Fronius Fronius Symo GEN24 3 - 5 kW Plus Operating Instruction [NL]

Operating Instructions
Fronius Symo GEN24
3.0 / 3.0 Plus / 4.0 / 4.0 Plus
5.0 / 5.0 Plus
Bedieningshandleiding
NL
42,0426,0388,NL 019-17042023
Veiligheidsvoorschriften 7
Verklaring veiligheidsaanwijzingen 7 Veiligheid 7 Algemeen 7 Om-ge-vings-con-di-ties 8 Gekwalificeerd personeel 8 Informatie over de geluidsemissie 8 EMV-maatregelen 9 Noodstroom 9 Gegevensbescherming 10 Auteursrecht 10 Randaarde (PE) 10
Algemene informatie 11
Fronius Symo GEN24 13
Apparaatconcept 13 Werkingsoverzicht 13 Fronius UP 14 Leveringsomvang 14 Beoogd gebruik 14 Thermisch concept 15 Fronius Solar.web 15 Lokale communicatie 16
Verschillende bedrijfsmodi 17
Bedrijfsmodi - Symbolen 17 Bedrijfsmodus - inverter met accu 17 Bedrijfsmodus - inverter met accu en meerdere Smart Meters 18 Bedrijfsmodus - inverter met accu, AC-gekoppeld aan een andere inverter 18 Bedrijfsmodus - omvormer met accu en Ohmpilot 19 Bedrijfsmodus - omvormer met accu en nog een omvormer 19 Energiestroomrichting van de inverter 19 Bedrijfstoestanden (alleen voor systemen met accu) 20
Energiebesparingsmodus 21
Algemeen 21 Uitschakelvoorwaarden 21 Inschakelvoorwaarden 21 Speciaal geval 21 Weergave van de energiebesparingsmodus 22
Geschikte accu's 23
Algemeen 23 BYD Battery-Box Premium 23 LG RESU FLEX 24
Systeem handmatig starten 26
Voorwaarde 26 Melding bij systeemuitschakeling 26 Accu handmatig starten na systeemuitschakeling 26 Noodstroombedrijf na systeemuitschakeling starten 26
Beveiliging van personen en apparaten 27
Centrale NA-beveiliging 27 WSD (Wired Shut Down) 27 Lekstroombeveiliging 27 Veilige toestand 27 Overspanningsbeveiliging 27
Bedieningselementen en aansluitingen 28
Aansluitpaneel 28 Afscheiding van het aansluitpaneel 29 Aardelektrodeklem 29 DC-scheidingsschakelaar 30
NL
3
Datacommunicatiegedeelte 30 Knopfuncties en led-statusweergave 32 Schematische schakeling van I/O 33
Noodstroomvariant - PV Point (OP) 35
Algemeen 37
PV Point (OP) 37 Verklaring - PV Point (OP) 37
Installatie 39
Algemeen 41
Snelsluitsysteem 41 Waarschuwingen op het apparaat 41 Compatibiliteit van systeemcomponenten 42
Locatiekeuze en montagepositie 44
Montageplaats van omvormer 44 Keuze van de locatie voor accu's van derden 45 Montagepositie van omvormer 46
Montagesteun monteren en inverter ophangen 48
Keuze van bevestigingsmateriaal 48 Toestand van de montagesteun 48 Montagesteun niet vervormen 48 Montagesteun op een wand monteren 48 Montagesteun op een mast of drager monteren 49 Montagesteun op montagerails monteren 49 Omvormer op de montagesteun hangen 50
Voorwaarden voor het aansluiten van de inverter 51
Toegestane kabels voor de elektrische aansluiting 51 Toelaatbare kabels voor datacommunicatie-aansluiting 51 Kabeldoorsnede van AC-kabels 52 Kabeldoorsnede van DC-kabels 53 Maximale afzekering aan AC-zijde 53
Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde) 55
Veiligheid 55 Omvormer op het openbare stroomnetwerk aansluiten (AC-zijde) 55
Solarmodulestrings op inverter aansluiten 58
Algemene informatie over zonnepaneel 58 Veiligheid 58 PV-generator - algemeen 59 Configuratie PV-generator3 5 kW 59 Solarmodulestrings op de omvormer aansluiten 60
Accu op inverter aansluiten 64
Veiligheid 64 Accu aan DC-zijde aansluiten 64 Aansluiten van de randaarde van de LG RESU FLEX 68
Noodstroom - PV Point (OP) aansluiten 69
Veiligheid 69 Installatie 69
Datacommunicatiekabels aansluiten 74
Modbus-deelnemers 74 Datacommunicatiekabels leggen 75 Accucommunicatiekabel aansluiten 77 Afsluitweerstanden 77 WSD (Wired Shut Down) installeren 79
Inverter sluiten en in bedrijf stellen 80
Aansluitpaneel/deksel van behuizing van omvormer sluiten en in bedrijf stellen 80 Eerste gebruik van de omvormer 80 Installatie met app 81 Installatie met browser 81
De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen 83
De inverter spanningsloos maken en weer inschakelen 83
4
Instellingen - Gebruikersinterface van de inverter 85
Gebruiker instellen 87
Gebruiker aanmelden 87 Taal selecteren 87
Apparaatconfiguratie 88
Componenten 88 Functies enI/O's 89 Demand Response Modes (DRM) 90 Omvormer 90
Energiebeheer 94
Energiebeheer 94 Voorbeelden - tijdsafhankelijke accubesturing 95 Toegestane accubesturingregels 97 PV-vermogensreductie 99 Belastingbeheer 99
Systeem 101
Algemeen 101 Update 101 Installatiewizard 101 Fabrieksinstellingen herstellen 101 Event Log (Gebeurtenissenlogboek) 101 Informatie 101 Licentiebeheer 102 Support 103
