Fronius Selectiva 2-3 kW 4.0 Operating Instruction [NL]

Operating Instructions
Selectiva 4.0
2 - 3 kW
Bedieningshandleiding
NL
42,0426,0357,NL 012-15022023
Inhoudsopgave
Algemeen 5 Verklaring veiligheidsaanwijzingen 5 Omgevingsvoorwaarden 6 Netaansluiting 6 Gevaren door net- en laadstroom 6 Gevaar door zuren, gassen en dampen 6 Algemene aanwijzingen voor de omgang met accu’s 7 Bescherming van uzelf en derden 7 Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik 7 EMV-apparaatclassificaties 8 EMV-maatregelen 8 Gegevensbescherming 8 Onderhoud 8 Reparatie en herstel 8 Verplichtingen van de gebruiker 8 Veiligheidscontrole 9 Aanduidingen op het apparaat 9 Afvoer van oude apparaten 9 Auteursrecht 9
Algemeen 10 2 kW 10 3 kW 10
Apparaatconcept 11 Beoogd gebruik 11 Leveringsomvang 12 Netaansluiting 12 Laadkabel 13 Correct leggen van net-/laadkabels 13 Waarschuwingen op het apparaat 14 Waarschuwingen binnenin het apparaat 15
Vereisten voor de installatielocatie 16 Muur- en vloersteun 17
Bedieningselementen en aansluitingen 20 Aansluitbezetting optiestekker 2 kW 21 Aansluitbezetting optiestekker 3 kW 22 Bedieningspaneel 24
Eerste gebruik 26 Laadproces starten 28 Laadproces onderbreken 29 Laadproces beëindigen 30
Overzicht van afleesmodi 32 Instellingen herstellen 32
Standaardmodus 33
Standaardmodus 33
Statistiekmodus 34
Geschiedenismodus 35
Configuratiemodus 37
Overzicht van de instelmogelijkheden in de configuratiemodus 37 Configuratiemodus openen 37 Configuratiemodus sluiten 39
USB-modus in de configuratiemodus 40
NL
3
USB-modus 40
Laadinstellingen in de configuratiemodus 42
Overzicht van laadinstellingen 42 Elektrolytcirculatie 42 Temperatuurgestuurd laden 43 Vereffeningslading 44 Vertraging 45 Kalender 45 Speciale ladingen 47 Speciale functie Tussentijds bijladen 48 DC-verbinding 49
Extra functies in de configuratiemodus 50
Overzicht van extra functies 50 Instelling van de blauwe weergave 'Blauwe led' 50 Externe start/stop 50 Navulindicator 51 Optiegedeelte 51
Overzicht van algemene instellingen 53 Instellingen van de laadkabel 53 AC-stroomlimiet 53 Temperatuur 54 Code 54 USB-tijdsinterval 54
Statuscodes 55
Statuscodes 55
Veiligheid 60 Elektrolytcirculatie 3 kW 60 Externe start/stop 62 Temperatuurgestuurd laden 62 Wand- en vloerhouder 62 LED-strip 63 Luchtfilter 63 Mobiele set 63 Optiebox 63 Montageplaat 63 Extern display 64 Gateway 64 Gateway Link 64 TagID 64 TagID Link 64
Technische gegevens 65
Selectiva 2 kW 65 Selectiva 3 kW 66
4
Veiligheidsvoorschriften
Algemeen Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële vei-
ligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter gevaar op voor
het leven van de gebruiker of dat van derden;
-
het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker;
-
het efficiënt werken met het apparaat.
-
Alle personen die met ingebruikname, bediening, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten:
beschikken over de juiste kwalificaties;
-
deze gebruiksaanwijzing volledig lezen en exact opvolgen.
-
De gebruiksaanwijzing moet worden bewaard op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt. Naast de gebruiksaanwijzing moet bovendien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu worden nageleefd.
Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat:
in leesbare toestand houden;
-
niet beschadigen;
-
niet verwijderen;
-
niet afdekken, afplakken of overschilderen.
-
NL
Verklaring veilig­heidsaanwijzin­gen
De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk 'Algemene informatie' in de bedieningshandleiding van het apparaat. Storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden, moeten zijn verholpen voordat het apparaat wordt ingeschakeld.
