Gaggenau KG491110F, KG491210, KG491110 User Manual [nl]

Bedienings- en montagehandleiding
KG 491
Gaskookplaat
1
KG 491
1. Belangrijk bladzijde 3-4
Veiligheidsvoorschriften bladzijde 3
2. Apparaat en principe bladzijde 5
Het apparaat bladzijde 5
Schakelknoppen bladzijde 5 Onderdelen van de branders bladzijde 5
3. Principe bladzijde 6
4. Bediening bladzijde 7-8
5. Tabel voor het kiezen van de juiste stand bladzijde 9
6. De juiste pannen bladzijde 10
7. Praktische tips bladzijde 11
8. Reiniging bladzijde 12-14
9. Onderhoud bladzijde 15
10. Kleine storingen zelf verhelpen bladzijde 16
11.Technische gegevens / Tabel gasregelaars bladzijde 17-19
12. Montagehandleiding bladzijde 20-29
Belangrijke aanwijzingen bladzijde 20-21
Elektrische aansluiting bladzijde 21 Voorbereiding van het inbouwmeubel bladzijde 22 Inbouw van de kookplaat bladzijde 23 Montage van de assen bladzijde 24-25 Gasaansluiting bladzijde 26 Het vervangen van de gasregelaars bladzijde 27-29
2
De grote roestvrijstalen gaskookplaat biedt u
capaciteit en kookplezier in één.
Veel plaats om te werken door de royale indeling
van de kookplaat
• Een breed scala aan vermogensstanden door vijf branders waarvan de stand nauwkeurig kan worden ingesteld
• Maximaal comfort en veiligheid door de elektronische vlambeveiliging met automatische herontsteking
Om alle mogelijkheden van de gaskookplaat te kunnen benutten, raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing en de montagehandleiding goed te lezen voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt. U vindt hierin belangrijke aanwijzingen voor het gebruik, de installatie en het onderhoud.
En nu wensen wij u veel plezier bij het
koken!
3
Veiligheidsvoorschriften
Neem het apparaat niet in gebruik, wanneer het
beschadigd is! Wanneer u elektrische apparaten in de buurt van
de gaskookplaat aansluit, zorg er dan voor dat de aansluitkabels niet in aanraking kunnen komen met hete onderdelen.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het juiste gebruik en de goede staat van het apparaat.
Schakel het apparaat alleen in, als u er toezicht op houdt.
Gebruik de branders alleen, wanneer er een pan of schaal op staat. Let u erop dat alle branderonderdelen correct geplaatst zijn.
Pas op! Het apparaat wordt tijdens het gebruik
heet. Houd kinderen dan ook op een afstand! Dit apparaat mag niet met een stoomreiniger of
met waterdruk worden gereinigd. Er bestaat dan
gevaar voor kortsluiting!
Voor alle reparatie- en onderhoudswerkzaamheden
dient het apparaat spanningsvrij te worden gemaakt. Trek hiertoe de stekker uit het stop­contact of schakel de desbetreffende zekering van de huisinstallatie uit. Sluit de gastoevoer af.
Reparaties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd, zodat de veiligheid van het apparaat gewaarborgd blijft.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van het niet in acht nemen van de aanwijzingen uit deze gebruiksaanwijzing.
Wees voorzichtig met olie en vet. Oververhit
vet en oververhitte olie kunnen gemakkelijk vlam vatten (bijvoorbeeld bij frituren). Houd daarom altijd toezicht als u gerechten in vet of olie bereidt.
Technische wijzigingen voorbehouden!
Voor het eerste gebruik
Haal het apparaat uit de verpakking. Zorg dat de
verpakkingsmaterialen op een milieuvriendelijke wijze worden verwerkt. Let op! In de verpakking bevinden zich toebehoren! Zorg ervoor dat de verpakkingsmaterialen niet in handen van kinderen kunnen komen.
Controleer het apparaat voor het inbouwen op eventuele transportschade.
Het apparaat moet voor het eerste gebruik door een erkend vakman worden ingebouwd en aangesloten. Daarbij dient aan alle geldende voorschriften te worden voldaan.
Draai alle schakelknoppen op 0 voordat het apparaat op het elektriciteitsnet wordt aangesloten.
Bij deze gebruiksaanwijzing bevindt zich een blad met het serienummer van het apparaat. Wij adviseren u dit blad vanwege de garantie bij deze gebruiksaanwijzing en montagehandleiding te bewaren.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing en montagehandleiding voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt.
Reinig het apparaat en de accessoires grondig, voordat u deze voor het eerst gebruikt. Er ontstaan dan minder geurtjes tijdens het eerste gebruik en het apparaat is dan helemaal schoon (zie hoofdstuk “Reiniging”).
1. Belangrijk
4
Gebruik
Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik en mag
niet voor toepassingen worden gebruikt die niet in de gebruiksaanwijzing vermeld staan.
Gebruik de kookplaat alleen voor het bereiden van gerechten. Het apparaat is niet geschikt om er een ruimte mee te verwarmen.
Bij gebruik van een gaskookplaat ontstaan
warmte
en vocht
. Zorg daarom voor een goede ventilatie.
Houd de
ventilatiemogelijkheden open. Bij
langdurig gebruik van het gastoestel kan extra ventilatie nodig zijn, bijvoorbeeld via een deur, raam of afzuigkap.
Voor een goede verbranding moet de ruimte
waar het apparaat staat opgesteld een inhoud hebben van minimaal 35 m
3
, alsmede een buitendeur of een raam dat geopend kan worden.
De ontluchtingsopeningen aan de achterkant van
het apparaat mogen niet worden afgedekt.
Gebruik de branders alleen, wanneer er een
pan of schaal op staat. Verwarm nooit lege pannen of schalen.
Het gebruik van (braad-)pannen of grillstenen die
door meerdere branders tegelijk worden verwarmd is niet toegestaan. Door de hierbij ontstane ophoping van warmte zou het apparaat beschadigd kunnen raken.
