Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uit-
▶
sluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd.
U dient dit document te lezen en te begrijpen.
▶
Alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veilig-
▶
heidsvoorschriften, moeten gelezen en begrepen worden.
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom en naar buiten komende draadelektrode.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken systeemcomponenten
▶
uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.
Beveilig alle betrokken systeemcomponenten tegen opnieuw inschakelen.
▶
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom als gevolg van beschadigde systeemcomponenten en onjuiste bediening.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle kabels, leidingen en slangenpakketten moeten altijd goed vastzitten, onbescha-
▶
digd en correct geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben.
GEVAAR!
Gevaar door lekkend koelmiddel als gevolg van onafgesloten koelmiddelslangen.
Dit kan slipgevaar of schade aan eigendommen veroorzaken.
Sluit de koelmiddelslangen van de watergekoelde lastoortsen altijd met de daarop
▶
gemonteerde kunststof sluiting af wanneer ze van het koelapparaat of van de draadtoevoer worden losgekoppeld.
VOORZICHTIG!
Gevaar door lastoortscomponenten en koelmiddel die heet zijn.
Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Laat voor aanvang van alle in dit document beschreven werkzaamheden alle la-
▶
stoortscomponenten en het koelmiddel op kamertemperatuur (+25 °C / +77 °F) afkoelen.
4
VOORZICHTIG!
Gevaar door gebruik van watergekoelde lastoortsen zonder koelmiddel.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Neem watergekoelde lastoortsen nooit zonder koelmiddel in bedrijf.
▶
Vergewis u er tijdens het lassen van dat het koelmiddel op de juiste manier door-
▶
stroomt. Dit is het geval als in het koelmiddelreservoir van het koelapparaat een correcte koelmiddelterugstroming zichtbaar is.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade naar aanleiding van niet-inachtneming
▶
van de bovengenoemde punten, elke aanspraak op garantie vervalt.
Beoogd gebruikDe TIG-handlasbrander is uitsluitend voor het TIG-lassen en TIG-solderen bij handmati-
ge toepassingen bedoeld.
Een ander of breder gebruik geldt als niet beoogd. De fabrikant is niet aansprakelijk voor
de hieruit voortvloeiende schade.
Tot het beoogde gebruik behoort ook:
-het naleven van alle aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
-het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden.
NL
5
Lastoortsvarianten
Beschikbare lastoortsvarianten
(1)Standaard-interface
Naar achteren drukken van de knop:
a)als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geacti-
veerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
b)als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de
lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te
raken, start het lasproces
Tijdens het lassen de knop naar voren drukken:
a)tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en
ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze
functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I
is ingesteld
(2)Potentiometer-interface
Startknop indrukken:
a)als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geacti-
veerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
b)als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de
lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te
raken, start het lasproces
2
Potentiometer:
a)voor het instellen van de lasstroom
(3)Zonder toortstoets
6
(4)Standaard-interface met toortstoetsverlenging
Naar achteren drukken van de knop:
a)als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geacti-
veerd is, dan wordt het ontstekingsproces geactiveerd
b)als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt de
lasspanning op de wolfraamelektrode toegepast. Door het werkstuk aan te
raken, start het lasproces
Tijdens het lassen de knop naar voren drukken:
a)tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en
ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze
functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I
is ingesteld
(5)Up/Down-interface (niet afgebeeld)
De lastoorts wordt af fabriek met een Up/Down-interface geleverd. Meer informatie hierover vindt u in de volgende paragraaf Functies van de Up/Down-la-
stoorts vanaf pagina 8.
NL
2
7
Functies van de Up/Down-lastoorts
(2)
(1)
Bedieningselementen van de
Up/Down-lastoorts
(1)Startknop
de knop activeert de volgende functies:
a)als bij de stroombron de hoogfrequentie-ontsteking (HF-ontsteking) geacti-
veerd is, dan wordt het ontstekingsproces door het naar achteren drukken
van de knop geactiveerd
b)als bij de stroombron de aanraakontsteking geactiveerd is, dan wordt door
het naar achteren drukken van de knop de wolfraamelektrode onder
lasspanning gezet. Door het werkstuk aan te raken, start het lasproces
c)tijdens het lassen wordt in het 4-taktbedrijf door het naar voren drukken en
ingedrukt houden van de knop de tussentijdse verlaging geactiveerd. Deze
functie is alleen beschikbaar wanneer bij de stroombron de reductiestroom I
is ingesteld
2
Functiebeschrijving van de Up/
Down-lastoorts
(2)Up/Down-toets
voor het veranderen van het lasvermogen
Wijziging van het lasvermogen:
1
8
Tussentijdse verlaging:
1
Gedurende de tussentijdse verlaging de
toets naar voren drukken en vasthouden
NL
9
Slijtagedelen monteren
1
2
3
4
5
6
*
*
1
4
2
3
**
**
(2)
(1)
30°
2
1
d
d
3
1
d
2
Slijtagedeelsysteem A met geplaatst gasmondstuk monteren
VOORZICHTIG!
Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de spanhuls (1) of gaslens
(2).
Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.
Draai de spanhuls (1) of gaslens (2) niet al te strak vast.
▶
*Vervangbare rubberen afdichtingshuls alleen voor TTB 220 G/A
**Afhankelijk van de uitvoering van de lastoorts kan in plaats van de spanhuls (1)
een gaslens (2) worden gebruikt
1
2
VOORZICHTIG!
Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de toortskap.
Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.
Draai de toortskap slechts vast tot de wolfraamelektrode handmatig niet meer te ver-
▶
schuiven is.
3
10
4
Toortskap vastschroeven
Slijtagedeelsys-
1
2
3
4
5
6
2
3
*
2
3
4
1
(2)**
(1)**
4 / 5
2
30°
1
d
d
d
1
2
3
teem P met vastgeschroefd gasmondstuk monteren
VOORZICHTIG!
Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de spanhuls (1) of gaslens
(2).
Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.
Draai de spanhuls (1) of gaslens (2) niet al te strak vast.
▶
*Vervangbare rubberen afdichtingshuls alleen voor TTB 220 G/P
**Afhankelijk van de uitvoering van de lastoorts kan in plaats van de spanhuls (1)
een gaslens (2) worden gebruikt
NL
1
2
VOORZICHTIG!
Risico op schade door een te hoog aanhaalmoment bij de toortskap.
Dit kan leiden tot schade aan de schroefdraad.
Draai de toortskap slechts vast tot de wolfraamelektrode handmatig niet meer te ver-
▶
schuiven is.
3
4
Toortskap vastschroeven
11
Toortslichaam monteren, lastoorts aansluiten
Toortslichaam
monteren
OPMERKING!
Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.
Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.
Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbescha-
▶
digd is.
* O-ring op het toortslichaam invetten
1
2
3
Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met
180°
12
4
VOORZICHTIG!
Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voor-
▶
ste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.
NL
13
Lastoorts aan-
2
1
3
5
6
7
4
*
sluiten
OPMERKING!
Risico door beschadigde O-ring op aansluiting lastoorts.
Een beschadigde O-ring op de aansluiting lastoorts kan tot een verontreiniging van het
beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.
Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op de aansluiting lastoorts onbe-
▶
schadigd is.
1
Toortslichaam
verdraaien
* alleen bij watergekoeld lassysteem
1
14
Toortslichaam van gasgekoelde lastoorts vervan-
2
180°
1
gen
Lastoorts vervangen
NL
Toortslichaam demonteren:
1
2
3
Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het slangenpakket
4
Verwijder vervuilingen van het schakelstation van het toortslichaam
5
Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
6
15
Toortslichaam monteren:
VOORZICHTIG!
Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met el-
▶
kaar verbonden worden.
Monteer gasgekoelde toortslichamen alleen op gasgekoelde slangenpakketten.
▶
OPMERKING!
Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.
Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.
Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbescha-
▶
digd is.
* O-ring op het toortslichaam invetten
1
2
3
Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met
180°
16
4
VOORZICHTIG!
Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voor-
▶
ste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.
NL
Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
5
17
Toortslichaam van watergekoelde lastoorts vervan-
2
180°
1
gen
Lastoorts automatisch legen en
toortslichaam
vervangen
VOORZICHTIG!
Gevaar door ingeschakelde stroombron bij automatisch legen van de lastoorts.
Onbedoelde lichtboog-ontstekingen kunnen het gevolg zijn.
Volg de aanwijzingen voor het automatisch legen van de lastoorts uit de gebruiks-
▶
aanwijzing van het koelapparaat, uit de gebruiksaanwijzing van de stroombron en op
het bedieningspaneel van de stroombron.
Bewaar tijdens de hierna beschreven werkzaamheden met het toortslichaam een af-
▶
stand van minstens 1 m (39.37 in.) tot elektrisch geleidende objecten.
