Fronius Fronius Symo 3-8,2 kW (Online) Installation Instruction [NL]

Installation Instructions
Fronius Symo 3 - 8,2 kW
Installatiehandleiding
NL
42,0426,0172,NL 028-10082022
Inhoudsopgave
Locatiekeuze en montagepositie 4
Montagesteun monteren 10
Veiligheid 10 Keuze van pluggen en schroeven 10 Aanbevolen schroeven 10 Inverter openen 10 Montagesteun op een wand monteren 11 Montagesteun op een mast of drager monteren 12 Montagesteun op metalen dragers monteren 12 Zorg ervoor dat u de montagesteun niet kromtrekt of vervormt 13
Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde) 14
Aanwijzingen Single en Multi MPP Tracker inverter 18
Single MPP Tracker-inverter 18 Multi MPP Tracker-inverter 18
Solarmodulestrings op inverter aansluiten 20
Datacommunicatie 25
Inverter op de montagesteun hangen 28
Eerste inbedrijfstelling 30
Eerste gebruik van de inverter 30
Aanwijzingen voor de software-update 33
USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware 34
Aanwijzingen voor onderhoud 38
Onderhoud 38 Reiniging 38
Serienummersticker voor gebruik door de klant 39
Serienummersticker voor gebruik door de klant (Serial Number Sticker for Customer Use) 39
NL
3
Locatiekeuze en montagepositie
Verklaring veilig­heidsaanwijzin­gen
WAARSCHUWING!
Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar.
Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar licha-
melijk letsel tot gevolg.
GEVAAR!
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha-
melijk letsel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG!
Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwon-
dingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.
OPMERKING!
Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadi­ging van de apparatuur.
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
De inverter mag alleen door geschoold personeel en uitsluitend conform de
technische voorschriften in bedrijf worden gesteld. Lees vóór de installatie en inbedrijfstelling de installatiehandleiding en de
gebruiksaanwijzing.
GEVAAR!
Gevaar door verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan schade aan eigendommen of ernstig letsel veroorzaken.
Inbouw en aansluiting van een overspanningsbeveiliging mag alleen door een
erkende elektromonteur worden uitgevoerd! Neem de veiligheidsvoorschriften in acht!
Zorg er vóór alle montage- en aansluitwerkzaamheden voor dat de AC- en
DC-zijde van de inverter spanningsloos zijn.
4
Brandpreventie
VOORZICHTIG!
Gevaar door defecte of ondeskundige installaties.
Beschadiging van inverters en andere stroomvoerende onderdelen van een PV-in­stallatie kan het gevolg zijn. Een gebrekkige of ondeskundige installatie kan leiden tot oververhitting van ka­bels en aansluitingen, alsmede tot de vorming van vlambogen. Dit kan resulteren in thermische schade en uiteindelijk zelfs in brand.
Let bij het aansluiten van de AC- en DC-kabels op het volgende:
Draai alle aansluitklemmen stevig aan met het draaimoment dat in de ge-
bruiksaanwijzing is aangegeven Draai alle aardingsklemmen (PE / GND) stevig aan met het aanhaalmoment
dat in de gebruiksaanwijzing is aangegeven. Dit geldt ook voor vrije aardings­klemmen Zorg ervoor dat kabels niet worden overbelast
Controleer of de kabels correct zijn gelegd en onbeschadigd zijn
Houd u aan de veiligheidsaanwijzingen, de gebruiksaanwijzing en de ter plaat-
se geldende regelgeving
Zet de inverter met behulp van bevestigingsschroeven altijd stevig vast aan
de montagesteun. Houd u hierbij aan het draaimoment dat in de gebruiksaan­wijzing is aangegeven. Neem de inverter uitsluitend in bedrijf als de bevestigingsschroeven stevig
zijn aangedraaid!
NL
De specificaties van de fabrikant met betrekking tot levering, installatie en be­drijf moeten worden nageleefd. Voer alle installatie- en aansluitwerkzaamheden zorgvuldig volgens de normen en wettelijke voorschriften uit om mogelijke geva­ren tot een minimum te beperken. De aanhaalmomenten van de betreffende aansluitingen vindt u in de installatie­handleiding van de apparaten.
