Fronius Fronius Galvo Installation (Online) Installation Instruction [NL]

Installation Instructions
Fronius Galvo - Installation
Installatiehandleiding
NL
42,0426,0171,NL 021-16052022
Inhoudsopgave
Locatiekeuze en montagepositie 5
Montagesteun monteren 11
Veiligheid 11 Keuze van pluggen en schroeven 11 Aanbevolen schroeven 11 Inverter openen 11 Zorg ervoor dat u de montagesteun niet kromtrekt of vervormt 12 Montagesteun op een wand monteren 13 Montagesteun monteren 13 Montage van de inverter tegen een mast 14 Montagesteun op metalen dragers monteren 14
Inverter op het openbare stroomnet aansluiten (AC-zijde) 15
Veiligheid 15 Netbewaking 15 AC-aansluitklemmen 16 Type wisselstroomkabel 16 Aluminium kabels op het aansluiten voorbereiden 16 Eisen aan de neutrale draad 17 Inverter op het openbare stroomnetwerk aansluiten (AC) 17 De AC-kabels leggen 18 Maximale afzekering aan AC-zijde 19
Solarmodulestrings op inverter aansluiten 20
Veiligheid 20 Algemeen over solarmodules 22 DC-aansluitklemmen 23 Aansluiten van aluminium kabels 23 Solarmodulestrings – polariteit en spanning controleren 24 Aanwijzingen voor testapparaat 24 DC-aansluiting inverter 24 Kabels leggen in het DC-gedeelte 26
Solarmodule-aarding in de inverter 27
Algemeen 27 Aarding van zonnepaneel op de minpool met zekering 28 Inverter voor geaarde solarmodule instellen 28
Datacommunicatie 29
Datacommunicatiekabels plaatsen 29 Datamanager in inverter inbouwen 29
Kabelbeschermingsslangen voor Australië 32
Kabelbeschermingsslangen nauwkeurig aansluiten 32 Buizen afdichten 32
Inverter op de montagesteun hangen 33
Inverter op de montagesteun hangen 33
Eerste inbedrijfstelling 35
Eerste gebruik van de inverter 35
Aanwijzingen voor de software-update 37
Aanwijzingen voor de software-update 37
USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware 38
USB-stick als datalogger 38 Data op de USB-stick 38 Datahoeveelheid en opslagcapaciteit 39 Buffergeheugen 40 Passende USB-sticks 40 USB-stick voor het bijwerken van de invertersoftware 41 USB-stick verwijderen 41
NL
3
Aanwijzingen voor onderhoud 42
Onderhoud 42 Reiniging 42
Serienummersticker voor gebruik door de klant 43
Serienummersticker voor gebruik door de klant (Serial Number Sticker for Customer Use) 43
4
Locatiekeuze en montagepositie
NL
Verklaring veilig­heidsaanwijzin­gen
WAARSCHUWING!
Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar.
Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar licha-
melijk letsel tot gevolg.
GEVAAR!
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha-
melijk letsel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG!
Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwon-
dingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.
OPMERKING!
Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadi­ging van de apparatuur.
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
De inverter mag alleen door geschoold personeel en uitsluitend conform de
technische voorschriften in bedrijf worden gesteld. Lees vóór de installatie en inbedrijfstelling de installatiehandleiding en de
gebruiksaanwijzing.
GEVAAR!
Gevaar door verkeerd uitgevoerde werkzaamheden.
Dit kan schade aan eigendommen of ernstig letsel veroorzaken.
Inbouw en aansluiting van een overspanningsbeveiliging mag alleen door een
erkende elektromonteur worden uitgevoerd! Neem de veiligheidsvoorschriften in acht!
Zorg er vóór alle montage- en aansluitwerkzaamheden voor dat de AC- en
DC-zijde van de inverter spanningsloos zijn.
5
Brandpreventie
VOORZICHTIG!
Gevaar door defecte of ondeskundige installaties.
Beschadiging van inverters en andere stroomvoerende onderdelen van een PV-in­stallatie kan het gevolg zijn. Een gebrekkige of ondeskundige installatie kan leiden tot oververhitting van ka­bels en aansluitingen, alsmede tot de vorming van vlambogen. Dit kan resulteren in thermische schade en uiteindelijk zelfs in brand.
Let bij het aansluiten van de AC- en DC-kabels op het volgende:
Draai alle aansluitklemmen stevig aan met het draaimoment dat in de ge-
bruiksaanwijzing is aangegeven Draai alle aardingsklemmen (PE / GND) stevig aan met het aanhaalmoment
dat in de gebruiksaanwijzing is aangegeven. Dit geldt ook voor vrije aardings­klemmen Zorg ervoor dat kabels niet worden overbelast
Controleer of de kabels correct zijn gelegd en onbeschadigd zijn
Houd u aan de veiligheidsaanwijzingen, de gebruiksaanwijzing en de ter plaat-
se geldende regelgeving
Zet de inverter met behulp van bevestigingsschroeven altijd stevig vast aan
de montagesteun. Houd u hierbij aan het draaimoment dat in de gebruiksaan­wijzing is aangegeven. Neem de inverter uitsluitend in bedrijf als de bevestigingsschroeven stevig
zijn aangedraaid!