Communicatie 104
Netwerk 104 Modbus 105 Besturing op afstand 106 Fronius Solar API 107
Veiligheids- en netwerkvereisten 108
Landspecifieke setup 108 Terugleveringsbegrenzing 108 Dynamische vermogensregeling met meerdere omvormers 110 I/O-vermogensbeheer 113 Aansluitschema - 4 relais 114 Instellingen I/O-vermogensbeheer - 4 relais 115 Aansluitschema - 3 relais 116 Instellingen I/O-vermogensbeheer - 3 relais 117 Aansluitschema - 2 relais 118 Instellingen I/O-vermogensbeheer - 2 relais 119 Aansluitschema - 1 relais 120 Instellingen I/O-vermogensbeheer - 1 relais 121 Automatische test(CEI 0-21) 121
NL
Opties 123
Overspanningsbeveiliging SPD 125
Algemeen 125 Veiligheid 125 Leveringsomvang 125 Schakel de omvormer spanningsvrij 126 Installatie 127 Omvormer in bedrijf stellen 132
DC Connector Kit GEN24 134
Algemeen 134 Algemene informatie over zonnepaneel 134 Veiligheid 134 Leveringsomvang 135 Schakel de omvormer spanningsvrij 136 Installatie 136 Omvormer in bedrijf stellen 140
5
Annex 143
Verzorging, onderhoud en recycling 145
Algemeen 145 Onderhoud 145 Reiniging 145 Veiligheid 145 Exploitatie in omgevingen met een sterke stofontwikkeling 145 Afvoer van oude apparaten 146
Garantievoorwaarden 148
Fronius-fabrieksgarantie 148
Statuscodes en problemen oplossen 149
Weergave 149 Statuscodes 149
Technische gegevens 150
Fronius Symo GEN24 3.0 / 3.0 Plus 150 Fronius Symo GEN24 4.0 / 4.0 Plus 153 Fronius Symo GEN24 5.0 / 5.0 Plus 156 WLAN 160 Technische gegevens overspanningsbeveiliging DC SPD type 1+2 GEN24 160 Verklaring van de voetnoten 161 Geïntegreerde DC-scheidingsschakelaar 161
Stroomschema's 163
Noodstroomklem - PV Point (OP) 165
Stroomschema 165
Noodstroomklem - PV Point (OP) Australië 166
Stroomschema 166
Fronius Symo GEN24 en BYD Battery-Box Premium HV 167
Stroomschema 167
Fronius Symo GEN24 met 2 parallel geschakelde BYD Battery-Box Premium HV's 168
Stroomschema 168
Fronius Symo GEN24 met 3 parallel geschakelde BYD Battery-Box Premium HV's 169
Stroomschema 169
Fronius Symo GEN24 en LG RESU FLEX 170
Stroomschema 170
Aansluitschema - overspanningsbeveiliging SPD 171
Stroomschema 171
Afmetingen van inverter 173
Fronius Symo GEN24 3 - 5 kW 175
Fronius Symo GEN24 3 - 5 kW 175
6
Veiligheidsvoorschriften
NL
Verklaring veilig­heidsaanwijzin­gen
GEVAAR!
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha-
melijk letsel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG!
Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwon-
dingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.
OPMERKING!
Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadi­ging van de apparatuur.
Wanneer u een symbool ziet dat in het hoofdstuk 'Veiligheidsvoorschriften' is af­gebeeld, is verhoogde opmerkzaamheid vereist.
Veiligheid
Gevaar door beknelling bij het onjuist hanteren van aanbouw- en aansluitdelen.
Dit kan verwondingen aan ledematen tot gevolg hebben.
▶ ▶ ▶
Algemeen Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek en rekening houdend
met de officiële veiligheidsspecificaties vervaardigd. Bij onjuiste bediening of ver­keerd gebruik levert dit gevaar op voor
-
-
Alle personen die met inbedrijfname, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten:
-
-
-
VOORZICHTIG!
Gebruik de geïntegreerde handgrepen om de inverter op te tillen, neer te zet­ten en op te hangen. Let er bij het bevestigen van de aanbouwdelen op dat er geen ledematen tus­sen het aanbouwdeel en de inverter zitten. De vergrendeling en ontgrendeling van de afzonderlijke polen op de aansluit­klemmen mag niet worden omzeild.
het leven van de gebruiker of dat van derden; het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.
beschikken over de juiste kwalificaties; kennis hebben over het omgaan met elektrische installaties; deze bedieningshandleiding volledig lezen en exact opvolgen.
Naast de bedieningshandleiding moet bovendien de overkoepelende en lokale re­gelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu wor­den nageleefd.
7
Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat:
in leesbare toestand houden;
-
niet beschadigen;
-
niet verwijderen;
-
niet afdekken, afplakken of overschilderen.
-
U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen vol­ledig operationeel zijn. Als de veiligheidsvoorzieningen niet volledig operationeel zijn, dan levert dit gevaar op voor:
het leven van de gebruiker of dat van derden;
-
het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker.
