Flymo MAXI TRIM 900 User Manual [nl]

Page 1
P411 CCS P462 CCS P511 CCS
Page 2
Page 3
Page 4
Page 5
Page 6
Page 7
!
!
TECHNISCHE GEGEVENS
Motor
Cilinderinhoud cm
Cilinderdiameter (mm) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Slag (mm) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Stationair toerental (omw/min.) . . . . . . . . . . . . .
Aanbevolen maximum toerental (omw/min) . . . . .
Vermogen (kW)
Omw/min.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ontstekingssysteem
Producent/Ontstekingssysteemtype . . . . . . . . . .
Bougie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Elektrodenafstand (mm). . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Brandstof smeersysteem
Producent/Carburateurtype . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud benzinetank (liter). . . . . . . . . . . . . . . . . .
Capaciteit oliepomp bij 8500 omw./min (ml/min) .
Inhoud olietank (liter) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Oliepomptype . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gewicht Zaag zonder zaagblad, ketting en met lege tanks (kg) Zaagblad- en kettingcombinaties - De onder­staande combinaties zijn CE-typegoedgekeurd.
Lengte (“) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Steek (“) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maximum aantal tandwielen neuswiel . . . . . . . .
Ketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Geluidsniveaus
Equivalent geluidsdrukniveau bij het oor van de gebruiker, gemeten volgens de van toepassing
zijnde internationale normen, dB(A) . . . . . . . . . .
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau LwAav dB(A) (ISO 9207) . . . Gemeten geluidsvermogensniveau LwAav dB(A) (ISO 9207). . .
Trillingniveaus
Voorste handvat (m/s Achterste handvat (m/s
Ketting/zaagblad
Standaard zaagbladlengte (“/cm) . . . . . . . . . . . .
Aanbevolen zaagbladlengtes (“/cm) . . . . . . . . . .
Effectieve zaaglengte (“/cm) . . . . . . . . . . . . . . .
Kettingsnelheid bij maximum vermogen (m/sec.) .
Steek (“) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Dikte van de aandrijfschakel (mm) . . . . . . . . . . .
Aantal tanden van het aandrijftandwiel . . . . . . . .
3
2
). . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2
) . . . . . . . . . . . . . . . . . .
411 CCS 462 CCS 511 CCS
40,2 44,3 48,7
40 42 44 32 32 32
2500 2500 2500
12500 12500 12500
2,0 2,2 2,3
9000 9000 9000
Phelon/CD
Champion RCJ07 NGK BPMR7A
0,5 0,5 0,5
Zama/C1Q-EL1
0,5 0,5 0,5
666
0,25 0,25 0,25
Autom
4,7 4,7 4,7
. .
13”-15”-18”
0,325 0,325 0,325
10T 10T 10T
Partner S25 “Pro Cut”/S30 “Slim Cut”
99,5 99,5 99,5
111 111 111 109 109 109
1,9 1,9 3,9 4,2 4,2 3,6
13”/33 13-18”/33-46 12-17”/31-44
1,3 1,3 1,5
777
A ALGEMENE BESCHRIJVING
1 Cilinderkap 2 Voorste handvat 3 Terugslagbescherming 4 Starter 5 Kettingolietank 6 Starthendel 7 Stelschroeven, carburateur 8 Chokehendel/Startgasvergrendeling 9 Achterste handvat 10 Stopschakelaar 11 Brandstoftank 12 Knalpot 13 Ketting 14 Zaagblad 15 Schorssteun 16 Kettingvanger 17 Koppelingdeksel 18 Gashendel 19 Gashendelvergrendeling 20 Kettingspannerschroef 21 Zaagbladbescherming
17,3
0,325
atisch
B VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING! Motorkettingzagen kunnen gevaar­lijk zijn! Slordig of onjuist gebruik kan resulteren in ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen.
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en begint niet te werken voor u alles duidelijk heeft begrepen.
Dit product voldoet aan de geldende CE-richtlijnen. Geluidsemissie naar de omgeving volgens de richtlij-
nen van de Europese Gemeenschap. De emissie van de machine wordt aangegeven in het hoofdstuk Technische gegevens en op plaatjes.
Draag altijd:
HELM GEHOORBESCHERMERS VEILIGHEIDSBRIL OF VIZIER HANDSCHOENEN MET ZAAGBESCHERMING VEILIGHEIDSBROEK MET ZAAGBESCHERMING LAARZEN MET ZAAGBESCHERMING, STALEN NEUS EN ANTI-SLIP ZOO U MOET ALTIJD EEN EHBO-KIT BIJ U HEBBEN
ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1 Een motorkettingzaag is uitsluitend bedoeld voor zagen
in bomen. De enige accessoires waarvoor u de motoreenheid als aandrijfeenheid mag gebruiken zijn de zaagblad/kettingcombinaties die aanbevolen worden in het hoofdstuk “Technische gegevens”.
2 Gebruik de motorkettingzaag nooit als u moe bent,
alcohol heeft gedrongen of medicijnen heeft ingenomen die uw gezichtsvermogen, uw beoordel­ingsvermogen of uw coördinatievermogen negatief
beïnvloeden. 3 Gebruik altijd de persoonlijke veiligheidsuitrusting. 4 Gebruik nooit een motorkettingzaag die zo gewijzigd
werd dat ze niet langer overeenkomt met de originele
uitvoering. 5 Gebruik nooit een motorkettingzaag die defect is. 6 STARTEN
• Start de motorkettingzaag nooit voor het zaagblad, de ketting en het koppelingdeksel juist gemonteerd zijn. (Zie hoofdstuk “Monteren”).
• Start de motorkettingzaag nooit binnenshuis. Vergeet niet dat het gevaarlijk is om de uitlaat­gassen van de motor in te ademen.
• Controleer de omgeving en vergewis u ervan dat er geen risico bestaat dat mensen of dieren in contact komen met de ketting.
• Plaats de motorkettingzaag op de grond met uw rechtervoet in het achterste handvat. Grijp het voorste handvat stevig beet met uw linkerhand. Zorg ervoor dat de motorkettingzaag stabiel ligt en dat de
h
31
Page 8
!
h
ketting niet in contact komt met de grond of een andere voorwerp. Grijp daarna het starthandvat met uw rechterhand beet en trek aan het starterkoord.
