DIGITAL CAMERA
FINEPIX S1 Serie
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe u uw FUJIFILM digitale camera en de meegeleverde software gebruikt. Lees de gebruiksaanwijzing en in zijn geheel aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt en besteed hierbij extra aandacht aan de waarschuwingen in het hoofdstuk “Voor uw veiligheid” (P ii).
Voor informatie over aanverwante producten, bezoek onze website op http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html
BL04410-102 NL
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Meer over fotografie
Meer over afspelen
Draadloze netwerken
Films
Aansluitingen
Menu’s
Technische informatie
Probleemoplossing
Voor uw veiligheid
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
•Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze Veiligheidsopmerkingen en uw Gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
•Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt om de ernst aan te geven van een letsel of schade die kan ontstaan als de betekenis van het pictogram niet in acht wordt genomen en het product ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
WAAR- |
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instructies kan |
leiden tot ernstig of fataal letsel. |
|
SCHUWING |
|
|
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instructies kan |
OPGEPAST |
leiden tot persoonlijk letsel of materiële schade. |
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevolgen aan als de instructies niet wordt nageleefd.
Driehoekige pictogrammen geven aan dat deze informatie uw aandacht behoeft (“Belangrijk”).
Cirkelvormige pictogrammen met een diagonale streep geven aan dat die handeling verboden is (“Verboden”).
Opgevulde cirkels met een uitroepteken geven aan dat er een handeling moet worden verricht (“Vereist”).
WAARSCHUWING
|
Als er een probleem ontstaat, zet u de camera uit, verwijdert u de batterij, |
|
|
koppelt u de netadapter van de camera los en haalt u deze uit het stopcontact. |
|
Uit het |
Het blijven gebruiken van de camera als deze rook verspreidt of een |
|
ongewone geur of wanneer de camera een ander gebrek vertoont, |
||
stopcontact |
||
kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. |
||
verwijderen |
• Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer. |
ii
WAARSCHUWING
Laat geen water of andere vreemde voorwerpen de camera binnendringen.
Als water of andere vreemde voorwerpen in de camera terechtkomen, schakelt u de camera uit, verwijdert u de batterij, koppelt u de netstroomadapter los en trekt u deze uit het stopcontact.
Als u de camera blijft gebruiken, kan dat leiden tot brand of een elektrische schok.
• Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Niet gebruiken |
Gebruik de camera niet in de badkamer of in de douche. |
||
in de badka- |
Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken. |
||
mer of in de |
|
||
douche. |
|
||
|
|
|
Probeer nooit te demonteren of te modificeren (open nooit de behuizing). |
Niet demon- |
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of |
||
een elektrische schok veroorzaken. |
|||
teren. |
|
||
|
|
|
Mocht de behuizing openbreken door een val of ander ongeluk, raak de bloot- |
|
|
|
liggende onderdelen niet aan. |
|
|
|
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elek- |
Raak geen |
trische schok of letsel door het aanraken van beschadigde onder- |
||
interne onder- |
delen tot gevolg hebben. Verwijder onmiddellijk de accu en pas |
||
delen aan |
op voor letsel of een elektrische schok. Breng het product naar het |
||
|
|
|
verkooppunt voor raadpleging. |
|
|
|
Het verbindingssnoer mag niet worden aangepast, verwarmd, overmatig |
|
|
|
geplooid of uitgetrokken worden en er mogen geen zware voorwerpen op |
|
|
|
worden geplaatst. |
|
|
|
Deze handelingen zouden het snoer kunnen beschadigen en brand |
|
|
|
of een elektrische schok kunnen veroorzaken. |
|
|
|
• Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als het snoer beschadigd is. |
|
|
|
Plaats de camera niet op een onstabiele ondergrond. |
|
|
|
Hierdoor kan de camera vallen of kantelen en letsel veroorzaken. |
|
|
|
Probeer nooit foto’s te maken als u in beweging bent. |
|
|
|
Gebruik de camera niet tijdens het wandelen of als u in een auto |
|
|
|
rijdt. Dit kan leiden tot een val of een verkeersongeluk. |
|
|
|
Raak tijdens onweer de metalen onderdelen van de camera niet aan. |
|
|
|
Dit kan tot een elektrische schok leiden door de ladingsoverdracht |
|
|
|
van een blikseminslag. |
|
|
|
Gebruik de batterij niet voor andere doeleinden dan waarvoor deze bedoeld is. |
|
|
|
Plaats de batterij zoals aangeduid door de merktekens. |
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
Verwarm, wijzig of demonteer de batterij niet. Laat de batterij niet vallen of stel deze niet bloot aan schokken. Berg de batterij niet samen met metalen voorwerpen op. Gebruik geen andere laders dan het gespecificeerde model om de batterij op te laden.
Elk van deze handelingen kan tot ontploffing of lekkage van de batterij leiden en kan brand of letsel veroorzaken.
Gebruik uitsluitend batterijen of netstroomadapters die voor gebruik met deze camera goedgekeurd zijn. Gebruik geen andere spanning dan de vermelde spanningsvoeding.
Het gebruik van andere spanningsbronnen kan tot brand leiden.
Als de batterij lekt en vloeistof in contact komt met uw ogen, huid of kleding, spoelt u het betreffende gebied onmiddellijk met schoon water en zoekt u medische hulp of belt u onmiddellijk het alarmnummer.
Het onjuist vervangen van de batterij houdt explosiegevaar in. Vervang de batterij alleen door een batterij van hetzelfde of een vergelijkbaar type.
Gebruik niet in de nabijheid van ontvlambare voorwerpen, explosieve gassen of stof.
Als u de batterij bij u draagt, plaatst u deze in de digitale camera of bewaart u de batterij in de harde tas. Als u de batterij wilt opbergen, bergt u deze op in de harde tas. Als u de batterij wegbrengt voor recycling, bedekt u de polen met isolatietape.
Door contact met andere batterijen of metalen voorwerpen kan de batterij in brand vliegen of ontploffen.
Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
Omdat geheugenkaarten klein zijn, kunnen ze makkelijk door kinderen worden ingeslikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Als een kind een geheugenkaart inslikt, moet u onmiddellijk medische hulp zoeken of het alarmnummer bellen.
Schakel de camera uit in menigtes. De camera geeft radiofrequente straling af. Deze straling kan interfereren met pacemakers.
Schakel de camera uit in de nabijheid van automatische deuren, P.A.- systemen (geluidsinstallatie voor muziek tijdens openbare evenementen) en andere automatisch bestuurde apparaten. De camera geeft radiofrequente straling af, waardoor deze apparaten mogelijk niet naar behoren werken.
Houd de camera op een afstand van ten minste 22 cm van mensen die een pacemaker dragen. De camera geeft radiofrequente straling af. Deze straling kan interfereren met pacemakers.
Afdekking van stroomtoevoerend koppelstuk
Buiten het bereik van kleine kinderen houden.
iii
Voor uw veiligheid
OPGEPAST
Gebruik de camera niet op plaatsen met oliedampen, stoom, vochtigheid of stof.
Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge temperaturen zijn blootgesteld.
Laat de camera niet achter in afgesloten ruimtes zoals in een afgesloten voertuig of in direct zonlicht. Dit kan brand veroorzaken.
Buiten het bereik van kleine kinderen houden.
Dit product kan letsel aan de handen van kinderen veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen op de camera.
Hierdoor kan het zware voorwerp vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Verplaats de camera niet terwijl deze nog steeds met het netsnoer verbonden is. Trek niet aan het snoer om de netstroomadapter te verwijderen.
Deze handelingen zouden het snoer kunnen beschadigen en brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Gebruik de netstroomadapter niet wanneer de stekker beschadigd is of de stekkerverbinding loszit.
Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Bedek de camera en de netstroomadapter niet en wikkel deze niet in een doek of deken.
Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen waardoor de behuizing vervormt of waardoor er brand ontstaat.
Als u de camera reinigt en u de camera voor langere tijd niet van plan bent te gebruiken, verwijdert u de batterij en koppelt u de netstroomadapter los.
Doet u dit niet, dan kan dat leiden tot brand of een elektrische schok.
