Fronius TTB 80 - 300, THP 120 - 300 SH Operating Instruction [NL, SV, TR]

Fronius prints on elemental chlorine free paper (ECF) sourced from certified sustainable forests (FSC).
/ Perfect Charging / Perfect Welding / Solar Energy
TTB 80 G, TTB 160 G, TTB 220 G TTB 300 W THP 120 G SH, THP 150 G SH THP 180 G SH THP 300 W SH
NL
Bruksanvisning
SV
Kullanım kılavuzu
TR
42,0410,2548 003-12102021
Inhoudsopgave
Veiligheid 4
Veiligheid 4 Beoogd gebruik 5
Lastoortsvarianten 6
Beschikbare lastoortsvarianten 6
Functies van de Up/Down-lastoorts 8
Bedieningselementen van de Up/Down-lastoorts 8 Functiebeschrijving van de Up/Down-lastoorts 8
Slijtagedelen monteren 10
Slijtagedeelsysteem A met geplaatst gasmondstuk monteren 10 Slijtagedeelsysteem P met vastgeschroefd gasmondstuk monteren 11
Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten 12
Toortslichaam monteren 12 Lastoorts aansluiten 14 Toortslichaam verdraaien 14
Toortslichaam van gasgekoelde lastoorts vervangen 15
Lastoorts vervangen 15
Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervangen 18
Lastoorts automatisch legen en toortslichaam vervangen 18 Leeg de lastoorts handmatig en vervang het toortslichaam 20
Verzorging, onderhoud en recycling 24
Verboden 24 Onderhoud bij iedere inbedrijfname 25 Recycling 25
Storingsdiagnose en storingen opheffen 26
Storingsdiagnose en storingen opheffen 26
Technische gegevens 29
Algemeen 29 Toortslichaam gasgekoeld - TTB 80, TTB 160, TTB 220 29 Toortslichaam watergekoeld - TTB 180, TTB 300 30 Slangenpakket gasgekoeld - THP 120 G SH, THP 180 G SH 31 Slangenpakket gasgekoeld - THP 150 G SH 31 Slangenpakket watergekoeld - THP 300 SH 33
NL
3
Veiligheid
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uit-
sluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd. U dient dit document te lezen en te begrijpen.
Alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veilig-
heidsvoorschriften, moeten gelezen en begrepen worden.
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom en naar buiten komende draadelektrode.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken systeemcomponenten
uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet. Beveilig alle betrokken systeemcomponenten tegen opnieuw inschakelen.
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom als gevolg van beschadigde systeemcomponen­ten en onjuiste bediening.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle kabels, leidingen en slangenpakketten moeten altijd goed vastzitten, onbescha-
digd en correct geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben.
GEVAAR!
Gevaar door lekkend koelmiddel als gevolg van onafgesloten koelmiddelslangen.
Dit kan slipgevaar of schade aan eigendommen veroorzaken.
Sluit de koelmiddelslangen van de watergekoelde lastoortsen altijd met de daarop
gemonteerde kunststof sluiting af wanneer ze van het koelapparaat of van de draad­toevoer worden losgekoppeld.
VOORZICHTIG!
Gevaar door lastoortscomponenten en koelmiddel die heet zijn.
Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Laat voor aanvang van alle in dit document beschreven werkzaamheden alle la-
stoortscomponenten en het koelmiddel op kamertemperatuur (+25 °C / +77 °F) af­koelen.
4
VOORZICHTIG!
Gevaar door gebruik van watergekoelde lastoortsen zonder koelmiddel.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Neem watergekoelde lastoortsen nooit zonder koelmiddel in bedrijf.
Vergewis u er tijdens het lassen van dat het koelmiddel op de juiste manier door-
stroomt. Dit is het geval als in het koelmiddelreservoir van het koelapparaat een cor­recte koelmiddelterugstroming zichtbaar is. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade naar aanleiding van niet-inachtneming
van de bovengenoemde punten, elke aanspraak op garantie vervalt.
Beoogd gebruik De TIG-handlasbrander is uitsluitend voor het TIG-lassen en TIG-solderen bij handmati-
ge toepassingen bedoeld. Een ander of breder gebruik geldt als niet beoogd. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Tot het beoogde gebruik behoort ook:
- het naleven van alle aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
- het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden.