7 BRANDSTOFVEILIGHEID
(Tanken/Brandstofmengsel/Opbergen)
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandgevaarlijk.Wees voorzichtig bij het hanteren van brandstof en kettingolie. Vergeet het brand-, explosie- en inademingsgevaar niet.
• Tank nooit wanneer de motor van de zaag loopt.
• Zorg voor een goede ventilatie tijdens het tanken en het mengen van brandstof (benzine en 2-takt olie).
• Verplaats de motorkettingzaag tenminste 3 m van de tankplaats voor u de motor start.
• Start nooit de motorkettingzaag:
a) Als u daarop brandstof of kettingolie heeft
gemorst. Neem alle gemorste brandstof af en laat de benzineresten verdampen.
b) Als u brandstof of kettingolie op uzelf of op uw kled-
ing gemorst heeft, trek eerst schone kleding aan.
c) Als de zaag brandstof lekt. Controleer “de
brandstofleidingen” regelmatig op lekkage.
• Berg de motorkettingzaag en de brandstof zo dat eventuele lekkage en dampen niet in contact kunnen komen met vonken of vlammen. Bijvoorbeeld elek­trische machines, elektrische motoren, stopcon­tacten/schakelaars, verwarmingsketels e.d.
• De brandstof moet in daarvoor bedoelde en goedgekeurde tanks worden bewaard.
• Bij opslag van langere duur en transport van de motorkettingzaag moeten de brandstof- en zaagkettingolietanks worden geleegd. Vraag bij uw tankstation of bij de gemeente waar u de afgetapte brandstof en kettingolie kwijt kan.
8 Gebruik uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing
aanbevolen accessoires. Zie de hoofdstukken “Technische gegevens”.
Met een defecte zaaguitrusting of een verkeerd geslepen ketting neemt het risico op ongevallen toe. Met een verkeerde zaagblad/kettingcombi­natie neemt het risico op ongevallen toe.
WAT IS TERUGSLAG?
Terugslag is de benaming van een plotselinge reactie waarbij de zaag en het zaagblad terugslaan van een voorwerp dat geraakt werd door de terugslagrisico-sec­tor van de zaagbladpunt. De terugslag gebeurt altijd in de richting van het zaag­bladoppervlak. Meestal slagen de zaag en het zaagblad omhoog en naar achteren naar de gebruiker toe. Maar dit kan ook in andere richtingen zijn, afhankelijk van de positie waarin de zaag zich bevindt op het ogenblik dat de terugsla-
grisico-sector in contact komt met een voorwerp. Terugslag vindt uitsluitend plaats wanneer de terugslagrisico­sector van het zaagblad in contact komt met een voorwerp.
SLIJPEN EN INSTELLEN VAN DE TANDDIEPTE VAN DE KETTING Met een verkeerd geslepen ketting neemt het risico op terugslag toe!
Algemeen met betrekking tot het slijpen van de tanden
A
• Zaag nooit met een stompe ketting. De ketting is stomp wanneer u de zaaguitrusting door de boom moet drukken en dat de houten spaanders erg klein zijn. Met een erg stompte ketting zijn er zelfs geen houten spaanders. Dan krijgt men alleen houtpoeder.
• Een goed geslepen ketting “eet” door de boom en geeft houten spaanders die groot en lang zijn.
• De zagende delen van een ketting worden ZAAGSCHAKELS genoemd en bestaan uit een SNIJ­TAND (A) en een DIEPTESTELLERNOK (B). Het verschil in hoogte tussen deze beid bepaalt de snijdiepte.
B Slijpen van de snijtand
Om de snijtand te slijpen heeft men een RONDE VIJL en een VIJLMAL nodig. Raadpleeg het hoofdstuk “Technische gegevens” met betrekking tot de diameter van de ronde vijl en welke vijlmal aanbevolen wordt voor de ketting van uw motorkettingzaag. 1 Controleer of de ketting gestrekt is.Als de ketting niet
voldoende gestrekt is, is ze zijdelings onstabiel waar­door ze niet juiste kan geslepen worden.
2 Vijl altijd van de binnenkant van de snijtand naar buiten
toe. Til de vijl op wanneer u naar de volgende tand gaat. Vijl eerst alle tanden aan één kant, draai daarna de zaag om en vijl de tanden van de andere kant.
3 Vijl zo dat alle tanden even lang zijn. Wanneer de
lengte van de snijtand slechts 4 mm bedraagt, is de ketting versleten en moet ze vervangen worden.
Zaaguitrusting smeren Onvoldoende smeren van de zaaguitrusting kan een breuk van de ketting veroorzaken wat tot ernstige en zelfs dodelijke verwondingen kan leiden.
A Zaagkettingolie
• Een zaagkettingolie moet een goede aanhechting hebben aan de zaagketting, en tevens goede vloei­eigenschappen hebben, of het nu een warme zomer of een koude winter is.
• Als fabrikant van motorkettingzagen hebben wij een optimale zaagkettingolie ontwikkeld die door zijn plantaardige grondslag bovendien biologisch afbreekbaar is. Wij bevelen het gebruik van onze olie aan voor zowel een maximale levensduur van de zaagketting als voor behoud van het milieu.
32
Page 9
• Als onze zaagkettingolie niet verkrijgbaar is, bevelen
!
wij gewone zaagkettingolie aan.
• In gebieden waar oliën die speciaal bedoeld zijn voor het smeren van zaagkettingen niet verkrijgbaar zijn, kan transmissieolie EP 90 worden gebruikt.
• Gebruik nooit afvalolie. Deze is schadelijk voor zowel u zelf, de zaag als het milieu.
B Kettingolie bijvullen
• Al onze motorkettingzaagmodellen hebben automa­tische kettingsmering. Een aantal modellen is ook leverbaar met verstelbare oliestroom.
• De kettingolietank en de brandstoftank zin zo gedimen­sioneerd dat de motor stopt bij gebrek aan brandstof voor de kettingolie op is.Deze veiligheidsfunctie vereist echter wel dat men de juiste kettingolie gebruikt (met te dunne en dunvloeiende olie raakt de kettingolietank leeg voor de brandstof op is), dat men onze aanbevelingen met betrekking tot de carburateurinstelling volgt (met een te “magere” instelling gaat de brandstof langer mee dan de kettingolie) en dat men onze aanbevelingen met betrekking tot de maaiuitrusting volgt (een te lang zaag­blad heeft meer kettingolie nodig). Op modellen met verstelbare oliepomp moeten de hierboven genoemde voorwaarden vervuld worden.
