Lees deze informatie zorgvuldig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s
van dit boekje! Bewaar het boekje goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef het door aan een eventuele volgende eigenaar van het toestel.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
1
schuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die
belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de
machine. Let goed op deze aanwijzingen.
0 Dit symbool of genummerde aanwijzingen voeren u stap voor stap door
de bediening van het toestel.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
3
praktisch gebruik van het toestel.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
2
milieuvriendelijk gebruik van het toestel.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u onder "Wat is er aan de
hand, als..." aanwijzingen om kleine storingen zelf op te heffen.
Mochten deze aanwijzingen niet voldoende zijn, neem dan contact op
met onze service-afdeling.
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze service-afdeling.
Zie ook hoofdstuk "Klantenservice" op de achterzijde van dit boekje.
3
2
Uwafwasautomaatheefthet nieuwespoelsysteem
"IMPULSSPOELEN".
Om een beter reinigingsresultaat te bereiken, worden bij dit spoelsysteem tijdens een programma het motortoerental en de
sproeidruk gevarieerd. Daarom varieert ook het geluidsniveau van
het lopende programma.
De veiligheid van elektrische toestellen van ATAG voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt, u en uw eventuele medegebruikers op het volgende te wijzen:
Opstelling, aansluiting, in gebruik nemen
• De afwasautomaat mag alleen rechtop vervoerd worden.
• Controleer de afwasautomaat op transportschade. Een beschadigd
toestel in geen geval aansluiten. Wend u in geval van schade tot de
leverancier.
• Controleer vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje aangegeven netspanning en stroomsoort overeenkomen met netspanning en stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het typeplaatje
vindt u ook de vereiste zekering.
• Hoe de afwasautomaat moet worden opgesteld en aangesloten, leest
u in het hoofdstuk "Installatie". Meerwegstekkers, koppelingen en
verlengsnoeren mogen niet gebruikt worden. Brandgevaar door oververhitting.
Veiligheid van kinderen
• Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige
omgang met elektrische toestellen. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen niet met de machine spelen – ze zouden zichzelf of andere kinderen in de machine kunnen opsluiten
(verstikkingsgevaar!).
• Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar!
• Reinigingsmiddelen kunnen verwondingen aan ogen, mond en keelholte veroorzaken en zelfs tot verstikking leiden! Let op de aanwijzingen op de verpakking van reinigingsmiddelen.
• Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater. Als zich nog resten van reinigingsmiddel in de machine bevinden, bestaat verwondingsgevaar!
• Als u de afwasautomaat afdankt: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Deurslot onbruikbaar maken,
zodat de deur niet meer dicht kan.
5
Page 6
Gebruiksaanwijzing
Algemene veiligheid
• Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot onze service-afdeling. Alleen originele ATAG-onderdelen voldoen aan alle
eisen!
• De afwasautomaat nooit in gebruik nemen, als aansluitsnoer of toeof afvoerslang beschadigd zijn of als bedieningspaneel, bovenblad of
sokkel zo beschadigd zijn, dat de binnenkant van het toestel toegankelijk is.
• Als het aansluitsnoer beschadigd of te kort is, moet dit door onze service-afdeling vervangen worden.
• Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de
stekker.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het toestel zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Let erop dat de machinedeur, behalve bij vullen en leeghalen, altijd
dicht is. Zo voorkomt u dat iemand over de open deur struikelt en
zich bezeert.
• Scherpe messen en ander scherp bestek in de besteklade of in de
bovenste korf leggen.
Gebruik volgens de voorschriften
• Gebruik de afwasautomaat alleen om huishoudservies af te wassen.
Als de machine voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt of foutief
wordt bediend, wordt eventuele schade niet door de garantiebepalingen gedekt.
• Controleer vóór het gebruik van speciaal zout, reinigingsmiddel en
glansmiddel, of volgens de fabrikant van deze producten gebruik
ervan in huishoud-afwasautomaten toegestaan is.
• Geen oplosmiddelen in de afwasautomaat doen. Explosiegevaar!
• De beveiliging tegen wateroverlast is een betrouwbaar systeem. Aan
de volgende voorwaarden moet echter voldaan worden:
– Ook als het toestel uitgeschakeld is moet het aan het net aangeslo-
ten zijn.
– De afwasautomaat moet volgens de voorschriften geïnstalleerd
zijn.