Gebruik geen pannen met een diameter kleiner dan
90 mm respectievelijk groter dan 280 mm
(320 mm bij de wokbrander)
. Indien u grotere
pannen gebruikt, dient u erop te letten dat de afstand tussen de pan en de brandbare delen van de ombouw minimaal
50 mm bedraagt.
Als u een pan even van het vuur haalt, zet de brander dan op de kleine vlam. Zo vermindert u het risico zich aan de vlam te branden. Bovendien bespaart u gas en ontziet u het milieu.
Zorg dat er altijd pannen of schalen op de branders staan, als zich boven de kookplaat een afzuigkap bevindt. Anders kunnen door de aanzienlijke warmteontwikkeling bepaalde onderdelen van de afzuigkap beschadigd raken. Bovendien kunnen vetdeeltjes in het filter van de kap vlam vatten.
Wanneer u een afzuigkap gebruikt die de
keukenlucht naar buiten afvoert, dient u voor voldoende luchttoevoer te zorgen!
Bij een stroomstoring kan het apparaat niet
worden gebruikt. Neem bij functiestoringen contact op met uw
vakhandelaar of de Gaggenau-klantenservice.
5
Het apparaat
Schakelknoppen
Onderdelen van de branders
1 Pandragers
(3 delen, het linker en rechter deel zijn identiek)
2 Wokbrander 3 Grote brander 4 Normale brander 5 Ontluchtingsopeningen
6 Schakelknop brander linksvoor 7 Schakelknop brander linksachter 8 Schakelknop middelste brander (wokbrander) 9 Schakelknop brander rechtsachter
10 Schakelknop brander rechtsvoor
Symbolen voor de grootte van de vlam:
0 Uit
Hoge stand - buitenste en binnenste ring Lage stand – buitenste ring
Hoge stand – binnenste ring Uit – buitenste ring
Hoge stand – binnenste ring Uit – buitenste ring
Lage stand – binnenste ring
11 Branderkopdeksel 12 Branderring 13 Branderkop 14 Elektrode voor automatische vonkontsteking,
vlamherkenning en vlambeveiliging
2. Apparaat en principe
12
11
13
14
3
3
5
4
4
2
1
678910
6
3. Principe
De gaskookplaat beschikt over twee normale branders, twee grote branders en een wokbrander.
U kunt het apparaat met één hand bedienen. De kookplaat is voorzien van een vlamherkenning en een automatische herontsteking. Wanneer u aan de schakelknop draait wordt de ontsteking geactiveerd.
Mocht de vlam tijdens het gebruik uitgaan, dan wordt de brander automatisch weer ontstoken.
Voor uw veiligheid wordt de gastoevoer bij een storing afgesloten. Op deze manier wordt voor­komen dat onverbrand gas uit het apparaat stroomt.
Tussen de grote en de kleine vlam is de grootte van de vlam traploos instelbaar.
De totale nominale belasting bedraagt: 17,0 kW op Hs*-basis (verbrandingswaarde) 15,3 kW op Hi-basis (calorische waarde)
De aangegeven nominale belasting wordt bereikt door de montage van de juiste gasregelaars.
Aanpassing aan een andere gassoort gebeurt door de gasregelaars grote en kleine vlam te vervangen (zie tabel gasregelaars bladzijde 17 - 19).
Uit
Grote vlam
Kleine vlam
7
Inschakelen
Zet een geschikte pan op de desbetreffende
gaspit.
• Druk de bijbehorende schakelknop in en draai
deze naar links op de gewenste positie tussen de symbolen en . De brander wordt automatisch ontstoken.
• Indien er grote pannen op de branders staan kunt
u deze beter op de lage stand ontsteken.
• Iedere keer wanneer de gaskookplaat wordt
ingeschakeld wordt er elektronisch een zelftest doorgevoerd. Alle elektroden ontsteken en de gewenste brander ontvlamt na enkele seconden. Wanneer u nog meer branders aanzet, dan ontsteekt alleen de desbetreffende elektrode.
• Bij het inschakelen van de gaskookplaat wordt de
gastoevoer elektronisch geopend, hierdoor ontstaat er een kort geluid. Dit is normaal.
Tussen de grote en de kleine vlam kunt u de grootte van de vlam traploos instellen door langzaam aan de schakelknop de draaien.
Mocht de vlam tijdens het gebruik uitgaan (bijvoorbeeld door tocht) dan wordt deze brander automatisch opnieuw ontstoken.
Indien het niet lukt om de brander opnieuw te ont­steken (bijvoorbeeld als de brander door overge­kookt voedsel is vervuild), dan wordt de gastoevoer automatisch uitgeschakeld. Er klinkt een akoestisch signaal. Draai nu alle schakelknoppen op 0. Wacht totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en controleer vervolgens of alle onderdelen van de brander op de juiste manier zijn geplaatst. Controleer of de branders of de vonkontstekingen vervuild zijn.
Let op! Bij een storing aan een
brander kunt u de andere branders gewoon weer gebruiken, echter pas nadat u alle schakelknoppen op 0 heeft gedraaid.
4. Bediening
Ontsteek de branders alleen als alle onderdelen droog en op de juiste wijze geplaatst zijn. Anders kunnen er functiestoringen optreden of kan het apparaat worden uitgeschakeld.
Uitschakelen
Draai de schakelknop tot aan de aanslag op 0.
Als alle schakelknoppen op 0 worden gedraaid wordt de gastoevoer elektronisch afgesloten.
