Algemeen5
Gebruik overeenkomstig de bedoeling5
Omgevingsvoorwaarden6
Verplichtingen van de gebruiker6
Verplichtingen van het personeel6
Netaansluiting6
Bescherming van uzelf en derden7
Gevaar door schadelijke gassen en dampen7
Gevaar door vonken8
Gevaren door net- en lasstroom8
Zwerfstromen10
EMV-apparaatclassificaties10
EMV-maatregelen10
EMF-maatregelen11
Bijzondere gevaren11
Eisen aan het beschermgas12
Gevaar door beschermgasflessen12
Gevaar op uitstromend beschermgas13
Veiligheidsmaatregelen op de opstelplaats en bij transport13
Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik14
Inbedrijfname, onderhoud en reparatie15
Veiligheidscontrole15
Afvoer van oude apparaten15
Veiligheidssymbolen15
Gegevensbescherming16
Auteursrecht16
Algemeen17
Apparaatconcept17
Systeemvoorwaarden17
Waarschuwingen op het apparaat18
Beschrijving van de waarschuwingen op het apparaat20
Opties en componenten22
Opties en componenten22
Opties voor wagentje24
Systeemconfiguraties25
Opbouw op wagentje25
Opbouw op de lasboom (Welding-Boom)26
Opbouw op de kraan27
Systeemlimieten28
Kraantransport29
Veiligheidssticker kraantransport29
Kraantransport WF 25i Dual met spoelopname D30031
Kraantransport WF 25i Dual met spoelopname D450 zonder spoelafdekking31
Kraantransport WF 25i Dual gemonteerd op het wagentje32
Bedieningselementen, aansluitingen en mechanische componenten33
Veiligheid33
WF 25i Dual met spoelopname D30033
WF 25i Dual met spoelopname D45035
Draadtoevoer achterzijde37
Draadtoevoer zijkant38
Functie van de knoppen Gascontrole, Draadterugloop en Draadinvoer39
Voor installatie en ingebruikneming41
Veiligheid41
Beoogd gebruik41
Vereisten voor de installatielocatie42
Opties monteren43
Veiligheid43
Spoelopname met afdekking D300 monteren43
Spoelopname zonder afdekking D450 monteren44
Algemeen63
Rem instellen D30063
Opbouw van de rem D30064
Rem van WF 25i Dual D450 instellen64
Opbouw van de rem D45066
Inbedrijfstelling67
Veiligheid67
Waarschuwing voor spanningvoerende, blootliggende onderdelen van de WF 25i Dual met
spoelopname D450 zonder spoelafdekking
Voorwaarden voor de inbedrijfname68
Inbedrijfstelling68
Opmerking over WIG-AC-toepassingen68
Lasproceslijnen selecteren69
Lasproceslijnenselecteren69
Lasproceslijn viabrandertoets selecteren69
Lasproceslijn via knop/LEDop draadtoevoer selecteren69
Lasproceslijn via de toetsGascontrole, Draadterugloop en Draadinvoer selecteren70
Lasproceslijn op de stroombronof via de afstandsbediening RC Panel Pro selecteren70
Lasproceslijn met de afstandsbedieningRC Panel Standard selecteren70
Storingsdiagnose en storingen opheffen71
Veiligheid71
Storingsdiagnose en storingen opheffen71
Verzorging, onderhoud en recycling75
Algemeen75
Veiligheid75
Bij elke inbedrijfstelling75
Elke 6 maanden76
Recycling76
Technische gegevens77
WF 25i Dual77
Spoelopname met afdekking D30078
Spoelopname zonder afdekking D45078
HP 70i78
HP 95i78
67
4
Veiligheidsvoorschriften
AlgemeenHet apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële vei-
ligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter potentieel
gevaar op voor:
het leven van de gebruiker of dat van derden
-
het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker
-
de efficiëntie van het werken met het apparaat.
-
Alle personen die met ingebruikname, bediening, onderhoud en reparatie van het
apparaat te maken hebben, moeten:
beschikken over de juiste kwalificaties
-
kennis van lassen hebben en
-
deze bedieningshandleiding volledig lezen en exact opvolgen.
-
De bedieningshandleiding moet worden bewaard op de plaats waar het apparaat
wordt gebruikt. Naast de bedieningshandleiding moet bovendien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming
van het milieu worden nageleefd.
Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat:
in leesbare toestand houden
-
niet beschadigen
-
niet verwijderen
-
niet afdekken, afplakken of overschilderen.
-
NL
Gebruik overeenkomstig de
bedoeling
De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het
apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk "Algemeen" in de handleiding
van het apparaat.
Storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden, moeten zijn verholpen
voordat het apparaat wordt ingeschakeld.
Het gaat om uw eigen veiligheid!
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor werkzaamheden overeenkomstig het
bedoelde gebruik.
Het apparaat is uitsluitend voor de op het kenplaatje vermelde laswerkzaamheden bestemd.
Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook:
het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen in de handleiding
-
het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen met betrekking tot vei-
-
ligheid en gevaren
het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden.
-
Gebruik het apparaat nooit voor de volgende doeleinden:
het ontdooien van leidingen
-
het laden van batterijen of accu's
-
het starten van motoren
-
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in industrie- en productieomgevingen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik in
woonomgevingen.
5
De fabrikant aanvaardt evenmin aansprakelijkheid voor gebrekkige of onjuiste resultaten.
Omgevingsvoorwaarden
Verplichtingen
van de gebruiker
Gebruik of opslag van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als
gebruik overeenkomstig de bedoeling. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de
hieruit voortvloeiende schade.
Temperatuurbereik van de omgevingslucht:
tijdens het lassen: -10 °C tot + 40 °C (14 °F tot 104 °F)
-
tijdens transport en opslag: -20 °C tot +55 °C (-4 °F tot 131 °F)
-
Relatieve luchtvochtigheid:
tot 50% bij 40 °C (104 °F)
-
tot 90% bij 20 °C (68 °F)
-
Omgevingslucht: vrij van stof, zuren, corrosieve gassen of substanties, enz.
Hoogte boven de zeespiegel: tot 2.000 m (6561 ft. 8.16 in.)
De gebruiker is verplicht uitsluitend personen met het apparaat te laten werken
die:
op de hoogte zijn van de fundamentele voorschriften over arbeidsveiligheid
-
en ongevallenpreventie, en vertrouwd zijn met de bediening van het apparaat
deze bedieningshandleiding, met name het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschrif-
-
ten", hebben gelezen en begrepen, en dit door het zetten van hun handtekening hebben bevestigd
voldoende gekwalificeerd zijn voor de werkzaamheden die zij uitvoeren.
-
Er moet regelmatig worden gecontroleerd of het personeel in voldoende mate
veiligheidsbewust werkt.
Verplichtingen
van het personeel
Alle personen die met het apparaat moeten werken, verplichten zich vóór aanvang van de werkzaamheden:
de fundamentele voorschriften over arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie
-
na te leven
deze bedieningshandleiding, met name het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschrif-
-
ten", te lezen, en door het zetten van hun handtekening te bevestigen dat zij
deze hebben begrepen en zullen naleven.
Voordat personen die met het apparaat werken, de werkplek verlaten, dienen zij
na te gaan of er ook tijdens hun afwezigheid geen persoonlijk letsel of materiële
schade kan ontstaan.
NetaansluitingApparaten met een hoog vermogen kunnen vanwege hun stroomopname de ener-
giekwaliteit van het stroomnetwerk beïnvloeden.
Dit kan voor bepaalde apparaattypen consequenties hebben in de vorm van:
aansluitbeperkingen
-
-
eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie
-
eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen
*)
*)
*)
telkens bij de aansluiting op het openbare stroomnetwerk
zie de technische gegevens
6
In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan of
het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig dient hiertoe te worden
overlegd met de energieleverancier.
BELANGRIJK! Zorg voor een veilige aarding van de netaansluiting!
NL
Bescherming van
uzelf en derden
Neem bij het werken met het apparaat staat u aan talrijke gevaren bloot, zoals
bijvoorbeeld:
vonken, rondvliegende hete metaaldeeltjes
-
voor ogen en huid schadelijke straling van de boog
-
schadelijke elektromagnetische velden, die voor dragers van een pacemaker
-
levensgevaarlijk zijn
gevaar van elektrische schokken door net- en lasstroom
-
verhoogde geluidsbelasting
-
schadelijke lasrook en -gassen
-
Neem bij het werken met het apparaat moeten geschikte beschermende kleding
dragen. De beschermende kleding moet de moet de volgende eigenschappen
hebben:
moeilijk ontvlambaar
-
isolerend en droog
-
het hele lichaam bedekkend, onbeschadigd en in goede toestand
-
veiligheidshelm
-
broek zonder omslag
-
Onder het dragen van beschermende kleding wordt onder meer verstaan:
Het afschermen van ogen en gezicht met een laskap die is uitgerust met de
-
juiste filters ter bescherming tegen UV-straling, hitte en vonken.
Het dragen (achter de laskap) van een geschikte lasbril met zijbescherming.
-
Het dragen van stevige schoenen die ook onder vochtige omstandigheden
-
isoleren.
Het beschermen van de handen met geschikte handschoenen (elektrisch iso-
-
lerend, hittebestendig).
Het dragen van gehoorbescherming ter vermindering van de geluidsbelasting
-
en ter voorkoming van gehoorschade.
Gevaar door
schadelijke gassen en dampen
Personen, vooral kinderen, tijdens het gebruik van het apparaat en tijdens het
lassen van de werkplek weghouden. Bevinden zich echter nog personen in de omgeving, dan:
wijst u deze op alle mogelijke gevaren (schade aan de ogen door het licht van
-
de boog, letstel door vonken, schadelijke lasrook, geluidsbelasting, risico van
schokken door net- of lasstroom, enz.)
stelt u geschikte veiligheidsmiddelen ter beschikking of
-
installeert u geschikte beschermwanden en beschermgordijnen.
-
De rook die bij het lassen ontstaat, bevat gassen en dampen die een gevaar voor
de gezondheid vormen.
Lasrook bevat stoffen die volgens monografie 118 van het International Agency
for Research on Cancer kanker veroorzaken.
Ruimte op tijd schoon zuigen.
Indien mogelijk een lasbrander met geïntegreerd zuigapparaat gebruiken.
Uw gezicht uit de buurt van lasrook en gassen houden.
Ontstane rook en schadelijke gassen
niet inademen
-
via een geschikte methode afzuigen uit de werkplaats.
-
7
Zorg voor voldoende toevoer van buitenlucht. Controleren of te allen tijde een
ventilatie van minstens 20 m³/uur wordt aangehouden.
Indien de ventilatie onvoldoende is, gebruikt u een lashelm met luchttoevoer.
Indien niet geheel duidelijk is of de ventilatie voldoende is, vergelijkt u de gemeten emissies van schadelijke stoffen met de toelaatbare grenswaarden.
Voor de mate waarin de lasrook schadelijk is, zijn onder meer de volgende componenten verantwoordelijk:
de metalen die voor het werkstuk worden gebruikt
-
de gebruikte elektroden
-
de toegepaste coatings
-
de gebruikte reinigingsmiddelen, ontvettingsmiddelen e.d.
-
gebruikte lasproces
-
De aanwijzingen in de veiligheidsinformatiebladen voor genoemde componenten
in acht nemen en de instructies van de fabrikant opvolgen.