Het gaat om uw eigen veiligheid!
WAARSCHUWING!
Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar.
Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar licha-
melijk letsel tot gevolg.
GEVAAR!
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha-
melijk letsel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG!
Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwon-
dingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.
5
OPMERKING!
Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadi­ging van de apparatuur.
Omgevingsvoor­waarden
Het gebruik of opslaan van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als beoogd gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
Precieze informatie over de toelaatbare omgevingsvoorwaarden vindt u in het hoofdstuk 'Technische gegevens'.
Netaansluiting Apparaten met een hoog vermogen kunnen vanwege hun stroomopname de ener-
giekwaliteit van het stroomnetwerk beïnvloeden.
Dit kan apparaattypen in de vorm van:
aansluitingsbeperkingen, eisen m.b.t. de maximaal toegestane netimpedantie
-
*)
of
-
eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen
*)
beïnvloeden.
*)
telkens bij de aansluiting op het openbare stroomnetwerk
zie de technische gegevens
In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan of het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig dient hiertoe te worden overlegd met de energieleverancier.
Gevaren door net- en laad­stroom
Gevaar door zu­ren, gassen en dampen
BELANGRIJK! Zorg voor een veilige aarding van de netaansluiting!
Bij het werken met acculaadapparaten staat u aan talrijke gevaren bloot, bijv.:
Elektrisch gevaar door net- en laadstroom.
-
Schadelijke elektromagnetische velden, die voor dragers van een pacemaker
-
levensgevaarlijk kunnen zijn.
Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Elke elektrische schok is in principe le­vensgevaarlijk. Om elektrische schokken tijdens het werk te vermijden:
Geen spanningvoerende delen binnen en buiten het apparaat aanraken.
-
In geen geval de accupolen aanraken.
-
Laadkabel of laadklemmen niet kortsluiten.
-
Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte aangetaste of beschadigde kabels, evenals kabels en leidingen met een te dunne kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Accu's bevatten zuren die de ogen en huid aantasten. Daarnaast ontstaan bij het laden van accu's gassen en dampen die een gevaar voor de gezondheid kunnen vormen en die onder bepaalde omstandigheden zeer explosief kunnen zijn.
Het laadapparaat uitsluitend gebruiken in goed geventileerde ruimtes. Zo wordt een opeenhoping van explosieve gassen voorkomen. In accuruimtes bestaat geen
6
explosiegevaar wanneer door natuurlijke of mechanische ventilatie een water­stofconcentratie van minder dan 4% is gegarandeerd.
Tijdens het laden dient een minimale afstand van 0,5 m (19,69 in.) tussen de accu en het acculaadapparaat in acht te worden genomen. Mogelijke ontstekingsbron­nen zoals vuur en open licht uit de omgeving van de accu verwijderd houden.
De verbinding met de accu (bijvoorbeeld laadklemmen) in geen geval tijdens het laden loskoppelen.
Gassen en dampen niet inademen - Zorg voor voldoende toevoer van verse lucht.
Geen gereedschap of elektrisch geleidende metalen op de accu leggen om kort­sluiting te vermijden.
Accuzuur mag in geen geval in de ogen, op de huid of op de kleding komen. Vei­ligheidsbril en geschikte veiligheidskleding dragen. Spoel druppels accuzuur di­rect en grondig met schoon water weg. Raadpleeg in geval van nood een arts.
NL
Algemene aan­wijzingen voor de omgang met ac­cu’s
Bescherming van uzelf en derden
Accu’s beschermen tegen vuil en mechanische beschadiging.
-
Geladen accu’s in een koele ruimte opslaan. Bij ca. +2 °C (35.6 °F) vindt de
-
minste zelfontlading plaats. Volgens de instructies van de accufabrikant of met minstens één wekelijkse
-
visuele controle nagaan of de accu tot het MAX-merkteken met zuur (elek­trolyt) is gevuld. Werking van het apparaat niet starten of direct stoppen en de accu door een
-
geautoriseerde werkplaats laten controleren bij:
ongelijkmatig zuurpeil of hoog waterverbruik in afzonderlijke cellen, ver-
-
oorzaakt door een mogelijk defect. ontoelaatbare verwarming van de accu tot boven 55 °C (131 °F).