Opmerking! Fronius aanvaardt geen kosten voor productie-uitvallen, installa­teurskosten etc. die op basis van een herkende lichtboog en zijn gevolgen kunnen ontstaan. Fronius staat niet in voor vuur en branden die ondanks de geïntegreer­de lichtboogherkenning/onderbreking kunnen optreden (bijv. door een parallelle lichtboog).
Opmerking! Voordat de inverter na een gedetecteerde lichtboog wordt gereset, moet de getroffen PV-installatie op eventuele schade worden gecontroleerd.
De specificaties van de fabrikant met betrekking tot levering, installatie en be­drijf moeten worden nageleefd. Voer alle installatie- en aansluitwerkzaamheden zorgvuldig volgens de normen en wettelijke voorschriften uit om mogelijke geva­ren tot een minimum te beperken. De aanhaalmomenten van de betreffende aansluitingen vindt u in de installatie­handleiding van de apparaten.
Beoogd gebruik De inverter is uitsluitend bestemd om de gelijkstroom van de zonnepanelen in
wisselstroom om te zetten en deze aan het openbare elektriciteitsnet te leveren. Als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling geldt:
elk ander of afwijkend gebruik
-
wijzigingen aan de inverter die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbe-
-
volen het inbouwen van onderdelen die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aan-
-
bevolen of verkocht.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. Aanspraak op garantie vervalt.
6
Tot het beoogde gebruik behoort ook:
het volledig lezen en opvolgen van alle aanwijzingen, zoals alle aanwijzingen
-
m.b.t. de veiligheid en gevaren, die in de gebruiksaanwijzing en installatie­handleiding zijn beschreven de naleving van de onderhoudswerkzaamheden
-
montage conform de installatiehandleiding
-
Bij het aanleggen van de PV-installatie erop letten dat alle componenten uitslui­tend binnen hun toelaatbare werkgebied worden gebruikt.
Alle door de fabrikant van het zonnepaneel aanbevolen maatregelen voor een duurzaam behoud van de eigenschappen van het zonnepaneel moeten in acht worden genomen.
De bepalingen van de energiemaatschappij ten aanzien van de teruglevering en verbindingsmethoden moeten in acht worden genomen.
NL
Verklaring van de symbolen ­Keuze van de montageplaats
De inverter is geschikt voor montage binnen.
De inverter is geschikt voor montage buiten.
De inverter is op basis van zijn beschermingsklasse IP 65 onge­voelig voor spatwater uit alle richtingen en kan ook in vochtige omgevingen worden toegepast.
Stel de inverter niet aan direct zonlicht bloot om de opwarming van de inverter zo gering mogelijk te houden. Monteer de inver­ter op een beschutte plaats, bijvoorbeeld in de omgeving van de zonnepanelen of onder een dak.
Hoogte boven de zeespiegel: tot 2.000 m
BELANGRIJK! Boven een hoogte van meer dan 2.000 m boven de zeespiegel mag de inverter niet meer worden gemonteerd en gebruikt.
7
NH
3
Monteer de inverter niet:
Monteer de inverter niet in:
In principe is de inverter stofdicht uitgevoerd. In zeer stoffige
in het aanzuigbereik van ammoniak, bijtende dampen, zuren
-
of zouten (bijvoorbeeld opslagplaatsen van meststoffen, ventilatie­openingen van stallen, chemische installaties, leerlooierijen enz.)
Monteer de inverter niet in de directe woonomgeving in verband met lichte geluidsproductie onder bepaalde bedrijfsomstandig­heden.
Ruimtes met een verhoogd risico op ongevallen door dieren
-
(paarden, runderen, schapen, varkens enz.) Stallen en aangrenzende ruimtes
-
Opslag- en voorraadruimtes voor hooi, stro, haksel, kracht-
-
voer, meststoffen enz.
omgevingen kan zich op de koeloppervlakken stof ophopen, het­geen van invloed is op de thermische prestaties. In dat geval moet de inverter regelmatig worden gereinigd. Het is daarom raadzaam om de inverter niet in ruimtes en omgevingen te mon­teren waarin zich veel stof kan ophopen.
Montagestand
Monteer de inverter niet in:
De inverter is geschikt voor verticale montage op een verticale muur of zuil.
Kassen
-
Opslag- en verwerkingsruimtes voor fruit, groenten en wijn-
-
bouwproducten Ruimtes voor de verwerking van granen, groenvoer en voer-
-
producten
De inverter is geschikt voor een horizontale montageplaats.
