Bedrijfsmodi - Symbolen17
Bedrijfsmodus - inverter met accu17
Bedrijfsmodus - inverter met accu en meerdere Smart Meters18
Bedrijfsmodus - inverter met accu, AC-gekoppeld aan een andere inverter18
Bedrijfsmodus - omvormer met accu en Ohmpilot19
Bedrijfsmodus - omvormer met accu en nog een omvormer19
Energiestroomrichting van de inverter19
Bedrijfstoestanden (alleen voor systemen met accu)20
Energiebesparingsmodus21
Algemeen21
Uitschakelvoorwaarden21
Inschakelvoorwaarden21
Speciaal geval21
Weergave van de energiebesparingsmodus22
Geschikte accu's23
Algemeen23
BYD Battery-Box Premium23
LG RESU FLEX24
Systeem handmatig starten26
Voorwaarde26
Melding bij systeemuitschakeling26
Accu handmatig starten na systeemuitschakeling26
Noodstroombedrijf na systeemuitschakeling starten26
Beveiliging van personen en apparaten27
Centrale NA-beveiliging27
WSD (Wired Shut Down)27
Lekstroombeveiliging27
Veilige toestand27
Overspanningsbeveiliging27
Bedieningselementen en aansluitingen28
Aansluitpaneel28
Afscheiding van het aansluitpaneel29
Aardelektrodeklem29
DC-scheidingsschakelaar30
NL
3
Page 4
Datacommunicatiegedeelte30
Knopfuncties en led-statusweergave32
Schematische schakeling van I/O33
Noodstroomvariant - PV Point (OP)35
Algemeen37
PV Point (OP)37
Verklaring - PV Point (OP)37
Installatie39
Algemeen41
Snelsluitsysteem41
Waarschuwingen op het apparaat41
Compatibiliteit van systeemcomponenten42
Locatiekeuze en montagepositie44
Montageplaats van omvormer44
Keuze van de locatie voor accu's van derden45
Montagepositie van omvormer46
Montagesteun monteren en inverter ophangen48
Keuze van bevestigingsmateriaal48
Toestand van de montagesteun48
Montagesteun niet vervormen48
Montagesteun op een wand monteren48
Montagesteun op een mast of drager monteren49
Montagesteun op montagerails monteren49
Omvormer op de montagesteun hangen50
Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter51
Toegestane kabels voor de elektrische aansluiting51
Toelaatbare kabels voor datacommunicatie-aansluiting51
Kabeldoorsnede van AC-kabels52
Kabeldoorsnede van DC-kabels53
Maximale afzekering aan AC-zijde53
Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde)55
Veiligheid55
Omvormer op het openbare stroomnetwerk aansluiten (AC-zijde)55
Solarmodulestrings op inverter aansluiten58
Algemene informatie over zonnepaneel58
Veiligheid58
PV-generator - algemeen59
Configuratie PV-generator3 ‑ 5 kW59
Solarmodulestrings op de omvormer aansluiten60
Accu op inverter aansluiten64
Veiligheid64
Accu aan DC-zijde aansluiten64
Aansluiten van de randaarde van de LG RESU FLEX68
Aansluitpaneel/deksel van behuizing van omvormer sluiten en in bedrijf stellen80
Eerste gebruik van de omvormer80
Installatie met app81
Installatie met browser81
De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen83
De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen83
4
Page 5
Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter85
Algemeen125
Veiligheid125
Leveringsomvang125
Schakel de omvormer spanningsvrij126
Installatie127
Omvormer in bedrijf stellen132
DC Connector Kit GEN24134
Algemeen134
Algemene informatie over zonnepaneel134
Veiligheid134
Leveringsomvang135
Schakel de omvormer spanningsvrij136
Installatie136
Omvormer in bedrijf stellen140
5
Page 6
Annex143
Verzorging, onderhoud en recycling145
Algemeen145
Onderhoud145
Reiniging145
Veiligheid145
Exploitatie in omgevingen met een sterke stofontwikkeling145
Afvoer van oude apparaten146
Garantievoorwaarden148
Fronius-fabrieksgarantie148
Statuscodes en problemen oplossen149
Weergave149
Statuscodes149
Technische gegevens150
Fronius Symo GEN24 3.0 / 3.0 Plus150
Fronius Symo GEN24 4.0 / 4.0 Plus153
Fronius Symo GEN24 5.0 / 5.0 Plus156
WLAN160
Technische gegevens overspanningsbeveiliging DC SPD type 1+2 GEN24160
Verklaring van de voetnoten161
Geïntegreerde DC-scheidingsschakelaar161
Stroomschema's163
Noodstroomklem - PV Point (OP)165
Stroomschema165
Noodstroomklem - PV Point (OP) Australië166
Stroomschema166
Fronius Symo GEN24 en BYD Battery-Box Premium HV167
Stroomschema167
Fronius Symo GEN24 met 2 parallel geschakelde BYD Battery-Box Premium HV's168
Stroomschema168
Fronius Symo GEN24 met 3 parallel geschakelde BYD Battery-Box Premium HV's169
Stroomschema169
Fronius Symo GEN24 en LG RESU FLEX170
Stroomschema170
Aansluitschema - overspanningsbeveiliging SPD171
Stroomschema171
Afmetingen van inverter173
Fronius Symo GEN24 3 - 5 kW175
Fronius Symo GEN24 3 - 5 kW175
6
Page 7
Veiligheidsvoorschriften
NL
Verklaring veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR!
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha-
▶
melijk letsel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG!
Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwon-
▶
dingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.
OPMERKING!
Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de apparatuur.
Wanneer u een symbool ziet dat in het hoofdstuk 'Veiligheidsvoorschriften' is afgebeeld, is verhoogde opmerkzaamheid vereist.
Veiligheid
Gevaar door beknelling bij het onjuist hanteren van aanbouw- en aansluitdelen.
Dit kan verwondingen aan ledematen tot gevolg hebben.
▶
▶
▶
AlgemeenHet apparaat is volgens de laatste stand van de techniek en rekening houdend
met de officiële veiligheidsspecificaties vervaardigd. Bij onjuiste bediening of verkeerd gebruik levert dit gevaar op voor
-
-
Alle personen die met inbedrijfname, onderhoud en reparatie van het apparaat te
maken hebben, moeten:
-
-
-
VOORZICHTIG!
Gebruik de geïntegreerde handgrepen om de inverter op te tillen, neer te zetten en op te hangen.
Let er bij het bevestigen van de aanbouwdelen op dat er geen ledematen tussen het aanbouwdeel en de inverter zitten.
De vergrendeling en ontgrendeling van de afzonderlijke polen op de aansluitklemmen mag niet worden omzeild.
het leven van de gebruiker of dat van derden;
het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.
beschikken over de juiste kwalificaties;
kennis hebben over het omgaan met elektrische installaties;
deze bedieningshandleiding volledig lezen en exact opvolgen.
Naast de bedieningshandleiding moet bovendien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu worden nageleefd.
7
Page 8
Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat:
in leesbare toestand houden;
-
niet beschadigen;
-
niet verwijderen;
-
niet afdekken, afplakken of overschilderen.
-
U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen volledig operationeel zijn. Als de veiligheidsvoorzieningen niet volledig operationeel
zijn, dan levert dit gevaar op voor:
het leven van de gebruiker of dat van derden;
-
het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.
-
Niet volledig operationele veiligheidsvoorzieningen moet u, voordat het apparaat
wordt ingeschakeld, door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Omzeil veiligheidsvoorzieningen nooit en stel ze nooit buiten werking.
De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het
apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk 'Waarschuwingen op het apparaat' in de gebruiksaanwijzing van het apparaat.
Storingen die de veiligheid in gevaar brengen, dienen vóór het inschakelen van
het apparaat te worden verholpen.
Om-ge-vingscon-di-ties
Gekwalificeerd
personeel
Het gebruik of opslaan van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet
als beoogd gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende
schade.
De onderhoudsinformatie in deze bedieningshandleiding is uitsluitend bestemd
voor gekwalificeerde vakspecialisten. Een elektrische schok kan dodelijk zijn.
Voer geen andere handelingen uit dan de handelingen die in de documentatie zijn
beschreven. Dat geldt ook wanneer u voor dergelijke werkzaamheden bent gekwalificeerd.
Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd
zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte
aangetaste of beschadigde kabels, evenals kabels en leidingen met een te dunne
kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerd bedrijf worden uitgevoerd.
Bij niet-originele onderdelen is niet gewaarborgd dat deze voldoende robuust en
veilig zijn geconstrueerd en geproduceerd. Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen (dit geldt ook voor genormeerde onderdelen).
Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan het apparaat
aan.
Informatie over
de geluidsemissie
8
Onderdelen die niet in onberispelijke staat verkeren, dient u direct te vervangen.
Het geluidsniveau van de inverter staat in de Technische gegevens vermeld.
De koeling van het apparaat wordt m.b.v. een elektronische temperatuurregeling
zo geluidsarm mogelijk verzorgd. Het geluidsniveau is afhankelijk van het geleverde vermogen, de omgevingstemperatuur, de mate van vervuiling van het apparaat, enz.
Page 9
Voor dit apparaat kan geen werkplekspecifieke emissiewaarde worden gegeven,
aangezien het daadwerkelijke geluidsniveau sterk afhankelijk is van de montagesituatie, de kwaliteit van het stroomnetwerk, de omringende muren en de algemene omgevingskenmerken.
NL
EMV-maatregelen
NoodstroomHet onderhavige systeem is voorzien van noodstroomfuncties. Bij het uitvallen
In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld
als zich op de installatielocatie storingsgevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dat
geval is de gebruiker verplicht maatregelen te treffen om de storing op te heffen.
van het openbare stroomnetwerk kan een noodstroomvoorziening tot stand worden gebracht.
Als er een automatische noodstroomvoorziening is geïnstalleerd, moet er een
ge, artikelnummer: 42,0409,0275) op de elektrische verdeler worden aangebracht.
Bij onderhouds- en montagewerkzaamheden in het thuisnet is zowel een loskoppeling aan netwerkzijde alsook een deactivering van de noodstroomvoorziening
door het openen van de geïntegreerde DC-scheidingsschakelaar op de inverter
noodzakelijk.
Afhankelijk van de instraalomstandigheden en de acculaadtoestand wordt de
noodstroomvoorziening automatisch uit- en ingeschakeld. Dit kan leiden tot een
onverwachte terugkeer van de noodstroomvoorziening uit de stand-bymodus.
Voer daarom alleen installatiewerkzaamheden aan het thuisnet uit als de noodstroomvoorziening is uitgeschakeld.
Factoren die van invloed zijn op het totale vermogen in noodstroombedrijf:
Blindvermogen
Elektrische verbruikers met een vermogensfactor die niet gelijk is aan 1, hebben
naast werkelijk vermogen ook blindvermogen nodig. Het blindvermogen belast de
inverter extra. Daarom is de stroom die wordt veroorzaakt door werkelijk vermogen en blindvermogen relevant voor het op de juiste manier berekenen van het
werkelijke totale vermogen, en niet het nominale vermogen van de belasting.
Apparaten met een hoog blindvermogen zijn voornamelijk elektromotoren zoals:
Waterpompen
-
Cirkelzagen
-
Blazers en ventilatoren
-
Hoge startstroom/aanloopstroom
Elektrische verbruikers die een grote massa moeten versnellen, hebben meestal
een hoge start-/aanloopstroom nodig. Dit kan tot tien keer hoger zijn dan de nominale stroom. De maximale stroom van de inverter is beschikbaar voor de start-/
aanloopstroom. Verbruikers met een te hoge start-/aanloopstroom kunnen daarom niet worden opgestart/bediend, hoewel het nominale vermogen van de inverter dit wel aanduidt. Bij het dimensioneren van de noodstroomkring moet daarom
rekening worden gehouden met het aangesloten verbruikersvermogen en ook
met de mogelijke start-/aanloopstroom.
Voorbeelden van apparaten met een hoge start-/aanloopstroom zijn:
9
Page 10
Apparaten met elektromotoren (bv. hefplatformen, cirkelzagen, werkbanken)
-
Apparaten met een hoge overbrengingsverhouding en vliegwielmassa
-
Apparaten met compressoren (bv. persluchtcompressoren, airconditioning-
-
systemen)
BELANGRIJK!
Een zeer hoge aanloopstroom kan tot een kortstondige vervorming of daling van
de uitgangsspanning leiden. Er moet worden voorkomen dat elektronische apparaten tegelijkertijd op hetzelfde noodstroomnetwerk worden gebruikt.
Onevenwichtige belasting
Bij het dimensioneren van driefasige noodstroomnetten moet rekening worden
gehouden met het totale uitvoervermogen en het vermogen per fase van de inverter.
BELANGRIJK!
De inverter mag alleen binnen de technische mogelijkheden worden gebruikt. Gebruik buiten de technische mogelijkheden kan ertoe leiden dat de inverter wordt
uitgeschakeld.
Gegevensbescherming
AuteursrechtHet auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.
Randaarde (PE)Verbinding van een punt in het apparaat, het systeem of de installatie met de
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die afwijken van de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste persoonlijke instellingen is de fabrikant niet aansprakelijk.
Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter
perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan
de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u
een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.
aarde ter bescherming tegen elektrische schokken in geval van een defect. Bij de
installatie van een inverter uit de veiligheidsklasse 1 (zie Technische gegevens),
moet de randaarde zijn aangesloten.
Zorg er bij het aansluiten van de randaarde voor dat deze beveiligd is tegen onbedoeld losraken. Neem alle in het hoofdstuk Inverter op het openbare stroomnet
aansluiten (AC-zijde) op pagina 55 genoemde punten in acht. Er moet voor wor-
den gezorgd dat bij gebruik van de trekontlastingen de randaarde als laatste
wordt losgenomen in geval van een eventuele storing. Bij het aansluiten van de
randaarde moeten de in de respectieve nationale normen en richtlijnen voorgeschreven minimumdoorsneden in acht worden genomen.
10
Page 11
Algemene informatie
11
Page 12
12
Page 13
Fronius Symo GEN24
NL
Apparaatconcept
De omvormer vormt de door de zonnepanelen opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon met de netspanning aan het
openbare elektriciteitsnet teruggeleverd. Daarnaast kan de zonne-energie ook in
een aangesloten accu opgeslagen worden voor later gebruik.
De omvormer is bestemd voor gebruik in netgekoppelde PV-installaties. De omvormer beschikt over een noodstroomfunctie en schakelt bij de juiste bekabeling
over naar het noodstroombedrijf*.
De omvormer monitort automatisch het openbare elektriciteitsnet. Bij abnormale
nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking enz.) schakelt de
omvormer onmiddellijk uit en wordt de teruglevering aan het elektriciteitsnet onderbroken.
De netmonitoring vindt plaats door spanningsmonitoring, frequentiemonitoring
en het monitoren van de eilandverhoudingen.
Na de installatie en inbedrijfstelling werkt de omvormer volledig automatisch. De
omvormer haalt hierbij het maximaal mogelijke vermogen uit de zonnepanelen.
Afhankelijk van het bedrijfspunt wordt dit vermogen gebruikt voor het thuisnet,
in een accu* opgeslagen of aan het stroomnetwerk teruggeleverd.
Zodra de in de zonnepanelen opgeslagen energie niet meer toereikend is, wordt
vermogen uit de accu aan het thuisnet geleverd. Afhankelijk van de instellingen
kan tevens vermogen uit het openbare stroomnetwerk voor het laden van de accu* gebruikt worden.