-
Niet volledig operationele veiligheidsvoorzieningen moet u, voordat het apparaat wordt ingeschakeld, door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Omzeil veiligheidsvoorzieningen nooit en stel ze nooit buiten werking.
De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk 'Waarschuwingen op het ap­paraat' in de gebruiksaanwijzing van het apparaat.
Storingen die de veiligheid in gevaar brengen, dienen vóór het inschakelen van het apparaat te worden verholpen.
Om-ge-vings­con-di-ties
Gekwalificeerd personeel
Het gebruik of opslaan van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als beoogd gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
De onderhoudsinformatie in deze bedieningshandleiding is uitsluitend bestemd voor gekwalificeerde vakspecialisten. Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Voer geen andere handelingen uit dan de handelingen die in de documentatie zijn beschreven. Dat geldt ook wanneer u voor dergelijke werkzaamheden bent ge­kwalificeerd.
Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte aangetaste of beschadigde kabels, evenals kabels en leidingen met een te dunne kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door een geautori­seerd bedrijf worden uitgevoerd.
Bij niet-originele onderdelen is niet gewaarborgd dat deze voldoende robuust en veilig zijn geconstrueerd en geproduceerd. Gebruik uitsluitend originele vervan­gingsonderdelen (dit geldt ook voor genormeerde onderdelen).
Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan het apparaat aan.
Informatie over de geluidsemis­sie
8
Onderdelen die niet in onberispelijke staat verkeren, dient u direct te vervangen.
Het geluidsniveau van de inverter staat in de Technische gegevens vermeld.
De koeling van het apparaat wordt m.b.v. een elektronische temperatuurregeling zo geluidsarm mogelijk verzorgd. Het geluidsniveau is afhankelijk van het gelever­de vermogen, de omgevingstemperatuur, de mate van vervuiling van het appa­raat, enz.
Voor dit apparaat kan geen werkplekspecifieke emissiewaarde worden gegeven, aangezien het daadwerkelijke geluidsniveau sterk afhankelijk is van de montage­situatie, de kwaliteit van het stroomnetwerk, de omringende muren en de alge­mene omgevingskenmerken.
NL
EMV-maatrege­len
Noodstroom Het onderhavige systeem is voorzien van noodstroomfuncties. Bij het uitvallen
In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaar­den, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie storingsgevoelige apparatuur bevindt of als de in­stallatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dat geval is de gebruiker verplicht maatregelen te treffen om de storing op te heffen.
van het openbare stroomnetwerk kan een noodstroomvoorziening tot stand wor­den gebracht.
Als er een automatische noodstroomvoorziening is geïnstalleerd, moet er een
waarschuwing - noodstroomvoorziening (https://www.fronius.com/en/search-pa-
ge, artikelnummer: 42,0409,0275) op de elektrische verdeler worden aange­bracht.
Bij onderhouds- en montagewerkzaamheden in het thuisnet is zowel een loskop­peling aan netwerkzijde alsook een deactivering van de noodstroomvoorziening door het openen van de geïntegreerde DC-scheidingsschakelaar op de inverter noodzakelijk.
Afhankelijk van de instraalomstandigheden en de acculaadtoestand wordt de noodstroomvoorziening automatisch uit- en ingeschakeld. Dit kan leiden tot een onverwachte terugkeer van de noodstroomvoorziening uit de stand-bymodus. Voer daarom alleen installatiewerkzaamheden aan het thuisnet uit als de nood­stroomvoorziening is uitgeschakeld.
Factoren die van invloed zijn op het totale vermogen in noodstroombedrijf:
Blindvermogen
Elektrische verbruikers met een vermogensfactor die niet gelijk is aan 1, hebben naast werkelijk vermogen ook blindvermogen nodig. Het blindvermogen belast de inverter extra. Daarom is de stroom die wordt veroorzaakt door werkelijk vermo­gen en blindvermogen relevant voor het op de juiste manier berekenen van het werkelijke totale vermogen, en niet het nominale vermogen van de belasting.
Apparaten met een hoog blindvermogen zijn voornamelijk elektromotoren zoals:
Waterpompen
-
Cirkelzagen
-
Blazers en ventilatoren
-
Hoge startstroom/aanloopstroom
Elektrische verbruikers die een grote massa moeten versnellen, hebben meestal een hoge start-/aanloopstroom nodig. Dit kan tot tien keer hoger zijn dan de no­minale stroom. De maximale stroom van de inverter is beschikbaar voor de start-/ aanloopstroom. Verbruikers met een te hoge start-/aanloopstroom kunnen daar­om niet worden opgestart/bediend, hoewel het nominale vermogen van de inver­ter dit wel aanduidt. Bij het dimensioneren van de noodstroomkring moet daarom rekening worden gehouden met het aangesloten verbruikersvermogen en ook met de mogelijke start-/aanloopstroom.
Voorbeelden van apparaten met een hoge start-/aanloopstroom zijn:
9
Apparaten met elektromotoren (bv. hefplatformen, cirkelzagen, werkbanken)
-
Apparaten met een hoge overbrengingsverhouding en vliegwielmassa
-
Apparaten met compressoren (bv. persluchtcompressoren, airconditioning-
-
systemen)
BELANGRIJK!
Een zeer hoge aanloopstroom kan tot een kortstondige vervorming of daling van de uitgangsspanning leiden. Er moet worden voorkomen dat elektronische appa­raten tegelijkertijd op hetzelfde noodstroomnetwerk worden gebruikt.