C MONTEREN VAN ZAAGBLAD EN KETTING
WAARSCHUWING! Wanneer u aan de ketting werkt, moet u altijd handschoenen dragen.
Controleer of de kettingrem ontkoppeld is door de terugslagbescherming van de kettingrem naar de voorste handvatbeugel te duwen. Verwijder de zaagbladmoeren en het koppelingdeksel (kettingrem). Monteer het zaagblad over de zaagbladbouten. Plaats het zaagblad in de achterste stand. Plaats de ketting over het kettingaandrijftandwiel en in de zaagbladgroef. Begin aan de bovenkant van het zaagblad. Controleer of de randen van de zaagschakels op de bovenkant van het zaagblad naar voren zijn gericht. Monteer het koppelingdeksel (kettingrem) en plaats de kettingafstelpen in de opening van het zaagblad. Controleer of de aandrijfschakels van de ketting op het aandrijftandwiel passen of de ketting juiste in de groef van het zaagblad zit.Haal de zaagbladmoeren aan met de hand. Span de ketting door met behulp van de combinatie­sleutel de kettingafstelschroef naar rechts te schroeven. De ketting moet aangespannen worden tot ze niet langer slap hangt aan de onderkant van het zaagblad. De ketting is juist aangespannen wanneer heeft de correcte spanning wanneer ze niet langer slap hangt aan de onderkant
van het zaagblad en toch gemakkelijk met de hand kan wor­den voortbewogen.Hou de tip van het blad omhoog en haal de zaagbladmoeren aan met de combi-sleutel. Op een nieuwe ketting moet de kettingspanning vaak gecontroleerd worden tot de ketting goed “ingelopen” is. Controleer regelmatig de kettingspanning. Correct aangespannen kettingen geven goede bedrijfsprestaties en hebben een lange levensduur.
D BRANDSTOFHANTERING
N.B! Uw kettingzaag is uitgerust met een twee-takt motor. Gebruik steeds met twee-takt motorolie vermengde benzine. Om zeker te zijn van de juiste mengverhouding, is het erg belangrijk dat u de oliehoeveelheid steeds nauwkeurig afmeet. Als u kleine brandstofhoeveelheden mengt, hebben zelfs kleine afwijkingen van de juiste oliehoeveelheid een grote invloed op de mengverhouding.
Benzine
Gebruik loodvrije of gelode benzine van een hoge kwaliteit.
• Het aanbevolen laagste octaangehalte is 90. Als men de motor laat draaien op benzine met een lager octaangehalte dan 90 kan dit tot zogenaamd kloppen leiden. Hierdoor stijgt de motortemperatuur wat tot zware motorbeschadigingen kan leiden.
Als men voortdurend met een hoog toerental werkt (b.v. snoeien) is het aan te raden een hoger octaangehalte te gebruiken
Twee-takt olie
• Gebruik PARTNER twee-takt olie die speciaal werk ontwikkeld voor motorkettingzagen, voor een zo goed mogelijk resultaat. kettingzaag. Mengverhouding 1:50 (2%).
• Indien er geen PARTNER twee-takt olie verkrijgbaar is, dient u een andere olie van goede kwaliteit en bedoeld voor luchtgekoelde motoren, te gebruiken. Neem contact op met uw dealer als u twijfelt. Mengverhouding 1:33 (3%) - 1:25 (4%).
• Gebruik nooit olie bedoeld voor vier-takt motoren.
Mengen
• Meng de benzine en olie altijd in een schone jerrycan die goedgekeurd is voor benzine.
• Begin altijd met de helft van de benzine die gemengd moet worden erin te gieten. Giet er daarna de hele oliehoeveelheid bij. Meng (schud) het brandstof­mengsel. Giet er de resterende hoeveelheid benzine bij.
• Meng (schud) de brandstofhoeveelheid goed voor u de brandstoftank van de zaag vult.
• Meng nooit meer brandstof dan u voor ca. 1 maanden nodig heeft.
• Als u de zaag gedurende een langere tijd niet gebruikt,moet u de brandstoftank leeg maken en hem schoonmaken.
Kettingolie
.
h
33
Page 10
• Het smeren van de ketting gebeurt automatisch en we raden aan
!
h
een speciale olie (kettingolie) met
• In landen waar geen kettingolie verkrijgbaar is, kan transmissieolie EP 90 worden gebruikt.
• Gebruik nooit gebruikte olie. Dit kan de oliepomp, het zaagblad en de ketting beschadigen.
• Het is belangrijk het juiste olietype te gebruiken in verhoud­ing tot de luchttemperatuur (juiste viscositeit).
• Bij temperaturen onder 0°C worden bepaalde oliesoorten minder visceus. Dit kan de pomp overbelasten en de kom­ponenten van de pomp beschadigen.
• Neem contact op met uw dealer voor het kiezen van de juist kettingolie.
Tanken WAARSCHUWING! Om het risico op brand te verminderen,
moet u de volgende voorzorgsmaatregelen nemen.
• Rook nooit of plaats nooit warme voorwerpen in de buurt van de brandstof.
• Tank nooit terwijl de motor draait. Open de dop van de tank voorzichtig wanneer u wilt
• tanken zodat eventuele overdruk langzaam verdwijnt.
• Haal de dop van de tank goed aan na het tanken.
• Verplaats de zaag altijd een eind van de tankplaats voor u de motor start.
Maak de dop van de tank en de directe omgeving goed schoon. Maak de brandstof- en kettingolietanks regelmatig schoon. Het brandstoffilter moet minstens één keer per jaar vervangen worden. Verontreinigingen in de tank kunnen defecten veroorzaken. Zorg ervoor dat de brandstof goed gemengd is door de jer­rycan voorzichtig te schudden voor u de tank vult. De vol­umes van de kettingolie- en brandstoftanks zijn goed op elkaar afgestemd.Vul daarom de kettingolie- en de brand­stoftank altijd op hetzelfde tijdstip.
goede adhesie.