Werkingsoverzicht
Wanneer de temperatuur van de omvormer te hoog wordt, verlaagt de omvormer
automatisch het huidige uitgangs- of laadvermogen om zichzelf te beschermen,
of schakelt de omvormer volledig uit.
Oorzaken voor een te hoge apparaattemperatuur kunnen een hoge omgevingstemperatuur en/of een te geringe warmteafvoer zijn (bijvoorbeeld bij montage in
schakelkasten zonder adequate warmteafvoer).
*Afhankelijk van de apparaatvariant, geschikte accu, geschikte bekabeling,
instellingen en plaatselijke normen en richtlijnen.
FunctieSymo GEN24Symo GEN24 Plus
Noodstroomvariant - PV Point (OP)
Accuaansluiting*
Noodstroomvariant - Full Backup
*Geschikte accu's, zie hoofdstuk Geschikte accu's.
**De functies zijn optioneel via Fronius UP verkrijgbaar (zie hoofdstuk Fro-
nius UP).
Optioneel verkrijg-
baar**
13
Page 14
Fronius UPMet Fronius UP* kan de inverter door het erkende vakbedrijf worden uitgebreid
met optioneel verkrijgbare functies (zie hoofdstuk Werkingsoverzicht).
*De beschikbaarheid van Fronius UP varieert van land tot land. Voor meer
informatie over Fronius UP en de beschikbaarheid, zie Installatiehandlei-
ding: Fronius GEN24 en GEN24 Plus.
Leveringsomvang
Beoogd gebruikDe omvormer is uitsluitend bestemd gelijkstroom van de zonnepanelen in wissel-
stroom om te vormen en deze aan het openbare elektriciteitsnet te leveren.
Noodstroombedrijf* is met de juiste bekabeling mogelijk.
Als niet beoogd gebruik geldt:
elk ander of afwijkend gebruik,
-
wijzigingen aan de omvormer zijn niet toegestaan, als deze niet uitdrukkelijk
-
door Fronius worden aanbevolen,
het inbouwen van onderdelen is niet toegestaan, als deze niet uitdrukkelijk
-
door Fronius worden aanbevolen of verkocht.
(1)Deksel
(2)Omvormer
(3)Montagesteun (afbeelding van
symbool)
(4)Snelstartgids
(5)Ferrietring met houder (2x)
14
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Aanspraak op garantie vervalt.
Tot het beoogde gebruik behoort ook:
het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen, zoals alle aanwijzingen
-
m.b.t. de veiligheid en gevaren, die in de gebruiksaanwijzing zijn beschreven,
de montage in overeenstemming met hoofdstuk "Installatie" vanaf pagina
-
39.
Bij het ontwerpen van de PV-installatie moet erop worden gelet dat alle componenten van de PV-installatie uitsluitend in het toegestane werkingsgebied worden gebruikt.
De voorschriften van de netwerkbeheerder met betrekking tot de teruglevering
van elektriciteit aan het netwerk en de verbindingsmethoden moeten in acht worden genomen.
Page 15
De Fronius GEN24 is een netgekoppelde omvormer met noodstroomfunctie en
geen stand-alone omvormer. Daarom moeten de volgende beperkingen m.b.t. het
noodstroombedrijf in acht worden genomen:
het apparaat mag maximaal 2000 bedrijfsuren in het noodstroombedrijf wor-
-
den gebruikt,
het apparaat mag meer dan 2000 bedrijfsuren in het noodstroombedrijf wor-
-
den gebruikt, indien daarbij niet meer dan 20% van de terugleveringsbedrijfsduur van de omvormer op het betreffende tijdstip wordt overschreden.
*Afhankelijk van de apparaatvariant, de geschikte accu, de geschikte beka-
beling, de instellingen en de plaatselijke normen en richtlijnen.
NL
Thermisch concept
Aan de voorzijde wordt door de ventilator omgevingslucht aangezogen en
aan de zijkanten van het apparaat uitgeblazen. Dankzij de gelijkmatige afvoer van de warmte kunnen meerdere
inverters naast elkaar worden geïnstalleerd.
OPMERKING!
Gevaar door onvoldoende koeling van de inverter.
Dit kan leiden tot verlies van vermogen van de inverter.
Blokkeer de ventilator niet (bijvoorbeeld door voorwerpen die uit de aanraak-
▶
beveiliging steken).
Dek de ventilatiesleuven niet af, zelfs niet gedeeltelijk.
▶
Zorg ervoor dat de omgevingslucht te allen tijde vrij door de ventilatiesleu-
▶
ven van de inverter kan stromen.
Fronius Solar.web
Met Fronius Solar.web of Fronius Solar.web Premium kan de PV-installatie eenvoudig worden bewaakt en geanalyseerd door de eigenaar van de installatie en de
installateur. Bij de juiste configuratie zendt de omvormer gegevens zoals vermogen, opbrengst, verbruik en energiebalans naar Fronius Solar.web. Meer informatie vindt u onder Fronius Solar.web - Monitoring en analyse.
De configuratie wordt uitgevoerd via de installatiewizard, zie hoofdstuk Installa-
tie met app op pagina 81 of Installatie met browser op pagina 81.
Voorwaarden voor de configuratie:
Internetverbinding (download: min. 512 kBit/s, upload: min. 256 kBit/s)*.
-
Gebruikersaccount op solarweb.com.
-
Voltooide configuratie via de installatiewizard.
-
*De gegevens bieden geen absolute garantie voor een perfecte werking.
Hoge foutenpercentages bij de overdracht, ontvangstfluctuaties of uitval
van de transmissie kunnen een negatieve invloed hebben op de gegevens-
15
Page 16
overdracht. Fronius raadt aan de internetverbinding ter plaatse te testen
aan de hand van de minimumvereisten.
Lokale communicatie
De omvormer kan worden gevonden via het Multicast DNS-protocol (mDNS). Het
wordt aanbevolen de omvormer te zoeken aan de hand van de toegewezen hostnaam.
De volgende gegevens kunnen via mDNS worden opgevraagd:
NominalPower
-
Systemname
-
DeviceSerialNumber
-
SoftwareBundleVersion
-
16
Page 17
Verschillende bedrijfsmodi
NL
Bedrijfsmodi Symbolen
Zonnepaneel
produceert gelijkstroom
De Fronius GEN24-omvormer
zet de gelijkstroom om in wisselstroom en laadt de accu op (het opladen van de accu is afhankelijk van de apparaatvariant, geschikte accu,
geschikte bekabeling en de instellingen). Dankzij de ingebouwde systeemmonitoring kan de omvormer via WLAN op een netwerk worden
aangesloten.
Aanvullende omvormer in het systeem
zet de gelijkstroom om in wisselstroom. Kan echter geen accu laden
en staat in het noodstroombedrijf niet ter beschikking.
Accu
is aan gelijkstroomzijde op de omvormer aangesloten en slaat elektrische energie op.
Fronius Ohmpilot
maakt het mogelijk overbodige energie in te zetten voor de bereiding
van warm water.
Primaire meter
registreert de belastingscurve van het systeem en stelt de gemeten
gegevens beschikbaar voor de Energy Profiling in Fronius Solar.web.
De primaire meter regelt ook de dynamische terugleverregeling.
Secundaire meter
registreert de belastingscurve van afzonderlijke verbruikers (bijv. wasmachine, lampen, tv, warmtepomp enz.) in de verbruikstak en stelt de
gemeten gegevens beschikbaar voor de Energy Profiling in Fronius Solar.web.
Verbruikers in het systeem
de in het systeem aangesloten verbruikers.
Aanvullende verbruikers en stroomopwekkers in het systeem
die via een Smart Meter op het systeem zijn aangesloten.
PV Point
is een eenfasige noodstroomkring zonder onderbrekingen dat elektrische apparaten een maximaal vermogen van 3 kW levert als er voldoende vermogen beschikbaar is uit de zonnepanelen of de accu.
Elektriciteitsnet
levert stroom aan de verbruikers in het systeem als er onvoldoende
vermogen beschikbaar is uit de zonnepanelen of de accu.
Bedrijfsmodus inverter met accu
Om het eigenverbruik in uw PV-installatie optimaal te kunnen gebruiken, kan een
accu als opslag worden gebruikt. De accu is aan gelijkstroomzijde op de inverter
aangesloten. Daarom is geen meervoudige stroomomzetting nodig en neemt het
rendement toe.
17
Page 18
00
1
6
1
Bedrijfsmodus -
00
1
6
1
00
1
6
2
+
-
00
1
6
1
inverter met accu en meerdere
Smart Meters
Bedrijfsmodus inverter met accu, AC-gekoppeld aan een andere inverter
18
Page 19
Bedrijfsmodus -
+
-
00
1
6
1
+
-
00
1
6
1
omvormer met
accu en Ohmpilot
NL
Bedrijfsmodus omvormer met
accu en nog een
omvormer
In de hybride PV-installatie mogen de accu's alleen worden aangesloten op een
omvormer met accu-ondersteuning. Accu's kunnen niet worden verdeeld over
meerdere omvormers met accu-ondersteuning. Afhankelijk van de fabrikant van
de accu's kunnen echter meerdere accu's op één omvormer worden gecombineerd.
Energiestroomrichting van de
inverter
De hybride inverter kent vier verschillende energiestroomrichtingen:
* Afhankelijk van de instellingen en de lokale normen en richtlijnen.
Bedrijfstoestanden (alleen voor
systemen met
accu)
De acculaadsystemen maken onderscheid tussen verschillende bedrijfstoestanden. De dan actuele bedrijfstoestand wordt op de gebruikersinterface van de omvormer of in Fronius Solar.web aangegeven.
BedrijfstoestandBeschrijving
Normaal bedrijfDe energie wordt naar behoefte opgeslagen of te-
ruggeleverd.
Min. State Of Charge
(SOC) bereikt
Energiebesparingsmodus
(stand-by)
StartHet opslagsysteem start vanuit de energiebespa-
Gedwongen naladenDe omvormer laadt de accu op om de door de fa-
GedeactiveerdDe accu is niet actief. Ofwel is hij gedeactiveerd/
De accu heeft de door de fabrikant gespecificeerde SOC of de ingestelde minimale SOC bereikt.
De accu kan niet verder worden ontladen.
Het systeem is in de energiebesparingsmodus gezet. De energiebesparingsmodus wordt automatisch beëindigd zodra er voldoende energieoverschot beschikbaar is.
ringsmodus (stand-by).
brikant gespecificeerde SOC of de ingestelde
SOC (bescherming tegen diepe ontlading) te behouden.
uitgeschakeld, of vanwege een fout is geen communicatie met de accu mogelijk.
20
Page 21
Energiebesparingsmodus
AlgemeenDe energiebesparingsmodus (stand-bymodus) is bedoeld om het eigenverbruik
van de installatie te reduceren. Zowel de omvormer als de accu schakelen onder
bepaalde omstandigheden automatisch over naar de energiebesparingsmodus.
De omvormer schakelt over naar de energiebesparingsmodus wanneer de accu
leeg is en er geen PV-vermogen beschikbaar is. Alleen de communicatie van de
omvormer met de Fronius Smart Meter en met Fronius Solar.web wordt in stand
gehouden.
NL
Uitschakelvoorwaarden
Inschakelvoorwaarden
Als aan alle uitschakelvoorwaarden is voldaan, schakelt de accu binnen 10 minuten naar de energiebesparingsmodus. Deze tijdsvertraging waarborgt dat de inverter minimaal één keer opnieuw opgestart kan worden.
De laadtoestand van de accu is kleiner dan of gelijk aan de op-
gegeven minimale laadtoestand.
Het huidige laad- of ontladingsvermogen van de accu is lager
dan 100 W.
Er is minder dan 50 W beschikbaar om de accu op te laden.
De teruggeleverde elektriciteit aan het openbare elektriciteitsnet is minimaal 50 W lager dan het vermogen dat vereist
is voor het thuisnet.
De inverter schakelt na de accu automatisch in de energiebesparingsmodus.
Als minimaal 30 seconden lang aan een van de onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt de energiebesparingsmodus beëindigd:
De energiebesparingsmodus is vanwege een gewijzigde instelling op de ge-
-
bruikersinterface van de omvormer niet meer toegestaan.
Als er een dynamische vermogensreductie van 0 is ingesteld of als het sys-
-
teem in noodstroombedrijf werkt, is de aan het openbare elektriciteitsnet teruggeleverde elektriciteit altijd lager dan het voor het thuisnet benodigde
vermogen.
Voor dit geval bestaat er één eigen voorwaarde (dynamische vermogensreductie < 300 W of actief noodstroombedrijf):
Als het PV-vermogen boven een ingestelde drempel ligt, wordt de ener-
-
giebesparingsmodus beëindigd.
Via de gebruikersinterface van de omvormer wordt een acculading van het
-
openbare elektriciteitsnet aangevraagd.
De accu wordt bijgeladen om de minimale laadtoestand te herstellen of om
-
een kalibratie uit te voeren.
Speciaal gevalAls de inverter 12 minuten lang niet in gebruik wordt genomen (bijv. vanwege een
fout), of indien de elektrische verbinding tussen de inverter en accu is onderbroken en er geen noodstroombedrijf actief is, schakelt de accu altijd over naar de
energiebesparingsmodus. Hierdoor wordt de zelfontlading van de accu beperkt.
21
Page 22
Weergave van de
5
%
Energy-saving mode
energiebesparingsmodus
Tijdens de energiebesparingsmodus:
Bedrijfs-led van de inverter brandt oranje (zie Knopfuncties en led-status-
-
weergave op pagina 32).
De gebruikersinterface van de inverter is bereikbaar.
-
Alle beschikbare data worden opgeslagen en naar Solar.web gestuurd.
-
De beschikbare huidige data zijn op Solar.web zichtbaar.
-
De energiebesparingsmodus wordt op
de gebruikersinterface van de inverter
en op Solar.web door een 'i' naast het
accusymbool in het installatie-overzicht weergegeven.
22
Page 23
Geschikte accu's
AlgemeenFronius benadrukt dat het bij accu's van derden niet om producten van Fronius
gaat. Fronius produceert deze accu's niet, brengt ze evenmin op de markt of handelt niet in deze accu's. Fronius aanvaardt voor deze accu's geen enkele aansprakelijkheid.
Het gebruik van een verouderde firmware-/softwareversie kan leiden tot incompatibiliteit tussen omvormer en accu. In dit geval moeten de volgende stappen
worden uitgevoerd:
De software van de accu bijwerken - raadpleeg de documentatie van de accu.
1
Firmware van de omvormer bijwerken - zie Update op pagina 101.
2
Lees vóór installatie en inbedrijfstelling dit document en de installatiehandleiding van de accu van derden. De documentatie is bijgesloten bij de accu van derden of kan worden verkregen bij de fabrikant van de accu en zijn Fronius Service
Partner
Alle documenten met betrekking tot de omvormer zijn te vinden op het volgende
adres:
BYD Battery-Box Premium HVM8.311.013.816.619.322.1
Fronius Symo GEN24 3.0 - 5.0*
Fronius Symo GEN24 3.0 - 5.0 Plus
Aantal batterijmodules345678
Parallelbedrijf accu**
*Accuondersteuning optioneel verkrijgbaar.