Onevenwichtige belasting
Bij het dimensioneren van driefasige noodstroomnetten moet rekening worden gehouden met het totale uitvoervermogen en het vermogen per fase van de in­verter.
BELANGRIJK!
De inverter mag alleen binnen de technische mogelijkheden worden gebruikt. Ge­bruik buiten de technische mogelijkheden kan ertoe leiden dat de inverter wordt uitgeschakeld.
Gegevensbe­scherming
Auteursrecht Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.
Randaarde (PE) Verbinding van een punt in het apparaat, het systeem of de installatie met de
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die afwij­ken van de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste persoonlij­ke instellingen is de fabrikant niet aansprakelijk.
Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.
aarde ter bescherming tegen elektrische schokken in geval van een defect. Bij de installatie van een inverter uit de veiligheidsklasse 1 (zie Technische gegevens), moet de randaarde zijn aangesloten.
Zorg er bij het aansluiten van de randaarde voor dat deze beveiligd is tegen onbe­doeld losraken. Neem alle in het hoofdstuk Inverter op het openbare stroomnet
aansluiten (AC-zijde) op pagina 55 genoemde punten in acht. Er moet voor wor-
den gezorgd dat bij gebruik van de trekontlastingen de randaarde als laatste wordt losgenomen in geval van een eventuele storing. Bij het aansluiten van de randaarde moeten de in de respectieve nationale normen en richtlijnen voorge­schreven minimumdoorsneden in acht worden genomen.
10
Algemene informatie
11
12
Fronius Symo GEN24
NL
Apparaatcon­cept
De omvormer vormt de door de zonnepanelen opgewekte gelijkstroom om in wis­selstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon met de netspanning aan het openbare elektriciteitsnet teruggeleverd. Daarnaast kan de zonne-energie ook in een aangesloten accu opgeslagen worden voor later gebruik.
De omvormer is bestemd voor gebruik in netgekoppelde PV-installaties. De om­vormer beschikt over een noodstroomfunctie en schakelt bij de juiste bekabeling over naar het noodstroombedrijf*.
De omvormer monitort automatisch het openbare elektriciteitsnet. Bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking enz.) schakelt de omvormer onmiddellijk uit en wordt de teruglevering aan het elektriciteitsnet on­derbroken. De netmonitoring vindt plaats door spanningsmonitoring, frequentiemonitoring en het monitoren van de eilandverhoudingen.
Na de installatie en inbedrijfstelling werkt de omvormer volledig automatisch. De omvormer haalt hierbij het maximaal mogelijke vermogen uit de zonnepanelen. Afhankelijk van het bedrijfspunt wordt dit vermogen gebruikt voor het thuisnet, in een accu* opgeslagen of aan het stroomnetwerk teruggeleverd.
Zodra de in de zonnepanelen opgeslagen energie niet meer toereikend is, wordt vermogen uit de accu aan het thuisnet geleverd. Afhankelijk van de instellingen kan tevens vermogen uit het openbare stroomnetwerk voor het laden van de ac­cu* gebruikt worden.
Werkingsover­zicht
Wanneer de temperatuur van de omvormer te hoog wordt, verlaagt de omvormer automatisch het huidige uitgangs- of laadvermogen om zichzelf te beschermen, of schakelt de omvormer volledig uit. Oorzaken voor een te hoge apparaattemperatuur kunnen een hoge omgevings­temperatuur en/of een te geringe warmteafvoer zijn (bijvoorbeeld bij montage in schakelkasten zonder adequate warmteafvoer).
* Afhankelijk van de apparaatvariant, geschikte accu, geschikte bekabeling,
instellingen en plaatselijke normen en richtlijnen.
Functie Symo GEN24 Symo GEN24 Plus
Noodstroomvariant - PV Point (OP)
Accuaansluiting*
Noodstroomvariant - Full Backup
* Geschikte accu's, zie hoofdstuk Geschikte accu's. ** De functies zijn optioneel via Fronius UP verkrijgbaar (zie hoofdstuk Fro-
nius UP).
Optioneel verkrijg-
baar**
13
Fronius UP Met Fronius UP* kan de inverter door het erkende vakbedrijf worden uitgebreid
met optioneel verkrijgbare functies (zie hoofdstuk Werkingsoverzicht).
* De beschikbaarheid van Fronius UP varieert van land tot land. Voor meer
informatie over Fronius UP en de beschikbaarheid, zie Installatiehandlei-
ding: Fronius GEN24 en GEN24 Plus.
Leveringsom­vang
Beoogd gebruik De omvormer is uitsluitend bestemd gelijkstroom van de zonnepanelen in wissel-
stroom om te vormen en deze aan het openbare elektriciteitsnet te leveren. Noodstroombedrijf* is met de juiste bekabeling mogelijk.
Als niet beoogd gebruik geldt:
elk ander of afwijkend gebruik,
-
wijzigingen aan de omvormer zijn niet toegestaan, als deze niet uitdrukkelijk
-
door Fronius worden aanbevolen, het inbouwen van onderdelen is niet toegestaan, als deze niet uitdrukkelijk
-
door Fronius worden aanbevolen of verkocht.
(1) Deksel (2) Omvormer (3) Montagesteun (afbeelding van
symbool) (4) Snelstartgids (5) Ferrietring met houder (2x)
14
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. Aanspraak op garantie vervalt.