E STARTEN EN STOPPEN
WAARSCHUWING! Voor het starten moet u reken-
ing houden met de volgende punten:
• De zaag nooit starten als het zaagblad, de ketting en het koppelingdeksel (kettingrem) niet gemonteerd zijn. Anders kan de koppeling losraken en tot per­soonlijke verwondingen veroorzaken.
• Verwijder de motorkettingzaag steeds van de tankplaats, voor u de zaag start.
• Plaats de zaag steeds op een stabiele ondergrond. Zorg ervoor dat u stevig staat en dat de ketting niet in contact kan komen met een voorwerp.
• Hou onbevoegden uit het werkgebied.
Koude motor
KETTINGREM: Span de kettingrem door de handbescher­mer naar achter naar het handvat te duwen.
ONTSTEKING: Draai de stopschakelaar naar links. CHOKE: Zet de choke-hendel in de choke-positie. STARTGAS: De gecombineerde choke/startgaspositie wordt verkregen door de hendel in de chokestand te zetten.
Warme motor
Volg dezelfde procedure als voor de koude motor, maar zonder de chokehendel in de chokestand te zetten. De startgasstand wordt verkregen door de chokehendel in de chokestand te zetten en hem terug in te drukken.
STARTEN
Grijp het voorste handvat beet met uw linkerhand. Plaats uw rechtervoet op het onderste van het achterste handvat en druk de zaag op de grond. Grijp de starthendel beet, en trek met uw rechterhand langzaam aan het starterkoord tot men weerstand voelt (starthaken grijpen in) en trek daarna een paar keer snel en kort. Druk de chokehendel onmiddellijk in wanneer de motor ontsteekt, en herhaal de startpogingen tot de motor start. Wanneer de motor start, geef snel vol gas en het start­gas wordt automatisch uitgeschakeld.
N.B.! Trek het starterkoord niet volledig uit en laat de starthendel niet zomaar los wanneer het volledig uit­getrokken is. Dit kan tot beschadigingen van de motor­kettingzaag leiden.
STOPPEN
Stop de motor door de ontsteking af te zetten. (Draai de stopschakelaar naar rechts.)
F INWERKINGSTELLING
BASISTECHNIEK ZAGEN
Algemeen
• Geef altijd vol gas bij het zagen!
Laat na elke zaagsnede de motor stationair draaien
(als de motor langdurig op volle toeren draait zonder dat hij belast wordt, d.w.z. zonder de weerstand die de motor bij het zagen via de ketting ondervindt, kan dit tot ernstige beschadigingen van de motor leiden).
• Met de bovenkant van het zaagblad zagen = met “trekkende” ketting zagen.
• Met de onderkant van het zaagblad zagen = met “duwende” ketting zagen.
Voor het zagen moet u rekening houden met vijf erg belangrijke factoren: 1 De zaaguitrusting mag niet vastgeklemd worden in
de zaagsnede.
2 Het zaagvoorwerp mag niet splijten. 3 De ketting mag tijdens en na het zagen niet in con-
tact komen met de grond of hindernis.
4 Bestaat er risico op terugslag? 5 Kan u op deze grond en in deze omgeving veilig gaan
en staan?
34
Page 11
Als de ketting wordt vastgeklemd in de zaagsnede: SCHAKEL DE MOTOR UIT! Probeer de motorkettingzaag niet los te trekken. Als u dit doet kunt u zich verwonden aan de ketting wanneer de zaag plotseling loskomt. Gebruik een hefboom om de motorkettingzaag los te maken. Hieronder volgt een theoretische beschrijving van hoe de meeste voorkomende situaties waarmee de gebruiker van een motorkettingzaag te maken krijgt, gehanteerd moeten worden.
Zagen
1
De stam ligt op de grond. Er bestaat geen risico dat de ketting wordt vastgeklemd of dat de stam splijt. Zaag van boven naar beneden door de hele stam. Wees voorzichtig op het einde van de zaagsnede zodat u voorkomt dat de ketting de grond raakt. A Als dit mogelijk is (kan de stam geroteerd wor-
den?) zaag de stam dan voor 2/3 door.
B Roteer de stam zo dat de resterende 1/3 van bove-
naf kunt zagen.
2 De stam wordt aan één kant ondersteund. Groot risi-
co op splijten. A Begin met van onder naar boven te zagen (ca. 1/3
van de stamdiameter).
B
Zaag de stam daarna van boven naar beneden door zodat de twee zaagsneden elkaar ontmoeten.
3 De stam wordt aan beide kanten ondersteund. Groot
risico dat de ketting wordt vastgeklemd. A Begin met van onder naar boven te zagen (ca. 1/3
van de stamdiameter).
B
Zaag de stam daarna van boven naar beneden door zodat de twee zaagsneden elkaar ontmoeten.
VELTECHNIEK
Voor het vellen van een boom is veel techniek vereist. Een onervaren motorkettingzaaggebruiker mag geen bomen vellen met de zaag. VOER NOOIT TAKEN UIT WAARVOOR U NIET GEKWALIFICEERD BENT.
A Veiligheidsafstand
De veiligheidsafstand tussen de boom die geveld zal worden en de dichtstbijzijnde werkplek moet tenminste 2 1/2 boom­lengtes bedragen. Zorg ervoor dat niemand zich voor en tij­dens het vellen in deze “risicozone” bevindt.
B Velrichting
Bij het vellen van bomen is het de bedoeling dat de boom op zo geveld wordt dat het snoeien en het doorzagen van de gevelde boom op zo’n “eenvoudig”mogelijk terrein kan gebeuren. Men moet er veilig kunnen gaan en staan. In de eerste plaats moet voorkomen worden dat de vallende boom vastraakt in een andere boom. Het is erg gevaarlijk om zo’n “vastgeraakte” boom op de grond te krijgen (zie punt 4 van dit hoofdstuk). Nadat u bepaald heeft in welke richting u wilt dat de boom valt,moet u ook beoordelen wat de natuurlijke valrichting van de boom is. Die wordt bepaald door de volgende factoren:
• Helling
• Hoe gebogen de boom is
• Windrichting
• Takkenconcentratie
• Eventueel gewicht van de sneeuw op de boom Een andere belangrijke factor, die geen invloed heeft op de valrichting, maar wel belangrijk is voor uw persoon­lijke veiligheid, is dat u moet controleren of de boom geen beschadigde of “dode” takken heeft die af kunnen breken en u kunnen verwonden.
