
Installatiegids
Nederlands – mei 2002
Type 289P
Inleiding
Deze installatiegids bevat aanwijzingen voor installatie,
opstarten en afstelling. U kunt de handleiding aanvragen
bij het plaatselijke verkoopkantoor of de
verkoopvertegenwoordiger van Fisher. De handleiding is
ook verkrijgbaar op www.FISHERregulators.com. Zie voor
meer informatie:
Handleiding voor type 289P, formulier 5481,
D102680X012.
PED-categorie
Dit product mag als veiligheidaccessoire gebruikt worden
voor drukapparatuur in de volgende categorieën van
Richtlijn Drukapparatuur 97/23/EG. Het product mag ook
buiten de Richtlijn Drukapparatuur gebruikt worden indien
de juiste methoden (sound engineering pratices, SEP)
gebruikt wordt overeenkomstig de onderstaande tabel.
NEGNITEMFATCUDORPNËEIROGETACFOTSIEOLVEPYT
)hcni-1(52NDPES1
Specificaties
Maximale inlaat- en uitlaatdruk
3,4 bar (50 psig) boven ontlastinsteldruk of 7,6 bar
(110 psig), indien die druk lager is
Ontlastinsteldruk of tegendrukregelbereiken
0,69 tot 1,24 bar (10 tot 18 psig), 1,24 tot 2,07 bar
(18 tot 30 psig) en 2,07 tot 6,9 bar (30 tot 100 psig)
Keuringsproefdruk
Alle drukhoudende delen zijn beproefd volgens
Richtlijn 97/23/EG - Bijlage 1, Punt 7.4
Temperatuurbereik
Nitril/neopreen:
Fluorelastomeer:
(1)
-40 tot 82°C (-40 tot 180°F)
-18 tot 149°C (0 tot 300°F)
(1)
Installatie
Een ontlastklep mag uitsluitend door bevoegd
personeel geïnstalleerd en onderhouden worden.
Ontlastkleppen moeten geïnstalleerd, bediend en
onderhouden worden overeenkomstig
internationale en andere geldende normen en
overeenkomstig de aanwijzingen van Fisher.
Als een ontlastklep en/of tegendrukregelaar
gebruikt wordt voor werking met gevaarlijke of
ontvlambare media, kan men een persoonlijk
letsel en materiële schade opdoen wanneer
opgehoopte media ontsnappen en er brand of
ontploffing zich voordoet. Breng een afvoerpijp
aan om de medium af te voeren naar een veilige,
goed geventileerde ruimte of een vat zodat letsel
en schade voorkomen wordt. Bij het afvoeren van
gevaarlijke media moet u pijpen of leidingen uit
de buurt van gebouwen en ramen plaatsen zodat
ze niet nog meer gevaar veroorzaken. Zorg dat
de afvoeropening beschermd is zodat deze niet
verstopt kan raken.
Persoonlijk letsel, schade aan apparatuur en
lekkage door ontsnappende medium of het
barsten van onderdelen onder druk kan zich
voordoen als deze ontlastklep en/of
tegendrukregelaar onder te veel druk staat, of
geïnstalleerd is onder omstandigheden die de
limieten in het gedeelte Specificaties kunnen
overschrijden of in omstandigheden die de
specificaties van aangrenzende pijpen of
pijpverbindingen overschrijden.
Gebruik drukontlastvoorzieningen of
drukbegrenzers (volgens de geldende normen en
regels) om te voorkomen dat de
bedrijfsomstandigheden de limieten overschrijden
en om letstel en schade te voorkomen.
Daarnaast kan materiële schade aan de
ontlastklep en/of tegendrukregelaar resulteren
in persoonlijk letsel en schade aan eigendommen
door ontsnappende medium. Installeer de
ontlastklep en/of tegendrukregelaar op een veilige
plaats om dergelijk letsel en schade te vermijden.
Maak vóór installatie alle leidingen van de ontlastklep en/
of tegendrukregelaar schoon en controleer of de
ontlastklep en/of tegendrukregelaar tijdens vervoer niet
zijn beschadigd en of er geen vreemde stoffen in terecht
gekomen zijn. Voor NPT-schroefdraden: breng
afdichtingsmiddel aan op de uitwendige schroefdraden.
Voor flenzen: gebruik geschikte pakkingen voor de pijpen
en zet pijpen en bouten vast volgens de geldende
richtlijnen. U kunt de ontlastklep en/of tegendrukregelaar
in elke gewenste positie installeren (tenzij anders
aangegeven), maar zorg dat de stroming door het klephuis
in de richting van de pijl op dat klephuis beweegt.