Tot het beoogde gebruik behoort ook:
het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen, zoals alle aanwijzingen
-
m.b.t. de veiligheid en gevaren, die in de gebruiksaanwijzing zijn beschreven, de montage in overeenstemming met hoofdstuk "Installatie" vanaf pagina
-
39.
Bij het ontwerpen van de PV-installatie moet erop worden gelet dat alle compo­nenten van de PV-installatie uitsluitend in het toegestane werkingsgebied wor­den gebruikt.
De voorschriften van de netwerkbeheerder met betrekking tot de teruglevering van elektriciteit aan het netwerk en de verbindingsmethoden moeten in acht wor­den genomen.
De Fronius GEN24 is een netgekoppelde omvormer met noodstroomfunctie en geen stand-alone omvormer. Daarom moeten de volgende beperkingen m.b.t. het noodstroombedrijf in acht worden genomen:
het apparaat mag maximaal 2000 bedrijfsuren in het noodstroombedrijf wor-
-
den gebruikt, het apparaat mag meer dan 2000 bedrijfsuren in het noodstroombedrijf wor-
-
den gebruikt, indien daarbij niet meer dan 20% van de terugleveringsbedrijfs­duur van de omvormer op het betreffende tijdstip wordt overschreden.
* Afhankelijk van de apparaatvariant, de geschikte accu, de geschikte beka-
beling, de instellingen en de plaatselijke normen en richtlijnen.
NL
Thermisch con­cept
Aan de voorzijde wordt door de venti­lator omgevingslucht aangezogen en aan de zijkanten van het apparaat uit­geblazen. Dankzij de gelijkmatige af­voer van de warmte kunnen meerdere inverters naast elkaar worden geïnstal­leerd.
OPMERKING!
Gevaar door onvoldoende koeling van de inverter.
Dit kan leiden tot verlies van vermogen van de inverter.
Blokkeer de ventilator niet (bijvoorbeeld door voorwerpen die uit de aanraak-
beveiliging steken). Dek de ventilatiesleuven niet af, zelfs niet gedeeltelijk.
Zorg ervoor dat de omgevingslucht te allen tijde vrij door de ventilatiesleu-
ven van de inverter kan stromen.
Fronius So­lar.web
Met Fronius Solar.web of Fronius Solar.web Premium kan de PV-installatie een­voudig worden bewaakt en geanalyseerd door de eigenaar van de installatie en de installateur. Bij de juiste configuratie zendt de omvormer gegevens zoals vermo­gen, opbrengst, verbruik en energiebalans naar Fronius Solar.web. Meer informa­tie vindt u onder Fronius Solar.web - Monitoring en analyse.
De configuratie wordt uitgevoerd via de installatiewizard, zie hoofdstuk Installa-
tie met app op pagina 81 of Installatie met browser op pagina 81.
Voorwaarden voor de configuratie:
Internetverbinding (download: min. 512 kBit/s, upload: min. 256 kBit/s)*.
-
Gebruikersaccount op solarweb.com.
-
Voltooide configuratie via de installatiewizard.
-
* De gegevens bieden geen absolute garantie voor een perfecte werking.
Hoge foutenpercentages bij de overdracht, ontvangstfluctuaties of uitval van de transmissie kunnen een negatieve invloed hebben op de gegevens-
15
overdracht. Fronius raadt aan de internetverbinding ter plaatse te testen aan de hand van de minimumvereisten.
Lokale commu­nicatie
De omvormer kan worden gevonden via het Multicast DNS-protocol (mDNS). Het wordt aanbevolen de omvormer te zoeken aan de hand van de toegewezen host­naam.
De volgende gegevens kunnen via mDNS worden opgevraagd:
NominalPower
-
Systemname
-
DeviceSerialNumber
-
SoftwareBundleVersion
-
16
Verschillende bedrijfsmodi
NL
Bedrijfsmodi ­Symbolen
Zonnepaneel
produceert gelijkstroom
De Fronius GEN24-omvormer
zet de gelijkstroom om in wisselstroom en laadt de accu op (het opla­den van de accu is afhankelijk van de apparaatvariant, geschikte accu, geschikte bekabeling en de instellingen). Dankzij de ingebouwde sys­teemmonitoring kan de omvormer via WLAN op een netwerk worden aangesloten.
Aanvullende omvormer in het systeem
zet de gelijkstroom om in wisselstroom. Kan echter geen accu laden en staat in het noodstroombedrijf niet ter beschikking.
Accu
is aan gelijkstroomzijde op de omvormer aangesloten en slaat elektri­sche energie op.
Fronius Ohmpilot
maakt het mogelijk overbodige energie in te zetten voor de bereiding van warm water.
Primaire meter
registreert de belastingscurve van het systeem en stelt de gemeten gegevens beschikbaar voor de Energy Profiling in Fronius Solar.web. De primaire meter regelt ook de dynamische terugleverregeling.
Secundaire meter
registreert de belastingscurve van afzonderlijke verbruikers (bijv. was­machine, lampen, tv, warmtepomp enz.) in de verbruikstak en stelt de gemeten gegevens beschikbaar voor de Energy Profiling in Fronius So­lar.web.
Verbruikers in het systeem
de in het systeem aangesloten verbruikers.
Aanvullende verbruikers en stroomopwekkers in het systeem
die via een Smart Meter op het systeem zijn aangesloten.
PV Point
is een eenfasige noodstroomkring zonder onderbrekingen dat elektri­sche apparaten een maximaal vermogen van 3 kW levert als er vol­doende vermogen beschikbaar is uit de zonnepanelen of de accu.