Aanbevelingen voor blootstellingsscenario's en maatregelen voor risicobeheer en
voor de identificatie van arbeidsomstandigheden zijn op de website van de European Welding Association in het gedeelte Health & Safety te vinden (https://
european-welding.org).
Ervoor zorgen dat ontvlambare dampen (bijvoorbeeld van oplosmiddelen) niet
binnen het stralingsbereik van de boog terechtkomen.
Gevaar door vonken
Als er niet wordt gelast, het ventiel van de beschermgasfles of de hoofdgaskraan
sluiten.
Vonken kunnen brand en explosies veroorzaken.
Voer nooit laswerkzaamheden uit in de nabijheid van brandbare materialen.
Brandbare materialen moeten ten minste 11 meter (36 ft. 1.07 in.) van de boog
verwijderd zijn of worden voorzien van een betrouwbare afdekking.
Houd een geschikte, geteste brandblusser bij de hand.
Vonken en hete metaaldeeltjes kunnen ook door kleine kieren en openingen in de
omgeving terechtkomen. Om te voorkomen dat hierdoor kans op letsel of brandgevaar ontstaat, moet u passende maatregelen nemen.
Niet lassen in brand- en explosiegevaarlijke omgevingen of aan gesloten tanks,
vaten en buizen als deze niet zijn voorbereid conform de nationale en internationale normen.
Er mag niet worden gelast aan houders waarin zich gassen, drijfstoffen, minerale
oliën e.d. bevinden/hebben bevonden. Restanten van deze stoffen kunnen een explosie veroorzaken.
Gevaren door
net- en lasstroom
8
Een elektrische schok is per definitie levensgevaarlijk en kan dodelijk zijn.
Spanningvoerende delen binnen en buiten het apparaat niet aanraken.
Bij MIG/MAG- en TIG-lassen zijn ook de lasdraad, de draadspoel, de aandrijfrollen en alle metalen onderdelen die met de lasdraad in aanraking komen, spanningvoerend.
De draadtoevoer altijd op een voldoende geïsoleerde ondergrond plaatsen of een
geschikte, isolerende unit gebruiken voor de draadtoevoer.
Om uzelf en anderen adequaat tegen aarde- en massapotentiaal te beschermen,
dient u te zorgen voor een voldoende isolerende, droge ondergrond of afdekking.
De ondergrond of afdekking moet het gebied tussen lichaam en aarde- of massapotentiaal volledig afdekken.
Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd
zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Losse verbindingen, verschroeide of
beschadigde kabels, of leidingen met een te kleine kern direct vervangen.
Voor elk gebruik de stroomverbindingen handmatig op stevigheid controleren.
Bij stroomkabels met bajonetplug de stroomkabel minimaal 180° om de lengteas draaien en voorspannen.
Kabels en leidingen niet om uw lichaam of om lichaamsdelen wikkelen.
De laselektrode (staafelektrode, wolfraamelektrode, lasdraad, enz.)
nooit ter afkoeling in vloeistoffen onderdompelen
-
nooit aanraken wanneer de stroombron is ingeschakeld.
-
Tussen de elektroden van twee lasapparaten kan zich bijvoorbeeld de dubbele
nullastspanning van één lasapparaat voordoen. Bij gelijktijdige aanraking van de
potentialen van beide elektroden bestaat dan onder bepaalde omstandigheden
levensgevaar.
De net- en apparaatkabels regelmatig door een elektromonteur op een juiste
werking van de randaarde laten controleren.
NL
Om goed te kunnen werken, hebben apparaten van beschermingsklasse I een
stroomnetwerk met randaarde evenals een stekkersysteem met randaardecontact nodig.
Het apparaat op een stroomnetwerk zonder randaarde of een stopcontact zonder randaardecontact aansluiten is alleen toegestaan als alle nationale bepalingen voor veilige scheiding worden nageleefd.
Anders geldt dit als grof nalatig. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit
voortvloeiende schade.
Indien noodzakelijk met hiertoe geschikte middelen voor voldoende aarding van
het werkstuk zorgen.
Niet-gebruikte apparaten uitschakelen.
Bij werkzaamheden op hoogte een valbeschermingsuitrusting dragen.
Voor u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert, moet u het apparaat uitschakelen en de netstekker uit de wandcontactdoos halen.
Een duidelijk leesbaar en begrijpelijk waarschuwingsbord plaatsen om te voorkomen dat de netstekker opnieuw in de wandcontactdoos wordt gestoken en het
apparaat weer wordt ingeschakeld.
Na het openen van het apparaat:
alle onderdelen die elektrisch geladen zijn, ontladen
-
controleren of alle componenten van het apparaat stroomloos zijn.
-
Indien u werkzaamheden moet uitvoeren aan spanningvoerende delen, dient u
samen te werken met een tweede persoon die de hoofdschakelaar bijtijds kan uitschakelen.
9
ZwerfstromenAls onderstaande aanwijzingen niet worden opgevolgd, ontstaan er mogelijk
zwerfstromen. Deze kunnen het volgende veroorzaken:
brand
-
oververhitting van onderdelen die in contact staan met het werkstuk
-
beschadiging van randaardeleidingen
-
beschadiging van het apparaat en andere elektrische installaties
-
Voor een stevige verbinding tussen de werkstukklem en het werkstuk zorgen.
De werkstukklem zo dicht mogelijk bij de plaats waar u gaat lassen, bevestigen.
Het apparaat zodanig plaatsen dat het voldoende is geïsoleerd voor een elektrisch geleidende omgeving, zoals voor een geleidende bodem of geleidende onderstellen.
Bij het gebruik van stroomverdelers, units met een dubbele kop enz. rekening
houden met het volgende: Ook de elektrode van de niet-gebruikte lastoorts/elektrodenhouder is spanningvoerend. Voor een voldoende geïsoleerde opslagpositie
voor de niet-gebruikte lastoorts/elektrodenhouder zorgen.
Bij geautomatiseerde MIG/MAG-toepassingen moet de elektrode goed geïsoleerd van de lasdraadhouder, grote spoel of draadspoel naar de draadtoevoer
worden geleid.
EMV-apparaatclassificaties
EMV-maatregelen
Apparaten van emissieklasse A:
zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden;
-
kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door stra-
-
ling veroorzaken.
Apparaten van emissieklasse B:
voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt
-
ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het
openbare laagspanningsnet.
EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens.
In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld
als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers).
In dit geval is de gebruiker verplicht adequate maatregelen te treffen om de storing op te heffen.
Controleer en beoordeel of de immuniteit van installaties in de omgeving van het
apparaat in overeenstemming is met de nationale en internationale voorschriften.
Voorbeelden van storingsgevoelige installaties die door het apparaat beïnvloed
kunnen worden:
Veiligheidsvoorzieningen
-
Netkabels, signaalkabels en kabels voor gegevensoverdracht
-
Data- en telecommunicatie-installaties
-
Meet- en kalibratie-installaties
-
10
Ondersteunende maatregelen ter voorkoming van EMV-problemen:
Netvoeding
1.
Treden er, ondanks reglementaire aansluiting op het elektriciteitsnet,
-
elektromagnetische storingen op, tref dan extra maatregelen (gebruik
bijvoorbeeld een geschikt netfilter).
Laskabels
2.
Houd ze zo kort mogelijk.
-
Laat ze dicht bij elkaar lopen (ook ter voorkoming van EMF-problemen).
-
Leg ze ver verwijderd van andere leidingen.
-
Potentiaalvereffening
3.
Aarding van het werkstuk
4.
Breng, indien noodzakelijk, via geschikte condensatoren een aardeverbin-
-
ding tot stand.
Afscherming, indien noodzakelijk
5.
Scherm andere installaties in de omgeving af.
-
Scherm de complete lasinstallatie af.
-
NL
EMF-maatregelen
Bijzondere gevaren
Elektromagnetische velden kunnen nog onbekende schade aan de gezondheid
veroorzaken:
Gevolgen voor de gezondheid van personen die zich in de nabijheid bevinden,
-
bijvoorbeeld dragers van pacemakers en hoortoestellen.
Dragers van pacemakers moeten zich door hun arts laten adviseren voordat
-
zij zich in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat en het lasproces begeven.
De afstand tussen de laskabels en het hoofd/lichaam van de lasser moet om
-
veiligheidsredenen zo groot mogelijk worden gehouden.
Laskabels en slangenpakketten niet over de schouder dragen en niet om het
-
lichaam of lichaamsdelen wikkelen.
Handen, haren, kledingstukken en gereedschappen uit de buurt houden van bewegende onderdelen zoals:
ventilatoren
-
tandwielen
-
rollen
-
aandrijfassen
-
draadspoelen en lasdraden
-
Uw handen niet in de draaiende tandwielen van de draadaandrijving of in draaiende machineonderdelen steken.
Afdekkingen en zijdelen mogen uitsluitend worden geopend/verwijderd gedurende het uitvoeren van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.
Tijdens het gebruik:
Controleren of alle afdekkingen zijn gesloten en alle zijdelen correct zijn ge-
-
monteerd.
Alle afdekkingen en zijdelen gesloten houden.
-
Het uitsteken van de lasdraad uit de lastoorts levert een hoog risico op letsel op
(verwondingen aan handen, gezicht, ogen enz.).
Daarom altijd de lastoorts weghouden van het lichaam (apparaten met draadaanvoerunit) en een geschikte veiligheidsbril gebruiken.
Het werkstuk tijdens en na het lassen niet aanraken i.v.m. verbrandingsgevaar.
Van afkoelende werkstukken kan slak afspringen. Daarom ook bij het nabewerken
van werkstukken de voorgeschreven beschermende uitrusting dragen en ervoor
zorgen dat andere personen voldoende zijn beschermd.
Lastoortsen en andere uitrustingscomponenten met een hoge bedrijfstemperatuur laten afkoelen voordat u ermee gaat werken.
11
In ruimtes met een verhoogd risico op brand of explosie gelden bijzondere voorschriften.
- geldende nationale en internationale bepalingen in acht nemen.
Stroombronnen voor werkzaamheden in ruimten met een verhoogd elektrisch risico (bijvoorbeeld ketels) moeten zijn voorzien van het symbool (Safety). De
stroombron zelf mag zich echter niet in zulke ruimten bevinden.
Verbrandingsgevaar door uittredend koelmiddel. Het koelapparaat uitschakelen
voordat u de aansluiting van de koelmiddeltoevoer/-afvoer afkoppelt.
Bij het werken met koelmiddel de aanwijzingen op het veiligheidsinformatieblad
voor het koelmiddel in acht nemen. U kunt het veiligheidsinformatieblad aanvragen via de servicedienst van de fabrikant of downloaden op diens website.
Gebruik voor het kraantransport van apparaten uitsluitend geschikte lastopnamemiddelen van de fabrikant.
Bevestig kettingen of kabels aan alle hiervoor bestemde ophangpunten op
-
het geschikte lastopnamemiddel.
De kettingen of kabels moeten een zo klein mogelijke afwijking van hun lood-
-
rechte stand hebben.
Verwijder gasflessen en draadtoevoer (MIG/MAG- en TIG-apparaten).
-
Bij kraanophanging van de draadaanvoer tijdens het lassen altijd een geschikte,
isolerende draadaanvoerophanging gebruiken (MIG/MAG- en TIG-apparaten).
