Fronius Acctiva Pofessional Flash / Flash JP / Flash 30 A JP Operating Instruction [NL]

Operating Instructions
Acctiva Professional Flash UCN US / CN
Bedieningshandleiding
NL
42,0426,0199,NL 008-22062022
Veiligheidsvoorschriften
NL
WAARSCHUWING!
Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar.
Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar licha-
melijk letsel tot gevolg.
GEVAAR!
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha-
melijk letsel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG!
Duidt op een situatie die mogelijk schade tot gevolg kan hebben.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwon-
dingen evenals materiële schade tot gevolg hebben.
OPMERKING!
Duidt op de mogelijkheid van minder goede resultaten en mogelijke beschadi­ging van de apparatuur.
3
Algemeen
Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform
de officiële veiligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of mis­bruik levert echter potentieel gevaar op voor
het leven van de gebruiker of dat van derden,
-
het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker,
-
de efficiëntie van het werken met het apparaat.
-
Alle personen die met ingebruikname, bediening, onderhoud en re­paratie van het apparaat te maken hebben, moeten:
beschikken over de juiste kwalificaties
-
over kennis beschikken met betrekking tot de omgang met laad-
-
apparaten en accu's en deze gebruiksaanwijzing volledig lezen en exact opvolgen.
-
De gebruiksaanwijzing moet worden bewaard op de plaats waar het apparaat wordt gebruikt. Naast de gebruiksaanwijzing moet boven­dien de overkoepelende en lokale regelgeving ter voorkoming van on­gevallen en ter bescherming van het milieu worden nageleefd.
Alle aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat
in leesbare toestand houden
-
niet beschadigen
-
niet verwijderen
-
niet afdekken, afplakken of overschilderen.
-
De plaatsen waar de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid en gevaren op het apparaat zijn aangebracht, vindt u in het hoofdstuk "Algemene informatie" in de bedieningshandleiding van het apparaat. Storingen die de veiligheid beïnvloeden, moeten zijn verholpen voor­dat het apparaat wordt ingeschakeld.
Het gaat om eigen veiligheid!
Beoogd gebruik Het apparaat is alleen bestemd voor gebruik overeenkomstig de bedoeling. Ieder
ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling. Voor hieruit voortvloeiende schade, evenals voor gebrekkige of onjuiste resulta­ten aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid.
Tot het beoogde gebruik behoort ook:
het volledig lezen en opvolgen van de gebruiksaanwijzing en alle aanwijzingen
-
met betrekking tot veiligheid en gevaren, het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden,
-
het naleven van alle tips van de accu- en autofabrikanten.
-
De probleemloze functie van het apparaat hangt af van het correcte gebruik. Het apparaat mag in geen geval worden verplaatst door aan de kabel te trekken.
Om-ge-vings­con-di-ties
4
Het gebruik of opslaan van het apparaat buiten het aangegeven bereik geldt niet als beoogd gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
Netaansluiting Apparaten met een hoog vermogen kunnen vanwege hun stroomopname de ener-
giekwaliteit van het stroomnetwerk beïnvloeden.
Dit kan voor bepaalde apparaattypen consequenties hebben in de vorm van:
aansluitbeperkingen
-
-
eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie
-
eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen
*)
telkens bij de aansluiting op het openbare stroomnetwerk
*)
*)
zie de technische gegevens
In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan of het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig dient hiertoe te worden overlegd met de energieleverancier.
BELANGRIJK! Zorg voor een veilige aarding van de netaansluiting!
NL
Gevaren door net- en laad­stroom
Gevaar door zu­ren, gassen en dampen
Bij het werken met acculaadapparaten staat u aan talrijke gevaren bloot, bijv.:
Elektrisch gevaar door net- en laadstroom.
-
Schadelijke elektromagnetische velden, die voor dragers van een pacemaker
-
levensgevaarlijk kunnen zijn.
Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Elke elektrische schok is in principe le­vensgevaarlijk. Om elektrische schokken tijdens het werk te vermijden:
Geen spanningvoerende delen binnen en buiten het apparaat aanraken.
-
In geen geval de accupolen aanraken.
-
Laadkabel of laadklemmen niet kortsluiten.
-
Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte aangetaste of beschadigde kabels, evenals kabels en leidingen met een te dunne kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Accu's bevatten zuren die de ogen en huid aantasten. Daarnaast ontstaan bij het laden van accu's gassen en dampen die een gevaar voor de gezondheid kunnen vormen en die onder bepaalde omstandigheden zeer explosief kunnen zijn.
