Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar licha-
▶
melijk letsel tot gevolg.
GEVAAR!
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha-
▶
melijk letsel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG!
Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwon-
▶
dingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.
OPMERKING!
Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de apparatuur.
3
Algemeen
Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform
de officiële veiligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter potentieel gevaar op voor
het leven van de gebruiker of dat van derden,
-
het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker,
-
de efficiëntie van het werken met het apparaat.
-
Alle personen die met ingebruikname, bediening, onderhoud en reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten:
beschikken over de juiste kwalificaties
-
over kennis beschikken met betrekking tot de omgang met laad-
-
apparaten en accu's en
deze gebruiksaanwijzing volledig lezen en exact opvolgen.
-
De gebruiksaanwijzing moet worden bewaard op de plaats waar het
apparaat wordt gebruikt. Naast de gebruiksaanwijzing moet bovendien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu worden nageleefd.
Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het
apparaat
in leesbare toestand houden
-
niet beschadigen
-
niet verwijderen
-
niet afdekken, afplakken of overschilderen.
-
De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en
gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk
"Algemene informatie" in de bedieningshandleiding van het apparaat.
Storingen die de veiligheid beïnvloeden, moeten zijn verholpen voordat het apparaat wordt ingeschakeld.
Het gaat om eigen veiligheid!
Beoogd gebruikHet apparaat is alleen bestemd voor gebruik overeenkomstig de bedoeling. Ieder
ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling.
Voor hieruit voortvloeiende schade, evenals voor gebrekkige of onjuiste resultaten aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid.
Tot het beoogde gebruik behoort ook:
het volledig lezen en opvolgen van de gebruiksaanwijzing en alle aanwijzingen
-
met betrekking tot veiligheid en gevaren,
het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden,
-
het naleven van alle tips van de accu- en autofabrikanten.
-
De probleemloze functie van het apparaat hangt af van het correcte gebruik. Het
apparaat mag in geen geval worden verplaatst door aan de kabel te trekken.
Om-ge-vingscon-di-ties
4
Het gebruik of opslaan van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet
als beoogd gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende
schade.
NetaansluitingApparaten met een hoog vermogen kunnen vanwege hun stroomopname de ener-
giekwaliteit van het stroomnetwerk beïnvloeden.
Dit kan voor bepaalde apparaattypen consequenties hebben in de vorm van:
aansluitbeperkingen
-
-
eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie
-
eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen
*)
telkens bij de aansluiting op het openbare stroomnetwerk
*)
*)
zie de technische gegevens
In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan of
het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig dient hiertoe te worden
overlegd met de energieleverancier.
BELANGRIJK! Zorg voor een veilige aarding van de netaansluiting!
NL
Gevaren door
net- en laadstroom
Gevaar door zuren, gassen en
dampen
Bij het werken met acculaadapparaten staat u aan talrijke gevaren bloot, bijv.:
Elektrisch gevaar door net- en laadstroom.
-
Schadelijke elektromagnetische velden, die voor dragers van een pacemaker
-
levensgevaarlijk kunnen zijn.
Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Elke elektrische schok is in principe levensgevaarlijk. Om elektrische schokken tijdens het werk te vermijden:
Geen spanningvoerende delen binnen en buiten het apparaat aanraken.
-
In geen geval de accupolen aanraken.
-
Laadkabel of laadklemmen niet kortsluiten.
-
Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd
zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte
aangetaste of beschadigde kabels, evenals kabels en leidingen met een te dunne
kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Accu's bevatten zuren die de ogen en huid aantasten. Daarnaast ontstaan bij het
laden van accu's gassen en dampen die een gevaar voor de gezondheid kunnen
vormen en die onder bepaalde omstandigheden zeer explosief kunnen zijn.
Het laadapparaat uitsluitend gebruiken in goed geventileerde ruimtes. Zo wordt
een opeenhoping van explosieve gassen voorkomen. In accuruimtes bestaat geen
explosiegevaar wanneer door natuurlijke of mechanische ventilatie een waterstofconcentratie van minder dan 4% is gegarandeerd.
Tijdens het laden dient een minimale afstand van 0,5 m (19,69 inch) tussen de
accu en het laadapparaat in acht te worden genomen. Mogelijke ontstekingsbronnen zoals vuur en open licht uit de omgeving van de accu verwijderd houden.
