Fronius TransCut 300 Operating Instruction [NL]

/ Battery Charging Systems / Welding Technology / Solar Electronics
TransCut 300
Bedieningshandleiding Lijst van reserveonderdelen
NL
Plasma-snijapparaat
42,0426,0039,NL 002-11042012
Geachte lezer,
Inleiding
Wij danken u voor het vertrouwen dat u ons schenkt en feliciteren u met uw technisch hoogwaardige Fronius product. De onderhavige handleiding helpt u erbij zich met dit product vertrouwd te maken. Als u de handleiding zorgvuldig leest, zult u de veelzijdige mogelijkheden van uw Fronius-product leren kennen. Alleen op deze wijze kunt u de voordelen ervan optimaal benutten.
Neem a.u.b. nota van de veiligheidsvoorschriften en zorg hierdoor voor meer veiligheid op de plaats waar het product wordt toegepast. De zorgvuldige behandeling van het product waarborgt een lange levensduur, hoge kwaliteit en betrouwbaarheid. Dit zijn essentiële voorwaarden voor uitstekende resultaten.
ud_fr_st_et_00936 012012
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR!
WAARSCHU­WING!
VOORZICHTIG!
ATTENTIE!
Belangrijk!
„GEVAAR!“ Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar. Wanneer dit gevaar
niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg.
„WAARSCHUWING!“ Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
„VOORZICHTIG!“ Duidt op een mogelijk riskante situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwondingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.
„ATTENTIE!“ duidt op het gevaar van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de uitrusting.
„Belangrijk!“ duidt op tips voor het gebruik en andere bijzonder nuttige informatie. Het duidt niet op een riskante of gevaarlijke situatie.
Algemeen
Wanneer u een symbool ziet dat in het hoofdstuk „Veiligheidsvoorschriften“ is afgebeeld, is verhoogde opmerkzaamheid vereist.
Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek volgens de officiële veiligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter potentieel gevaar op voor:
- het leven van de gebruiker of dat van derden;
- het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker;
- de efficiëntie van het werken met het apparaat.
Alle personen die met ingebruikname, bediening, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten:
- over de juiste kwalificaties beschikken;
- kennis van plasmasnijden hebben; en
- deze gebruiksaanwijzing volledig lezen en exact opvolgen.
De gebruiksaanwijzing moet worden bewaard op de plaats waar het ap­paraat wordt gebruikt. Naast de gebruiksaanwijzing moeten bovendien de algemeen geldende en de lokale veiligheids- en milieuvoorschriften beschik­baar worden gesteld en worden nageleefd.
Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat:
- in leesbare toestand houden;
- niet beschadigen;
- niet verwijderen;
- niet afdekken, afplakken of overschilderen.
NL
De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk „Algemeen“ in de gebruiksaanwijzing van het apparaat.
1
Algemeen
(vervolg)
Storingen die de veiligheid in gevaar kunnen brengen, dienen vóór het inschakelen van het apparaat te worden verholpen.
Het gaat immers om uw veiligheid!
Gebruik overeen­komstig de bedoeling
Omgevingsvoor­waarden
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor werkzaamheden overeenkomstig het bedoelde gebruik.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor plasmasnijden. Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als niet overeenkomstig het bedoelde gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
Tot gebruik overeenkomstig het bedoelde gebruik behoort ook:
- het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen in de handleiding;
- het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren;
- het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden.
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in industrie- en productieomgeving­en. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die ontstaat door gebruik in woonomgevingen.
De fabrikant aanvaardt evenmin aansprakelijkheid voor gebrekkige of onjuiste resultaten.
Het gebruik respectievelijk het opslaan van het apparaat buiten de aangege­ven voorwaarden geldt niet als gebruik overeenkomstig de bedoeling. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
Verplichtingen van de gebruiker
Temperatuurbereik van de omgevingslucht:
- bij het lassen: -10 °C tot + 40 °C (14 °F tot 104 °F)
- bij transport en opslag: - 25 °C tot + 55 °C (-13 °F tot 131 °F)
Relatieve luchtvochtigheid:
- tot 50% bij 40 °C (104 °F)
- tot 90% bij 20 °C (68 °F)
Omgevingslucht: vrij van stof, zuren, corrosieve gassen of substanties, enz.
