
Installatiegids
Nederlands – mei 2002
Type 63EG-98HM
Inleiding
Deze installatiegids geeft instructies voor installatie,
opstarten en afstelling. Om een exemplaar van de
instructiehandleiding te krijgen, kunt u contact opnemen
met het plaatselijke verkoopkantoor of de
vertegenwoordiger van Fisher, of een exemplaar bekijken
op www.FISHERregulators.com. Verdere informatie kunt
u krijgen bij:
Handleiding voor type 63EG-98HM, formulier 5475,
D102630X012.
PED-categorie
Dit product mag als veiligheidaccessoire gebruikt worden
voor drukapparatuur in de volgende categorieën van
Richtlijn Drukapparatuur 97/23/EG. Het product mag ook
buiten de Richtlijn Drukapparatuur om gebruikt worden
mits daarbij de juiste methoden (sound engineering
pratices, SEP) gevolgd wordt overeenkomstig de
onderstaande tabel.
TCUDORPNEGNITEMFANËEIROGETAC FOTSIEOLVEPYT
)hcni-1(52NDPES
)hcni-6-2(051-05NDII
1
Specificaties
Soorten aansluitingen klephuis van hoofdregelaar en
eindaansluitingen
Zie tabel 2
Maximale ontwerpdruk
41 bar (600 psig) of limiet gespecificeerd voor
hoofdgedeelte indien deze lager is
Maximale ontlasting(inlaat)werkdruk (inclusief
drukopbouw)
31 bar (450 psig) of limiet gespecificeerd voor
klephuis indien deze lager is
Maximale uitlaatdruk
31 bar (450 psig)
Maximaal drukverschil
28 bar (400 psig)
Keuringsproefdruk
Alle drukhoudende delen zijn beproefd volgens
Richtlijn 97/23/EG - Bijlage 1, Punt 7.4
Ontlastinginsteldruk/voordrukregelbereik
1,03 tot 2,4 bar (15 tot 35 psig), 1,7 tot 5,2 bar (25
tot 75 psig), 4,8 tot 9,7 bar (70 tot 140 psig), 9,0 tot
13,8 bar (130 tot 200 psig) en 6,9 tot 25,9 bar (100
tot 375 psig)
Vereisten voor drukverschil en drukopbouw
Zie tabel 1
Temperatuurbereik
Fluorelastomeer:
niet heter dan 82°C (180°F)
Ethyleenpropyleen:
Kalrez™:
1. De druk/temperatuurgrenzen in deze installatiegids en beperkingen volgens van
toepassing zijnde normen of reglementen mogen niet overschreden worden.
2. Fluorelastomeer diafragma is beperkt tot 20,7 bar (300 psig).
3. Insteldruk wordt gedefinieerd als de druk waarbij de pilot begint te ontlasten.
(1)
(1)
(1,2)
(1,2)
(1)
(3)
(1)
(1)
-18 tot 149°C (0 tot 300°F) water
-40 tot 82°C (-40 tot 180°F)
-40 tot 82°C (-40 tot 180°F)
Installatie
Alleen hiertoe bevoegd personeel mag een
regelaar installeren of er onderhoud aan
uitvoeren. Regelaars moeten geïnstalleerd,
bediend en onderhouden worden
overeenkomstig internationale en
toepasselijke reglementen en voorschriften en
de instructies van Fisher.
Als er medium uit de regelaar ontsnapt of als
er een lek in het systeem ontstaat, betekent dit
dat service nodig is. Wanneer de regelaar niet
onmiddellijk buiten gebruik wordt gesteld, kan
een gevaarlijke situatie ontstaan.
Lichamelijk letsel, beschadiging van de
apparatuur of lekkage als gevolg van
ontsnappend medium of het barsten van onder
druk staande onderdelen kan ontstaan als deze
regelaar onder overdruk staat of geïnstalleerd
is op een plaats waar de bedrijfstoestanden de
in het hoofdstuk Specificaties opgegeven
grenzen kunnen overschrijden, of waar
nominale waarden van de aangrenzende
pijpleidingen of pijpverbindingen worden
overschreden.