**Max. 3 accu's met dezelfde capaciteit kunnen worden gecombineerd. Bij
de BYD Battery-Box Premium HVM 22.1 kunnen max. 2 accu's worden gecombineerd. Niet vrijgegeven en gecertificeerd voor Italië.
23
Page 24
BELANGRIJK! Voor een betrouwbare werking bij gebruik van een BYD BatteryBox Premium moet altijd de volgende inschakelvolgorde voor het systeem in acht
worden genomen.
1
Schakel de accu in.
LG RESU FLEX
2
Zet de DC-scheidingsschakelaar in de
stand 'Aan'. Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel in.
LG RESU FLEX8.612.917.2
Fronius Symo GEN24 3.0 - 10.0*
Fronius Symo GEN24 3.0 - 10.0 Plus
24
Aantal batterijmodules234
*Accuondersteuning optioneel verkrijgbaar.
Page 25
Accu inschakelen
1
Trek de afdekking naar rechts weg.
NL
2
Trek de afdekking van de DC-scheidingsschakelaar naar voren eraf. Zet
de DC-scheidingsschakelaar in de
stand 'Aan'.
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de accu weer te
monteren.
25
Page 26
Systeem handmatig starten
VoorwaardeEr is geen energie beschikbaar uit de zonnepalen of uit het openbare elektrici-
teitsnet. Als noodstroombedrijf of accubedrijf niet mogelijk is (bijv. diepontladingsbeveiliging van de accu), worden de omvormer en de accu uitgeschakeld.
Melding bij systeemuitschakeling
Accu handmatig
starten na systeemuitschakeling
Noodstroombedrijf na systeemuitschakeling
starten
Statuscodes over de inactieve toestand van de accu worden op de gebruikersinterface van de omvormer weergegeven of via Solar.web via sms of e-mail verzonden (alleen als de melding via Solar.web dienovereenkomstig is geconfigureerd).
Zodra er weer energie beschikbaar is, wordt de omvormer automatisch gestart.
De accu moet echter handmatig worden gestart. Hiervoor moet de inschakelvolgorde in acht worden genomen, zie hoofdstuk Geschikte accu's op pagina 23.
Om het noodstroombedrijf te starten, heeft de inverter energie uit de accu nodig.
Dit gebeurt handmatig bij de accu. Meer informatie over de energievoorziening
voor het opnieuw starten van de inverter via de accu vindt u in de gebruiksaanwijzing van de accufabrikant.
26
Page 27
Beveiliging van personen en apparaten
NL
Centrale NA-beveiliging
WSD (Wired
Shut Down)
Lekstroombeveiliging
De inverter biedt de mogelijkheid om de geïntegreerde AC-relais als koppelschakelaars te gebruiken in combinatie met een centrale NA-beveiliging (conform
VDE-AR-N 4105:2018:11 §6.4.1). Hiertoe moet de centrale activeringsvoorziening (schakelaar) in de WSD-keten worden geïntegreerd, zoals beschreven in het
hoofdstuk "WSD (Wired Shut Down)".
De bekabelde uitschakeling WSD onderbreekt de teruglevering van elektriciteit
van de omvormer als de uitschakelinrichting (schakelaar, bijv. noodstop of brandmeldcontact) is geactiveerd.
Als een omvormer (secundair apparaat) uitvalt, wordt deze overbrugd en blijven
de andere omvormers werken. Als een tweede omvormer (secundair apparaat) of
de omvormer (primair apparaat) uitvalt, wordt de werking van de gehele WSD-keten onderbroken.
Voor installatie, zie WSD (Wired Shut Down) installeren op pagina 79.
De omvormer is uitgerust met een universele lekstroombeveiliging (in het Engels:
RCMU = Residual Current Monitoring Unit) conform IEC 62109-2 en IEC63112.
Deze bewaakt de lekstroom van het zonnepaneel naar de AC-uitgang van de omvormer en scheidt de omvormer van het stroomnetwerk in geval van een ontoelaatbare lekstroom.
Veilige toestandAls een van de volgende veiligheidsvoorzieningen wordt geactiveerd, schakelt de
omvormer over op een veilige toestand:
WSD
-
Isolatiemeting en
-
Lekstroombeveiliging
-
In de veilige toestand levert de omvormer geen voeding meer en wordt hij van
het stroomnetwerk losgekoppeld door het openen van de wisselstroomrelais.
Overspanningsbeveiliging
De inverter is uitgerust met een geïntegreerde overspanningsbeveiliging aan de
DC- en AC-zijde in overeenstemming met IEC 62109-2. De overspanningsbeveiliging beschermt de installatie tegen schade bij overspanning.
in- en uitgangen)
(4)3-polige Push-In-aansluitklem voor PV Point (OP)
(5)5-polige AC Push-In-aansluitklem
(6)Kabeldoorvoer/trekontlasting AC
(7)6-polige aardelektrodeklem
(8)Kabeldoorvoer/trekontlasting datacommunicatiegedeelte
Door de afscheiding van het aansluitpaneel worden de hoogspanningskabels (DC
en AC) van de signaalkabels gescheiden. Voor een betere toegang tot het aansluitpaneel kan de afscheiding worden verwijderd voor aansluitwerkzaamheden,
waarna de afscheiding weer moet worden geplaatst.
(1)geïntegreerde kabelgoot
(2)Uitsparingen voor het verwijde-
ren van de afscheiding van het
aansluitpaneel
(3)Klikhaak voor vergrendeling/
ontgrendeling
(4)Vastgelegd breekpunt voor de
Datcom-aansluiting
Via de geïntegreerde kabelgoot (1)
kunnen de kabels van het ene gedeelte
van de omvormer naar het andere gedeelte worden gelegd. Hierdoor kunnen meerdere inverters eenvoudig
naast elkaar worden geïnstalleerd.
Aardelektrodeklem
Met de aardelektrodeklem kunnen
extra componenten worden gaard zoals:
AC-kabel
-
Installatiehouder
-
Aardpen
-
29
Page 30
DC-scheidingsschakelaar
Datacommunicatiegedeelte
De DC-scheidingsschakelaar beschikt
over 3 schakelstanden:
(1)Vergrendeld/Uit (naar links
draaien)
(2)Uit
(3)Aan
BELANGRIJK!
In de schakelstanden (1) en (3) kan de
omvormer met een in de handel verkrijgbaar hangslot tegen in- en uitschakelen worden beveiligd. Hiervoor moet
met de nationale bepalingen rekening
worden gehouden.
Modbus-aansluitklemInsteekaansluitklem voor de installa-
tie van Modbus 0, Modbus 1, 12 V en
GND (Ground).
De dataverbinding met de aangesloten
componenten wordt tot stand gebracht via de Modbus-aansluitklem.
De ingangen M0 en M1 kunnen worden gekozen. Max. 4 Modbus-deelne-
mers per ingang, zie hoofdstuk Mod-
bus-deelnemers op pagina 74.
WSD-schakelaar (Wired Shut Down)Definieert de omvormer als primair
WSD-aansluitklemInsteekaansluitklem voor de WSD-in-
I/O-aansluitklemInsteekaansluitklem voor digitale in-
Voor het bedienen van de omvormer.
Zie hoofdstuk Knopfuncties en led-
statusweergave op pagina 32.
Geeft de toestand van de verbinding
van de omvormer aan.
Geeft de bedrijfstoestand van de omvormer aan.
communicatie (bijv. WLAN-router,
thuisnetwerk of voor inbedrijfstelling
met een laptop, zie hoofdstuk Instal-
latie met browser op pagina 81).
veerd. Gebruik alleen LAN 1 om storingen te voorkomen.
stallatie. Zie hoofdstuk WSD (Wired
Shut Down) op pagina 27.
gangen/uitgangen. Zie hoofdstuk Toe-
laatbare kabels voor datacommunicatie-aansluiting op pagina 51.
De aanduidingen (RG0, CL0, 1/5, 2/6,
3/7, 4/8) verwijzen naar de functie Demand Respons Mode, zie hoofdstuk
Functies enI/O's op pagina 89.
31
Page 32
Knopfuncties en
Ok
Standby
Uncritical Error
(flashing)
Critical Error
Network Error
Connecting
(flashing)
Connected
1x WLAN access point
2x WPS
3-6 sec. Quit Service Message
led-statusweergave
De toestand van de omvormer
wordt weergegeven via het be-
drijfsled. In geval van storingen
moeten de afzonderlijke stap-
pen in de Fronius Solar.start
App worden uitgevoerd.
De optische sensor wordt be-
diend door deze met een vin-
ger aan te raken.
Het communicatieled geeft de
status van de verbinding aan.
Voor het maken van de verbin-
ding moeten de afzonderlijke
stappen in de app Fronius So-
lar.start worden uitgevoerd.
Functies van sensor
1x = WLAN Access Point (AP) is geopend.
knippert blauw
Led-statusweergave
2x = Wi-Fi Protected Setup (WPS) wordt geactiveerd.
knippert groen
3 seconden (max. 6 seconden) = de servicemelding
wordt beëindigd.
brandt geel
De omvormer werkt correct.
brandt groen
De omvormer wordt gestart.
knippert groen
De omvormer staat stand-by, werkt niet (bijvoorbeeld 's
nachts geen teruglevering) of is niet geconfigureerd.
brandt geel
32
De omvormer geeft een niet-kritische status aan.
knippert geel
De omvormer geeft een kritische status aan en er wordt
geen stroom teruggeleverd.
brandt rood
Page 33
Led-statusweergave
De omvormer geeft een noodstroomoverbelasting aan.
knippert rood
De netwerkverbinding wordt via WPS tot stand gebracht.
2x = WPS-zoekmodus.
knippert groen
De netwerkverbinding wordt via WLAN AP tot stand gebracht.
1x = WLAN AP-zoekmodus (30 minuten actief).
knippert blauw
De netwerkverbinding is niet geconfigureerd.
brandt geel
De omvormer werkt correct. Er wordt een netwerkfout
aangegeven.
brandt rood
NL
Schematische
schakeling van
I/O
De omvormer voert een update uit.
/ knipperen blauw
Op pin V+ / GND kan met een externe voedingseenheid een spanning in het bereik van 12,5 - 24 V (+ max. 20%) aan het stroomnetwerk worden teruggeleverd.
De uitgangen IO 0 - 5 kunnen vervolgens met de teruggeleverde externe spanning worden bediend. Per uitgang mag maximaal 1 A worden teruggeleverd, waarbij in totaal max. 3 A toegestaan is. De afzekering moet extern zijn.
VOORZICHTIG!
Gevaar door ompoling van de aansluitklemmen door foutieve aansluiting van externe voedingseenheden.
Dit kan leiden tot ernstige schade aan de inverter.
Controleer de polariteit van de externe voedingseenheid met een geschikt
▶
meetapparaat voordat u deze aansluit.
Sluit de kabels met de juiste polariteit aan op de uitgangen V+ / GND.
▶
BELANGRIJK!
Als het totale vermogen (6 W) wordt overschreden, schakelt de inverter de gehele externe stroomvoorziening uit.
33
Page 34
12 V DC
500 mA
V+V+
GND
IO0
IO1
IN8
IN9
IN10
IN11
IN6
IN7
IO4
IO5
IO2
IO3
GND
(1)
12 V
USB
TYP A
5 V
IO4
V+
V+
IO0
IO2
IN6
IN8
IN10IN11
IN9
IN7
IO5
IO3
IO1
GND
GND
M0-
M0+
M1-
M1+
SHIELD
SHIELD
V+V+
GNDGND
V+
V+
M0+
SHIELD
M1+
GND
M1-
SHIELD
M0-
GND
(1)Stroombegrenzing
34
Page 35
Noodstroomvariant - PV Point (OP)
35
Page 36
36
Page 37
Algemeen
PV Point (OP)BELANGRIJK!
Als er meerdere noodstroomvarianten beschikbaar zijn, mag er slechts één noodstroomvariant worden geïnstalleerd en geconfigureerd.
NL
Met de PV Point kunnen eenfasige
elektrische apparaten tot een maximaal vermogen van 3 kW via de OPaansluitklem (Opportunity Power) van
stroom worden voorzien bij uitval van
het openbare stroomnetwerk, mits voldoende vermogen beschikbaar is van
de zonnepanelen of een optionele accu. Er is geen spanning op de OP-aansluitklem bij netgekoppeld bedrijf, dus
de aangesloten belastingen worden tijdens dit bedrijf niet geleverd.
BELANGRIJK!
Netschakeling met relais is niet mogelijk.
Verklaring - PV
Point (OP)
In principe kan de omvormer 220 tot 240 V aan de PV Point leveren. Tijdens de
inbedrijfstelling moet een overeenkomstige configuratie worden uitgevoerd.
Bij 220 ‑ 240 V uitgangsspanning is max. 13 A AC continue stroom beschikbaar.
Voorbeeld:
230 V *13 A = 2860 W
240 V *13 A = max. 3 kW
In het noodstroombedrijf werken sommige elektrische apparaten niet goed als
gevolg van een te hoge aanloopstroom (bijvoorbeeld koelkasten of diepvriezers).
We raden aan niet-noodzakelijke verbruikers in noodstroombedrijf uit te schakelen. Er is een overbelastingscapaciteit van 35% mogelijk gedurende 5 seconden,
afhankelijk van de huidige capaciteit van het zonnepaneel en/of de accu.
De omschakeling van netgekoppeld bedrijf naar noodstroombedrijf vindt plaats
met een korte onderbreking. De noodstroomfunctie kan daarom niet als stroomvoorziening zonder onderbrekingen voor bijvoorbeeld computers worden gebruikt.
Als er in noodstroombedrijf geen energie beschikbaar is uit de accu of de zonnepanelen, wordt het noodstroombedrijf automatisch beëindigd. Is er weer voldoende energie uit de zonnepanelen beschikbaar, dan herstart het noodstroombedrijf automatisch.
Als het verbruik te hoog is, wordt het noodstroombedrijf onderbroken en wordt
de statuscode 'Noodstroomoverbelasting' op de led-statusweergave van de omvormer weergegeven. Het maximale vermogen in noodstroombedrijf conform de
technische gegevens moet in acht worden genomen!
37
Page 38
38
Page 39
Installatie
39
Page 40
40
Page 41
Algemeen
NL
Snelsluitsysteem
Voor de montage van het deksel van
het aansluitpaneel en het deksel aan
de voorzijde wordt een snelsluitsysteem (3) gebruikt. Het systeem wordt
geopend en gesloten door een halve
draai (180°) van de schroef met vergrendeling (1) in de snelsluitveer (2).
Het systeem is niet afhankelijk van
draaimomenten.
OPMERKING!
Gevaar door het gebruik van een boormachine.
Dit kan leiden tot de vernieling van het snelspansysteem door een te hoog draaimoment.
Gebruik een schroevendraaier (TX20).
▶
Draai de schroeven niet meer dan 180° vast.
▶
Waarschuwingen
op het apparaat
Op de omvormer bevinden zich technische data, waarschuwingen en veiligheidssymbolen. Deze waarschuwingen en veiligheidssymbolen mogen niet worden verwijderd of overgeschilderd. De waarschuwingen en symbolen waarschuwen tegen
een onjuiste bediening die kan resulteren in ernstig letsel en zware materiële
schade.
Een getal van 4 cijfers (gecodeerde productiedatum) is helemaal onderaan het
kenplaatje afgedrukt, waaruit de productiedatum kan worden berekend.