Na het opladen dient u de lader uit het stopcontact te verwijderen.
Er kan brand ontstaan als u de lader in het stopcontact laat zitten.
Als een flitser te dicht bij ogen wordt gebruikt, kan deze persoon daar tijdelijk door verblind raken.
Let bijzonder goed op bij het fotograferen van baby’s en kleine kinderen.
Bij het verwijderen van een geheugenkaart kan de kaart te snel uit de sleuf schieten. Gebruik uw vinger om de kaart tegen te houden en laat de kaart voorzichtig los.
Laat uw camera regelmatig nakijken en schoonmaken.
Een ophoping van stof in uw camera kan tot brand of een elektrische schok leiden.
•Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer om de camera om de 2 jaar van binnen te laten reinigen.
•Dit is echter niet gratis.
OPGEPAST
Haal uw vingers van het flitservenster voordat de flitser afgaat.
Anders zou u brandwonden kunnen oplopen.
Houd het flitservenster schoon en gebruik de flitser niet als het venster wordt belemmerd.
Anders kan rook of verkleuring ontstaan.
iv
Voor uw veiligheid
Spanningsvoeding en batterij
*Controleer welk type batterij u gebruikt voordat u de volgende beschrijvingen leest.
Hieronder wordt uitgelegd hoe u de batterijen juist gebruikt en hoe u de levensduur ervan kan verlengen. Onjuist gebruik van batterijen kan de levensduur ervan verkorten, maar kan ook lekkage, oververhitting, brand of een explosie veroorzaken.
1Voor deze camera gebruikt u een oplaadbare Lithium-ion batterij
*Bij levering is de batterij niet volledig opgeladen. Laad voor gebruik de batterij altijd op.
*Plaats de batterij in de camera of bewaar deze in de zachte tas wanneer u de batterij met u meeneemt.
■Batterijkenmerken
•De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelfs wanneer de batterij niet wordt gebruikt. Gebruik een batterij die onlangs werd opgeladen (in de afgelopen twee dagen) om foto’s te nemen.
•Om de levensduur van de batterij te maximaliseren, schakelt u de camera zo snel mogelijk uit als deze niet wordt gebruikt.
•Het aantal resterende foto’s is minder op koude locaties of bij koude temperaturen. Neem een reservebatterij mee die volledig is opgeladen. U kunt de capaciteit van de batterij ook verhogen door de batterij in uw zak of op een andere warme plaats te bewa-
ren en net voor u een opname maakt de batterij in de camera te plaatsen. Als u een verwarmingszakje gebruikt, mag u dit niet rechtstreeks tegen de batterij drukken. De camera werkt mogelijk niet als u een bijna lege batterij onder koude omstandigheden gebruikt.
■ De batterij opladen
•De batterij kan worden opgeladen bij een omgevingstemperatuur tussen 0°C en +40°C. Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing voor de oplaadduur van de batterij.
•Laad de batterij op bij een omgevingstemperatuur tussen +10°C en +35°C. Als u de batterij bij een andere temperatuur oplaadt, duurt het opladen langer omdat de prestaties van de batterij hierdoor worden verminderd.
•U kunt de batterij niet opladen bij temperaturen onder het vriespunt.
•De oplaadbare Lithium-ion batterij hoeft niet volledig leeg te zijn of ontladen te worden voordat deze kan worden opgeladen.
•De batterij kan na het opladen of onmiddellijk na gebruik warm aanvoelen. Dit is volkomen normaal.
•Laad een volledig opgeladen batterij niet opnieuw op.
■ Levensduur van de batterij
Bij normale temperaturen kan de batterij minimaal 300 keer worden gebruikt. Als de prestatieduur van de batterij duidelijk afneemt, wijst dit
erop dat de batterij het einde van de levensduur heeft bereikt en dat deze vervangen moet worden.
■ Opmerkingen over opslag
•Als de batterij voor langere perioden opgeladen wordt opgeslagen, kan de prestatie van de batterij achteruit gaan. Als de batterij voor langere tijd niet wordt gebruikt, laat u de batterij laten leeglopen voordat u deze opbergt.
•Als u de camera voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterij uit de camera.
•Bewaar de batterij op een koele plaats.
-Bewaar de batterij op een droge plaats met een omgevingstemperatuur tussen +15°C en +25°C.
-Bewaar de batterij niet op een hete of extreme koude plaats.
■Met de batterij omgaan Veiligheidswaarschuwingen:
•Bewaar of vervoer de batterij niet samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
•Warm de batterij niet op of gooi deze niet in het vuur.
•Probeer de batterij niet te demonteren of te wijzigen.
•Laad de batterij niet op met nietgespecificeerde laders.
•Breng een versleten batterij onmiddellijk weg.
•Laat de batterij niet vallen of stel deze niet bloot aan sterke schokken.
•Stel de batterij niet bloot aan water.
•Houd de polen van de batterij altijd schoon.
•Bewaar de batterij niet op een hete plaats. Wanneer u de batterij gedurende een langere periode gebruikt, worden de behuizing van de camera en de batterij zelf warm. Dit is normaal.
2DecameragebruiktAA-alkaline-, oplaadbareNi-MH-(nikkelmetaalhydride) ofAA-lithiumbatterijen
*Meer informatie over de batterijen die u kunt gebruiken, vindt u in de
Gebruiksaanwijzing van de camera.
■Waarschuwingen voor het gebruik van batterijen
•Verwarm de batterijen niet en gooi deze niet in een vuur.
•Bewaar of vervoer de batterij niet samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
•Stel de batterij niet bloot aan water, zorg ervoor dat deze niet nat worden en bewaar de batterijen niet op een vochtige plaats.
•Probeer de batterij en de batterijbehuizingen niet te demonteren of te wijzigen.
•Stel de batterijen niet bloot aan sterke schokken.
•Gebruik geen lekkende, vervormde of verkleurde batterijen.
•Bewaar batterijen niet op een warme of vochtige plaats.
•Houd de batterijen buiten het bereik van baby’s en kleine kinderen.
•Controleer of de polen van de batterijen (Cen D) goed zijn.
v
Voor uw veiligheid
•Gebruik niet gelijkertijd nieuwe en gebruikte batterijen. Gebruik niet gelijkertijd opgeladen en ontladen batterijen.
•Gebruik niet gelijkertijd verschillende merken batterijen.
•Als u de camera voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterij uit de camera. Houd er rekening mee als de camera wordt bewaard zonder batterijen, dat de tijden de datuminstellingen worden gewist.
•De batterijen voelen net na gebruik warm aan. Schakel voordat u de batterijen verwijdert, de camera uit en wacht tot de batterijen zijn afgekoeld.
•Omdat de batterijen niet goed werken in koude omstandigheden of op koude locaties, kunt u de batterijen in uw kleding verwarmen voordat u deze gebruikt. Batterijen werken niet goed als deze koud zijn. De batterijen werken weer als een normale temperatuur is bereikt.