Elektriciteitsnet
levert stroom aan de verbruikers in het systeem als er onvoldoende vermogen beschikbaar is uit de zonnepanelen of de accu.
Bedrijfsmodus ­inverter met ac­cu
Om het eigenverbruik in uw PV-installatie optimaal te kunnen gebruiken, kan een accu als opslag worden gebruikt. De accu is aan gelijkstroomzijde op de inverter aangesloten. Daarom is geen meervoudige stroomomzetting nodig en neemt het rendement toe.
17
00
1
6
1
Bedrijfsmodus -
00
1
6
1
00
1
6
2
+
-
00
1
6
1
inverter met ac­cu en meerdere Smart Meters
Bedrijfsmodus ­inverter met ac­cu, AC-gekop­peld aan een an­dere inverter
18
Bedrijfsmodus -
+
-
00
1
6
1
+
-
00
1
6
1
omvormer met accu en Ohmpi­lot
NL
Bedrijfsmodus ­omvormer met accu en nog een omvormer
In de hybride PV-installatie mogen de accu's alleen worden aangesloten op een omvormer met accu-ondersteuning. Accu's kunnen niet worden verdeeld over meerdere omvormers met accu-ondersteuning. Afhankelijk van de fabrikant van de accu's kunnen echter meerdere accu's op één omvormer worden gecombi­neerd.
Energiestroom­richting van de inverter
De hybride inverter kent vier verschillende energiestroomrichtingen:
19
AC~DC=
DC=
(1)
(2)
(4)
(3)
+
-
(1) Zonnepaneel - inverter - verbruiker/stroomnetwerk (2) Zonnepaneel - inverter - accu* (3) Accu - inverter - verbruiker/stroomnetwerk* (4) Stroomnetwerk - inverter - accu*
* Afhankelijk van de instellingen en de lokale normen en richtlijnen.
Bedrijfstoestan­den (alleen voor systemen met accu)
De acculaadsystemen maken onderscheid tussen verschillende bedrijfstoestan­den. De dan actuele bedrijfstoestand wordt op de gebruikersinterface van de om­vormer of in Fronius Solar.web aangegeven.
Bedrijfstoestand Beschrijving
Normaal bedrijf De energie wordt naar behoefte opgeslagen of te-
ruggeleverd.
Min. State Of Charge (SOC) bereikt
Energiebesparingsmodus
(stand-by)
Start Het opslagsysteem start vanuit de energiebespa-
Gedwongen naladen De omvormer laadt de accu op om de door de fa-
Gedeactiveerd De accu is niet actief. Ofwel is hij gedeactiveerd/
De accu heeft de door de fabrikant gespecificeer­de SOC of de ingestelde minimale SOC bereikt. De accu kan niet verder worden ontladen.
Het systeem is in de energiebesparingsmodus ge­zet. De energiebesparingsmodus wordt automa­tisch beëindigd zodra er voldoende energieover­schot beschikbaar is.
ringsmodus (stand-by).
brikant gespecificeerde SOC of de ingestelde SOC (bescherming tegen diepe ontlading) te be­houden.
uitgeschakeld, of vanwege een fout is geen com­municatie met de accu mogelijk.
20
Energiebesparingsmodus
Algemeen De energiebesparingsmodus (stand-bymodus) is bedoeld om het eigenverbruik
van de installatie te reduceren. Zowel de omvormer als de accu schakelen onder bepaalde omstandigheden automatisch over naar de energiebesparingsmodus.
De omvormer schakelt over naar de energiebesparingsmodus wanneer de accu leeg is en er geen PV-vermogen beschikbaar is. Alleen de communicatie van de omvormer met de Fronius Smart Meter en met Fronius Solar.web wordt in stand gehouden.
NL
Uitschakelvoor­waarden
Inschakelvoor­waarden
Als aan alle uitschakelvoorwaarden is voldaan, schakelt de accu binnen 10 minu­ten naar de energiebesparingsmodus. Deze tijdsvertraging waarborgt dat de in­verter minimaal één keer opnieuw opgestart kan worden.
De laadtoestand van de accu is kleiner dan of gelijk aan de op-
gegeven minimale laadtoestand.
Het huidige laad- of ontladingsvermogen van de accu is lager
dan 100 W.
Er is minder dan 50 W beschikbaar om de accu op te laden.
De teruggeleverde elektriciteit aan het openbare elektrici­teitsnet is minimaal 50 W lager dan het vermogen dat vereist is voor het thuisnet.
De inverter schakelt na de accu automatisch in de energiebesparingsmodus.
Als minimaal 30 seconden lang aan een van de onderstaande voorwaarden is vol­daan, wordt de energiebesparingsmodus beëindigd:
De energiebesparingsmodus is vanwege een gewijzigde instelling op de ge-
-
bruikersinterface van de omvormer niet meer toegestaan. Als er een dynamische vermogensreductie van 0 is ingesteld of als het sys-
-
teem in noodstroombedrijf werkt, is de aan het openbare elektriciteitsnet te­ruggeleverde elektriciteit altijd lager dan het voor het thuisnet benodigde vermogen. Voor dit geval bestaat er één eigen voorwaarde (dynamische vermogensre­ductie < 300 W of actief noodstroombedrijf):
Als het PV-vermogen boven een ingestelde drempel ligt, wordt de ener-
-
giebesparingsmodus beëindigd.
