Fronius prints on elemental chlorine free paper (ECF) sourced from certified sustainable forests (FSC).
/ Perfect Charging / Perfect Welding / Solar Energy
TransPocket 2500 Comfort
TransPocket 3500 Comfort
Bedieningshandleiding
NL
Stroombron voor elektrodelassen
42,0426,0065,NL 014-23122020
Inhoudsopgave
Veiligheidsvoorschriften6
Verklaring veiligheidsaanwijzingen6
Algemeen6
Gebruik overeenkomstig de bedoeling7
Omgevingsvoorwaarden7
Verplichtingen van de gebruiker7
Verplichtingen van het personeel8
Netaansluiting8
Lekstroom-beveiligingsschakelaar8
Bescherming van uzelf en derden8
Informatie over de geluidsemissie9
Gevaar door schadelijke gassen en dampen9
Gevaar door vonken10
Gevaren door net- en lasstroom10
Zwerfstromen11
EMV-apparaatclassificaties11
EMV-maatregelen12
EMF-maatregelen12
Bijzondere gevaren13
Eisen aan het beschermgas14
Gevaar door beschermgasflessen14
Veiligheidsmaatregelen op de opstelplaats en bij transport15
Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik15
Inbedrijfname, onderhoud en reparatie16
Veiligheidscontrole16
Verwijdering16
Veiligheidssymbolen17
Gegevensbescherming17
Auteursrecht17
Veiligheid21
Gebruik overeenkomstig de bedoeling21
Vereisten aan de installatielocatie21
Netaansluiting21
Netspanning veranderen (alleen MVm-varianten)23
Algemeen23
Tolerantiegebieden van de netspanning23
Netspanning veranderen23
Eenfasegebruik24
Elektrode lassen25
Veiligheid25
Lasparameters: weergave en navigatie25
Lasparameter26
Voorbereiding27
Elektrode lassen27
Hot-Start-functie (actief bij rutiel- en cellulosemethodes)29
Soft-Start-functie (actief bij basic-methode)29
De functie Anti-Stick30
Gebruik afstandsbediening30
TIG-lassen31
Veiligheid31
Lasparameter en navigatie31
NL
3
Lasparameter31
Voorwaarde32
Voorbereiding32
Hoeveelheid beschermgas voor een gasschuiver- lasbrander instellen33
Hoeveelheid beschermgas voor de lasbrander TTG 2200 TCS instellen33
TIG lassen 35
Lasstroom instellen, vlamboog ontsteken35
Gebruik afstandsbediening36
Functie TIG-Comfort-Stop36
Job-lassen39
Veiligheid39
Voorbereiding39
Job-lassen39
Instellingen als Job opslaan41
Algemeen41
Instellingen als Job opslaan41
Het Setup-menu44
Algemeen44
Een Setup-menu binnengaan44
Parameters kiezen en instellen44
Een Setup-menu verlaten45
Overzicht45
De Setup staafelektrode51
Parameter in Staafelektrode-Setup51
De Cellulose-elektrode-Setup (Cel-elec.-Setup)53
De Cel-Setup53
Parameter in Cel-Setup53
De Job-setup55
De Job-setup55
In de Job-Setup van een opgeslagen Job binnengaan55
Job kopiëren56
Parameter in de Job-Setup voor elektrode- en cellulose-jobs59
Parameter in Job-Setup voor TIG-jobs61
De TIG-setup63
De TIG-setup63
Parameter in TIG-Setup63
Het Service-menu64
Algemeen64
Het Servicemenu binnengaan64
Parameters kiezen en instellen64
Service-menu verlaten65
Parameter in het Service-menu66
Taal instellen68
Fabriek - Stroombron terugstellen 69
Het Info-scherm oproepen69
Voltage Reduction Device (alleen VRD-varianten)71
Algemeen71
Veiligheidsprincipe71
VRD-aanduiding op het display71
Storingsdiagnose en storingen opheffen73
Veiligheid73
Storingsdiagnose73
Servicecodes76
Verzorging, onderhoud en recycling79
Algemeen79
Bij elke ingebruikname79
Elke 2 maanden79
Elke 6 maanden79
4
Recycling79
Gemiddelde verbruikswaarden bij het lassen80
Gemiddeld verbruik van draadelektroden bij het MIG/MAG-lassen80
Gemiddeld beschermgasverbruik bij het MIG/MAG-lassen80
Gemiddeld beschermgasverbruik bij het TIG-lassen80
Technische gegevens81
Veiligheid81
Generatorwerkzaamheid81
TP 2500 Comfort81
TP 2500 Comfort MVm82
TP 3500 Comfort83
TP 3500 Comfort MVm 84
Overzicht van kritieke grondstoffen, productiejaar van apparaat85
NL
5
Veiligheidsvoorschriften
Verklaring veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING!
Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar.
Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar lichamelijk let-
▶
sel tot gevolg.
GEVAAR!
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk let-
▶
sel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG!
Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwondingen
▶
evenals materiële schade tot gevolg hebben.
OPMERKING!
Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging
van de apparatuur.
AlgemeenHet apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële veiligheids-
eisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter potentieel gevaar op
voor:
-het leven van de gebruiker of dat van derden
-het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker
-de efficiëntie van het werken met het apparaat.
Alle personen die met ingebruikname, bediening, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten:
-beschikken over de juiste kwalificaties
-kennis van lassen hebben en
-deze bedieningshandleiding volledig lezen en exact opvolgen.
De bedieningshandleiding moet worden bewaard op de plaats waar het apparaat wordt
gebruikt. Naast de bedieningshandleiding moet bovendien de overkoepelende en lokale
regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu worden
nageleefd.
Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat:
-in leesbare toestand houden
-niet beschadigen
-niet verwijderen
-niet afdekken, afplakken of overschilderen.
De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk "Algemeen" in de handleiding van het
apparaat.
Storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden, moeten zijn verholpen voordat
het apparaat wordt ingeschakeld.
6
Het gaat om uw eigen veiligheid!
NL
Gebruik overeenkomstig de
bedoeling
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor werkzaamheden overeenkomstig het bedoelde
gebruik.
Het apparaat is uitsluitend voor de op het kenplaatje vermelde laswerkzaamheden
bestemd.
Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook:
-het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen in de handleiding
-het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en
gevaren
-het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden.
Gebruik het apparaat nooit voor de volgende doeleinden:
-het ontdooien van leidingen
-het laden van batterijen of accu's
-het starten van motoren
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in industrie- en productieomgevingen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik in woonomgevingen.
De fabrikant aanvaardt evenmin aansprakelijkheid voor gebrekkige of onjuiste resultaten.
Omgevingsvoorwaarden
Verplichtingen
van de gebruiker
Gebruik of opslag van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als gebruik
overeenkomstig de bedoeling. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Temperatuurbereik van de omgevingslucht:
-tijdens het lassen: -10 °C tot + 40 °C (14 °F tot 104 °F)
-tijdens transport en opslag: -20 °C tot +55 °C (-4 °F tot 131 °F)
Relatieve luchtvochtigheid:
-tot 50% bij 40 °C (104 °F)
-tot 90% bij 20 °C (68 °F)
Omgevingslucht: vrij van stof, zuren, corrosieve gassen of substanties, enz.
Hoogte boven de zeespiegel: tot 2.000 m (6561 ft. 8.16 in.)
De gebruiker is verplicht uitsluitend personen met het apparaat te laten werken die:
-op de hoogte zijn van de fundamentele voorschriften over arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie, en vertrouwd zijn met de bediening van het apparaat
-deze bedieningshandleiding, met name het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften",
hebben gelezen en begrepen, en dit door het zetten van hun handtekening hebben
bevestigd
-voldoende gekwalificeerd zijn voor de werkzaamheden die zij uitvoeren.
Er moet regelmatig worden gecontroleerd of het personeel in voldoende mate veiligheidsbewust werkt.
7
Verplichtingen
van het personeel
Alle personen die met het apparaat moeten werken, verplichten zich vóór aanvang van
de werkzaamheden:
-de fundamentele voorschriften over arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie na te
leven
-deze bedieningshandleiding, met name het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften", te
lezen, en door het zetten van hun handtekening te bevestigen dat zij deze hebben
begrepen en zullen naleven.
Voordat personen die met het apparaat werken, de werkplek verlaten, dienen zij na te
gaan of er ook tijdens hun afwezigheid geen persoonlijk letsel of materiële schade kan
ontstaan.
NetaansluitingApparaten met een hoog vermogen kunnen vanwege hun stroomopname de energie-
kwaliteit van het stroomnetwerk beïnvloeden.
Dit kan voor bepaalde apparaattypen consequenties hebben in de vorm van:
-aansluitbeperkingen
-
eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie
-
eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen
*)
telkens bij de aansluiting op het openbare stroomnetwerk
*)
*)
zie de technische gegevens
Lekstroom-beveiligingsschakelaar
Bescherming van
uzelf en derden
In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan of het
apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig dient hiertoe te worden overlegd
met de energieleverancier.
BELANGRIJK! Zorg voor een veilige aarding van de netaansluiting!
Lokale voorschriften en nationale richtlijnen kunnen voor de aansluiting van een apparaat op het openbare elektriciteitsnet een lekstroom-beveiligingsschakelaar eisen.
Het type lekstroom-beveiligingsschakelaar dat de fabrikant voor dit apparaat aanbeveelt,
wordt in de technische gegevens vermeld.
Neem bij het werken met het apparaat staat u aan talrijke gevaren bloot, zoals bijvoorbeeld:
-vonken, rondvliegende hete metaaldeeltjes
-voor ogen en huid schadelijke straling van de boog
-schadelijke elektromagnetische velden, die voor dragers van een pacemaker
levensgevaarlijk zijn
-gevaar van elektrische schokken door net- en lasstroom
-verhoogde geluidsbelasting
-schadelijke lasrook en -gassen
Neem bij het werken met het apparaat moeten geschikte beschermende kleding dragen.
De beschermende kleding moet de moet de volgende eigenschappen hebben:
-moeilijk ontvlambaar
-isolerend en droog
-het hele lichaam bedekkend, onbeschadigd en in goede toestand
-veiligheidshelm
-broek zonder omslag
8
Onder het dragen van beschermende kleding wordt onder meer verstaan:
-Het afschermen van ogen en gezicht met een laskap die is uitgerust met de juiste
filters ter bescherming tegen UV-straling, hitte en vonken.
-Het dragen (achter de laskap) van een geschikte lasbril met zijbescherming.
-Het dragen van stevige schoenen die ook onder vochtige omstandigheden isoleren.
-Het beschermen van de handen met geschikte handschoenen (elektrisch isolerend,
hittebestendig).
-Het dragen van gehoorbescherming ter vermindering van de geluidsbelasting en ter
voorkoming van gehoorschade.
Personen, vooral kinderen, tijdens het gebruik van het apparaat en tijdens het lassen
van de werkplek weghouden. Bevinden zich echter nog personen in de omgeving, dan:
-wijst u deze op alle mogelijke gevaren (schade aan de ogen door het licht van de
boog, letstel door vonken, schadelijke lasrook, geluidsbelasting, risico van schokken
door net- of lasstroom, enz.)
-stelt u geschikte veiligheidsmiddelen ter beschikking of
-installeert u geschikte beschermwanden en beschermgordijnen.
NL
Informatie over
de geluidsemissie
Gevaar door
schadelijke gassen en dampen
Het apparaat produceert in onbelaste toestand en in de afkoelfase na het uitvoeren van
werkzaamheden een maximaal geluidsniveau van <80 dB(A) (ref. 1pW) overeenkomstig
het maximaal toelaatbare arbeidspunt bij normbelasting volgens EN 60974-1.
Voor het lassen (en snijden) zelf kan een werkplekspecifieke emissiewaarde niet worden
gegeven, aangezien deze afhangt van de lasmethode (of snijmethode) en de omgeving.
De emissiewaarde is afhankelijk van uiteenlopende parameters, zoals het toegepaste
lasproces (MIG/MAG-, TIG-lassen), de gekozen stroomsoort (gelijkstroom, wisselstroom), het vermogen, het type werkstuk, de resonantie-eigenschappen van het werkstuk, de omgeving van de werkplek, enz.
De rook die bij het lassen ontstaat, bevat gassen en dampen die een gevaar voor de
gezondheid vormen.
Lasrook bevat stoffen die volgens monografie 118 van het International Agency for
Research on Cancer kanker veroorzaken.
Ruimte op tijd schoon zuigen.
Indien mogelijk een lasbrander met geïntegreerd zuigapparaat gebruiken.
Uw gezicht uit de buurt van lasrook en gassen houden.
Ontstane rook en schadelijke gassen
-niet inademen
-via een geschikte methode afzuigen uit de werkplaats.
Zorg voor voldoende toevoer van buitenlucht. Controleren of te allen tijde een ventilatie
van minstens 20 m³/uur wordt aangehouden.
Indien de ventilatie onvoldoende is, gebruikt u een lashelm met luchttoevoer.
Indien niet geheel duidelijk is of de ventilatie voldoende is, vergelijkt u de gemeten emissies van schadelijke stoffen met de toelaatbare grenswaarden.
Voor de mate waarin de lasrook schadelijk is, zijn onder meer de volgende componenten
verantwoordelijk:
De aanwijzingen in de veiligheidsinformatiebladen voor genoemde componenten in acht
nemen en de instructies van de fabrikant opvolgen.