C Onderste gedeelte van de stam snoeien en vluchtweg
Snoei de takken van het onderste gedeelte van stam af die in de weg zitten. Men kan het best van onder naar boven werken en de stam moet zich altijd tussen u en de motorkettingzaag bevin­den. Snoei nog hoger dan schouderhoogte. Verwijder de vegetatie rond de boom en controleer of er eventuele hindernissen (stenen, takken, kuilen enz.) zijn zodat u gemakkelijk weg kunt komen wanneer de boom begint te vallen. De vluchtweg moet in een hoek van circa 135° (schuin achter­waarts) tegenover de geplande valrichting liggen.
D Vellen
Het vellen gebeurt met drie zaagsneden. Eerst maakt men een “INKEPING” die bestaat uit een “BOVENSTE INKEPING” en een “ONDERSTE INKEPING”, en daarna wordt het vellen beëindigd met een “ZAAGSNEDE”. Door de inkepingen en de zaagsnede op de juiste plaats aan te brengen, kan men de valrichting erg nauwkeurig sturen.
INKEPING
Bij het aanbrengen van de INKEPING begint men met de BOVENSTE INKEPING. Sta aan de rechterkant van de boom en zaag met trekkende ketting. Breng daarna de ONDERSTE INKEPING aan zodat die eindigt waar de BOVENSTE INKEPING eindigt. De inkepingdiepte moet 1/4 van de stamdiameter bedragen en de hoek tussen de bovenste en de onder­ste inkeping tenminste 45°. De beide inkepingen ontmoeten elkaar op de “INKEPINGLIJN”. De inkepinglijn moet volkomen hori­zontaal liggen en tegelijkertijd een rechte hoek (90°) vormen met de gekozen valrichting.
ZAAGSNEDE
De zaagsnede wordt aangebracht vanaf de andere kant van de boom en moet volkomen horizontaal liggen. Sta links van de boom en zaag met trekkende ketting. Breng de ZAAGSNEDE ca. 3-5 cm boven de horizontale lijn van de INKEPING aan. Steek de schorssteun (indien deze gemonteerd is) achter het scharnierstuk. Zaag met volle gas en duw de ketting/het zaagblad langzaam in de boom. Let op of de boom niet in een richting beweegt die tegenovergesteld is aan de gekozen valrichting. Breng zodra de snijdiepte dit toelaat, een VELWIG of een BREEKIJZER aan in de ZAAGSNEDE.
h
35
Page 12
De ZAAGSNEDE moet parallel met de INKEPINGLIJN
h
beëindigd worden zodat de afstand tussen beiden tenmin­ste 1/10 van de stamdiameter bedraagt. Het niet doorgezaagde gedeelte wordt SCHARNIERSTUK geoemd. Het SCHARNIERSTUK doet dienst als scharnier en stuurt de richting van de vallende boom. Als het SCHARNIERSTUK te klein is of volledig doorgezaagd is of als de inkeping of de zaagsnede verkeerd geplaatst zijn, kan men alle controle over de valrichting van de boom verliezen. Wanneer de zaagsnede en de inkeping klaar zijn, moet de boom uit zichzelf beginnen te vallen of met behulp van de VELWIG of het BREEKIJZER. We raden aan een zaagbladlengte te gebruiken die grot­er is dan de stamdiameter van de boom, zodat de ZAAGSNEDE en de INKEPING aangebracht kunnen wor­den met een zogenaamde “EENVOUDIGE SNEDE” (In “Technische gegevens” staat welke zaagbladlengtes aanbevolen zijn voor uw motorkettingzaag). Er zijn methodes om bomen te vellen met een stamdi­ameter die groter is dan de zaagbladlengte. Bij deze meth­odes is het risico dat de terugslagrisico-sector van het zaagblad in contact komt met een voorwerp erg groot. WE RADEN ONVOLDOEND GEKWALIFICEERDE GEBRUIKERS TEN STERKSTE AF BOMEN TE VELLEN MET EEN ZAAG­BLADLENGTE DIE KLEINER IS DAN DE STAMDIAMETER.
E Snoeien
DE MEESTE TERUGSLAGONGEVALLEN GEBEUREN TIJ­DENS HET SNOEIEN! HOU STEEDS IN HET OOG WAAR DE TERUGSLAGRISICO-SECTOR VAN HET ZAAGBLAD ZICH BEVINDT BIJ HET AFZAGEN VAN GESPANNEN TAKKEN. Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan! Werk vanaf de linkerkant van de stam. Werk zo dicht mogelijk bij de motorkettingzaag voor een zo goed mogelijke controle.
G ONDERHOUD
Carburateur WAARSCHUWING! De zaag nooit starten als het
zaagblad, de ketting en het koppelingdeksel (kettin­grem) niet gemonteerd zijn. Anders kan de koppeling loskomen en ernstige verwondingen veroorzaken.
WERKING
Via de gasklepbediening stuurt de carburateur het toerental van de motor. In de carburateur worden brandstof en lucht vermengd. Dit mengsel kan worden afgesteld. Om het maximum vermogen van de zaag te kunnen benutten, moet de afstelling correct zijn. Afstellen van de carburateur houdt in dat de motor wordt aangepast aan plaatselijke omstandigheden, b.v. klimaat, hoogte, benzine en type 2-taktolie. De carburateur heeft drie afstelposities: L = Lage toeren-naald
H = Hoge toeren-naald T = Stelschroef voor stationair draaien Met de L- en de H-naalden wordt de gewenste brand­stofhoeveelheid afgesteld in functie van de luchtstroom die de opening van de gasklepbediening toelaat. Door de schroeven met de klok mee te draaien wordt het lucht/brandstofmengsel armer (minder brandstof) en door ze tegen de klok in te draaien, wordt het lucht/brandstofmengsel rijker (meer brandstof). Een armer mengsel geeft een hoger toerental en een rijker mengsel een lager toerental. De T-schroef regelt de positie van de gasklepbediening bij stationair draaien. Als de T-schroef met de klok mee wordt gedraaid, krijgt men een hoger stationair toerental en als ze tegen de klok in wordt gedraaid, een lager stationair toerental.