-
Personen, vooral kinderen, tijdens het gebruik van het apparaat en van de werk­plek weghouden. Als er zich desondanks nog personen in de omgeving bevinden:
deze op de hoogte brengen van alle gevaren (voor de gezondheid schadelijke
-
zuren en gassen, gevaar door net- en laadstroom, ...) stel geschikte veiligheidsmiddelen ter beschikking.
-
Controleer voordat u de werkplek verlaat of tijdens uw afwezigheid geen per­soonlijk letsel of materiële schade kan ontstaan.
Veiligheidsmaat­regelen bij nor­maal gebruik
Apparaten met een randaardedraad alleen aansluiten op een net met randaarde en een wandcontactdoos met randaardecontact. Wordt het apparaat aangesloten op een net zonder randaarde of een wandcontactdoos zonder randaardecontact, dan geldt dit als ernstig nalatig. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
Het apparaat uitsluitend volgens de op het kenplaatje aangeduide beschermings­graad gebruiken.
Het apparaat nooit in gebruik nemen wanneer het is beschadigd.
De net- en apparaatkabels regelmatig door een elektromonteur op een juiste werking van de randaarde laten controleren.
Niet in goede staat verkerende veiligheidsvoorzieningen en onderdelen die niet in onberispelijke staat verkeren, vóór het inschakelen van het apparaat door een ge­autoriseerd bedrijf laten herstellen.
7
Omzeil veiligheidsvoorzieningen niet en stel ze niet buiten werking.
Na de montage is een vrij toegankelijke netstekker benodigd.
EMV-apparaat­classificaties
EMV-maatrege­len
Gegevensbe­scherming
Apparaten van emissieklasse A:
Zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden.
-
Kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door
-
straling veroorzaken.
Apparaten van emissieklasse B:
voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt
-
ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het openbare laagspanningsnet.
EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens.
In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaar­den, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatie­locatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dit geval is de gebruiker verplicht adequate maatregelen te treffen om de sto­ring op te heffen.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die afwij­ken van de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste persoonlij­ke instellingen is de fabrikant niet aansprakelijk.
Onderhoud Controleer voor elke ingebruikname de netstekker en de netkabel en de laadka-
bels en laadklemmen op beschadigingen. Als het oppervlak van de behuizing van het toestel vuil is, reinigt u het met een zachte doek en gebruikt u uitsluitend oplosmiddelvrije reinigingsmiddelen.
Reparatie en herstel
Verplichtingen van de gebruiker
Laat reparaties en herstelwerkzaamheden uitsluitend uitvoeren door een geauto­riseerd bedrijf. Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen (dit geldt ook voor genormeerde onderdelen). Bij niet-originele onderdelen is niet gewaarborgd dat deze voldoende robuust en veilig zijn geconstrueerd en geproduceerd.
Het aanbrengen van wijzigingen en installatie- of ombouwwerkzaamheden zijn al­leen toegestaan na goedkeuring door de fabrikant.
De gebruiker is verplicht uitsluitend personen met het apparaat te laten werken die:
op de hoogte zijn van de fundamentele voorschriften over arbeidsveiligheid
-
en ongevallenpreventie, en vertrouwd zijn met de bediening van het appa­raat, deze bedieningshandleiding, met name het hoofdstuk 'Veiligheidsvoorschrif-
-
ten', hebben gelezen en begrepen, en dit door het zetten van hun handteke­ning hebben bevestigd, voldoende gekwalificeerd zijn voor de werkzaamheden die zij uitvoeren.
-
8
Er moet regelmatig worden gecontroleerd of het personeel in voldoende mate veiligheidsbewust werkt.
NL
Veiligheidscon­trole
Aanduidingen op het apparaat
De fabrikant raadt aan om ten minste eenmaal per 12 maanden een veiligheids­controle aan het apparaat uit te laten voeren.
Een veiligheidscontrole mag alleen door een hiervoor bevoegde elektromonteur worden uitgevoerd
na het aanbrengen van wijzigingen,
-
na installatie of ombouw,
-
na het uitvoeren van reparaties en onderhoud,
-
na een periode van maximaal twaalf maanden.