8
9
5. Tabel voor het kiezen van de juiste stand
Stand Bereiding Voorbeelden
Grote vlam koken water
aanbraden vlees verwarmen vet, vloeistoffen aan de kook brengen soepen, sauzen blancheren groenten
braden vlees, vis, aardappelen
van bruinen meel, uien
roosteren amandelen, paneermeel bakken meelgerechten, eiergerechten
tot doorkoken zonder deksel vloeistoffen
laten trekken zonder deksel gekookte worst, soepgroenten,
soepvlees, gepocheerde eieren
au bain marie opkloppen crèmes, sauzen
van doorkoken met deksel deegwaren, soepen, sauzen
stoven groenten, aardappelen, vis
tot stomen groenten, fruit, vis
sudderen goulash, rollades, braadstuk, groenten
Kleine vlam ontdooien diepvriesproducten
wellen rijst, peulvruchten verwarmen soepen, éénpansgerechten, groenten in
een saus
Zet de gaspit eerst op de grote vlam om de gewenste temperatuur snel te bereiken. Schakel vervolgens terug naar een lagere vlam.
Het vermogen van de binnenste brander is bij de normale en grote brander gelijk. De standen in de tabel zijn slechts richtlijnen. De benodigde hoeveelheid warmte hangt af van de aard en
hoedanigheid van de gerechten, van de hoeveelheid en van de grootte van de pan. Door de hoge capaciteit worden vet en olie snel verwarmd. Houd altijd toezicht wanneer u gerechten bakt
of braadt, vet kan vlam vatten, het gerecht kan verbranden. U kunt gerechten die langer moeten koken het beste op de achterste gaspitten bereiden. Gebruik voor het opkoken, frituren en aanbraden van grote hoeveelheden bij voorkeur de grote brander
respectievelijk de wokbrander.
Gebruik geen pannen met een diameter kleiner
dan
90 mm respectievelijk groter dan 280 mm
(320 mm bij de wokbrander)
. Indien u grotere
pannen gebruikt, dient u erop te letten dat de afstand tussen de pan en de brandbare delen van de ombouw minimaal
50 mm bedraagt.
Houd er bij de aanschaf van pannen rekening mee dat fabrikanten vaak de bovendiameter van de pan vermelden. Die is meestal iets groter dan de bodemdiameter.
Let op de aanwijzingen van de pannenfabrikant! Gebruik alleen kookgerei waarvan door de fabrikant is aangegeven dat het geschikt is voor gas. Gebruik pannen met hittebestendige handvatten.
Gebruik pannen met een dikke bodem. Hierbij is de warmteverdeling, vooral bij kleine vlam beduidend beter. Hoe beter de grootte van de pan aansluit op de grootte van de brander, des te beter wordt de energie benut. Hierdoor bespaart u kosten.
Zet voor een gelijkmatige warmteverdeling de pan midden op de brander. De vlam dient door de bodem van de pan te worden afgedekt.
Plaats de pannen zodanig dat deze veilig en recht op het rooster staan. Draai de steel van een koeken- of hapjespan naar de zijkant, laat deze niet aan de voorkant van de kookplaat uitsteken. Om te garanderen dat de pan vast op het rooster staat dient de bodem van de pan vlak te zijn en niet hol of bol.
Plaats een passend deksel op de pan, zo verkort u de opkooktijd. Bij pannen met een glazen deksel kunt u het bereidingsproces observeren zonder dat u het deksel hoeft op te tillen.
10
6. De juiste pannen
KG 491 Aanbevolen Minimale
grootte van grootte van de pan de pan
Normale brander 200 - 240 mm 90 mm
Grote brander 240 - 280 mm 90 mm Wokbrander 240 - 320 mm 160 mm
De wok en de accessoires
(niet bijgeleverd)
– De “oerwok" is de ideale wok voor uw
gaskookplaat.
– De wok is een braadpan in de vorm van een halve
bol en voorzien van een lange steel of houten greep. De wanden zijn schuin. Het dunne metaal geeft de warmte snel door aan het gerecht, maar koelt ook snel weer af, als u de vlam lager zet. Het gerecht kan zo niet te gaar worden.
–Wokken hebben een doorsnede van 35 - 40 cm en
zijn groot genoeg voor 4-persoonsgerechten.
– Let er bij de wok met ronde bodem op dat deze
tijdens het koken vast op de pandrager staat.
–Wokken zijn in diverse materialen verkrijgbaar.
Gietijzeren wokken staan extra stevig en houden de warmte goed vast.
– Het deksel is rond en hoog. Als u het deksel
gebruikt, kunt u ook stoven en smoren.
– Het halfronde rooster hangt u aan de rand van de
wok. Hierop kunt u ingrediënten stoven, gefrituurde gerechten laten uitdruppelen en aangebraden vlees warm houden.
– Gebruik voor het roeren bij voorkeur een “chan"
(een spatel met afgeronde vormen) of een houten spatel.
–Met een scheplepel haalt u de gerechten weer
uit de pan.
– Gebruik een schuimspaan om gefrituurde
gerechten uit het vet of grote stukken vlees uit de saus te halen.
–Voor stomen kunt u bamboemandjes gebruiken.
Koken in een wok
In een wok kunt u braden, stoven, frituren, smoren
en “gewoon" koken. Over het algemeen wordt de wok echter gebruikt voor het zogenaamde roerbakken. Kleingesneden ingrediënten worden daarbij in korte tijd op grote vlam – al roerend – gaar gebakken. In een grote, ronde pan kunt u een gerecht veel sneller en eenvoudiger roeren en keren dan in een gewone braadpan. Door het roeren bakt het gerecht niet aan. Overtollige olie verzamelt zich onderin de pan. De poriën van het vlees sluiten zich snel, waardoor het heerlijk sappig blijft. Groente blijft knapperig. En het aroma en de vitaminen blijven behouden.
Belangrijk! De bereidingstijd is zo kort dat alle ingrediënten klaar moeten staan, voordat u met de bereiding begint. Het is ook belangrijk dat u de juiste volgorde aanhoudt. Eerst doet u de ingrediënten met de langste bereidingstijd in de wok, bijvoorbeeld harde groenten zoals wortels. Pas later voegt u die producten toe die een kortere bereidingstijd hebben, bijvoorbeeld zachte groenten zoals champignons en taugé.