Aanbevelingen voor blootstellingsscenario's en maatregelen voor risicobeheer en voor
de identificatie van arbeidsomstandigheden zijn op de website van de European Welding
Association in het gedeelte Health & Safety te vinden (https://european-welding.org).
Ervoor zorgen dat ontvlambare dampen (bijvoorbeeld van oplosmiddelen) niet binnen
het stralingsbereik van de boog terechtkomen.
Als er niet wordt gelast, het ventiel van de beschermgasfles of de hoofdgaskraan sluiten.
Gevaar door vonken
Gevaren door
net- en lasstroom
Vonken kunnen brand en explosies veroorzaken.
Voer nooit laswerkzaamheden uit in de nabijheid van brandbare materialen.
Brandbare materialen moeten ten minste 11 meter (36 ft. 1.07 in.) van de boog verwijderd zijn of worden voorzien van een betrouwbare afdekking.
Houd een geschikte, geteste brandblusser bij de hand.
Vonken en hete metaaldeeltjes kunnen ook door kleine kieren en openingen in de omgeving terechtkomen. Om te voorkomen dat hierdoor kans op letsel of brandgevaar ontstaat, moet u passende maatregelen nemen.
Niet lassen in brand- en explosiegevaarlijke omgevingen of aan gesloten tanks, vaten en
buizen als deze niet zijn voorbereid conform de nationale en internationale normen.
Er mag niet worden gelast aan houders waarin zich gassen, drijfstoffen, minerale oliën
e.d. bevinden/hebben bevonden. Restanten van deze stoffen kunnen een explosie veroorzaken.
Een elektrische schok is per definitie levensgevaarlijk en kan dodelijk zijn.
Spanningvoerende delen binnen en buiten het apparaat niet aanraken.
Bij MIG/MAG- en TIG-lassen zijn ook de lasdraad, de draadspoel, de aandrijfrollen en
alle metalen onderdelen die met de lasdraad in aanraking komen, spanningvoerend.
10
Plaats de draadaanvoer altijd op een voldoende geïsoleerde ondergrond of gebruik een
geschikte, isolerende unit voor de draadaanvoer.
Om uzelf en anderen adequaat tegen aarde- en massapotentiaal te beschermen, dient u
te zorgen voor een voldoende isolerende, droge ondergrond of afdekking. De ondergrond of afdekking moet het gebied tussen lichaam en aarde- of massapotentiaal volledig afdekken.
Alle kabels en leidingen moeten vastzitten, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Losse verbindingen, verschroeide of beschadigde kabels, of
leidingen met een te kleine kern direct vervangen.
Voor elk gebruik de stroomverbindingen handmatig op stevigheid controleren.
Bij stroomkabels met bajonetplug de stroomkabel minimaal 180° om de lengte-as
draaien en voorspannen.
Wikkel kabels en leidingen niet om uw lichaam of om lichaamsdelen.
De laselektrode (staafelektrode, wolfraamelektrode, lasdraad, enz.)
-nooit ter afkoeling in vloeistoffen onderdompelen
-nooit aanraken wanneer de stroombron is ingeschakeld
Tussen de laselektroden van twee lasapparaten kan bijvoorbeeld de dubbele nullastspanning van één lasapparaat voorkomen. Bij gelijktijdige aanraking van de potentialen
van beide elektroden bestaat dan onder bepaalde omstandigheden levensgevaar.
Laat de net- en apparaatkabels regelmatig door een elektromonteur op een juiste werking van de randaarde controleren.
Sluit het apparaat alleen aan op een wandcontactdoos met randaardecontact die deel
uitmaakt van een geaard stroomnetwerk.
Wordt het apparaat op een stroomnetwerk zonder randaarde en een wandcontactdoos
zonder randaardecontact aangesloten, dan geldt dit als ernstig nalatig. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
Zorg, indien noodzakelijk, met hiertoe geschikte middelen voor voldoende aarding van
het werkstuk.
Schakel niet-gebruikte apparaten uit.
Draag bij werkzaamheden op hoogte een valbeschermingsuitrusting.
Voor u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert, moet u het apparaat uitschakelen en
de netstekker uit de wandcontactdoos halen.
Plaats een duidelijk leesbaar en begrijpelijk waarschuwingsbord om te voorkomen dat de
netstekker opnieuw in de wandcontactdoos wordt gestoken en het apparaat weer wordt
ingeschakeld.
NL
Na het openen van het apparaat:
-alle onderdelen die elektrisch geladen zijn, ontladen
-controleren of alle componenten van het apparaat stroomloos zijn
Indien u werkzaamheden moet uitvoeren aan spanningvoerende delen, werk dan samen
met een tweede persoon, die de hoofdschakelaar bijtijds kan uitschakelen.
ZwerfstromenAls onderstaande aanwijzingen niet worden opgevolgd, ontstaan er mogelijk zwerfstro-
men. Deze kunnen het volgende veroorzaken:
-brand
-oververhitting van onderdelen die in contact staan met het werkstuk
-beschadiging van randaardeleidingen
-beschadiging van het apparaat en andere elektrische installaties
Zorg voor een stevige verbinding tussen de werkstukklem en het werkstuk.
Bevestig de werkstukklem zo dicht mogelijk bij de plaats waar u gaat lassen.
Zorg bij een elektrisch geleidende ondergrond voor voldoende isolatie tussen de ondergrond en het apparaat.
Houd bij het gebruik van stroomverdelers, units met een dubbele kop enz. rekening met
het volgende: Ook de elektrode van de niet-gebruikte lastoorts/elektrodenhouder is
spanningvoerend. Zorg voor een voldoende geïsoleerde opslagpositie voor de nietgebruikte lastoorts/elektrodenhouder.
EMV-apparaatclassificaties
Bij geautomatiseerde MIG/MAG-toepassingen moet de elektrode goed geïsoleerd van
de lasdraadhouder, grote spoel of draadspoel naar de draadtoevoer worden geleid.
Apparaten van emissieklasse A:
-zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden;
-kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door straling veroorzaken.
11
Apparaten van emissieklasse B:
-voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt ook
voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het openbare laagspanningsnet.
EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens.
EMV-maatregelenIn uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden,
sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op
de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in
de nabijheid van radio- of televisieontvangers).
In dit geval is de gebruiker verplicht adequate maatregelen te treffen om de storing op te
heffen.
Controleer en beoordeel of de immuniteit van installaties in de omgeving van het apparaat in overeenstemming is met de nationale en internationale voorschriften. Voorbeelden van storingsgevoelige installaties die door het apparaat beïnvloed kunnen worden:
-Veiligheidsinstallaties
-Netkabels, signaalkabels en kabels voor gegevensoverdracht
-Data- en telecommunicatie-installaties
-Meet- en kalibratie-installaties
Ondersteunende maatregelen ter voorkoming van EMV-problemen:
1.Netvoeding
-Treden er, ondanks reglementaire aansluiting op het elektriciteitsnet, elektro-
magnetische storingen op, tref dan extra maatregelen (gebruik bijvoorbeeld een
geschikt netfilter).
2.Laskabels
-Houd ze zo kort mogelijk.
-Laat ze dicht bij elkaar lopen (ook ter voorkoming van EMF-problemen).
-Leg ze ver verwijderd van andere leidingen.
3.Potentiaalegalisatie
4.Aarding van het werkstuk
-Breng, indien noodzakelijk, via geschikte condensatoren een aardeverbinding
tot stand.
5.Afscherming, indien noodzakelijk
-Scherm andere installaties in de omgeving af.
-Scherm de complete lasinstallatie af.
EMF-maatregelenElektromagnetische velden kunnen nog onbekende schade aan de gezondheid veroor-
zaken:
-Gevolgen voor de gezondheid van personen die zich in de nabijheid bevinden, bijvoorbeeld dragers van pacemakers en hoortoestellen.
-Dragers van pacemakers moeten zich door hun arts laten adviseren, voordat zij zich
in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat en het lasproces begeven.
-De afstand tussen de laskabels en het hoofd/lichaam van de lasser moet om veiligheidsredenen zo groot mogelijk worden gehouden.
-Laskabels en slangenpakketten niet over de schouder dragen en niet om het
lichaam of lichaamsdelen wikkelen.
12
Bijzondere gevaren
Houd handen, haren, kledingstukken en gereedschappen uit de buurt van bewegende
onderdelen, zoals bijvoorbeeld:
-ventilatoren
-tandwielen
-rollen
-aandrijfassen
-draadspoelen en lasdraden
Steek uw handen niet in de draaiende tandwielen van de draadaandrijving of in draaiende machineonderdelen.
Afdekkingen en zijdelen mogen uitsluitend worden geopend/verwijderd gedurende het
uitvoeren van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.
Tijdens het gebruik
-Controleren of alle afdekkingen zijn gesloten en alle zijdelen correct zijn gemonteerd.
-Alle afdekkingen en zijdelen gesloten houden.
Het uitsteken van de lasdraad uit de lastoorts levert een hoog risico op letsel op (verwondingen aan handen, gezicht, ogen, enz.).
Houd de lastoorts daarom altijd weg van het lichaam (apparaten met draadaanvoerunit)
en gebruik een geschikte veiligheidsbril.
Raak het werkstuk tijdens en na het lassen niet aan - verbrandingsgevaar.
NL
Van afkoelende werkstukken kan slak afspringen. Draag daarom ook bij het nabewerken
van werkstukken de voorgeschreven beschermende uitrusting en zorg ervoor dat andere
personen voldoende zijn beschermd.
Laat lastoortsen en andere uitrustingscomponenten met een hoge bedrijfstemperatuur
afkoelen voordat u eraan gaat werken.
In ruimten met een verhoogd risico op brand of explosie gelden bijzondere voorschriften.
- Houd u aan de geldende nationale en internationale bepalingen.
Stroombronnen voor werkzaamheden in ruimten met een verhoogd elektrisch risico (bijvoorbeeld ketels) moeten zijn voorzien van het symbool (Safety). De stroombron zelf
mag zich echter niet in zulke ruimten bevinden.
Verbrandingsgevaar door uittredend koelmiddel. Schakel het koelapparaat uit voordat u
de aansluiting van de koelmiddeltoevoer/-afvoer afkoppelt.
Neem bij het werken met koelmiddel de aanwijzingen op het veiligheidsinformatieblad
voor het koelmiddel in acht. U kunt het veiligheidsinformatieblad aanvragen via de servicedienst van de fabrikant of downloaden op zijn website.
Gebruik voor het kraantransport van apparaten uitsluitend geschikte lastopnamemiddelen van de fabrikant.
-Bevestig kettingen of kabels aan alle hiervoor bestemde ophangpunten op het
geschikte lastopnamemiddel.
-De kettingen of kabels moeten een zo klein mogelijke afwijking van hun loodrechte
stand hebben.
-Verwijder gasflessen en draadaanvoer (MIG/MAG- en TIG-apparaten).
Gebruik bij kraanophanging van de draadaanvoer tijdens het lassen altijd een geschikte,
isolerende draadaanvoerophanging (MIG/MAG- en TIG-apparaten).
Als het apparaat is voorzien van een draagriem of -greep, mag deze uitsluitend worden
gebruikt om het apparaat met de hand te dragen. De draagriem/-greep is niet geschikt
voor transport van het apparaat per kraan, vorkheftruck of ander mechanisch hefwerktuig.
13
Alle aanslagmiddelen (riemen, beugels, kettingen, enz.) die voor het transport van het
apparaat of onderdelen ervan worden gebruikt, moeten regelmatig worden gecontroleerd
(bijvoorbeeld op mechanische beschadigingen, corrosie en aantasting door omgevingsinvloeden).
Interval en omvang van deze controles moeten minimaal voldoen aan de geldende nationale normen en richtlijnen.
Bij gebruik van een adapter voor de beschermgasaansluiting bestaat het gevaar dat er
onopgemerkt kleur- en reukloos beschermgas vrijkomt. Omwikkel daarom, vóór het monteren, de schroefdraad aan apparaatzijde van de adapter voor de beschermgasaansluiting met geschikte Teflon-tape.
Eisen aan het
beschermgas
Gevaar door
beschermgasflessen
Vooral bij ringleidingen kan verontreinigd beschermgas leiden tot schade aan de apparatuur en tot een vermindering van de laskwaliteit.
Het beschermgas moet aan de volgende kwaliteitseisen voldoen:
-Deeltjesgrootte van vaste stoffen < 40 µm
-Druk-dauwpunt < -20 °C
-Max. oliegehalte < 25 mg/m³
Gebruik indien nodig filters!
Beschermgasflessen bevatten gas onder druk. Beschadigde flessen kunnen exploderen.
Aangezien beschermgasflessen deel uitmaken van de lasuitrusting, moet er uiterst voorzichtig mee worden omgegaan.
Stel beschermgasflessen met verdicht gas niet bloot aan te grote hitte, mechanisch
geweld, slak, open vuur, vonken en lasbogen.
Monteer beschermgasflessen altijd loodrecht en volgens de handleiding, zodat ze niet
om kunnen vallen.
Houd beschermgasflessen uit de buurt van elektrische stroomkringen (van het lasapparaat en andere apparatuur).
Hang nooit een lastoorts op aan een beschermgasfles.
Raak een fles met beschermgas nooit aan met een laselektrode.
Explosiegevaar - voer nooit laswerkzaamheden uit aan een beschermgasfles onder
druk.