-
Voor de veiligheidscontrole dient u zich aan de geldende nationale en internatio­nale normen en richtlijnen te houden.
Voor meer informatie over het uitvoeren van veiligheidscontroles kunt u zich wenden tot de servicedienst. Deze verstrekt u op verzoek alle noodzakelijke do­cumentatie.
Apparaten met CE-aanduiding voldoen aan de fundamentele eisen van de desbe­treffende richtlijnen.
Apparaten die zijn voorzien van het EAC-testsymbool, voldoen aan de eisen van de relevante normen voor Rusland, Wit-Rusland, Kazachstan, Armenië en Kirgi­zië.
Afvoer van oude apparaten
Auteursrecht Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.
Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur moet conform EU-richtlij­nen en nationale wetgeving gescheiden worden ingezameld en op een milieu­vriendelijke manier worden gerecycled. Gebruikte apparaten moeten bij de dealer of bij een erkend plaatselijk inzamelpunt worden ingeleverd. Een correcte afvoer van oude apparaten bevordert een duurzame recycling van materiële hulpbron­nen. Het negeren van deze instructie kan leiden tot mogelijke gezondheids-/mili­eueffecten.
Verpakkingsmateriaal
Gescheiden inzameling. Ga na wat de regels in uw gemeente zijn. Bind karton sa­men tot zo klein mogelijke pakketjes.
Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.
9
Vermogenscategorieën
Algemeen De kW-aanduiding voor de vermogenscategorieën heeft betrekking op de behui-
zingsuitvoering en houdt geen direct verband met het daadwerkelijke apparaat­vermogen.
2 kW Selectiva
2040 / 2050 / 2060 / 2070 4020 / 4035
3 kW Selectiva
2080 / 2100 / 2120 4045 / 4060
10
Algemene informatie
NL
Apparaatcon­cept
Beoogd gebruik Het laadapparaat dient voor het laden van de hierna vermelde accu's. Elk ander
Het éénfase acculaadapparaat voor 24 V en 48 V accu's onderscheiden zich door een intelligent laadproces. De Active Inverter Technology met het Ri-laadproces past zich aan de behoeften van de accu aan en levert alleen stroom die de accu werkelijk nodig heeft.
De technologie is in een robuuste behuizing conform de industriestandaard inge­bed. De compacte bouwwijze voldoet aan alle eisen aan veiligheidsstandaarden, reduceert de benodigde ruimte en beschermt de onderdelen voor een lange le­vensduur.
Het acculaadapparaat is met een grafisch display, een geïntegreerde datalogger, nieuwe interfaces en extra opties perfect op de toekomst voorbereid.
of afwijkend gebruik geldt als oneigenlijk. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. Tot het beoogde gebruik behoort ook
het naleven van alle aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing,
-
het regelmatig controleren van de net- en laadkabel.
-
GEVAAR!
Gevaar door het opladen van droge accu's (primaire elementen) en niet-oplaad­bare accu's.
Een lekkende accu kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Laad alleen de onderstaande accutypen op.
GEVAAR!
Gevaar door het laden van ongeschikte accu's.
Dit kan leiden tot ernstig letsel en schade aan eigendommen als gevolg van ont­snappende gassen, ontsteking of explosie.
Sluit alleen accu's op het laadapparaat aan die wat hun type, spanning en ca-
paciteit betreft geschikt zijn voor het laadapparaat en die overeenkomen met de instellingen op het laadapparaat.
Het acculaadapparaat is bedoeld voor het opladen van loodaccu's en NiCd-ac­cu's.
Pb-WET-accu's (PzS, GiS, ...):
-
Gesloten natte loodaccu's met overdrukventiel en vloeibare elektrolyt. Pb-GEL-accu's (PzV, GiV, ...):
-
Met een klep geregelde, gesloten loodaccu's (VRLA) met vastgelegde elek­trolyt (gel of vlies). NiCd-accu's:
-
Gesloten NiCd-accu's met vloeibare elektrolyt. Pb-CSM-WET-accu's (Copper Strained Metal):
-
Gesloten CSM-loodaccu's met vloeibare elektrolyt. Lead Crystal-accu's:
-
Lead Crystal-accu's van het type EVFJ / CNFJ.