Ga als volgt te werk:
Doe olie in de wok en zwenk deze voorzichtig
rond. Wij adviseren het gebruik van notenolie of sojaolie.
– Verhit de olie tot vlak onder het rookpunt. U kunt
nu gaan roerbakken.
– Snijd het te bereiden product in ongeveer even
grote stukken, maar niet te klein, anders brandt het te snel aan.
– Als u grote hoeveelheden wilt bereiden, kunt
u beter met porties werken, anders wordt het gerecht niet overal voldoende verhit.
– Is het gerecht klaar, dan kunt u het op de kleinste
vlam warm houden. Reinig de wok na ieder gebruik en wrijf deze daarna met olie in om roestvorming te voorkomen.
11
7. Praktische tips
12
Houd de ontluchtingsopeningen aan de achter­kant van het apparaat goed schoon. De ontluch­tingsopeningen mogen niet worden afgedekt.
De lichte metalen kleur van de branders (branderkopdeksel, branderring en branderkop) verandert tijdens het gebruik, deze wordt donkerder. Deze verandering van kleur is niet van invloed op de werking van de kookplaat.
Reinig het apparaat grondig vóór de eerste ingebruikneming en na ieder volgend gebruik.
8. Reiniging
Let op! Dit apparaat mag niet met een
stoomreiniger of met waterdruk worden gereinigd, er bestaat dan gevaar van kortsluiting!
Pas op, verbrandingsgevaar! Wacht met het
reinigen totdat de kookplaat zodanig is afgekoeld dat deze nog slechts handwarm is. Schakel de kookplaat nooit tijdens het reinigen in.
Wokbrander
Branderkopdeksel
Branderring
Branderkop
Elektrode
Onderkant brander
Normale brander / grote brander
13
Gebruik voor het schoonmaken nooit schurende of chemisch agressieve middelen (bijvoorbeeld ovensprays) en ook geen polijstmiddelen! Gebruik bovendien geen schurende sponzen.
Wacht met het reinigen totdat het apparaat
zodanig is afgekoeld dat het nog slechts handwarm is!
Til eerst een pandrager aan de zijkant met beide
handen naar boven toe op (Pas op! Er kunnen krassen op de vangschaal ontstaan.). Verwijder vervolgens de beide andere pandragers.
• Verwijder
branderkopdeksel, branderringen en
branderkop.
Belangrijk! Reinig de onderdelen van de
brander pas als deze zijn afgekoeld!
• Laat
ingebrande verontreinigingen inweken in
een beetje water met afwasmiddel. Op deze manier weken zelfs hardnekkige verontreinigingen los. Gebruik geen schurende middelen of krassende sponzen.
• Gebruik slechts weinig water voor het reinigen
van de vangschaal. Let op dat er geen water in de onderdelen van de brander dringt.
• Door de warmteontwikkeling kunnen er op het
roestvrijstalen oppervlak kleine verkleuringen ontstaan.
Probeer niet deze verkleuringen weg
te schuren.
U beschadigt hierdoor het oppervlak.
Verdeel een dun laagje onderhoudsmiddel voor roestvrij staal gelijkmatig op de kookplaat (niet op het bedieningspaneel!). Zo blijft het oppervlak gelijkmatig en de kookplaat ziet er na jaren nog mooi uit.
• Maak de onderdelen van de brander droog. Het apparaat mag alleen in gebruik worden genomen wanneer de onderdelen droog zijn. Vochtige onderdelen van de brander zorgen voor proble­men bij de ontsteking. Bovendien is het mogelijk dat hierdoor de vlam niet regelmatig brandt.
• Plaats bij het monteren de branderring en de branderkop zodanig op de brander dat de pootjes in de hiervoor bestemde uitsparingen vallen.
Belangrijk! Plaats eerst de middelste
pandrager. (Let erop dat deze goed boven de brander is gecentreerd.) Plaats vervolgens de pandragers aan de zijkanten. Let erop dat de afgeronde hoeken van deze pandragers aan de zijkanten zitten.
Onderdeel/materiaal Reinigingsadvies Let op het volgende!
Schakelknoppen Met een vochtige doek afnemen. De doek mag niet te nat zijn omdat er
anders water achter de schakelknop in het apparaat kan dringen.
Pandrager Voor het reinigen van de brander nemen. Niet in de vaatwasser reinigen. (gietijzer, email) Inweken in de spoelbak. Bij sterk ingebrande verontreinigingen
Met een afwasborstel en afwasmiddel laten weken in de spoelbak. reinigen. Het gebruik van schurende reinigings-
middelen beschadigt het email.
zie de volgende bladzijde
14
Onderdeel/materiaal Reinigingsadvies Let op het volgende!
Branderkop- Verwijder grove verontreinigingen Niet in de vaatwasser reinigen.
deksel, branderring, met een vochtige doek en afwasmiddel. Let erop dat de openingen niet branderkop Met een polijstmiddel voor messing zijn verstopt. (messing) polijsten om de oorspronkelijke, metalen Pas op dat u de kleine onderdelen
glans weer terug te krijgen. niet kwijt raakt.
Branderkop wok Met afwasborstel en afwasmiddel Niet in de vaatwasser reinigen. (gietijzer, email) reinigen.
Elektrode Met een borstel, fijn schuurpapier of Een vervuilde elektrode kan leiden tot
een schuurspons reinigen. storingen bij het ontsteken of bij de
vlambeveiliging. De elektrode is fragiel, voorzichtig reinigen, niet verdraaien of beschadigen.
Pas op! Schakel de kookplaat nooit
tijdens het reinigen in.