– Waterkraan altijd dichtdraaien als de afwasautomaat langere tijd
niet gebruikt wordt, bijv. bij vakantie.
6
Page 7
Gebruiksaanwijzing
• Ga niet op de open deur staan of zitten, de machine zou dan kunnen
kantelen.
• In geval van storing eerst de waterkraan dichtdraaien, dan de
machine uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. Bij
vaste aansluiting: zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
2 Afvalverwerking fvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen van de afwasautomaat zijn niet
milieu-onvriendelijk en kunnen hergebruikt worden.
• De kunststof delen zijn voorzien van een internationaal gebruikte
codering:
– >PE<voor polyethyleen, bijv. de folieverpakking
– >PS<voor polystyreen, bijv. de hoekbeschermers (volkomen
CFK-vrij)
– >POM< voor polyoxymetheen, bijv. kunststof klemmen
• Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
Oude machine
Als u de afwasautomaat afdankt, lever hem dan in bij uw vakhandelaar
of informer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
7
Page 8
Gebruiksaanwijzing
2 Economisch en milieubewust afwassen
• Sluit de afwasautomaat alleen aan warm water aan, als u een hiervoor geschikte warmwaterinstallatie hebt.
• Stel de waterontharder correct in.
• Spoel het servies niet onder stromend water af.
• Als u met geringe belading afwast, berekent de beladingsherkenning
de benodigde hoeveelheid water en wordt de programmaduur verkort. Het meest economisch wast u altijd af met volle belading.
• Kies een programma aan de hand van soort servies en mate van verontreiniging.
• Doseer niet meer reinigingsmiddel, speciaal zout en glansmiddel dan
door de fabrikant van deze middelen en in deze gebruiksaanwijzing
wordt aangegeven.
8
Page 9
Gebruiksaanwijzing
Frontaanzicht apparaat en bedieningspaneel
bovenste sproeiarm
rubber afdichting
voor aankoppeling
van de watertoevoer naar de
sproeiarm
sproeiarmen
schakelaar voor
waterhardheid
voorraadreservoir voor speciaal
zout
reservoir voor
reinigingsmiddel
voorraadreservoir
voor glansmiddel
typeplaatje
zeef
9
Page 10
Gebruiksaanwijzing
Bedieningspaneel
functietoetsen
12
3
AAN/UIT-toets
deurgreep
4
starttijd
instellen
controleindicaties
bedieningsveld
multidisplay
Het bedieningsveld bestaat uit de AAN/UIT-toets en de programmatoetsen met LED-indicaties.
Functietoetsen: behalve het betreffende programma kunnen met
behulp van deze toetsen de volgende functies worden ingesteld:
functietoets 1waterontharder instellen
functietoets 2glansmiddeltoevoer in- en uitschakelen
functietoets 3- is niet bezet -
functietoets 4- is niet bezet -
Het multidisplay kan aangeven,
– op welke hardheidsstand de waterontharder is ingesteld.
– of de glansmiddeltoevoer is in- of uitgeschakeld.
– welke starttijd is ingesteld.
– hoe lang een lopend programma vermoedelijk nog duurt.
– welke storing er in de afwasautomaat is opgetreden.
De controle-indicaties hebben de volgende betekenis:
10
J
H
Â
speciaal zout bijvullen
glansmiddel bijvullen
waterkraan openen
Page 11
Gebruiksaanwijzing
Vóór het in gebruik nemen
Voordat u de afwasautomaat in gebruik neemt, moeten alle klemmen
waarmee de korven voor het transport zijn vastgezet verwijderd worden.
Daarna gaat u als volgt te werk:
1. Waterontharder instellen
2. Speciaal zout voor de waterontharder doseren
3. Glansmiddel doseren
Waterontharder
Om kalkneerslag op servies en in de afwasautomaat te verhinderen,
moet het servies met zacht, d.w.z. kalkarm water worden afgewassen.
Daartoe heeft de afwasautomaat een waterontharder waarin leidingwater met een hardheid vanaf 4 (Duitse graad) met behulp van speciaal
zout wordt ontkalkt.
Over de hardheid van het water in uw buurt kan het lokale waterbedrijf
3
u nader informeren.
