
Installatiegids
Nederlands – mei 2002
Type Y693
Inleiding
Deze installatiegids bevat aanwijzingen voor installatie,
opstarten en afstelling. U kunt de handleiding aanvragen
bij het plaatselijke verkoopkantoor of de
verkoopvertegenwoordiger van Fisher. De handleiding is
ook verkrijgbaar op www.FISHERregulators.com. Zie voor
meer informatie:
Handleiding voor type Y693, formulier 5342,
D102021X012.
PED-categorie
Dit product mag als veiligheidaccessoire gebruikt worden
voor drukapparatuur in de volgende categorieën van
Richtlijn Drukapparatuur 97/23/EG. Het product mag ook
buiten de Richtlijn Drukapparatuur om gebruikt worden
mits daarbij de juiste methoden (sound engineering
pratices, SEP) gevolgd wordt overeenkomstig de
onderstaande tabel.
TCUDORPNEGNITEMFANËEIROGETACFOTSIEOLVEPYT
)hcni-2ne2/1-1(05ne04NDI1
Specificaties
Maximale inlaat- en uitlaatdruk
10,4 bar (150 psig) en 1,0 bar (15 psig)
Keuringsproefdruk
Alle drukhoudende delen zijn beproefd volgens
Richtlijn 97/23/EG - Bijlage 1, Punt 7.4
Uitlaatdrukbereik
Lichte diafragmaplaat: 1,2 tot 6,7 mbar (0,5
tot 2 inches w.c.), 6,7 tot 12 mbar (2 tot 5 inches
w.c.), 12 tot 19 mbar (5 tot 8 inches w.c.), 19 tot
44 mbar (8 tot 18 inches w.c.) en 44 tot 78 mbar
(18 tot 32 inches w.c.)
Zware diafragmaplaat: 0,07 tot 0,17 bar (1 tot
2 psig), 0,1 tot 0,23 bar (1,5 tot 3,3 psig) en 0,14
tot 0,34 bar (2 tot 5 psig)
Zware diafragmaplaat met messing
afsluitkap en zwaaruitgevoerde
veerafsteller: 0,14 tot 0,37 bar (2 tot 5,5 psig)
en 0,27 tot 0,69 bar (4 tot 10 psig)
(1)
Maximale uitlaatwerkdruk om schade aan
inwendige onderdelen te voorkomen
0,14 bar (2 psig) boven de uitlaatdrukinstelling
Temperatuurbereik
Nitril (NBR):
Fluorelastomeer:
Elastomeer (PTFE
(1)
-29 tot 82°C (-20 tot 180°F)
+5 tot 149°C (+40 tot 300°F)
): -18 tot 149°C (0 tot 300°F)
(1)
(1)
Installatie
Een regelaar mag uitsluitend door erkende
vakmensen geïnstalleerd en onderhouden
worden. Regelaars moeten geinstalleerd, bediend
en onderhouden worden overeenkomstig
1. De druk- en temperatuurlimieten in deze installatiegids en alle andere geldende
normen en limieten mogen niet overschreden worden.
internationale en andere geldende normen en
overeenkomstig de aanwijzingen van Fisher.
Als er medium uit de regelaar ontsnapt of zich
lekkage voordoet in het systeem, is service
vereist. Als u de regelaar niet onmiddellijk uit
bedrijf neemt, kan dit een gevaarlijke situatie
veroorzaken.
Persoonlijk letsel, schade aan apparatuur en
lekkage door een ontsnappend medium of het
barsten van onderdelen onder druk kan zich
voordoen bij een te hoge druk in de regelaar,
installatie bij die omstandigheden die de limieten
in het gedeelte Specificaties kunnen
overschrijden of omstandigheden die de
specificaties van aangrenzende pijpen of
pijpverbindingen overschrijden.
Gebruik drukontlastvoorzieningen of
drukbegrenzers (volgens de geldende normen en
regels) om te voorkomen dat die omstandigheden
de limieten overschrijden en om letstel en schade
te voorkomen.
Daarnaast kan materiële schade aan de regelaar
en ontsnappend medium resulteren in persoonlijk
letsel en schade aan materiaal. Installeer de
regelaar op een veilige plek om letsel en schade
te vermijden.