Gebruik uitsluitend beschermgasflessen die geschikt zijn voor de specifieke werkzaamheden. Gebruik alleen bijbehorende, geschikte accessoires (regelaars, slangen, fittingen,
enz.). Gebruik beschermgasflessen en accessoires alleen als deze in goede staat zijn.
Draai bij het openen van het ventiel van de fles met beschermgas het gezicht weg van
de uitlaat.
Wordt er niet gelast, sluit dan het ventiel van de beschermgasfles.
Laat bij niet-aangesloten beschermgasflessen de kap op het ventiel zitten.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de beschermgasfles en de accessoires, en neem de betreffende nationale en internationale bepalingen in acht.
14
Veiligheidsmaatregelen op de
opstelplaats en
bij transport
Een omvallend apparaat kan resulteren in levensgevaar! Plaats het apparaat stabiel op
een vlakke, vaste ondergrond.
-Een hellingshoek van maximaal 10° is toelaatbaar.
In brand- en explosiegevaarlijke ruimten gelden bijzondere voorschriften.
-Houd u aan de betreffende nationale en internationale bepalingen.
Zorg er door middel van instructies en controles binnen het bedrijf voor dat de omgeving
van de werkplek altijd schoon en overzichtelijk is.
Plaats en gebruik het apparaat uitsluitend volgens de op het kenplaatje aangeduide
beschermingsklasse.
Bij het opstellen van het apparaat een vrije ruimte van 0,5 m (1 ft. 7,69 in.) rondom aanhouden, zodat de koellucht ongehinderd kan in- en uitstromen.
Zorg er bij het transport van het apparaat voor dat u zich houdt aan de geldende nationale en regionale richtlijnen en veiligheidsvoorschriften. Dit geldt met name voor de richtlijnen met betrekking tot potentiële gevaren bij verzending en transport.
Actieve apparaten niet optillen of transporteren. Schakel apparaten altijd uit voordat u ze
optilt of transporteert!
Tap het koelmiddel altijd volledig af voordat u het apparaat transporteert. Demonteer
vóór transport bovendien de volgende onderdelen:
-Draadtoevoer
-Draadspoel
-Beschermgasfles
NL
Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik
Stel het apparaat na transport niet meteen in dienst, maar voer eerst een grondige visuele controle uit. Laat eventuele beschadigingen vóór de inbedrijfname door vakkundig
onderhoudspersoneel repareren.
U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen volledig
operationeel zijn. Zijn de veiligheidsvoorzieningen niet volledig operationeel, dan levert
dit gevaar op voor:
-het leven van de gebruiker of dat van derden;
-het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker;
-de efficiëntie van het werken met het apparaat.
Laat niet volledig operationele veiligheidsvoorzieningen repareren voordat u het apparaat inschakelt.
Veiligheidsvoorzieningen nooit omzeilen of buiten werking stellen.
Voordat u het apparaat inschakelt, dient u te controleren of er niemand gevaar loopt.
Controleer ten minste eenmaal per week of het apparaat zichtbare schade vertoont en of
de veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken.
Bevestig beschermgasflessen altijd op de juiste manier en verwijder ze van tevoren bij
kraantransport.
Op grond van de eigenschappen (mate van elektrische geleidbaarheid en brandbaarheid, vorstbeschermingsgraad, combineerbaarheid met bepaalde grondstoffen enz.) is
alleen het originele koelmiddel van de fabrikant geschikt voor gebruik in onze apparaten.
Gebruik uitsluitend een geschikt origineel koelmiddel van de fabrikant.
Vermeng het originele koelmiddel van de fabrikant niet met andere koelmiddelen.
Sluit alleen systeemcomponenten van de fabrikant op het koelcircuit aan.
15
Gebruikt u toch andere systeemcomponenten of een ander koelmiddel en ontstaat hierdoor schade, dan is de fabrikant hiervoor niet aansprakelijk en vervalt elke aanspraak op
garantie.
Cooling Liquid FCL 10/20 is niet ontvlambaar. Koelmiddel op basis van ethanol is onder
bepaalde omstandigheden ontvlambaar. Vervoer het koelmiddel alleen in gesloten, originele houders en houd het verwijderd van mogelijke ontstekingsbronnen.
Voer afgewerkt koelmiddel af volgens de geldende nationale en internationale voorschriften. U kunt het veiligheidsinformatieblad aanvragen via de servicedienst van de fabrikant
of downloaden op diens website.
Controleer, voordat u begint met lassen, altijd de stand van het koelmiddel in het apparaat in afgekoelde toestand.
Inbedrijfname,
onderhoud en
reparatie
Veiligheidscontrole
Mijd niet-originele onderdelen; hiervan kan niet worden gewaarborgd dat ze voldoende
robuust en veilig zijn geconstrueerd/geproduceerd.
-Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen (dit geldt ook voor genormeerde
onderdelen).
-Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan het apparaat aan.
-Onderdelen die niet in onberispelijke staat verkeren, dient u direct te vervangen.
-Geef bij bestellingen op: de exacte benaming en het onderdeelnummer volgens de
onderdelenlijst, het serienummer van uw apparaat.
De behuizingschroeven geven de randaardeverbinding voor de aarding van de behuizingonderdelen weer.
Gebruik altijd het correcte aantal originele behuizingschroeven met het aangegeven aanhaalmoment.
De fabrikant raadt aan om ten minste eenmaal per 12 maanden een veiligheidscontrole
aan het apparaat uit te laten voeren.
De fabrikant raadt bovendien aan de gebruikte stroombronnen te kalibreren, eveneens
om de 12 maanden.
Een veiligheidscontrole door een gekwalificeerde elektromonteur wordt aanbevolen:
-na het aanbrengen van wijzigingen
-na installatie of ombouw
-na het uitvoeren van reparaties en onderhoud
-na elke periode van maximaal twaalf maanden.
Voor de veiligheidscontrole dient u zich te houden aan de geldende nationale en internationale normen en richtlijnen.
Voor meer informatie over het uitvoeren van veiligheidscontroles en kalibraties kunt u
zich wenden tot de servicedienst. Deze verstrekt u op verzoek alle noodzakelijke documentatie.
VerwijderingGooi dit apparaat niet weg als huisvuil! Volgens de Europese richtlijn betreffende afge-
dankte elektrische en elektronische apparatuur, en de hiervan afgeleide nationale wetten, moeten afgedankte elektrische apparaten apart worden ingezameld en milieuvriendelijk worden verwerkt. Retourneer gebruikte apparaten aan uw leverancier of breng ze
naar een erkend inzamelpunt in uw omgeving. Het negeren van deze EU-richtlijnen heeft
mogelijk schadelijke effecten op het milieu en uw gezondheid!
16
Veiligheidssymbolen
Apparaten met CE-aanduiding voldoen aan de eisen die in de richtlijnen voor laagspanningscompatibiliteit en elektromagnetische compatibiliteit worden gesteld (zoals de relevante productnormen van de normenreeks EN 60 974).
Fronius International GmbH verklaart dat het apparaat voldoet aan richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is online beschikbaar op: http://
www.fronius.com
Apparaten die zijn voorzien van het CSA-testsymbool, voldoen aan de eisen van de relevante Canadese en Amerikaanse normen.
NL
Gegevensbescherming
AuteursrechtHet auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die afwijken van
de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste persoonlijke instellingen is
de fabrikant niet aansprakelijk.
Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter perse
gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan de gebruiker
geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u een fout in deze
handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.
17
Algemeen
Principe
TransPocket 2500 Comfort
ConceptDe stroombronnen TP 2500/3500 Comfort hebben aansluitbussen met bajonetsluiting,
een poederbeklede plaatbehuizing met glijplaten van edelstaal en de bedieningselementen worden beschermd door kaders van kunststof.
De draaghendel maakt comfortabel transport mogelijk, zowel binnen het bedrijf als bij
gebruik op bouwplaatsen.
De stroombronnen TransPocket (TP) 2500
Comfort en TransPocket (TP) 3500 Comfort bieden bij het kleinst mogelijke gewicht
en de kleinste afmetingen uitzonderlijke
ontstekings- en laseigenschappen.
Een elektronische regelaar past de karakteristiek van de stroombron aan de te lassen elektrode aan en garandeert zo een
stabiele lichtboog en een ideale karakteristiek.
Toepassingsgebieden
De stroombronnen TP 2500 Comfort en TP 3500 Comfort zijn vanwege hun kleine afmetingen bijzonder geschikt voor mobiele inzet op bouwplaatsen en bij montagewerkzaamheden. Maar ook bij de stationaire inzet bij handwerk- en nijverheidwerkzaamheden zijn
de apparaten krachtige en economische alternatieven.
18
Bedieningselementen en aansluitingen
(1)
(2)
(3)(4)(5)
(6)
NL
Veiligheid
Bedieningselementen
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uit-
▶
sluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd.
U dient dit document te lezen en te begrijpen.
▶
Alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veilig-
▶
heidsvoorschriften, moeten gelezen en begrepen worden.
Vanwege software-updates kunnen er functies op uw apparaat beschikbaar zijn die niet
in deze gebruiksaanwijzing beschreven staan of omgekeerd.
Daarnaast kunnen afzonderlijke afbeeldingen licht afwijken van de bedieningselementen
op uw apparaat. De werking van deze bedieningselementen is echter gelijk.
Bedieningselementen en weergaven op het bedieningspaneel
(1)Stelwiel
-Stelwiel draaien: Parameter kiezen
-Stelwiel indrukken: een keuze in het menu bevestigen, vastleggen van waarden
(2)Toets Setup
voor het oproepen van het betreffende Setup-menu in het ingestelde proces
(3)Toets rechts
Nom in het menu te navigeren
(4)Display
(5)Toets Links
om in het menu te navigeren
(6)Toets Procedure
Voor de keuze van de lasprocedure
Elektrode lassen
19
Aansluitingen
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
Elektrode lassen met cellulose-elektrode
Job-lassen
TIG lassen
De gekozen lasprocedure blijft ook na het uittrekken van de netstekker opgeslagen.
Aansluitingen aan de voorzijde
(1)(+) stroombus met bajonetsluiting
voor het aansluiten van de
-elektrode- of aardleiding bij het elektrode lassen (afhankelijk van elektroden-
type)
-aardleiding bij het TIG-lassen
(2)(-) stroombus met bajonetsluiting
voor het aansluiten van de
-elektrode- of aardleiding bij het elektrode lassen (afhankelijk van elektroden-
type)
-Lasbrander bij het TIG-lassen (stroomaansluiting)
(3)Aansluitbus afstandsbediening
voor het aansluiten van een afstandsbediening
(4)Aansluitbus Beschermgas
voor het aansluiten van de gasleiding
(5)Netschakelaar
(6)Stoffilter
in het aanzuigbereik van de ventilator; verhindert het vuil worden van de binnenzijde van het huis bij grote stofproductie
ATTENTIE!
De fabrikant raadt u aan om de stroombron uitsluitend met stoffilter te bedienen.
Aansluitingen en bedieningselementen aan de achterzijde
20
Voor de ingebruikname
NL
Veiligheid
Gebruik overeenkomstig de
bedoeling
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle werkzaamheden en functies die in deze gebruiksaanwijzing worden beschre-
▶
ven, mogen uitsluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd.
U dient dit document te lezen en te begrijpen.
▶
Alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veilig-
▶
heidsvoorschriften, moeten gelezen en begrepen worden.
De stroombron is uitsluitend bestemd voor elektrodelassen en voor TIG-lassen in combinatie met systeemcomponenten van de fabrikant.
Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling.
Voor hierdoor ontstane schade is de fabrikant niet aansprakelijk.
Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook
-het volledig lezen van deze bedieningshandleiding
-het volgen van alle instructies en veiligheidsvoorschriften in de bedieningshandleiding
-het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
Vereisten aan de
installatielocatie
GEVAAR!
Gevaar door omvallende of naar beneden vallende apparaten.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Apparaten stabiel op een vlakke en vaste ondergrond plaatsen.
▶
Het apparaat is getest conform beschermingsklasse IP 23. Dit betekent:
-bescherming tegen het binnendringen van vaste vreemde lichamen groter dan Ø
12,5 mm (49 in.)
-bescherming tegen sproeiwater tot een hoek van 60° ten opzichte van de verticale
positie
Koellucht
Het apparaat moet zo worden opgesteld dat de koellucht ongehinderd door de luchtspleten aan de voor- en achterzijde kan stromen.
Stof
Let erop dat neerdalende metaaldeeltjes niet door de ventilator in het apparaat worden
gezogen. Bijvoorbeeld bij slijpwerkzaamheden.
Gebruik in de buitenlucht
Het apparaat kan overeenkomstig beschermingsklasse IP23 buiten worden opgesteld en
gebruikt. Vermijd directe vochtinwerking (bijvoorbeeld door regen).
NetaansluitingDe apparaten zijn voor de op het kenplaatje aangegeven netspanning geschikt. De
benodigde zekering van de netvoedingskabel vindt u in het onderdeel "Technische gege-
21
vens". Is de netkabel en/of de netstekker bij uw apparaat nog niet aangebracht, monteer
dan de netkabel en/of netstekker volgens de geldende landelijke normen.
OPMERKING!
Gebruik van een elektrische installatie met onvoldoende capaciteit kan ernstige
materiële schade tot gevolg hebben.
De netvoedingskabel en de zekering ervan moeten overeenkomstig de bestaande elektriciteitsvoorziening worden aangelegd. De technische gegevens op het kenplaatje zijn
van kracht.