Hieronder worden algemene onderhoudsvoorschriften opgesomd. Neem contact op met uw dealer indien u meer informatie behoef
ONDERHOUD
1. Controleer of de delen van de gashendel goed
werken. (Gashendelvergrendeling en gashendel.)
2. Maak de kettingrem schoon en controleer de rem-
functie. Controleer de kettingvanger op beschadigingen en vervang indien nodig.
3. Maak het filter dagelijks of vaker schoon wanneer u
in een stoffige atmosfeer werkt. Demonteer het luchtfilter door het cilinderdeksel te verwijderen en schroef het filter eraf. Bij het weer in elkaar zetten dient u te controleren dat het filter dicht tegen de filterhouder ligt. Reinig het filter door schudden of afborstelen. Voor grondiger reinigen kunt u water en zeep gebruiken. Na een lange gebruiksperiode kan het filter niet meer worden gereinigd. Daarom moet het luchtfilter regelmatig vervangen worden.
Een beschadigd luchtfilter moet altijd vervangen worden.
4
. Het zaagblad moet voor evenwichtig afslijten dagelijks wor-
den omgekeerd. Controleer of de smeeropening niet ver­stopt is. Maak de groef schoon. Als het zaagblad uitgerust is met een poelie, moet die schoongemaakt worde
5. Controleer of van de ketting en het zaagblad vol-
doende olie krijgen.
6. Slijp de ketting en controleer de conditie en de
spanning. Controleer het kettingwiel op abnormale slijtage. Vervang indien nodig.
7. Maak de luchtinlaat van de starter schoon.
Controleer de starter en het starterkoord.
8.
Controleer of de moeren en schroeven aangehaald zijn
9. Controleer of de stopschakelaar werkt.
10. Maak de bougie schoon. Controleer of de afstand
tussen de elektroden 0,5 mm bedraagt.
t.
n.
36
Page 13
GB
EU declaration of conformity
(Only applies to Europe) (Directive 98/37/EEC, Annex II, A)
We, E.O.P.I.Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia,declare under sole responsibility that the chain saws 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543 from 2002’s serial numbers and onwards (the year is clearly stated in plain text on the type plate with subsequent serial number), are in conformity with the following standards or other normative documents following the provisions in the COUNCIL’S DIRECTIVES:- of June 14 1989 “relating to machinery” 98/37/EEC and applicable supplements; - of May 3 1989 “relating to electromagnetic compatibility” 89/336/EEC, and applicable supplements; - directive 2000/14/EEC (Annex V). The following harmonised standards have been applied: EN292-2, EN608. The supplied chain saw conforms with the example that underwent EU type approval. Registered body: 0404, SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, S-754 50 Uppsala, Sweden, has carried out EU type approval in accordance with article 8 section 2c.
DE
EU-Konformitätserklärung
(nur für Europa) (Richtlinie 98/37/EWG, Anhang II, A)
Wir, E.O.P.I. Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia, erklären hiermit unsere alleinige Haftung dafür, daß die Motorsägen der Modelle Partner 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543, auf die sich diese Erklärung bezieht, von den Seriennummern des Baujahrs 2002 an (die Jahreszahl wird im Klartext auf dem Typenschild angegeben,mitsamt einer nachfolgenden Seriennummer) den Vorschriften folgender RICHTLINIEN DES RATES entsprechen: - vom 14. Juni 1989 “für Maschinen”98/37/EWG, einschließlich der jetzt geltenden Nachträge; - vom 3. Mai 1989 “über elektromagnetische Verträglichkeit” 89/336/EWG, einschließlich der jetzt geltenden Nachträge; - Richtlinie 2000/14/EWG (Anhang V). Folgende harmonisierten Normen wurden angewendet: EN292-2, EN608. Die gelieferte Motorsäge entspricht dem Exemplar, das der EU-Typenprüfung unterzogen wurde. Die angemeldete Prüfstelle 0404, SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, S-754 50 Uppsala, Schweden, hat die EU-Typenprüfung gemäß Artikel 8, Punkt 2c, ausgeführt.
FR
(concerne seulement l’Europe) (Directive 98/37/EEC, Annexe II, A)
Nous, E.O.P.I. Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia,déclarons, sous notre seule responsabilité, que le produit auquel se rattache la présente déclaration : tronçonneuses Partner 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543 à partir des numéros de série de l’année de fabrication 2002 et ultérieurement (l’année est indiquée en clair sur la plaque d’identification et suivie d’un numéro de série) est conforme aux dispositions des DIRECTIVES DU CONSEIL:
- du 14 juin 1989 «directive machines» 98/37/EEC, y compris les amendements actuellement en vigueur; - du 3 mai 1989 «compatibilité électromagnétique» - 89/336/EEC, y compris les amendements actuellement en vigueur; - directive 2000/14/EEC (Annexe V). Les normes harmonisées suivantes ont été appliquées : EN292-2, EN608.La tronçonneuse livrée correspond à l’exemplaire soumis au contrôle de type UE. L’organisme notifié :0404, SMP Statens Maskinprovningar AB, Fyrisborgsgatan 3, S-754 50 Uppsala, Suède, a procédé à des tests de type européen suivant l’article 8, paragraphe 2c.
Assurance de conformité UE
ES
Garantía de conformidad de la UE
(válida únicamente para Europa) (Directiva 98/37/EEC, Anexo II, A)
Nosotros, E.O.P.I. Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia, declaramos que las motosierras Partner 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543, a partir del número de serie del año 2002 en adelante (el año se indica claramente en la placa de identificación, seguido del número de serie), cumplen con las siguientes disposiciones de las DIRECTIVAS DEL CONSEJO: - 98/37/EEC, “referente a máquinas” del 14 de junio de 1989, y los suplementos válidos a la fecha; - 89/336/EEC, “referente a compatibilidad electromagnética” del 3 de mayo de 1989, y los suplementos válidos a la fecha; - directiva 2000/14/EEC (Anexo V). Se han aplicado las siguientes normas concordantes: EN292-2, EN608. La motosierra entregada coincide con el ejemplar que fue sometido al ensayo de tipo de la UE. Organismo inscripto: 0404, SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, S-754 50 Uppsala, Suecia, ha efectuado el ensayo de tipo de la UE conforme al artículo 8, apartado 2c.