Eisen aan het beschermgas
Als het apparaat is voorzien van een draagriem of -greep, mag deze uitsluitend
worden gebruikt om het apparaat met de hand te dragen. De draagriem/-greep is
niet geschikt voor transport van het apparaat per kraan, vorkheftruck of ander
mechanisch hefwerktuig.
Alle aanslagmiddelen (riemen, beugels, kettingen enz.) die voor het transport van
het apparaat of onderdelen ervan worden gebruikt, moeten regelmatig worden
gecontroleerd (bijvoorbeeld op mechanische beschadigingen, corrosie en aantasting door omgevingsinvloeden).
Interval en omvang van deze controles moeten minimaal voldoen aan de geldende nationale normen en richtlijnen.
Bij gebruik van een adapter voor de beschermgasaansluiting bestaat het gevaar
dat er onopgemerkt kleur- en reukloos beschermgas vrijkomt. Het is daarom verstandig om vóór het monteren de schroefdraad aan apparaatzijde van de adapter
voor de beschermgasaansluiting met geschikte Teflon-tape te omwikkelen.
Vooral bij ringleidingen kan verontreinigd beschermgas leiden tot schade aan de
apparatuur en tot een vermindering van de laskwaliteit.
Het beschermgas moet aan de volgende kwaliteitseisen voldoen:
Deeltjesgrootte van vaste stoffen < 40 µm
-
Druk-dauwpunt < -20 °C
-
Max. oliegehalte < 25 mg/m³
-
Gevaar door beschermgasfles-
sen
12
Gebruik indien nodig filters!
Beschermgasflessen bevatten gas onder druk. Beschadigde flessen kunnen exploderen. Aangezien beschermgasflessen deel uitmaken van de lasuitrusting,
moet er uiterst voorzichtig mee worden omgegaan.
Stel beschermgasflessen met verdicht gas niet bloot aan te grote hitte, mechanisch geweld, slak, open vuur, vonken en lasbogen.
Monteer beschermgasflessen altijd loodrecht en volgens de handleiding, zodat ze
niet om kunnen vallen.
Houd beschermgasflessen uit de buurt van elektrische stroomkringen (van het
lasapparaat en andere apparatuur).
Hang nooit een lastoorts op aan een beschermgasfles.
Raak een fles met beschermgas nooit aan met een laselektrode.
Explosiegevaar - voer nooit laswerkzaamheden uit aan een beschermgasfles onder druk.
Gebruik uitsluitend beschermgasflessen die geschikt zijn voor de specifieke
werkzaamheden. Gebruik alleen bijbehorende, geschikte accessoires (regelaars,
slangen, fittingen, enz.). Gebruik beschermgasflessen en accessoires alleen als
deze in goede staat zijn.
Draai bij het openen van het ventiel van de fles met beschermgas het gezicht weg
van de uitlaat.
Wordt er niet gelast, sluit dan het ventiel van de beschermgasfles.
Laat bij niet-aangesloten beschermgasflessen de kap op het ventiel zitten.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de beschermgasfles en de accessoires, en neem de betreffende nationale en internationale bepalingen in acht.
NL
Gevaar op uitstromend beschermgas
Veiligheidsmaatregelen op de
opstelplaats en
bij transport
Verstikkingsgevaar door ongecontroleerd uitstromen van beschermgas
Dit kleur- en geurloze beschermgas kan bij uitstromen in de omgevingslucht het
aanwezige zuurstof verdringen.
Zorg voor voldoende aanvoer van frisse lucht - ventilatievolume van minimaal
-
20 m³/uur
Volg de veiligheids- en onderhoudsinstructies van de beschermgasfles of
-
hoofdgaskraan op
Wordt er niet gelast, sluit dan het ventiel van de beschermgasfles of de
-
hoofdgaskraan.
De beschermgasfles of hoofdgaskraan moet voor ieder gebruik gecontro-
-
leerd worden op eventueel ongecontroleerd uitstromend gas.
Een omvallend apparaat kan resulteren in levensgevaar! Plaats het apparaat stabiel op een vlakke, vaste ondergrond.
Een hellingshoek van maximaal 10° is toelaatbaar.
-
In brand- en explosiegevaarlijke ruimten gelden bijzondere voorschriften.
Houd u aan de betreffende nationale en internationale bepalingen.
-
Zorg er door middel van instructies en controles binnen het bedrijf voor dat de
omgeving van de werkplek altijd schoon en overzichtelijk is.
Plaats en gebruik het apparaat uitsluitend volgens de op het kenplaatje aangeduide beschermingsklasse.
Bij het opstellen van het apparaat een vrije ruimte van 0,5 m (1 ft. 7,69 in.) rondom aanhouden, zodat de koellucht ongehinderd kan in- en uitstromen.
Zorg er bij het transport van het apparaat voor dat u zich houdt aan de geldende
nationale en regionale richtlijnen en veiligheidsvoorschriften. Dit geldt met name
voor de richtlijnen met betrekking tot potentiële gevaren bij verzending en transport.
13
Actieve apparaten niet optillen of transporteren. Schakel apparaten altijd uit
voordat u ze optilt of transporteert!
Tap het koelmiddel altijd volledig af voordat u het apparaat transporteert. Demonteer vóór transport bovendien de volgende onderdelen:
Draadtoevoer
-
Draadspoel
-
Beschermgasfles
-
Stel het apparaat na transport niet meteen in dienst, maar voer eerst een grondige visuele controle uit. Laat eventuele beschadigingen vóór de inbedrijfname
door vakkundig onderhoudspersoneel repareren.
Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik
U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen volledig operationeel zijn. Zijn de veiligheidsvoorzieningen niet volledig operationeel,
dan levert dit gevaar op voor:
het leven van de gebruiker of dat van derden;
-
het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker;
-
de efficiëntie van het werken met het apparaat.
-
Laat niet volledig operationele veiligheidsvoorzieningen repareren voordat u het
apparaat inschakelt.
Veiligheidsvoorzieningen nooit omzeilen of buiten werking stellen.
Voordat u het apparaat inschakelt, dient u te controleren of er niemand gevaar
loopt.
Controleer ten minste eenmaal per week of het apparaat zichtbare schade vertoont en of de veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken.
Bevestig beschermgasflessen altijd op de juiste manier en verwijder ze van tevoren bij kraantransport.
Op grond van de eigenschappen (mate van elektrische geleidbaarheid en brandbaarheid, vorstbeschermingsgraad, combineerbaarheid met bepaalde grondstoffen enz.) is alleen het originele koelmiddel van de fabrikant geschikt voor gebruik
in onze apparaten.
Gebruik uitsluitend een geschikt origineel koelmiddel van de fabrikant.
Vermeng het originele koelmiddel van de fabrikant niet met andere koelmiddelen.
Sluit alleen systeemcomponenten van de fabrikant op het koelcircuit aan.
Gebruikt u toch andere systeemcomponenten of een ander koelmiddel en ontstaat hierdoor schade, dan is de fabrikant hiervoor niet aansprakelijk en vervalt
elke aanspraak op garantie.
Cooling Liquid FCL 10/20 is niet ontvlambaar. Koelmiddel op basis van ethanol is
onder bepaalde omstandigheden ontvlambaar. Vervoer het koelmiddel alleen in
gesloten, originele houders en houd het verwijderd van mogelijke ontstekingsbronnen.
Voer afgewerkt koelmiddel af volgens de geldende nationale en internationale
voorschriften. U kunt het veiligheidsinformatieblad aanvragen via de servicedienst van de fabrikant of downloaden op diens website.
Controleer, voordat u begint met lassen, altijd de stand van het koelmiddel in het
apparaat in afgekoelde toestand.
14
Inbedrijfname,
onderhoud en
reparatie
Mijd niet-originele onderdelen; hiervan kan niet worden gewaarborgd dat ze voldoende robuust en veilig zijn geconstrueerd/geproduceerd.
Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen (dit geldt ook voor genor-
-
meerde onderdelen).
Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan het appa-
-
raat aan.
Onderdelen die niet in onberispelijke staat verkeren, dient u direct te vervan-
-
gen.
Geef bij bestellingen op: de exacte benaming en het onderdeelnummer vol-
-
gens de onderdelenlijst, het serienummer van uw apparaat.
De behuizingschroeven geven de randaardeverbinding voor de aarding van de behuizingonderdelen weer.
Gebruik altijd het correcte aantal originele behuizingschroeven met het aangegeven aanhaalmoment.
NL
Veiligheidscontrole
Afvoer van oude
apparaten
De fabrikant raadt aan om ten minste eenmaal per 12 maanden een veiligheidscontrole aan het apparaat uit te laten voeren.
De fabrikant raadt bovendien aan de gebruikte stroombronnen te kalibreren,
eveneens om de 12 maanden.
Een veiligheidscontrole door een gekwalificeerde elektromonteur wordt aanbevolen:
na het aanbrengen van wijzigingen
-
na installatie of ombouw
-
na het uitvoeren van reparaties en onderhoud
-
na elke periode van maximaal twaalf maanden.
-
Voor de veiligheidscontrole dient u zich te houden aan de geldende nationale en
internationale normen en richtlijnen.
Voor meer informatie over het uitvoeren van veiligheidscontroles en kalibraties
kunt u zich wenden tot de servicedienst. Deze verstrekt u op verzoek alle noodzakelijke documentatie.
Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet conform EU-richtlijnen en nationale wetgeving gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden gerecycled. Gebruikte apparaten moeten bij de dealer
of bij een erkend plaatselijk inzamelpunt worden ingeleverd. Een correcte afvoer
van oude apparaten bevordert een duurzame recycling van materiële hulpbronnen. Het negeren van deze instructie kan leiden tot mogelijke gezondheids-/milieueffecten.
Veiligheidssymbolen
Verpakkingsmateriaal
Gescheiden inzameling. Ga na wat de regels in uw gemeente zijn. Bind karton samen tot zo klein mogelijke pakketjes.
Apparaten met CE-aanduiding voldoen aan de eisen die in de richtlijnen voor
laagspanningscompatibiliteit en elektromagnetische compatibiliteit worden gesteld (zoals de relevante productnormen van de normenreeks EN 60 974).
Fronius International GmbH verklaart dat het apparaat voldoet aan richtlijn
2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is online beschikbaar op: http://www.fronius.com
15
Apparaten die zijn voorzien van het CSA-testsymbool voldoen aan de eisen van
de relevante Canadese en Amerikaanse normen.
Gegevensbescherming
AuteursrechtHet auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die afwijken van de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste persoonlijke instellingen is de fabrikant niet aansprakelijk.
Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter
perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan
de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u
een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.
16
Algemeen
NL
Apparaatconcept
De WF 25i Dual maakt het mogelijk om twee lasproceslijnen samen te gebruiken
met één stroombron. De lasproceslijnen worden gewijzigd met behulp van de
toortsknop, de stroombron, de bedieningselementen op de draadaanvoer of een
afstandsbediening.