Vangschaal Met heet water, afwasmiddel en een Voorkom krassen door bij het geborstelde (roestvrij staal, doek. Ingebrande verontreinigingen oppervlak in de bak altijd in de borstel-
gekogelstraald met een beetje sop van afwasmiddel richting te wrijven. resp. geborsteld) laten weken. Wrijf de vangschaal Er kunnen lichte vlekken op het oppervlak
direct na het reinigen met een zachte ontstaan wanneer samen met de veront­doek droog om watervlekken te reiniging ook de op natuurlijke wijze voorkomen. ontstane oxidatielaag wordt verwijderd. Voor sterke verontreinigingen kunt u Breng na het reinigen een dun laagje bij uw vakhandelaar het Gaggenau- onderhoudsmiddel voor roestvrij staal reinigingsmiddel voor roestvrij staal gelijkmatig op de gehele vangschaal (bestelnummer 310631) verkrijgen. aan. Zo krijgt u de natuurlijk kleur van
Let op! Er mag geen vocht via de roestvrij staal weer terug.
onderdelen van de brander binnen Verwijder etensresten of zout direct in het apparaat komen. van het roestvrijstalen oppervlak.
Let op! Sommige reinigingsmiddelen voor
roestvrij staal kunnen krassen veroorzaken. Chloor of chloorhoudende middelen leiden bij roestvrij staal tot corrosie. Let op de samen­stelling van het reinigingsmiddel.
Haal voor elke reparatie de spanning van het
apparaat en sluit de gastoevoer af.
Controleer bij eventuele storingen of gas- en
stroomvoorziening in orde zijn. Bij een stroomstoring kan de gaskookplaat niet
worden gebruikt. Indien er een stroomstoring optreedt wanneer de
gaskookplaat in gebruik is, draai dan alle schakelknoppen op 0. Om de gaskookplaat na een stroomstoring weer te kunnen gebruiken, moet u eerst alle schakelknoppen op 0 en vervolgens op de gewenste stand draaien.
Controleer bij een storing eerst aan de hand van de storingstabel op bladzijde 16 of u de storing zelf kunt verhelpen. Is het probleem dan nog niet verholpen, neem dan contact op met uw vakhandelaar of de Gaggenau-klantenservice. Vermeld daarbij het type apparaat (zie typeplaatje).
Reparaties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd, zodat de veiligheid van het apparaat gewaarborgd blijft.
Houdt u er rekening mee dat ingrepen die niet door een vakman zijn uitgevoerd tot gevolg hebben dat de garantie vervalt.
Gebruik uitsluitend originele onderdelen.
15
9. Onderhoud
16
10. Kleine storingen zelf verhelpen
Geen stroom-
voorziening
Ontsteek het apparaat opnieuw.
Indien het apparaat niet functioneert neem dan contact op met de Gaggenau-klantenservice
Brander ontsteekt niet wanneer deze
wordt ingeschakeld
Beveiliging tegen
oververhitting
Wacht totdat het
apparaat is
afgekoeld en het
akoestische
signaal ophoudt
Draai alle schakelknoppen op 0
Brander dooft tijdens het gebruik
Er klinkt een
akoestisch
signaal
Er klinkt een akoestisch signaal
Controleer de
zekering
Het akoestische
signaal houdt op
Het akoestische
signaal houdt op
Het akoestische
signaal houdt
niet op
Is de brander correct gemonteerd?
Is de gaskraan opengedraaid?
Is de brander droog en schoon?
Zit er lucht in de leiding na het aansluiten of na het wisselen van de gasfles (bij vloeibaar gas)?
Bij vloeibaar gas: is de gasfles leeg?
Wacht totdat het apparaat is
afgekoeld,
controleer dan:
Is de brander correct gemonteerd?
Is de vonkont­steking vuil (etensresten) of vochtig?
Is de brander door overge­kookt voedsel vervuild?
Sterke tocht (bijv. open raam vlak achter de kookplaat)?
Bij vloeibaar gas: is de gasfles leeg?
Na een stroom-
storing vindt
er geen auto-
matische heront-
steking plaats
Er klinkt een
akoestisch
signaal
Controleer de
stroom-
voorziening
Draai alle
schakel-
knoppen op 0
Neem contact
op met de
Gaggenau-
klantenservice
Schakelknop
wordt op 0 ge-
draaid, het appa-
raat probeert
echter opnieuw
te ontsteken
17
Technische gegevens - gas
Brander: Normale brander
Grote vlam 2,0 kW
Kleine vlam 0,165 kW
Grote brander Grote vlam 4,0 kW
Kleine vlam 0,165 kW
Wokbrander Grote vlam 5,0 kW
Kleine vlam 0,3 kW
Totaal vermogen 17,0 kW
Gasaansluiting: Schroefkoppeling R 1/2’’ voor
een bocht R 1/2’’, overeenkomstig DIN 1999, konisch-cilindrisch
Technische gegevens - elektra
Nominaal opgenomen vermogen
15 W
Spanning 220-240 V Frequentie 50-60 Hz
Technische wijzigingen voorbehouden!