De probleemloze functie van het apparaat hangt af van het correcte gebruik. Het apparaat mag in geen geval worden verplaatst door aan de kabel te trekken.
11
Leveringsom­vang
(1) Acculaadapparaat (2) Gebruiksaanwijzing (3) Snelstartgids
Netaansluiting
GEVAAR!
Gevaar door elektrische stroom.
Zwaar letsel of overlijden kan het gevolg zijn.
Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en
componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet. Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschake-
len.
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven,
mogen uitsluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd. U dient dit document te lezen en te begrijpen.
Alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten, in het bijzonder de
veiligheidsvoorschriften, moeten gelezen en begrepen worden.
GEVAAR!
Gevaar door defecte of onvoldoende netvoeding.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Aan de eisen voor de stroomvoorziening conform het hoofdstuk 'Technische
gegevens' moet zijn voldaan.
12
Laadkabel
GEVAAR!
Gevaar van rondvliegende vonken door onjuiste ontkoppeling van de laadstek­ker.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. De vonken die hierbij ontstaan, kunnen laadgassen die tijdens het laadproces ontstaan laten ontbranden. Het gevolg hiervan kan een brand of een explosie zijn
Beëindig het laden via het acculaadapparaat en rol de laadkabels na afkoe-
ling op of leg ze, indien aanwezig, op de kabelhouder.
NL
Correct leggen van net-/laadka­bels
GEVAAR!
Gevaar door rondslingerende laadkabels.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. Personen kun­nen aan losgetrokken kabels blijven hangen of erover struikelen.
Leg laadkabels dusdanig dat niemand erover kan struikelen of eraan kan blij-
ven hangen.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor oververhitting door verkeerd gelegde net-/laadkabels.
Gevaar van beschadiging van de stroomnetwerk-/laadkabels.
Net-/laadkabels mogen alleen door een elektrotechnicus worden vervangen.
Vermijd lussen in net-/laadkabels.
Bedek net-/laadkabels niet.
Laadkabels die langer zijn dan 5 m (16 ft. 4,85 in.) afzonderlijk leggen (niet
bundelen). Laadkabels die langer zijn dan 5 m (16 ft. 4,85 in.) kunnen een verhoogde op-
pervlaktetemperatuur hebben (pas op voor hete oppervlakken). Zorg er in de volgende gevallen voor dat de oppervlaktetemperatuur van de
laadkabels niet hoger is dan 80 °C (176 °F):
- De omgevingstemperatuur bedraagt 30 °C (86 °F) of meer
- De diameter van de laadkabel bedraagt 95 mm2 of meer
- De lengte van de laadkabel bedraagt 5 m (16 ft. 4,85 in.) of meer
13
Waarschuwingen
Selectiva x.0 xxxx xkW
4,010,xxx
xxxxxxxx
XXXX
xxxxxxxx
OVC II
U
AC nom.
I
AC max.
P
AC max.
UDC nom. IDC max.
Part No.: Ser. No.:
Fronius International GmbH
Froniusstraße 1
4643 Pettenbach
Austria
Protective class I
IP21
1~ NPE 230V 50/60Hz
xxA
xxV
xxxxW
xxA
www.fronius.com
Ladevorgang immer stoppen bevor das Ladekabel abgezogen wird!
Explosive Gase. Flammen und Funken vermeiden.
Während des Ladens für ausreichend Frischluft-Zufuhr sorgen!
Always stop charging before you disconnect the charging cable!
Explosive gases. Prevent flames and sparks.
Provide adequate ventilation during charge!
T
oujours arrêter la charge avant de déconnecter le câble de charge!
Gaz explosifs. Éviter les flammes et les étincelles.
Prévoir une ventilation adaptée pendant la charge!
¡Detener siempre la carga antes de desconectar el cable de carga!
Gases explosivos. Evitar llamas y chipas.
¡Mantener una ventilación adecuada durante la carga!
Interrompere sempre la carica prima di scollegare il cavo di carica!
Gas esplosivi. Evitare fiamme libere e scintille.
Predisporre una ventilazione adeguata durante la carica!