Als van de eerste twee cijfers de waarde 11 wordt afgetrokken, wordt het productiejaar verkregen. De laatste twee cijfers verwijzen naar de kalenderweek waarin
het apparaat werd geproduceerd.
CE-aanduiding - geeft aan dat aan de geldende EU-richtlijnen en verordeningen is voldaan.
UKCA-aanduiding - geeft aan dat aan de geldende richtlijnen en
verordeningen van het Verenigd Koninkrijk is voldaan.
WEEE-aanduiding - afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
moet conform Europese richtlijnen en nationale wetgeving gescheiden
worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden
gerecycled.
RCM-aanduiding - conform de eisen van Australië en Nieuw-Zeeland
gecontroleerd.
ICASA-aanduiding - conform de eisen van de Independent
Communications Authority of South Africa gecontroleerd.
CMIM-aanduiding - conform de eisen van IMANOR voor
invoervoorwaarden en de naleving van de Marokkaanse normen
gecontroleerd.
Veiligheidssymbolen:
Kans op ernstig lichamelijk letsel en zware materiële schade door onjuiste bediening.
De beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documenten
volledig zijn gelezen en begrepen:
Deze gebruiksaanwijzing
-
Alle gebruiksaanwijzingen van de systeemcomponenten van de PV-
-
installatie, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften
Gevaarlijke elektrische spanning
Wacht tot de condensatoren van de omvormer ontladen zijn (2 minuten)!
Tekst van waarschuwingen:
WAARSCHUWING!
Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Vóór het openen van het apparaat ervoor
zorgen dat de ingangszijde en de uitgangszijde van het apparaat spanningsvrij en
gescheiden zijn.
Compatibiliteit
van systeemcomponenten
42
Alle ingebouwde componenten in de PV-installatie moeten compatibel zijn en
over de vereiste configuratiemogelijkheden beschikken. De ingebouwde componenten mogen de werking van de PV-installatie niet beperken of negatief
beïnvloeden.
Page 43
OPMERKING!
Risico door niet-compatibele of beperkt compatibele componenten in de PV-installatie.
Niet-compatibele componenten kunnen de werking en/of functionaliteit van de
PV-installatie beperken en/of negatief beïnvloeden.
Er mogen alleen door de fabrikant goedgekeurde component in de PV-instal-
▶
latie worden geïnstalleerd.
Voordat componenten worden geïnstalleerd die niet uitdrukkelijk zijn goed-
▶
gekeurd, moet eerst bij de fabrikant navraag worden gedaan over de compatibiliteit van de betreffende componenten.
NL
43
Page 44
Locatiekeuze en montagepositie
≥ 200 mm
(≥ 7.87 inch)
≥ 200 mm
(≥ 7.87 inch)
≥ 440 mm
(≥ 17.32 inch)
≥ 250 mm
(≥ 9.84 inch)
≥ 225 mm
(≥ 8.86 inch)
≥ 270 mm
(≥ 10.63 inch)
≥ 150 mm
(≥ 5.91 inch)
≥ 100 mm
(≥ 3.94 inch)
-25°C - +60°C
0 - 100%
Montageplaats
van omvormer
Bij de keuze van de montageplaats voor de omvormer moet op de volgende criteria worden gelet:
Installatie mag uitsluitend plaatsvin-
den op een vaste, niet-brandbare ondergrond.
Max. omgevingstemperaturen:
-25 °C - +60 °C
Relatieve luchtvochtigheid:
0 - 100%
Als de omvormer in een schakelkast
of een soortgelijke afgesloten ruimte
wordt ingebouwd, moet door middel
van geforceerde ventilatie voor een
toereikende warmteafvoer worden
gezorgd.
Raadpleeg voor gedetailleerde informatie over de afmetingen van de
omvormer het hoofdstuk Fronius Sy-
mo GEN24 3 - 5 kW op pagina175.
Bij de montage van de omvormer op de buitenmuren van veestallen moet een
minimale afstand van 2 m in alle richtingen worden aangehouden tussen de
omvormer en de ventilatie- en gebouwopeningen.
De volgende ondergronden zijn toegestaan voor montage:
tonwanden of andere voldoende dragende en onbrandbare ondergronden)
Mast of steun (montage door middel van montagerails, achter de zonne-
-
panelen direct op de PV-houder)
Platte daken (als het een foliedak is, moet men er zeker van zijn dat de fo-
-
liën voldoen aan de eisen voor brandbeveiliging en dus niet gemakkelijk
ontvlambaar zijn. De nationale voorschriften moeten worden nageleefd.)
Parkeeroverkappingen (geen bovengrondse installatie)
-
De omvormer is geschikt voor montage binnen.
De omvormer is geschikt voor montage binnen.
De omvormer is op basis van zijn beschermingsklasse IP66 ongevoelig voor spatwater uit alle richtingen en kan ook in vochtige
omgevingen worden toegepast.
Stel de omvormer niet aan direct zonlicht bloot om de opwarming van de omvormer zo gering mogelijk te houden.
44
Page 45
Monteer de omvormer op een beschutte plaats, bijvoorbeeld onder het zonnepaneel of onder een dak.
Boven een hoogte van meer dan 4000 m boven de zeespiegel
mag de omvormer niet meer worden gemonteerd en gebruikt.
Monteer de omvormer niet:
In het aanzuigbereik van ammoniak, bijtende dampen, zu-
-
ren of zouten (bijvoorbeeld opslagplaatsen van meststoffen, ventilatieopeningen van stallen, chemische installaties,
leerlooierijen enz.)
Monteer de omvormer niet in de directe woonomgeving in verband met lichte geluidsproductie onder bepaalde bedrijfsomstandigheden.
Monteer de omvormer niet in:
Ruimtes met een verhoogd risico op ongevallen door dieren
-
(paarden, runderen, schapen, varkens enz.)
Stallen en aangrenzende ruimtes
-
Opslag- en voorraadruimtes voor hooi, stro, haksel, kracht-
-
voer, meststoffen enz.
NL
Keuze van de locatie voor accu's
van derden
In principe is de omvormer stofdicht (IP66) uitgevoerd. In zeer
stoffige omgevingen kan zich op de koeloppervlakken stof ophopen, hetgeen van invloed is op de thermische prestaties. In dit
geval moet regelmatig gereinigd worden, zie hoofdstuk Exploita-
tie in omgevingen met een sterke stofontwikkeling op pagina
145. Het is daarom raadzaam om de omvormer niet in ruimtes
en omgevingen te monteren waarin zich veel stof kan ophopen.
Monteer de omvormer niet in:
Kassen
-
Opslag- en verwerkingsruimtes voor fruit, groenten en wijn-
-
bouwproducten
Ruimtes voor de verwerking van granen, groenvoer en voer-
-
producten
BELANGRIJK!
De geschikte locatie van accu's van derden vindt u in de documentatie van de fabrikant.
45
Page 46
Montagepositie
van omvormer
De omvormer is geschikt voor verticale montage op een verticale muur of zuil.
De omvormer is geschikt voor een horizontale montageplaats.
De omvormer is geschikt voor montage op een schuin oppervlak.
Monteer de omvormer niet op een schuin oppervlak met de aansluitingen naar boven gericht.
Monteer de omvormer niet schuin op een verticale muur of zuil.
Monteer de omvormer niet horizontaal op een verticale muur of
zuil.
Monteer de omvormer niet met de aansluitingen naar boven gericht op een verticale muur of zuil.
Monteer de omvormer niet overhangend met de aansluitingen
naar boven gericht.
46
Page 47
Monteer de omvormer niet overhangend met de aansluitingen
naar beneden gericht.
Monteer de omvormer niet op het plafond.
NL
47
Page 48
Montagesteun monteren en inverter ophangen
Keuze van bevestigingsmateriaal
Toestand van de
montagesteun
Gebruik, afhankelijk van de ondergrond, geschikt bevestigingsmateriaal en houd
rekening met de aanbevolen schroefafmetingen voor de montagesteun.
De installateur is verantwoordelijk voor de juiste keuze van het bevestigingsmateriaal.
De montagesteun (afbeelding van symbool) dient ook als sjabloon.
De voorgeboorde gaten op de montagesteun zijn ontworpen voor schroeven
met een schroefdraaddiameter van 6 8 mm (0,24 - 0,32 inch).
Oneffenheden in het montageoppervlak (bijvoorbeeld grofkorrelig pleisterwerk) worden grotendeels gecompenseerd door de montagesteun.
Montagesteun
niet vervormen
Montagesteun
op een wand
monteren
OPMERKING!
Let er bij de montage van de montagesteun op de wand of op een zuil op dat de
montagesteun niet vervormd raakt.
Een vervormde montagesteun kan het vasthaken/zwenken van de omvormer bemoeilijken.
BELANGRIJK!
Let er bij de montage van de montagesteun op dat deze met de pijl naar boven
wordt gemonteerd.
12
48
Page 49
3
NL
Montagesteun
op een mast of
drager monteren
Montagesteun
op montagerails
monteren
Bij de montage van de omvormer op
een mast of drager raadt Fronius de
bevestigingsset 'Pole clamp' (onderdeelnummer SZ 2584.000) van de firma Rittal GmbH aan.
De 'Pole clamp'-set heeft de volgende
afmetingen:
vierkante mast of drager met een
-
zijlengte van 50 - 150 mm (1,97 5,91 inch)
ronde mast of drager met een dia-
-
meter van 40 - 190 mm (1,57 7,48 inch)
BELANGRIJK!
De montagesteun moet op tenminste
vier punten worden vastgeschroefd.
49
Page 50
Omvormer op de
montagesteun
hangen
Aan de zijkant van de omvormer bevinden zich geïntegreerde handgrepen om
het optillen/ophangen te vergemakkelijken.
1
Hang de omvormer van bovenaf in de
montagesteun. Hierbij moet de aansluiting naar beneden wijzen.
Het onderste gedeelte van de omvormer wordt in de Snap-In-haken van de
montagesteun gedrukt tot de omvormer met een hoorbare klik aan beide
zijden vastklikt.
Controleer of de omvormer aan beide
zijden goed vastzit.
50
Page 51
Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter
NL
Toegestane kabels voor de
Op de aansluitklemmen van de omvormer kunnen de volgende kabels worden
aangesloten:
elektrische aansluiting
Koper: rond eendradig
-
Koper: rond fijndradig tot draadklasse 4
-
Netaansluitingen met Push-In-aansluitklem*
Kies, afhankelijk van de werkelijke apparaatvermogen, voldoende grote kabeldoorsneden!
Aantal polenEendradigMeerdradigFijndradig
5
1,5 - 10 mm
2
1,5 - 10 mm
2
1,5 - 10 mm
2
Fijndradig met adereind‐
hulzen met/zonder kraag
1,5 - 6 mm
Netaansluitingen noodstroom met Push-In-aansluitklem*
Kies, afhankelijk van de werkelijke apparaatvermogen, voldoende grote kabeldoorsneden!
Aantal polenEendradigMeerdradigFijndradig
3
1,5 - 10 mm
2
1,5 - 10 mm
2
1,5 - 10 mm
2
Fijndradig met adereind‐
hulzen met/zonder kraag
1,5 - 6 mm
2
2
PV-/BAT-aansluitingen met Push-In-aansluitklem**
Kies, afhankelijk van de werkelijke apparaatvermogen, voldoende grote kabeldoorsneden!
Aantal polenEendradigMeerdradigFijndradig
2 x 4
4 - 10 mm
2
4 - 10 mm
2
4 - 10 mm
2
Fijndradig met adereind‐
hulzen met/zonder kraag
4 - 6 mm
2
Aardelektrodeklem
Kies, afhankelijk van de werkelijke apparaatvermogen, voldoende grote kabeldoorsneden!
Aantal polenEendradigMeerdradigFijndradig
2
4
1,5 - 16 mm
1,5 - 10 mm
2
2
1,5 - 16 mm
1,5 - 10 mm
2
2
1,5 - 16 mm
1,5 - 10 mm
2
2
Fijndradig met adereind‐
hulzen met/zonder kraag
1,5 - 16 mm
1,5 - 10 mm
*In overeenstemming met productnorm IEC 62109 moet de randaarde in
geval van een fasedoorsnede ≤ 16 mm² overeenkomen met de fasedoorsnede. In geval van een fasedoorsnede >16 mm², moet deze randaarde
overeenkomen met een fasedoorsnede van minimaal 16 mm².
**Afhankelijk van de installatiesituatie en de specificaties van de fabrikant
van de accu moet de kabeldoorsnede dienovereenkomstig worden gedimensioneerd.
2
2
Toelaatbare kabels voor datacommunicatieaansluiting
Op de aansluitklemmen van de omvormer kunnen de volgende kabels worden
aangesloten:
51
Page 52
Koper: rond eendradig
-
Koper: rond fijndradig
-
BELANGRIJK!
Verbind de enkele draden met een overeenkomstige adereindhuls als meerdere
enkele draden op een ingang van de insteekaansluitklemmen worden aangesloten.
WSD-aansluitingen met Push-In-aansluitklem
Max.
af-
stand
100 m10 mm
Stri-
plengte
EendradigFijndradig
0,14 -
1,5 mm
2
AWG 26 - 16
0,14 -
1,5 mm
AWG 26 - 16
2
Modbus-aansluitingen met Push-In-aansluitklem
Max.
af-
stand
300 m10 mm
Stri-
plengte
EendradigFijndradig
0,14 -
1,5 mm
2
AWG 26 - 16
0,14 -
1,5 mm
AWG 26 - 16
2
I/O-aansluitingen met Push-In-aansluitklem
Max.
af-
stand
Stri-
plengte
EendradigFijndradig
Fijndradig
met ader-
eindhulzen
met kraag
0,14 - 1 mm
AWG 26 - 18
Fijndradig
met ader-
eindhulzen
met kraag
0,14 - 1 mm
AWG 26 - 18
Fijndradig
met ader-
eindhulzen
met kraag
Fijndradig
met ader-
eindhulzen
zonder kraag
2
1,5 mm
AWG 26 - 16
Fijndradig
met ader-
eindhulzen
zonder kraag
2
1,5 mm
AWG 26 - 16
Fijndradig
met ader-
eindhulzen
zonder kraag
0,14 -
0,14 -
2
2
Aanbevolen
kabel
Min. CAT 5
UTP (Uns-
hielded Twi-
sted Pair)
Aanbevolen
kabel
Min. CAT 5
STP (Shiel-
ded Twisted
Pair)
Aanbevolen
kabel
30 m10 mm
0,14 -
1,5 mm
2
AWG 26 - 16
0,14 -
1,5 mm
2
AWG 26 - 16
0,14 - 1 mm
AWG 26 - 18
2
1,5 mm
AWG 26 - 16
0,14 -
2
draad mo-
gelijk
Enkele
LAN-aansluitingen
Fronius raadt minimaal een CAT 5 STP-kabel (Shielded Twisted Pair) en een maximale afstand van
100 m aan.
Kabeldoorsnede
van AC-kabels
Bij standaard metrische M32 schroefverbinding met reduceerstuk:
kabeldiameter van 7 - 15 mm
Bij metrische M32-schroefverbinding (reduceerstuk verwijderd):
Kabeldiameter van 11 - 21 mm
(bij een kabeldiameter van minder dan 11 mm verkleint de kracht van de trekontlasting van 100 N tot max. 80 N)
52
Page 53
Bij kabeldiameters groter dan 21 mm dient de M32-schroefverbinding door een
M32-schroefverbinding met een groter klemoppervlak te worden vervangen - onderdeelnummer: 42,0407,0780 - trekontlasting M32x1,5 KB 18-25.