11. Technische gegevens / Tabel gasregelaars
Landen AT BE CH CZ DE BE CH CZ DK AT CH DE
DE DK ES FI ES FI FR GB FR GB GR HU GR HU IE IS IE IS IT LU NL IT LU NO PL PL PT RU SE PT RU
Gasfamilie aardgas aardgas but./prop. but./prop. Gassoort H / E / L (G 20/25) LL (G 25) 3 + (G30/31) (G30/31) Druk 20/25 mbar 20 mbar 28-30/37 mbar 50 mbar
Gasregelaar grote vlam 1,55 1,70 B 1,00 0,87
buitenbrander
Gasregelaar kleine vlam
0,73 0,81 0,51 0,45
buitenbrander
Gasregelaar grote vlam
0,58 0,63 0,37 0,33
binnenbrander
Gasregelaar kleine vlam
0,45 0,51 0,31 0,25
binnenbrander
Luchtspleetinstelling/
0 00 0
buitenbrander [mm]
Luchtspleetinstelling/
* ** *
binnenbrander [mm]
Totaal vermogen
17 kW 17 kW 17 kW 17 kW
Totaal verbruik 1,70 m3/h 1,87 m3/h 1240 g/h 1240 g/h
* open
Tabel wokbrander
18
Landen AT BE CH CZ DE BE CH CZ DK AT CH DE
DE DK ES FI ES FI FR GB FR GB GR HU GR HU IE IS IE IS IT LU NL IT LU NO PL PL PT RU SE PT RU
Gasfamilie aardgas aardgas but./prop. but./prop. Gassoort H / E / L (G 20/25) LL (G 25) 3 + (G30/31) (G30/31) Druk 20/25 mbar 20 mbar 28-30/37 mbar 50 mbar
Gasregelaar grote vlam 0,98 1,05 0,64 0,57
buitenbrander
Gasregelaar kleine vlam
0,48 0,51 0,29 0,26
buitenbrander
Gasregelaar grote vlam
0,40 0,42 0,26 0,22
binnenbrander
Gasregelaar kleine vlam
0,36 0,40 0,22 0,21
binnenbrander
Luchtspleetinstelling/
0 06 (max) 6 (max)
buitenbrander [mm]
Luchtspleetinstelling/
* ** *
binnenbrander [mm]
Totaal vermogen
17 kW 17 kW 17 kW 17 kW
Totaal verbruik 1,70 m3/h 1,87 m3/h 1240 g/h 1240 g/h
* open
Tabel normale brander
19
Landen AT BE CH CZ DE BE CH CZ DK AT CH DE
DE DK ES FI ES FI FR GB FR GB GR HU GR HU IE IS IE IS IT LU NL IT LU NO PL PL PT RU SE PT RU
Gasfamilie aardgas aardgas but./prop. but./prop. Gassoort H / E / L (G 20/25) LL (G 25) 3 + (G30/31) (G30/31) Druk 20/25 mbar 20 mbar 28-30/37 mbar 50 mbar
Gasregelaar grote vlam 1,37 1,55 0,94 0,82
buitenbrander
Gasregelaar kleine vlam
0,59 0,65 0,40 0,35
buitenbrander
Gasregelaar grote vlam
0,40 0,42 0,26 0,22
binnenbrander
Gasregelaar kleine vlam
0,36 0,40 0,22 0,21
binnenbrander
Luchtspleetinstelling/
0 00 0
buitenbrander [mm]
Luchtspleetinstelling/
* ** *
binnenbrander [mm]
Totaal vermogen
17 kW 17 kW 17 kW 17 kW
Totaal verbruik 1,70 m3/h 1,87 m3/h 1240 g/h 1240 g/h
* open
Tabel grote brander
Belangrijke aanwijzingen
Houdt u zich aan de veiligheidsvoorschriften en
de
aanwijzingen uit hoofdstuk 1.
De installateur is verantwoordelijk voor het goed
functioneren van het apparaat op de plaats van opstelling. Hij dient de gebruiker aan de hand van de gebruiksaanwijzing de werkwijze van het apparaat uit te leggen. Voorts dient hij de gebruiker te tonen, hoe - in geval van nood - het apparaat spanningsvrij kan worden gemaakt en hoe de gastoevoer kan worden afgesloten.
Controleer het apparaat na het uitpakken op eventuele transportschade en meld deze onmiddellijk bij het expeditiebedrijf.
Let op!
Controleer voordat u het apparaat aansluit of de plaatselijke specificaties van het aansluitpunt
overeenkomen met de specificaties van het apparaat voor wat betreft gassoort, gasdruk en netspanning. De gegevens van het apparaat vindt u op de sticker bij het gasaansluitpunt of op het
typeplaatje. Deze gaskookplaat voldoet aan de
eisen van de categorieën die op het typeplaatje staan vermeld. Het typeplaatje bevindt zich op het apparaat en staat bovendien op het bijgevoegde losse blad. Door de gasregelaars te vervangen, kan het apparaat voor alle vermelde gassoorten worden ingesteld. Mochten de gegevens niet overeenkomen, dan moet het apparaat aan de desbetreffende gassoort en gasdruk worden aangepast.
De gaskookplaat heeft geen eigen afvoerkanaal voor verbrandingsgassen. De geldende installatievoorschriften moeten dan ook zorgvuldig in acht worden genomen.
Dit apparaat mag zonder speciale voorzorgsmaat­regelen in keukenmeubilair van hout of ander brandbaar materiaal worden ingebouwd. De muur achter het apparaat dient uit niet brandbaar materiaal te bestaan.
Tussen het apparaat en temperatuurgevoelige meubeldelen of zijwanden (bijvoorbeeld de zijwand van een kast) dient een afstand te worden aangehouden van minimaal
300 mm.
De kookplaat valt onder apparaatklasse 3 en moet volgens de inbouwschets in het werkblad worden ingebouwd.
Het apparaat mag niet onder een hangkast worden ingebouwd. Bij plaatsing onder een afzuigkap dient een afstand te worden aangehouden van minimaal
760 mm. Wandafdichtstrips moeten hittebestendig
zijn. Neem tussen kookplaat en wandafdichtstrip een afstand in acht van minimaal
30 mm.
De gaskookplaat dient door een erkend installateur te worden ingebouwd en aangesloten. Deze houdt zich strikt aan de landelijke voorschriften.
Technische wijzigingen voorbehouden.
20
12. Montagehandleiding
Belangrijk voor de ventilatie:
Deze gaskookplaat heeft een nominale belasting
van 17 kW (Hs). Bij gelijktijdig gebruik van alle branders van het
apparaat vindt er een grote warmte- en vochtontwikkeling op de plek van opstelling plaats. Daarom dienen er voldoende maatregelen te worden getroffen die voor een toereikende luchttoevoer en – afvoer zorgen.
Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door de installatie van een luchtafzuigkap die over een minimaal afzuigvermogen van 264 m
3
/h (= 15 m3/h
per kW nominale belasting) beschikt. Voor de ventilatie dienen geschikte openingen
aanwezig te zijn, zoals een deur naar buiten of een raam dat kan worden geopend.
Tijdens het gebruik van de gaskookplaat moet de afzuigkap zodanig worden gebruikt, dat hoe meer branders er in gebruik zijn, des te hoger de afzuigstand die op de afzuigkap moet worden gekozen.