Certificado UE de conformidade
PT
(Válido unicamente na Europa) (Directriz 98/37/CEE, Apêndice II, A)
Nós, E.O.P.I. Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia,declaramos ser de nossa inteira responsabilidade que os produtos moto-serra Partner 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543, a que se refere esta declaração, com números de série do ano de 2002 e seguintes (o ano é claramente identificado na etiqueta de tipo, seguido de um número de série) está conforme as DIRECTRIZES DO CONSELHO a seguir mencionadas: - 98/37/CEE de 14 de Junho de 1989 “referente a máquinas” e seus apêndices válidos actualmente; - 89/336/CEE de 3 de Maio de 1989 “referente a compatibilidade electromagnética” e seus apêndices válidos actualmente; ­directiva 2000/14/CEE (Apêndice V). Foram respeitadas as normas ou outros documentos normativos: EN292-2, EN608. A moto-serra fornecida está em conformidade com a que foi apresentada para o controle de tipo da UE. Entidade competente: 0404, SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, S-754 50 Uppsala, Suécia, realizou o controle de tipo da UE em conformidade com o artigo 8, número 2c.
IT
Dichiarazione di conformità UE
(Solo per l’Europa) (Direttiva 98/37/CEE, Allegato II, A)
Secondo quanto previsto dalle seguenti DIRETTIVE DEL CONSIGLIO: 98/37/CEE del 14 giugno 1989 “concernente le macchine” e 89/336/CEE del 3 maggio 1989 “concernente la compatibilità elettromagnetica”, Direttiva 2000/14/CEE (Allegato V), E.O.P.I. Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia, dichiara con la presente che le motoseghe Partner 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543, a partire dai numeri di serie del 2002 in poi (l’anno viene evidenziato nel marchio di fabbrica ed é seguito da un numero di serie) sono conformi alle succitate direttive e disposizioni aggiuntive ora vigenti. Sono state rispettate le seguenti norme: EN292-2 e EN608. Le motoseghe consegnate sono conformi all’esemplare sottoposto al controllo-tipo UE. Organo registrato: 0404, l’SMP, Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, S-75450 Uppsala, Svezia, ha eseguito il controllo-tipo UE in base all’articolo 8, punto 2c.
NL
EU-verklaring van overeenstemming
(alleen geldig voor Europa) (Richtlijn 98/37/EEC, Annex II, A)
E.O.P.I. Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia, verklaart hierbij dat de Partner motorkettingzagen 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543 met een serienummer uit 2002 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming zijn met de voorschriften in de RICHTLIJNEN: - van 14 juni 1989 „betreffende machines” 98/37/EEC, en thans geldende aanvullingen; ­van 3 mei 1989 “betreffende elektromagnetische compatibiliteit” 89/336/EEC, en thans geldende aanvullingen; - Richtlijn 2000/14/EEC (Annex V). De volgende geharmoniseerde normen zijn van toepassing: EN292-2, EN608. De geleverde motorkettingzaag komt overeen met het exemplaar dat EU typekeuring heeft ondergaan. Aangemelde instantie: 0404, SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, S-754 50 Uppsala, Zweden, heeft EU typekeuring uitgevoerd conform artikel 8, punt 2c.
GR
E.O.P.I. Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia, ßÂß·ÈÒvÂÈ fiÙÈ Ù· ı·ÌvÔÎÔÙÈο Partner 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543, ·fi ЩФ˘˜ ·ЪИıМФ‡˜ О·Щ·ОВ˘‹˜ ¤ЩФ˘˜ 2002 О·И ВН‹˜ (ЩФ ¤ЩФ˜ ·v·БЪ¿КВЩ·И ФПfiОПЛЪФ ЫЩЛv Иv·О›‰· МФvЩ¤ПФ˘ ·ОФПФ˘ıФ‡МВvo ·fi ЩФv ·ЪИıМfi ЫВИЪ¿˜),
·vÙ·ÔÎÚ›vÔvÙ·È ÛÙȘ Úԉȷ˜ÁÚ·Ê·˜ Ù˘ µ¢å°IÅ∏ TOY ∏YMBOY†IOY: - Ù˘ 14˘ IÔ˘v›Ô˘ 1989 “Û¯ÂÙÈο Ì Ì˯·v‹Ì·Ù· B98/37/EOK, О·ıПТ˜ О·И ЩИ˜ ЪФЫı‹ОВ˜ Ф˘ ИЫ¯‡Ф˘v Ы‹МВЪ·; ЩЛ˜ 3Л˜ M·›Ф˘ 1989 “Ы¯ВЩИО¿ МВ ЛПВОЩЪФМ·БvЛЩИО‹ Ы˘МЯ·ЩfiЩЛЩ· 89/336/EOK, ηıÒÛ Î·È ÙȘ ÚÔÛı‹Î˜ Ô˘ ÈÛ¯‡Ô˘v Û‹ÌÂÚ·; O‰ËÁ›· 2000/ 14/EO K (∂·Ъ¿ЪЩЛМ· V). Œ¯Ф˘v ВК·ЪМФЫЩВ› Щ· ·ОfiПФ˘ı· ЪfiЩ˘М· Вv·ЪМfivИЫЛ˜ EN292- 2, E N 60 8. TÔ ·Ï˘ÛÔÚ›ÔvÔ Ô˘ ·Ú·‰›‰ÂÛÙ·È ÛÙÔv ÂÏ¿ÙË
·vÙ·ÔÎÚ›vÂÙ·È ÛÙÔ ÚfiÙ˘Ô Ô˘ ˘Ô‚Ï‹ıËΠ۠¤ÏÂÁ¯Ô ÌÔvÙ¤ÏÔ˘ E˘Úˆ·˚΋˜ ŒvˆÔ˘. TÔ fiÚÁ·vÔ Ô˘ ‰ËÏÒıËÎÂ: 0404, SMP, Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgs gatan 3, S-754 50 Uppsala, Sverige, ¤¯ВИ ВОЩВП¤ЫВИ ¤ПВБ¯Ф МФvЩ¤ПФ˘ E˘Ъˆ·˚О‹˜ ŒvˆФЛ˜ Ы‡МКˆv· МВ ЩФ ¿ЪıЪФ 8, В‰¿КИФ 2Б.