W
ARNUNG -
W
ARNING -
ATTENTION
ADVERTENCI
A
- A
VVISO
42,0409,0419
op het apparaat
Het acculaadapparaat is voorzien van veiligheidssymbolen. De veiligheidssymbo­len mogen niet worden verwijderd of worden overgeschilderd.
Afgedankte apparaten niet met het huisvuil meegeven, maar volgens de geldende veiligheidsvoorschriften afvoeren.
Houd mogelijke ontstekingsbronnen, zoals vuur, vonken en open licht, bij de accu vandaan.
Explosiegevaar! Door het laden ontstaat in de accu knalgas.
Accuzuur is bijtend en mag in geen geval in aanraking komen met de ogen, de huid of de kleding.
Zorg tijdens het laden voor voldoende toevoer van buitenlucht.
Gebruik de diverse functies pas nadat u de bedieningshandleiding vol­ledig hebt gelezen.
14
Waarschuwingen
2 kW
4,010,xxx xxxxxxxx
XXXX
UDC nom. xxV Part No.: Ser. No.:
1
2
1 Display 2 Battery CR2032
WARNING Hazardous Voltage
Kondensator Entladezeit < 2 min.
Capacitor discharge time < 2 min.
Décharge de condensateur < 2 min.
Condensador tiempo de descarga < 2 min.
Condensatore tempo di scaricamento < 2 min.
3 kW
4,010,xxx xxxxxxxx
XXXX
UDC nom. xxV Part No.: Ser. No.:
1
2
1 Display 2 Battery CR2032
WARNING Hazardous Voltage
Kondensator Entladezeit < 2 min.
Capacitor discharge time < 2 min.
Décharge de condensateur < 2 min.
Condensador tiempo de descarga < 2 min.
Condensatore tempo di scaricamento < 2 min.
binnenin het ap­paraat
GEVAAR!
Gevaar door elektrische schok.
Zwaar letsel of overlijden kan het gevolg zijn.
De behuizing mag uitsluitend worden geopend door servicemedewerkers die
door de fabrikant zijn opgeleid. Vóór het uitvoeren van werkzaamheden met geopende behuizing moet het
apparaat eerst van het elektriciteitsnet worden losgekoppeld. Met een ge­schikt meetapparaat moet worden gecontroleerd of de elektrisch geladen onderdelen (bijv. condensatoren) volledig ontladen zijn. Zorg er met behulp van een goed leesbare, begrijpelijke waarschuwing voor
dat het apparaat tot het beëindigen van alle werkzaamheden van het elektri­citeitsnet losgekoppeld blijft.
Binnenin het apparaat:
NL
15
Locatiekeuze en wandmontage
Vereisten voor de installatielo­catie
GEVAAR!
Gevaar door omvallende of naar beneden vallende apparaten.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Stel alle systeemcomponenten daarom stabiel op.
Controleer bij gebruik van vloer- of muursteun continu of alle bevestigings-
elementen goed vastzitten.
Het apparaat is getest conform beschermingsklasse IP 21. Dit betekent:
Bescherming tegen het binnendringen van vaste vreemde lichamen met een
-
diameter van meer dan 12,5 mm (0.49 in.) Bescherming tegen verticaal druipwater
-
Het apparaat kan overeenkomstig beschermingsklasse IP 21 in droge, afgesloten ruimtes worden opgesteld en gebruikt. Het binnendringen van vocht moet wor­den voorkomen.
De toegestane gebruikspositie van het acculaadapparaat is horizontaal.
Koellucht
Het acculaadapparaat moet zo worden opgesteld dat de koellucht ongehinderd door de daarvoor bestemde kastopeningen kan stromen. Voor de luchtinlaat- en luchtuitlaatopeningen moet altijd een minimale afstand van 20 cm (7,87 in.) wor­den aangehouden. De omgevingslucht moet vrij zijn van
Overmatig sterke stofbelasting
-
Elektrisch geleidende deeltjes (roet of metaalsplinters)
-
Warmtebronnen
-
Accuzuurdampen
-
De aan- en afvoer van koellucht geschiedt zoals in de volgende afbeeldingen door de pijlen wordt aangegeven.
VOORZICHTIG!
Gevaar door gedeeltelijk of volledig afgedekte luchtinlaat- en uitblaasopenin­gen.