•Vuil (zoals vingerafdrukken) op de batterijpolen verhindert dat de batterij goed kan worden opgeladen en het aantal opnamen wordt hierdoor verminderd. Maak de batterijpolen voorzichtig met een droge, zachte doek schoon voordat u deze oplaadt.
vi
Als er vloeistof lekt uit de batte- |
zing procedure voor het “Oplaad- |
• Ni-MH-batterijen hebben een be- |
||||||||||||||
rij, maakt u het batterijcomparti- |
bare batterijen ontladen”. |
|
|
perkte levensduur. Wanneer een |
||||||||||||
ment grondig schoon en plaatst |
OPGEPAST |
|
|
batterij slechts een korte tijd kan |
||||||||||||
u daarna nieuwe batterijen. |
|
|
|
worden gebruikt na herhaaldelijke |
||||||||||||
|
Gebruik de functie “Oplaadbare bat- |
|||||||||||||||
Als |
batterijvloeistof |
op |
uw |
ontladen en opladen, kan dit bete- |
||||||||||||
terijen ontladen” niet als u alkaline- |
||||||||||||||||
kenen dat de batterij niet meer kan |
||||||||||||||||
handen of kleding komt, rei- |
batterijen gebruikt. |
|
|
|||||||||||||
|
|
worden gebruikt. |
||||||||||||||
nigt u deze grondig met wa- |
• Gebruik de snelle batterijlader (af- |
|||||||||||||||
■ Batterijen weggooien |
||||||||||||||||
ter. Batterijvloeistof kan blind- |
zonderlijk verkrijgbaar) wanneer u |
|||||||||||||||
heid veroorzaken wanneer dit |
Ni-MH-batterijen gebruikt. Raad- |
• Gooi batterijen weg conform de |
||||||||||||||
in uw ogen komt. Wrijf niet in |
pleeg de instructies die bij de lader |
plaatselijke regelgeving. |
||||||||||||||
uw ogen wanneer dit gebeurt. |
zijn geleverd zodat u de lader goed |
|
|
|
|
|
|
|
||||||||
Spoel uw ogen met schoon |
gebruikt. |
|
|
3 |
Opmerkingen voor beide modellen |
|||||||||||
water en neem contact op |
• Gebruik de batterijlader niet om |
( |
1 |
, |
2 |
) |
|
|||||||||
met een arts. |
|
|
andere batterijen op te laden. |
|
■ Netstroomadapter |
|||||||||||
■ De AA Ni-MH-batterijen juist gebrui- |
• De batterijen voelen warm aan na- |
Gebruik altijd de netstroomadapter |
||||||||||||||
dat deze zijn opgeladen. |
|
|
voor uw camera. Het gebruik van een |
|||||||||||||
ken |
|
|
|
|
|
|
|
|||||||||
|
|
|
|
|
• De camera gebruikt een kleine |
netstroomadapter van een ander merk |
||||||||||
• Ni-MH-batterijen die een lange tijd |
||||||||||||||||
niet worden gebruikt kunnen wor- |
hoeveelheid voeding als de |
ca- |
dan de netstroomadapter van FUJIFILM |
|||||||||||||
mera is uitgeschakeld. Houd |
er |
kan uw digitale camera beschadigen. |
||||||||||||||
den |
“uitgeschakeld”. Bovendien |
|||||||||||||||
rekening mee dat wanneer u de |
Raadpleeg de |
Gebruiksaanwijzing |
||||||||||||||
kunnen Ni-MH-batterijen die her- |
||||||||||||||||
Ni-MH-batterijen een lange tijd in |
van uw camera voor meer informa- |
|||||||||||||||
haaldelijk |
worden opgeladen |
als |
||||||||||||||
de camera laat zitten, de batterijen |
tie over de netstroomadapter. |
|||||||||||||||
deze slechts gedeeltelijk zijn ont- |
||||||||||||||||
te veel worden ontladen. Hierdoor |
• Gebruik de netstroomadapter uit- |
|||||||||||||||
laden, last hebben van het “geheu- |
||||||||||||||||
worden ze zelfs na opnieuw opla- |
sluitend binnenshuis. |
|||||||||||||||
geneffect”. |
Ni-MH-batterijen |
die |
||||||||||||||
den, onbruikbaar. |
|
|
• Steek het verbindingssnoer stevig |
|||||||||||||
zijn “uitgeschakeld” of last hebben |
|
|
||||||||||||||
• Ni-MH-batterijen ontladen auto- |
in de DC-ingangaansluiting. |
|||||||||||||||
van het “geheugeneffect” leveren |
matisch, zelfs als deze niet worden |
• Schakel de FUJIFILM Digitale ca- |
||||||||||||||
na opladen slecht gedurende een |
||||||||||||||||
gebruikt. Hierdoor kan |
de |
ge- |
mera uit voordat u het snoer van |
|||||||||||||
korte |
tijd |
voeding. Om |
dit pro- |
|||||||||||||
bruiksduur worden verkort. |
|
de DC-ingangaansluiting loskop- |
||||||||||||||
bleem te voorkomen, ontlaadt en |
|
|||||||||||||||
• Ni-MH-batterijen slijten |
snel |
als |
pelt. Om deze los te maken, trekt |
|||||||||||||
laadt |
u |
deze verschillende keren |
deze te veel worden |
ontladen |
u voorzichtig aan de stekker. Trek |
|||||||||||
met de camerafunctie “Oplaadbare |
||||||||||||||||
(bijvoorbeeld wanneer u deze bat- |
niet aan het snoer. |
|||||||||||||||
batterijen |
ontladen”. Uitschakelen |
|||||||||||||||
terijen in een zaklamp |
gebruikt). |
• Gebruik de netstroomadapter niet |
||||||||||||||
en geheugenproblemen zijn type- |
||||||||||||||||
Ontlaad de batterijen met de ca- |
voor andere doeleinden dan voor |
|||||||||||||||
rend voor Ni-MH-batterijen en dit |
||||||||||||||||
merafunctie “Discharging rechar- |
uw digitale camera. |
|||||||||||||||
betekent niet dat de batterij defect |
||||||||||||||||
geable batteries” (oplaadbare bat- |
• Tijdens het gebruik kan de net- |
|||||||||||||||
is. Raadpleeg de Gebruiksaanwij- |
||||||||||||||||
terijen ontladen). |
|
|
stroomadapter |
warm aanvoelen. |
||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Dit is normaal.
Voor uw veiligheid
•Demonteer de netstroomadapter niet. Dit kan gevaarlijk zijn.
•Gebruik de netstroomadapter niet op een warme en vochtige plaats.
•Stel de netstroomadapter niet bloot aan sterke schokken.
•De netstroomadapter kan een zoemend geluid maken. Dit is normaal.
•Als de netstroomadapter in de nabijheid van een radio wordt gebruikt, kan deze statische elektriciteit veroorzaken. Als dit gebeurt, plaatst u de camera uit de buurt van de radio.
Voordat u de camera gebruikt
Richt de camera niet op extreem heldere lichtbronnen, zoals de zon bij een onbewolkte lucht. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de beeldsensor van de camera toebrengen.
■ Testopnamen voor fotografie
Vóór het maken van belangrijke foto’s (zoals bij huwelijken of tijdens reizen), kunt u het beste altijd eerst een testopname maken om te controleren of alles functioneert.
•FUJIFILM Corporation aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor een eventueel verlies (zoals de fotografiekosten of inkomensverlies door de fotografie) ontstaan ten gevolge van een storing van het product.
■ Opmerkingen over auteursrechten
Opnamen gemaakt met uw digitale camerasysteem mogen zonder toestemming van de eigenaar niet worden gebruikt op een manier die de
copyrightwetten overtreedt, tenzij deze uitsluitend voor privé-gebruik bedoeld zijn. Er zijn bepaalde beperkingen van toepassing bij het fotograferen van optredens op podia, evenementen en tentoonstellingen, zelfs wanneer de foto’s alleen voor privé-gebruik bestemd zijn. De gebruiker wordt er ook op gewezen dat het overdragen van een geheugenkaart die foto’s of gegevens bevat die onder de copyrightwetten vallen, uitsluitend toegestaan is binnen de beperkingen opgelegd door de regelgeving in het kader van deze auteursrechten.
■ Omgaan met uw digitale camera
Stel de camera tijdens het maken en opslaan van foto’s niet bloot aan schokken om correcte opnames te garanderen.
■ Vloeibare kristallen
Als het LCD-scherm beschadigd is, moet u voorzichtig zijn met de vloeibare kristallen in het scherm. Neem onmiddellijk maatregelen als één van de volgende situaties zich voordoet.
•Als vloeibare kristallen met uw huid in aanraking komen, moet u de desbetreffende plaats met een doek droog wrijven en goed wassen met zeep en stromend water.
•Als er vloeibare kristallen in uw oog terechtkomen, moet u dat oog gedurende minimaal 15 minuten spoelen met schoon water en dan medische hulp zoeken.
•Als vloeibare kristallen worden ingeslikt, moet u uw mond goed spoelen
met water. Drink grote hoeveelheden water en probeer over te geven. Zoek medische hulp.