Maak vóór de installatie alle leidingen van de regelaar
schoon en controleer of de regelaar tijdens vervoer niet is
beschadigd en of er geen vreemde stoffen in de regelaar
terecht gekomen zijn. Voor NPT-schroefdraden: breng
afdichtingsmiddel aan op de uitwendige schroefdraden.
Voor flenzen: gebruik geschikte flenspakkingen en
monteer pijpen en bouten op vakkundige wijze. U kunt de
regelaar in elke gewenste positie installeren (tenzij anders
aangegeven), maar zorg dat de stroming door het klephuis
in de richting van de pijl gaat.
Opmerking
Het is belangrijk dat de regelaar zo geïnstalleerd is
dat het ontluchtingsgat in het veerhuis nooit
belemmerd word. Bij buiteninstallatie mag de
regelaar niet te dicht bij het verkeer geplaatst
worden. Zorg dat er geen water, ijs en andere
vreemde materialen via de ontluchting in de
veerhuis terechtkomen. Plaats de regelaar niet
onder een dakrand of regenpijp en zorg dat de
regelaar boven een eventuele laag sneeuw uitkomt.
Overdrukbeveiliging
De aanbevolen druklimieten zijn op de naamplaat van de
regelaar gedrukt. Als de werkelijke inlaatdruk groter is
dan de maximaal toegestane uitlaatwerkdruk, moet er
overdrukbeveiliging aangebracht worden.
Overdrukbeveiliging moet ook aangebracht worden als
de regelaarinlaatdruk groter is dan de veilige werkdruk
voor apparatuur stroomafwaarts.
Zelfs als de regelaar onder de maximale druklimiet
gebruikt word, kunnen externe bronnen schade
veroorzaken en kunnen er losse stukken in de leiding
D102021XNLD
www.FISHERregulators.com

Type Y693
terechtkomen. De regelaar moet op schade gecontroleerd
worden na elke overdruksituatie.
Opstarten
De regelaar wordt in de fabriek afgesteld op een punt
ongeveer midden van het veerbereik of de gewenste druk,
dus wellicht moet u de regelaar de eerste keer zelf
bijstellen om de gewenste resultaten te bereiken. Na
voltooiing van de installatie en nadat de ontlastkleppen
correct afgesteld zijn, opent u langzaam de afsluiters
stroomopwaarts en stroomafwaarts.
Afstelling
U kunt de uitlaatdruk veranderen door het afnemen van
de afsluitkap of de borgmoer los te maken en de
instelschroef rechtsom te draaien om de uitlaatdruk te
verhogen, of linksom om de druk te verlagen. Controleer
tijdens het afstellen de uitlaatdruk met een manometer.
Breng de afsluitkap weer aan of zet de borgmoer vast om
de gewenste afstelling te handhaven.
Buiten bedrijf stellen (Uitschakelen)
Ter voorkoming van persoonlijk letsel als gevolg
van plotseling vrijkomende druk, moet u de
regelaar voor demontage van alle druk isoleren.
Onderdelenlijst
Code Beschrijving
1 Regelveer
2 Stelschroef
3 Afsluitkap
4 Regelveerzitting onder
5* Diafragma-eenheid
6 Diafragmaplaat onder
7* Diafragmaplaatpakking
8 Hefboom
9 Hendeleenheid
11 Machineschroef
12 Machineschroef
13 Kelpsteel
15* O-ring van steel
16* Klephuis pakking
17 Snapring
19 Wartelmoer
20 Membraanhuis
21 Borgschroef membraanhius
22 Zeskantmoer
23 Veerhuis
25* Klepschijfhouder
27 Doorlaat
28 klephuis
30 Borgschroef
35* Afsluitkappakking
44 Veerzitting
50 Naamplaat
51 Slagschroef
56 Ontluchtingseenheid
64 O-ring geleidebus
66 PTFE-schraapring
69 PTFE backup-ring
72 Verloopnippel, plastic
74 Bus-snapring
75 Elleboog
85 Biasveer
93 Zeskantmoer
97 Geleidebus
98 Klepschijfpakking
99 Klepschijf
34B4832-B
2
34B4867-A
34B4869-A
Figuur 1: regelaar type Y693; uitvoering met aluminium behuizing onder