Page 14
BG
(Walidno w ramkite na Ewropa) (Direktiwa 98/37/EES, Prilovenie II, A)
Firma E.O.P.I.Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia, udostowerqwa s nastoq]eto, ^e motoreza^ki Partner 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543 s_s serijni nomera ot 2002 god. i posledwa]i godini (w_rhu tipowata tabelka e poso^ena qsno godinata, sledwana ot serijniq nomer), otgowarqt na naredbite w. Direktiwite na S_weta: - ot 14 @ni 1989 god. „otnosno ma[ini” 98/37/EES, kakto i walidnite ponastoq]em priloveniq; - ot 3 maj 1989 „otnosno elektromagnitna s_wmestimost” 89/336/EES, kakto i walidnite ponastoq]em priloveniq; - Direktiwa 2000/14/EES (Prilovenie V). Izpolzwani sa slednite harmonizirani standarti: EN292-2, EN608. Dostawenata motoreza^ka s_otwetstwuwa na ma[inata, preminala prez tipow kontrol, otgowarq] na normite na EO. Poso^eno wedomstwo: 0404, firma SMP Svensk Maskinprovning AB, s adres Fyrisborgsgatan 3, S-754 50 Upp-sala, {weciq, e izw_r[ila tipow kontrol otgowarq] na normite na EO s_glasno ^len 8, t. 2c.
EO-uwerenie za s_otwetstwie
EE
Kinnitus vastavuse kohta Euroopa Liidu nõuetele
Käesolevaga kinnitab E.O.P.I. Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia, et alates 2002. aasta seerianumbritest (aastaarv ja selle järel olev seerianumber on märgitud selgelt mudeli etiketile) vastavad mootorsaed Partner 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543 järgmistes MINISTRITE NõUKOGU DIREKTIIVIDES kehtestatud eeskirjadele; - “Direktiiv masinate kohta” 14. juunist 1989. a., 98/37/EEC, k.a. praegu kehtivad täiendused;
- “Direktiiv elektromagnetilise ühilduvuse kohta” 3. maist 1989. a.,
89/336/EEC, k. a. praegu kehtivad täiendused; - Direktiiv 2000/14/EEC (Annex V).
Aluseks võeti järgmised vastavusse viidud standardid: EN292-2, EN608. Tarnitud mootorsaag on identne Euroopa Liidu standardkontrolli läbinud saega. Kontrollinud organ: 0404, SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgsgatan 3, S-754 50 Uppsala, Rootsi, teostas Euroopa Liidu standardkontrolli 8. artikli punkti 2c alusel.
(kehtib ainult Euroopas) (Direktiiv 98/37/EEC, Annex II, A)
RU
Deklaraciq o sootwetstwii trebowaniqm ES
My, kompaniq E.O.P.I. zaregistrirowannaq po adresu:Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia, ob_qwlqem pod sobstwennu@ iskl@^itelxnu@ otwetstwennostx, ^to izdelie
Motornye pily Partner 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543, s serijnym nomerom 2002 goda i dalee (na tabli^ke dannyh posle cifr obozna^a@]ih god izgotowleniq sleduet seri­jnyj nomer), sootwetstwuet trebowaniqm sledu@]ih standartow ili drugih normati­wnyh dokumentow: - direktiwa 98/37/E|S ot 14 i@nq 1989 goda „o ma[inah” i sootwetstwu@]ie priloveniq; - direktiwa 89/336/E|S ot 3 maq 1989 goda „o \lektromagnitnom sootwetstwii” i sootwetstwu@]ie priloveniq; - Direktiwa 2000/14/E|S (Prilovenie V). Izdelie otwe^aet sludu@]im soglasowannym standartam: EN292-2, EN608. Nastoq]aq motornaq pila sootwetstwuet dannym \kzemplqra pro[ed[ego kontrolx na sootwetstwie normam ES. Ispytatelxnoj laboratoriej: 0404, zaregistrirowannoj po adresu: SMP Svensk Maskinprovning AB, Fyrisborgs-gatan 3, S-754 50 Uppsala, proweden kontrolx sootwetstwiq normam ES soglasno statxi 8, punkta 2s.
(tolxko dlq Ewropy)(Direktiwa 98/37/E|S, Prilovenie II, A)
ES patvirtinimas del atitikimo
LT
(galioja tik Europoje) (Direktyva 98/37/EEC, II priedas, A)
E.O.P.I. Via Como 72, 23868 Valmadrera (LC) Italia, iuo patvirtina, kad 2002 m. bei vòlesni˜ serij˜ numeri˜ grandininiai pjklai Partner 411CCS, 462CCS, 511CCS, 543 (metai nurodomi aikiu tekstu ant tipo plok‰telòs, po to nurodomas serijos numeris) atitinka taisykles iose TARYBOS DIREKTYVOSE: ­1989 m. birÏelio 14 d. “dòl ma‰in˜“98/37/EEC bei dabar galiojanãiuose prieduose; - 1989 m. geguÏòs 3 d. “dòl elektromagnetinio atitikimo” 89/336/EEC bei dabar galiojanãiuose prieduose; - Direktyva 2000/14/EEC (V priedas). Taikyti ie harmonizuoti standartai: EN292-2, EN608. Pristatytas grandininis pjklas atitinka ES kontrol´ praòjuspavyzd∞. UÏklaustas organas - 0404, SMP Svensk Maskinprovning AB (vedijos main˜ bandymo AB), Fyrisborgsgatan 3, S-754 50 Uppsala, vedija, atliko ES tipo kontrol´ pagal 8 straipsn, 2c paragrafa.
Electrolux Outdoor Products
Via Como 72
23868 Valmadrera (Lecco)
ITALIA
Phone + 39 0341 203111 - Fax +39 0341 581671
Our policy of continuous improvement means that the specification of products may be altered from time to time without prior notice.
Electrolux Outdoor Products manufacture products for a number of well known brands under various registered patents, designs and
trademarks in several countries.
© Electrolux Outdoor Products
Valmadrera, 15.12.01 Pino Todero (Direttore Tecnico) E.O.P.I.
The Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
The Electrolux Group is the world’s largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor use. More than 55 million
Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing machines, vacuum cleaners, chain saws and lawn mowers) are
PN. 249052 REV. 01 (12/02)
sold each year to a value of approx. USD 14 billion in more than 150 countries around the world.
Loading...