NL
Kabeldoorsnede
van DC-kabels
Maximale afzekering aan ACzijde
Kabeldiameter voor trekontlasting: max. 9 mm.
Kabeldiameter voor aansluiting op de insteekaansluitklem: max. 7 mm
BELANGRIJK!
Bij dubbel geïsoleerde kabels met een kabeldiameter van meer dan 6 mm moet
de buitenste isolatielaag worden verwijderd voor aansluiting op de insteekaansluitklem.
OPMERKING!
Op grond van nationale bepalingen
van de netwerkbeheerder of andere
omstandigheden kan plaatsing van
een aardlekschakelaar in de AC-aansluitleiding noodzakelijk zijn.
In het algemeen is in een dergelijk geval een aardlekschakelaar van het type A toereikend. In bijzondere gevallen
en afhankelijk van de lokale omstandigheden kunnen er echter onjuiste
uitschakelingen door een aardlekschakelaar van het type A plaatsvinden.
Daarom raadt Fronius een aardlekschakelaar aan die geschikt is voor frequentie-omvormers met een uitschakelstroom van ten minste 100 mA, rekening houdend met de nationale voorschriften.
BELANGRIJK!
De omvormer mag alleen worden gebruikt met een automatische zekering
van het type C 32 A.
Aanbevo-
AC-ver-
OmvormerFasen
Fronius Symo GEN24 3 kW33000 WC 32 AC 10 A
mogen
Maximale
afzekering
len afzeke-
ring
53
Page 54
Aanbevo-
AC-ver-
OmvormerFasen
Fronius Symo GEN24 4 kW34000 WC 32 AC 13 A
Fronius Symo GEN24 5 kW35000 WC 32 AC 16 A
mogen
Maximale
afzekering
len afzeke-
ring
54
Page 55
Inverter op het openbare stroomnet aansluiten
(AC-zijde)
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Lees voor de installatie en inbedrijfstelling de installatiehandleiding en de
▶
gebruiksaanwijzing.
De inverter mag alleen door geschoold personeel en uitsluitend conform de
▶
technische voorschriften in bedrijf worden gesteld.
GEVAAR!
Gevaar door netspanning en DC-spanning van zonnepanelen die aan licht zijn
blootgesteld.
Een elektrische schok kan dodelijk zijn.
Vóór alle aansluitwerkzaamheden ervoor zorgen dat de AC- en DC-zijde van
▶
de inverter spanningsvrij zijn.
De apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het
▶
openbare elektriciteitsnet worden aangesloten.
NL
Omvormer op
het openbare
stroomnetwerk
aansluiten (ACzijde)
GEVAAR!
Gevaar door beschadigde en/of verontreinigde aansluitklemmen.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer de aansluitklemmen vóór de aansluitwerkzaamheden op bescha-
▶
digingen en verontreinigingen.
Verwijder verontreinigingen in spanningsloze toestand.
▶
Laat defecte aansluitklemmen repareren door een erkend vakbedrijf.
▶
OPMERKING!
Het aansluiten van de neutrale kabel is voor de werking van de omvormer noodzakelijk.
In niet-geaarde stroomnetwerken, bijvoorbeeld IT-netwerken (geïsoleerde netwerken zonder randaarde), kan de omvormer niet worden gebruikt.
Controleer of de neutrale draad van het stroomnetwerk geaard is.
▶
BELANGRIJK!
De randaarde van de AC-kabel moet zo worden gelegd dat deze in geval van een
storing van de trekontlasting als laatste wordt losgekoppeld.
Maak de randaarde langer en leg deze met een bewegingslus.
55
Page 56
1
Schakel de veiligheidsschakelaar van
de kabel uit.
2
Zorg ervoor dat de DC-scheidingsschakelaar in de schakelaarstand 'Uit'
staat.
Draai de vijf schroeven van het deksel
van het aansluitpaneel los met een
schroevendraaier (TX20) en een 180°
naar links draaiende beweging.
Verwijder het deksel van het aansluitpaneel van het apparaat.
3
Druk op de vergrendeling aan de achterkant van de aansluitklem en verwijder de AC-aansluitklem.
Leg de netkabel vanaf de onderkant
door de trekontlasting aan de rechterkant en de ferrietkern.
BELANGRIJK!
De randaarde mag niet door de ferrietkern worden geleid en moet op een bewegingslus worden aangesloten, zodat
bij een storing in de trekontlasting de
randaarde als laatste wordt losgekoppeld.
Voor meer informatie over trekontlasting, zie hoofdstuk Kabeldoorsnede
van AC-kabels op bladzijde 52.
56
Page 57
4
Strip 12 mm van de enkele draden.
Selecteer de kabeldoorsnede overeenkomstig de specificaties in Toegestane
NL
kabels voor de elektrische aansluiting
vanaf pagina 51.
Open de bedieningshendel van de aansluitklem door deze op te tillen en
steek de gestripte enkele draden in de
daarvoor bestemde connector tot aan
de aanslag in de aansluitklem. Sluit
vervolgens de bedieningshendel tot
deze vastklikt.
BELANGRIJK!
Er mag slechts één draad per pool worden aangesloten. De AC-kabels kunnen
zonder adereindhulzen op de AC-aansluitklem worden aangesloten.
Steek de AC-aansluitklem in de ACconnector tot deze vastklikt. Bevestig
de wartelmoer van de trekontlasting
met een draaimoment van 6-7 Nm.
57
Page 58
Solarmodulestrings op inverter aansluiten
Algemene informatie over zonnepaneel
Houd rekening met de volgende punten voor een juiste keuze van de zonnepanelen en een zo rendabel mogelijk gebruik van de inverter:
De nullastspanning van het zonnepaneel wordt bij constante zoninstraling en
-
dalende temperatuur hoger. De nullastspanning mag de max. toelaatbare
systeemspanning niet overschrijden. Een nullastspanning hoger dan de aangegeven waarden heeft vernieling van de inverter tot gevolg; alle aanspraak
op garantie komt te vervallen.
Neem de temperatuurcoëfficiënt op het datablad van het zonnepaneel in
-
acht.
Exacte waarden voor het dimensioneren van het zonnepaneel leveren hier-
-
voor geschikte berekeningsprogramma's, zoals bijvoorbeeld de Fronius So-
lar.creator.
BELANGRIJK!
Controleer voor het aansluiten van het zonnepaneel of de spanningswaarde die
met de data voor het zonnepaneel van de fabrikant is berekend, met de praktijk
overeenstemt.
BELANGRIJK!
De op de inverter aangesloten zonnepanelen moeten aan de norm IEC
61730 Klasse A voldoen.
BELANGRIJK!
Solarmodulestrings mogen niet worden geaard.
Veiligheid
58
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
De inbedrijfstelling en onderhouds- en reparatiewerkzaamheden in het ver-
▶
mogensfasedeel van de omvormer mogen alleen worden uitgevoerd door servicemedewerkers die door Fronius zijn getraind en alleen in overeenstemming met de technische voorschriften.
Lees voor de installatie en inbedrijfstelling de installatiehandleiding en de
▶
gebruiksaanwijzing.
Page 59
GEVAAR!
PV-generator algemeen
Gevaar door netspanning en DC-spanning van zonnepanelen die aan licht zijn
blootgesteld.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle aansluit-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen dan
▶
worden uitgevoerd wanneer het AC- en het DC-gedeelte van de omvormer
spanningsvrij zijn.
De apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het
▶
openbare elektriciteitsnet worden aangesloten.
GEVAAR!
Gevaar door beschadigde en/of verontreinigde aansluitklemmen.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer de aansluitklemmen vóór de aansluitwerkzaamheden op bescha-
▶
digingen en verontreinigingen.
Verwijder verontreinigingen in spanningsloze toestand.
▶
Laat defecte aansluitklemmen repareren door een erkend vakbedrijf.
▶
Er zijn 2 onafhankelijke PV-ingangen (PV 1 en PV 2) beschikbaar. Deze kunnen
worden bekabeld met een verschillend aantal installaties.
NL
Configuratie PVgenerator
3 ‑ 5 kW
Stel bij het eerste gebruik PV-generator in volgens de betreffende configuratie
(vervolgens ook mogelijk in het menu 'Systeemconfiguratie' onder de menuoptie
'Componenten').
BELANGRIJK!
De installatie moet in overeenstemming met de nationaal geldende normen en
richtlijnen worden uitgevoerd. Als de in de omvormer geïntegreerde vlamboogdetectie wordt gebruikt voor de eis volgens IEC 63027 voor vlamboogdetectie, mogen de solarmodulestrings niet vóór de omvormer worden gecombineerd.
Instellingen PV-generator:
PV 1: AAN
PV 2: UIT
Stroom kleiner dan of gelijk aan 12,5 A (l
dcmax
).
59
Page 60
Gecombineerde zonnepaneelstrings met een totale stroom van meer dan 12,5 A (l
dcmax
).
Instellingen PV-generator:
PV 1: AAN
PV 2: UIT
PV 1 + PV 2 (parallel geschakeld): AAN
BELANGRIJK!
Het opdelen van de totaalstroom (I
) door een overbrugging van PV 1
max
dc-
naar PV 2 op de aansluitklem is tot ≤
40 A (I
SC max
) toegestaan.
Instellingen PV-generator:
PV 1: AAN
PV 2: AAN
Solarmodulestrings op de
omvormer aansluiten
PV 1 kleiner dan of gelijk aan 20 A (l
PV 2 kleiner dan of gelijk aan 20 A (l
1
SC PV1
SC PV2
)
)
60
Page 61
+-
1
2
2
1
2
+-
+-
2
1
PUSH
2
Druk de DC-kabels met de hand door
de DC-doorvoeren.
NL
BELANGRIJK!
Druk de kabels vóór het strippen door
de DC-doorvoer. Dit voorkomt buigen/
knikken van de enkele draden.
3
4
61
Page 62
5
+
-
PV1+PV1+PV2+BAT
+
PV2
-
BAT
-
PV1-PV1
-
Kies de kabeldoorsnede in overeenstemming met de informatie in Toege-
stane kabels voor de elektrische aansluiting op pagina 51.
Strip 12 mm van de enkele draden.
Open de bedieningshendel van de aansluitklem door deze op te tillen en
steek de gestripte enkele draad tot aan
de aanslag in de connector van de aansluitklem. Sluit vervolgens de bedieningshendel tot deze vastklikt.
GEVAAR!
Gevaar door losse en/of verkeerd geklemde afzonderlijke geleiders in de
aansluitklem.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Sluit slechts één geleider aan op
▶
de desbetreffende gleuf van de
aansluitklem.
Controleer of de afzonderlijke ge-
▶
leiders goed vastzitten in de aansluitklem.
Zorg ervoor dat de enkele geleider
▶
volledig in de klem zit en dat er
geen enkele draad uit de klem
steekt.
6
62
Page 63
7
1
+ / -
+
-
3
TX 20
1,3 - 1,5 Nm
+-
1
2
"click"
NL
8
9
Controleer de spanning en de polariteit van de DC-bekabeling met een geschikt meetapparaat. Verwijder beide
DC-aansluitklemmen uit de connectoren.
VOORZICHTIG!
Gevaar door ompoling van de aansluitklemmen.
Dit kan leiden tot ernstige schade aan
de omvormer.
Controleer de polariteit van de
▶
DC-bekabeling met een geschikt
meetapparaat.
Controleer de spanning met een
▶
geschikt meetapparaat (max. 1000
VDC)
Steek de DC-aansluitklemmen in de
bijbehorende connectoren tot ze vastklikken. Bevestig de schroeven van de
trekontlasting aan de behuizing met
een schroevendraaier (TX20) en een
draaimoment van 1,3 - 1,5 Nm.
OPMERKING!
Risico door overbelasting van de
trekontlasting.
Dit kan leiden tot schade aan de
trekontlasting.
Gebruik geen boormachine.
▶
63
Page 64
Accu op inverter aansluiten
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
De inbedrijfstelling en onderhouds- en reparatiewerkzaamheden van de om-
▶
vormer en de accu mogen alleen worden uitgevoerd door servicemedewerkers die door fabrikant van de omvormer of accu zijn getraind en alleen in
overeenstemming met de technische voorschriften.
Lees voor de installatie en inbedrijfstelling de installatiehandleiding en de
▶
gebruiksaanwijzing van de betreffende fabrikant.
GEVAAR!
Gevaar door netspanning en DC-spanning van zonnepanelen die aan licht zijn
blootgesteld, en accu's.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Alle aansluit-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen dan
▶
worden uitgevoerd wanneer het AC- en het DC-gedeelte van de omvormer en
de accu spanningsvrij zijn.
De apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het
▶
openbare elektriciteitsnet worden aangesloten.
Accu aan DC-zijde aansluiten
GEVAAR!
Gevaar door beschadigde en/of verontreinigde aansluitklemmen.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer de aansluitklemmen vóór de aansluitwerkzaamheden op bescha-
▶
digingen en verontreinigingen.
Verwijder verontreinigingen in spanningsloze toestand.
▶
Laat defecte aansluitklemmen repareren door een erkend vakbedrijf.
▶
VOORZICHTIG!
Gevaar door het gebruik van de accu boven de toegestane hoogte boven zeeniveau dan die door de fabrikant is aangegeven.
Als de accu boven de toegestane hoogte boven zeeniveau wordt gebruikt, kan dit
leiden tot een beperkte werking, uitval en onveilige omstandigheden voor de accu.
Neem de specificaties van de fabrikant met betrekking tot de toegestane
▶
hoogte boven zeeniveau in acht.
Gebruik de accu alleen op de door de fabrikant aangegeven hoogte boven
▶
zeeniveau.
64
BELANGRIJK!
Voordat u een accu installeert, moet u ervoor zorgen dat de accu uitgeschakeld
is. De maximale DC-kabellengte voor de installatie van accu's van derden moet in
acht worden genomen volgens de specificaties van de fabrikant, zie hoofdstuk
Geschikte accu's op pagina 23.
Page 65
1
2
BAT PE
BAT+
BAT-
3*
1
1
2
BAT+
BAT-
Stoot de batterijkabel met de hand
door de DC-kabeldoorvoeren.
NL
* De randaarde van de accu moet extern worden aangesloten (bijv. schakelkast). Bij het aansluiten van de LG RESU FLEX-accu kan de randaarde van
de accu in de omvormer worden aangesloten (zie hoofdstuk Aansluiten
van de randaarde van de LG RESU
FLEX op pagina 68). De minimale
doorsnede van de randaarde van de
accu moet in acht worden genomen.
BELANGRIJK!
Duw de kabels door de DC-bus alvorens deze te strippen, dit voorkomt het
ombuigen/knakken van afzonderlijke
draden.
2
65
Page 66
3
1
PUSH
2
BAT+
BAT-
2
Kies de kabeldoorsnede in overeenstemming met de informatie in Toege-
stane kabels voor de elektrische aansluiting op pagina 51.
Strip 12 mm van de enkele draden.
Open de bedieningshendel van de aansluitklem door deze op te tillen en
steek de gestripte enkele draad tot aan
de aanslag in de connector van de aansluitklem. Sluit vervolgens de bedieningshendel tot deze vastklikt.
GEVAAR!