Om letsel of schade te voorkomen, moeten
ontlastvoorzieningen of drukbegrenzers
worden aangebracht (zoals vereist door het
betreffende regelement, voorschrift of de
betreffende norm) om te voorkomen dat de
bedrijfstoestanden de grenzen overschrijden.
Verder kan fysieke beschadiging van de regelaar
lichamelijk letsel en materiële schade als gevolg
van ontsnappend medium veroorzaken. Om
letsel en schade te voorkomen, moet de regelaar
op een veilige plaats geïnstalleerd worden.
Reinig alle pijpleidingen alvorens de regelaar te
installeren en controleer of de regelaar tijdens het vervoer
niet beschadigd is en of er geen ongewenst materiaal in
is opgehoopt. Breng bij NPT-constructies borgmiddel aan
op de buitenschroefdraad. Gebruik bij flensconstructies
geschikte pakkingen en pas goedgekeurde verbindingsen boutmethodes toe. Installeer de regelaar in elke
gewenste positie, tenzij anders wordt aangegeven, maar
zorg dat de stroming door de constructie in de richting van
de pijl op de constructie gaat.
Opmerking
Het is belangrijk dat de regelaar zodanig
geïnstalleerd wordt dat de ontluchtingsopening in
de veerbehuizing nooit geblokkeerd is. Bij
installaties buitenshuis moet de regelaar uit de
buurt van verkeer worden aangebracht en
zodanig geplaatst worden dat water, ijs en ander
ongewenst materiaal de veerbehuizing niet via de
ontluchtingsopening kunnen binnendringen.
Plaats de regelaar niet onder dakranden of
regenpijpen, en zorg dat hij zich boven het
vermoedelijke peil van de sneeuw bevindt.
D102630XNLD
www.FISHERregulators.com

Type 63EG-98HM
Tabel 1: Minimaal en maximaal drukverschil en drukopbouw vereist voor doorstroming bij volledige opening
GNITEMFA
SIUHPELK
)hcni-2(05ND
-3(08ND
)hcni
001ND
)hcni-4(
051ND
)hcni-6(
051x002ND
)hcni-6x8(
KIEREBREEV
,RAALEGERDFOOH
NEREMMUNLEEDREDNOREEV
RUELK
)gisp04tot01(rab8,2tot96,0
leeg210X8676A41
)gisp521tot03(rab6,8tot1,2
neorg210X6266A41
)gisp573tot58(rab9,52tot9,5
door210X8266A41
)gisp04tot01(rab8,2tot96,0
leeg210X1776A41
)gisp521tot03(rab6,8tot1,2
neorg210X9266A41
)gisp573tot58(rab9,52tot9,5
door210X1366A41
)gisp04tot01(rab8,2tot96,0
leeg210X0776A41
)gisp521tot03(rab6,8tot1,2
neorg210X2366A41
)gisp573tot58(rab9,52tot9,5
door210X4366A41
)gisp04tot01(rab8,2tot96,0
leeg210X3522A51
)gisp521tot03(rab6,8tot1,2
neorg210X6869A41
)gisp573tot58(rab9,52tot9,5
door210X5162A51
LAAMINIM
TSIEREVLIHCSREVKURD
GALSEGIDELLOVROOV
)gisp22(rab5,1)gisp7(rab84,0)gisp04(rab8,2
)gisp03(rab1,2)gisp9(rab6,0)gisp521(rab6,8
)gisp09(rab2,6)gisp32(rab6,1)gisp004(rab82
)gisp91(rab3,1)gisp5(rab43,0)gisp04(rab8,2
)gisp52(rab7,1)gisp7(rab5,0)gisp521(rab6,8
)gisp06(rab1,4)gisp71(rab2,1)gisp004(rab82
)gisp61(rab1,1)gisp4(rab82,0)gisp04(rab8,2