Er zijn 2 spoelhouders en verschillende opties beschikbaar voor de WF 25i Dual:
WF 25i Dual met spoelhouder D300 en met
spoelafdekking
voor draadspoelen D300 mm
(met de opties Trabant, afstandsbediening, gereedschapsbak, kraantransport en slangenpakkethouder)
WF 25i Dual met spoelhouder D450 en zonder
spoelafdekking
voor grote spoelen D450 mm
(met de opties Trabant, afstandsbediening, gereedschapsbak en kraantransport)
Systeemvoorwaarden
Voor een juiste werking van de draadtoevoer met dubbele kop WF 25i Dual moet
de stroombron over de volgende firmwareversie beschikken:
official_TPSi_iWave_3.5.2-xxx.ffw of hoger
17
Waarschuwingen
40,0006,3035
WF 25i D300
WF 25i D450
ELECTRIC SHOCK can kill.
Wire, wire reel and drive rolls are electrically live (hot)
for ALL welding processes even when not in use!
Les CHOCS ELECTRIQUES peuvent tuer.
Le fil, la bobine de fil et les rouleaux d'entraînement sont
électriquement sous tension (chauds) pour TOUS les
procédés de soudage, même lorsqu'ils ne sont pas utilisés!
Las descargas eléctricas pueden ser mortales.
El alambre, el carrete de alambre y los rodillos impulsores
están eléctricamente vivos (calientes) para TODOS los
procesos de soldadura, incluso cuando no están en uso!
ADVERTENCIA
WARNING
ADVERTISSEMENT
inside
2x
inside
2x
op het apparaat
De draadtoevoer is voorzien van veiligheidssymbolen en een kenplaatje. De veiligheidssymbolen en het kenplaatje mogen niet worden verwijderd of overgeschilderd. De veiligheidssymbolen waarschuwen tegen verkeerde bediening die kan resulteren in ernstig lichamelijk letsel en ernstige schade aan eigendommen.
De beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documen-
ten volledig zijn gelezen en begrepen:
deze gebruiksaanwijzing
-
alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het
-
bijzonder de veiligheidsvoorschriften
Lassen is gevaarlijk. Voor een goede werking van het apparaat moet
aan de volgende basisvoorwaarden worden voldaan:
Voldoende kwalificatie voor het lassen
-
Geschikte beschermingsmiddelen
-
Onbevoegde personen uit de buurt van de draadaanvoer en het
-
lasproces houden
Afgedankte apparaten niet met het huisvuil meegeven, maar volgens
de geldende veiligheidsvoorschriften afvoeren.
18
Handen, haren, kledingstukken en gereedschappen uit de buurt hou-
ELECTRIC SHOCK can kill.
Wire, wire reel and drive rolls are electrically live (hot)
for ALL welding processes even when not in use!
Les CHOCS ELECTRIQUES peuvent tuer.
Le fil, la bobine de fil et les rouleaux d'entraînement sont
électriquement sous tension (chauds) pour TOUS les
procédés de soudage, même lorsqu'ils ne sont pas utilisés!
Las descargas eléctricas pueden ser mortales.
El alambre, el carrete de alambre y los rodillos impulsores
están eléctricamente vivos (calientes) para TODOS los
procesos de soldadura, incluso cuando no están en uso!
ADVERTENCIA
WARNING
ADVERTISSEMENT
den van bewegende onderdelen zoals:
tandwielen
-
aandrijfrollen
-
draadspoelen en draadelektroden
-
Uw handen niet in de draaiende tandwielen van de draadaandrijving
of in draaiende machineonderdelen steken.
Afdekkingen en zijdelen mogen uitsluitend worden geopend/verwijderd gedurende het uitvoeren van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.
Tijdens het gebruik
Controleren of alle afdekkingen zijn gesloten en alle zijdelen
-
correct zijn gemonteerd.
Alle afdekkingen en zijdelen gesloten houden.
-
Een elektrische schok kan dodelijk
zijn!
Raak geen spanningvoerende, blootliggende onderdelen aan!
zie ook pagina 67!
NL
19
Beschrijving van
AB
de waarschuwingen op het apparaat
Bij bepaalde apparaatuitvoeringen zijn waarschuwingen op het apparaat aangebracht.
De rangschikking van de symbolen kan verschillen.
!Waarschuwing! Let op!
De symbolen stellen mogelijke gevaren voor.
AAandrijfrollen kunnen vingers beschadigen.
BLasdraad en aandrijfdelen staan tijdens het bedrijf onder lasspanning.
Handen en metalen voorwerpen uit de buurt houden!
1.Een elektrische schok kan dodelijk zijn.
1.1Droge, geïsoleerde handschoenen dragen. De draadelektrode niet met
blote handen aanraken. Geen natte of beschadigde handschoenen dragen.
1.2Als bescherming tegen een elektrische schok een onderlaag gebruiken die
van de bodem en het werkbereik is geïsoleerd.
1.3Voor u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert, moet u het apparaat
uitschakelen en de netstekker uit de wandcontactdoos trekken of de
stroomvoorziening loskoppelen.
2.Het inademen van lasrook kan schadelijk zijn voor de gezondheid.
2.1Uw gezicht uit de buurt van lasrook houden.
20
2.2Geforceerde ventilatie of een lokale afzuiging gebruiken om de lasrook te
xx,xxxx,xxxx *
verwijderen.
2.3Lasrook met een ventilator verwijderen.
3Lasvonken kunnen een explosie of brand veroorzaken.
3.1Brandbaar materiaal uit de buurt van het lasproces houden. Geen las-
werkzaamheden uitvoeren in de buurt van brandbaar materiaal.
3.2Lasvonken kunnen leiden tot brand. Brandblusser gereedhouden. Er even-
tueel voor zorgen dat een opzichter klaarstaat die de brandblusser kan
bedienen.
3.3Niet op vaten of gesloten accubehuizingen lassen.
NL
4.Lichtboogstralen kunnen de ogen verbranden en de huid beschadigen.
4.1Hoofdbedekking en beschermbril dragen. Gehoorbescherming en hemds-
kraag met knoop dragen. Een lashelm met de juiste kleur gebruiken. Het
hele lichaam met geschikte beschermkleding bedekken.
5.Voor werkzaamheden aan de machine of het lassen:
vertrouwd raken met het apparaat en de instructies lezen!
6.De sticker met waarschuwingen niet verwijderen of overschilderen.
*Bestelnummer van de fabrikant op de sticker
21
Opties en componenten
(1)
(2)
(4)
(5)(6)
(7)
(8)
(9)
(3)
(10)
Opties en componenten
(1)Optie kraantransport
OPT/WF Lift Bail Dual
(2)Optie gereedschapsbak
OPT/WF Tool Tray Dual
(3)Optie slangenpakkethouder
2-delig, alleen in combinatie met spoelopname met afdekking D300
OPT/WF Hosepack Holder Dual
Optie OPT/TU Mounting Set WF Dual H510 (voor gasgekoelde systemen)
-
of
optie OPT/TU Mounting Set WF Dual H740 (voor watergekoelde systemen)
WF 25i Dual met spoelopname D300 op wagentje
De opbouw op het wagentje kan daarnaast ook met de WF 25i Dual met spoelopname D450 worden gecombineerd.
Informatie over de opbouw van de draadtoevoer met dubbele kop op het wagentje in overeenstemming met de installatiehandleiding OPT/TU Mounting Set WF
Dual" (42,0410,2636).
25
Opbouw op de
max. 5 m / 16 ft. 4.85 in.
max.
3 m
9 ft. 10.11 in.
lasboom (Welding-Boom)
Voor de opbouw op de lasboom is de optie OPT/WF Boom Mounting Kit Dual vereist.
Het gebruik van lasdraadtrommels wordt aanbevolen.
WF 25i Dual met optie boommontageset, gemonteerd op de lasboom (schematische weergave)
max. toevoerhoogte3 m / 9 ft. 10,11 in.
max. horizontale toevoerlengte5 m / 16 ft. 4,85 in.
max. toevoertraject lasdraadtrommel
naar lasbrander
OPMERKING!
De draadtoevoer met dubbele kop moet geïsoleerd op de lasboom worden gemonteerd.
Gebruik de optie boommontageset of gelijkwaardige isolatie.
▶
16 m / 52 ft. 5,92 in.
26
Opbouw op de
kraan
Voor de opbouw op de kraan is de optie OPT/WF Lift Bail Dual vereist.
NL
WF 25i Dual met spoelopname D300 voor kraanopbouw
BELANGRIJK! De opbouw en het gebruik op de kraan is alleen toegestaan voor
WF 25i Dual met spoelopname D300.
OPMERKING!
Kies bij kraantoepassingen de ophangpositie van de draadtoevoer met dubbele
kop zodanig dat de draadtoevoer met dubbele kop zo horizontaal mogelijk langs
de kraan hangt.
Neem de informatie over het kraantransport in acht (zie vanaf pagina 29).
▶
27
SysteemlimietenAfhankelijk van het lassysteem moeten de volgende gegevens voor watergekoel-
de systeemonderdelen in acht worden genomen.
Lassysteem met WF 25i Dual en TPS 320i - 600i (MIG/MAG):
Geschikte koelapparatenCU 1100i, CU 1100i /MV RVP,
CU 1400i Pro
Verbindingsslangenpakket *25 m / 82 ft. 0,25 in.
Lastoorts-slangenpakket2 x max. 6 m / 19 ft. 8,22 in.
Lassysteem met WF 25i Dual en iWave 300i - 500i MP (MIG/MAG + WIG):
Geschikte koelapparatenCU 1400i Pro
Verbindingsslangenpakket *25 m / 82 ft. 0,25 in.
MIG/MAG-lastoorts-slangenpakket2 x max. 6 m / 19 ft. 8,22 in.
WIG-lastoortsslangenpakket **
BELANGRIJK! Een watergekoeld TIG-verlengingsslangenpakket kan niet in combinatie met een WF 25i Dual worden gebruikt.
*Verbinding van de stroombron naar de draadtoevoer
**In geval van multiproceslassystemen, als naast de 2 watergekoelde MIG/
MAG-lasbranders ook een watergekoelde WIG-lasbrander is aangesloten.
max. 8 m / 26 ft. 2,96 in.
28
Kraantransport
42,0409,1255
NL
Veiligheidssticker kraantransport
Op de optie kraantransport OPT/WF Lift Bail Dual is de volgende veiligheidssticker aangebracht:
a) b) c)
De WF 25i Dual mag alleen met de gemonteerde optie OPT/WF Lift Bail Dual
a)
op de kraan worden getransporteerd.
Informatie, zie pagina 31.
Kraantransport van een op het wagentje gemonteerde lasinstallatie met WF
b)
25i Dual is alleen toegestaan in combinatie met de optie OPT/TU montageset
WF Dual.
Informatie, zie pagina 32.
Kraantransport van een op het wagentje gemonteerde lasinstallatie met WF
c)
25i Dual op de optie kraantransport OPT/WF Lift Bail Dual is niet toegestaan.
Informatie, zie pagina 32 of in de installatiehandleiding van de optie
OPT/TU Mounting Set WF Dual (42,0410,2636).
29
Op de optie kraantransport OPT/WF Lift Bail Dual is ook het kenplaatje met informatie over het maximale draagvermogen gemonteerd:
30
Kraantransport
WF 25i Dual met
spoelopname
D300
Voor het kraantransport van de WF 25i Dual met spoelopname D300 is de optie
kraantransport OPT/WF Lift Bail Dual vereist.
GEVAAR!
Gevaar door vallende voorwerpen.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de optie kraantransport correct is gemonteerd volgens de spe-
▶
cificaties in deze gebruiksaanwijzing en rekening houdend met alle aanhaalmomenten
Controleer of de draadspoelen/korfspoelen en de korfspoeladapter altijd
▶
stevig op de draadspoelopnames geplaatst zijn.