Gevaar door losse en/of verkeerd geklemde afzonderlijke geleiders in de
aansluitklem.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Sluit slechts één geleider aan op
▶
de desbetreffende gleuf van de
aansluitklem.
Controleer of de afzonderlijke ge-
▶
leiders goed vastzitten in de aansluitklem.
Zorg ervoor dat de afzonderlijke
▶
geleider volledig in de klem zit en
dat er geen afzonderlijke draden
uit de klem steken.
4
66
Page 67
5
VOORZICHTIG!
Gevaar door te hoge spanning bij gebruik van andere connectoren op de
aansluitklem.
De accu en/of de zonnepanelen kunnen door ontlading beschadigd raken.
Gebruik alleen de met BAT gemar-
▶
keerde aansluitpunten voor de accu-aansluiting.
6
Gevaar door ompoling van de aansluitklemmen.
Dit kan leiden tot ernstige schade aan
de PV-installatie.
▶
▶
VOORZICHTIG!
Controleer de polariteit van de
DC-bekabeling bij ingeschakelde
accu met een geschikt meetapparaat.
De maximale spanning voor de accu-ingang mag niet worden overschreden (zie Technische gege-
vens op pagina 150).
NL
7
Steek de DC-aansluitklemmen in de
bijbehorende connectoren tot ze vastklikken.
67
Page 68
8
BELANGRIJK!
Informatie over de aansluiting aan de accuzijde vindt u in de installatiehandleiding van de betreffende fabrikanten.
Bevestig de schroeven van de kabelgeleider aan de behuizing met een
schroevendraaier (TX20) en een draaimoment van 1,3 - 1,5 Nm.
OPMERKING!
Risico door overbelasting van de
trekontlasting.
Dit kan leiden tot schade aan de
trekontlasting.
Gebruik geen boormachine.
▶
Aansluiten van
de randaarde van
de LG RESU
FLEX
1
2
Leid de randaarde van de accu in de
geïntegreerde kabelgoot van de afscheiding van het aansluitpaneel naar
het AC-aansluitpaneel.
Bevestig de randaarde van de accu op
de tweede ingang van boven op de
aardelektrodeklem met een schroevendraaier (TX20) en een koppel van 1,8 2 Nm.
68
BELANGRIJK!
Informatie over de aansluiting aan de accuzijde vindt u in de installatiehandleiding van de betreffende fabrikanten.
Page 69
Noodstroom - PV Point (OP) aansluiten
NL
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde installatie, inbedrijfstelling, bediening of verkeerd gebruik.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
De installatie mag alleen door geschoold vakpersoneel en uitsluitend con-
▶
form de technische voorschriften worden geïnstalleerd en in bedrijf worden
gesteld.
Lees de installatiehandleiding en de gebruiksaanwijzing voor gebruik zorgvul-
▶
dig door.
Neem bij onduidelijkheden direct contact op met uw verkoper.
▶
GEVAAR!
Gevaar door beschadigde en/of verontreinigde aansluitklemmen.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Controleer de aansluitklemmen vóór de aansluitwerkzaamheden op bescha-
▶
digingen en verontreinigingen.
Verwijder verontreinigingen in spanningsloze toestand.
▶
Laat defecte aansluitklemmen repareren door een erkend vakbedrijf.
▶
OPMERKING!
Installatie
De continue voeding via het PV Point is afhankelijk van het beschikbare PV-vermogen.
Als de zonnepanelen onvoldoende vermogen beschikbaar hebben, kunnen er onderbrekingen optreden.
Sluit geen verbruikers aan die een stroomvoorziening zonder onderbrekingen
▶
nodig hebben.
BELANGRIJK!
Er moet rekening worden gehouden met de toepasselijke nationale wetten, normen en voorschriften en met de specificaties van de desbetreffende netwerkbeheerder en deze moeten worden toegepast.
Het wordt ten zeerste aangeraden om de specifieke installatie met de netwerkbeheerder overeen te komen en uitdrukkelijk door de netwerkbeheerder te laten
goedkeuren. Deze verplichting geldt met name voor de installateur van de installatie (bijvoorbeeld een elektricien).
OPMERKING!
Alle belastingen die via de OP-aansluitklem worden geleverd, moeten met een
aardlekschakelaar worden beveiligd.
Om de werking van deze aardlekschakelaar te garanderen, moet een verbinding
worden gemaakt tussen de neutrale draad N' (OP) en de aarde.
Door Fronius aanbevolen stroomschema, zie Noodstroomklem - PV Point (OP)
op pagina 165.
69
Page 70
1
Schakel de automatische zekering en
de DC-scheidingsschakelaar uit.
2
VOORZICHTIG!
Gevaar door defecte of ondeskundige boringen.
Deze kunnen verwondingen aan ogen en handen door rondvliegende onderdelen
en scherpe randen, evenals schade aan de omvormer veroorzaken.
Draag een geschikte veiligheidsbril tijdens het boren.
▶
Gebruik alleen een stapboor voor het boren.
▶
Zorg ervoor dat er niets beschadigd raakt in het apparaat (bijvoorbeeld het
▶
klemmenblok).
Pas de diameter van de boring aan de betreffende aansluiting aan.
▶
Ontbraam de boringen met een geschikt gereedschap.
▶
Verwijder de boorresten uit de omvormer.
▶
Zorg ervoor dat de DC-scheidingsschakelaar in de schakelaarstand 'Uit'
staat.
Draai de vijf schroeven van het deksel
van het aansluitpaneel los met een
schroevendraaier (TX20) en een 180°
naar links draaiende beweging.
Verwijder het deksel van het aansluitpaneel van het apparaat.
70
Page 71
3
Boor de optionele kabelgeleider uit
met een stapboor.
NL
4
Steek de trekontlasting in de boring en
zet deze met het door de fabrikant
aangegeven draaimoment vast.
5
Voer de netkabel van onderaf door de
trekontlasting.
Trek de OP-aansluitklem eraf.
71
Page 72
6
Strip 12 mm van de enkele draden.
De kabeldoorsnede moet tussen
1,5 mm2 en 10 mm2 zijn. Open de bedieningshendel van de aansluitklem
door deze op te tillen en steek de gestripte enkele draad tot aan de aanslag
in de connector van de aansluitklem.
Sluit vervolgens de bedieningshendel
tot deze vastklikt.
GEVAAR!
Gevaar door losse en/of verkeerd geklemde afzonderlijke geleiders in de
aansluitklem.
Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
Sluit slechts één geleider aan op
▶
de desbetreffende gleuf van de
aansluitklem.
Controleer of de afzonderlijke ge-
▶
leiders goed vastzitten in de aansluitklem.
Zorg ervoor dat de enkele geleider
▶
volledig in de klem zit en dat er
geen enkele draad uit de klem
steekt.
7
8
L1'Fasegeleider
N'Neutrale draad
N'PEN-draad
BELANGRIJK!
De PEN-draad moet zijn uitgevoerd
met permanent blauw gemarkeerde
uiteinden, in overeenstemming met de
nationale voorschriften, en een doorsnede hebben van 10 mm².
Bevestig de randaarde en de PENdraad met een schroevendraaier
(TX20) en een draaimoment van 1,8 - 2
Nm aan de aardelektrodeklem.
72
Page 73
9
Steek de OP-aansluitklem in de OPconnector tot deze vastklikt. Zet de
wartelmoer van de trekontlasting met
NL
het door de fabrikant aangegeven
draaimoment vast.
73
Page 74
Datacommunicatiekabels aansluiten
Modbus-deelnemers
De ingangen M0 en M1 kunnen worden gekozen. Op de ingangen M0 en M1 van
de Modbus-aansluitklem kunnen elk max. 4 Modbus-deelnemers worden aangesloten.
BELANGRIJK!
Op elke omvormer kan slechts één primaire meter, één accu en één Ohmpilot
worden aangesloten. Vanwege de hoge gegevensoverdracht van de accu, zijn voor
de accu 2 deelnemers nodig. Als de functie 'Omvormerregeling via Modbus' in
het menu 'Communicatie' → 'Modbus' wordt geactiveerd, zijn geen Modbus-deel-
nemers mogelijk. Er kunnen niet tegelijkertijd gegevens worden verzonden en
ontvangen.
Voorbeeld 1:
IngangAccu
Modbus 0 (M0)
Fronius
Ohmpilot
Aantal
primaire
meter
04
02
01
Aantal
secundaire me-
ter
Modbus 1 (M1)
Voorbeeld 2:
IngangAccu
Modbus 0 (M0)
Modbus 1 (M1)
Fronius
Ohmpilot
13
Aantal
primaire
meter
13
04
02
01
Aantal
secundaire me-
ter
74
Page 75
Datacommunicatiekabels leggen
BELANGRIJK!
Als er datacommunicatiekabels in de omvormer worden gemonteerd, neem dan
de volgende punten in acht:
Afhankelijk van het aantal en de doorsnede van de gemonteerde datacom-
-
municatiekabels moet u de pluggen uit de afdichting verwijderen en de datacommunicatiekabels plaatsen.
Vergeet niet in de vrije openingen in de afdichting pluggen te plaatsen.
-
BELANGRIJK!
Als de pluggen ontbreken of verkeerd zijn geplaatst, kan de beschermingsklasse
IP66 niet worden gegarandeerd.
NL
1
Draai de wartelmoer van de trekontlasting los en druk de afdichtingsring met
de pluggen aan de binnenkant van het
apparaat naar buiten.
2
Spreid de afdichtingsring uit op het
punt waar de plug moet worden verwijderd.
* Verwijder de plug met een zijdelingse
beweging.
75
Page 76
3
Leid de datakabel eerst door de wartelmoer van de trekontlasting en vervolgens door de opening van de behuizing.
4
Plaats de afdichtingsring tussen de
wartelmoer en de opening van de behuizing. Druk de datakabels in de kabelgeleiding van de afdichting. Druk
vervolgens de afdichting tot aan de onderkant van de trekontlasting in.
5
Zet de wartelmoer van de trekontlasting met een draaimoment van minimaal 2,5 - maximaal 4 Nm vast.
76
Page 77
Accucommunicatiekabel aansluiten
1
Strip 10 mm van de isolatie van de enkele draden en breng indien nodig ade-
NL
reindhulzen aan.
BELANGRIJK!
Verbind de enkele draden met een
overeenkomstige adereindhuls als
meerdere enkele draden op een ingang
van de insteekaansluitklemmen worden aangesloten.
2
Steek de kabels in de bijbehorende
aansluitingen en controleer of de kabels op hun plaats blijven zitten.
BELANGRIJK!
Gebruik voor het aansluiten van 'Gegevens +/-' en 'Inschakelen +/-' alleen gedraaide kabelparen, zie hoofdstuk Toe-
laatbare kabels voor datacommunicatie-aansluiting op pagina 51.
Verdraai de afscherming van de kabel
en steek deze in de connector
'SHIELD'.
BELANGRIJK!
Als een afscherming verkeerd is
geïnstalleerd, kan dit leiden tot verstoring van de datacommunicatie.
Door Fronius aanbevolen bekabelingsvoorbeeld, zie pagina 167.
Afsluitweerstanden
De installatie kan zonder afsluitweerstanden functioneren. In verband met interferentie is het echter aan te bevelen afsluitweerstanden te gebruiken volgens onderstaand overzicht voor een goede werking.
Toegestane kabels en max. afstanden, zie hoofdstuk Toelaatbare kabels voor da-
tacommunicatie-aansluiting op pagina 51.
BELANGRIJK!
Afsluitweerstanden die niet zijn ingesteld zoals afgebeeld, kunnen storingen veroorzaken in de datacommunicatie.
77
Page 78
00
1
6
+
-
Manufacturer manualManufacturer manual
OPTION 1
01
Modbus 1
01
Modbus 0
Modbus 0 / 1
(min. CAT 5)
Modbus 0 / 1
(min. CAT 5)
00
1
6
Manufacturer manual
OPTION 2
M0 / M1
01
+
-
Manufacturer manual
Modbus 0 / 1
(min. CAT 5)
Modbus 0 / 1
(min. CAT 5)
+
-
Manufacturer manual
OPTION 3
M0 / M1
01
00
1
6
Manufacturer manual
Modbus 0 / 1
(min. CAT 5)
Modbus 0 / 1
(min. CAT 5)
78
Page 79
WSD (Wired
IN (+)
IN (-)
OUT (+)
OUT (-)
IN (+)
IN (-)
OUT (+)
OUT (-)
IN (+)
IN (-)
OUT (+)
OUT (-)
CAT 5/6/7
*
Shut Down) installeren
BELANGRIJK!
De insteekaansluitklem WSD op het
aansluitpaneel van de omvormer wordt
standaard af fabriek met een overbrugging geleverd. Bij de installatie van
een activeringsvoorziening of een
WSD-keten moet de overbrugging worden verwijderd.
Bij de eerste omvormer met aangesloten activeringsvoorziening in de WSD-keten
moet de WSD-schakelaar in stand 1 (Primair apparaat) staan. Bij alle overige omvormers staat de WSD-schakelaar in de stand 0 (Secundair apparaat).
Maximale afstand tussen twee apparaten: 100 m
Max. Aantal apparaten: 28
NL
* Spanningsvrij contact van de activeringsvoorziening (bijv. centrale NA-beveiliging). Als in een WSD-keten meerdere spanningsvrije contacten worden gebruikt,
moeten deze in serie worden geschakeld.
79
Page 80
Inverter sluiten en in bedrijf stellen
Aansluitpaneel/
deksel van behuizing van omvormer sluiten
en in bedrijf stellen
OPMERKING!
Het deksel van de behuizing is om veiligheidsredenen voorzien van een vergrendeling die het inzwenken van het deksel van de behuizing op de omvormer alleen
bij uitgeschakelde DC-scheidingsschakelaar mogelijk maakt.
Hang het deksel van de behuizing alleen op aan de omvormer en klap het al-
▶
leen in als de Dc-scheidingsschakelaar is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat u het deksel van de behuizing niet met geweld ophangt en
▶
inzwenkt.
1
Plaats het deksel op het aansluitpaneel. Zet de vijf schroeven in de aangegeven volgorde met een schroevendraaier (TX20) en een draaiing van
180° naar rechts vast.
Eerste gebruik
van de omvormer
2
Bij het eerste gebruik van de omvormer moeten verschillende installatie-instellingen worden gekozen.
Als de installatie wordt geannuleerd voordat deze is voltooid, worden de ingevoerde data niet opgeslagen en wordt het startscherm met de installatiewizard
opnieuw weergegeven. Bij een onderbreking door bijvoorbeeld een stroomstoring
worden de data opgeslagen. De inbedrijfstelling wordt voortgezet vanaf het punt
Hang het deksel van de behuizing van
bovenaf op aan de omvormer.
Druk het onderste deel van het deksel
van de behuizing in en zet de 2 schroeven met een schroevendraaier (TX20)
en een draaiing van 180° naar rechts
vast.
Zet de DC-scheidingsschakelaar in de
stand 'Aan'. Schakel de veiligheidsschakelaar van de kabel in. Voor systemen met een accu volgt u de inschakelprocedure zoals beschreven in
hoofdstuk Geschikte accu's op pagina
23.
BELANGRIJK! WLAN-toegangspunt
met de optische sensor openen, zie
hoofdstuk Knopfuncties en led-sta-
tusweergave op pagina 32
80
Page 81
van onderbreking nadat de netvoeding weer is hersteld. Als de installatie is on-
12
open access point
Setup your PV system in a few minutes.