Hoogte boven de zeespiegel: tot 2.000 m (6.500 ft)
De gebruiker is verplicht uitsluitend personen met het apparaat te laten werken die:
- op de hoogte zijn van de fundamentele voorschriften over arbeidsveilig­heid en ongevallenpreventie, en vertrouwd zijn met de bediening van het apparaat;
- het hoofdstuk „Veiligheidsvoorschriften“ en de waarschuwingen in deze handleiding hebben gelezen en begrepen, en dit door het zetten van hun handtekening hebben bevestigd;
- voldoende gekwalificeerd zijn voor de werkzaamheden die zij uitvoeren.
Er moet regelmatig worden gecontroleerd of het personeel in voldoende mate veiligheidsbewust werkt.
2
Verplichtingen van het perso­neel
Alle personen die met het apparaat moeten werken, verplichten zich vóór aanvang van de werkzaamheden:
- de fundamentele voorschriften over arbeidsveiligheid en ongevallenpre­ventie na te leven;
- het hoofdstuk „Veiligheidsvoorschriften“ en de waarschuwingen in deze handleiding te lezen, en door het zetten van hun handtekening te bevesti­gen dat zij deze hebben begrepen en zullen naleven.
Voordat u de werkplek verlaat, dient u na te gaan of er ook tijdens uw afwe­zigheid geen persoonlijk letsel of materiële schade kan ontstaan.
Bescherming van uzelf en derden
Tijdens het plasmasnijden bent u blootgesteld aan talrijke gevaren, zoals:
- vonken, rondvliegende hete metaaldeeltjes;
- lichtboogstraling die de ogen en huid kan beschadigen;
- schadelijke elektromagnetische velden, die voor dragers van een pace­maker levensgevaarlijk zijn;
- gevaar van elektrische schokken door net- en snijstroom;
- verhoogde geluidsbelasting;
- schadelijke rook en gassen
NL
Personen die tijdens het snijden bezig zijn met het werkstuk, moeten geschikte beschermende kleding dragen met de volgende eigenschappen:
- moeilijk ontvlambaar;
- isolerend en droog;
- volledig lichaamsbedekkend;
- onbeschadigd en in goede staat;
- broek zonder omslag.
Onder het dragen van beschermende kleding wordt onder meer verstaan:
- het afschermen van ogen en gezicht met een laskap volgens de voor­schriften met zijbescherming ter bescherming tegen UV-straling, hitte en vonken;
- het dragen van stevige schoenen die ook onder vochtige omstandighe­den isoleren;
- het beschermen van de handen met geschikte handschoenen (elektrisch isolerend, hittebestendig).
Draag gehoorbescherming ter vermindering van de geluidsbelasting en ter voorkoming van gehoorschade.
Personen, vooral kinderen, tijdens het gebruik van het apparaat en tijdens het snijden van de werkplek weghouden. Bevinden zich echter nog personen in de omgeving, dan:
- wijst u deze op alle mogelijke gevaren (schade aan de ogen door het licht van de boog, letstel door vonken, schadelijke snijrook, geluidsbelasting, risico van schokken door net- of snijstroom, etc.);
- stelt u geschikte veiligheidsmiddelen ter beschikking en
- installeert u geschikte beschermwanden resp. beschermgordijnen.
3
Gevaar door schadelijke gassen en dam­pen
De rook die bij het snijden ontstaat, bevat gassen en dampen die een gevaar vormen voor de gezondheid.
De rook bevat stoffen die onder bepaalde omstandigheden geboorteschade en kanker kunnen veroorzaken.
Hoofd weghouden van de ontstane rook en gassen en de ontstane rook en schadelijke gassen
- niet inademen;
- via een geschikte methode afzuigen uit de werkplaats.
Voor voldoende toevoer van frisse lucht zorgen, Indien de ventilatie onvoldo­ende is, gebruikt u een ademhalingsmasker met luchttoevoer.
Indien niet geheel duidelijk is of de ventilatie voldoende is, vergelijkt u de gemeten emissies van schadelijke stoffen met de toelaatbare grenswaarden.
Voor de mate waarin de rook schadelijk is, zijn onder meer de volgende componenten verantwoordelijk:
- de metallurgische samenstelling van het werkstuk;
- coatings;
- reinigingsmiddelen, ontvettingsmiddelen, oplosmiddelen e.d.
Houd u altijd aan de aanwijzingen in de veiligheidsinformatiebladen voor genoemde componenten en volg instructies van de fabrikant op.
Gevaar door vonken
Zorg ervoor dat ontvlambare dampen (bijvoorbeeld van oplosmiddelen) niet binnen het stralingsbereik van de boog terechtkomen.
Vonken kunnen brand en explosies veroorzaken.
Voer nooit snijwerkzaamheden uit in de nabijheid van brandbare materialen.