Via de gebruikersinterface van de omvormer wordt een acculading van het
-
openbare elektriciteitsnet aangevraagd. De accu wordt bijgeladen om de minimale laadtoestand te herstellen of om
-
een kalibratie uit te voeren.
Speciaal geval Als de inverter 12 minuten lang niet in gebruik wordt genomen (bijv. vanwege een
fout), of indien de elektrische verbinding tussen de inverter en accu is onderbro­ken en er geen noodstroombedrijf actief is, schakelt de accu altijd over naar de energiebesparingsmodus. Hierdoor wordt de zelfontlading van de accu beperkt.
21
Weergave van de
5
%
Energy-saving mode
energiebespa­ringsmodus
Tijdens de energiebesparingsmodus:
Bedrijfs-led van de inverter brandt oranje (zie Knopfuncties en led-status-
-
weergave op pagina 32).
De gebruikersinterface van de inverter is bereikbaar.
-
Alle beschikbare data worden opgeslagen en naar Solar.web gestuurd.
-
De beschikbare huidige data zijn op Solar.web zichtbaar.
-
De energiebesparingsmodus wordt op de gebruikersinterface van de inverter en op Solar.web door een 'i' naast het accusymbool in het installatie-over­zicht weergegeven.
22
Geschikte accu's
Algemeen Fronius benadrukt dat het bij accu's van derden niet om producten van Fronius
gaat. Fronius produceert deze accu's niet, brengt ze evenmin op de markt of han­delt niet in deze accu's. Fronius aanvaardt voor deze accu's geen enkele aanspra­kelijkheid.
Het gebruik van een verouderde firmware-/softwareversie kan leiden tot incom­patibiliteit tussen omvormer en accu. In dit geval moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
De software van de accu bijwerken - raadpleeg de documentatie van de accu.
1
Firmware van de omvormer bijwerken - zie Update op pagina 101.
2
Lees vóór installatie en inbedrijfstelling dit document en de installatiehandlei­ding van de accu van derden. De documentatie is bijgesloten bij de accu van der­den of kan worden verkregen bij de fabrikant van de accu en zijn Fronius Service Partner
Alle documenten met betrekking tot de omvormer zijn te vinden op het volgende adres:
https://www.fronius.com/en/solar-energy/installers-partners/service-support/ tech-support
NL
BYD Battery­Box Premium
BYD Battery-Box Premium HVS 5.1 7.7 10.2 12.8
Fronius Symo GEN24 3.0 - 5.0*
Fronius Symo GEN24 3.0 - 5.0 Plus
Aantal batterijmodules 2 3 4 5
Parallelbedrijf accu**
BYD Battery-Box Premium HVM 8.3 11.0 13.8 16.6 19.3 22.1
Fronius Symo GEN24 3.0 - 5.0*
Fronius Symo GEN24 3.0 - 5.0 Plus
Aantal batterijmodules 3 4 5 6 7 8
Parallelbedrijf accu**
* Accuondersteuning optioneel verkrijgbaar. ** Max. 3 accu's met dezelfde capaciteit kunnen worden gecombineerd. Bij
de BYD Battery-Box Premium HVM 22.1 kunnen max. 2 accu's worden ge­combineerd. Niet vrijgegeven en gecertificeerd voor Italië.
23
BELANGRIJK! Voor een betrouwbare werking bij gebruik van een BYD Battery­Box Premium moet altijd de volgende inschakelvolgorde voor het systeem in acht worden genomen.
1
Schakel de accu in.
LG RESU FLEX
2
Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'Aan'. Schakel de veiligheids­schakelaar van de kabel in.
LG RESU FLEX 8.6 12.9 17.2
Fronius Symo GEN24 3.0 - 10.0*
Fronius Symo GEN24 3.0 - 10.0 Plus
24
Aantal batterijmodules 2 3 4
* Accuondersteuning optioneel verkrijgbaar.
Accu inschakelen
1
Trek de afdekking naar rechts weg.
NL
2
Trek de afdekking van de DC-schei­dingsschakelaar naar voren eraf. Zet de DC-scheidingsschakelaar in de stand 'Aan'.
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de accu weer te monteren.
25
Systeem handmatig starten
Voorwaarde Er is geen energie beschikbaar uit de zonnepalen of uit het openbare elektrici-
teitsnet. Als noodstroombedrijf of accubedrijf niet mogelijk is (bijv. diepontla­dingsbeveiliging van de accu), worden de omvormer en de accu uitgeschakeld.
Melding bij sys­teemuitschake­ling
Accu handmatig starten na sys­teemuitschake­ling
Noodstroombe­drijf na systeem­uitschakeling starten
Statuscodes over de inactieve toestand van de accu worden op de gebruikersin­terface van de omvormer weergegeven of via Solar.web via sms of e-mail verzon­den (alleen als de melding via Solar.web dienovereenkomstig is geconfigureerd).
Zodra er weer energie beschikbaar is, wordt de omvormer automatisch gestart. De accu moet echter handmatig worden gestart. Hiervoor moet de inschakelvolg­orde in acht worden genomen, zie hoofdstuk Geschikte accu's op pagina 23.
Om het noodstroombedrijf te starten, heeft de inverter energie uit de accu nodig. Dit gebeurt handmatig bij de accu. Meer informatie over de energievoorziening voor het opnieuw starten van de inverter via de accu vindt u in de gebruiksaanwij­zing van de accufabrikant.