NL
5
Lastoortsvarianten
Beschikbare la­stoortsvarianten
(1) Standaard-interface
Naar achteren drukken van de knop: a) als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geacti-
veerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
b) als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de
lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
Tijdens het lassen de knop naar voren drukken: a) tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en
ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I
is ingesteld
(2) Potentiometer-interface
Startknop indrukken: a) als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geacti-
veerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
b) als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de
lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
2
Potentiometer: a) voor het instellen van de lasstroom
(3) Zonder toortstoets
6
(4) Standaard-interface met toortstoetsverlenging
Naar achteren drukken van de knop: a) als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geacti-
veerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
b) als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de
lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
Tijdens het lassen de knop naar voren drukken: a) tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en
ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I
is ingesteld
(5) Up/Down-interface (niet afgebeeld)
De lastoorts wordt af fabriek met een Up/Down-interface geleverd. Meer informa­tie hierover vindt u in de volgende paragraaf Functies van de Up/Down-la-
stoorts vanaf pagina 8.
NL
2
7
Functies van de Up/Down-lastoorts
(2)
(1)
Bedieningsele­menten van de Up/Down-la­stoorts
(1) Startknop
de knop activeert de volgende functies: a) als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geacti-
veerd is, dan wordt het ontstekingsproces door het naar achteren drukken van de knop geactiveerd
b) als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt door
het naar achteren drukken van de knop de wolfraamelektrode onder lasspanning gezet. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
c) tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en
ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I
is ingesteld
2
Functiebeschrij­ving van de Up/ Down-lastoorts
(2) Up/Down-toets
voor het veranderen van het lasvermogen
Wijziging van het lasvermogen:
1
8
Tussentijdse verlaging:
1
Gedurende de tussentijdse verlaging de toets naar voren drukken en vasthouden
NL
9
Slijtagedelen monteren
1
2
3
4
5
6
*
*
1
4
2
3
**
**
(2)
(1)
30°
2
1
d
d
3
1
d
2
Slijtagedeelsys­teem A met ge­plaatst gasmond­stuk monteren
VOORZICHTIG!
Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de spanhuls (1) of gaslens (2).
Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.
Draai de spanhuls (1) of gaslens (2) niet al te strak vast.
* Vervangbare rubberen afdichtingshuls alleen voor TTB 220 G/A ** Afhankelijk van de uitvoering van de lastoorts kan in plaats van de spanhuls (1)
een gaslens (2) worden gebruikt
1
2
VOORZICHTIG!
Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de toortskap.
Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.
Draai de toortskap slechts vast tot de wolfraamelektrode handmatig niet meer te ver-
schuiven is.
3
10
4
Toortskap vastschroeven
Slijtagedeelsys-
1
2
3
4
5
6
2
3
*
2
3
4
1
(2)**
(1)**
4 / 5
2
30°
1
d
d
d
1
2
3
teem P met vast­geschroefd gas­mondstuk monte­ren
VOORZICHTIG!
Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de spanhuls (1) of gaslens (2).
Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.
Draai de spanhuls (1) of gaslens (2) niet al te strak vast.
* Vervangbare rubberen afdichtingshuls alleen voor TTB 220 G/P ** Afhankelijk van de uitvoering van de lastoorts kan in plaats van de spanhuls (1)
een gaslens (2) worden gebruikt
NL
1
2
VOORZICHTIG!
Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de toortskap.
Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.
Draai de toortskap slechts vast tot de wolfraamelektrode handmatig niet meer te ver-
schuiven is.
3
4
Toortskap vastschroeven
11
Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten
Toortslichaam monteren
OPMERKING!
Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.
Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het be­schermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.
Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbescha-
digd is.
* O-ring op het toortslichaam invetten
1
2
3
Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°
12
4
VOORZICHTIG!
Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voor-
ste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.
NL
13
Lastoorts aan-
2
1
3
5
6
7
4
*
sluiten
OPMERKING!
Risico door beschadigde O-ring op aansluiting lastoorts.
Een beschadigde O-ring op de aansluiting lastoorts kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.
Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op de aansluiting lastoorts onbe-
schadigd is.
1
Toortslichaam verdraaien
* alleen bij watergekoeld lassysteem
1
14
Toortslichaam van gasgekoelde lastoorts vervan-
2
180°
1
gen
Lastoorts vervan­gen
NL
Toortslichaam demonteren:
1
2
3
Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het slangenpakket
4
Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het toortslichaam
5
Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
6
15
Toortslichaam monteren:
VOORZICHTIG!
Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met el-
kaar verbonden worden. Monteer gasgekoelde toortslichamen alleen op gasgekoelde slangenpakketten.
OPMERKING!
Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.
Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het be­schermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.
Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbescha-
digd is.
* O-ring op het toortslichaam invetten
1
2
3
Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°
16
4
VOORZICHTIG!
Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voor-
ste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.
NL
Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
5
17
Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervan-
2
180°
1
gen
Lastoorts auto­matisch legen en toortslichaam vervangen
VOORZICHTIG!
Gevaar door ingeschakelde stroombron bij automatisch legen van de lastoorts.
Onbedoelde lichtboog-ontstekingen kunnen het gevolg zijn.
Volg de aanwijzingen voor het automatisch legen van de lastoorts uit de gebruiks-
aanwijzing van het koelapparaat, uit de gebruiksaanwijzing van de stroombron en op het bedieningspaneel van de stroombron. Bewaar tijdens de hierna beschreven werkzaamheden met het toortslichaam een af-
stand van minstens 1 m (39.37 in.) tot elektrisch geleidende objecten.
Lastoorts automatisch legen (bijvoorbeeld met CU 600t /MC) en toortslichaam de­monteren:
Leeg het lastoorts-slangenpakket met de overeenkomstige functie van het koelappa-
1
raat
2
3
18
4
Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het slangen-
5
pakket Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het toortsli-
6
chaam Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
7
Toortslichaam monteren:
NL
VOORZICHTIG!
Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met el-
kaar verbonden worden. Monteer watergekoelde toortslichamen alleen op watergekoelde slangenpakketten.
OPMERKING!
Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.
Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het be­schermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.
Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbescha-
digd is.
* O-ring op het toortslichaam invetten
1
2
19
3
Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°
4
Leeg de lastoorts handmatig en vervang het toortslichaam
VOORZICHTIG!
Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voor-
ste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.
Druk bij de stroombron op de toets Gascontrole
5
30 seconden lang ontsnapt er beschermgas.
Controleer de koelmiddeldoorstroming:
6
In het koelmiddelreservoir van het koelapparaat moet een probleemloze terugstro­ming te zien zijn.
Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
7
Lastoorts handmatig legen en toortslichaam demonteren:
Schakel de stroombron uit en koppel los van het elektriciteitsnet
1
Wacht op de naloopfase van het koelapparaat
2
Sluit de slang voor koelmiddeltoevoer van het koelapparaat af
3
20
Blaas de slang voor koelmiddeltoevoer met maximaal 4 bar (58,02 psi) perslucht
2
180°
1
4
leeg
- daardoor stroomt een groot deel van het koelmiddel terug naar het koelmiddel­reservoir
5
6
NL
7
Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het slangen-
8
pakket Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het toortsli-
9
chaam Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
10
21
Toortslichaam monteren:
VOORZICHTIG!
Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met el-
kaar verbonden worden. Monteer watergekoelde toortslichamen alleen op watergekoelde slangenpakketten.
OPMERKING!
Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.
Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het be­schermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.
Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbescha-
digd is.
* O-ring op het toortslichaam invetten
1
2
3
Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met 180°
22
4
VOORZICHTIG!
Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voor-
ste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.
NL
Sluit de stroombron op het stroomnetwerk aan en schakel de stroombron in
5
Druk bij de stroombron op de toets Gascontrole
6
30 seconden lang ontsnapt er beschermgas.
Controleer de koelmiddeldoorstroming:
7
In het koelmiddelreservoir van het koelapparaat moet een probleemloze terugstro­ming te zien zijn.
Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
8
23
Verzorging, onderhoud en recycling
Verboden
24
Onderhoud bij ie­dere inbedrijfna­me
Recycling Het afvoeren mag uitsluitend volgens de nationale en regionale bepalingen plaatsvinden.