Hoewel het LCD-paneel is vervaardigd met zeer geavanceerde technieken kunnen er zwarte plekken of continu verlichte plekken zijn. Dit is geen defect en is niet van invloed op de opgenomen beelden.
■ Informatie over handelsmerken xD-Picture Card en E zijn handelsmerken van FUJIFILM Corporation. De hierin gebruikte lettertypen zijn ontwikkeld door DynaComware Taiwan Inc. Macintosh, QuickTime en Mac OS zijn in de Verenigde Staten en andere landen gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. Windows 8, Windows 7, Windows Vista en het Windows-logo zijn handelsmerken van de Microsoft-groep. Wi-Fi ® en Wi-Fi Protected Setup ® zijn geregistreerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance. Adobe en Adobe Reader zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. De SDHCen SDXC-logo´s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Het HD- MI-logo is een handelsmerk. Facebook is een handelsmerk van Facebook, Inc. YouTube is een handelsmerk van Google Inc. Alle overige in deze gebruiksaanwijzing genoemde handelsmerken zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
■Opmerkingen over elektrische storing
Als de camera in ziekenhuizen of vliegtuigen wordt gebruikt, dan kan deze camera storing van andere apparatuur in het vliegtuig of ziekenhuis veroorzaken. Raadpleeg de betreffende regelgeving voor meer informatie.
■Toelichting op het kleurentelevisiesysteem
NTSC: National Television System
Committee, specificaties voor een kleurentelevisiesysteem, hoofdzakelijk van toepassing in de V.S., Canada en Japan.
PAL: Phase Alternation by Line, een kleurentelevisiesysteem hoofdzakelijk toegepast in Europa en China.
■ Exif Print (Exif ver. 2.3)
Exif Print Format is een nieuw bestandsformaat voor digitale camera’s dat een grote hoeveelheid opname-informatie voor optimale afdrukken bevat.
BELANGRIJKE OPMERKING: Lees eerst voordat u de software gebruikt
Direct of indirect exporteren, in zijn geheel of gedeeltelijk, van software met een licentie zonder de toestemming van de van toepassing zijnde bestuursorganen is verboden.
vii
Voor uw veiligheid
QQDit product, welke een coderingsfunctie bevat dat in de Verenigde Staten is ontwikkeld, wordt gecontroleerd door de United States Export Administration Regulations en mag niet worden geëxporteerd of opnieuw worden geëxporteerd naar landen waarvoor in de Verenigde Staten een handelsembargo geldt.
•Gebruik alleen als onderdeel van een draadloos netwerk.
FUJIFILM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van ongeoorloofd gebruik. Gebruik niet in toepassingen die een hoge mate van betrouwbaarheid vereisen, bijvoorbeeld in medische apparatuur of andere systemen die direct of indirect invloed hebben op een mensenleven. Bij gebruik van het apparaat in een computer en andere systemen die een grotere mate van betrouwbaarheid eisen, moeten alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen worden genomen om de veiligheid te garanderen en een defect te voorkomen.
•Gebruik alleen in het land waar het apparaat werd aangeschaft. Dit apparaat voldoet aan de voorschriften met betrekking tot draadloze netwerkapparaten in het land waar het werd aangeschaft. Neem alle lokale voorschriften in acht bij het gebruik van het apparaat. FUJIFILM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor problemen die voortvloeien uit het gebruik in andere rechtsgebieden.
•Draadloze gegevens (afbeeldingen) kunnen worden onderschept door derden. De beveiliging van gegevens verzonden via draadloze netwerken kan niet worden gegarandeerd.
• Gebruik het apparaat niet op plaatsen die onderhevig zijn |
|
|
|
Deze sticker duidt aan |
||
aan magnetische velden, statische elektriciteit of radio- |
2.4 |
DS/OF4 |
||||
interferentie. Gebruik de zender niet in de nabijheid |
|
|
|
dat dit apparaat in de |
||
|
|
|
2,4 GHz band |
werkt |
||
van magnetrons of op andere plaatsen die onderhevig |
|
|
|
|||
|
|
|
met behulp van DSSS- |
|||
zijn aan magnetische velden, statische elektriciteit of |
|
|
|
|||
|
|
|
en OFDM-modulatie en |
|||
radio-interferentie, waardoor ontvangst van draadloze |
|
|
|
|||
|
|
|
interferentie kan |
ver- |
||
signalen mogelijk wordt voorkomen. Wederzijdse in- |
|
|
|
|||
|
|
|
oorzaken op afstanden |
|||
terferentie kan zich voordoen als de zender in de na- |
|
|
|
|||
|
|
|
tot maximaal 40 m. |
|||
bijheid van andere draadloze apparaten in de 2,4 GHz |
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
||
band wordt gebruikt. |
|
|
|
|
|
|
• De draadloze zender werkt in de 2,4 GHz band met behulp |
|
|
|
|
|
|
van DSSSen OFDM-modulatie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Draadloze netwerkapparaten: |
|
|
|
|
|
|
Waarschuwingen |
|
|
|
|
|
|
• Dit apparaat werkt op dezelfde frequentie als commerciële, |
|
|
|
|
|
|
educatieve en medische apparaten en draadloze zenders. |
|
|
|
|
|
|
Het werkt tevens op dezelfde frequentie als zenders |
|
|
|
|
|
|
met een licentie en speciale laagspanningzenders |
|
|
|
|
|
|
zonder licentie die in RFID-trackingsystemen voor |
|
|
|
|
|
|
lopende banden en in andere vergelijkbare toepas- |
|
|
|
|
|
|
singen worden gebruikt. |
|
|
|
|
|
|
• Om interferentie met bovenstaande apparaten te voorko- |
|
|
|
|
|
|
men, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht |
|
|
|
|
|
|
worden genomen. Controleer of de RFID-zender niet in |
|
|
|
|
|
|
werking is, alvorens dit apparaat in gebruik te nemen. |
|
|
|
|
|
|
Merkt u dat het apparaat interferentie veroorzaakt |
|
|
|
|
|
|
in zenders met een licentie die voor RFID-tracking |
|
|
|
|
|
|
worden gebruikt, kies dan onmiddellijk een nieuwe |
|
|
|
|
|
|
werkfrequentie voor dit apparaat, zodat bijkomende |
|
|
|
|
|
|
interferentie kan worden voorkomen. Indien u merkt |
|
|
|
|
|
|
dat dit apparaat interferentie veroorzaakt in laagspan- |
|
|
|
|
|
|
ning RFID-trackingsystemen, neem dan contact op |
|
|
|
|
|
|
met een FUJIFILM-vertegenwoordiger. |
|
|
|
|
|
viii
Over deze gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen op de pagina’s ii–viii aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Informatie over specifieke onderwerpen vindt u aan de hand van onderstaand overzicht.
Inhoudsopgave.................................................. P x
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk overzicht van de gehele gebruiksaanwijzing. Alle camerafuncties worden er in behandeld.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen...... P 122
Lees hier wat het knipperende pictogram of de foutmelding in het LCD-scherm betekent.
Probleemoplossing |
..........................................P 114 |
Heeft u een probleem met uw camera? U vindt de oplossing hier.
Geheugenkaarten
Foto’s kunnen worden opgeslagen op optionele SD-, SDHCen SDXC-geheugenkaarten (P 11), in deze handleiding wordt ernaar verwezen als “geheugenkaarten”.