De waterontharder wordt mechanisch met de hardheidsschakelaar en
bovendien elektronisch met de toetsen van het bedieningspaneel ingesteld
waterhardheid
1
In °d
51 - 70
43 - 50
37 - 42
29 - 36
23 - 28
19 - 22
15 - 18
11 - 141,9 - 2,5II3
4 - 100,7 - 1,8I/II2
minder
dan 4
In mmol/l
9,0 - 12,5
7,6 - 8,9
6,5 - 7,5
5,1 - 6,4
4,0 - 5,0
3,3 - 3,9
2,6 - 3,2
minder
dan0,7
2
bereikmechanisch elektronisch
IV
III
I
instelling van de hard-
heidsstand
10
1
0*
geen zout
nodig
Indicatie op
het
multidisplay
3
9
8
7
6
5
4*
10L
9L
8L
7L
6L
5L
4L
3L
2L
1
1L
11
Page 12
Gebruiksaanwijzing
1) (°d) Duitse graad, meeteenheid voor de waterhardheid
2) (mmol/l) millimol per liter, internationale eenheid voor waterhardheid
3) Bij deze instelling kan de looptijd van het programma in geringe mate langer worden.
*) fabrieksinstelling
Waterontharder instellen
Waterontharder instellen aan de hand van de tabel voor de waterhardheid in uw buurt:
0 De afwasautomaat moet zijn uitge-
schakeld.
Mechanische instelling:
1. Open de deur van de afwasautomaat.
2. Neem de onderste korf uit de
afwasautomaat.
3. Draai de hardheidsschakelaar op 0 of
1 (zie tabel).
4. Plaats de onderste korf weer terug.
Elektronische instelling:
1. Druk de AAN/UIT-toets in.
De LED van de AAN/UIT-toets licht op.
Als er meerdere indicaties oplichten, dan is een afwasprogramma geac-
3
tiveerd. Het afwasprogramma moet worden afgebroken (RESET).
Functietoetsen 1 en 2 ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
Alle andere indicaties gaan uit.
2. Druk de functietoetsen 1 en 2 gelijktijdig in en houd ze ingedrukt.
De LED-indicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Druk de functietoets 1 in.
De LED-indicatie van de functietoets 1 knippert.
Het multidisplay toont de ingestelde hardheidsstand.
4. Door indrukken van functietoets 1 wordt de hardheidsstand met 1
verhoogd.
(uitzondering: na hardheidsstand 10 volgt hardheidsstand 1).
5. Als de hardheidsstand juist is ingesteld, de AAN/UIT-toets indrukken.
De hardheidsstand wordt dan opgeslagen.
12
Page 13
Gebruiksaanwijzing
Speciaal zout voor de waterontharder
Als de hardheid van het water in uw omgeving lager is dan 4 °d, dan
3
hoeft u het water in uw afwasautomaat niet te ontharden en heeft u
geen afwaszout of zoutvervanger nodig.
U kunt het water op 2 manieren ontharden:
• Als u een reinigingsmiddel gebruikt, dat al zoutvervanger bevat, vult
u het reservoir voor reinigingsmiddel uitsluitend met dit reinigingsmiddel.
– In dit geval moet de waterontharder mechanisch op 0 en elektro-
nisch op 1 zijn ingesteld, zodat er geen afwaszout wordt toegevoegd.
• Als u apart reinigingsmiddel en speciaal zout gebruikt, doseer dan het
zout in het voorraadreservoir voor zout.
– In dit geval moet de waterontharder mechanisch op 0 of 1 en
elektronisch tussen 2 en 10 (afhankelijk van de hardheid van het
water in uw buurt) zijn ingesteld, zodat het zout uit het voorraadreservoir wordt gedoseerd.
Gebruik voor uw afwasautomaat uitsluitend speciaal zout. Doe nooit
1
andere soorten zout (bijv. keukenzout) of een reinigingsmiddel voor
afwasautomaten in het voorraadreservoir. Daarmee ontregelt u de
waterontharder.
Verzeker uzelf ervan dat u, op het moment van het bijvullen met zout,
inderdaad een pak speciaal zout in uw handen heeft.
Zoutdosering instellen
Veel apparaten zijn uitgerust met de extra functie 3in1.
3
Wanneer u 3-in-1 afwasmiddeltabletten gebruikt en de extra functie
3in1 in combinatie met het afwasprogramma kiest, hoeft de zoutdosering niet te worden veranderd (zie “Extra functie 3in1“).