De verbinding met de accu (bijvoorbeeld laadklemmen) in geen geval tijdens het
laden loskoppelen.
Vrijgekomen gassen en dampen in geen geval inademen - Voor voldoende toevoer
van frisse lucht zorgen.
Geen gereedschap of elektrisch geleidende metalen op de accu leggen om kortsluiting te vermijden.
Accuzuur mag in geen geval in de ogen, op de huid of op de kleding komen. Veiligheidsbril en geschikte veiligheidskleding dragen. Spoel druppels accuzuur direct en grondig met schoon water weg. Raadpleeg in geval van nood een arts.
5
Algemene aanwijzingen voor de
omgang met accu’s
Accu’s beschermen tegen vuil en mechanische beschadiging.
-
Geladen accu’s in een koele ruimte opslaan. Bij ca. +2 °C (35.6 °F) vindt de
-
minste zelfontlading plaats.
Volgens de instructies van de accufabrikant of met minstens één wekelijkse
-
visuele controle nagaan of de accu tot het MAX-merkteken met zuur (elektrolyt) is gevuld.
Werking van het apparaat niet starten of direct stoppen en de accu door een
-
geautoriseerde werkplaats laten controleren bij:
ongelijkmatig zuurpeil of hoog waterverbruik in afzonderlijke cellen, ver-
-
oorzaakt door een mogelijk defect.
ontoelaatbare verwarming van de accu tot boven 55 °C (131 °F).
-
Bescherming van
uzelf en derden
Bediening door
kinderen en
mensen met een
beperking
Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik
Personen, vooral kinderen, tijdens het gebruik van het apparaat en van de werkplek weghouden. Bevinden zich echter nog personen in de omgeving, dan:
deze op de hoogte brengen van alle gevaren (voor de gezondheid schadelijke
-
zuren en gassen, gevaar door net- en laadstroom, ...)
geschikte veiligheidsmiddelen ter beschikking stellen
-
Controleer voordat u de werkplek verlaat of tijdens uw afwezigheid geen persoonlijk letsel of materiële schade kan ontstaan.
Dit apparaat kan door kinderen van 8 jaar en ouder én door mensen met verminderde fysieke, psychische, sensorische of mentale vaardigheden of een gebrek
aan ervaring en kennis worden gebruikt. Als voorwaarde hierbij geldt wel dat er
toezicht moet zijn of dat bovengenoemde personen op de hoogte zijn gebracht
van een veilig gebruik van het apparaat en de eventuele gevaren. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mogen niet zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd.
Apparaten met een randaardedraad alleen aansluiten op een net met rand-
-
aarde en een wandcontactdoos met randaardecontact. Wordt het apparaat
op een net zonder randaarde of een wandcontactdoos zonder randaardecontact aangesloten, dan geldt dit als ernstig nalatig. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Het apparaat uitsluitend volgens de op het kenplaatje aangeduide bescher-
-
mingsgraad gebruiken.
Het apparaat nooit in gebruik nemen wanneer het is beschadigd.
-
Controleer of koellucht onbelemmerd via de luchtsleuven het apparaat kan
-
in- en uitstromen.
Laat de net- en apparaatkabels regelmatig door een elektromonteur contro-
-
leren op een juiste werking van de randaardeleiding.
Niet in goede staat verkerende veiligheidsvoorzieningen en onderdelen die
-
niet in onberispelijke staat verkeren, vóór het inschakelen van het apparaat
door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit omzeilen of buiten werking stellen.
-
Na de montage is een vrij toegankelijke netstekker benodigd.
-
EMV-apparaatclassificaties
6
Apparaten van emissieklasse A:
zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden;
-
kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door stra-
-
ling veroorzaken.
Apparaten van emissieklasse B:
voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt
-
ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het
openbare laagspanningsnet.
EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens.
NL
EMV-maatregelen
Gegevensbescherming
Onderhoud en
reparatie
In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld
als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers).
In dit geval is de gebruiker verplicht adequate maatregelen te treffen om de storing op te heffen.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die afwijken van de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste persoonlijke instellingen is de fabrikant niet aansprakelijk.
Het apparaat heeft onder normale bedrijfsomstandigheden slechts minimale verzorging en onderhoud nodig. Enkele punten verdienen echter absoluut aandacht,
om het apparaat jarenlang gebruiksklaar te houden..
