan ontsnappen. Bij gevulde aanzu­igslangen met terugslagklep moet de drukslang niet naar boven gehouden worden.
NL
ECO-schakelaar:
r
Om energie te besparen (tot 15 %) kan, afhankelijk van de toepas­sing, de uitschakeldruk van de pomp traploos worden geregeld tussen ECO en MAX. (Het drukverschil tussen ECO en MAX bedraagt ca. 1 bar).
v ECO-draaischakelaar
ECO MAX
Aanwijzing voor het gebruik van sproeiers:
Afhankelijk van de doorstroomhoeveelheid van de sproeier kan er door het automatisch in- en uitschakelen van de pomp een ongelijkmatig sproeibeeld ontstaan.
5. Buitengebruikstelling
Opbergen:
q
1. Netstekker van de pomp uit het
2. Draaischakelaar
3. Verbruiker aan drukzijde openen.
4. Aftapplug
5. Hydrofoorpomp vorstvrij en droog
naar de gewenste positie draaien.
r
Bij vorstgevaar moet de hydrofoorpomp worden leeggemaakt en vorstvrij worden opgeborgen. De opbergplek moet voor kinderen onbereikbaar zijn.
stopcontact halen.
op FILL draaien.
q
eruit draaien en het
water weg laten lopen.
opbergen.
9
FILL
RUN
q
9
Afvalverwijdering:
((volgens RL2002/96/EG)
6. Onderhoud
De pomp mag niet met het normale huisvuil meegegeven worden, maar moet volgens de geldende regels afgevoerd worden.
v Lever het apparaat in op het afvaldepot van uw gemeente.
GEVAAR! Elektrische schok! v Vóór het onderhoud de stekker uit het stopcontact
trekken.
33
Loading...
+ 11 hidden pages