Brandbare materialen moeten ten minste 11 meter (35 ft.) van de boog verwijderd zijn of worden voorzien van een betrouwbare afdekking.
Houd een geschikte, geteste brandblusser bij de hand.
Vonken en hete metaaldeeltjes kunnen ook door kleine kieren en openingen in de omgeving terechtkomen. Om te voorkomen dat hierdoor kans op letsel of brandgevaar ontstaat, moet u passende maatregelen nemen.
Niet snijden in brand- en explosiegevaarlijke omgevingen of aan gesloten tanks, vaten en buizen als deze niet zijn voorbereid conform de nationale en internationale normen.
Gevaren door net- en snijstro­om
Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Elke elektrische schok is in principe levensgevaarlijk. Spanningvoerende delen binnen en buiten het apparaat niet aanraken.
Om uzelf en anderen adequaat te beschermen tegen aarde- en massapoten­tiaal, dient u te zorgen voor een voldoende isolerende, droge ondergrond of afdekking. De ondergrond of afdekking moet het gebied tussen lichaam en aarde- of massapotentiaal volledig afdekken.
4
Gevaren door net- en snijstro­om
(vervolg)
Alle kabels en leidingen moeten vastzitten, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte aangetaste of beschadigde kabels/leidingen, en kabels/leidingen met een te dunne kern direct vervangen.
Wikkel kabels en leidingen niet om uw lichaam of om lichaamsdelen.
De plasma-snijbrander nooit in vloeistof onderdompelen (bijv. om te koelen)
Laat de net- en apparaatkabels regelmatig door een elektromonteur controle­ren op een juiste werking van de randaardeleiding.
Sluit het apparaat alleen aan op een wandcontactdoos met randaardecontact dat deel uitmaakt van een geaard net.
Wordt het apparaat op een net zonder randaarde en een wandcontactdoos zonder randaardecontact aangesloten, dan geldt dit als ernstig nalatig. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
Zorg, indien noodzakelijk, met hiertoe geschikte middelen voor voldoende aarding van het werkstuk.
Schakel niet-gebruikte apparaten uit.
Draag bij werkzaamheden op hoogte een beschermingsuitrusting.
EMV- en EMF­maatregelen
Voor u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert, moet u het apparaat uitschakelen en de netstekker uit de wandcontactdoos halen. Plaats een duidelijk leesbaar en begrijpelijk waarschuwingsbord om te voorkomen dat de netstekker opnieuw in de wandcontactdoos wordt gesto­ken en het apparaat weer wordt ingeschakeld.
Na het openen van het apparaat:
- alle onderdelen die elektrisch geladen zijn, ontladen;
- controleren of alle componenten van het apparaat stroomloos zijn.
Indien u werkzaamheden moet uitvoeren aan spanningvoerende delen, werk dan samen met een tweede persoon, die de hoofdschakelaar bijtijds kan uitschakelen.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om ervoor te zorgen dat er geen elektromagnetische storingen optreden in elektrische en elektronische systemen.
Worden er elektromagnetische storingen geconstateerd, dan is de gebruiker verplicht maatregelen te treffen om deze storingen op te heffen.
Controleer en beoordeel mogelijke problemen en storingsgevoeligheid van installaties in de omgeving volgens de geldende nationale en internationale bepalingen. Het betreft bijvoorbeeld:
- veiligheidsinstallaties;
- netkabels, signaalkabels en kabels voor gegevensoverdracht;
- data- en telecommunicatie-installaties;
- meet- en kalibratie-installaties.
NL
5
EMV- en EMF­maatregelen
(vervolg)
Ondersteunende maatregelen ter voorkoming van EMV-problemen:
a) Eisen aan de netaansluiting
- Treden er, ondanks reglementaire aansluiting op het elektriciteitsnet,
elektromagnetische storingen op, tref dan extra maatregelen (gebruik bijvoorbeeld een geschikt netfilter).
- Apparaten met een groot vermogen kunnen door hun stroomafname de
kwaliteit van de netspanning beïnvloeden. Daarom kunnen voor sommi­ge typen apparaat speciale gebruiksbeperkingen of minimale eisen aanwezig zijn betreffende de maximaal toegestane netimpedantie of de benodigde netcapaciteit (zie technische gegevens). In dit geval moet de gebruiker (eventueel in overleg met de energieleverancier) controleren of de juiste aansluitomstandigheden aanwezig zijn.
b) Stroomhoudende kabels en leidingen
- Houd ze zo kort mogelijk.