0 1. Stel de waterontharder mechanisch en elektronisch in op de gewenste
hardheid:
Mechanische
instelling:
01
0 - 12-10
Elektronische
instelling:
Indicatie
multidisplay
IL
2L tot 10L
Zoutdosering
Geen afwaszout doseren.
Zoutdosering via
zoutreservoir
(fabrieksinstelling)
13
Page 14
Gebruiksaanwijzing
Indien voor de toepassing van reinigingsmiddel incl. zout de wateront-
3
harder elektronisch op ‘1’ wordt ingesteld, dan wordt daarmee de controle-indicatie voor speciaal zout uitgeschakeld.
Speciaal zout doseren
Als u apart reinigingsmiddel en speciaal zout gebruikt, doseert u zout:
– voor het eerste gebruik van de afwasautomaat,
– als op het bedieningspaneel de controle-indicatie voor speciaal zout
J oplicht.
0 1. Deur openen, onderste korf uit de
machine nemen.
2. Dop van het zoutreservoir linksom
losdraaien.
3. Alleen de eerste keer dat u de
machine in gebruik neemt:
zoutreservoir met water vullen.
4. Meegeleverde trechter op de opening
van het zoutreservoir zetten.
Speciaal zout via de trechter in het
zoutreservoir gieten. Inhoud afhankelijk van de korrelgrootte 1,0-1,5 kg.
Doe niet te veel speciaal zout in het reservoir.
SALE
SALT
SALZ
SEL
Het bij het vullen verplaatste water loopt uit het zoutreservoir naar de
3
bodem van de kuip. Dit kan geen kwaad, omdat het water bij de start
van het volgende programma weggepompt wordt.
5. Zoutresten van de opening van het zoutreservoir wegvegen.
6. Dop rechtsom zo ver mogelijk vastdraaien, omdat er anders zout in het
spoelwater terechtkomt. Glaswerk kan daardoor dof worden. Daarom
na het doseren van zout een programma laten lopen. Daardoor worden
overgelopen zout water en zoutkorreltjes weggespoeld.
Afhankelijk van de korrelgrootte van het zout kan het enkele uren
3
duren, voordat het zout in het water is opgelost en de controle-indicatie zout
mee het zoutverbruik zijn afhankelijk van de plaatselijke
waterhardheid.
14
J weer uitgaat. De instelling van de waterontharder en daar-
Page 15
Gebruiksaanwijzing
Glansmiddel
Het glansmiddel zorgt voor vlekkenvrij, glanzend vaatwerk en helder
glaswerk.
Glansmiddel kan op twee manieren worden gedoseerd:
• Als u een reinigingsmiddel gebruikt, dat al glansmiddel bevat, dan
wordt het reinigingsmiddel incl. glansmiddel in het reservoir voor reinigingsmiddel gedoseerd.
– In dit geval moet de afgifte van glansmiddel uit het voorraadreser-
voir zijn uitgeschakeld om een dubbele dosering te vermijden.
• Als u apart reinigingsmiddel en glansmiddel gebruikt, doseer dan het
glansmiddel in het voorraadreservoir voor glansmiddel.
– In dit geval moet de afgifte van glansmiddel uit het voorraadreser-
voir zijn ingeschakeld.
– De dosering van het glansmiddel moet worden ingesteld.
Gebruik voor uw afwasautomaat uitsluitend glansmiddel van een
1
bekend merk. Doe nooit andere middelen (bijv. azijn) of een reinigingsmiddel voor afwasautomaten in het voorraadreservoir. Hierdoor kan
het apparaat beschadigen.
Glansmiddeltoevoer in-/uitschakelen.
Veel apparaten zijn uitgerust met de extra functie 3in1.
3
Wanneer u 3-in-1 afwasmiddeltabletten gebruikt en de extra functie
3in1 in combinatie met het afwasprogramma kiest, hoeft de glansmiddeltoevoer niet te worden uitgeschakeld (zie “Extra functie 3in1“).
0 1. AAN/UIT-toets indrukken.
De LED van de AAN/UIT-toets licht op.
Als er meerdere indicaties oplichten, dan is een afwasprogramma geacti-
3
veerd. Het programma moet worden afgebroken (RESET):
Functietoetsen 1 en 2 ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken.
Alle andere indicaties gaan uit.
2. Functietoetsen 1 en 2 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
De LED-indicaties van de functietoetsen 1 tot 3 knipperen.
