Fisher Installation Guide: 1290 | Fisher Manuals & Guides

Installatiegids Nederlands – mei 2002
Type 1290
Inleiding
Deze installatiegids geeft instructies voor installatie, opstarten en afstelling. Om een exemplaar van de instructiehandleiding te krijgen, kunt u contact opnemen met het plaatselijke verkoopkantoor of de vertegenwoordiger van Fisher, of een exemplaar bekijken op www.FISHERregulators.com. Verdere informatie kunt u krijgen bij:
Handleiding voor type 1290, formulier 5308, D101645X012.
Dampterugwinningsregelaars regelaars van het type 1290 zijn zelfstandige, pilot-bestuurde regelaars voor dampherwinning van gasdekens.
PED-categorie
Dit product mag als veiligheidaccessoire gebruikt worden voor drukapparatuur in de volgende categorieën van Richtlijn Drukapparatuur 97/23/EG. Het product mag ook buiten de Richtlijn Drukapparatuur gebruikt worden indien de juiste methode (sound engineering pratices, SEP) gebruikt wordt overeenkomstig de onderstaande tabel.
TCUDORPNEGNITEMFANËEIROGETAC FOTSIEOLVEPYT
)hcni1(52NDII
)hcni6,4,3,2(051,001,08,05NDII
1
Specificaties
Afmetingen klephuis en soorten eindaansluiting
DN 25 of 50 (1 of 2 inch) / gietijzer of WCB staal of roesturij staal / NPT geschroefd, SWE of PN 16/25/40 DN 50, 80, 100 of 150 (2, 3, 4 of 6 inch) / gietijzer / ANSI klasse 125B FF of 250B RF flens DN 50, 80, 100, 150 of 200 (2, 3, 4, 6 of 8 x 6 inch) / WCB staal of roesturij staal / ANS klasse 150, 300 of 600 RF flens, BWE of PN 16/25/40
Maximale inlaatdruk hoofdregelaar
1,4 bar (20 psig)
Maximaal toegestaan drukverschil
4,1 bar (60 psig)
Uitlaat(regel)drukbereiken
Y291AL: Y291A:
1,2 tot 3,7 mbar (0,5 tot 1,5 inch w.c.)
2,5 tot 6 mbar (1 tot 2,5 inch w.c.)
mbar (2 tot 7 inch w.c.)
(1,2)
(3,5)
14 inch w.c.), 30 tot 70 mbar (12 tot 28 inch w.c.), 0,069 tot 0,17 bar (1,0 tot 2,5 psig), 0,17 tot 0,31 bar (2,5 tot 4,5 psig) en 0,31 tot 0,48 bar (4,5 tot 7 psig)
Keuringsproefdruk
Alle drukhoudende delen zijn beproefd volgens Richtlijn 97/23/EG - Bijlage 1, Punt 7.4
Toevoerdrukinstellingen type 95H
Hoofdregelaar type 1098-EGR met groene veer
Y291AL
25, 50, 80 of 100 (1, 2, 3 of 4): 150 of 200 (6 of 8 x 6):
0,90 bar (13 psig) zwart
Y291A
1. De druk/temperatuurgrenzen in deze installatiegids en beperkingen volgens van toepassing zijnde normen of reglementen mogen niet overschreden worden.