22
Netspanning veranderen (alleen MVm-varianten)
180 V ~200 V ~230 V ~253 V ~240 V ~
- 10%+ 10%
342 V ~380 V ~400 V ~506 V ~460 V ~
- 10%+ 10%
AlgemeenMVm-apparaten (MultiVoltage manueel) zijn zowel geschikt om te werken bij een net-
spanning van 380-460 V als bij een spanning van 200-240 V.
OPMERKING!
Standaard worden de apparaten met de instelling 380-460 V geleverd.
Het omzetten van het voedingsspanningbereik moet handmatig plaatsvinden.
Gedetailleerde informatie vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens".
Tolerantiegebieden van de netspanning
200 V - 240 V
NL
Netspanning veranderen
380 V - 460 V
GEVAAR!
Een elektrische schok kan dodelijk zijn.
Vóór het openen van het apparaat
netschakelaar in stand "O" zetten
▶
het apparaat van het net loskoppelen
▶
een duidelijk waarschuwingsbord tegen opnieuw inschakelen aanbrengen
▶
met behulp van een geschikte meter controleren of alle elektrisch geladen onderde-
▶
len (bijvoorbeeld condensatoren) inderdaad zijn ontladen
23
380V - 460V
2
3
1
1
1
1
1
2
200V - 240V
2
2
1
3
2
3
4
EenfasegebruikMVm-apparaten kunnen zo nodig in eenfasetoepassing (bijv. 1 x 230 V) worden gebruikt.
Het lasstroombereik wordt daardoor wel verkleind. Bijbehorende prestatie-informatie
vindt u in het gedeelte "Technische gegevens". De netkabel en netstekker moeten volgens de landelijk geldende normen worden gemonteerd.
24
Elektrode lassen
NL
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door onjuiste bediening.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Gebruik de beschreven functies pas nadat de volgende documenten volledig zijn
▶
gelezen en begrepen:
deze gebruiksaanwijzing
▶
alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de veilig-
▶
heidsvoorschriften
GEVAAR!
Gevaar door elektrische schok.
Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Als het apparaat tijdens het installeren op het net
is aangesloten, bestaat het gevaar van ernstig lichamelijk letsel en ernstige schade aan
eigendommen.
Alle werkzaamheden aan het apparaat mogen slechts plaatsvinden als de netscha-
▶
kelaar op de stand "O" is gezet,
Alle werkzaamheden aan het apparaat mogen slechts plaatsvinden als het apparaat
▶
niet op het net is aangesloten.
Lasparameters:
weergave en
navigatie
De lasparameters voor het elektrode lassen worden weergegeven zodra de procedure
Elektrode lassen of de procedure Elektrode lassen met cellulose-elektrode is gekozen.
U kunt door de lasparameters navigeren door middel van de toetsen Links en Rechts.
Om een optimaal lasresultaat te bereiken kan in veel gevallen de Dynamiek worden
ingesteld.
Eenheid-
Instelbereik0 - 100
NL
Fabrieksinstelling
0zwakke en spatarme lichtboog
100hardere en stabielere lichtboog
Werkingsprincipe:
Op het moment van de druppelovergang of in geval van kortsluiting vindt een kortstondige verhoging van de stroomsterkte plaats. Om een stabiele lichtboog te verkrijgen
wordt de lasstroom tijdelijk verhoogd. Als de staafelektrode in het smeltbad dreigt te
zinken verhindert deze maatregel het stollen van het smeltbad en een langere kortsluiting van de lichtboog. Een vastzittende staafelektrode is hierdoor bijna niet mogelijk.
Voorbereiding1.Laskabel afhankelijk van elektrodentype in stroombus steken en door middel van
draaien naar rechts vergrendelen
2.Aardekabel afhankelijk van elektrodentype in stroombus steken en door middel van
draaien naar rechts vergrendelen
3.Netstekker in het stopcontact steken
20
Elektrode lassen
VOORZICHTIG!
Gevaar voor schade aan personen en eigendommen door elektrische schok.
Zodra de netschakelaar in de stand - I - is geschakeld staat de staafelektrode van de
elektrodehouder onder stroom. Erop letten dat de staafelektrode geen personen of elektrisch geleidende of geaarde delen raakt (bijv. behuizingen enz.)
Netschakelaar in positie - I - schakelen
1
Op het scherm wordt ca. 1 seconde het Fronius-logo weergegeven.
Door middel van de toets Procedure een van de volgende procedures kie-
2
zen:
Elektrode lassen
Elektrode lassen met cellulose-elektroden
27
ATTENTIE!
Startstroom
88V
100
%
11V
5
3,3s
Dynam. toename
Steilh.kar. Cel
Cel-Elekt.-Setup
Afbreekspanning
Startstroomtijd
-Bij het lassen van rutiel elektroden wordt de procedure Elektrode lassen
met Hot-Start aanbevolen.
-Bij het lassen van basische elektroden wordt de procedure Elektrode lassen met Soft-Start aanbevolen.
-Bij het lassen van cellulose-elektroden mag uitsluitend de procedure Elektrode lassen met cellulose-elektrode worden gekozen.
Op het scherm wordt de grafiek weergegeven voor de Elektrode lasparameters, bijv.:
Door middel van de toets Rechts de afzonderlijke lasparameters kiezen
3
De waarde van de lasparameter wijzigen door aan het stelwiel te draaien
4
Indien nodig meer parameters instellen in het Setup-menu:
5
-Toets Setup indrukken
Het betreffende menu wordt getoond, bijv:
-Met het stelwiel de parameter kiezen
-Voor het wijzigen van de parameter het stelwiel indrukken
-Wijzig de waarde van de parameter door aan het stelwiel te draaien
28
-Neem de waarde van de parameter over door het stelwiel in te drukken
-Toets Setup indrukken: Setup-menu verlaten
117A
I (A)
90A
1,5 st
I (A)
90A
30A
t
Hot-Start-functie
(actief bij rutielen cellulosemethodes)
In beginsel blijven alle door middel van het stelwiel ingestelde gewenste
parameterwaarden tot de volgende wijziging opgeslagen. Dat geldt ook als
de stroombron tussentijds wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld.
Laswerkzaamheid beginnen
6
Voorbeeld voor functie Hot-Start
NL
Voordelen:
-Verbetering van de ontstekingseigenschappen, ook bij elektroden met
slechte ontstekingseigenschappen
-Beter opsmelten van het grondmateriaal in de startfase, daardoor minder
koude plekken
-Verregaande vermijding van slakkeninsluitsels
Soft-Start-functie
(actief bij basicmethode)
Werkingswijze:
gedurende 1,5 seconden wordt de lasstroom verhoogd tot een bepaalde waarde. Deze
waarde ligt 30% hoger dan de ingestelde lasstroom
Voorbeeld: op de regelaar wordt 90 A ingesteld.
De Hot-Start-stroom bedraagt 90 A + 30% = 117 A
BELANGRIJK! Bij een ingestelde lasstroom van 192 A of hoger, wordt de Hot-Startstroom beperkt tot 250 A.
De functie Soft-Start is geschikt voor basische elektroden. De ontsteking vindt bij een
lage lasstroom plaats. Zodra de vlamboog stabiel is stijgt de lasstroom continu tot de
ingestelde richtwaarde van de lasstroom.
Voordelen:
-Verbeterde ontstekingseigenschappen
van elektroden die bij een lage lasstroom ontsteken
-Verregaande vermijding van slakkeninsluitsels
-Vermindering van lasspetters
Voorbeeld voor functie Soft-Start
29
De functie Anti-
Hoofdstroom
88V
10
A
EXT.
Stick
Bij een korter wordende vlamboog kan de lasspanning zo ver dalen dat de staafelektrode geneigd is vast te plakken.
De functie Anti-Stick voorkomt uitgloeien. Als de staafelektrode begint vast te kleven,
schakelt de stroombron de lasstroom na 1 seconde uit. Nadat de staafelektrode van het
werkstuk is getild, kan de laswerkzaamheid zonder problemen worden voortgezet.
Gebruik afstandsbediening
Als op de aansluitbus Afstandsbediening een afstandsbediening is aangesloten of als de
snoerloze afstandsbediening TP09 in gebruik is, wordt op het scherm het symbool „EXT.
“ weergegeven.
Het opgeven van de in te stellen lasparameters gebeurt daarbij uitsluitend via de
afstandsbediening
30
TIG-lassen
Startstroom
88V
45
%
NL
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door onjuiste bediening.
Onjuiste bediening kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Beschreven functies pas gebruiken nadat deze gebruiksaanwijzing volledig is gele-
▶
zen en begrepen.
Beschreven functies pas gebruiken nadat alle gebruiksaanwijzingen van de sys-
▶
teemcomponenten (in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften) volledig zijn gelezen
en begrepen!
GEVAAR!
Gevaar door elektrische schok.
Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Als het apparaat tijdens het installeren op het net
is aangesloten, bestaat het gevaar van ernstig lichamelijk letsel en ernstige schade aan
eigendommen.
Alle werkzaamheden aan het apparaat mogen slechts plaatsvinden als de netscha-
▶
kelaar op de stand "O" is gezet.
Alle werkzaamheden aan het apparaat mogen slechts plaatsvinden als het apparaat
▶
niet op het net is aangesloten.
Lasparameter en
navigatie
Lasparameter
De lasparameters voor het TIG-lassen worden weergegeven zodra de procedure TIGlassen is gekozen.
U kunt door de lasparameters navigeren door middel van de toetsen Links en Rechts.
Eenheid% (van de hoofdstroom)
Instelbereik10 - 100
Fabrieksinstelling
15
31
Hoofdstroom
88V
120
A
EenheidA
InstelbereikTP 2500: 10 - 250
TP 3500: 10 - 350
Fabrieksinstelling
VoorwaardeHet volledige functiebereik voor het TIG-lassen kan alleen worden gegarendeerd bij
gebruik van de Fronius-lasbrander TTG 2200 TCS.
Voorbereiding1.Netschakelaar in positie „O“ schakelen
2.Netstekker uithalen
3.Laskabel en aardekabel voor het elektrode lassen van de stroombron loskoppelen
4.Stroomstekker van de TIG-lasbrander in de (-) stroombus steken en door middel van
draaien naar rechts vergrendelen
5.Stroomstekker van de aardekabel in de (+) stroombus steken en door middel van
draaien naar rechts vergrendelen
OPMERKING!
Voor het TIG-lassen met TP 2500/3500 Comfort geen zuivere wolfraamelektroden
(herkenningskleur: groen) gebruiken.
7.Indien een afstandsbediening beschikbaar is, deze op de aansluitbus Afstandsbediening aansluiten
8.Aardingsverbinding met werkstuk maken
9.Drukregelaar aan de beschermgasfles bevestigen
10. Gasleiding aansluiten:
Bij gebruik van een gasschuif-lasbrander:
-Gasleiding van de gasschuiver-lasbrander op de drukregelaar aansluiten
Bij gebruik van de lasbrander TTG 2200 TCS:
-Gasleiding op de drukregelaar aansluiten
-Gasleiding op de aanslutibus Beschermgas aansluiten
-Wartelmoer vastdraaien
11. Gasflesventiel openen
12. Netstekker aansluiten
32
Hoeveelheid
Antistick
Contrast
Service
Ventilatortest
Off
On
Ta a lN L
21
Ventilatortest
Service
Contrast21
Off
AntistickOn
Gastest
Off
beschermgas
voor een gasschuiver- lasbrander instellen
VOORZICHTIG!
Gevaar voor schade aan personen en eigendommen door elektrische schok.
Zodra de netschakelaar in de stand - I - is geschakeld staat de wolfraamelektrode van de
lasbrander onder stroom. Erop letten dat de wolfraamelektrode geen personen of elektrisch geleidende of geaarde delen raakt (bijv. behuizingen enz.)
1.Netschakelaar in positie - I - schakelen
2.Gasflesventiel op de lasbrander openen of op de brandertoets drukken en op de
drukregelaar de gewenste hoeveelheid beschermgas instellen
NL
Hoeveelheid
beschermgas
voor de lasbrander TTG 2200
TCS instellen
VOORZICHTIG!
Gevaar voor schade aan personen en eigendommen door elektrische schok.
Zodra de netschakelaar in de stand - I - is geschakeld staat de wolfraamelektrode van de
lasbrander onder stroom. Erop letten dat de wolfraamelektrode geen personen of elektrisch geleidende of geaarde delen raakt (bijv. behuizingen enz.)
Netschakelaar in positie - I - schakelen
1
Op het scherm wordt ca. 1 seconde het Fronius-logo weergegeven.
Toets Procedure indrukken en vasthouden
2
Toets Setup indrukken
3
De stroombron bevindt zich nu in het Service-menu:
Door aan het stelwiel te draaien „Gastest“ kiezen:
4
33
Voor het instellen van de parameter het stelwiel indrukken
Ventilatortest
Service
Contrast21
Off
AntistickOn
Gastest
Off
Ventilatortest
Service
Contrast21
Off
AntistickOn
Gastest
On
Ventilatortest
Service
Contrast21
Off
AntistickOn
Gastest
On
Startstroom
88V
100
%
5
De waarde van de parameter kan nu worden gewijzigd.
Door het draaien van het stelwiel de parameter „Gastest“ op „On“ instellen
6
Voor het overnemen van de waarde van de parameter drukt u het stelwiel in
7
Het gas-magneetventiel trekt aan.