Elektrische aansluiting
Maak voor de elektrische aansluiting (AC 220-240 V)
gebruik van een aansluitkabel met geaarde stekker en sluit deze aan op een volgens de voorschriften geaarde contactdoos die ook na het inbouwen van de gaskookplaat toegankelijk moet zijn.
Kan de stekker na de montage niet meer uit de contactdoos worden getrokken, dan moet het apparaat met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld via een toegankelijke scheidingsinrichting met minimaal 3 mm contact­afstand. Let er bij het aansluiten op dat de aansluit­kabel niet in aanraking komt met hete delen van de gaskookplaat of hete delen van andere apparatuur.
Draai alle schakelknoppen op 0 voordat het apparaat op het elektriciteitsnet wordt aangesloten.
De aansluitkabel dient minimaal van het type H 05 V2V2 3G 0,75 te zijn of een overeen­komstige hittebestendigheid te hebben (minimaal 90 °C).
De aansluitkabel mag alleen bij een vakman
worden gekocht en door deze worden aangesloten.
Houdt u rekening met de gegevens op het
typeplaatje en sluit de aarddraad aan. Sluit de aansluitkabel op de netspanning aan.
21
Voorbereiding van het inbouwmeubel
22
442,50
1,4 m
130
8*
914
510
min.
35
min. 30
885
490
min. 50
190
* 16,5 an den Luftansaugschlitzen
*
16,5 bij de luchtaanzuigopeningen
Let op! De kookplaat kan worden ingebouwd in
een onderkast die minimaal 900 mm breed is. Hierbij is de uitsparing in het werkblad net iets groter dan de breedtemaat van de binnenkant van de onderkast. Het apparaat mag niet boven een lade worden ingebouwd.
• Maak een uitsparing in het werkblad. Houdt u zich aan de inbouwschets en de maattabel.
Let op! De hoek tussen het snijvlak en het
werkblad dient 90° te zijn.
• Maak volgens de inbouwschets boorgaten Ø 35 mm voor bevestiging van de schakel­knoppen in het front van de onderkast.
• Indien het frontpaneel dikker is dan 26 mm, dan moet dit van achteren in de afmetingen van 80 x 470 mm zover worden uitgefreesd dat het frontpaneel op deze plaats niet dikker is dan 26 mm.
min. 87,5
max. 122,5* (*SV405-011/012: max. 162,5)
35
90
60
min. 5
80 x 470
D = 26 D > 26
min. 5
16 – 26
Inbouw van de kookplaat
Let op het volgende: indien het apparaat aan een
andere gassoort wordt aangepast, dienen de gas­regelaars te worden vervangen voordat het appa­raat wordt ingebouwd (zie bladzijde 27 - 29).
• Verwijder voor het inbouwen de beschermfolie en de piepschuim verpakkingsonderdelen bij de schakelknoppen.
• Houd de montageplaat van achteren tegen het frontpaneel aan (het profiel van de plaat moet beneden aan de achterkant zitten), steek de schakelknoppen van voren in de boorgaten en schroef deze van achteren met de bijgevoegde moeren vast. Zorg ervoor dat de schakelknoppen op de juiste plek voor de bijbehorende branders komen.
• Draai de bevestigingsmoeren van de vangschaal los en til de schaal voorzichtig naar boven toe eraf.
Let op! Bij het gebruik van een flexibele gasleiding
kan de kookplaat op het gas worden aangesloten voordat deze in het werkblad is geplaatst.
• Draai de spanklemmen naar de zijkant. Plaats de kookplaat waterpas in de uitsparing en stel deze.
Let op! Spuit geen siliconenkit tussen de kook-
plaat en het werkblad.
• Draai de spanklemmen onder het werkblad en draai ze vervolgens van bovenaf vast (om de klemmen vast te draaien moeten deze linksom worden gedraaid). Span de klemmen niet te strak. Zorg ervoor dat de spleet tussen kookplaat en werkblad rondom gelijkmatig is.
23
Montage van de assen
Voor de inbouw in extra diepe werkbladen zijn
asverlengstukken (SV 405-001 / SV 405-002 / SV 405-003) apart bij te bestellen.
Voor een grotere afstand van de schakelknoppen tot het werkblad zijn asverlengstukken (SV 405-011 / SV 405-012) apart bij te bestellen.
• Schroef beide afdekplaten los, schuif ze naar het midden en verwijder ze vervolgens.
• Steek de assen van achteren in de openingen bij de schakelknoppen. Let erop dat het bredere lipje bij de schakelknop in de bredere opening bij de as valt. Er zijn vier assen van dezelfde lengte en één langere as: deze is voor de wokbrander (middelste schakelknop).
• De gaskranen bij de branders moet op de nul­stand staan (met de vlakke delen naar boven). Schuif de assen op de pennen bij de gaskranen.
• Zet elke as met de borgschroef vast.
• Plaats beide afdekplaten en schroef deze vast.
24
afdekplaten
< 320 SV 405-003
< 40< 80< 160 StandardSV 405-002 SV 405-001
< 65< 140 SV 405-011SV 405-012
min. 5
min. 5
ø 35
ø 35
16 - 26
16 - 26
38
38
87,5 - 122,5
ø 60
162,5
ø 60
25
Gasaansluiting
Het gasaansluitpunt moet zich op een plaats
bevinden waar de afsluitkraan toegankelijk en zichtbaar is (eventueel na het openen van een kastdeurtje). Het apparaat moet met de bijgeleverde bocht R 1/2“ en de bijgevoegde afdichting worden aangesloten op een vaste aansluitleiding of een gekeurde veiligheidsslang, overeenkomstig DIN 3383 deel 1. Bij een veiligheidsslang die slechts gedeeltelijk van metaal is, mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn dan 70 °K. Is de veiligheidsslang geheel van metaal, dan mag de omgevingstemperatuur niet hoger zijn dan 115 °K. Een flexibele leiding moet zo worden gelegd dat deze niet in aanraking komt met bewegende delen van keukenelementen (zoals een lade).