26
Beveiliging van personen en apparaten
NL
Centrale NA-be­veiliging
WSD (Wired Shut Down)
Lekstroombevei­liging
De inverter biedt de mogelijkheid om de geïntegreerde AC-relais als koppelscha­kelaars te gebruiken in combinatie met een centrale NA-beveiliging (conform VDE-AR-N 4105:2018:11 §6.4.1). Hiertoe moet de centrale activeringsvoorzie­ning (schakelaar) in de WSD-keten worden geïntegreerd, zoals beschreven in het hoofdstuk "WSD (Wired Shut Down)".
De bekabelde uitschakeling WSD onderbreekt de teruglevering van elektriciteit van de omvormer als de uitschakelinrichting (schakelaar, bijv. noodstop of brand­meldcontact) is geactiveerd.
Als een omvormer (secundair apparaat) uitvalt, wordt deze overbrugd en blijven de andere omvormers werken. Als een tweede omvormer (secundair apparaat) of de omvormer (primair apparaat) uitvalt, wordt de werking van de gehele WSD-ke­ten onderbroken.
Voor installatie, zie WSD (Wired Shut Down) installeren op pagina 79.
De omvormer is uitgerust met een universele lekstroombeveiliging (in het Engels: RCMU = Residual Current Monitoring Unit) conform IEC 62109-2 en IEC63112. Deze bewaakt de lekstroom van het zonnepaneel naar de AC-uitgang van de om­vormer en scheidt de omvormer van het stroomnetwerk in geval van een ontoe­laatbare lekstroom.
Veilige toestand Als een van de volgende veiligheidsvoorzieningen wordt geactiveerd, schakelt de
omvormer over op een veilige toestand:
WSD
-
Isolatiemeting en
-
Lekstroombeveiliging
-
In de veilige toestand levert de omvormer geen voeding meer en wordt hij van het stroomnetwerk losgekoppeld door het openen van de wisselstroomrelais.
Overspannings­beveiliging
De inverter is uitgerust met een geïntegreerde overspanningsbeveiliging aan de DC- en AC-zijde in overeenstemming met IEC 62109-2. De overspanningsbeveili­ging beschermt de installatie tegen schade bij overspanning.
27
Bedieningselementen en aansluitingen
Aansluitpaneel
28
(1) 4-polige DC Push-In-aansluitklem (2 stuks) (2) Push-In-aansluitklem WSD (Wired Shut Down) (3) Push-In-aansluitklemmen datacommunicatiegedeelte (Modbus, digitale
in- en uitgangen) (4) 3-polige Push-In-aansluitklem voor PV Point (OP) (5) 5-polige AC Push-In-aansluitklem (6) Kabeldoorvoer/trekontlasting AC (7) 6-polige aardelektrodeklem (8) Kabeldoorvoer/trekontlasting datacommunicatiegedeelte
(9) Afscheiding van aansluitpaneel (10) DC-kabeldoorvoer (10 stuks) (11) Optionele kabeldoorvoer (M16) (12) Optionele kabeldoorvoer (M16 - M20) (13) Optionele kabeldoorvoer (M16 - M32) (14) Optionele kabeldoorvoer (M16 - M25)
NL
Afscheiding van het aansluitpa­neel
Door de afscheiding van het aansluitpaneel worden de hoogspanningskabels (DC en AC) van de signaalkabels gescheiden. Voor een betere toegang tot het aan­sluitpaneel kan de afscheiding worden verwijderd voor aansluitwerkzaamheden, waarna de afscheiding weer moet worden geplaatst.
(1) geïntegreerde kabelgoot (2) Uitsparingen voor het verwijde-
ren van de afscheiding van het aansluitpaneel
(3) Klikhaak voor vergrendeling/
ontgrendeling
(4) Vastgelegd breekpunt voor de
Datcom-aansluiting
Via de geïntegreerde kabelgoot (1) kunnen de kabels van het ene gedeelte van de omvormer naar het andere ge­deelte worden gelegd. Hierdoor kun­nen meerdere inverters eenvoudig naast elkaar worden geïnstalleerd.
Aardelektrode­klem
Met de aardelektrodeklem kunnen extra componenten worden gaard zo­als:
AC-kabel
-
Installatiehouder
-
Aardpen
-
29
DC-scheidings­schakelaar
Datacommuni­catiegedeelte
De DC-scheidingsschakelaar beschikt over 3 schakelstanden:
(1) Vergrendeld/Uit (naar links
draaien) (2) Uit (3) Aan
BELANGRIJK!
In de schakelstanden (1) en (3) kan de omvormer met een in de handel ver­krijgbaar hangslot tegen in- en uitscha­kelen worden beveiligd. Hiervoor moet met de nationale bepalingen rekening worden gehouden.
Modbus-aansluitklem Insteekaansluitklem voor de installa-
tie van Modbus 0, Modbus 1, 12 V en GND (Ground).
De dataverbinding met de aangesloten componenten wordt tot stand ge­bracht via de Modbus-aansluitklem.
De ingangen M0 en M1 kunnen wor­den gekozen. Max. 4 Modbus-deelne-
mers per ingang, zie hoofdstuk Mod-
bus-deelnemers op pagina 74.
WSD-schakelaar (Wired Shut Down) Definieert de omvormer als primair
WSD-apparaat of secundair WSD-ap­paraat.
Positie 1: Primair WSD-apparaat Positie 0: Secundair WSD-apparaat
30
Loading...
+ 146 hidden pages