Het laadapparaat uitsluitend gebruiken in goed geventileerde ruimtes. Zo wordt een opeenhoping van explosieve gassen voorkomen. In accuruimtes bestaat geen explosiegevaar wanneer door natuurlijke of mechanische ventilatie een water­stofconcentratie van minder dan 4% is gegarandeerd.
Tijdens het laden dient een minimale afstand van 0,5 m (19,69 inch) tussen de accu en het laadapparaat in acht te worden genomen. Mogelijke ontstekingsbron­nen zoals vuur en open licht uit de omgeving van de accu verwijderd houden.
De verbinding met de accu (bijvoorbeeld laadklemmen) in geen geval tijdens het laden loskoppelen.
Vrijgekomen gassen en dampen in geen geval inademen - Voor voldoende toevoer van frisse lucht zorgen.
Geen gereedschap of elektrisch geleidende metalen op de accu leggen om kort­sluiting te vermijden.
Accuzuur mag in geen geval in de ogen, op de huid of op de kleding komen. Vei­ligheidsbril en geschikte veiligheidskleding dragen. Spoel druppels accuzuur di­rect en grondig met schoon water weg. Raadpleeg in geval van nood een arts.
5
Algemene aan­wijzingen voor de omgang met ac­cu’s
Accu’s beschermen tegen vuil en mechanische beschadiging.
-
Geladen accu’s in een koele ruimte opslaan. Bij ca. +2 °C (35.6 °F) vindt de
-
minste zelfontlading plaats. Volgens de instructies van de accufabrikant of met minstens één wekelijkse
-
visuele controle nagaan of de accu tot het MAX-merkteken met zuur (elek­trolyt) is gevuld. Werking van het apparaat niet starten of direct stoppen en de accu door een
-
geautoriseerde werkplaats laten controleren bij:
ongelijkmatig zuurpeil of hoog waterverbruik in afzonderlijke cellen, ver-
-
oorzaakt door een mogelijk defect. ontoelaatbare verwarming van de accu tot boven 55 °C (131 °F).
-
Bescherming van uzelf en derden
Bediening door kinderen en mensen met een beperking
Veiligheidsmaat­regelen bij nor­maal gebruik
Personen, vooral kinderen, tijdens het gebruik van het apparaat en van de werk­plek weghouden. Bevinden zich echter nog personen in de omgeving, dan:
deze op de hoogte brengen van alle gevaren (voor de gezondheid schadelijke
-
zuren en gassen, gevaar door net- en laadstroom, ...) geschikte veiligheidsmiddelen ter beschikking stellen
-
Controleer voordat u de werkplek verlaat of tijdens uw afwezigheid geen per­soonlijk letsel of materiële schade kan ontstaan.
Dit apparaat kan door kinderen van 8 jaar en ouder én door mensen met vermin­derde fysieke, psychische, sensorische of mentale vaardigheden of een gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt. Als voorwaarde hierbij geldt wel dat er toezicht moet zijn of dat bovengenoemde personen op de hoogte zijn gebracht van een veilig gebruik van het apparaat en de eventuele gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mogen niet zonder toe­zicht door kinderen worden uitgevoerd.
Apparaten met een randaardedraad alleen aansluiten op een net met rand-
-
aarde en een wandcontactdoos met randaardecontact. Wordt het apparaat op een net zonder randaarde of een wandcontactdoos zonder randaardecon­tact aangesloten, dan geldt dit als ernstig nalatig. De fabrikant is niet aan­sprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. Het apparaat uitsluitend volgens de op het kenplaatje aangeduide bescher-
-
mingsgraad gebruiken. Het apparaat nooit in gebruik nemen wanneer het is beschadigd.
-
Controleer of koellucht onbelemmerd via de luchtsleuven het apparaat kan
-
in- en uitstromen. Laat de net- en apparaatkabels regelmatig door een elektromonteur contro-
-
leren op een juiste werking van de randaardeleiding. Niet in goede staat verkerende veiligheidsvoorzieningen en onderdelen die
-
niet in onberispelijke staat verkeren, vóór het inschakelen van het apparaat door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen. Veiligheidsvoorzieningen nooit omzeilen of buiten werking stellen.
-
Na de montage is een vrij toegankelijke netstekker benodigd.
-
EMV-apparaat­classificaties
6
Apparaten van emissieklasse A:
zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden;
-
kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door stra-
-
ling veroorzaken.
Apparaten van emissieklasse B:
voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt
-
ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het openbare laagspanningsnet.
EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens.
NL
EMV-maatrege­len
Gegevensbe­scherming
Onderhoud en reparatie
In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaar­den, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatie­locatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dit geval is de gebruiker verplicht adequate maatregelen te treffen om de sto­ring op te heffen.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van gegevens die afwij­ken van de fabrieksinstellingen. Voor schade die ontstaat door gewiste persoonlij­ke instellingen is de fabrikant niet aansprakelijk.