Temperatuurwaarschuwing
De camera schakelt automatisch uit voordat de temperatuur of de temperatuur van de batterij boven de veilige grens uitkomt. Foto’s die zijn gemaakt met een temperatuurwaarschuwing kunnen hogere “ruiswaarden”(spikkels) vertonen. Schakel de camera uit en wacht tot deze is afgekoeld voordat u de camera weer inschakelt.
ix
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid........................................................................... |
ii |
Veiligheidsopmerkingen............................................................. |
ii |
Over deze gebruiksaanwijzing................................................. |
ix |
Voordat u begint |
|
Inleiding............................................................................................... |
1 |
Symbolen en conventies.............................................................. |
1 |
Meegeleverde accessoires.......................................................... |
1 |
Delen van de camera..................................................................... |
2 |
LCD-indicators.............................................................................. |
4 |
Het scherm..................................................................................... |
6 |
Eerste stappen |
|
Accessoires bevestigen................................................................. |
8 |
Het bandje...................................................................................... |
8 |
De lensdop..................................................................................... |
8 |
De zonnekap (optioneel accessoire).................................... |
8 |
De batterij plaatsen........................................................................ |
9 |
Een geheugenkaart plaatsen................................................... |
11 |
De batterij opladen....................................................................... |
14 |
De camera inen uitschakelen................................................. |
16 |
Opnamestanden........................................................................... |
16 |
Afspeelstand................................................................................... |
16 |
Basisinstellingen............................................................................. |
17 |
x
Eenvoudig fotograferen en afspelen |
|
Foto’s maken in de modus M |
|
(Scèneherkenning)........................................................................ |
18 |
Foto’s bekijken................................................................................ |
23 |
Meer over fotografie |
|
Opnamestanden............................................................................. |
24 |
De functieknop........................................................................... |
24 |
MSCÈNEHERKENNING..................................................... |
25 |
BAUTOMATISCH........................................................................ |
25 |
Adv. GEAVANCEERD.................................................................... |
25 |
SP ONDERWERPPROGRAMMA................................................ |
29 |
rBEW. PANOR. 360.................................................................. |
30 |
P: PROGRAMMA AE...................................................................... |
32 |
S: SLUITER AE.................................................................................. |
33 |
A: DIAFRAGMA AE......................................................................... |
33 |
M: HANDMATIG............................................................................. |
34 |
C: AANGEPAST................................................................................ |
35 |
Intelligente gezichtsdetectie.................................................... |
36 |
Scherpstelvergrendeling............................................................ |
38 |
FOpnamestanden Macro en Super Macro |
|
(close-ups)......................................................................................... |
40 |
NDe flitser gebruiken (Intelligente flitser)......................... |
41 |
JDe zelfontspanner gebruiken............................................ |
43 |
Intervalopname............................................................................. |
44 |
De Fn-knop........................................................................................ |
45 |
IContinustand (continu fotograferen)............................. |
46 |
dBelichtingscompensatie...................................................... |
49 |
DWITBALANS................................................................................ |
51 |
Scherpstelstand.............................................................................. |
52 |
Keuze van scherpstelframe....................................................... |
54 |
Inhoudsopgave
Meer over afspelen |
|
Afspeelfuncties............................................................................... |
55 |
Continu fotograferen.................................................................. |
55 |
Afspeelzoom................................................................................... |
55 |
IFavorieten: Foto’s waarderen............................................. |
56 |
Multi-Frame afspelen.................................................................. |
57 |
Panorama’s bekijken.................................................................... |
58 |
kFotoboek hulp.......................................................................... |
59 |
Een fotoboek maken................................................................... |
59 |
Fotoboeken bekijken.................................................................. |
60 |
Bewerken en verwijderen van fotoboeken........................ |
60 |
bEen foto zoeken....................................................................... |
61 |
AFoto's wissen.............................................................................. |
62 |
Draadloze netwerken |
|
Draadloze netwerken gebruiken............................................ |
63 |
Verbinden met smartphones................................................... |
63 |
Foto’s op een computer opslaan............................................ |
63 |
Films |
|
Films opnemen................................................................................ |
64 |
Filmbeeldformaat......................................................................... |
66 |
aFilms afspelen........................................................................... |
67 |
Aansluitingen |
|
Foto’s afspelen op een televisietoestel................................ |
68 |
De camera aansluiten op een HD-tv . |
|
(High Definition)............................................................................ |
68 |
Foto’s afdrukken via USB............................................................ |
69 |
De camera aansluiten.................................................................. |
69 |
Geselecteerde foto’s afdrukken.............................................. |
69 |
DPOF printopdrachten afdrukken......................................... |
70 |
Een DPOF printopdracht aanmaken..................................... |
72 |
Foto’s bekijken op een computer........................................... |
75 |
Windows: MyFinePix Studio installeren............................... |
75 |
Macintosh: RAW FILE CONVERTER installeren................... |
77 |
Foto’s of films importeren naar een computer met |
|
besturingssysteem Mac (Macintosh)..................................... |
78 |
De camera aansluiten.................................................................. |
78 |
Menu’s |
|
De menu’s gebruiken: Opnamestanden.............................. |
80 |
Het menu Opnamestanden gebruiken................................ |
80 |
De opties van het menu Opnamestanden......................... |
81 |
NISO............................................................................................. |
83 |
OBEELDGROOTTE................................................................... |
83 |
TBEELDKWALITEIT................................................................. |
84 |
PFINEPIX KLEUR...................................................................... |
85 |
CLICHTMEETSYSTEEM.......................................................... |
85 |
FFILMSCHERPSTELLING....................................................... |
86 |
J AE BKT EV-STAPPEN............................................................ |
86 |
I FLITSLICHT............................................................................. |
86 |
g EXTERNE FLITSER................................................................. |
87 |
xi
Inhoudsopgave
De menu’s gebruiken: Afspeelstand..................................... |
88 |
Het Afspeelmenu gebruiken.................................................... |
88 |
De opties van het Afspeelmenu.............................................. |
88 |
iFILM BEWERKEN.................................................................. |
90 |
j MARK. VOOR OPL................................................................ |
91 |
I DIAVOORSTELLING............................................................. |
93 |
BVERWIJDER R. OGEN.......................................................... |
94 |
DBEVEILIGEN............................................................................ |
95 |
GBEELDUITSNEDE.................................................................. |
96 |
O NIEUW FORMAAT................................................................ |
97 |
CFOTO DRAAIEN..................................................................... |
98 |
EKOPIËREN................................................................................ |
99 |
JBEELDVERHOUDING........................................................... |
99 |
Het menu Instellingen............................................................... |
100 |
Het menu Instellingen gebruiken....................................... |
100 |
De opties van het menu Instellingen.................................. |
101 |
NTIJDVERSCHIL.................................................................... |
104 |
KFORMATTEREN.................................................................. |
105 |
AWEERGAVE.......................................................................... |
105 |
BNUMMERING ..................................................................... |
106 |
IAFSPEEL VOLUME............................................................. |
106 |
JLCD HELDERHEID............................................................. |
106 |
ULCD ENERGIEBSPRNG...................................................... |
106 |
MUITSCHAKELEN................................................................... |
107 |
1 SNELST.................................................................................. |
107 |
b DIGIT. BEELDSTABIL.......................................................... |
107 |
R INTELL. DIGITALE ZOOM............................................... |
108 |
S DATUMSTEMPEL............................................................... |
108 |
Technische informatie |
|
Optionele accessoires............................................................... |
109 |
Accessoires van FUJIFILM......................................................... |
110 |
Onderhoud van de camera...................................................... |
112 |
Probleemoplossing |
|
Probleemoplossing..................................................................... |
114 |
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen.................... |
122 |
Appendix |
|
Capaciteit van de geheugenkaart........................................ |
126 |
■Fotografifias............................................................................ |
126 |
■Filmes........................................................................................ |
126 |
Technische gegevens.................................................................. |
127 |
xii
Inleiding
Symbolen en conventies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
3: Informatie die u moet lezen voordat u de camera in gebruik neemt en die u leert hoe u de camera correct bedient.
1: Punten waarop u tijdens het gebruik van de camera moet letten.
2 : Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen. P: Pagina’s elders in deze gebruiksaanwijzing waarop andere relevante informatie staat.