Zorg ervoor dat de zijdelen van de spoelopname tijdens kraantransport ge-
▶
sloten en beveiligd zijn.
Transporteer de draadtoevoer uitsluitend met de optie kraantransport.
▶
Gebruik voor het kraantransport alleen geteste stroppen die voldoen aan de
▶
nationale richtlijnen.
Kies de ophangpositie van de draadtoevoer met dubbele kop zodanig dat de
▶
draadtoevoer met dubbele kop zo horizontaal mogelijk langs de kraan hangt.
NL
Kraantransport
WF 25i Dual met
spoelopname
D450 zonder
spoelafdekking
Voor het kraantransport van de WF 25i Dual met spoelopname D450 zonder
spoelafdekking is de optie kraantransport OPT/WF Lift Bail Dual vereist.
GEVAAR!
Gevaar door vallende voorwerpen.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de optie kraantransport correct is gemonteerd volgens de spe-
▶
cificaties in deze gebruiksaanwijzing en rekening houdend met alle aanhaalmomenten.
Verwijder de draadspoelen/korfspoelen en de korfspoeladapter uit de draad-
▶
spoelopnames voordat u het transport met de kraan uitvoert.
Transporteer de draadtoevoer uitsluitend met de optie kraantransport.
▶
Gebruik voor het kraantransport alleen geteste stroppen die voldoen aan de
▶
nationale richtlijnen.
Kies de ophangpositie van de draadtoevoer met dubbele kop zodanig dat de
▶
draadtoevoer met dubbele kop zo horizontaal mogelijk langs de kraan hangt.
31
Kraantransport
WF 25i Dual gemonteerd op het
wagentje
Voor het kraantransport van de op het wagentje gemonteerde lasinstallatie is de
wagentje-optie montageset WF Dual vereist.
GEVAAR!
Gevaar door vallende voorwerpen.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Zorg ervoor dat de lasinstallatie en de optie montageset WF Dual correct op
▶
het wagentje zijn gemonteerd.
Verwijder de gasflessen van het wagentje voordat u het transport met de
▶
kraan uitvoert.
Bij de WF 25i Dual met spoelopname D300 moet u ervoor zorgen dat
▶
a) de draadspoelen/korfspoelen en de korfspoeladapter stevig op de draadspoelopnames geplaatst zijn;
b) de zijdelen van de spoelopname tijdens kraantransport gesloten en beveiligd zijn.
In geval van de WF 25i Dual met spoelopname D450 zonder spoelafdekking
▶
verwijdert u de draadspoelen voordat u het transport met de kraan uitvoert.
Transporteer de lasinstallatie op het wagentje alleen op de gemarkeerde po-
▶
sities.
Hang de stroppen altijd op aan alle vier de ophangpunten.
▶
Gebruik voor het kraantransport alleen geteste stroppen die voldoen aan de
▶
nationale richtlijnen.
Informatie over het kraantransport vindt u in de installatiehandleiding van de optie OPT/TU Mounting Set WF Dual (42,0410,2636).
32
Bedieningselementen, aansluitingen en mechani-
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(16)
(15)
(14)
(13)
(12)
(11)
(10)
(8)
(9)
sche componenten
Veiligheid
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
▶
▶
▶
WF 25i Dual met
spoelopname
D300
GEVAAR!
Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven,
mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd.
U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.
Alle veiligheidsvoorschriften en gebruikersdocumentatie van dit apparaat en
alle systeemcomponenten moeten gelezen en begrepen worden.
NL
(1)Optie kraantransport
OPT/WF Lift Bail Dual
Voor het transport met de kraan
De draadspoelen kunnen in de draadtoevoer blijven als de zijdelen van de
spoelopname gesloten en beveiligd zijn.
33
Voor het gebruik van de kraan
De draadtoevoer hangt tijdens laswerkzaamheden aan de kraan, de draadspoelen bevinden zich in de draadtoevoer, de zijdelen van de spoelopname
zijn gesloten en beveiligd
(zie ook systeemconfiguraties/opbouw op de kraan vanaf pagina 27)
(2)Optie gereedschapsbak
OPT/WF Tool Tray Dual
(3)Opname afstandsbediening
(4)Knop/LED laslijn 1
voor het activeren van laslijn 1
De LED brandt wanneer de laslijn actief is.
(5)Optie afstandsbediening
RC Panel Standard, RC Panel Pro
(6)Aansluiting lasbrander
Lasproceslijn 1
(7)Aansluiting koelmiddeltoevoer (blauw) *
Optie
Lasproceslijn 1
(8)Aansluiting koelmiddelretour (rood) *
Optie
Lasproceslijn 1
(9)SpeedNet-aansluiting
voor het aansluiten van de afstandsbediening
(10)Aansluiting koelmiddeltoevoer (blauw) *
Optie
Lasproceslijn 2
(11)Aansluiting koelmiddelretour (rood) *
Optie
Lasproceslijn 2
(12)Optie wagentje Trabant
OPT/TU Trabant
(13)Aansluiting lasbrander
Lasproceslijn 2
(14)Knop/LED laslijn 2
voor het activeren van laslijn 2
De LED brandt wanneer de laslijn actief is.
34
(15)Draadspoelafdekking
aan beide zijden
(16)Slangenpakkethouder
*Als de koelmiddelslangen van de ene lasbrander worden afgesloten, wordt
de andere lasbrander ook niet meer van koelmiddel voorzien.
Gebruik in dit geval het meegeleverde korte koelslangstuk voor de overbrugging.
WF 25i Dual met
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(14)
(13)
(12)
(10) (11)
(9)
spoelopname
D450
NL
(1)Optie kraantransport
OPT/WF Lift Bail Dual
Voor het transport met de kraan
De draadspoelen moeten tijdens het transport met de kraan zijn verwijderd.
(2)Optie gereedschapsbak
OPT/WF Tool Tray Dual
(3)Opname afstandsbediening
(4)Knop/LED laslijn 1
voor het activeren van laslijn 1
De LED brandt wanneer de laslijn actief is.
(5)Optie afstandsbediening
RC Panel Standard, RC Panel Pro
(6)Aansluiting lasbrander
Lasproceslijn 1
(7)Aansluiting koelmiddeltoevoer (blauw) *
Optie
35
Lasproceslijn 1
(8)Aansluiting koelmiddelretour (rood) *
Optie
Lasproceslijn 1
(9)SpeedNet-aansluiting
voor het aansluiten van de afstandsbediening
(10)Aansluiting koelmiddeltoevoer (blauw) *
Optie
Lasproceslijn 2
(11)Aansluiting koelmiddelretour (rood) *
Optie
Lasproceslijn 2
(12)Optie wagentje Trabant
OPT/TU Trabant
(13)Aansluiting lasbrander
Lasproceslijn 2
(14)Knop/LED laslijn 2
voor het activeren van laslijn 2
De LED brandt wanneer de laslijn actief is.
De draadspoelen zijn niet in de leveringsomvang inbegrepen.
*Als de koelmiddelslangen van de ene lasbrander worden afgesloten, wordt
de andere lasbrander ook niet meer van koelmiddel voorzien.
Gebruik in dit geval het meegeleverde korte koelslangstuk voor de overbrugging.
36
Draadtoevoer
(1)(1)(2)(3) (4) (5)(6)
(7) (8)
(9)
WF 25i Dual + D300
WF 25i Dual + D450
achterzijde
NL
(1)Trekontlasting voor het verbindingsslangpakketten
(2)Draadinvoer
Lasproceslijn 2
(3)Aansluiting koelmiddelretour (rood)
Optie
voor de aansluiting van de koelmiddelretourslang uit het verbindingsslangenpakket
(4)Stroomaansluiting
voor de aansluiting van de stroomkabel uit het verbindingsslangenpakket
(5)Aansluiting koelmiddeltoevoer (blauw)
Optie
voor de aansluiting van de koelmiddeltoevoerslang uit het verbindingsslangenpakket
(6)Draadinvoer
Lasproceslijn 1
(7)Aansluiting beschermgas
Lasproceslijn 2
(8)Aansluiting SpeedNet
voor de aansluiting van de SpeedNet-kabel uit het verbindingsslangenpakket
(9)Aansluiting beschermgas
Lasproceslijn 1
37
Draadtoevoer
(1)
(2)
(2)
(3) (4) (5) (6)
(7)
(8)
(9)
WF 25i Dual + D300
WF 25i Dual + D450
zijkant
Afbeelding met lege afdekkingen en zijdelen
(1)Korfspoeladapter
(2)Draadspoelopname met rem
(3)LED Bedrijfsstatus
brandt groen als het apparaat bedrijfsklaar is
(4)Toets Gascontrole
(5)Toets Draadterugloop
(6)Toets draadinvoer
(7)Spanhendel
voor het instellen van de contactdruk van de aandrijfrollen
(8)4-rollenaandrijving
(9)Klemhendel
De beschreven elementen bevinden zich aan beide zijden van de draadtoevoer.
38
Functie van de
knoppen Gascontrole, Draadterugloop en
Draadinvoer
LED bedrijfsstatus
brandt groen als het apparaat bedrijfsklaar is
Toets Gascontrole
Na het indrukken van de toets Gascontrole stroomt er gedurende 30 s gas uit.
Door nogmaals op de knop te drukken wordt het proces voortijdig beëindigd.
Toets Draadterugloop
Voor het terugtrekken van de draadelektrode staan er 2 varianten ter beschikking:
Variant 1
Draadelektrode met de vooraf ingestelde draadterugloopsnelheid terugtrekken:
toets Draadterugloop ingedrukt houden
-
Nadat op de toets Draadterugloop is gedrukt, wordt de draadelektrode 1 mm
-
ingetrokken
na een korte pauze zet de draadaanvoer het terugtrekken van de draadelek-
-
trode voort – als de toets Draadterugloop ingedrukt blijft, neemt de snelheid
elke seconde met 10 m/min (393,70 ipm) toe totdat de vooraf ingestelde
draadterugloop-snelheid is bereikt
Variant 2
Draadelektrode in stappen van 1 mm (0,039 in.) terugtrekken
Toets Draadterugloop altijd korter dan 1 seconde indrukken (aantikken)
-
NL
OPMERKING!
De draadelektrode slechts een klein stukje terugtrekken, aangezien de draadelektrode niet op de draadspoel wordt gewikkeld wanneer hij wordt teruggetrokken.
OPMERKING!
Indien er een massaverbinding met de contactbuis aanwezig is voordat de toets
Draadterugloop wordt ingedrukt, wordt de draadelektrode teruggetrokken door
op de toets Draadterugloop te drukken totdat de draadelektrode kortsluitingsvrij is - maar met elke druk op de toets maximaal 10 mm (0,39 in).
Als de draadelektrode verder moet worden teruggetrokken, nogmaals op de
toets draadterugloop drukken.