- Controleer de slijtagedelen, vervang defecte slijtagedelen
- Ontdoe gasmondstuk van lasspetters
Daarnaast bij iedere inbedrijfname, bij watergekoeld lasbranden:
- controleer of alle koelmiddelaansluitingen dicht zijn
- controleer of er een reglementaire koelmiddelretour plaatsvindt
NL
25
Storingsdiagnose en storingen opheffen
Storingsdiagnose en storingen op­heffen
Lasbrander kan niet worden aangesloten
Oorzaak: Oplossing:
Geen lasstroom
Netschakelaar van de stroombron ingeschakeld, weergaven op de stroombron branden, beschermgas aanwezig
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Geen functioneren na indrukken van de brandertoets
Netschakelaar ingeschakeld, weergaven op de stroombron branden, beschermgas aan­wezig
Bajonetvergrendeling verbogen Vervang de bajonetvergrendeling
Verkeerde aardverbinding Maak aardverbinding
Stroomkabel in lasbrander onderbroken Vervang de lasbrander
Wolfraamelektrode los Draai wolfraamelektrode met branderkop vast
Slijtagedelen los Draai de slijtagedelen vast
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
HF-overslag op de aansluiting lasbrander
Oorzaak: Oplossing:
HF-overslag op de hendelschaal
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
De stuurstekker is niet aangesloten Steek stuurstekker in contact
Lasbrander of stuurleiding van de lasbrander is defect Vervang de lasbrander
Foutieve stekkerverbindingen "brandertoets/stuurleiding/stroombron" Controleer de stekkerverbinding / laat stroombron of lasbrander repareren
Printplaat in lasbrander defect Vervang de printplaat
Aansluiting lasbrander lek Vervang O-ring op de bajonetvergrendeling
Slangenpakket lek Vervang het slangenpakket
Beschermgasslangaansluiting naar het branderlichaam lek Corrigeer en dicht de slang
26
Geen beschermgas
Alle andere functies beschikbaar
NL
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Slechte laseigenschappen
Oorzaak: Remedie:
Oorzaak: Remedie:
Gasfles leeg Vervang de gasfles
Gas-drukverlager defect Vervang de gas-drukverlager
Gasleiding niet gemonteerd, geknakt of beschadigd Monteer de gasslang en leg deze recht. Vervang de defecte gasslang
Lasbrander defect Vervang de lasbrander
Gas-magneetventiel defect Neem contact op met het serviceteam (laat het gas-magneetventiel vervan-
gen)
Verkeerde lasparameter Instellingen controleren
Verkeerde massa-aansluiting Massa-aansluiting en klem op polariteit controleren
Lasbrander wordt zeer heet
Oorzaak: Remedie:
Oorzaak: Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Lasbrander te zwak gedimensioneerd Rekening houden met inschakelduur en belastingsgrenzen
alleen bij watergekoelde installaties: waterdoorstroming te laag waterstand, waterdoorstroomhoeveelheid, watervervuiling enz. controleren,
koelmiddelpomp geblokkeerd: Spil van de koelmiddelpomp met schroeven­draaier tot de buis aandraaien
alleen bij watergekoelde installaties: Parameter "Best. koelapparaat" staat op "OFF".
In het Setup-menu de parameter "Best. koelapparaat" op "Aut" of "ON" in­stellen.
27
Porositeit van de gasnaad
Oorzaak:
Oplossing:
Spetters in het gasmondstuk, daardoor onvoldoende gasbescherming van de lasnaad
Verwijder lasspetters
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Oorzaak: Oplossing:
Slechte ontstekingseigenschappen
Oorzaak:
Oplossing:
Gaten in de gasslang of onnauwkeurige verbinding van de gasslang Vervang de gasslang
O-ring op de centrale aansluiting is doorgesneden of defect Vervang de O-ring
Vochtigheid/condensaat in de gasleiding Droog de gasleiding
Te sterke of te zwakke gasstroom Corrigeer de gasstroom
Onvoldoende hoeveelheid gas aan het begin of einde van het lassen Verhoog de voorstroom of nastroom van gas
Te veel oplosmiddel aangebracht Verwijder overtollig oplosmiddel / breng minder oplosmiddel aan
Ongeschikte wolfraamelektrode (bijvoorbeeld WP-elektrode bij het DC-las­sen)
Gebruik geschikte wolfraamelektrode
Oorzaak: Oplossing:
Gasmondstuk scheurt
Oorzaak: Oplossing:
Slijtagedelen los Schroef de slijtagedelen vast
Wolfraamelektrode steekt niet ver genoeg uit het gasmondstuk Laat wolfraamelektrode verder uit het gasmondstuk steken
28
Technische gegevens
Algemeen Het product voldoet aan de eisen van norm IEC 60974-7.