Menu’s en andere teksten die op het LCD-scherm van de camera verschijnen, worden vetgedrukt weergegeven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing wordt het LCD-scherm van de camera ten behoeve van de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden bij de camera meegeleverd:
NP-85 oplaadbare batterij |
|
|
Netstroomadapter |
|
Stekkeradapter * |
|
USB-kabel |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
• Beginnershandleiding
• Afdekking van stroomtoevoerend koppelstuk (ter bescherming van contacten, bevestigd op camera)
Draagriem |
Lensdop |
CD-ROM |
begint u Voordat
* Het model van de adapter varieert afhankelijk van de verkoopregio. |
1 |
|
Inleiding
Delen van de camera
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
1 |
Microfoon..................................................... |
64 |
2 |
Stroomvoerend koppelstuk......87, 111 |
|
3 Bevestigingsoog voor de |
|
|
|
draagriem........................................................ |
8 |
4 |
Dioptrieregelaar.......................................... |
7 |
5 |
Zoomregelaar.............................. |
19, 55, 57 |
6 |
Ontspanknop.............................................. |
21 |
7 |
.............d(belichtingscompensatie)-knop |
49 |
13 |
..................................................AF-hulplicht |
39 |
8 |
I(seriestand)-knop.................................... |
46 |
14 |
Lampje voor de zelfontspanner...... |
43 |
9 |
Functieknop................................................. |
24 |
Flitser................................................................ |
41 |
|
10 |
Bedieningsknop................................ |
32, 34 |
15 |
Knop flitser opklappen......................... |
41 |
11 |
Indicatorlamp.............................................. |
22 |
16 |
Uitzoomknop.............................................. |
20 |
12 |
G-knop............................................. |
16 |
17 |
Schakelaar aan de zijkant..................... |
19 |
|
|
|
18 |
Lens................................................................... |
16 |
|
|
|
|
|
|
* Illustraties in deze handleiding kunnen ten behoeve van de duidelijkheid enigszins vereenvoudigd afgebeeld zijn.
2
Inleiding
19 |
Elektronische zoeker |
7 |
|
t(filmopname)-knop |
64 |
27 |
|||||
20 |
Keuzeknop (zie hieronder) |
|
28 |
a(afspelen)-knop...................... |
23, 55 |
21 |
LCD-scherm......................................... |
4 |
29 |
Afdekkle pje aansluiting |
|
22 |
DISP (display)/BACK-knop............. |
5, 55 |
|
.................................................... |
68, 69, 78 |
23 |
Bevestigingspunt voor statief |
30 |
WiFi-knop............................................. |
63 |
|
24 |
Afdekkap van het |
|
31 |
Luidspreker......................................... |
67 |
|
batterijencompartiment.............. |
9 |
32 |
Geheugenkaartsleuf..................... |
11 |
25 |
Vergrendeling van het batterij- |
33 |
USB multi-aansluiting........... |
69, 78 |
|
|
encompartiment.............................. |
9 |
34 |
HDMI Mini-aansluiting. |
.............. 68 |
26 EVF/LCD (schermkeuze)-knop.............. 7 |
|
De keuzeknop |
|
Cursor omhoog |
MENU/OK-knop |
Fn (functie)-knop (P 45) |
|
b(wissen)-knop (P 62) |
(P 17, 80, 88, 100) |
Cursor links |
Cursor rechts |
F(macro)-knop (P 40) |
N(flitser)-knop (P 41) |
Cursor omlaag |
|
J(zelfontspanner)-knop (P 43) |
|
begint u Voordat
3
Inleiding
LCD-indicators
Tijdens het opnemen en afspelen kunnen de volgende indicators verschijnen. De weergegeven indicators kunnen verschillen naargelang de camera-instellingen.
■ Opname
N |
8/24/2014 10:58 AM |
|
1000 |
F7.1 |
*a: duidt aan dat er geen geheugenkaart is geplaatst en dat foto’s in het interne geheugen van de camera worden opgeslagen.
|
Resterend aantal opnamen |
126 |
|
Onscherptewaarschuwing |
|
1 |
15 |
|
|||
2 |
Filmmodus.................................................... |
66 |
16 |
...........................................................41, 117, 122 |
|
3 |
Indicator intern geheugen * |
|
IS mode........................................................... |
20 |
|
4 |
Scherpstelwaarschuwing.................... |
21 |
17 |
Datum en tijd.............................................. |
17 |
5 |
Datumstempel........................................ |
108 |
18 |
Sluitertijd en diafragma........................ |
32 |
6 |
Stille stand.................................................. |
101 |
19 |
Gevoeligheid............................................... |
83 |
7 |
Continustand.............................................. |
46 |
20 |
Beeldformaat/Beeldkwaliteit....83, 84 |
|
8 |
Belichtingsmeting.................................... |
85 |
21 |
Temperatuurwaarschuwing................ |
ix |
9 |
Indicator Intelligente |
|
22 |
FinePix kleur................................................. |
85 |
|
gezichtsdetectie....................................... |
36 |
23 |
Witbalans....................................................... |
51 |
10 |
Opnamestand............................................ |
24 |
24 |
Batterijniveau.............................................. |
19 |
11 |
Flitsstand........................................................ |
41 |
25 |
Downloadstatus locatiegegevens..... |
63 |
12 |
Macrostand (close-up).......................... |
40 |
26 |
Belichtingscompensatie-indicator..... |
49 |
13 |
Indicator zelfontspanner..................... |
43 |
27 |
Belichtingsindicator.................................. |
49 |
14 |
........................................Scherpstelframe |
38 |
|
|
|
■ Afspelen
100-0001 |
100 |
4:3 N |
6/25/2014 10:00 AM 1/1000 F2.8 123
1 |
Geschenkbeeld.......................................... |
55 |
2 |
Indicator stille stand............................ |
101 |
3 |
Geavanc. filter............................................. |
26 |
4 |
Pro focus stand, pro low-light stand.....94 |
|
5 |
Pro-stand weinig licht........................... |
27 |
6 |
Indicator Intelligente |
|
|
gezichtsdetectie....................................... |
36 |
7 |
Indicator afspeelstand................... |
23, 55 |
8 |
Beveiligd beeld.......................................... |
95 |
9 |
DPOF-afdrukindicator............................ |
72 |
10 |
Indicator fotoboekhulp........................ |
59 |
11 |
Markeren voor verzending naar...... |
91 |
12 |
Framenummer........................................ |
106 |
13 |
Locatiegegevens...................................... |
63 |
14 |
Waardering................................................... |
56 |
4
Inleiding
Indicators verbergen en weergeven
Druk op DISP/BACK om de indicators voor opname en afspelen als volgt in te stellen:
•Opname: Indicators weergegeven/indicators verborgen/HD kadreren/optimaal kadreren
•Afspelen: Indicators weergegeven/indicators verbergen/Ifavorieten (P 56)/foto-informatie
Histogrammen
q Beeldkwaliteit en formaat, w Gevoeligheid, e Sluitertijd/diafragma, r FinePix kleur, t Flitsstand, y Witbalans, u Belichtingscompensatie, i Framenummer, o Foto (overbelichte delen knipperen), !0 Histogram
Overbelichte gebieden knipperen aan en uit.
Histogrammen laten de verdeling van kleuren in een afbeelding zien. De horizontale as geeft de helderheid weer, de verticale as het aantal pixels.
pixels |
|
Aantal |
|
|
|
||
|
|
|
|
Luminosidade de pixel Schaduwen Lichtste delen
Optimale belichting: de verdeling van pixels verloopt in een gelijkmatige curve over het volledige kleurenbereik.
Overbelicht: het aantal pixels piekt aan de rechterkant van de grafiek.
Onderbelicht: het aantal pixels piekt aan de linkerkant van de grafiek.
begint u Voordat
5
Inleiding
Het scherm
Het scherm kan naar wens gedraaid en gekanteld worden om bijvoorbeeld zelfportretten, opnames uit een lage hoek of opnames uit een hoge hoek te maken.
1
•Voor normaal gebruik richt u het scherm naar buiten.
•Wanneer u de camera vervoert, richt u het scherm naar binnen om vuil en krassen te voorkomen.
Het scherm draaien
Draai het scherm voorzichtig. Oefen geen overmatige druk uit. Als u deze waarschuwingen niet in acht neemt, kan de verbinding tussen het scherm en de camera beschadigd raken. Merk op dat een kabel die aangesloten is op de camera aan het scherm kan blijven haperen.