Dit kan schade aan eigendommen veroorzaken.
Als meerdere apparaten achter elkaar worden opgesteld, dan moeten ze ge-
schakeld worden opgesteld.
16
(a)
Als de apparaten niet zijn geschakeld, maar in een lijn achter elkaar zijn opge­steld, moet de afstand tussen de apparaten als volgt worden gemeten:
Minimale afstand 20 cm (7,87 in.)
a)
NL
Muur- en vloer­steun
GEVAAR!
Gevaar door verkeerd uitgevoerde werkzaamheden en vallende apparaten.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
De montage mag uitsluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd.
Welke pluggen en schroeven er moeten worden gebruikt, is afhankelijk van de on­dergrond. Pluggen en schroeven worden niet meegeleverd. De monteur is zelf verantwoordelijk voor het kiezen van passende pluggen en schroeven.
GEVAAR!
Gevaar door omvallende of naar beneden vallende voorwerpen.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Gebruik de muursteun alleen in combinatie met het bedoelde acculaadappa-
raat van de fabrikant. Monteer het acculaadapparaat horizontaal.
Bij wandmontage dient de wand voldoende draagkracht te bezitten.
Gewicht van muursteun:
2 kW (B1) 1,10 kg (2,43 lb.)
3 kW (C1) 1,35 kg (2,98 lb.)
17
1
*
TX25
3
3
3
*
*
2 kW (B1)mm (in.)
341 (13.43)
182 (7.17)
38 (1.5) 123,5 (4.86) 91,5 (3.6)
8.5 (.33)
220 (8.66) 123 (4.84)
110 (4.33)
198 (7.8)
283 (11.14)
38 (1.5) 24,5 (.96)
11 (.43)
8.5 (.33)
90 (3.54)
76 (2.99)
20 (.79)
20 (.79)
266 (10.47)
2
18
3 kW (C1)mm (in.)
417 (16.42)
182 (7.17)
38 (1.5) 123,5 (4.86)
40 (1.57) 89,5 (3.52)38 (1.5)
11 (.43)
8,5 (.33)
342 (13.46)
220 (8.66)
123 (4.84)
110 (4.33)
198 (7.8)
283 (11.14)
38 (1.5)
20 (.79) 90 (3.54)
38 (1.5)
20 (.79)
24,5 (.96)
76 (2.99)
NL
19
Bedieningselementen en aansluitingen
(3) (4)
(1)
(2)
(2)
(5)
(6)
Bedieningsele­menten en aan­sluitingen
Nr. Functie
(1) USB-aansluiting
Tijdens het laden via de USB-stick ondersteunt de USB-aansluiting een acculaadapparaatupdate en het protocolleren van de laadparameters.
(2) Positie voor opties
- Optie Externe start/stop
- Optie Temperatuurgestuurd laden
(3) Aansluiting voor (-) laadkabel
(4) Aansluiting voor (+) laadkabel
(5) Netkabel
(6) Positie voor de optie Elektrolytcirculatie
20
(7)
(8)
(9)
Nr. Functie
2
1
TX25
(1)
13 S 1 Dete
S 2 C2 G
C1 G
C1 L
13V O
C2 L
C1 H C2 H
- St + St
Pin Pin
Plug Code
Plug Code
Plug 14p
11
9
7
5
3
1
14
12
10
4
6
8
2
(7) Bedieningspaneel
(8) Optionele LED-strip
Brandt afhankelijk van de laad­status in de betreffende kleu­ren, in overeenstemming met de in de paragraaf 'Bedieningspa­neel' toegelichte lampjes
(9) Afdekking voor optiestekker en
laadkabels
De optionele stekker en de laadkabels zijn alleen na verwij­dering van de afdekking (9) toe­gankelijk. Volg hiervoor de waar­schuwingen die in het hoofd­stuk 'Opties', paragraaf 'Veilig­heid' zijn opgenomen.
De afdekking (1) voor de USB-aanslui­ting kan door middel van een schroef worden gefixeerd.
NL
Aansluitbezet­ting optiestekker 2 kW
14-polige optiestekker binnenin de behuizing
21
Loading...
+ 47 hidden pages