Telkens voor gebruik de netstekker en de netkabel evenals de laadkabels of
-
accuklemmen op beschadiging controleren.
Bij vervuiling de kast van het apparaat met een zachte doek en alleen met
-
reinigingsproducten zonder oplosmiddelen reinigen
Reparaties en herstelwerkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerd
bedrijf plaatsvinden. Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen (dit geldt
ook voor genormeerde onderdelen). Bij niet-originele onderdelen is niet gewaarborgd dat deze voldoende robuust en veilig zijn geconstrueerd en geproduceerd.
Garantie en aansprakelijkheid
Veiligheidscontrole
Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan aan het apparaat.
Het afvoeren mag uitsluitend volgens de nationale en regionale bepalingen
plaatsvinden.
De garantieperiode voor het apparaat bedraagt 2 jaar vanaf de factuurdatum.
De fabrikant is echter niet aansprakelijk voor schades die door een of meer van
de volgende oorzaken zijn teweeg gebracht:
Gebruik niet overeenkomstig de bedoeling.
-
Ondeskundig aansluiten en bedienen.
-
Gebruik van het apparaat bij defecte beveiligingssystemen.
-
Niet opvolgen van richtlijnen in de gebruiksaanwijzing.
-
Eigenmachtig aangebrachte veranderingen aan het apparaat.
-
Schades door invloed van vreemde voorwerpen of overmacht.
-
De fabrikant raadt aan om ten minste eenmaal per 12 maanden een veiligheidscontrole aan het apparaat uit te laten voeren.
7
Een veiligheidscontrole mag alleen door een hiervoor bevoegde elektromonteur
worden uitgevoerd
na het aanbrengen van wijzigingen,
-
na installatie of ombouw,
-
na het uitvoeren van reparaties en onderhoud,
-
na een periode van maximaal twaalf maanden.
-
Voor de veiligheidscontrole dient u zich aan de geldende nationale en internationale normen en richtlijnen te houden.
Voor meer informatie over het uitvoeren van veiligheidscontroles kunt u zich
wenden tot de servicedienst. Deze verstrekt u op verzoek alle noodzakelijke documentatie.
VerwijderingOude elektrische en elektronische apparaten moeten volgens de Europese richt-
lijnen en het nationale recht gescheiden worden ingezameld en milieuvriendelijk
worden gerecycled. Gebruikte apparaten moeten bij de handelaar worden afgegeven of bij een lokaal, geautoriseerd verzamelings- en verwerkingssysteem worden ingeleverd. Een correcte verwerking van het oude apparaat vereist dat materiële hulpbronnen duurzaam worden gerecycled. Gebeurt dit niet, dan hebben de
gezondheid en het milieu hier mogelijk onder te lijden.
Verpakkingsmaterialen
Gescheiden inzameling. Controleer de voorschriften van uw gemeente. Verklein
het volume van de doos.
Aanduidingen op
het apparaat
AuteursrechtHet auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.
Apparaten met CE-aanduiding voldoen aan de fundamentele eisen van de desbetreffende richtlijnen.
Apparaten die zijn voorzien van het EAC-testsymbool, voldoen aan de eisen van
de relevante normen voor Rusland, Wit-Rusland, Kazachstan, Armenië en Kirgizië.
Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter
perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan
de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u
een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.
8
Algemeen
NL
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar van lichamelijk letsel en materiële schade door losse, draaiende voertuigonderdelen.
Bij werkzaamheden in de motorruimte van de auto moet erop worden gelet dat
handen, haar, kledingstukken en laadkabels niet met draaiende onderdelen (zoals
V-riemen, koelventilatoren, enz.) in aanraking kunnen komen.
VOORZICHTIG!
Kans op materiële schade en slechte laadresultaten bij onjuist ingestelde functie.
Modus altijd overeenkomstig het te laden type accu instellen.
Het apparaat is voor veilig gebruik uitgerust met de volgende veiligheidssystemen:
geen vonkvorming bij het aansluiten op de accu door spanningvrije laadklem-
-
men
beveiliging tegen ompoling of kortsluiting van de laadklemmen
-
beveiliging tegen thermische overbelasting van het laadapparaat
-
OPMERKING!
Gebruik overeenkomstig de
bedoeling
Gebruikte symbolen
geen beveiliging tegen ompoling bij diepontladen accu.