Op de drukregelaar de gewenste hoeveelheid beschermgas instellen
8
Toets Setup indrukken
9
Op het scherm wordt een grafiek weergegeven voor de lasparameters, bijv.:
34
TIG lassen
Startstroom
88V
45
%
Grondstroom
TIG-comfort-stop
TIG-setup
Pulsfrequentie
Off
50%
Gasnastroming10s
Off
Door middel van de toets Procedure de procedure TIG lassen kiezen
1
Op het scherm wordt de grafiek weergegeven voor de TIG-lasparameters:
Door middel van de toets Rechts de afzonderlijke lasparameters kiezen
2
De waarde van de lasparameter wijzigen door aan het stelwiel te draaien
3
Indien nodig meer parameters instellen in het Setup-menu:
4
Toets Setup indrukken
Het betreffende menu wordt getoond, bijv:
NL
Lasstroom instellen, vlamboog
ontsteken
1.Stroomsterkte met lasstroomregelaar selecteren
2.Gasmondstuk op de ontsteking plaatsen, zodat tussen de wolfraampunt en het
3.Lasbrander langzaam omhoog brengen tot de wolfraampunt het werkstuk raakt
-Met het stelwiel de parameter kiezen
-Voor het wijzigen van de parameter het stelwiel indrukken
-Wijzig de waarde van de parameter door aan het stelwiel te draaien
-Neem de waarde van de parameter over door het stelwiel in te drukken
-Toets Setup indrukken: Setup-menu verlaten
In beginsel blijven alle door middel van het stelwiel ingestelde gewenste
parameterwaarden tot de volgende wijziging opgeslagen. Dat geldt ook
als de stroombron tussentijds wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld.
Lashandeling beginnen (lichtboog ontsteken)
5
werkstuk 2-3 mm (0,08-0,12 in.) afstand bestaat
35
BELANGRIJK! Zolang de lasbrander het werkstuk raakt, vindt de automatische gas-
2.3.4.
Hoofdstroom
88V
10
A
EXT.
voorstroming plaats.
Bij een aanraking van meer dan 3 seconden wordt de lasstroom automatisch uitgeschakeld. Gasbuis opnieuw op de ontstekingsplek opstellen.
4.Lasbrander optillen en in de normale positie draaien - vlamboog ontstoken
5.Met lassen beginnen
Gebruik afstandsbediening
Functie TIG-Comfort-Stop
Als op de aansluitbus Afstandsbediening een afstandsbediening is aangesloten of als de
snoerloze afstandsbediening TP09 in gebruik is, wordt op het scherm het symbool „EXT.
“ weergegeven.
Het opgeven van de in te stellen lasparameters gebeurt daarbij uitsluitend via de
afstandsbediening
De functie "TIG Comfort Stop" (TCS) is alleen beschikbaar op de stroombron TP
2500/3500 TIG. Standaard is de functie TIG-Comfort-Stop gedeactiveerd. De activering
en de instelling van de functie TIG-Comfort-Stop wordt beschreven in het hoofdstuk "Het
setup-menu".
Bij een gedeactiveerde functie TIG-Comfort-Stop is er geen eindkratervulling door
stroomvermindering of gasbescherming van de eindkrater aanwezig. Til om met het lasproces te stoppen, de lasbrander van het werkstuk totdat de vlamboog dooft.
Ga om bij een geactiveerde TCS-functie met het lasproces te stoppen, als volgt te werk:
36
1.Lassen
1.2.3.4.
2.Tijdens het lassen de lasbrander optillen
-De vlamboog wordt duidelijk langer
3.Lasbrander laten zakken
-De vlamboog wordt duidelijk korter
-TIG-Comfort-Stop-functie wordt geactiveerd
4.Hoogte van de lasbrander handhaven
-Lasstroom wordt hellingvormig tot de minimale lasstroom (10 A) verminderd
(Downslope)
-De minimale lasstroom wordt 0,2 seconden lang constant gehouden
-De vlamboog dooft
5.Nastroomtijd gas afwachten en lasbrander optillen
NL
Downslope:
De Downslope is afhankelijk van de gekozen lasstroom en kan niet worden ingesteld. De
duur van de Downslope tussen de volgende aangegeven waarden is lineair te berekenen.
-Downslope bij lage lasstroom (10 A): 0,4 seconden
-Downslope bij maximale lasstroom (250 A): 10 seconden
Gasnastroomtijd:
De gasnastroomtijd is afhankelijk van de gekozen lasstroom en kan niet worden ingesteld.
-Gasnastroomtijd bij minimale lasstroom (10 A): 3 seconden
-Gasnastroomtijd bij maximale lasstroom (250 A): 15 seconden
De volgende afbeelding toont het verloop van de lasstroom en het gasstroomproces bij
geactiveerde TIG-Comfort-Stop-functie:
37
250 A
(max.)
120 A
10 A
(min.)
0,2 s
0,4 s
4,8 s
10 s
Gasvoorstroming
Gasnastroming
TIG-Comfort-Stop: Lasstroom en gasstroming
38
Job-lassen
NL
Veiligheid
Gevaar door onjuiste bediening.
Ernstig letsel en zware materiële schade mogelijk.
▶
▶
Een elektrische schok kan dodelijk zijn.
Is de stroombron tijdens de installatie op het stroomnetwerk aangesloten, dan bestaat
het risico op ernstig letsel en zware materiële schade.
▶
▶
Voorbereiding1.Stroombron overeenkomstig de te lassen Job opbouwen en installeren
GEVAAR!
Beschreven functies pas gebruiken nadat deze gebruiksaanwijzing volledig is gelezen en begrepen.
Beschreven functies pas gebruiken nadat alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten (in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften) volledig zijn gelezen
en begrepen!
GEVAAR!
Voer werkzaamheden aan het apparaat alleen uit als de netschakelaar van de
stroombron in de stand - O - staat.
Voer alleen werkzaamheden aan het apparaat uit als de stroombron niet op het
stroomnetwerk is aangesloten.
Job-lassen
VOORZICHTIG!
Gevaar voor schade aan personen en eigendommen door elektrische schok.
Zodra de netschakelaar in de stand - I - is geschakeld staat de staafelektrode in de elektrodenhouder of de wolfraamelektrode van de lasbrander onder stroom. Erop letten dat
de staafelektrode of wolfraamelektrode geen personen of elektrisch geleidende of
geaarde delen raakt (bijv. behuizingen enz.)
Netschakelaar in positie - I - schakelen
1
Op het scherm wordt ca. 1 seconde het Fronius-logo weergegeven.
39
Door middel van de toets Procedure de procedure Job-lassen kiezen:
Hoofdstroom
88V
120
A
Job
3 <SOFTSTAR>
Hoofdstroom
88V
146
A
Job
2 < CEL01 >
Hoofdstroom
88V
138
A
Job
2 < CEL01 >
- 8A
2
De laatst gekozen job wordt getoond, bijv.:
Afhankelijk van de procedure van een gekozen job is ook de LED van het
overeenkomstige proceduresymbool verlicht.
Gewenste job door middel van de toetsen Links en Rechts kiezen
3
De job kan in het kader van de in het Service-menu vooraf ingestelde Job-
4
correctie worden gewijzigd, bijv.:
OPMERKING!
Voor het lasbegin van een Job controleren of de stroombron overeenkomstig de Job is opgebouwd en geïnstalleerd.
Laswerkzaamheid beginnen
5
40
Instellingen als Job opslaan
11V
5
3,3s
Dynam. toename
Steilh.kar. Cel
Cel-Elekt.-Setup
Afbreekspanning
Startstroomtijd
Dynam. toename
Job speichern
Stf.elek.-Setup
Startstroomtijd
Afbreekspanning
11V
5
Job opslaan
3,3s
Job 3
Job opslaan
Job 2
Job 4
Job 1
< >
< >
< >
< >
AlgemeenIn de afzonderlijke lasprocedures kunnen instellingen en lasparameters in 20 Jobs wor-
den opgeslagen. Het opslaan van instellingen als Job gebeurt in het betreffende Setupmenu van het proces.
NL
Instellingen als
Job opslaan
Door middel van de toets Procedure de procedure kiezen die moet worden
1
opgeslagen
De betreffende grafiek met de lasparameters wordt weergegeven.
Lasparameter kiezen door middel van de toets Rechts
2
Lasparameter instellen door aan het stelwiel te draaien
3
Toets Setup indrukken
4
Het betreffende Setup-menu wordt getoond, bijv:
Door aan het stelwiel te draaien „Job opslaan“ kiezen:
5
Stelwiel indrukken
6
Het eerste scherm voor het opslaan van een Job wordt weergegeven:
41
Door aan het stelwiel te draaien het Job-nr. kiezen waaronder de instellin-
Job 3
Job opslaan
Job 4
Job 1
Job 2
< >
< >
< >
< >
Job opslaan
Job 2
< _ >
A BCDEFGHIJKLMNO
PQRSTUVWXYZ0123
456789-
OK
Job opslaan
Job 2
ABCDEFGHIJKL MNO
PQRSTUVWXYZ0123
456789-
< L_ >
OK
7
gen
OPMERKING!
Als een bestaande Job wordt gekozen wordt deze bij het opslaan zonder voorafgaande weervraag overschreven.
Stelwiel indrukken
8
Het tweede scherm voor het opslaan van een Job wordt weergegeven:
Voor het benoemen van de Job de letters kiezen door aan het stelwiel te
9
draaien
Letter overnemen door het stelwiel in te drukken
10
U wijzigt een letter als volgt:
-Met behulp van de toetsen Links en Rechts de cursor op de
gewenste positie brengen
-Letter overschrijven
U wist een letter als volgt:
-Met behulp van de toetsen Links en Rechts de cursor op de
gewenste positie brengen
42
-Door aan het stelwiel te draaien de spatie kiezen
De instellingen worden opgeslagen, de betreffende grafiek met de lasparameters wordt weergegeven.
43
Het Setup-menu
11V
5
3,3s
Dynam. toename
Steilh.kar. Cel
Cel-Elekt.-Setup
Afbreekspanning
Startstroomtijd
Dynam. toename
Job opslaan
Stf.elek.-Setup
Afbreekspanning
11V
5
Startstroomtijd3,3s
Abriss-Spannung
20V
5
3,3s
11V
5Dynam. toename
Job opslaan
Stf.elek.-Setup
Afbreekspanning
Startstroomtijd
AlgemeenOp de stroombronnen TP 2500 Comfort en TP 3500 Comfort is voor elke lasprocedure
een eigen Setup-menu beschikbaar.
Een Setup-menu
binnengaan
Parameters kiezen en instellen
Door middel van de toets Procedure de gewenste procedure kiezen
1
-Bij de procedures Elektrode lassen, Elektrode lassen met celluloseelektrode en TIG-lassen wordt de betreffende grafiek met de lasparameters weergegeven.
-Bij de procedure Job-lassen wordt de laatst gekozen Job weergegeven.
Toets Setup indrukken
2
Het betreffende Setup-menu wordt getoond, bijv:
Door aan het stelwiel te draaien de parameter kiezen:
1
44
Voor het instellen van de parameter het stelwiel indrukken
2
De waarde van de parameter kan nu worden gewijzigd:
Wijzig de waarde van de parameter door aan het stelwiel te draaien
Abriss-Spannung
20V
5
3,3s
30V
5Dynam. toename
Job opslaan
Stf.elek.-Setup
Afbreekspanning
Startstroomtijd
Abriss-Spannung
30V
5
3,3s
5
Dynam. toename
Job opslaan
Stf.elek.-Setup
Afbreekspanning
Startstroomtijd
30V
5
3,3s
5Dynam. toename
Job opslaan
Stf.elek.-Setup
Afbreekspanning
Startstroomtijd
3
Voor het overnemen van de waarde van de parameter drukt u het stelwiel in
4
BELANGRIJK! Ingestelde parameters blijven ook na het uittrekken van de
netstekker opgeslagen.
NL
Een Setup-menu
verlaten
Overzicht„Het Setup-menu“ bestaat uit de volgende rubrieken:
-De Staafelektrode-Setup (Stf.elek.-Setup)
-De Cellulose-elektrode-Setup (Cel-Elekt.-Setup)
-De Job-setup
-De TIG-setup
Toets Setup indrukken
1
of
-Door aan het stelwiel te draaien het pijlsymbool kiezen
-Stelwiel indrukken
De betreffende grafiek met de lasparameters wordt weergegeven.
45
Easy Mode
Inverse Display
Fabriek
Service
Easy Mode
Off
Job-correctie10%
Off
Inverse Display
Fabriek
Service
Easy Mode
Job-correctie10%
Off
Off
Inverse Display
Fabriek
Service
Easy Mode
Job-correctie10%
On
Off
AlgemeenDe Easy Mode biedt een vereenvoudigde bediening van de stroombron.