)gisp02(rab4,1)gisp6(rab4,0)gisp521(rab6,8
)gisp55(rab8,3)gisp61(rab1,1)gisp004(rab82
)gisp61(rab1,1)gisp4(rab82,0)gisp04(rab8,2
)gisp02(rab4,1)gisp6(rab4,0)gisp521(rab6,8
)gisp55(rab8,3)gisp61(rab1,1)gisp004(rab82
NEVOBWUOBPOKURD
TSIEREV,KURDLETSNI
GALSEGIDELLOVROOV
LAAMIXAM
LIHCSREVKURD
Overdrukbeveiliging
De aanbevolen drukbegrenzingen zijn op het naamplaatje
van de regelaar gestempeld. Overdrukbeveiliging is nodig
als de werkelijke inlaatdruk de nominale maximale
uitlaatdruk tijdens bedrijf overschrijdt. Overdrukbeveiliging
moet ook worden voorzien als de inlaatdruk van de regelaar
hoger is dan de veilige bedrijfsdruk van de apparatuur
aan stroomafwaartse zijde.
Gebruik van de regelaar onder de maximale drukgrenzen
sluit de mogelijkheid van beschadiging door externe
bronnen of vuil in de leiding niet uit. De regelaar moet na
iedere overdruksituatie op beschadiging geïnspecteerd
worden.
Opstarten
De regelaar is op de fabriek ingesteld op ongeveer het
middelpunt van het gewenste veerbereik of de gewenste
druk; het kan dus nodig zijn deze aanvankelijk bij te stellen
om de gewenste resultaten te bereiken. Wanneer de
installatie voltooid is en de ontlastkleppen goed zijn
afgesteld, worden de afsluitkleppen aan de
stroomopwaartse en stroomafwaartse zijde langzaam
geopend.
Afstelling
Om de uitlaatdruk te wijzigen, wordt de afsluitkap
verwijderd of de borgmoer losgedraaid en de stelschroef
naar rechts gedraaid om de uitlaatdruk te verhogen of
naar links of de druk te verlagen. Controleer de uitlaatdruk
tijdens de afstelling met een testmeter. Plaats de
afsluitkap terug of draai de borgmoer aan om de gewenste
instelling te behouden.
Buiten gebruik stellen (stopzetten)
Om lichamelijk letsel als gevolg van het
plotseling vrijkomen van druk te voorkomen,
moet de regelaar van alle druk geïsoleerd
worden voordat hij gedemonteerd wordt.
Onderdelenlijst
Hoofdregelaar, type 63EG
Stuklijstno Beschrijving
1 Klephuis
2 Klephuisdeksel
3 Borgschroef
3 Tapbout
4 Pakking
9 Veer
11 Kooi
12 Doorlaatdichting
13 Zittingring
14 Zuigerring
15 Afdichting boven
16 Klep
17 O-ring kooi
20 O-ring stop
21 O-ring
24 Slagschroef
25 Flowpijl
26 Naamplaat
27 Flensstop
29 Zeskantmoer
31 Pijpplug
32 NACE label
33 Draad label
34 Pijpnippel
35 Pijpwerk
36 Restrictor
37 Connector
Stuurdrukregelaar, type
98HM
Stuklijstno Beschrijving
1 Klephuis
2 Veerhuis
3 Zittingring
4 Klep
5 Klepgeleider
6 Duwstang
8 Veerzitting onder
9 Veerzitting boven
10 Pakking
11 Veer
12 Membraan
13 Naamplaat
15 Stelschroef
16 Borgschroef
17 Borgmoer
18 Slagschroef
19 Membraanpakking
21 O-ringvasthouder
22 O-ring klep
23 Borgring
24 Machineschroef
53 O-ring klep
54 Ontluchting
55 Afstandbus
76 Borgmoer
2