Lastoorts automatisch legen (bijvoorbeeld met CU 600t /MC) en toortslichaam demonteren:
Leeg het lastoorts-slangenpakket met de overeenkomstige functie van het koelappa-
1
raat
2
3
18
4
Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het slangen-
5
pakket
Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het toortsli-
6
chaam
Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
7
Toortslichaam monteren:
NL
VOORZICHTIG!
Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met el-
▶
kaar verbonden worden.
Monteer watergekoelde toortslichamen alleen op watergekoelde slangenpakketten.
▶
OPMERKING!
Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.
Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.
Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbescha-
▶
digd is.
* O-ring op het toortslichaam invetten
1
2
19
3
Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met
180°
4
Leeg de lastoorts
handmatig en
vervang het
toortslichaam
VOORZICHTIG!
Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voor-
▶
ste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.
Druk bij de stroombron op de toets Gascontrole
5
30 seconden lang ontsnapt er beschermgas.
Controleer de koelmiddeldoorstroming:
6
In het koelmiddelreservoir van het koelapparaat moet een probleemloze terugstroming te zien zijn.
Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
7
Lastoorts handmatig legen en toortslichaam demonteren:
Schakel de stroombron uit en koppel los van het elektriciteitsnet
1
Wacht op de naloopfase van het koelapparaat
2
Sluit de slang voor koelmiddeltoevoer van het koelapparaat af
3
20
Blaas de slang voor koelmiddeltoevoer met maximaal 4 bar (58,02 psi) perslucht
2
180°
1
4
leeg
-daardoor stroomt een groot deel van het koelmiddel terug naar het koelmiddelreservoir
5
6
NL
7
Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het slangen-
8
pakket
Verwijder vervuilingen en koelmiddelresten van het schakelstation van het toortsli-
9
chaam
Breng de beschermkap op het schakelstation van het toortslichaam aan
10
21
Toortslichaam monteren:
VOORZICHTIG!
Gevaar door incompatibele systeemcomponenten.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Alleen toortslichamen en slangenpakketten met dezelfde koelwijze mogen met el-
▶
kaar verbonden worden.
Monteer watergekoelde toortslichamen alleen op watergekoelde slangenpakketten.
▶
OPMERKING!
Risico door beschadigde O-ring op het toortslichaam.
Een beschadigde O-ring op het toortslichaam kan tot een verontreiniging van het beschermgas en daardoor tot een foutieve lasnaad leiden.
Controleer vóór iedere inbedrijfname of de O-ring op het toortslichaam onbescha-
▶
digd is.
* O-ring op het toortslichaam invetten
1
2
3
Druk de vergrendeling met het toortslichaam volledig naar achteren en draai tegelijkertijd het toortslichaam met
180°
22
4
VOORZICHTIG!
Gevaar door verkeerd gemonteerd toortslichaam.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer of de vergrendeling zich na de montage van het toortslichaam in de voor-
▶
ste positie bevindt. Pas dan is het toortslichaam correct gemonteerd en vergrendeld.
NL
Sluit de stroombron op het stroomnetwerk aan en schakel de stroombron in
5
Druk bij de stroombron op de toets Gascontrole
6
30 seconden lang ontsnapt er beschermgas.
Controleer de koelmiddeldoorstroming:
7
In het koelmiddelreservoir van het koelapparaat moet een probleemloze terugstroming te zien zijn.
Maak de proeflas en controleer de kwaliteit van de lasnaad
8
23
Verzorging, onderhoud en recycling
Verboden
24
Onderhoud bij iedere inbedrijfname
RecyclingHet afvoeren mag uitsluitend volgens de nationale en regionale bepalingen plaatsvinden.