De volgende functies en bedieningselementen zijn in de Easy Mode niet beschikbaar:
-de procedure Job-lassen
-de navigatie met de toetsen Links en Rechts
-de toets Setup
-de drukfunctie van het stelwiel
„Easy
Mode“ activeren
Het Service-menu binnengaan
1
Door aan het stelwiel te draaien „Easy Mode“ kiezen
2
Stelwiel indrukken
3
„Easy Mode“ kan nu worden geactiveerd
46
Door aan het stelwiel te draaien „On“ kiezen:
4
Voor het activeren van „Easy Mode“ het stelwiel indrukken
Inverse Display
Fabriek
Service
Easy Mode
On
Job-correctie10%
Off
5
Het Service-menu wordt getoond:
Toets Setup indrukken
6
De stroombron gaat naar de Easy Mode, de laatst gekozen procedure
wordt weergegeven:
Bijv.: Easy Mode voor de procedure Hotstart bij elektrode lassen
NL
Lasprocedure
kiezen in Easy
Mode
Het kiezen van de lasprocedure vindt in de Easy Mode algemeen plaats met de toets
Procedure. De volgende lasprocedures zijn beschikbaar in de Easy Mode:
Voor het kiezen van de lasprocedure drukt u op de toets Procedure
1
Bij de gekozen procedure
-is de LED van het overeenkomstige symbool verlicht
-wordt het overeenkomstige Easy Mode-scherm weergegeven
Hoofd-
stroom
Dynamiek
TCS - TIG-ComfortStop
Elektrode lassen--
Elektrode lassen
-met celluloseelektroden
TIG lassen--
TIG impuls licht-
--
boog lassen
Parameter instellen door aan het stelwiel te draaien
Parameter instellen door drukken en vasthouden van de toets Procedure:
De waarden van de parameters Dynamiek,
TCS en Pulsfrequentie worden in Easy Mode
weergegeven als staafgrafieken. De parameter worden ingesteld door het drukken en
vasthouden van de toets Procedure.
Afhankelijk van hoe lang de toets Procedure
ingedrukt wordt, worden meer of minder balken weergegeven.
Pulsfrequentie
Waardebepaling van de parameter Dynamiek:
0 = zwakke, spatarme lichtboog
5 = harde, stabiele lichtboog
Waardebepaling van de parameter TCS:
0 = TIG-Comfort-Stop gedeactiveerd
1 = kleine verlenging van de lichtboog noodzakelijk
5 = grote verlenging van de lichtboog noodzakelijk
Om een optimaal lasresultaat te bereiken kan in veel gevallen de functie Hot-of SoftStart worden ingesteld.
Voordelen
-Verbetering van de onstekingseigenschappen, ook bij elektroden met slechte ontstekingseigenschappen
-Beter opsmelten van het grondmateriaal in de startfase, daardoor weinig koude
plekken
-Vergaand vermijden van slakken-insluitsels
Voltage cut-off -> Afbreekspanning
Beperking van de lasspanning
EenheidV
Instelbereik0 - 100
Fabrieksinstelling20
In beginsel is de booglengte afhankelijk van de lasspanning. Om de laswerkzaamheid
te beëindigen is gewoonlijk een duidelijk opheffen van de staafelektrode nodig. De
parameter “Afbreekspanning” staat het beperken van de lasspanning toe op een
waarde die het beëindigen van de laswerkzaamheid al bij slechts een gering opheffen
van de staafelektrode toestaat.
ATTENTIE! Als tijdens het lassen de laswerkzaamheid vaak onbedoeld wordt
beëindigd, stelt u de parameter “Afbreekspanning” op een hogere waarde in.
Dynamic rise -> Dynamische toename
De parameter Dynamische toename legt op het moment van de druppelovergang of in
geval van kortsluiting de toename van de lasstroom tot de ingestelde dynamiekwaarde
vast.
Om een optimaal lasresultaat te bereiken kan in veel gevallen de functie Hot-Start worden ingesteld.
Voordelen
-Verbetering van de onstekingseigenschappen, ook bij elektroden met slechte ontstekingseigenschappen
-Beter opsmelten van het grondmateriaal in de startfase, daardoor weinig koude
plekken
-Vergaand vermijden van slakken-insluitsels
Voltage cut-off -> Afbreekspanning
Beperking van de lasspanning
EenheidV
Instelbereik0 - 100
Fabrieksinstelling20
In beginsel is de booglengte afhankelijk van de lasspanning. Om de laswerkzaamheid
te beëindigen is gewoonlijk een duidelijk opheffen van de staafelektrode nodig. De
parameter “Afbreekspanning” staat het beperken van de lasspanning toe op een
waarde die het beëindigen van de laswerkzaamheid al bij slechts een gering opheffen
van de staafelektrode toestaat.
ATTENTIE! Als tijdens het lassen de laswerkzaamheid vaak onbedoeld wordt
beëindigd, stelt u de parameter “Afbreekspanning” op een hogere waarde in. Dynamic
rise -> Dynamische toename
Dynamic rise -> Dynamische toename
De parameter Dynamische toename legt op het moment van de druppelovergang of in
geval van kortsluiting de toename van de lasstroom tot de ingestelde dynamiekwaarde
vast.
Eenheid-
Instelbereik0 - 10
Fabrieksinstelling5
0 = langzame toename
10 = snelle toename
53
U (V)
Ingestelde
lasstroom
(constantstroom)
I (A)
1
2
3405
Nullastspanning
CEL characteristic slope (Cel Char. slope) -> Steilh.kar. Cel
Steilheid karakteristiek Cel
Eenheid-
Instelbereik0 - 5
Fabrieksinstelling5
De parameter Steilh.kar.cel dient voor het
instellen van de steilheid voor de dalende
lasstroom-karakteristiek. Bij het lassen van
cellulose-elektroden is de steilheid van de
karakteristiek een maatgevend criterium
voor de laseigenschappen.
Als de cellulose-elektrode ertoe neigt vast
te kleven, de parameter Steilh.kar.cel op
een grotere waarde instellen (vlakke
karakteristiek).
Instellen parameter Steilh.kar.cel
Save job -> Job opslaan
voor het opslaan van instellingen als Job
54
De Job-setup
Startstroom
Startstroomtijd
Job Setup
Dynamiek
40
150%
Hoofdstroom175A
3,3s
Gasnastroming
Pulsfrequentie
Job Setup
Startstroom
70%
10s
Hoofdstroom175A
39Hz
Hoofdstroom
88V
120
A
Job
3 <SOFTSTAR>
Hoofdstroom
88V
146
A
Job
2 < CEL01 >
De Job-setupDe Job-Setup is bedoeld voor het optimaliseren en kopiëren van Jobs. Afhankelijk van
de procecure van de opgeslagen Job staan verschillende Job-Setups tot uw beschikking:
NL
In de Job-Setup
van een opgeslagen Job binnengaan
Job-Setup voor elektrode- en cellulose-jobs
Door middel van de toets Procedure de procedure Job-lassen kiezen:
1
De laatst gekozen job wordt getoond, bijv.:
Afhankelijk van de procedure van een gekozen job is ook de LED van het
overeenkomstige proceduresymbool verlicht.
Job-Setup voor TIG-jobs
Gewenste job door middel van de toetsen Links en Rechts kiezen
2
55
Toets Setup indrukken
Startstroom
Startstroomtijd
Job Setup
Dynamiek
40
150%
Hoofdstroom175A
3,3s
Hoofdstroom
88V
120
A
Job
3 <SOFTSTAR>
Hoofdstroom
88V
146
A
Job
2 < CEL01 >
Startstroom
Startstroomtijd
Job Setup
Dynamiek
40
150%
Hoofdstroom175A
3,3s
3
De Jobs-Setup van de gekozen Job wordt weergegeven, bijv.:
Job kopiëren
Door middel van de toets Procedure de procedure Job-lassen kiezen:
1
De laatst gekozen job wordt getoond, bijv.:
Afhankelijk van de procedure van een gekozen job is ook de LED van het
overeenkomstige proceduresymbool verlicht.
De te kopiëren job door middel van de toetsen Links en Rechts kiezen
2
56
Toets Setup indrukken
3
De Jobs-Setup van de gekozen Job wordt weergegeven, bijv.:
Door aan het stelwiel te draaien „Job opslaan“ kiezen:
Steilh.kar. Cel
Job opslaan
Job Setup
Dynam. toename
9
4
Afbreekspanning0V
Job 3
Job opslaan
Job 2
Job 4
Job 1
< ABC >
<
CEL01 >
<
SOFTSTAR >
<
TIG01 >
Job 3
Job opslaan
Job 2
Job 4
Job 5< >
<
CEL01 >
<
SOFTSTAR >
<
TIG01 >
Job opslaan
Job 2
< _ >
A BCDEFGHIJKLMNO
PQRSTUVWXYZ0123
456789-
OK
4
Stelwiel indrukken
5
Het eerste scherm voor het opslaan van een Job wordt weergegeven:
Door aan het stelwiel te draaien het Job-nr. kiezen waarnaar de te kopiëren
6
NL
OPMERKING!
Als een bestaande Job wordt gekozen wordt deze bij het opslaan zonder voorafgaande weervraag overschreven.
Stelwiel indrukken
7
Het tweede scherm voor het opslaan van een Job wordt weergegeven:
Voor het benoemen van de Job de letters kiezen door aan het stelwiel te
-Met behulp van de toetsen Links en Rechts de cursor op de
gewenste positie brengen
-Letter overschrijven
U wist een letter als volgt:
-Met behulp van de toetsen Links en Rechts de cursor op de
gewenste positie brengen
Door aan het stelwiel te draaien de spatie kiezen
Stelwiel indrukken
De gewenste letter wordt gewist:
Door aan het stelwiel te draaien „OK“ kiezen:
10
Stelwiel indrukken
11
De gekopieerde job wordt getoond, bijv.:
58
Parameter in de
Job-Setup voor
elektrode- en cellulose-jobs
Main current -> Hoofdstroom
Ingestelde richtwaarde lasstroom
EenheidA
Instelbereik10 - 250 bij TP 2500
10 - 350 bij TP 3500
Fabrieksinstelling-
Dynamic -> Dynamiek
Om een optimaal lasresultaat te bereiken, moet in sommige gevallen de dynamiek
worden ingesteld.
Eenheid-
Instelbereik0 - 100
Fabrieksinstelling20
0 = zwakke en spatarme lichtboog
100 = hardere en stabielere lichtboog
Werkingsprincipe:
Op het moment van de druppelovergang of in geval van kortsluiting vindt een kortstondige verhoging van de stroomsterkte plaats. Om een stabiele lichtboog te verkrijgen
wordt de lasstroom tijdelijk verhoogd. Als de staafelektrode in het smeltbad dreigt te
zinken verhindert deze maatregel het stollen van het smeltbad en een langere kortsluiting van de lichtboog. Een vastzittende staafelektrode is hierdoor bijna niet mogelijk.
Om een optimaal lasresultaat te bereiken kan in veel gevallen de functie Hot-Start worden ingesteld.
Voordelen
-Verbetering van de onstekingseigenschappen, ook bij elektroden met slechte ontstekingseigenschappen
-Beter opsmelten van het grondmateriaal in de startfase, daardoor weinig koude
plekken
-Vergaand vermijden van slakken-insluitsels
59
U (V)
eingestellter
Schweißstrom
(Konstantstrom)
I (A)
1
2
3405
Leerlauf-Spannung
Voltage cut-off -> Afbreekspanning
Beperking van de lasspanning
EenheidV
Instelbereik0 - 100
Fabrieksinstelling20
In beginsel is de booglengte afhankelijk van de lasspanning. Om de laswerkzaamheid
te beëindigen is gewoonlijk een duidelijk opheffen van de staafelektrode nodig. De
parameter “Afbreekspanning” staat het beperken van de lasspanning toe op een
waarde die het beëindigen van de laswerkzaamheid al bij slechts een gering opheffen
van de staafelektrode toestaat.
ATTENTIE! Als tijdens het lassen de laswerkzaamheid vaak onbedoeld wordt
beëindigd, stelt u de parameter “Afbreekspanning” op een hogere waarde in.
Dynamic rise -> Dynamische toename
De parameter Dynamische toename legt op het moment van de druppelovergang of in
geval van kortsluiting de toename van de lasstroom tot de ingestelde dynamiekwaarde
vast.
Eenheid-
Instelbereik0 - 10
Fabrieksinstelling5
0 = langzame toename
10 = snelle toename
CEL char. slope (CEL characteristic slope) -> Steilh.kar. Cel
Steilheid karakteristiek Cel
Eenheid-
Instelbereik0 - 5
Fabrieksinstelling5
De parameter Steilh.kar.Cel dient voor het
instellen van de steilheid voor de dalende
lasstroom-karakteristiek. Bij het lassen van
cellulose-elektroden is de steilheid van de
karakteristiek een maatgevend criterium
voor de laseigenschappen.
Als de cellulose-elektrode ertoe neigt vast
te kleven, de parameter Steilh.kar.Cel op
een grotere waarde instellen (vlakke
karakteristiek).
60
Instellen parameter Steilh.kar.cel
Save job -> Job opslaan
voor het opslaan van instellingen als Job
Parameter in JobSetup voor TIGjobs
Hoofdstroom
Ingestelde richtwaarde lasstroom
EenheidA
Instelbereik10 - 250 bij TP 2500 Comfort
10 - 350 bij TP 3500 Comfort
Fabrieksinstelling-
Starting current -> Startstroom
voor het TIG-lassen
Eenheid% (van de hoofd-
stroom)
Instelbereik10 - 100
Fabrieksinstelling15
Gas post-flow -> Gasnastroming
Gas-nastroomtijd
Eenheids
Instelbereik0 - 25
Fabrieksinstelling10
Pulsing frequency -> Pulsfrequentie
voor het instellen van de frequentie van de impulslichtboog.
Voor de laseigenschappen bij het TIG impulslichtboog lassen is de frequentie van de
impulslichtboog een belangrijk criterium.