Opmerking
Het is belangrijk dat de ontlastklep en/of
tegendrukregelaar zo geïnstalleerd zijn dat het
ontluchtingsgat in de veerhuis nooit wordt
belemmerd. Bij buiteninstallatie mag de regelaar
niet te dicht bij het verkeer geplaatst worden. Zorg
dat er geen water, ijs en andere vreemde materialen
via de ontluchting in de veerhuis terechtkomen.
Plaats de ontlastklep en/of tegendrukregelaar niet
onder een dakrand of regenpijp en zorg dat de
regelaar boven een eventuele laag sneeuw uitkomt.
Opmerking
Stel de hoofdklepveer niet bij.
Overdruk
De maximale inlaatdruk hangt of van de materialen van
de hoofddelen en de temperatuur. Op de naamplaat kunt
u de maximale inlaatdruk van de klep zien. De klep moet
op schade gecontroleerd worden na elke overdruksituatie.
Ontlastkleppen en/of tegendrukregelaars van Fisher zijn
GEEN veiligheidsontlastkleppen die conform zijn aan
ASME.
D102680XNLD
1. De druk- en temperatuurlimieten in deze installatiegids en alle andere geldende
normen en limieten mogen niet overschreden worden.
www.FISHERregulators.com

Type 289P
Opstarten
De ontlastklep en/of tegendrukregelaar wordt in de fabriek
afgesteld op een punt ongeveer midden in het bereik van
de veer of de gewenste druk, dus wellicht moet u de
regelaar de eerste keer zelf bijstellen om de gewenste
resultaten te bereiken. Na voltooiing van de installatie en
nadat de ontlastkleppen correct afgesteld zijn, opent u
langzaam de afsluiters stroomopwaarts en
stroomafwaarts (indien van toepassing).
Afstelling
U kunt de uitlaatdruk veranderen door de afsluitkap te
verwijderen of de borgmoer los te maken en draai de
stelschroef rechtsom om de uitlaatdruk te verhogen, of
linksom om de druk te verlagen. Controleer tijdens het
afstellen de uitlaatdruk met een manometer. Breng de
afsluitkap weer aan of zet de borgmoer vast om de
gewenste afstelling te handhaven.
Buiten bedrijf stellen (Uitschakelen)
Ter voorkoming van persoonlijk letsel als gevolg
van plotseling vrijkomende druk, moet u de
ontlastklep en/of tegendrukregelaar voor
demontage van alle druk isoleren.
Onderdelenlijst
type 289
Stuklijstno Beschrijving
1 Hoofdgedeelte
2 Veerhuis
3 Membraankop
4 Veerzitting
5 Membraan
6 Stelschroef
7 Veer
8 Machineschroef
9 Scherm
11 Pakking
13 Snapring
15 Pakking
16 Naamplaat
17 Veergeleider onder
18 Pitot-buis
19 Pakking
20 O-ring
21 O-ringhouder
22 Sluitring O-ring
23 Afstandbus
24 Zeskantmoer
27 Sluitring
28 Pijpplug
29 Machineschroef
30 O-ring
31 Steelgeleidereenheid
36 Stop Pitot-buis
Onderdelenlijst
type 6358B
Stuklijstno Beschrijving
1 Hoofdgedeelte pilot
2 Veerhuis
3 Hoofdgedeeltestop
4 Klepstop en steeleenheid
5 Membraaneenheid
6 Connectorkap
7 Veer
8 Veerzitting
9 Steelgeleider
10 Stelschroef
11 Borgmoer
12 Afsluitkap
13 Pakking/O-ring van hoofdgedeeltestop
14 Klepveer
16 Ontluchtingseenheid
17 Machineschroef
20 Restrictie
36 Pakking steelgeleider
37 O-ring van steel
14A8406-A
Figuur 1: Eenheid type 289
A6920
Figuur 2: Eenheid type 6358B
©Fisher Controls International, Inc., 2002. Alle rechten voorbehouden.
De merken Fisher en Fisher Regulators zijn eigendom van Fisher Controls International, Inc. Het logo Emerson is een handelsmerk en servicemerk van Emerson Electric Co.
Alle andere merken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
Deze publicatie is uitsluitend bedoeld ter informatie en hoewel we ernaar streven om betrouwbare informatie te geven, biedt deze publicatie geen enkele waarborg of garantie, hetzij
uitdrukkelijk of stilzwijgend, voor de hierin beschreven producten en diensten en hun gebruik en toepasbaarheid. We behouden ons het recht voor om de ontwerpen en specificaties van
dergelijke producten zonder voorafgaande kennisgeving te veranderen of te verbeteren.
Neem contact op met Fisher Controls, International voor meer informatie:
In de VS: 1 (800) 588-5853. Andere landen: 1 (972) 542-0132
Frankrijk: (33) 23-733-4700
Singapore: (65) 770-8320
Mexico: (52) 57-28-0888
Gedrukt in de VS.
www.FISHERregulators.com