Toets draadinvoer
Voor de draadinvoer staan er 2 varianten ter beschikking:
Variant 1
Draadelektrode met de vooraf ingestelde draadinvoersnelheid invoeren:
39
toets Draadinvoer ingedrukt houden
-
Na het indrukken van de toets Draadinvoer wordt de draadelektrode 1 mm
-
(0,039 in.) ingevoerd
na een korte pauze zet de draadaanvoer het invoeren van de draadelektrode
-
voort – als de toets Draadinvoer ingedrukt wordt gehouden, neemt de snelheid elke seconde met 10 m/min (393,70 ipm) toe totdat de vooraf ingestelde draadinvoer-snelheid is bereikt
wanneer de draadelektrode een massa-aansluiting raakt, wordt de draadaan-
-
voer gestopt en wordt de draadelektrode weer 1 mm (0,039 in.) teruggetrokken
Variant 2
Draadelektrode in stappen van 1 mm (0,039 in.) invoeren
Altijd korter dan 1 seconde op de toets Draadinvoer drukken (aantikken)
-
wanneer de draadelektrode een massa-aansluiting raakt, wordt de draadaan-
-
voer gestopt en wordt de draadelektrode weer 1 mm (0,039 in.) teruggetrokken
OPMERKING!
Indien er een massaverbinding met de contactbuis is voordat de toets Draadinvoer wordt ingedrukt, wordt de draadelektrode ingetrokken wanneer de toets
Draadinvoer wordt ingedrukt, totdat de draadelektrode kortsluitvrij is - maar bij
elke druk op de knop maximaal 10 mm (0,39 in).
Bestaat er na 10 mm (0,39 in.) draadterugloop nog altijd een massaverbinding
met de contactbuis, dan wordt wanneer de toets Draadinvoer opnieuw ingedrukt,
de draadelektrode maximaal 10 mm (0,39 in.) teruggetrokken. De procedure
wordt herhaald tot er geen massaverbinding meer bestaat met de contactbuis.
40
Voor installatie en ingebruikneming
NL
Veiligheid
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
▶
▶
▶
Beoogd gebruikHet apparaat is uitsluitend bestemd voor de draadaanvoer bij het MAG-lassen in
combinatie met Fronius-systeemcomponenten.
Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als oneigenlijk gebruik.
Voor hierdoor ontstane schade is de fabrikant niet aansprakelijk.
Tot het beoogde gebruik behoort ook
-
-
-
GEVAAR!
Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven,
mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd.
U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.
Alle veiligheidsvoorschriften en gebruikersdocumentatie van dit apparaat en
alle systeemcomponenten moeten gelezen en begrepen worden.
het volledig lezen van deze gebruiksaanwijzing
het volgen van alle instructies en veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
41
Vereisten voor
IP23
IP20
de installatielocatie
GEVAAR!
Gevaar door omvallende of naar beneden vallende apparaten.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle systeemcomponenten, consoles en wagentjes moeten stevig op een vlak-
▶
ke en stevige ondergrond worden geplaatst.
Afhankelijk van de systeemconfiguratie moet u ervoor zorgen dat alle
▶
schroefverbindingen met het juiste aanhaalmoment zijn vastgedraaid.
Gebruik voor het kraantransport alleen geteste stroppen die voldoen aan de
▶
nationale richtlijnen.
De draadtoevoer met dubbele kop en
de draadtoevoer met dubbele kop met
spoelopname met afdekking D300 zijn
getest volgens beschermingsklasse
IP23. Dit betekent:
Bescherming tegen het binnen-
-
dringen van vaste vreemde lichamen met een diameter van meer
dan 12,5 mm (0,49 inch)
bescherming tegen sproeiwater tot
-
een hoek van 60° ten opzichte van
de verticale positie
De draadtoevoer en de draadtoevoer
met spoelopname D300 kunnen buiten
worden opgesteld en gebruikt in overeenstemming met beschermingsklasse
IP23. Vermijd directe blootstelling aan
vocht (bijv. regen).
De draadtoevoer met dubbele kop en
met spoelopname zonder afdekking
D450 is getest volgens beschermingsklasse IP20. Dit betekent:
Bescherming tegen het binnen-
-
dringen van vaste vreemde lichamen met een diameter van meer
dan 12,5 mm (0,49 inch)
geen bescherming tegen water
-
De draadtoevoer met de spoelopname
D450 mag uitsluitend in gesloten ruimtes worden opgesteld en gebruikt.
42
Opties monteren
1
2 x
2
2
1
1
NL
Veiligheid
Spoelopname
met afdekking
D300 monteren
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en
▶
componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.
Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschake-
▶
len.
Controleer na het openen van het apparaat met behulp van een geschikte
▶
meter of de elektrisch geladen onderdelen (bijv. condensatoren) ontladen
zijn.
1
Schroeven uit de leveringsomvang van de spoelopname
2
2 x M5 x 12 mm, aanhaalmoment = 3 Nm / 2,21 lb·ft
43
1
3
1
2
2 x
2
1
1
Herhaal de werkstappen 2 en 3 aan de andere kant van de draadtoevoer.
4
Spoelopname
zonder afdekking D450 monteren
1
Schroeven uit de leveringsomvang van de spoelopname
2
44
4 x M5 x 12 mm, aanhaalmoment = 3 Nm / 2,21 lb·ft
1
3
2
3
4
5
6
1
3
1
2
2
2
2
4
4
4
4
Herhaal de werkstappen 2 en 3 aan de andere kant van de draadtoevoer.
4
NL
Optie kraantransport monteren
Optie slangenpakkethouder
monteren
1
6 x M8 x 20 mm, aanhaalmoment = 21 Nm /
15,49 lb·ft;
Optie kraantransport gemonteerd op spoelopname D300
1
Schroeven en bevestigingsmateriaal uit
de leveringsomvang van de optie
kraantransport
De montage op de spoelopname D450
zonder spoelafdekking gebeurt op dezelfde wijze.
8 x M5 x 12 mm, aanhaalmoment = 3 Nm / 2,21 lb·ft
45
Optie gereed-
2
2
2
2
1
3
1
1
1
2
3
3
3
3
4 x M5x12 mm
1
2
1
2
2
2
1
2
2
2
2
schapsbak monteren
1
2
4 x messingafstand M5 x 12 mm, aanhaalmoment = 2,1 Nm / 1,55 lb·ft
4 x M5 x 12 mm, aanhaalmoment = 3 Nm / 2,21
lb·ft
Optie boommontageset monteren
1
4 x M8 x 25 mm + ring M8 + NL8
aanhaalmoment = 21 Nm / 15,49 lb·ft
2
4 x M8 x 30 mm + ring M8 + NL8
aanhaalmoment = 21 Nm / 15,49 lb·ft
46
Draadtoevoer met stroombron verbinden
3
1
3
2
NL
Veiligheid
Gevaar door elektrische stroom.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
▶
▶
▶
AlgemeenDe draadtoevoer wordt door middel van een verbindingsleidingpakket met de
stroombron verbonden.
Draadtoevoer
met stroombron
verbinden
GEVAAR!
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en
componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.
Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschakelen.
Controleer na het openen van het apparaat met behulp van een geschikte
meter of de elektrisch geladen onderdelen (bijv. condensatoren) ontladen
zijn.
1
Het aansluiten van de draadtoevoer op
de stroombron wordt beschreven met
de WF 25i Dual met spoelopname
D300 als voorbeeld.
De WF 25i Dual met spoelopname
D450 kan op dezelfde manier op de
stroombron worden aangesloten.
2
2 x M5 x 12 mm
Herhaal de werkstappen 1 en 2 aan de andere kant van de draadtoevoer
3
47
1
2
3
Gas 2
4
Gas 2
6
5
2
3
4
1
1
Draadtoevoer naar voren schuiven;
verbindingsslangpakket en gas 2 door de spoelhouder leiden
5
Verbindingsslangpakket en gas 2 op de draadtoevoer aansluiten
6
Draadtoevoer weer in de originele positie schuiven
48
2
1
1
7
2
11
2 x M5 x 12 mm, aanhaalmoment = 3 Nm / 2,21 lb·ft
Herhaal werkstap 7 aan de andere kant van de draadtoevoer
8
9
NL
Verlengingsslangenpakket aansluiten
Bevestig de trekontlasting van het verbindingsslangenpakket met 2 schroe-
10
ven M5 x 12 mm op de draadspoelopname
Aanhaalmoment = 3 Nm / 2,21 lb·ft
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom als gevolg van beschadigde systeemcomponenten en onjuiste bediening.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle kabels, leidingen en slangenpakketten moeten altijd goed vastzitten, on-
▶
beschadigd en correct geïsoleerd zijn.
Alleen kabels, leidingen en slangenpakketten met voldoende capaciteit ge-
▶
bruiken.
49
1
*alleen bij watergekoeld slangen-
pakket
CON= verbindingsslangenpakket
EXT= verlengingsslangenpakket
2
50
Lasbrander aansluiten
3
1
NL
Veiligheid
MIG/MAG-lastoorts aansluiten
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en
▶
componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.
Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschake-
▶
len.
Controleer na het openen van het apparaat met behulp van een geschikte
▶
meter of de elektrisch geladen onderdelen (bijv. condensatoren) ontladen
zijn.
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom wegens ontoereikende verbindingen.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle kabels, leidingen en slangenpakketten moeten goed vastzitten, onbe-
▶
schadigd en correct geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben.
1
2
51
*
*
3
4
5
3
1
1
*alleen als de koelmiddelaansluitingen in de draadtoevoer zijn gemonteerd
en in geval van watergekoelde lasbranders;
Neem de kleurcodering van de koelmiddelaansluitingen in acht!
VOORZICHTIG!
Gevaar door ontbrekend koelmiddel.
Als de koelmiddelslangen van de ene lasbrander worden afgesloten, wordt de andere lasbrander ook niet meer van koelmiddel voorzien.
Oververhitting en materiële schade kunnen het gevolg zijn
In geval van koelmiddelaansluitingen moeten altijd de koelmiddelslangen van
▶
beide lasbranders worden aangesloten.
4
Herhaal de werkstappen aan de andere kant van de draadtoevoer
6
5
52
Aandrijfrollen inzetten/verwisselen
NL
Veiligheid
Gevaar door elektrische stroom.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
▶
▶
▶
AlgemeenDe aandrijfrollen zijn bij de eerste levering niet in het apparaat ingezet.
Om te zorgen voor een optimale ontsluiting van de draadelektrode moeten de
aandrijfrollen aan de thermisch te lassen draaddiameter en de draadlegering zijn
aangepast.
Risico door ontoereikende aanvoerrollen.
Kan slechte laseigenschappen veroorzaken.
▶
GEVAAR!
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en
componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.
Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschakelen.
Controleer na het openen van het apparaat met behulp van een geschikte
meter of de elektrisch geladen onderdelen (bijv. condensatoren) ontladen
zijn.
OPMERKING!
Alleen aandrijfrollen gebruiken die geschikt zijn voor de draadelektrode.
Aandrijfrollen
inzetten / verwisselen
Een overzicht van de beschikbare aandrijfrollen en hun inzetmogelijkheden vindt
u in de lijst van reserveonderdelen.
VOORZICHTIG!
Gevaar door opspringende aandrijfrolhouders.
Dit kan verwondingen en lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Bij het ontgrendelen van de hendel de vingers buiten het bereik links en
▶
rechts van de hendel houden.
53
2
1
4
4
5
6
3
1
6
3
31
2
4
5
7
3
8
6
7
9
3
1
2
2
5
4
4
4
5
5
6
1
2
3
2
VOORZICHTIG!
Gevaar door blootliggende aandrijfrollen.