Is de accuspanning te laag (< 1,0 V), dan kan het laadapparaat de aangesloten
accu niet meer herkennen. Let voor het handmatig starten van de laadprocedure
op de juiste poling van de laadklemmen.
Het laadapparaat is uitsluitend voor het laden van de hierna vermelde typen accu's bedoeld:
loodaccu's met vloeibaar elektrolyt (Pb, GEL, Ca, Ca Silber)
-
of
loodaccu's met gebonden elektrolyt (AGM, MF, Vlies).
-
BELANGRIJK! Het laden van droge accu's (primaire elementen) geldt als niet
conform de voorschriften. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Uitvoering met hoofdschakelaar:
hoofdschakelaar uitschakelen
-
het apparaat van het net loskoppelen
-
Uitvoering zonder hoofdschakelaar:
het apparaat van het net loskoppelen
-
9
Uitvoering met hoofdschakelaar:
apparaat op het net aansluiten
-
hoofdschakelaar inschakelen
-
Uitvoering zonder hoofdschakelaar:
apparaat op het net aansluiten
-
10
Bedieningselementen en aansluitingen
(1)
(2)
(3)(4) (5)(6)
(4)
(5)(7)
(8)(9)
NL
Algemeen
Bedieningselementen en aansluitingen
OPMERKING!
Naar aanleiding van actualiseringen kunnen functies op uw apparaat beschikbaar zijn die in deze gebruiksaanwijzing niet zijn beschreven, of omgekeerd.
Bovendien kunnen enkele afbeeldingen in geringe mate afwijken van de bedieningselementen op uw apparaat. De werking van deze bedieningselementen is
echter gelijk.
Meer informatie kunt u vinden
op het internet onder
http://www.fronius.com
Voorzijde
(7)Bedieningspaneel
(8)Uitvoering met hoofdschakelaar
(9)Netvoedingskabel / -stekker
Achterzijde
11
(10)(14)(13) (12) (11)
Bedieningspaneel
(10)Info-toets
voor het instellen van de gewenste functie
voor het opvragen van laadparameters tijdens het laadproces
(11)Start/Stop-toets
voor het onderbreken en weer
starten van het laadproces
(12)Insteltoets "Down"
(13)Insteltoets "Up"
(14)Display
12
Montagemogelijkheden
2
1
4
3
1
2
NL
Optie randbescherming monteren
Afhankelijk van de uitvoering van het laadapparaat kan bij uw lader een speciale
beschermrand zijn meegeleverd.
BELANGRIJK! Bij de optie Wandmontage moet de randbescherming worden gemonteerd, aangezien de montageaccessoires zijn ontworpen voor een montage
met randbescherming.
Bij de optie Vloermontage mag de randbescherming niet worden gemonteerd.
Randbescherming monteren:
1
Montage tegen
de muur
2
BELANGRIJK! Moet de randbescherming niet permanent op het apparaat wor-
den gemonteerd, verwijder dan niet het afdekfolie van de plakstrook.
Laadapparaat met als extra verkrijgbare muursteun tegen de muur monteren:
OPMERKING!
Let bij bevestiging tegen de muur op het gewicht van het apparaat.
De steun mag alleen op een hiervoor geschikte muur worden bevestigd.
13
Wandhouder met passende plug-
370 mm
42 mm
1
-
gen, schroeven op een geschikte
wand monteren
Laadapparaat op de wandhouder
-
plaatsen
De onderzijde van het laadapparaat moet vlak op de wandhouder
rusten.
Alleen bij permanente montage
-
van het laadapparaat op de wandhouder:
laadapparaat met twee meegeleverde schroeven (diameter 3,5 x
9,5 mm) op de wandhouder bevestigen
Montage op de
vloer
Laadapparaat met als extra verkrijgbare montagesteunen op de vloer monteren:
Aan de voor- en achterzijde van het
1
laadapparaat de montagesteun
links en rechts van het ventilatierooster van het laadapparaat bevestigen
Op het montagevlak te boren gaten
2
aftekenen (afstanden volgens afbeelding)
Gaten boren
3
Afhankelijk van de toestand van
4
het montagevlak geschikte schroeven (diameter 5 mm) voor het bevestigen van het laadapparaat kiezen
Laadapparaat met de montage-
5
steunen en telkens twee schroeven
op het montagevlak bevestigen
14
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.