START INSTALLATION
LOGIN
Log in with your Fronius credentials (email adress
& password) in order to get the most out of the
PV System. Installing a new product does not
require a Login.
Imprint & ContactTerms & ConditionsData Privacy
Fronius Solar.start
open access point
1
FRONIUS_PILOTxxx
Secured
Password:
12345678
2
192.168.250.181
derbroken, levert de omvormer maximaal 500 W aan het stroomnetwerk terug en
knippert de bedrijfs-led geel.
De landspecifieke setup kan slechts bij het eerste gebruik van de omvormer worden ingesteld. Als u de landspecifieke setup naderhand wilt wijzigen, neemt u
contact op met uw installateur / de Technische helpdesk.
NL
Installatie met
app
Voor de installatie is de app Fronius Solar.start nodig. Afhankelijk van het eindapparaat dat voor de installatie wordt gebruikt, is de app op het betreffende
platform beschikbaar.
Start de installatie in de app.
1
Selecteer het product waarmee de verbinding tot stand moet worden ge-
2
bracht.
3
Open het toegangspunt door de sensor 1x aan te raken → Communicatieled: knippert blauw.
Volg de installatiewizard in de afzonderlijke gedeelten en voltooi de installa-
4
tie.
Voeg de systeemcomponenten toe aan Fronius Solar.web en start de PV-in-
5
stallatie op.
Installatie met
browser
De netwerkwizard en de productinstallatie kunnen onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd. Voor de installatiewizard van Fronius Solar.web is een netwerkverbinding vereist.
WLAN:
1
Open het toegangspunt door de sensor 1x aan te raken → Communicatieled: knippert blauw.
81
Page 82
Maak een verbinding met de omvormer in de netwerkinstellingen (de omvor-
169.254.0.180
21
open access point
2
mer is te herkennen aan de naam 'FRONIUS_PILOT' en het serienummer van
het apparaat).
Voer het wachtwoord 12345678 in en bevestig het wachtwoord.
3
BELANGRIJK!
Voor het invoeren van een wachtwoord in een programma dat onder Windows
10 draait, moet eerst de koppeling 'Verbinding maken met een netwerkbeveiligingssleutel' worden geactiveerd om het wachtwoord 12345678 te koppelen.
Voer het IP-adres 192.168.250.181 in de adresbalk van de browser in en be-
4
vestig dit. De installatiewizard wordt geopend.
Volg de installatiewizard in de afzonderlijke gedeelten en voltooi de installa-
5
tie.
Voeg de systeemcomponenten toe aan Fronius Solar.web en start de PV-in-
6
stallatie op.
De netwerkwizard en de productinstallatie kunnen onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd. Voor de installatiewizard van Fronius Solar.web is een netwerkverbinding vereist.
Ethernet:
Maak een verbinding met de omvormer (LAN1) met een netwerkkabel (CAT5
1
STP of hoger).
2
Open het toegangspunt door de sensor 1x aan te raken → Communicatieled: knippert blauw.
Voer het IP-adres 169.254.0.180 in de adresbalk van de browser in en beves-
3
tig dit. De installatiewizard wordt geopend.
Volg de installatiewizard in de afzonderlijke gedeelten en voltooi de installa-
4
tie.
Voeg de systeemcomponenten toe aan Fronius Solar.web en start de PV-in-
5
stallatie op.
De netwerkwizard en de productinstallatie kunnen onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd. Voor de installatiewizard van Fronius Solar.web is een netwerkverbinding vereist.
82
Page 83
De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen
De inverter
spanningsloos
maken en weer
inschakelen
NL
Schakel de veiligheidsschakelaar
1
1.
van de kabel uit.
Zet de DC-scheidingsschakelaar in
2.
de stand 'Uit'.
Voer de eerder genoemde stappen in
omgekeerde volgorde uit om de inverter weer in bedrijf te stellen.
83
Page 84
84
Page 85
Instellingen - Gebruikersinterface
van de inverter
85
Page 86
86
Page 87
Gebruiker instellen
NL
Gebruiker aanmelden
Taal selecteren
Roep de gebruikersinterface van de inverter in de browser op.
1
Meld u via het menu 'Aanmelden' met uw gebruikersnaam en wachtwoord
2
aan of klik in het menu 'Gebruiker' op de knop 'Gebruiker aanmelden' en
meld u met uw gebruikersnaam en wachtwoord aan.
BELANGRIJK!
Afhankelijk van de machtiging van de gebruiker kunnen de instellingen in de afzonderlijke menu's worden uitgevoerd.
Klik in het menu 'Gebruiker' op de knop 'Taal' en selecteer de gewenste taal.
1
87
Page 88
Apparaatconfiguratie
ComponentenVia 'Component toevoegen+' kunt u alle beschikbare componenten van de instal-
latie toevoegen.
PV-generator
Activeer de MPP Tracker en voer in het bijbehorende veld het aangesloten PVvermogen in. Bij gecombineerde solarmodulestrings moet 'PV 1 + PV 2 parallel
geschakeld' worden geactiveerd.
Accu
Als de SoC-modus is ingesteld op 'Automatisch', zijn de waarden 'Minimale SoC'
en 'Maximale SoC' vooraf ingesteld volgens de technische specificaties van de fabrikant van de accu.
Als de SoC-modus is ingesteld op 'Handmatig', kunnen de waarden 'Minimale
SoC' en 'Maximale SoC' binnen hun technische specificaties worden gewijzigd na
overleg met de fabrikant van de accu.
Met de instelling 'Laden van de accu's van andere stroomopwekkers in het thuisnet toestaan' wordt het laden van accu's van andere fabrikanten geactiveerd/
gedeactiveerd.
Met de instelling 'Laden van de accu's via het openbare stroomnetwerk toestaan'
wordt het laden van accu's via het openbare stroomnetwerk geactiveerd/gedeactiveerd.
Hierbij moet rekening worden gehouden met de normatieve of vergoedingsgerelateerde specificaties. Deze instelling beïnvloedt het laden van de accu door andere stroomopwekkers in het huis niet. Dit geldt alleen voor het betrekken van
laadenergie uit het openbare stroomnetwerk. Onafhankelijk van deze instelling
worden de noodzakelijke voor reparaties vereiste ladingen via het openbare
stroomnetwerk uitgevoerd (bijvoorbeeld geforceerd naladen ter bescherming tegen diepe ontlading).
BELANGRIJK!
Fronius aanvaardt bij schade aan accu's van derden geen enkele aansprakelijkheid.
Primaire meter
Voor een goede werking met andere energieopwekkers is het belangrijk dat de
Fronius Smart Meter op het terugleveringspunt is gemonteerd. De omvormer en
andere stroomopwekkers moeten via de Fronius Smart Meter op het openbare
stroomnetwerk worden aangesloten.
Deze instelling heeft ook invloed op het gedrag van de omvormer 's nachts. Als
de functie is gedeactiveerd, schakelt de omvormer naar de stand-bymodus zodra
er geen PV-vermogen meer beschikbaar is en er geen opgave van het energiebeheer aan de accu volgt (bijvoorbeeld: minimale laadtoestand bereikt). Het bericht
"Power low" verschijnt. De omvormer start opnieuw zodra er een energiebeheerspecificatie is verzonden of voldoende PV-vermogen beschikbaar is.
Als de functie wordt geactiveerd, blijft de omvormer permanent op het stroomnetwerk aangesloten, zodat de omvormer op elk moment energie van andere
stroomopwekkers kan afnemen.
Na het aansluiten van de meter moet de positie worden geconfigureerd. Er moet
voor iedere Smart Meter een eigen Modbus-adres worden ingesteld.
De Watt-waarde bij de stroomopwekkersmeter is de som van alle stroomopwekkersmeters. De Watt-waarde bij de secundaire meter is de som van alle secundaire meters.
88
Page 89
Ohmpilot
Alle Ohmpilots die beschikbaar zijn in de installatie, worden weergegeven. Selecteer de gewenste Ohmpilot en voeg deze via 'Toevoegen' toe aan de installatie.
NL
Functies en
I/O's
Noodstroom
Bij het noodstroombedrijf kan 'Uit' en 'PV Point' geselecteerd worden.
BELANGRIJK!
Bij het configureren van het noodstroombedrijf 'PV Point' moeten de aanwijzingen in het hoofdstuk Veiligheid op pagina 69 in acht worden genomen.
Nominale noodstroomspanning
Wanneer het noodstroombedrijf geactiveerd is, moet de nominale spanning van
het openbare stroomnetwerk worden gekozen.
Waarschuwingsniveau laadtoestand
Vanaf deze restcapaciteit van de accu in het noodstroombedrijf wordt een waarschuwing afgegeven.
Reservecapaciteit
De ingestelde waarde resulteert in een restcapaciteit (afhankelijk van de capaciteit van de accu) die voor noodstroomvoorziening wordt gereserveerd. De accu
wordt bij netgekoppeld bedrijf niet ontladen tot onder de restcapaciteit.
Belastingbeheer
Hier kunnen maximaal 4 pinnen voor het belastingbeheer worden geselecteerd.
De overige instellingen voor het belastingbeheer vindt u in het menu 'Belasting-
beheer'.
Standaard: Pin 1
Australië - Demand Response Mode (DRM)
Hier kunnen de pinnen voor de besturing via DRM worden ingesteld:
ModusBeschrijvingInformatieDRM-pin
DRM0De omvormer wordt
van het stroomnetwerk gescheiden
DRM0 treedt op in geval
van een onderbreking of
kortsluiting in REF GEN-
REF GEN
COM
LOAD
of COM LOAD-kabels, of
in geval van ongeldige
combinaties van DRM1 DRM8.
De netrelais worden geopend.
DRM1Import P
zonder ontkoppeling
nom
≤ 0%
momenteel niet ondersteund
DRM 1/5IN6
van het stroomnetwerk
DRM2Import P
≤ 50%momenteel niet onder-
nom
DRM 2/6IN7
steund
DRM3Import P
&
+Q
* ≥ 0%
rel
nom
≤ 75%
momenteel niet ondersteund
DRM 3/7IN8
I/O-
pin
IO4
IO5
DRM4Import P
≤ 100%momenteel niet onder-
nom
steund
DRM 4/8IN9
89
Page 90
ModusBeschrijvingInformatieDRM-pin
I/O-
pin
Demand Response Modes (DRM)
DRM5Export P
zonder ontkoppeling
nom
≤ 0%
momenteel niet ondersteund
DRM 1/5IN6
van het stroomnetwerk
DRM6Export P
≤ 50%momenteel niet onder-
nom
DRM 2/6IN7
steund
DRM7Export P
-Q
* ≥ 0%
rel
DRM8Export P
≤ 75% &
nom
momenteel niet ondersteund
≤ 100%momenteel niet onder-
nom
DRM 3/7IN8
DRM 4/8IN9
steund
De percentages hebben altijd betrekking op het nominale apparaatvermogen.
BELANGRIJK!
Als de functie 'Demand Response Mode (DRM)' is geactiveerd en er geen DRMbesturing aangesloten is, schakelt de omvormer op stand-by over.
Hier kunt u een waarde invoeren voor het schijnbaar opgenomen vermogen en
het schijnbaar afgegeven vermogen voor de landspecifieke setup Australië.
Omvormer'Standby afdwingen'
Wanneer deze functie geactiveerd is, wordt de voedingsmodus van de omvormer
onderbroken. Hierdoor kan de omvormer zonder vermogen worden uitgeschakeld
en zijn de onderdelen beschermd. Wanneer de omvormer opnieuw wordt opgestart, wordt de stand-by functie automatisch uitgeschakeld.
'PV 1' en 'PV 2'
ParameterWaardebereikBeschrijving
'Modus'UitDe MPP-Tracker is gedeactiveerd.
'UDC-fix'80 ‑ 530 VDe omvormer gebruikt de vaste vooringe-
'Dynamik Peak
Manager'
AutomatischDe omvormer gebruikt precies die span-
ning, waarbij het maximaal mogelijke vermogen van de MPP-tracker mogelijk is.
FixDe MPP-tracker gebruikt de in de 'UDC-
fix' gedefinieerde spanning.
stelde spanning die bij de MPP-tracker
wordt gebruikt.
UitFunctie is gedeactiveerd.
AanDe volledige solarmodulestring wordt ge-
controleerd op optimalisatiemogelijkheden en bepaalt de best mogelijke spanning
voor teruglevering.
90
'Rimpelsignaal'
Rimpelsignalen zijn signalen die door het energiebedrijf worden verzonden om
regelbare belastingen in en uit te schakelen. Afhankelijk van de inbouwsituatie
Page 91
kunnen rimpelsignalen door de omvormer worden gedempt of versterkt. De onderstaande instellingen kunnen worden gebruikt om dit zo nodig tegen te gaan.
ParameterWaardebereikBeschrijving
NL
'Reductie van
de beïnvloeding'
'Frequentie van
het rimpelsignaal'
'Stroomnetwerkinductie'
'Maatregelen tegen foutieve uitschakeling van de aardlekschakelaar/lekstroombeveiliging'
(bij gebruik van een 30 mA-aardlekschakelaar)
OPMERKING!
Op grond van nationale bepalingen van de netwerkbeheerder of andere omstandigheden kan plaatsing van een aardlekschakelaar in de AC-aansluitleiding
noodzakelijk zijn.
In het algemeen is in een dergelijk geval een aardlekschakelaar van het type A
toereikend. In bijzondere gevallen en afhankelijk van de lokale omstandigheden
kunnen er echter onjuiste uitschakelingen door een aardlekschakelaar van het type A plaatsvinden. Daarom raadt Fronius een aardlekschakelaar aan die geschikt
is voor frequentie-omvormers met een uitschakelstroom van ten minste 100 mA,
rekening houdend met de nationale voorschriften.
UitFunctie is gedeactiveerd.
AanFunctie is geactiveerd.
100 ‑ 3000 HzHier moet de door het energiebedrijf op-
gegeven frequentie worden ingevoerd.
0,00001 ‑ 0,00
5 H
Hier moet de op het voedingspunt gemeten waarde worden ingevoerd.
ParameterWaardebereikBeschrijving
"Uitschakeling
omvormer vóór
activering van
30 mA aardlekschakelaar"
"Lekstroomfactor om
RCMU/FI valse
uitschakeling te
verminderen"
(alleen voor Symo GEN24)
'ISO-waarschuwing'
ParameterWaardebereikBeschrijving
'ISO-waarschuwing'
0Geen maatregelen om valse activering te
voorkomen.
1De omvormer schakelt uit bij 15 mA voor-
dat de aardlekschakelaar uitschakelt.
0 ‑ 0,25
(standaard:
0,16)
UitDe isolatiewaarschuwing is gedeactiveerd.
AanDe isolatiewaarschuwing is geactiveerd.
De reductie van de instelwaarde vermindert de lekstroom en verhoogt de tussenkringspanning, waardoor het rendement
licht daalt. Instelwaarde 0.16 maakt optimaal rendement mogelijk.
Er wordt een waarschuwing gegeven in geval van een isolatiefout.
De isolatiebewaking wordt met de grootst
mogelijke nauwkeurigheid uitgevoerd en
de gemeten isolatieweerstand wordt weergegeven op de gebruikersinterface van de
omvormer.
keurig uitgevoerd, waardoor de duur van
de isolatiemeting korter wordt en de isolatiewaarde niet op de gebruikersinterface
van de omvormer wordt weergegeven.