2. Bereiken van veer zijn gebaseerd op installatie van de pilot met veerkast omlaag wijzend.
3. Bij diafragmatemperaturen onder 16°C (60°F) geen membraan van fluorelastomeer gebruiken bij deze veer.
4. Bij gebruik van een membraan van fluorelastomeer is de minimale uitlaatdruk 5 mbar (2 inch w.c.).
5. Bij gebruik van een membraan van fluorelastomeer is de minimale uitlaatdruk 6 mbar (2-1/2 inch w.c.).
(1)
(1)
(3,4)
, 5 tot 17
, 10 tot 35 mbar (4 tot
(1)
0,55 bar (8 psig) zwart
(3)
25, 50, 80 of 100 (1, 2, 3 of 4):
0,55 bar (8 psig) oranje en rood; 0,62 bar (9 psig) legergroen; 0,69 bar (10 psig) geel; 0,76 bar (11 psig) lichtgroen; 0,97 bar (14 psig) lichtblauw; 1,03 bar (15 psig) zwart
150 of 200 (6 of 8 x 6):
0,90 bar (13 psig) oranje en rood; 0,97 bar (14 psig) legergroen en geel; 1,03 bar (15 psig) lichtgroen; 1,2 bar (18 psig) lichtblauw; 1,4 bar (20 psig) zwart
Temperatuurbereik
Nitril/neopreen: Fluorelastomeer: Perfluorelastomeer: Ethyleenpropyleen:
(1)
-29 tot 82°C (-20 tot 180°F) 4 tot 149°C (40 tot 300°F)
-29 tot 149°C (-20 tot 300°F)
-29 tot 149°C (-20 tot 300°F)
Installatie
Een ontlastklep mag uitsluitend door bevoegd personeel geïnstalleerd en onderhouden. Ontlastkleppen moeten geïnstalleerd, bediend en onderhouden worden overeenkomstig internationale en andere geldende normen en overeenkomstig de aanwijzingen van Fisher.
Als een ontlastklep en/of tegendrukregelaar gebruikt wordt voor werking met gevaarlijke of ontvlambare stoffen, kan men een persoonlijk letsel en materiële schade opdoen wanneer opgehoopte stoffen ontsnappen en er brand of ontploffing veroorzaken. Breng een afvoerpijp aan om de stoffen af te voeren naar een veilige, goed geventileerde ruimte of een vat zodat letsel en schade voorkomen wordt. Bij het afvoeren van gevaarlijke stoffen moet u de uitlaat van de afvoerpijp uit de buurt van gebouwen en ramen plaatsen zodat ze niet nog meer gevaar veroorzaken. Zorg dat de afvoeropening beschermd is zodat deze niet verstopt kan raken.
Persoonlijk letsel, schade aan apparatuur en lekkage door ontsnappende stoffen of het springen van onderdelen onder druk kan zich voordoen als deze ontlastklep en/of tegendrukregelaar onder te veel druk staat, of geïnstalleerd is onder omstandigheden die de limieten in het gedeelte Specificaties kunnen overschrijden of omstandigheden die de specificaties van aangrenzende pijpen of pijpverbindingen overschrijden.
Gebruik drukontlastvoorzieningen of drukbegrenzers (volgens de geldende normen en regels) om te voorkomen dat de de omstandigheden de limieten overschrijden en om letstel en schade te voorkomen.
Daarnaast kan materiële schade aan de ontlastklep en/of tegendrukregelaar resulteren in persoonlijk letsel en schade aan eigendommen door ontsnappende stoffen. Installeer de ontlastklep en/of tegendrukregelaar op een veilige plaats om dergelijk letsel en schade te vermijden.
Reinig alle pijpleidingen alvorens de ontlastklep en/of tegendrukregelaar te installeren en controleer of de ontlastklep en/of tegendrukregelaar tijdens het vervoer niet beschadigd is en of er geen vreemde stoffen in terecht gekomen zijn. Voor NPT-pijpaansluitingrn: breng afdichtingsmiddel aan op de uitwendige pijpdraden. Voor
D101645XNLD
www.FISHERregulators.com
Type 1290
flenzen: gebruik geschikte pakkingen voor de lijnen en zet pijpen en bouten vast volgens de geldende richtlijnen. U kunt de ontlastklep en/of tegendrukregelaar in elke gewenste positieinstalleren (tenzij anders aangegeven), maar zorg dat de pijl op het kleplichaam overeenstemt met de stroming van de stoffen.
Opmerking
Het is belangrijk dat de ontlastklep en/of tegendrukregelaar zo geïnstalleerd zijn dat het ontluchtingsgat in de veerkast nooit wordt belemmerd. Bij buiteninstallatie mag de regelaar niet te dicht bij het verkeer geplaatst worden. Zorgdat er geen water, ijs en andere vreemde materialen via de ontluchting in de veerkast terechtkomen.. Plaats de ontlastklep en/of tegendrukregelaar niet een dakrand of regenpijp en zorg dat de regelaar boven een eventuele laag sneeuw uitkomt.