Beoogd gebruik De inverter is uitsluitend bestemd om de gelijkstroom van de zonnepanelen in
wisselstroom om te zetten en deze aan het openbare elektriciteitsnet te leveren. Als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling geldt:
elk ander of afwijkend gebruik
-
wijzigingen aan de inverter die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbe-
-
volen het inbouwen van onderdelen die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aan-
-
bevolen of verkocht.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. Aanspraak op garantie vervalt.
Tot het beoogde gebruik behoort ook:
het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen, zoals alle aanwijzingen
-
m.b.t. de veiligheid en gevaren, die in de gebruiksaanwijzing en installatie­handleiding zijn beschreven de naleving van de onderhoudswerkzaamheden
-
montage conform de installatiehandleiding
-
Bij het aanleggen van de PV-installatie erop letten dat alle componenten uitslui­tend binnen hun toelaatbare werkgebied worden gebruikt.
5
Alle door de fabrikant van het zonnepaneel aanbevolen maatregelen voor een
NH
3
duurzaam behoud van de eigenschappen van het zonnepaneel moeten in acht worden genomen.
De bepalingen van de energiemaatschappij ten aanzien van de teruglevering en verbindingsmethoden moeten in acht worden genomen.
Montageplaats van inverter
De inverter is geschikt voor montage binnen.
De inverter is geschikt voor montage buiten.
De inverter is op basis van zijn beschermingsklasse IP 65 onge­voelig voor spatwater uit alle richtingen en kan ook in vochtige omgevingen worden toegepast.
Stel de inverter niet aan direct zonlicht bloot om de opwarming van de inverter zo gering mogelijk te houden. Monteer de inver­ter op een beschutte plaats, bijvoorbeeld in de omgeving van de zonnepanelen of onder een dak.
U
bij montage op een hoogte van:
DCmax
0 tot 2.000 m = 1.000 V
2.000 tot 2.500 m = 900 V
2.500 tot 3.000 m = 815 V
3.000 tot 3.400 m = 750 V
BELANGRIJK! Boven een hoogte van meer dan 3.400 m boven de zeespiegel mag de inverter niet meer worden gemonteerd en gebruikt.
Monteer de inverter niet:
in het aanzuigbereik van ammoniak, bijtende dampen, zuren
-
of zouten (bijvoorbeeld opslagplaatsen van meststoffen, ventilatie­openingen van stallen, chemische installaties, leerlooierijen enz.)
Monteer de inverter niet in de directe woonomgeving in verband met lichte geluidsproductie onder bepaalde bedrijfsomstandig­heden.
6
Montagestand
Monteer de inverter niet in:
Ruimtes met een verhoogd risico op ongevallen door dieren
-
(paarden, runderen, schapen, varkens enz.) Stallen en aangrenzende ruimtes
-
Opslag- en voorraadruimtes voor hooi, stro, haksel, kracht-
-
voer, meststoffen enz.
In principe is de inverter stofdicht uitgevoerd. In zeer stoffige omgevingen kan zich op de koeloppervlakken stof ophopen, het­geen van invloed is op de thermische prestaties. In dat geval moet de inverter regelmatig worden gereinigd. Het is daarom raadzaam om de inverter niet in ruimtes en omgevingen te mon­teren waarin zich veel stof kan ophopen.
Monteer de inverter niet in:
Kassen
-
Opslag- en verwerkingsruimtes voor fruit, groenten en wijn-
-
bouwproducten Ruimtes voor de verwerking van granen, groenvoer en voer-
-
producten
NL
De inverter is geschikt voor verticale montage op een verticale muur of zuil.
De inverter is geschikt voor een horizontale montageplaats.
De inverter is geschikt voor montage op een schuin oppervlak.
Monteer de inverter niet op een schuin oppervlak met de aanslui­tingen naar boven gericht.
Monteer de inverter niet schuin op een verticale muur of zuil.
7
Monteer de inverter niet horizontaal op een verticale muur of zuil.
Monteer de inverter niet met de aansluitingen naar boven gericht op een verticale muur of zuil.
Monteer de inverter niet overhangend met de aansluitingen naar boven gericht.
Monteer de inverter niet overhangend met de aansluitingen naar beneden gericht.
Algemene mon­tageplaats van de inverter
Monteer de inverter niet op het plafond.