Als deze drempelwaarde niet wordt bereikt, wordt op de gebruikersinterface van
de omvormer de statuscode 1083 weergegeven.
noodstroombedrijf.
grenswaarde voor het uitschakelen van de
noodstroomvoorziening in te stellen.
Bijv. instelwaarde 0,9 = 90 % van de nominale spanning.
0,04 ‑ 20 sActiveringstijd voor onderschrijding van de
grenswaarde van de noodstroomonderspanningsbeveiliging.
0 ‑ 2 %VDe instelwaarde wordt gebruikt om de
grenswaarde voor het uitschakelen van de
noodstroomvoorziening in te stellen.
Bijv. instelwaarde 1,1 = 110% van de nominale spanning.
0,04 ‑ 20 sActiveringstijd voor het overschrijden van
de grenswaarde van de overspanningsbeveiliging voor noodstroom.
0 ‑ 600 sIs de wachttijd voor de hervatting van de
noodstroomvoorziening na een uitschakeling.
1 ‑ 10Is het max. aantal automatische herstart-
pogingen. Wanneer het max. aantal automatische herstartpogingen is bereikt,
moet het servicebericht 1177 handmatig
worden bevestigd.
92
Page 93
ParameterWaardebereikBeschrijving
'Externe frequentie-monitoring in noodstroom'
(alleen voor Italië)
'Uitschakeltijd
kortsluiting
noodstroom'
UitFunctie is gedeactiveerd
AanVoor noodstroombedrijf (full backup) in
Italië moet de externe frequentie-monitoring worden geactiveerd. Voordat de noodstroomvoorziening wordt beëindigd, wordt
de lichtnetfrequentie gecontroleerd. Als
de lichtnetfrequentie binnen het toegestane grensbereik ligt, worden de belastingen
op het openbare elektriciteitsnet aangesloten.
0,001 ‑ 60 sAls er kortsluiting optreedt in de nood-
stroomvoorziening, wordt de noodstroomvoorziening binnen de ingestelde tijd onderbroken.
NL
93
Page 94
Energiebeheer
Energiebeheer'Optimalisatie van het eigenverbruik'
De bedrijfsmodus op 'handmatig' of 'automatisch' instellen. De omvormer regelt
altijd uit naar de ingestelde 'doelwaarde op het terugleveringspunt'. In de be-
drijfsmodus 'automatisch' (fabrieksinstelling) wordt op 0 W op het terugleveringspunt (maximaal eigenverbruik) gecontroleerd.
De 'doelwaarde op het terugleveringspunt' geldt ook wanneer een andere bron op
het meetpunt aan het stroomnetwerk teruglevert. In dit geval moet echter
de Fronius Smart Meter op het terugleveringspunt geïnstalleerd en geconfi-
-
gureerd zijn,
de functie 'Laden van de accu's van andere stroomopwekkers in het thuisnet
-
toestaan' in het menu 'Componenten' → 'Accu' zijn geactiveerd.
'Doelwaarde op terugleveringspunt'
Als onder Optimalisatie eigenverbruik 'handmatig' is geselecteerd, kan de 'be-
drijfsmodus' ('Opname' / 'Teruglevering') en de 'Doelwaarde op terugleveringspunt' worden ingesteld.
BELANGRIJK!
De ' optimalisatie eigenverbruik' heeft een lagere prioriteit dan 'accubeheer'.
Externe stroomopwekkers (alleen met actieve accu mogelijk)
Als in het huis meerdere decentrale stroomopwekkers zijn geïnstalleerd die in de
eigenverbruiksregeling van de hybride omvormer van Fronius zijn opgenomen,
moet de instelling 'Laden van de accu's van andere stroomopwekkers in het
thuisnet toestaan' in het menu 'Apparaatconfiguratie' → 'Componenten' worden
geactiveerd (zie hoofdstuk Componenten op pagina 88.
Hierdoor kan er stroom uit het thuisnet via de GEN24 Plus-omvormer van Fronius in de accu geladen worden. De vermogensopname van de GEN24 Plus-omvormer van Fronius kan door opgave van het maximale AC-vermogen (max. AC) beperkt worden. Maximaal is een vermogensopname met het nominale AC-vermogen van de GEN24 Plus-omvormer van Fronius mogelijk.
'Accubeheer'
Met behulp van de tijdsafhankelijke accubesturing is het mogelijk om het laden/
ontladen van de accu te voorkomen of te beperken evenals een specifieke waarde voor het laden/ontladen in te stellen.
Het accubeheer wordt bijvoorbeeld door de volgende instellingen beïnvloed:
laden van de accu's via het openbare stroomnetwerk toestaan,
-
vermogensbegrenzing van de omvormer, opslag of complete installatie,
-
besturingsinstellingen via Modbus en
-
optimalisatie van het eigenverbruik
-
BELANGRIJK!
De vastgelegde regels voor de accubesturing hebben na de optimalisatie van het
eigenverbruik de een-na-laagste prioriteit. Afhankelijk van de configuratie kan
het zijn dat vanwege andere instellingen niet aan de regels wordt voldaan.
94
Page 95
Voor de regels van de tijdsafhankelijke accubesturing kunnen de volgende waar-
500 W
+
-
00
1
6
TARGET: 0W
0 W
500 W
1000 W
500 W
den worden geselecteerd:
'Max. laadvermogen'
-
De accu wordt maximaal opgeladen met de waarde die is ingesteld in het invoerveld 'Vermogen'.
'Min. laadvermogen'
-
De accu wordt minimaal opgeladen met de waarde die is ingesteld in het veld
'Vermogen'.
'Max. ontladingsvermogen'
-
De accu wordt maximaal ontladen met de waarde die is ingesteld in het invoerveld 'Vermogen'.
'Min. ontladingsvermogen'
-
De accu wordt minimaal ontladen met de waarde die is ingesteld in het invoerveld 'Vermogen'.
De tijdbesturing voor wanneer de regel geldig is, wordt in de invoervelden 'Tijd'
en met de keuzeoptie 'Weekdagen' ingesteld.
Het is niet mogelijk om een tijdsbereik over middernacht (00:00 uur) heen in te
stellen.
Voorbeeld: Een regeling voor de periode van 22:00 tot 06:00 uur moet met 2 regels worden ingesteld, namelijk: '22:00 - 23:59' en '00:00 - 06:00'.
NL
Voorbeelden tijdsafhankelijke
accubesturing
In de volgende voorbeelden worden de energiestromen toegelicht. Er wordt geen
rekening gehouden met rendementen.
Voorbeeld: Accusysteem
PV-installatie op omvormer1000 W
Vermogen naar de accu500 W
Geleverd vermogen (AC) van omvormer500 W
Ingestelde doelwaarde op terugleveringspunt0 W
Teruglevering aan het openbare stroomnetwerk0 W
Verbruik in huis500 W
Voorbeeld: Accusysteem zonder PV-installatie inclusief tweede stroomopwekker in huis
Vermogen naar de accu1500 W
95
Page 96
Voorbeeld: Accusysteem zonder PV-installatie inclusief tweede stroomop-
TARGET: 0W
0 W
500 W
2000 W
1500 W
1500 W
+
-
00
1
6
+
-
00
1
6
TARGET: 0W
0 W
500 W
2000 W1000 W
2500 W
1500 W
wekker in huis
Vermogensopname (AC) van omvormer1500 W
Tweede stroomopwekker in thuisnet2000 W
Ingestelde doelwaarde op terugleveringspunt0 W
Teruglevering aan het openbare stroomnetwerk0 W
Verbruik in huis500 W
Voorbeeld: Accusysteem inclusief tweede stroomopwekker in huis
PV-installatie op omvormer1000 W
Vermogen naar de accu2500 W
Vermogensopname (AC) van omvormer1500 W
Tweede stroomopwekker in thuisnet2000 W
Ingestelde doelwaarde op terugleveringspunt0 W
Teruglevering aan het openbare stroomnetwerk0 W
Verbruik in huis500 W
96
Page 97
Voorbeeld: Accusysteem inclusief tweede stroomopwekker in huis (met max.
TARGET: 0W
500 W
500 W
2000 W1000 W
2000 W
AC MAX: 1000 W
1000 W
+
-
00
1
6
Max. charging power
Max. discharging power
2000 W
2000 W
00:00 – 23:59
00:00 – 23:59
1.
Mo Tu We Th Fr Sa Su
Mo Tu We Th Fr Sa Su
2.
Limit
charging power
Max. charging
power 2000 W
Limit
discharge power
Max. discharge
power 2000 W
0 W
AC-beperking)
PV-installatie op omvormer1000 W
Vermogen naar de accu2000 W
Max. AC-vermogensopname beperkt tot1000 W
Vermogensopname (AC) van omvormer1000 W
Tweede stroomopwekker in thuisnet2000 W
Ingestelde doelwaarde op terugleveringspunt0 W
Teruglevering aan het openbare stroomnetwerk500 W
Verbruik in huis500 W
NL
Toegestane accubesturingregels
Een regel bestaat altijd uit een beperking of specificatie en de tijdbesturing 'Tijd'
en 'Weekdagen' waarin de regel actief is. Regels met dezelfde beperking (bijv.
'Max. laadvermogen') mogen elkaar qua tijd niet overlappen.
Maximale laad- en ontladingsgrens
Er kunnen tegelijk een maximaal laadvermogen en een maximaal ontladingsvermogen worden geconfigureerd.
97
Page 98
Laadbereik instellen
Min. charging power
Max. charging power
500 W
3800 W
03:00 – 04:00
03:00 – 04:00
1.
Mo Tu We Th Fr Sa Su
Mo Tu We Th Fr Sa Su
2.
Limit
charging power
Max. charging
power 3800 W
Min. charging
power 500 W
Limit
discharge power
0 W
Max. discharging power
Min. discharging power
3000 W
1000 W
13:00 – 14:00
00:00 – 23:59
1.
Mo Tu We Th Fr Sa Su
Mo Tu We Th Fr Sa Su
2.
Limit
charging power
Limit
discharge power
Max. discharge
power 3000 W
Min. discharge
power 1000 W
0 W
Min. charging power
Max. charging power
3000 W
3000 W
03:00 – 04:00
03:00 – 04:00
1.
Mo Tu We Th Fr Sa Su
Mo Tu We Th Fr Sa Su2.
Limit
charging power
Min./Max. charging
power 3000 W
Limit
discharge power
0 W
Het is mogelijk om een laadbereik met een min. en max. laadgrens te definiëren.
In dat geval is het niet mogelijk om de accu te ontladen.
Ontladingsbereik instellen
Het is mogelijk om een ontladingsbereik met een min. en max. ontladingsgrens te
definiëren. In dat geval is het niet mogelijk om de accu te laden.
Specifiek laadvermogen instellen
Het is mogelijk om een specifiek laadvermogen te definiëren door het min. en
max. laadvermogen op dezelfde waarde in te stellen.
98
Page 99
Specifiek ontladingsvermogen instellen
Min. discharging power
Max. discharging power
3000 W
3000 W
13:00 – 14:00
13:00 – 14:00
1.
Mo Tu We Th Fr Sa Su
Mo Tu We Th Fr Sa Su
2.
Limit
charging power
Min./Max. discharging
power 3000 W
Limit
discharge power
0 W
Het is mogelijk om een specifiek ontladingsvermogen te definiëren door het min.
en max. ontladingsvermogen op dezelfde waarde in te stellen.
Mogelijke toepassingen
Tijdsafhankelijke stroomtarieven
-
Accureservering bij marktspecifieke vermogensbegrenzing
-
Tijdsafhankelijke opslagreservering voor gevallen waarbij gebruik wordt ge-
-
maakt van noodstroom
NL
PV-vermogensreductie
De regels in het menu 'Accubeheer' maken een optimaal gebruik van de opgewekte energie mogelijk. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin het PVvermogen vanwege de tijdsafhankelijke accubesturing niet volledig kan worden
benut.
Voorbeeld
Fronius-omvormer (max. uitvoervermogen)6000 W
gedefinieerde ontlading van accu6000 W
PV-vermogen1000 W
In dit geval zou de omvormer het PV-vermogen moeten reduceren tot 0 W, aangezien het uitvoervermogen van de omvormer maximaal 6000 W bedraagt en dit
door de ontlading van de accu al volledig wordt benut.
Omdat verspilling van het PV-vermogen moet worden tegengegaan, wordt de
vermogensbegrenzing in het accubeheer automatisch zodanig aangepast dat er
geen PV-vermogen verloren gaat. In het bovenstaande voorbeeld betekent dit
dat de accu slechts met 5000 W wordt ontladen, zodat de 1000 W aan PV-vermogen kan worden gebruikt.
BelastingbeheerPrioriteiten
Als aanvullende componenten (bijvoorbeeld accu, Fronius Ohmpilot) in de installatie aanwezig zijn, kunnen hier de prioriteiten worden ingesteld. Apparaten met
een hogere prioriteit worden eerst aangestuurd en vervolgens de andere, mits er
nog overtollige energie beschikbaar is.
BELANGRIJK!
Als er zich een Fronius Wattpilot in de PV-installatie bevindt, wordt deze als verbruiker gezien. De prioriteit voor het belastingbeheer van de Wattpilot moet in de
Fronius Solar.Wattpilot-app worden geconfigureerd.
99
Page 100
'Regels'
Er kunnen maximaal vier verschillende belastingbeheerregels worden gedefinieerd. Bij gelijke drempelwaarden worden de regels achtereenvolgens geactiveerd.
Bij het deactiveren werkt het andersom: de laatst ingeschakelde I/O wordt als
eerste uitgeschakeld. Bij verschillende drempels wordt eerst de I/O met de laagste drempelwaarde ingeschakeld, daarna de I/O met de een-na-laagste drempelwaarde enz.
I/O's die door het geproduceerde vermogen worden aangestuurd, zijn altijd in het
voordeel ten opzichte van de accu en de Fronius Ohmpilot. Dit betekent dat een
I/O zichzelf kan inschakelen, met als gevolg dat de accu niet meer wordt geladen
of de Fronius Ohmpilot niet meer wordt aangestuurd.
BELANGRIJK!
Een I/O wordt pas na 60 seconden geactiveerd/gedeactiveerd.
'Belasting'
De besturing is 'Uit' (gedeactiveerd).
-
De besturing loopt via 'geproduceerd vermogen'.
-
De besturing loopt via 'overtollig vermogen' (bij terugleveringslimieten). De-
-
ze optie kan alleen worden geselecteerd nadat er een meter is aangesloten.
De besturing loopt via de werkelijk aan het stroomnetwerk teruggeleverde
elektriciteit.
'Drempelwaarden'
'Aan': Voor het invoeren van een limiet voor het werkelijke vermogen vanaf
-
waar de uitgang wordt geactiveerd.
'Uit': Voor het invoeren van een limiet voor het werkelijke vermogen vanaf
-
waar de uitgang wordt gedeactiveerd.
'Looptijden'
Veld voor het activeren van de 'minimale looptijd per inschakeling' die aan-
-
geeft hoelang de uitgang per inschakeling minimaal geactiveerd moet zijn.
Veld voor het activeren van de 'maximale looptijd per dag'.
-
Veld voor het activeren van de 'gewenste looptijd' die aangeeft hoelang de
-
uitgang per dag in totaal geactiveerd moet zijn (hierbij wordt rekening gehouden met meerdere inschakelingen).
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.