Het apparaat heeft onder normale bedrijfsomstandigheden slechts minimale ver­zorging en onderhoud nodig. Enkele punten verdienen echter absoluut aandacht, om het apparaat jarenlang gebruiksklaar te houden..
Telkens voor gebruik de netstekker en de netkabel evenals de laadkabels of
-
accuklemmen op beschadiging controleren. Bij vervuiling de kast van het apparaat met een zachte doek en alleen met
-
reinigingsproducten zonder oplosmiddelen reinigen
Reparaties en herstelwerkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerd bedrijf plaatsvinden. Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen (dit geldt ook voor genormeerde onderdelen). Bij niet-originele onderdelen is niet gewaar­borgd dat deze voldoende robuust en veilig zijn geconstrueerd en geproduceerd.
Garantie en aan­sprakelijkheid
Veiligheidscon­trole
Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan aan het appa­raat.
Het afvoeren mag uitsluitend volgens de nationale en regionale bepalingen plaatsvinden.
De garantieperiode voor het apparaat bedraagt 2 jaar vanaf de factuurdatum. De fabrikant is echter niet aansprakelijk voor schades die door een of meer van de volgende oorzaken zijn teweeg gebracht:
Gebruik niet overeenkomstig de bedoeling.
-
Ondeskundig aansluiten en bedienen.
-
Gebruik van het apparaat bij defecte beveiligingssystemen.
-
Niet opvolgen van richtlijnen in de gebruiksaanwijzing.
-
Eigenmachtig aangebrachte veranderingen aan het apparaat.
-
Schades door invloed van vreemde voorwerpen of overmacht.
-
De fabrikant raadt aan om ten minste eenmaal per 12 maanden een veiligheids­controle aan het apparaat uit te laten voeren.
7
Een veiligheidscontrole mag alleen door een hiervoor bevoegde elektromonteur worden uitgevoerd
na het aanbrengen van wijzigingen,
-
na installatie of ombouw,
-
na het uitvoeren van reparaties en onderhoud,
-
na een periode van maximaal twaalf maanden.
-
Voor de veiligheidscontrole dient u zich aan de geldende nationale en internatio­nale normen en richtlijnen te houden.
Voor meer informatie over het uitvoeren van veiligheidscontroles kunt u zich wenden tot de servicedienst. Deze verstrekt u op verzoek alle noodzakelijke do­cumentatie.
Verwijdering Oude elektrische en elektronische apparaten moeten volgens de Europese richt-
lijnen en het nationale recht gescheiden worden ingezameld en milieuvriendelijk worden gerecycled. Gebruikte apparaten moeten bij de handelaar worden afge­geven of bij een lokaal, geautoriseerd verzamelings- en verwerkingssysteem wor­den ingeleverd. Een correcte verwerking van het oude apparaat vereist dat mate­riële hulpbronnen duurzaam worden gerecycled. Gebeurt dit niet, dan hebben de gezondheid en het milieu hier mogelijk onder te lijden.
Verpakkingsmaterialen
Gescheiden inzameling. Controleer de voorschriften van uw gemeente. Verklein het volume van de doos.
Aanduidingen op het apparaat
Auteursrecht Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant.
Apparaten met CE-aanduiding voldoen aan de fundamentele eisen van de desbe­treffende richtlijnen.
Apparaten die zijn voorzien van het EAC-testsymbool, voldoen aan de eisen van de relevante normen voor Rusland, Wit-Rusland, Kazachstan, Armenië en Kirgi­zië.
Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.
8
Algemeen
NL
Veiligheid
GEVAAR!
Gevaar van lichamelijk letsel en materiële schade door losse, draaiende voer­tuigonderdelen.
Bij werkzaamheden in de motorruimte van de auto moet erop worden gelet dat handen, haar, kledingstukken en laadkabels niet met draaiende onderdelen (zoals V-riemen, koelventilatoren, enz.) in aanraking kunnen komen.
VOORZICHTIG!
Kans op materiële schade en slechte laadresultaten bij onjuist ingestelde func­tie.
Modus altijd overeenkomstig het te laden type accu instellen.
Het apparaat is voor veilig gebruik uitgerust met de volgende veiligheidssyste­men:
geen vonkvorming bij het aansluiten op de accu door spanningvrije laadklem-
-
men beveiliging tegen ompoling of kortsluiting van de laadklemmen
-
beveiliging tegen thermische overbelasting van het laadapparaat
-
OPMERKING!
Gebruik over­eenkomstig de bedoeling
Gebruikte sym­bolen
geen beveiliging tegen ompoling bij diepontladen accu.