8
De inverter is geschikt voor montage op een schuin oppervlak.
Monteer de inverter niet op een schuin oppervlak met de aanslui­tingen naar boven gericht.
Monteer de inverter niet schuin op een verticale muur of zuil.
Monteer de inverter niet horizontaal op een verticale muur of zuil.
NL
Monteer de inverter niet met de aansluitingen naar boven gericht op een verticale muur of zuil.
Monteer de inverter niet overhangend met de aansluitingen naar boven gericht.
Monteer de inverter niet overhangend met de aansluitingen naar beneden gericht.
Monteer de inverter niet op het plafond.
Keuze van de montageplaats, algemeen
Bij de keuze van de montageplaats voor de inverter moet op de volgende criteria worden gelet:
Installatie mag uitsluitend plaatsvinden op een vaste, niet-brandbare onder­grond
9
Max. omgevingstemperatu­ren:
-25 °C / +50 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 0 - 100%
De richting van de lucht­stroom binnen de inverter verloopt van links naar bo­ven (toevoer van koude lucht links, afvoer van warme lucht boven). De afgevoerde lucht kan een temperatuur van 70 °C be­reiken.
Op de montageplek moet aan de omgevingsvoorwaarden van de inverter wor­den voldaan.
Als de inverter op de buitenmuur van een veestal wordt gemonteerd, moet er tussen de inverter en de ventilatie- en gebouwopeningen een minimale afstand van 2 m in alle richtingen worden aangehouden. Op de montageplaats mogen ammoniak, bijtende dampen, zouten of zuren geen extra overlast bezorgen.
10
Montagesteun monteren
NL
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar door restspanning in de condensatoren.
Een elektrische schok kan het gevolg zijn.
Wacht de ontlaadtijd van de condensatoren af. De ontlaadtijd bedraagt 5 mi-
nuten.
VOORZICHTIG!
Gevaar door vuil of water bij de aansluitklemmen en contacten van het aansluit­paneel van de inverter.
Dit kan leiden tot schade aan de inverter.
Let er bij het boren op dat de aansluitklemmen en contacten bij het aansluit-
paneel niet vuil of nat worden. De montagesteun zonder vermogensfasedeel komt niet overeen met de be-
schermingsklasse van de complete inverter en mag daarom niet zonder ver­mogensfasedeel worden gemonteerd. Bescherm de montagesteun tijdens het monteren tegen vuil en vocht.
Opmerking! Beschermingsklasse IP 65 geldt alleen als
de inverter op de montagesteun is aangebracht en goed op de montagesteun
-
is vastgeschroefd, de afdekking van het datacommunicatiegedeelte op de inverter is gemon-
-
teerd en vastgeschroefd.
Keuze van plug­gen en schroe­ven
Aanbevolen schroeven
Inverter openen
Voor de montagesteun zonder inverter en ventilatiekanaal geldt beschermings­klasse IP 20!
Belangrijk! Afhankelijk van de ondergrond is verschillend bevestigingsmateriaal voor montage van de montagesteun vereist. Het bevestigingsmateriaal wordt daarom niet met de inverter meegeleverd. De monteur is zelf verantwoordelijk voor het kiezen van passend bevestigingsmateriaal.
Voor de montage van de inverter raadt de fabrikant aan stalen of aluminium schroeven met een doorsnede van 6 - 8 mm te gebruiken.
GEVAAR!
Gevaar door ontoereikende randaardeverbinding.
Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
De schroeven van de behuizing vormen een geschikte randaardeverbinding
voor het aarden van de behuizing en mogen in geen geval door andere schroeven zonder betrouwbare aardedraad worden vervangen!
11
1 2
3 4
Zorg ervoor dat u de montage­steun niet krom­trekt of ver­vormt
Opmerking! Let er bij de montage van de montagesteun op de wand of op een
pilaar op dat de montagesteun niet wordt kromgetrokken of vervormd raakt.
12
Montagesteun op een wand monteren
1 2
Tip: Monteer de inverter zo dat het display zich op ooghoogte bevindt
3
NL
Opmerking! Let er bij de montage van
de montagesteun op de wand op dat de montagesteun niet wordt kromge­trokken of vervormd raakt.
Montagesteun monteren
1 2
13
3
Montage van de inverter tegen een mast
Montagesteun op metalen dra­gers monteren
Bij de montage van de inverter op een mast of een verticale drager raadt Fro­nius het gebruik van een in de handel verkrijgbare mastbevestigingsset aan.
Met behulp van een mastbevestigings­set kan de inverter tegen een ronde of rechthoekige mast met verschillende diameters worden gemonteerd.
Voorbeeld voor een mastbevestigingsset
De montagesteun moet op tenminste 4 punten worden bevestigd.
1
14
Loading...
+ 30 hidden pages