OPMERKING!
De aangegeven vermogensgegevens gelden alleen als standaard slijtagedelen worden gebruikt.
Bij gebruik van gaslenzen en kortere gasmondstukken gelden er lagere waarden voor de lasstroomgegevens.
OPMERKING!
De lasstroomgegevens gelden bij gasgekoelde toortslichamen alleen vanaf een lengte van 65 mm (2.56 in.).
Bij gebruik van kortere toortslichamen nemen de lasstroomgegevens met 30% af.
OPMERKING!
Gebruik bij het lassen op de vermogensgrens van de lastoorts overeenkomstig grotere wolfraamelektrodes en gasmondstuk-openingsdiameters om de levens­duur van de slijtagedelen te verlengen.
Behandel stroomsterkte, AC-Balance en AC-compensatiestroom als vermogensvormen­de factoren.
NL
Toortslichaam gasgekoeld ­TTB 80, TTB 160, TTB 220
TTB 80 G TTB 160 G F
35 % ED1) / 80 A 35 % ED1) / 160 A DC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)
AC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)
Beschermgas (norm EN 439) Argon Argon
Diameter elektrode 1,0 - 3,2 mm
TTB 220 G
DC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)
AC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)
60 % ED1) / 60 A 60 % ED1) / 120 A
100 % ED1) / 50 A 100 % ED1) / 90 A
35 % ED1) / 30 A 35 % ED1) / 120 A
60 % ED1) / 90 A
100 % ED1) / 70 A
1,0 - 3,2 mm
(0.039 - 0.126 in.)
(0.039 - 0.126 in.)
35 % ED1) / 220 A
60 % ED1) / 170 A
100 % ED1) / 130 A
35 % ED1) / 180 A
60 % ED1) / 130 A
100 % ED1) / 100 A
29
TTB 220 G
Beschermgas (norm EN 439) Argon
Diameter elektrode 1,0 - 4,0 mm
0.039 - 0.158 in.
TTB 220 A G F TTB 220 P G F
35 % ED1) / 220 A 30 % ED1) / 220 A DC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)
60 % ED1) / 170 A 60 % ED1) / 160 A
100 % ED1) / 130 A 100 % ED1) / 130 A
35 % ED1) / 180 A 30 % ED1) / 170 A AC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)
60 % ED1) / 120 A 60 % ED1) / 120 A
100 % ED1) / 100 A 100 % ED1) / 100 A
Beschermgas (norm EN 439) Argon Argon
Toortslichaam watergekoeld ­TTB 180, TTB 300
Diameter elektrode 1,0 - 4,0 mm
0.039 - 0.158 in.
1)
ED = inschakelduur
1,0 - 4,0 mm
0.039 - 0.158 in.
TTB 180 W TTB 300 W
DC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)
AC-lasstroom bij 10 min / 40°C (104°F)
60 % ED1) / 180 A 60 % ED1) / 300 A
100 % ED1) / 140 A 100 % ED1) / 230 A
60 % ED1) / 140 A 60 % ED1) / 250 A
100 % ED1) / 110 A 100 % ED1) / 190 A
Beschermgas (norm EN 439) Argon Argon
Diameter elektrode 1,0 - 3,2 mm
(0.039 - 0.126 in.)
Minimaal toegestane koelmiddel­doorstroming Q
1)
ED = inschakelduur
min
(0.26 gal/min)
1 l/min
1,0 - 3,2 mm
(0.039 - 0.126 in.)
1 l/min
(0.26 gal/min)
30
Loading...
+ 70 hidden pages