NL
EenheidHz
InstelbereikOff / 1 - 60
Fabrieksinstelling1
Base current -> Grondstroom
Eenheid% (van de hoofd-
stroom)
Instelbereik10 - 100
Fabrieksinstelling50
TIG-comfort-stop
De instelling van de parameter TIG-comfort-stop bepaalt hoe hoog de brander kortstondig moet worden opgetild om de functie TIG-comfort-stop te activeren. Als de laswerkzaamheid vaak onbedoeld wordt beëindigd, stelt u de parameter TIG-comfort-stop
op een hogere waarde in.
EenheidV
InstelbereikOff / 1 - 20
FabrieksinstellingOff
20 = grote verlenging van de lichtboog noodzakelijk
1 = kleine verlenging van de lichtboog noodzakelijk
Off = TIG-comfort-stop gedeactiveerd (fabrieksinstelling)
End current -> Eindstroom
Eenheid% (van de hoofd-
stroom)
Instelbereik10 - 100
Fabrieksinstelling30
61
Save job -> Job opslaan
voor het opslaan van instellingen als Job
62
De TIG-setup
Grondstroom
TIG-comfort-stop
TIG-setup
Pulsfrequentie
Off
50%
Gasnastroming10s
Off
De TIG-setup
NL
Parameter in TIGSetup
Gas post-flow -> Gasnastroming
Gas-nastroomtijd
Eenheids
Instelbereik0 - 25
Fabrieksinstelling10
Pulsing frequency -> Pulsfrequentie
voor het instellen van de frequentie van de impulslichtboog.
Voor de laseigenschappen bij het TIG impulslichtboog lassen is de frequentie van de
impulslichtboog een belangrijk criterium.
EenheidHz
InstelbereikOff / 1 - 60
Fabrieksinstelling1
Base current -> Grondstroom
Eenheid% (vom Hauptstrom)
Instelbereik0 - 100
Fabrieksinstelling50
TIG-comfort-stop
De instelling van de parameter TIG-comfort-stop bepaalt hoe hoog de brander kortstondig moet worden opgetild om de functie TIG-comfort-stop te activeren. Als de laswerkzaamheid vaak onbedoeld wordt beëindigd, stelt u de parameter TIG-comfort-stop
op een hogere waarde in.
EenheidV
InstelbereikOff / 0 - 20
FabrieksinstellingOff
20 = grote verlenging van de lichtboog noodzakelijk
1 = kleine verlenging van de lichtboog noodzakelijk
Off = TIG-comfort-stop gedeactiveerd (fabrieksinstelling)
End current -> Eindstroom
Eenheid% (van de hoofd-
Instelbereik0 - 100
Fabrieksinstelling30
Save job -> Job opslaan
voor het opslaan van instellingen als Job
stroom)
63
Het Service-menu
Antistick
Contrast
Service
Ventilatortest
Off
On
Ta a lN L
21
Contrast
Service
Ventilatortest
Off
Ta a lN L
21
AntistickOn
Contrast
Service
Ventilatortest
Ta a lN L
21
Off
AntistickOn
AlgemeenDe stroombronnen TP 2500 Comfort en TP 3500 Comfort beschikken over een eigen
Service-menu, waarin verschillende basisinstellingen kunnen worden uitgevoerd.
Het Servicemenu
binnengaan
Parameters kiezen en instellen
U gaat het Service-menu binnen onafhankelijk van de actueel gekozen procedure.
Toets Procedure indrukken en vasthouden
1
Toets Setup indrukken
2
Het Service-menu wordt getoond:
Door aan het stelwiel te draaien de parameter kiezen:
1
64
Voor het instellen van de parameter het stelwiel indrukken
2
De waarde van de parameter kan nu worden gewijzigd:
Wijzig de waarde van de parameter door aan het stelwiel te draaien
Contrast
Service
Ventilatortest
Ta a lN L
21
Off
AntistickOff
Contrast
Service
Ventilatortest
Off
Ta a lN L
21
AntistickOff
Antistick
Contrast
Service
Ventilatortest
Off
On
TaalNL
21
3
Voor het overnemen van de waarde van de parameter drukt u het stelwiel in
4
BELANGRIJK! Ingestelde parameters blijven ook na het uittrekken van de
netstekker opgeslagen.
NL
Service-menu
verlaten
Toets Setup indrukken
1
of
-Door aan het stelwiel te draaien het pijlsymbool kiezen
-Stelwiel indrukken
De betreffende grafiek met de lasparameters wordt weergegeven.
65
Parameter in het
Service-menu
Language -> Taal
voor het instellen van de taal op het scherm
Eenheid-
InstelbereikD / GB / F / E / NL
Fabrieksinstelling-
D = Duits
GB = Engels
F = Frans
E = Spaans
NL = Nederlands
Antistick
Eenheid-
InstelbereikOn / Off
FabrieksinstellingOn
Bij korter wordende lichtbogen kan de lasspanning zover dalen dat de staafelektrode
ertoe neigt vast te kleven. Daarnaast kan de staafelektrode uitgloeien.
Uitgloeien wordt verhinderd als de functie Anti-Stick is geactiveerd. Als de staafelektrode begint vast te kleven schakelt de stroombron de lasstroom meteen uit. Nadat de
staafelektrode van het werkstuk is gescheiden kan de laswerkzaamheid zonder problemen worden voortgezet.
Contrast
om het schermcontrast in te stellen
Eenheid-
Instelbereik10 - 44
Fabrieksinstelling20
Fan test -> Ventilatortest
voor het controleren van de ventilator
Eenheid-
InstelbereikOn / Off
FabrieksinstellingOff
Als de parameter “Ventilatortest” op “On” is ingesteld werkt de ventilator van de
stroombron.
Sol.ValveTest -> Gastest
voor het controleren van de functie Gas-magneetventiel
Eenheid-
InstelbereikOn / Off
FabrieksinstellingOff
Als de parameter “Gastest” op “On” is ingesteld trekt het gas-magneetventiel aan.
66
Inverse Display
Fabriek
Service
Easy ModeOff
Job-correctie10%
On
Hoofdstroom
88V
10
A
Hoofdstroom
88V
138
A
Job
2 < CEL01 >
- 8A
Dynam. toename
Job opslaan
Startstroomtijd
Abriss-Spannung
Afbreekspanning20V
5
3,3s
11V
5
Stf.elek.-Setup
Job correction -> Job-correctie
voor het instellen van de correctiemogelijkheid bij het Job-lassen
Eenheid%
Instelbereik0 - 20
Fabrieksinstelling10
Als bij de parameter “Job-correctie” een waarde is ingevoerd kan bij het Job-lassen de
hoofdstroom van een Job met deze waarde worden verhoogd of verlaagd.
Easy Mode
voor het activeren en deactiveren van de eenvoudige weergave
Eenheid-
InstelbereikOn / Off
FabrieksinstellingOff
De functies en bediening van de stroombron in Easy Mode worden beschreven in de
rubriek “Easy Mode”.
Inverse Display
voor het activeren en deactiveren van de inverse schermweergave
Eenheid-
InstelbereikOn / Off
NL
FabrieksinstellingOff
On = inverse Display-weergave geactiveerd
Off = normale schermweergave
Voorbeelden
Service-menu geÏnverteerd
Lasparameternverteerd
Job-lassen geïnverteerd
Factory -> Fabriek
voor het terugstellen van de stroombron
Eenheid-
Instelbereiknee / ja
Fabrieksinstelling-
Setup staafelektrode geïnverteerd
67
Antistick
Contrast
Service
Ventilatortest
Off
On
Ta a lN L
21
Antistick
Contrast
Service
Ventilatortest
Off
On
Ta a l
21
NL
Antistick
Contrast
Service
Ventilatortest
Off
On
Ta a l
21
GB
Antistick
Contrast
Service
Ventilatortest
Off
On
Ta a lN L
21
Info
voor het weergeven van apparaatgegevens
Taal instellen
Door aan het stelwiel te draaien „Taal“ kiezen
1
Voor het instellen van de taal het stelwiel indrukken
2
De taal kan nu worden gewijzigd:
Taal wijzigen door aan het stelwiel te draaien
3
68
Voor het overnemen van de taal het stelwiel indrukken
4
De teksten op het scherm worden in de gekozen taal getoond
Fabriek - Stroom-
Fabriek
Info
Service
Inverse Display
Off
Easy ModeOff
Fabriek
Info
Service
Nee
Inverse DisplayOff
Easy ModeOff
Fabriek
Info
Service
Ja
Inverse DisplayOff
Easy ModeOff
Fabriek
Info
Service
Inverse Display
Off
Easy ModeOff
Fabriek
Info
Service
Inverse DisplayOff
Easy ModeOff
bron terugstellen
Door aan het stelwiel te draaien „Fabriek“ kiezen
1
Stelwiel indrukken
2
Voor het terugstellen van de stroombron door middel van draaien aan het
3
NL
Het Info-scherm
oproepen
Stelwiel indrukken
4
De stroombron wordt naar de fabrieksinstellingen teruggesteld, het Servicemenu wordt getoond.
Door aan het stelwiel te draaien „Info“ kiezen
1
69
Stelwiel indrukken
LiBo-brandtijd:
12 h 37 min
Info
25 h 13 min
Nullast uur:
FPA25: 1 STTP2: 0
Fabriek
Info
Service
Inverse DisplayOff
Easy ModeOff
2
Het Info-scherm wordt weergegeven
Het Info-scherm bevat de volgende gegevens:
-Op. circ. hrs (uren nullast)
-ArcBurning Time (totale brandtijd van de lichtboog)
-Printversie van Print FPA25 en STTP2
Druk op het stelwiel om het Info-scherm te verlaten
3
Het Service-menu wordt getoond
70
Voltage Reduction Device (alleen VRD-varianten)
AlgemeenVoltage Reduction Device (VRD) is een optionele veiligheidsvoorziening voor spannings-
vermindering. VRD verhindert voor zover mogelijk uitgangsspanningen bij de stroombussen die een gevaar voor personen kunnen vormen.
NL
Veiligheidsprincipe
Lascircuitweerstand is groter dan de minimale lichaamsweerstand (groter dan of
gelijk aan 200 Ohm):
-VRD is actief
-De nullastspanning is tot 12 V
begrensd (anders 90 V)
-Het onbedoeld gelijktijdig aanraken
van beide lasbussen is niet gevaarlijk
VRD is actief
Lascircuitweerstand is lager dan de minimum lichaamsweerstand (minder dan 200
Ohm):
-VRD is inactief
-Geen begrenzing op de uitgangsspanning om voor voldoende lasvermogen
te zorgen
-Voorbeeld: Start van het lassen
VRD-aanduiding
op het display
VRD is niet actief
BELANGRIJK!
Binnen 0,3 seconden na het laseinde:
-VRD is weer actief
-De begrenzing van de uitgangsspanning van 12 V is weer gegarandeerd
Bij VRD-varianten wordt op het scherm weergegeven of de optie VRD actief of inactief
is:
VRD actiefVRD inactief
71
Hoofdstroom
12V
107
A
VRD
Hoofdstroom
37V
107
A
VRD
VRD-stroombron, VRD actief (VRD-symbool op
scherm)
-De nullastspanning is tot 12 V
beperkt.
VRD-stroombron, VRD inactief (doorgestreept
VRD-symbool op scherm)
-Geen spanningsbeperking (bijv.:
bij het lassen) of
-VRD defect
72
Storingsdiagnose en storingen opheffen
NL
Veiligheid
Storingsdiagnose
GEVAAR!
Een elektrische schok kan dodelijk zijn.
Vóór het openen van het apparaat
Netschakelaar in positie "O" schakelen
▶
Apparaat van het net loskoppelen
▶
Tegen opnieuw inschakelen beveiligen
▶
Met behulp van een geschikte meter vaststellen dat elektrisch geladen onderdelen
▶
(bijvoorbeeld condensatoren) zijn ontladen
GEVAAR!
Een ontoereikende verbinding van de aardedraad kan ernstig lichamelijk letsel en
omvangrijke materiële schade veroorzaken.
De schroeven van de behuizing vormen een geschikte verbinding van de randaarde,
voor de aarding van de behuizing.
De schroeven van de behuizing mogen in geen geval worden vervangen door
▶
andere schroeven zonder betrouwbare verbinding van de randaarde.
Geen lasstroom
Netschakelaar ingeschakeld, lampje voor gekozen bedrijfscyclus brandt niet
Oorzaak:
Oplossing:
Geen lasstroom
Apparaat ingeschakeld, lampje voor geselecteerde methode brandt
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Netvoedingskabel onderbroken
Netvoedingskabel en netspanning controleren
Laskabelaansluitingen onderbroken
Steekverbindingen controleren
Slechte - of geen aarde
Verbinding met het werkstuk maken
73
Geen lasstroom
Apparaat ingeschakeld, lampje voor geselecteerde methode brandt, lampje Storing
brandt
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Oorzaak:
Oplossing:
Slechte ontstekingseigenschappen bij het elektrodelassen
en daarna weer inschakelen; fout treedt vaker
op - apparaat naar de servicedienst
Aardstroom (Erdstrom !) (alleen bij optie aardstroomcon-
trole)
Oorzaak:Geleiding via aarding van het apparaat
Remedie:Aardeverbinding met het werkstuk controleren;
apparaat uitschakelen en daarna weer inschakelen; fout treedt vaker op - apparaat naar de
servicedienst
Kortsluiting na het inschakelen van het apparaat (KS !)