Spiegelbeeld
Wanneer c SPIEGELBLD.DISPLY op AAN is ingesteld in het opnamemenu, wordt het beeld horizontaal gespiegeld en zo weergegeven op het LCD-scherm. Zo kunt u een zelfportret maken terwijl u in de spiegel kijkt.
6
Inleiding
De elektronische zoeker (EVF)
De elektronische zoeker, waarin dezelfde informatie wordt getoond als op het LCD- |
EVF |
|
scherm, kan worden gebruikt wanneer het licht direct op het LCD-scherm valt waardoor |
||
|
||
het erg moeilijk is om iets op het scherm te zien. Druk op de EVF/LCD-knop om het scherm |
LCD |
|
of de elektronische zoeker te selecteren. |
|
Helder omgevingslicht
Reflecties en glans veroorzaakt door helder omgevingslicht, kunnen het moeilijk maken het beeld op het scherm te zien; in het bijzonder als de camera buiten gebruikt wordt. Dit kan worden verholpen door de EVF/LCD-knop vast te houden om de outdoorstand aan te zetten. De outdoorstand kan ook worden ingeschakeld door de T MONITOR ZONLICHTFUNCTIE-optie te gebruiken in het instellingenmenu (P 101).
Dioptrieregelaar
Deze camera heeft een dioptrieinstelling om zich aan individuele oogsterkten aan te passen. Laat de dioptrieregelaar op en neer glijden tot de zoekerweergave scherpgesteld is.
3
Fel zonlicht gefocust door de zoeker kan het paneel van de elektronische zoeker (EVF) beschadigen. Richt de elektronische zoeker niet op de zon.
begint u Voordat
7
Accessoires bevestigen
Het bandje
Bevestig de draagriem aan de twee bevestigingsogen zoals onderstaande afbeelding laat zien
stappen Eerste
3
Controleer of de draagriem goed vastzit, want anders kan de camera vallen.
De lensdop
Bevestig de lenskap zoals afgebeeld.
8
Bind de lensdop vast om te voorkomen dat u hem verliest. Haal het meegeleverde koord eerst door het oog (q) en bevestig de lensdop daarna aan de draagriem (w).
De zonnekap (optioneel accessoire)
Draai de zonnekap in de aangegeven richting tot hij vastklikt.
De batterij plaatsen
Plaats de batterijen volgens onderstaande aanwij- |
2 |
Plaats de batterij. |
|
zingen in de camera. |
|
Plaats de batterij in het batterijcompartiment |
|
1 |
Open de afdekkap van het batterijencom- |
|
zoals weergegeven in de afbeelding, waarbij |
|
de batterij wordt gebruikt om de grendel opzij |
||
|
partiment. |
|
|
|
Schuif de vergrendeling |
|
te duwen. |
|
van het batterijencompar- |
|
Pijl |
|
timent in de aangegeven |
|
|
|
|
|
|
|
richting en open de afdek- |
|
|
|
kap van het batterijencom- |
|
|
|
partiment. |
|
|
|
a |
|
|
|
Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld voordat |
|
|
|
u de afdekkap van het batterijencompartiment opent. |
|
|
|
3 |
|
Batterijvergrendeling |
|
• Open de afdekkap van het batterijencomparti- |
|
|
|
|
|
|
|
ment nooit wanneer de camera is ingeschakeld. |
|
3 |
|
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaat- |
|
|
|
|
Plaats de batterijen in de juiste richting in het bat- |
|
|
regel kan beschadiging van fotobestanden of ge- |
|
|
|
|
terijencompartiment. Oefen nooit kracht uit en pro- |
|
|
heugenkaarten tot gevolg hebben. |
|
|
|
|
beer niet de batterij achterstevoren of onderstebo- |
|
|
• Gebruik niet te veel kracht wanneer u de afdekkap |
|
|
|
|
ven in het compartiment te drukken. Als de batterij |
|
|
van het batterijencompartiment opent of sluit. |
|
|
|
|
in de richting wordt gehouden, glijdt hij moeiteloos |
|
|
|
|
|
|
|
|
in het compartiment. |
stappen Eerste
9
De batterij plaatsen
3 Sluit de afdekkap van het batterijencompartiment.
Druk het deksel omlaag totdat het op zijn plaats klikt.
De batterij verwijderen
Zet de camera uit alvorens de batterij te verwijderen en open het deksel van het batterijcomparti-
ment. Druk, om de batterij te verwijderen, de batterijgrendel opzij
en schuif de batterij uit de camera.
Batterijvergrendeling
3 Batterijen
•Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek. Anders kan de batterij mogelijk niet worden opgeladen.
•Plak geen etiketten of andere voorwerpen op de batterij. Anders kan de batterij mogelijk niet meer uit de camera worden genomen.
•Voorkom dat de batterijpolen worden kortgesloten. Anders kan de batterij oververhit raken.
•Lees de voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk “Spanningsvoeding en batterij” (P v).
•Gebruik alleen een voor de batterij voorgeschreven batterijlader. Anders kan de batterij en/of de batterijlader defect raken.
•Probeer niet de labels van de batterij te halen of de behuizing te openen.
•De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelfs wanneer de batterij niet wordt gebruikt. Laad de batterij een of twee dagen voor gebruik op.
10
Een geheugenkaart plaatsen
Hoewel de camera beschikt over een intern geheugen waarin de foto’s kunnen worden opgeslagen, kunnen er meer foto’s worden opgeslagen op SD-, SDHCen SDXC-geheugenkaarten (los verkrijgbaar).
1 Open de afdekkap van het batterijencompartiment.
Schuif de vergrendeling van het batterijencompar-
timent in de aangegeven richting en open de afdekkap van het batterijencom-
partiment.
2 Plaats de geheugenkaart.
Houd de geheugenkaart in de richting zoals hieronder aangegeven en schuif deze in het apparaat totdat hij aan de achterkant van de sleuf vastklikt.
3
•Let erop dat u de geheugenkaart in de juiste richting in de kaartsleuf steekt, steek de kaart er niet onder een hoek in en oefen geen kracht uit. Als de geheugenkaart niet of niet correct is geplaatst, verschijnt aop het LCD-scherm en wordt het interne geheugen gebruikt voor opname en afspelen.
•SD/SDHC/SDXC-geheugen- kaarten kunnen worden beveiligd zodat de kaart niet geformatteerd kan worden en het niet mogelijk is om foto’s op te slaan of te wissen. Schakel de schrijfbeveiliging uit met behulp van het schakelaartje, voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
stappen Eerste
11
Een geheugenkaart plaatsen
3 Sluit de afdekkap van het batterijencompartiment.
Druk het deksel omlaag totdat het op zijn plaats klikt.
De geheugenkaart verwijderen
Controleer of de camera is uitgeschakeld, druk de geheugenkaart voorzichtig naar beneden en laat hem vervolgens langzaam los. De geheugenkaart kan nu worden verwijderd.
c
•De geheugenkaart kan uit de camera wegschieten als u te hard op de kaart drukt en hem vervolgens te abrupt loslaat.
•Een geheugenkaart die net uit de camera is gehaald, kan enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
12
Een geheugenkaart plaatsen
■ Compatibele geheugenkaarten
FUJIFILM en SanDisk SD-, SDHCen SDXC-geheu- genkaarten zijn getest en goedgekeurd om in deze camera te worden gebruikt. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op http://www.fujifilm.com/support/digital_cameras/ compatibility/. Met andere geheugenkaarten kan de werking niet worden gegarandeerd. De camera is niet geschikt om te worden gebruikt met xD-Picture Cards of MultiMediaCard (MMC) apparaten.
3 Geheugenkaarten
•Voorkom dat de camera wordt uitgeschakeld of dat de geheugenkaart wordt verwijderd terwijl de camera bezig is met het formatteren van de geheugenkaart of met het lezen van, of schrijven naar de geheugenkaart. Anders kan de geheugenkaart worden beschadigd.
•Nieuwe SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten moeten voor het eerste gebruik worden geformatteerd en alle geheugenkaarten die in een computer of ander apparaat zijn gebruikt, moeten ook weer worden geformatteerd. Zie “K FORMATTEREN” (P 105) voor meer informatie over het formatteren van geheugenkaarten.