-Controleer de slijtagedelen, vervang defecte slijtagedelen
-Ontdoe gasmondstuk van lasspetters
Daarnaast bij iedere inbedrijfname, bij watergekoeld lasbranden:
-controleer of alle koelmiddelaansluitingen dicht zijn
-controleer of er een reglementaire koelmiddelretour plaatsvindt
NL
25
Storingsdiagnose en storingen opheffen
Storingsdiagnose
en storingen opheffen
Lasbrander kan niet worden aangesloten
Oorzaak:
Oplossing:
Geen lasstroom
Netschakelaar van de stroombron ingeschakeld, weergaven op de stroombron branden,
beschermgas aanwezig
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Geen functioneren na indrukken van de brandertoets
Netschakelaar ingeschakeld, weergaven op de stroombron branden, beschermgas aanwezig
Bajonetvergrendeling verbogen
Vervang de bajonetvergrendeling
Verkeerde aardverbinding
Maak aardverbinding
Stroomkabel in lasbrander onderbroken
Vervang de lasbrander
Wolfraamelektrode los
Draai wolfraamelektrode met branderkop vast
Slijtagedelen los
Draai de slijtagedelen vast
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
HF-overslag op de aansluiting lasbrander
Oorzaak:
Oplossing:
HF-overslag op de hendelschaal
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
De stuurstekker is niet aangesloten
Steek stuurstekker in contact
Lasbrander of stuurleiding van de lasbrander is defect
Vervang de lasbrander
Foutieve stekkerverbindingen "brandertoets/stuurleiding/stroombron"
Controleer de stekkerverbinding / laat stroombron of lasbrander repareren
Printplaat in lasbrander defect
Vervang de printplaat
Aansluiting lasbrander lek
Vervang O-ring op de bajonetvergrendeling
Slangenpakket lek
Vervang het slangenpakket
Beschermgasslangaansluiting naar het branderlichaam lek
Corrigeer en dicht de slang
26
Geen beschermgas
Alle andere functies beschikbaar
NL
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Slechte laseigenschappen
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Gasfles leeg
Vervang de gasfles
Gas-drukverlager defect
Vervang de gas-drukverlager
Gasleiding niet gemonteerd, geknakt of beschadigd
Monteer de gasslang en leg deze recht. Vervang de defecte gasslang
Lasbrander defect
Vervang de lasbrander
Gas-magneetventiel defect
Neem contact op met het serviceteam (laat het gas-magneetventiel vervan-
gen)
Verkeerde lasparameter
Instellingen controleren
Verkeerde massa-aansluiting
Massa-aansluiting en klem op polariteit controleren
Lasbrander wordt zeer heet
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Oorzaak:
Remedie:
Lasbrander te zwak gedimensioneerd
Rekening houden met inschakelduur en belastingsgrenzen
alleen bij watergekoelde installaties: waterdoorstroming te laag
waterstand, waterdoorstroomhoeveelheid, watervervuiling enz. controleren,
koelmiddelpomp geblokkeerd: Spil van de koelmiddelpomp met schroevendraaier tot de buis aandraaien
alleen bij watergekoelde installaties: Parameter "Best. koelapparaat" staat
op "OFF".
In het Setup-menu de parameter "Best. koelapparaat" op "Aut" of "ON" instellen.
27
Porositeit van de gasnaad
Oorzaak:
Oplossing:
Spetters in het gasmondstuk, daardoor onvoldoende gasbescherming van
de lasnaad
Verwijder lasspetters
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Slechte ontstekingseigenschappen
Oorzaak:
Oplossing:
Gaten in de gasslang of onnauwkeurige verbinding van de gasslang
Vervang de gasslang
O-ring op de centrale aansluiting is doorgesneden of defect
Vervang de O-ring
Vochtigheid/condensaat in de gasleiding
Droog de gasleiding
Te sterke of te zwakke gasstroom
Corrigeer de gasstroom
Onvoldoende hoeveelheid gas aan het begin of einde van het lassen
Verhoog de voorstroom of nastroom van gas
Te veel oplosmiddel aangebracht
Verwijder overtollig oplosmiddel / breng minder oplosmiddel aan
Ongeschikte wolfraamelektrode (bijvoorbeeld WP-elektrode bij het DC-lassen)
Gebruik geschikte wolfraamelektrode
Oorzaak:
Oplossing:
Gasmondstuk scheurt
Oorzaak:
Oplossing:
Slijtagedelen los
Schroef de slijtagedelen vast
Wolfraamelektrode steekt niet ver genoeg uit het gasmondstuk
Laat wolfraamelektrode verder uit het gasmondstuk steken
28
Technische gegevens
AlgemeenHet product voldoet aan de eisen van norm IEC 60974-7.
OPMERKING!
De aangegeven vermogensgegevens gelden alleen als standaard slijtagedelen
worden gebruikt.
Bij gebruik van gaslenzen en kortere gasmondstukken gelden er lagere waarden voor de
lasstroomgegevens.
OPMERKING!
De lasstroomgegevens gelden bij gasgekoelde toortslichamen alleen vanaf een
lengte van 65 mm (2.56 in.).
Bij gebruik van kortere toortslichamen nemen de lasstroomgegevens met 30% af.
OPMERKING!
Gebruik bij het lassen op de vermogensgrens van de lastoorts overeenkomstig
grotere wolfraamelektrodes en gasmondstuk-openingsdiameters om de levensduur van de slijtagedelen te verlengen.
Behandel stroomsterkte, AC-Balance en AC-compensatiestroom als vermogensvormende factoren.