Oorzaak:Kortsluiting tussen elektrodenhouder en aarde-
klem
Remedie:Kortsluiting oplossen; apparaat uitschakelen en
daarna weer inschakelen; fout treedt vaker op apparaat naar de servicedienst
Current Limit
Oorzaak:Interne fout
Remedie:Apparaat uitschakelen en daarna weer inscha-
kelen; fout treedt vaker op - apparaat naar de
servicedienst
76
ILZ
Oorzaak:Interne fout
NL
Remedie:Apparaat uitschakelen en daarna weer inscha-
kelen; fout treedt vaker op - apparaat naar de
servicedienst
Asymmetrie (Asym. Betr. !) (tijdens gebruik)
Oorzaak:Interne fout
Remedie:Apparaat uitschakelen en daarna weer inscha-
kelen; fout treedt vaker op - apparaat naar de
servicedienst
Asymmetrie (Asym. Init. !) (bij het inschakelen)
Oorzaak:Interne fout
Remedie:Apparaat uitschakelen en daarna weer inscha-
kelen; fout treedt vaker op - apparaat naar de
servicedienst
Primaire stroom (IP !)
Oorzaak:Interne fout
Remedie:Apparaat uitschakelen en daarna weer inscha-
kelen; fout treedt vaker op - apparaat naar de
servicedienst
Polariteit stroomtransformator (I prim pol. !)
Oorzaak:De primaire stroomtransformator is verkeerd
gemonteerd
RemediePrimaire stroomtransformator op de juiste wijze
op de polen monteren
Fase (Phase)
Oorzaak:Uitval van een fase
Remedie:Netleiding controleren; apparaat uitschakelen en
daarna weer inschakelen; fout treedt vaker op apparaat naar de servicedienst
77
Temperatuur (Temp. !)
Oorzaak:Te hoge temperatuur
RemedieAfkoelfase afwachten, het apparaat schakelt na
korte tijd vanzelf weer in; indien dit niet gebeurt:
Apparaat naar de servicedienst
78
Verzorging, onderhoud en recycling
AlgemeenDe stroombron heeft onder normale bedrijfsomstandigheden slechts weinig verzorging
en onderhoud nodig. Enkele punten verdienen echter absoluut aandacht, om de lasinstallatie jarenlang gebruiksklaar te houden.
GEVAAR!
Een elektrische schok kan dodelijk zijn.
Vóór het openen van het apparaat
netschakelaar in stand "O" zetten
▶
het apparaat van het net loskoppelen
▶
een duidelijk waarschuwingsbord tegen het opnieuw erin steken aanbrengen
▶
met behulp van een geschikte meter controleren of alle elektrisch geladen onderde-
▶
len (bijvoorbeeld condensatoren) inderdaad zijn ontladen
NL
Bij elke ingebruikname
Elke 2 maanden-Luchtfilter reinigen
Elke 6 maanden-Zijstukken van het apparaat demonteren en de binnenkant van het apparaat met
-Netstekker en netkabel evenals lasbrander, verbindingsleidingpakket en aardingsverbinding op beschadiging controleren
-Controleren of de vrije ruimte rond het apparaat 0,5 m (1ft. 8 in.) bedraagt, zodat de
koellucht ongehinderd kan toestromen en wegvloeien
OPMERKING!
De luchtinstroom- en uitstroomopeningen mogen in geen geval zijn bedekt, ook
niet deels.
droge, gereduceerde perslucht schoonblazen
OPMERKING!
Risico op beschadiging van de elektronische onderdelen.
Elektronische onderdelen niet van korte afstand schoonblazen.
-Bij grote stofproductie ook de koelluchtkanalen reinigen
RecyclingHet afvoeren mag uitsluitend volgens de nationale en regionale bepalingen plaatsvinden.
79
Gemiddelde verbruikswaarden bij het lassen
Gemiddeld verbruik van draadelektroden bij het
MIG/MAG-lassen
Gemiddeld verbruik van draadelektroden bij een draadtoevoersnelheid van 5
m/min
Draadelek-
trode met een
diameter van
1,0 mm
Draadelektrode van staal1,8 kg/h2,7 kg/h4,7 kg/h
Draadelektrode van aluminium0,6 kg/h0,9 kg/h1,6 kg/h
Draadelektrode van CrNi1,9 kg/h2,8 kg/h4,8 kg/h
Gemiddeld verbruik van draadelektroden bij een draadtoevoersnelheid van 10
m/min
Draadelek-
trode met een
diameter van
1,0 mm
Draadelektrode van staal3,7 kg/h5,3 kg/h9,5 kg/h
Draadelektrode van aluminium1,3 kg/h1,8 kg/h3,2 kg/h
Draadelektrode van CrNi3,8 kg/h5,4 kg/h9,6 kg/h
Draadelek-
trode met een
diameter van
1,2 mm
Draadelek-
trode met een
diameter van
1,2 mm
Draadelek-
trode met een
diameter van
1,6 mm
Draadelek-
trode met een
diameter van
1,6 mm
Gemiddeld
beschermgasverbruik bij het MIG/
MAG-lassen
Gemiddeld
beschermgasverbruik bij het TIGlassen
Diameter van
draadelektrode
Gemiddeld verbruik
Grootte van gasmondstuk
Gemiddeld verbruik
1,0 mm1,2 mm1,6 mm2,0 mm2 x 1,2 mm (TWIN)
10 l/min12 l/min16 l/min20 l/min24 l/min
4567810
6 l/min8 l/min10 l/min12 l/min12 l/min15 l/min
80
Technische gegevens
NL
Veiligheid
Generatorwerkzaamheid
TP 2500 Comfort
OPMERKING!
Gebruik van een elektrische installatie met onvoldoende capaciteit kan ernstige
materiële schade tot gevolg hebben.
De netvoedingskabel en de beveiliging daarvan moeten op geschikte wijze worden aangelegd. De technische gegevens op het kenplaatje zijn van kracht.
De stroombronnen TP 2500 Comfort en TP 3500 Comfort zijn onbeperkt geschikt voor
generatoren, als het maximaal afgegeven schijnbaar vermogen van de generator minstens 14 kVA voor de TP 2500 Comfort of 22 kVA voor de TP 3500 Comfort bedraagt.
Netspanning (U1)3 x380 V400 V460 V
Max. effectieve primaire stroom (I
Max. primaire stroom (I
Zekering bescherming16 A traag
Netspanning tolerantie-10 % /+ 10 %
Netfrequentie50 / 60 Hz
)17.7 A17.0 A14.6 A
1max
)10.5 A10.1 A8.6 A
1eff
Cos Phi (1)0,99
Aanbevolen aardlekschakelaarB
Lassen huidige assortiment (I2)
Staafelektrode15 - 250 A
TIG15 - 250 A
Lasstroom bij10 min / 40 °C (104 °F)40 %60 %100 %
250 A200 A175 A
Uitgangsspanningsbereik volgens de standard curve (U2)
Staafelektrode20,6 - 30 V
TIG10,6 - 20 V
Onbelast spanning (U0 peak, U0 r.m.s)88 V
Onbelast spanning VRD12 V
BeschermingsgraadIP 23
Soort koelingAF
OverspanningscategorieIII
Vervuilingsgraad volgens IEC606643
VeiligheidssymbolenS, CE
Afmetingen lengte x breedte x hoogte430 x 180 x 320 mm
16.9 x 7.1 x 12.6 in.
81
Gewicht12,5 kg
27.5 lb.
Max. beschermgas druk5 bar
72.5 psi.
Max. geluidsemissie (LWA)74 dB (A)
Energieverbruik in nullasttoestand bij 400 V23,7 W
Energie-efficiëntie van stroombron bij 250 A / 30 V87 %
TP 2500 Comfort
MVm
Netspanning (U1)3 x200 V230 V
Max. effectieve primaire stroom (I
Max. primaire stroom (I
)27.4 A26.8 A
1max
)16.2 A15.9 A
1eff
Zekering bescherming20 A traag
Netspanning (U1)3 x380 V400 V460 V
Max. effectieve primaire stroom (I
Max. primaire stroom (I
)17.7 A17.0 A14.6 A
1max
)10.5 A10.1 A8.6 A
1eff
Zekering bescherming16 A traag
Netspanning tolerantie-10 % /+ 10 %
Netfrequentie50 / 60 Hz
Cos Phi (1)0,99
Aanbevolen aardlekschakelaarB
Lassen huidige assortiment (I2)
Staafelektrode15 - 250 A
TIG15 - 250 A
Lasstroom bij10 min / 40 °C (104 °F)40 %60 %100 %
250 A200 A175 A
Uitgangsspanningsbereik volgens de standard curve (U2)
Staafelektrode20,6 - 30 V
TIG10,6 - 20 V
Onbelast spanning (U0 peak, U0 r.m.s)88 V
Onbelast spanning VRD12 V
BeschermingsgraadIP 23
Soort koelingAF
OverspanningscategorieIII
Vervuilingsgraad volgens IEC606643
VeiligheidssymbolenS, CE, CSA
Afmetingen lengte x breedte x hoogte430 x 180 x 320 mm
16.9 x 7.1 x 12.6 in.
82
Gewicht12,5 kg
27.5 lb.
Max. beschermgas druk5 bar
72.5 psi.
Max. geluidsemissie (LWA)74 dB (A)
Energieverbruik in nullasttoestand bij 400 V23,7 W
Energie-efficiëntie van stroombron bij 250 A / 30 V87 %
NL
TP 3500 Comfort
Netspanning (U1)3 x380 V400 V460 V
Max. effectieve primaire stroom (I
Max. primaire stroom (I
)29.5 A28.3 A25.4 A
1max
)17.5 A16.8 A15.1 A
1eff
Zekering bescherming25 A traag
Netspanning tolerantie-10 % /+ 10 %
Netfrequentie50 / 60 Hz
Cos Phi (1)0,99
Aanbevolen aardlekschakelaarB
Lassen huidige assortiment (I2)
Staafelektrode10 - 350 A
TIG10 - 350 A
Lasstroom bij10 min / 40 °C (104 °F)40 %60 %100 %
350 A280 A230 A
Uitgangsspanningsbereik volgens de standard curve (U2)
Staafelektrode20.4 - 34 V
TIG10.4 - 24 V
Onbelast spanning (U0 peak, U0 r.m.s)88 V
Onbelast spanning VRD12 V
BeschermingsgraadIP 23
Soort koelingAF
OverspanningscategorieIII
Vervuilingsgraad volgens
3
IEC60664
VeiligheidssymbolenS, CE
Afmetingen lengte x breedte x hoogte500 x 190 x 380 mm
19.68 x 7.48 x 14.96 in.
Gewicht20,1 kg
44.3 lb.
Max. beschermgas druk5 bar
72.5 psi.
MaxMax. geluidsemissie (LWA)70 dB (A)
83
Energieverbruik in nullasttoestand bij 400 V26 W
Energie-efficiëntie van stroombron bij 350 A / 34 V86 %
TP 3500 Comfort
MVm
Netspanning (U1)3 x200 V230 V
Max. effectieve primaire stroom (I
Max. primaire stroom (I
)45.6 A41.8 A
1max
)27 A24.7 A
1eff
Zekering bescherming35 A traag
Netspanning (U1)3 x380 V400 V460 V
Max. effectieve primaire stroom (I
Max. primaire stroom (I
)29.5 A28.3 A25.4 A
1max
)17.5 A16.8 A15.1 A
1eff
Zekering bescherming25 A traag
Netspanning tolerantie-10 % /+ 10 %
Netfrequentie50 / 60 Hz
Cos Phi (1)0,99
Aanbevolen aardlekschakelaarB
Lassen huidige assortiment (I2)
Staafelektrode10 - 350 A
TIG10 - 350 A
Lasstroom bij10 min / 40 °C (104 °F)40 %60 %100 %
350 A280 A230 A
Uitgangsspanningsbereik volgens de standard curve (U2)
Staafelektrode20.4 - 34 V
TIG10.4 - 24 V
Onbelast spanning (U0 peak, U0 r.m.s)88 V
Onbelast spanning VRD12 V
BeschermingsgraadIP 23
Soort koelingAF
OverspanningscategorieIII
Vervuilingsgraad volgens
3
IEC60664
VeiligheidssymbolenS, CE, CSA
Afmetingen lengte x breedte x hoogte500 x 190 x 380 mm
19.68 x 7.48 x 14.96 in.
Gewicht20,1 kg
44.3 lb.
Max. beschermgas druk5 bar
84
72.5 psi.
Max. geluidsemissie (LWA)70 dB (A)
Energieverbruik in nullasttoestand bij 400 V26 W
Overzicht van kritieke grondstoffen, productiejaar
van apparaat
Energie-efficiëntie van stroombron bij 350 A / 34 V86 %
Overzicht van kritieke grondstoffen:
Op de volgende internetpagina is een overzicht te vinden van de kritieke grondstoffen die
dit apparaat bevat:
www.fronius.com/en/about-fronius/sustainability.
Productiejaar van apparaat berekenen:
-Elk apparaat is van een serienummer voorzien
-Het serienummer bestaat uit acht cijfers, bijvoorbeeld 28020099
-De eerste twee cijfers vormen het getal waaruit het productiejaar van het apparaat
kan worden berekend
-Hiervoor moet 11 van dit getal worden afgetrokken