- Laat ze dicht bij elkaar lopen (ook ter voorkoming van EMF-problemen).
- Leg ze ver verwijderd van andere leidingen.
c) Potentiaalegalisatie
d) Aarding van het werkstuk
- Breng, indien noodzakelijk, via geschikte condensatoren een aardever-
binding tot stand.
Bijzondere gevaren
e) Afscherming, indien noodzakelijk
- Scherm andere installaties in de omgeving af.
- Scherm de complete snijinstallatie af.
Elektromagnetische velden kunnen nog onbekende schade aan de gezond­heid veroorzaken:
- Gevolgen voor de gezondheid van personen die zich in de nabijheid
bevinden, bijvoorbeeld dragers van pacemakers en hoortoestellen.
- Dragers van pacemakers moeten zich door hun arts laten adviseren,
voordat zij zich in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat en het snijproces begeven.
- De afstand tussen de kabels en het hoofd / lichaam van de gebruiker
moet om veiligheidsredenen zo groot mogelijk worden gehouden.
- Kabels en slangenpakketten niet over de schouder dragen en niet om het
lichaam of lichaamsdelen wikkelen.
Afdekkingen en zijdelen mogen uitsluitend worden geopend/verwijderd gedurende het uitvoeren van onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.
Tijdens het gebruik:
- controleren of alle afdekkingen zijn gesloten en alle zijdelen correct zijn gemonteerd;
- alle afdekkingen en zijdelen gesloten houden.
Het vrijkomen van vloeistofdamp uit de snijbrander levert een hoog risico op letsel op (verbrandingen aan handen en lichaam, verbrandingen aan gezicht en ogen, etc.). Houd daarom de snijbrander altijd uit de buurt van het lic­haam.
6
Bijzondere gevaren
(vervolg)
Raak het werkstuk en de kop van de snijbrander tijdens en na het snijden niet aan - verbrandingsgevaar.
Van afkoelende werkstukken kan slak afspringen. Draag daarom ook bij het nabewerken van werkstukken de voorgeschreven beschermende uitrusting en zorg ervoor dat andere personen voldoende zijn beschermd.
Laat snijbranders en andere uitrustingscomponenten met een hoge bedrijfs­temperatuur afkoelen voordat u eraan gaat werken.
In ruimtes met een verhoogd risico op brand of explosie gelden bijzondere voorschriften. Houd u aan de geldende nationale en internationale bepalin­gen.
Stroombronnen voor werkzaamheden in ruimtes met een verhoogd elek­trisch risico (bijvoorbeeld ketels) moeten zijn voorzien van het symbool (Safety). De stroombron zelf mag zich echter niet in zulke ruimtes bevinden.
Gebruik voor het kraantransport van apparaten uitsluitend geschikte lasto­pnamemiddelen van de fabrikant.
Als het apparaat is voorzien van een draagriem of -greep, mag deze uitslui­tend worden gebruikt om het apparaat met de hand te dragen. De draagriem/
-greep is niet geschikt voor transport van het apparaat per kraan, heftruck of
ander mechanisch hefwerktuig.
Gevaar door snijmedium
Het patroon met het snijmedium staat onder druk en kan barsten bij bescha­diging. Patroon beschermen tegen directe zonnestralen, temperaturen boven 50°C, mechanische schokken, open vuur, vonken en lichtboog.
Gebruik altijd alleen een voor de betreffende toepassing geschikt snijmedium dat in goede staat is. Bij gebruik kan zich een ontvlambaar gas-luchtmengsel vormen. Alleen in goed geventileerde ruimtes gebruiken en de spuitnevel nooit inade­men.
Bij contact met de ogen direct spoelen met veel water. Indien nodig een arts raadplegen. Bij doorslikken onmiddellijk medische hulp inroepen en de verpakking of het etiket tonen.
Patroon met snijmedium ook na gebruik niet met geweld openen of verbran-
den. Patroon op een goed geventileerde plaats buiten het bereik van kinde­ren bewaren. Beschermkap bij het opslaan op het patroon laten zitten. Patroon niet opnieuw vullen.
Het patroon niet weggooien als huisvuil. Het snijmedium niet door gootsteen of toilet spoelen. Gevulde of deels gevulde patronen bij het chemisch afval aanbieden. Alleen volledig lege, drukloze patronen aanbieden als recycleer­baar afval.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant en de betreffende nationale en internationale bepalingen op. Een veiligheidsinformatieblad is verkrijgbaar via de servicedienst of op de website van de fabrikant.
NL
7
Loading...
+ 23 hidden pages