Is de accuspanning te laag (< 1,0 V), dan kan het laadapparaat de aangesloten accu niet meer herkennen. Let voor het handmatig starten van de laadprocedure op de juiste poling van de laadklemmen.
Het laadapparaat is uitsluitend voor het laden van de hierna vermelde typen ac­cu's bedoeld:
loodaccu's met vloeibaar elektrolyt (Pb, GEL, Ca, Ca Silber)
-
of loodaccu's met gebonden elektrolyt (AGM, MF, Vlies).
-
BELANGRIJK! Het laden van droge accu's (primaire elementen) geldt als niet conform de voorschriften. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voort­vloeiende schade.
Uitvoering met hoofdschakelaar:
hoofdschakelaar uitschakelen
-
het apparaat van het net loskoppelen
-
Uitvoering zonder hoofdschakelaar:
het apparaat van het net loskoppelen
-
9
Uitvoering met hoofdschakelaar:
apparaat op het net aansluiten
-
hoofdschakelaar inschakelen
-
Uitvoering zonder hoofdschakelaar:
apparaat op het net aansluiten
-
10
Bedieningselementen en aansluitingen
(1)
(2)
(3) (4) (5) (6)
(4)
(5)(7)
(8)(9)
NL
Algemeen
Bedieningsele­menten en aan­sluitingen
OPMERKING!
Naar aanleiding van actualiseringen kunnen functies op uw apparaat beschik­baar zijn die in deze gebruiksaanwijzing niet zijn beschreven, of omgekeerd.
Bovendien kunnen enkele afbeeldingen in geringe mate afwijken van de bedie­ningselementen op uw apparaat. De werking van deze bedieningselementen is echter gelijk.
(1) Schroefaansluiting (+) laadklem (2) Schroefaansluiting (-) laadklem (3) Afdekking USB-aansluiting (4) (-) Laadklem - zwart (5) (+) Laadklem - rood (6) USB-aansluiting
naar actualiseren van de firm­ware
Meer informatie kunt u vinden op het internet onder http://www.fronius.com
Voorzijde
(7) Bedieningspaneel (8) Uitvoering met hoofdschakelaar (9) Netvoedingskabel / -stekker
Achterzijde
11
(10)(14) (13) (12) (11)
Bedieningspaneel
(10) Info-toets
voor het instellen van de ge­wenste functie
voor het opvragen van laadpara­meters tijdens het laadproces
(11) Start/Stop-toets
voor het onderbreken en weer
starten van het laadproces (12) Insteltoets "Down" (13) Insteltoets "Up" (14) Display
12
Montagemogelijkheden
2
1
4
3
1
2
NL
Optie randbe­scherming mon­teren
Afhankelijk van de uitvoering van het laadapparaat kan bij uw lader een speciale beschermrand zijn meegeleverd.
BELANGRIJK! Bij de optie Wandmontage moet de randbescherming worden ge­monteerd, aangezien de montageaccessoires zijn ontworpen voor een montage met randbescherming. Bij de optie Vloermontage mag de randbescherming niet worden gemonteerd.
Randbescherming monteren:
1
Montage tegen de muur
2
BELANGRIJK! Moet de randbescherming niet permanent op het apparaat wor-
den gemonteerd, verwijder dan niet het afdekfolie van de plakstrook.
Laadapparaat met als extra verkrijgbare muursteun tegen de muur monteren:
OPMERKING!
Let bij bevestiging tegen de muur op het gewicht van het apparaat.
De steun mag alleen op een hiervoor geschikte muur worden bevestigd.
13
Wandhouder met passende plug-
370 mm
42 mm
1
-
gen, schroeven op een geschikte wand monteren Laadapparaat op de wandhouder
-
plaatsen
De onderzijde van het laadappa­raat moet vlak op de wandhouder rusten.
Alleen bij permanente montage
-
van het laadapparaat op de wand­houder: laadapparaat met twee meegele­verde schroeven (diameter 3,5 x 9,5 mm) op de wandhouder beves­tigen
Montage op de vloer
Laadapparaat met als extra verkrijgbare montagesteunen op de vloer monteren:
Aan de voor- en achterzijde van het
1
laadapparaat de montagesteun links en rechts van het ventilatie­rooster van het laadapparaat be­vestigen
Op het montagevlak te boren gaten
2
aftekenen (afstanden volgens af­beelding)
Gaten boren
3
Afhankelijk van de toestand van
4
het montagevlak geschikte schroe­ven (diameter 5 mm) voor het be­vestigen van het laadapparaat kie­zen
Laadapparaat met de montage-
5
steunen en telkens twee schroeven op het montagevlak bevestigen
14
Loading...
+ 30 hidden pages