Bij de keuze van de montageplaats voor de inverter moet op de volgende criteria worden gelet:
Installatie mag uitsluitend plaatsvinden op een vaste, niet-brandbare onder­grond
Max. omgevingstemperaturen:
-25 °C / +60 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 0 - 100%
De richting van de luchtstroom bin­nen de inverter verloopt van links naar boven (toevoer van koude lucht links, afvoer van warme lucht boven). De afgevoerde lucht kan een tempe­ratuur van 70 °C bereiken.
Bij het inbouwen van de inverter in een schakelkast of soortgelijke afgesloten ruimte voor voldoende warmteafvoer zorgen door middel van geforceerde ven­tilatie
8
Als de inverter op de buitenmuur van een veestal wordt gemonteerd, moet er tussen de inverter en de ventilatie- en gebouwopeningen een minimale afstand van 2 m in alle richtingen worden aangehouden. Op de montageplaats mogen ammoniak, bijtende dampen, zouten of zuren geen extra overlast bezorgen.
NL
9
Montagesteun monteren
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door restspanning in de condensatoren.
Een elektrische schok kan het gevolg zijn.
Wacht de ontlaadtijd van de condensatoren af. De ontlaadtijd bedraagt 5 mi-
nuten.
VOORZICHTIG!
Gevaar door vuil of water bij de aansluitklemmen en contacten van het aansluit­paneel van de inverter.
Dit kan leiden tot schade aan de inverter.
Let er bij het boren op dat de aansluitklemmen en contacten bij het aansluit-
paneel niet vuil of nat worden. De montagesteun zonder vermogensfasedeel komt niet overeen met de be-
schermingsklasse van de complete inverter en mag daarom niet zonder ver­mogensfasedeel worden gemonteerd. Bescherm de montagesteun tijdens het monteren tegen vuil en vocht.
Opmerking! Beschermingsklasse IP 65 geldt alleen als
de inverter op de montagesteun is aangebracht en goed op de montagesteun
-
is vastgeschroefd, de afdekking van het datacommunicatiegedeelte op de inverter is gemon-
-
teerd en vastgeschroefd.
Keuze van plug­gen en schroe­ven
Aanbevolen schroeven
Inverter openen
Voor de montagesteun zonder inverter en ventilatiekanaal geldt beschermings­klasse IP 20!
Belangrijk! Afhankelijk van de ondergrond is verschillend bevestigingsmateriaal voor montage van de montagesteun vereist. Het bevestigingsmateriaal wordt daarom niet met de inverter meegeleverd. De monteur is zelf verantwoordelijk voor het kiezen van passend bevestigingsmateriaal.
Voor de montage van de inverter raadt de fabrikant aan stalen of aluminium schroeven met een doorsnede van 6 - 8 mm te gebruiken.
GEVAAR!
Gevaar door ontoereikende randaardeverbinding.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
De schroeven van de behuizing vormen een geschikte randaardeverbinding
voor het aarden van de behuizing en mogen in geen geval door andere schroeven zonder betrouwbare aardedraad worden vervangen!
10
1 2
3 4
NL
Montagesteun op een wand monteren
1 2
Tip: Monteer de inverter zo dat het display zich op ooghoogte bevindt
11
3
Opmerking! Let er bij de montage van
de montagesteun op de wand op dat de montagesteun niet wordt kromge­trokken of vervormd raakt.
Montagesteun op een mast of drager monteren
Montagesteun op metalen dra­gers monteren
Bij de montage van de inverter op een mast of drager raadt Fronius de mast­bevestigingsset "Pole clamp" (onder­deelnummer SZ 2584.000) van de fir­ma Rittal GmbH aan. Met behulp van deze set kan de inver­ter op een ronde of rechthoekige mast met de volgende diameter worden ge­monteerd: Æ van 40 tot 190 mm (ron­de mast), ÿ van 50 tot 150 mm (hoeki­ge mast)
OPMERKING!
Bij montage op metalen dragers mag de inverter niet worden blootgesteld aan regen- of spatwater aan de achterzijde.
Zorg voor een geschikte bescherming tegen regen- of spatwater.
12
De montagesteun moet op tenminste 4 punten worden vastgeschroefd.
Loading...
+ 28 hidden pages