•Geheugenkaarten zijn klein en kunnen worden ingeslikt; bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen. Roep onmiddellijk medische hulp in wanneer een kind een geheugenkaart heeft ingeslikt.
•miniSD of microSD adapters die groter of kleiner zijn dan de standaardafmetingen van een SD/SDHC/SDXC-kaart, worden mogelijk niet normaal uitgeworpen; breng, als de kaart niet wordt uitgeworpen, de camera naar een erkend servicecenter. Probeer de kaart niet met geweld uit de camera te halen.
•Kleef geen etiketten op geheugenkaarten. Etiketten die losraken, kunnen defecten veroorzaken.
•Gebruik een H-kaart of beter bij het opnemen van Full HD-films.
•Bij sommige soorten SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten kunnen filmopnamen onderbrekingen vertonen. Gebruik een H kaart of hoger bij het opnemen van HDof high-speed films.
•Bij het repareren van de camera kunnen de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen, gewist of beschadigd worden. Tevens dient u zich er van bewust te zijn dat de reparateur de in het geheugen opgeslagen foto’s kan bekijken.
•Door het formatteren van een geheugenkaart of het interne geheugen wordt een map aangemaakt waarin de foto’s worden opgeslagen. U mag deze map niet verwijderen of een andere naam geven. Ook mag u de fotobestanden in deze map niet bewerken, wissen of herbenoemen met behulp van een computer of ander apparaat. Gebruik alleen de camera om foto’s van geheugenkaarten en uit het interne geheugen te wissen, kopieer de bestanden naar de computer en bewerk of herbenoem de kopieën, en niet de originele bestanden.
stappen Eerste
13
De batterij opladen
Bij levering is de batterij niet opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op. De camera laadt de interne batterij op.
1 Sluit de plugadapter aan op de netspanningsadapter.
Sluit de plugadapter aan zoals aangegeven, en zorg ervoor dat die volledig op zijn plaats is ingestoken en klikt op de contactklemmen van de netspanningsadapter.
c
De plugadapter is uitsluitend bestemd voor gebruik met de meegeleverde netspanningsadapter. Gebruik die niet met andere apparaten.
2 Laad de batterij op.
Gebruik de bijgeleverde USB-kabel om de camera aan te sluiten op de bijgeleverde netspanningadapter. Steek de netstroomadapter vervolgens in een stopcontact.
c
Let erop dat u de connectors in de juiste richting houdt en plug ze volledig in.
c
Netstroomadapter
Stekkeradapter
De camera gebruikt een NP-85 oplaadbare batterij.
Wanneer een USB-kabel is aangesloten om de camera op te laden, kunt u geen foto’s of films maken.
14
De batterij opladen
Oplaadstatus
De indicatorlamp geeft de batterijstatus aan.
Indicatorlamp |
Batterijstatus |
Actie |
Aan |
Batterij opladen. |
— |
Uit |
Opladen voltooid. |
— |
Knippert |
Batterijfout. |
Zie pagina 114 |
|
|
|
Opladen via een computer
De batterij kan opgeladen worden door de camera aan een computer aan te sluiten.
Sluit de bijgeleverde USB-kabel aan zoals weergegeven en zorg dat u de aansluiting volledig in de camera plaatst. Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer; maak geen gebruik van USB-hubs of USB-poorten in het toetsenbord, e.d.
c
•Wanneer de computer in sluimermodus gaat tijdens het opladen, dan wordt de batterij niet verder opgeladen. Zet de sluimermodus van uw computer af om verder op te laden, en koppel de USB-kabel los een weer aan.
•Het opladen kan verhinderd worden afhankelijk van uw computerspecificaties, instellingen of condities.
stappen Eerste
15
De camera inen uitschakelen
Opnamestanden |
Afspeelstand |
Druk op de G-knop om de camera in te schake- |
Houd de a-knop gedurende ongeveer een secon- |
len. De lens wordt automatisch uitgeschoven. |
de ingedrukt om de camera in te schakelen en het |
|
afspelen te starten. |
Druk nogmaals op G-knop om de camera |
Druk nogmaals op de a-knop of druk op de |
weer uit te schakelen. |
G-knop om de camera uit te schakelen. |
2 Overschakelen naar de afspeelstand |
2 Overschakelen naar de opnamestand |
Druk op de a-knop om het afspelen te starten. Druk de |
Druk de ontspanknop half in om over te schakelen naar |
ontspanknop half in om weer terug te keren naar de op- |
de opnamestand. Druk op de a-knop om terug te keren |
namestand. |
naar het afspelen. |
|
3
•Zorg ervoor dat de lensdop is verwijderd vooraleer u de camera inschakelt.
•De camera kan beschadigd of defect raken als de lens bij het uitschuiven wordt tegengehouden.
•Vingervlekken en vuil op de lens zijn van invloed op de kwaliteit van de foto’s. Zorg ervoor dat de lens schoon blijft.
•De G-knop koppelt de camera niet volledig af van de voeding.
2 Uitschakelen
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als de camera niet wordt bediend gedurende de tijdsduur die is ingesteld via het menu M UITSCHAKELEN (zie pagina 107). Als u de camera wilt inschakelen, houdt u de G-knop of de
16 a-knop ongeveer een seconde lang ingedrukt.
Basisinstellingen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt er een taalkeuzevenster. Stel de camera volgens onderstaande aanwijzingen in (zie pagina 101 voor informatie over het opnieuw instellen van de klok of het veranderen van de taal).
1 Kies een taal.
ENGLISH
FRANCAIS
DEUTSCH
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
1.1Druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om een taal te markeren.
1.2Druk op MENU/OK.
2 Stel de datum en tijd in. |
||||||
|
|
|
|
|
2.1 Druk op de keuzeknop links of rechts om het jaar, de maand, de datum, |
|
|
|
|
DATUM/TIJD NIET INGESTELD |
|
||
|
|
|
|
2016 |
|
de uren of de minuten te selecteren en druk op de keuzeknop omhoog of |
|
|
|
|
2015 |
|
omlaag om de juiste waarden in te stellen. Om de volgorde te veranderen |
|
|
JJ. MM. DD |
2014 1. 1 |
12:00 |
||
|
|
|
|
2013 |
AM |
waarin het jaar, de maand en de datum worden weergegeven, selecteert |
|
|
|
|
2012 |
|
|
|
|
|
OK |
AFBREKEN |
|
|
|
|
|
|
u de datumnotatie en drukt u op de keuzeknop omhoog of omlaag. |
||
|
|
|
|
|
|
2.2 Druk op MENU/OK.
stappen Eerste
2 De cameraklok
Als er gedurende langere tijd geen batterijen in de camera zitten, wordt de cameraklok gereset en wordt het taalkeuzevenster weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. Als de batterijen circa 10 uur in de camera hebben gezeten, kunt u ze verwijderen en ongeveer 24 uur uit de camera laten zonder dat de klok, de taal of het batterijtype wordt gereset.
17
Foto’s maken in de modus M(Scèneherkenning)
afspelen en fotograferen Eenvoudig
18
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s kunt maken met de stand M(automatisch).
1
2
Schakel de camera in.
Druk op de G-knop om de camera in te schakelen.
Selecteer de stand M.
Zet de functieknop op M.
M
In deze opnamestand analy-
seert de camera automatisch de compositie en selecteert een scène die voor de omstandigheden en het type onderwerp
het meest geschikt is (as cenas
em colchetes são selecionadas Geselecteerde scène se a câmera detecta que o as-
sunto está movendo):
•b(a) (PORTRET): Menselijke portretten.
•c(cc) (LANDSCHAP): Kunstmatig of natuurlijk landschap.
•d(cd) (NACHT): Onderbelicht landschap.
•e(ce) (MACRO): Onderwerp dicht bij de camera.
•bd(ad) (NACHTPORTRET): Onderbelicht portretonderwerp.
•g(b) (TEGENLICHTPORTRET): Portretonderwerp met tegenlicht. a (c) (AUTO) is geselecteerd als geen van bovenstaande
mogelijkheden is gedetecteerd.