• Draai de schakelknoppen op de nulstand.
• Sluit het apparaat op de gasleiding aan.
• Controleer de aansluiting op gaslekkage.
• Plaats de vangschaal en schroef deze gelijkmatig vast. Zet alle branders op de juiste manier in elkaar.
• Sluit het apparaat op de netspanning aan en controleer of het goed functioneert. Indien het apparaat vanzelf uitschakelt, bevindt er zich mogelijk lucht in de gasleiding. Draai de schakel­knop op 0 en ontsteek de brander opnieuw. Indien nodig, herhalen totdat het apparaat ontsteekt.
26
28
1/2”
105
50
max.
27
Het vervangen van de gasregelaars
Ombouw voor een andere gassoort Het aanpassen aan een andere gassoort dient
alleen door een erkend vakman te geschieden.
De voor de nieuwe gassoort benodigde gasrege-
laars kunt u als setje bestellen. Vermeld daarbij het apparaattype en de gassoort. U kunt de regelaars vervangen zonder het apparaat uit te bouwen.
Belasting bij alle gassoorten
De nominale belasting wordt bij alle gassoorten en
gasdrukken bereikt door het gebruik van de voor de desbetreffende gassoort bestemde gasregelaar
- bij grote en kleine vlam (zie de tabel gasregelaars).
Het vervangen van de kleine-vlam-regelaars
Haal de spanning van het apparaat, sluit de
gastoevoer af!
• Verwijder roosters, branderkopdeksels, branderringen en branderkoppen.
• Draai de bevestigingsmoeren van de vangschaal los (bij elke brander 3 moeren SW7 en 2 Torx T20 bij de wokbrander) en til de bak voorzichtig naar boven toe eraf.
• Schroef beide afdekplaten los, schuif ze naar het midden en verwijder ze vervolgens.
• Verwijder de assen tussen de schakelknoppen en de gaskranen.
• Schroef de afdekking bij de assen van de gaskranen los en verwijder deze.
• Draai de as van de gaskraan met het kunststof onderdeel zodanig dat de uitsparing boven de desbetreffende gasregelaar komt. Schroef de gasregelaar eruit en verwijder deze met behulp van een kleine tang.
• Schroef de nieuwe kleine-vlam-regelaars die overeenkomen met de gegevens uit de tabel voor de gasregelaars tot aan de aanslag erin.
Belangrijk! Let er bij het plaatsen op dat de
dichtring niet wordt beschadigd.
• Plaats de assen en afdekkingen in omgekeerde volgorde weer terug.
Voor het instellen van de gasregelaars zie de
tabel op de bladzijden 17 - 19.
Kleine-vlam-
regelaar buitenkant
Kleine­vlam­regelaar binnenkant
Het vervangen van de hoofdregelaars bij
normale en grote branders
Trek de veiligheidsclips van de branderleidingen.
De vonkontsteking mag aangesloten blijven. Schroef de branders los (Torx T20) en trek deze van de branderleidingen.
• Trek de regelaars met de hand van de branderleidingen af, verwijder de dichtringen.
• Controleer of de dichtringen correct in de nieuwe regelaars zitten. Schuif de regelaars op de branderleidingen.
Pas op! Verbuig de
branderleidingen hierbij niet.
• Steek de branders op de branderleidingen. Klik de veiligheidsclips op de branderleidingen.
• Schroef de branders vast.
• Luchtmengbuis na het losdraaien van de schroef op de juiste mengverhouding instellen (zie tabel gasregelaars). Draai de schroef vervolgens weer vast.
28
Voor het instellen van de gasregelaars zie de
tabel op de bladzijden 17 - 19.
Hoofdregelaar buitenkant
Hoofdregelaar binnenkant
Het vervangen van de hoofdregelaars van de
wokbrander
Schroef de brander van de onderbak van de
kookplaat (Torx T20). Draai de schroef bij de luchtmengbuis los. Schuif de luchtmengbuis helemaal naar binnen. Trek de veiligheidsclips van de branderleidingen. De vonkontsteking mag aangesloten blijven.
• Trek de brander van de branderleidingen, verwijder de gasregelaar en dichtring voor de binnenste brander met de hand. Schroef de gasregelaar voor de buitenste branderring eruit (SW10).
• Controleer of de dichtring correct in de nieuwe hoofdregelaar voor de binnenste brander zit. Schuif de regelaar op de branderleiding.
Pas op! Verbuig de branderleidingen hierbij niet.
• Schroef de nieuwe hoofdregelaar voor de buitenste brander tot aan de aanslag erin.
• Steek de brander op de branderleidingen. Klik de veiligheidsclips op de branderleidingen.
• Schroef de brander weer op de onderbak van de kookplaat.
• Luchtmengbuis na het losdraaien van de schroef op de juiste mengverhouding instellen (zie tabel gasregelaars). Draai de schroef vervolgens weer vast.
• Plaats de vangschaal en schroef deze gelijkmatig vast.
Controle van de werking van het apparaat
De branders zijn goed ingesteld, wanneer de
vlammen geen gele punten meer vertonen. Verder mogen de branders niet uitgaan als snel wordt overgeschakeld van grote naar kleine vlam.
Vergeet niet de oude sticker bij het gasaansluitpunt te vervangen door de sticker die bij het regelaarssetje is gevoegd. Zo documenteert u de aanpassing aan de andere gassoort.
9000044573 nl 01.05 EB 29
Voor het instellen van de gasregelaars zie de
tabel op de bladzijden 17 - 19.
Hoofdregelaar
buitenkant
Hoofdregelaar binnenkant
GAGGENAU HAUSGERÄTE GMBH
CARL-WERY-STR. 34 · D-81739 MÜNCHEN
Y (0 89)45 90-03
FAX (089) 45 90-23 47
www.gaggenau.com
Loading...