Dit kan verwondingen en lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Na het inzetten / vervangen van een aanvoerrol altijd de beschermkap van de
▶
4-rollenaandrijving monteren.
3
4
54
Rem D450 opnieuw monteren voor gebruik met
(1)
(2)
1
draadspoel D300
Rem D450 opnieuw monteren
voor gebruik met
draadspoel D300
Als de spoelopname D450 zonder spoelafdekking met een draadspoel D300
moet worden gebruikt, moet de rem opnieuw worden gemonteerd:
(1)Montagepositie van de rem bij gebruik van draadspoelen met een diame-
ter van 450 mm
(2)Montagepositie van de rem bij gebruik van draadspoelen met een diame-
ter van 300 mm
M16-schroef aan de achterkant van de rem verwijderen
1
2
NL
WF 25i Dual met spoelopname D450
Rem met de M16-schroef opnieuw op de nieuwe positie bevestigen
3
OPMERKING!
Als een draadspoel D300 op de spoelopname D450 wordt gebruikt, moet ook de
remwerking van de rem D450 worden aangepast.
55
Draadspoel inzetten, korfspoel inzetten
Sicherheit
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en
▶
componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.
Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschake-
▶
len.
Controleer na het openen van het apparaat met behulp van een geschikte
▶
meter of de elektrisch geladen onderdelen (bijv. condensatoren) ontladen
zijn.
GEVAAR!
Gevaar door veerwerking van de opgerolde draadelektrode.
Kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Veiligheidsbril dragen.
▶
Bij het inzetten van de draadspoel / korfspoel het uiteinde van de draadelek-
▶
trode goed vasthouden om verwondingen door terugspringende draadelektrode te vermijden.
GEVAAR!
Draadspoel
plaatsen D300
Gevaar door vallende draadspoel / korfspoel.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de draadspoel / korfspoel inclusief korfspoeladapter altijd ste-
▶
vig op de draadspoelopname geplaatst is.
1
56
GEVAAR!
3
4
Korfspoel plaatsen D300
Gevaar door vallende draadspoel als gevolg van verkeerd om bevestigde borgring.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Plaats de borgring altijd zoals hieronder weergegeven.
▶
GEVAAR!
Gevaar door vallende korfspoel als gevolg van ontbrekende korfspoeladapter.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Bij het werken met korfspoelen alleen de bij het apparaat geleverde korf-
▶
spoeladapter gebruiken!
NL
GEVAAR!
Gevaar door vallende korfspoel.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Korfspoel zodanig op de meegeleverde korfspoeladapter bevestigen dat de
▶
verbindingsstukken van de korfspoel zich binnen de nokvormige groef van de
korfspoeladapter bevinden.
12
57
GEVAAR!
Bij verkeerd om bevestigde borgring: gevaar door vallende korfspoel.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Plaats de borgring altijd zoals hieronder weergegeven.
▶
58
Draadspoel
1
3
2
plaatsen D450
1
GEVAAR!
Gevaar door vallende draadspoel als gevolg van verkeerd om bevestigde borgring.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Plaats de borgring altijd zoals hieronder weergegeven.
▶
NL
OPMERKING!
Gebruik geschikte spoeladapters voor toepassingen met 60 lb massieve-draadspoelen.
Spoeladapters voor 60 lb massieve-draadspoelen zijn niet verkrijgbaar bij Fronius.
59
Draadelektrode invoeren
Algemeen
Voorbereiding
OPMERKING!
De draadelektrode kan via elke toets draadinvoer van een andere systeemcomponent worden ingevoerd - bijvoorbeeld toets draadinvoer van de stroombron.
De functie van de toets Draadinvoer is dezelfde voor alle systeemcomponenten
van de fabrikant.
Voor meer informatie over de functie van de toets draadinvoer, zie pagina 39.
▶
GEVAAR!
Gevaar door veerwerking van de opgerolde draadelektrode.
Kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Veiligheidsbril dragen.
▶
Bij het inzetten van de draadspoel / korfspoel het uiteinde van de draadelek-
▶
trode goed vasthouden om verwondingen door terugspringende draadelektrode te vermijden.
VOORZICHTIG!
Gevaar door onbedoelde ontsteking van een vlamboog.
Dit kan letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Voordat u werkzaamheden uitvoert de massaverbinding tussen het lassys-
▶
teem en het werkstuk losmaken.
VOORZICHTIG!
Gevaar door scherpkantig uiteinde van de draadelektrode.
Dit kan letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Voor het inschuiven van de draadelektrode het uiteinde goed afbramen.
▶
1
60
Draadelektrode
4
5
3
2
1
6
invoeren
GEVAAR!
Gevaar door naar buiten komende elektrode.
Kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Lasbrander zo houden dat de kop van de lasbrander niet naar gezicht en li-
▶
chaam gericht is.
Een geschikte veiligheidsbril gebruiken.
▶
De lasbrander niet op personen richten.
▶
Controleer of de draadelektrode geen elektrisch geleidende objecten aan-
▶
raakt.
VOORZICHTIG!
Gevaar door onbedoelde ontsteking van een vlamboog.
Dit kan letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Voordat u werkzaamheden uitvoert de massaverbinding tussen het lassys-
▶
teem en het werkstuk losmaken.
Het lasbrander-slangenpakket recht plaatsen
1
2
NL
61
Contactdruk in-
1
stellen
VOORZICHTIG!
Gevaar door te hoge contactdruk.
Schade aan eigendommen en slechte laseigenschappen kunnen het gevolg zijn.
De contactdruk zo instellen dat de draadelektrode niet wordt vervormd,
▶
maar een goed draadtransport is gewaarborgd.
1
Richtwaarden contactdruk voor Ugroef-rollen:
Staal: 4 - 5
-
CrNi: 4 - 5
-
Aluminium: 0,5 - 1,5
-
Massieve draadelektrode: 2 - 3
-
Richtwaarden van contactdruk voor
kartelrollen:
Massieve draadelektrode: 1 - 2
-
Neem de sticker op de draadaandrijving in acht!
62
Rem instellen
1
4
5
STOP
6
7
3
1
2
2
1
NL
Algemeen
Rem instellen
D300
OPMERKING!
Nalopen van de rem kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Na het loslaten van de brandertoets/Draadinvoer-toets mag de draadspoel
▶
niet nalopen.
Is dit wel het geval, dan moet u de rem bijstellen.
▶
GEVAAR!
Gevaar door naar buiten komende elektrode.
Kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Lasbrander zo houden dat de kop van de lasbrander niet naar gezicht en li-
▶
chaam gericht is.
Een geschikte veiligheidsbril gebruiken.
▶
De lasbrander niet op personen richten.
▶
Controleer of de draadelektrode geen elektrisch geleidende objecten aan-
▶
raakt.
VOORZICHTIG!
Gevaar door onbedoelde ontsteking van een vlamboog.
Dit kan letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Voordat u werkzaamheden uitvoert de massaverbinding tussen het lassys-
▶
teem en het werkstuk losmaken.
1
2
63
2
4
STOP
OK
3
1
3
Opbouw van de
rem D300
Rem van WF 25i
Dual D450 instellen
GEVAAR!
Gevaar door incorrecte montage.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Rem niet uit elkaar halen.
▶
Onderhouds- en servicewerkzaam-
▶
heden aan de rem alleen laten uitvoeren door geschoold vakpersoneel.
De rem is alleen compleet verkrijgbaar.
De afbeelding van de rem dient slechts
ter informatie!
GEVAAR!
Gevaar door naar buiten komende elektrode.
Kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Lasbrander zo houden dat de kop van de lasbrander niet naar gezicht en li-
▶
chaam gericht is.
Een geschikte veiligheidsbril gebruiken.
▶
De lasbrander niet op personen richten.
▶
Controleer of de draadelektrode geen elektrisch geleidende objecten aan-
▶
raakt.
64
VOORZICHTIG!
Gevaar door onbedoelde ontsteking van een vlamboog.
Dit kan letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Voordat u werkzaamheden uitvoert de massaverbinding tussen het lassys-
▶
teem en het werkstuk losmaken.
1
4
5
STOP
6
7
3
1
2
1
2
1
2
4
STOP
OK
3
1
2
NL
3
65
Opbouw van de
rem D450
De rem is alleen compleet verkrijgbaar.
De afbeelding van de rem dient slechts ter informatie!
Voorlopige opbouw van de rem D450
GEVAAR!
Gevaar door incorrecte montage.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Rem niet uit elkaar halen.
▶
Onderhouds- en servicewerkzaamheden aan de rem alleen laten uitvoeren
▶
door geschoold vakpersoneel.
66
Inbedrijfstelling
NL
Veiligheid
Waarschuwing
voor spanningvoerende, blootliggende onderdelen van de WF
25i Dual met
spoelopname
D450 zonder
spoelafdekking
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven,
▶
mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd.
U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.
▶
Alle veiligheidsvoorschriften en gebruikersdocumentatie van dit apparaat en
▶
alle systeemcomponenten moeten gelezen en begrepen worden.
Alleen voor WF 25i Dual met spoelopname D450 zonder spoelafdekking:
Als de draadtoevoer met dubbele kop
op de stroombron is aangesloten en de
stroombron wordt ingeschakeld, komen bepaalde onderdelen onder spanning te staan!
GEVAAR!
Een elektrische schok kan dodelijk zijn!
Gevaar voor elektrische schokken als gevolg van spanningvoerende, blootliggende onderdelen.
Het aanraken van onder spanning staande onderdelen kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Raak de volgende spanningvoerende onderdelen niet aan:
Gebruik een droge ondergrond die isolerend is ten opzichte van de vloer en
▶
het werkgebied.
67
Voorwaarden
voor de inbedrijfname
InbedrijfstellingDe inbedrijfstelling van de draadaanvoer gebeurt bij handmatig gebruik door het
Voor een inbedrijfstelling van de draadtoevoer moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
De draadaanvoer is door middel van een verbindingsslangenpakket met de
-
stroombron verbonden
Lasbrander is aan de draadtoevoer aangesloten
-
Aandrijfrollen zijn in draadtoevoer ingezet
-
Draadspoelen/korfspoelen zijn met korfspoeladapter in draadtoevoer ingezet
-
Draadelektroden ingevoerd
-
Contactdruk van de aandrijfrollen is ingesteld
-
Remmen zijn ingesteld
-
Alle afdekkingen zijn gesloten, alle zijdelen zijn gemonteerd, alle bescher-
-
mingsinrichtingen zijn intact en op de daarvoor bedoelde plek aangebracht
Lasproceslijn geselecteerd
-
indrukken van de branderknop en bij geautomatiseerd gebruik door een actief
lasstart-signaal.
Opmerking over
WIG-AC-toepassingen
OPMERKING!
Als de draadtoevoer met dubbele kop in een multiproceslassysteem is geïntegreerd, moet de draadtoevoer van de stroombron worden losgekoppeld voordat
een WIG-AC lasproces wordt geactiveerd!
Sluit het verbindingsslangenpakket af!
▶
68
Lasproceslijnen selecteren
1
2
NL
Lasproceslijnen
selecteren
Lasproceslijn via
brandertoets selecteren
Lasproceslijn via
knop/LED
op draadtoevoer
selecteren
U kunt de lasproceslijn als volgt selecteren:
via de brandertoets op de lasbrander
-
op de draadtoevoer via de knop/LED
-
op de draadtoevoer via de toetsen Gascontrole, Draadterugloop en Draadin-
-
voer
op de stroombron
-
via de afstandsbediening RC Panel Standard, RC Panel Pro
-
OPMERKING!