Overdruk
De maximale inlaatdruk hangt af van de materialen van de hoofddelen en de temperatuur. Op de naamplaat kunt u de maximale inlaatdruk van de klep zien. De klep moet op schade gecontroleerd worden na elke overdruksituatie. Ontlastkleppen en/of tegendrukregelaars van Fisher zijn GEEN veiligheidsontlastkleppen die conform zijn aan ASME.
Opstarten
De ontlastklep en/of tegendrukregelaar wordt in de fabriek afgesteld op een punt ongeveer midden in het bereik van de veer of de gewenste druk, dus wellicht moet u de regelaar de eerste keer zelf bijstellen om de gewenste resultaten te bereiken. Na voltooiing van de installatie en nadat de ontlastkleppen correct afgesteld zijn , opent u langzaam de afsluiters opwaarts en afwaarts (indien van toepassing).
Afstelling
U kunt de uitlaatdruk veranderen door de afsuitkap te verwijderen of de borgmoer los te maken en draai de stelschroef rechtsom om de uitlaatdruk te verhogen, of linksom om de druk te verlagen. Controleer tijdens het afstellen de uitlaatdruk met een manometer. Breng de afsluitkap weer aan of zet de borgmoer vast om de gewenste afstelling te handhaven.
Buiten gebruik stellen (stopzetten)
Om lichamelijk letsel als gevolg van het plotseling vrijkomen van druk te voorkomen, moet de ontlastklep/tegendrukregelaar van alle druk geïsoleerd worden voordat hij gedemonteerd wordt.
Onderdelenlijst
Ontwerp hoofdregelaar type EGR
Stuklijstno Beschrijving
1 Klephuis 2 Klephuisdeksel 3 Tapbout 4 Pakking 5 Indicatorfitting 6 Bus 7 O-ring van steel 8 Zeskantmoer 9 Veer 10 Indicatorsteel 11 Kooi 12 Doorlaat 13 Zittingring 15 Afdichting boven 16 Klep 17 O-ring kooi 18 Indicatorschaal 19 Indicatorbescherming 21 Indicatorfitting 22 Flensmoer 23 E-ring 24 Slagschroef 25 Flowpijl 27 Stop 28 Veerzitting 29 Zeskantmoer 31 Pijpplug 32 Klepbegrenzer
Regelaar type 95H
Stuklijstno Beschrijving
1 Hoofdgedeelte regelaar 2 Veerkast 3 Opening 4 Klepstop 5 Klepstopgeleider 6 Steeleenheid 7 Leibus voor steel 8 Veerzitting onder 9 Veerzitting boven 10 Klepstopveer 11 Regelveer 12 Diafragma 13 Naamplaat 15 Stelschroef 16 Borgschroef 17 Tegenmoer 18 Slagschroef
Actuator type 1098, maat 40
Stuklijstno Beschrijving
1 Membraanbehuizing onder 2 Membraanbehuizing
boven 3 Kap 4 Tapbout 5 O-ring Membraanhuis 6 O-ring van klepsteel 7 Membraan 8 Membraanplaat 9 Borgschroef 10 Borgschroef 11 Zeskantmoer 12 Klepsteel 13 Naamplaat 27 Ontluchtingseenheid
Y602-12 28 Smeernippel 56 Lager 57 Schraapring
Type Y291A en Y291AL
Stuklijstno Beschrijving
1 Klephuis 2 Borgschroef 3 Veerhuiseenheid 4 Membraanbehuizing 5 Doorlaat 6 Veer 7 Membraanplaat 8 Duwstang 10 Membraan 11 Afdichting hmembraan 12 Inzetstukafdichting 13 Schijfeenheid 14 Steel 16 Hefboom 17 Machineschroef 18 Inzetstukgeleider 19 Veerzitting boven 20 Afstelmoer 21 Zeskantmoer 22 Afsluitkap 23 Zeskantmoer 24 Tapbout 25 Afsluitkappakking 26 Ontlasteenheid 31 Keelafdichting 33 Machineschroef 35 Stelschroef 36 Sluitring 38 Borgschroef 41 Veer van achterste klepschijf 42 Afdichting klephuis achter 43 Kap klephuis achter 44 Afstandbus klepschijf 45 Pakking Membraanplaat
onder 48 Sluitring 49 Backup-ring 50 Zware
Membraanplaat
2
Loading...
+ 2 hidden pages