U kunt tijdens het lasproces niet naar de andere lasproceslijn omschakelen.
U kunt naar de andere lasproceslijn omschakelen door op de bijbehorende brandertoets te drukken.
U schakelt naar de andere lasproceslijn om door de bijbehorende knop op de
draadtoevoer in te drukken.
Als de LED op de knop brandt, dan is de lasproceslijn geactiveerd.
1
Knop/LED op de draadtoevoer
1, 2 = lasproceslijnen
69
Lasproceslijn via
de toets
Gascontrole,
Draadterugloop
en Draadinvoer
selecteren
Als een van de knoppen Gascontrole, Draadterugloop en Draadinvoer aan een
kant van de draadtoevoer wordt ingedrukt, dan wordt deze lasproceslijn geactiveerd.
De LED van de bijbehorende knop op de draadtoevoer brandt.
1
Lasproceslijn op
de stroombron
of via de afstandsbediening
RC Panel Pro selecteren
Lasproceslijn
met de afstandsbediening
RC Panel
Standard selecteren
De stroombron of de afstandsbediening RC Panel Pro detecteert wanneer er zich
een draadtoevoer met dubbele kop in het lassysteem bevindt. Op de statusregel
van het stroombrondisplay wordt de actieve lasproceslijn weergegeven.
Om de lasproceslijn te wijzigen, raakt u de in de statusregel weergegeven lasproceslijn aan en bevestigt u de daaropvolgende veiligheidsvraag om de lasproceslijn
te wijzigen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de stroombron voor informatie over het selecteren van de lasproceslijn.
Om de lasproceslijn te wijzigen, drukt u 2 keer op een instelwiel op de afstandsbediening:
linker instelwiel = lasproceslijn 1
-
rechter instelwiel = lasproceslijn 2
-
Op het display van de afstandsbediening wordt de wijziging van de lasproceslijn
weergegeven.
Als de weergave uitgaat, gaat de LED op het bijbehorende instelwiel branden om
de actieve lasproceslijn aan te geven.
70
Storingsdiagnose en storingen opheffen
NL
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven,
▶
mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd.
U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.
▶
Alle veiligheidsvoorschriften en gebruikersdocumentatie van dit apparaat en
▶
alle systeemcomponenten moeten gelezen en begrepen worden.
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en
▶
componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.
Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschake-
▶
len.
Controleer na het openen van het apparaat met behulp van een geschikte
▶
meter of de elektrisch geladen onderdelen (bijv. condensatoren) ontladen
zijn.
Storingsdiagnose en storingen
opheffen
GEVAAR!
Gevaar door hete systeemcomponenten en/of bedrijfsmiddelen.
Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Voordat u werkzaamheden uitvoert, moeten alle hete systeemcomponenten
▶
en/of bedrijfsmiddelen, bijvoorbeeld koelmiddel, watergekoelde systeemcomponenten en de aandrijfmotor van de draadtoevoer, tot +25 °C / +77 °F
afkoelen.
Draag geschikte beschermingsmiddelen, bijvoorbeeld hittebestendige hand-
▶
schoenen en veiligheidsbril, als afkoelen geen optie is.
Noteer het serienummer en de configuratie van het apparaat en neem met een
gedetailleerde foutbeschrijving contact op met de servicedienst als
er storingen optreden die hieronder niet zijn vermeld
-
met de voorgestelde remedie de storing niet wordt verholpen
-
71
Stroombron functioneert niet
De netschakelaar is ingeschakeld, maar de weergaven branden niet
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Geen functioneren na indrukken van de brandertoets
Netschakelaar ingeschakeld, schermen lichten op
Oorzaak:
Oplossing:
Geen lasstroom
Netschakelaar van stroombron ingeschakeld, schermen lichten op
De netvoeding is onderbroken, de netstekker is niet in het stopcontact gestoken
Netvoedingskabel controleren, de stekker van het netsnoer in het
stopcontact steken
De netstekkerdoos of de netstekker is defect
De defecte onderdelen vervangen
Netbeveiliging
De netbeveiliging vervangen
Kortsluiting bij 24V-voeding van SpeedNet-aansluiting of externe sensor
Aangesloten componenten losnemen
Lasbrander of stuurleiding van de lasbrander is defect
Vervang de lasbrander
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
geen beschermgas
alle andere functies beschikbaar
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Verkeerde massa-aansluiting
Aardeaansluiting op polariteit controleren
Stroomkabel in lasbrander onderbroken
Lasbrander vervangen
Gasleiding niet gemonteerd of beschadigd
Gasleiding monteren of vervangen
Lasbrander defect
Lasbrander vervangen
Gasmagneetventiel defect
Contact opnemen met de servicedienst
72
Onregelmatige draadsnelheid
Oorzaak:
Remedie:
rem te sterk afgesteld
rem losmaken
NL
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Problemen met de draadstimulans
bij toepassingen met lange leidingpakketten
Oorzaak:
Remedie:
Lastoorts wordt zeer heet
Oorzaak:
Oplossing:
boring van de contactbuis te nauw
passende contactbuis gebruiken
draadgeleidekern in lasbrander defect
draadgeleidekern controleren op knikken, vuil enz. en eventueel ver-
vangen
aandrijfrollen niet geschikt voor gebruikte draadelektrode
passende aandrijfrollen gebruiken
verkeerde contactdruk van de aandrijfrollen
contactdruk optimaliseren
onjuiste ligging van het leidingpakket
leidingpakket zo rechtlijnig mogelijk leggen, nauwe buigingen vermij-
den
Lastoorts te zwak gedimensioneerd
rekening houden met inschakelduur en belastingsgrenzen
Oorzaak:
Oplossing:
alleen bij watergekoelde apparaten: doorstroming koelmiddel te laag
koelmiddelpeil, koelmiddeldoorstroomhoeveelheid, koelmiddelver-
vuiling enz. controleren. Meer informatie vindt u in de gebruiksaanwijzing van het koelapparaat
73
Slechte laseigenschappen
Oorzaak:
Oplossing:
verkeerde lasparameter
Instellingen controleren
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Massaverbinding slecht
Goed contact met werkstuk maken
Geen of te weinig beschermgas
Drukverminderaar, gasleiding, gas-magneetventiel, lasbrander-gas-
aansluiting enz. controleren
Lasbrander lek
Lasbrander vervangen
Verkeerde of uitgeslepen contactbuis
Contactbuis vervangen
Verkeerde draadlegering of verkeerde draaddiameter
Ingelegde draadelektrode controleren
Verkeerde draadlegering of verkeerde draaddiameter
Lasbaarheid van het basismateriaal controleren
Beschermgas niet geschikt voor draadlegering
Juiste soort beschermgas gebruiken
Oorzaak:
Oplossing:
Slijtage van de groeven van de draadtoevoerrollen
Draadtoevoerrollen vervangen
74
Verzorging, onderhoud en recycling
AlgemeenHet apparaat heeft onder normale bedrijfsomstandigheden slechts minimale ver-
zorging en onderhoud nodig. Enkele punten verdienen echter absoluut aandacht,
om het lassysteem jarenlang gebruiksklaar te houden.
NL
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven,
▶
mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd.
U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.
▶
Alle veiligheidsvoorschriften en gebruikersdocumentatie van dit apparaat en
▶
alle systeemcomponenten moeten gelezen en begrepen worden.
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en
▶
componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.
Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschake-
▶
len.
Controleer na het openen van het apparaat met behulp van een geschikte
▶
meter of de elektrisch geladen onderdelen (bijv. condensatoren) ontladen
zijn.
Bij elke inbedrijfstelling
GEVAAR!
Gevaar door hete systeemcomponenten en/of bedrijfsmiddelen.
Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Voordat u werkzaamheden uitvoert, moeten alle hete systeemcomponenten
▶
en/of bedrijfsmiddelen, bijvoorbeeld koelmiddel, watergekoelde systeemcomponenten en de aandrijfmotor van de draadtoevoer, tot +25 °C / +77 °F
afkoelen.
Draag geschikte beschermingsmiddelen, bijvoorbeeld hittebestendige hand-
▶
schoenen en veiligheidsbril, als afkoelen geen optie is.
Alle slangensets en aardaansluiting op beschadiging controleren. Beschadig-
-
de onderdelen vervangen.
Aandrijfrollen en draadrolkernen op beschadiging controleren. Beschadigde
-
onderdelen vervangen.
Contactdruk van de aandrijfrollen controleren en indien nodig instellen
-
75
Elke 6 maanden
Gevaar door perslucht op korte afstand.
Elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken.
▶
-
RecyclingHet afvoeren mag uitsluitend volgens de nationale en regionale bepalingen
plaatsvinden.
VOORZICHTIG!
Elektronische onderdelen niet van korte afstand schoonblazen.
Afdekkingen openen, zijstukken van het apparaat demonteren en de binnenkant van het apparaat met droge, gereduceerde perslucht schoonblazen. Na
de reiniging de oorspronkelijke toestand van het apparaat herstellen.
76
Technische gegevens
NL
WF 25i Dual
Voedingsspanning24 V DC / 60 V DC
Nominale stroom0,5 A / 1,2 A
Lasstroom
bij 10 min / 40 °C (104 °F)
Maximale druk beschermgas7 bar
KoelmiddelOrigineel Fronius
Maximale druk koelmiddel5 bar
Draadsnelheid1 - 25 m/min
Draadaandrijving4-rollenaandrijving
Draaddiameter0,8 - 1,6 mm
Draadspoeldiametermax. 300 mm
Gewicht van draadspoelmax. 19 kg
40% ED* / 500 A
60% ED* / 450 A
100% ED* / 360 A
101,53 psi
72,53 psi
39,37 - 984,25 ipm
0.03 - 0.06 in.
max. 11,81 inch
max. 41,89 Ib.
BeschermingsklasseIP 23
GoedkeuringsmerkS / CE / CSA
Afmetingen I x b x h
(zonder opties)
Gewicht
(zonder opties)
* ED = inschakelduur
550 x 256 x 354,5 mm
21,65 x 10,08 x 13,96 in.
18,8 kg
41,45 Ib.
77
Spoelopname
met afdekking
D300
Draadspoeldiametermax. 300 mm
max. 11,81 inch
Gewicht van draadspoelmax. 19 kg
max. 41,89 Ib.
BeschermingsklasseIP 23
Afmetingen l x b x h620 x 557 x 444 mm
24,37 x 21,93 x 17,48 in.
Gewicht- kg
- Ib.
Spoelopname
zonder afdekking D450
HP 70i
Draadspoeldiametermax. 450 mm
max. 17,72 in.
Gewicht van draadspoelmax. 27,2 kg
max. 60 Ib.
BeschermingsklasseIP20
Afmetingen l x b x h616 x 506 x 424 mm
24,25 x 19,92 x 16,69 in.
Gewicht- kg
- Ib.
Lasstroom bij 10 min / 40 °C
(104 °F)
*ED = inschakelduur
40% ED* / 400 A
60% ED* / 365 A
100% ED* / 320 A
HP 95i
78
Lasstroom bij 10 min / 40 °C
(104 °F)
*ED = inschakelduur
40% ED* / 500 A
60% ED* / 450 A
100% ED* / 360 A
NL
79
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.