3. Druk functietoets 2 nogmaals in.
De LED-indicatie van de functietoets 2 knippert.
15
Page 16
Gebruiksaanwijzing
Het multidisplay laat de instelling van het moment zien:
4. Indrukken van functietoets 2 wijzigt de instelling.
5. Als het multidisplay de gewenste instelling aangeeft, AAN/UIT-toets
indrukken.
De instelling wordt dan opgeslagen.
Glansmiddel doseren
Als u apart reinigingsmiddel en glansmiddel gebruikt, doseert u glansmiddel:
– Voor het eerste gebruik van de afwasautomaat,
– als op het bedieningspaneel de indicatie
Het reservoir voor glansmiddel bevindt zich aan de binnenzijde van de
machinedeur.
0 1. Deur openen.
2. Met uw vinger de ontgrendelingsknop van het voorraadreservoir
indrukken.
3. Deksel van het voorraadreservoir
helemaal openklappen.
H oplicht.
16
Page 17
Gebruiksaanwijzing
4. Glansmiddel precies tot aan de stippellijn “max” doseren; dat komt overeen met ca. 140 ml.
5. Deksel terugklappen en dichtdrukken,
tot het dichtklikt.
6. Eventueel gemorst glansmiddel met
een doekje wegvegen. Anders wordt
tijdens het afwassen te veel schuim
gevormd.
Glansmiddeldosering instellen
Bij het afwassen wordt uit het voorraadreservoir glansmiddel in het
3
spoelwater gespoeld. De dosering kunt u van 1-6 instellen. In de fabriek
is de dosering op “4” ingesteld. Dosering alleen veranderen als op glazen en servies vegen, melkachtige vlekken of opgedroogde waterdruppels te zien zijn.
(zie onder “Wat is er aan de hand als ...”).
0 1. Machinedeur openen.
2. Met uw vinger de ontgrendelingsknop van het voorraadreservoir
indrukken.
3. Deksel van het voorraadreservoir
helemaal openklappen.
4. Dosering instellen.
5. Deksel terugklappen en dichtdrukken,
tot het dichtklikt.
6. Eventueel gemorst glansmiddel met
een doekje wegvegen.
17
Page 18
Gebruiksaanwijzing
In het dagelijks gebruik
• Moet speciaal zout of glansmiddel worden bijgevuld?
• Bestek en servies in de machine zetten
• Reinigingsmiddel doseren
• Geschikt programma kiezen
• Afwasprogramma starten
Bestek en servies in de machine zetten
Sponzen, vaatdoekjes en alle voorwerpen die zich met water kunnen
1
volzuigen, mogen niet in de afwasautomaat gereinigd worden
Voor machinaal afwassen is het volgende bestek/servies
niet geschikt: beperkt geschikt:
.
• bestek met heften van hout, hoorn,
porselein of parelmoer
• niet hittebestendige kunststof
• ouder bestek met temperatuurgevoelige lijm
• gelijmd servies of bestek
• tin en koper
•kristal
• metaal dat kan roesten
•houten planken
• kunstnijverheidsartikelen
• Aardewerk alleen in de machine afwassen,
als het van de aanduiding "geschikt voor de
afwasautomaat" voorzien is.
• Versieringen die op het glazuur zijn aangebracht kunnen door zeer vaak machinaal
afwassen verbleken.
• Zilver en aluminium kunnen bij machinaal
afwassen verkleuren. Etensresten als eiwit,
eigeel en mosterd veroorzaken vaak verkleuringen of vlekken op zilver. Zilver
daarom altijd goed schoon spoelen, als het
niet direct na gebruik wordt afgewassen.
• Sommige glassoorten kunnen na vele malen
machinaal afwassen dof worden.
• Voordat u het servies in de machine zet, moet u:
– grove etensresten verwijderen.
– pannen met ingebrande etensresten weken.
• Let bij het in de machine zetten van servies en bestek op het volgende:
– servies en bestek mogen de sproeiarmen niet blokkeren.
– hol serviesgoed zoals kopjes, glazen, pannen enz. met de opening
naar beneden neerzetten, zodat zich in de openingen geen water
kan verzamelen
– servies en bestek mogen niet in elkaar liggen of elkaar afdekken
– om beschadiging te voorkomen mogen glazen elkaar niet raken
18
Page 19
Gebruiksaanwijzing
– kleine voorwerpen (bijv. deksels) in de bestekkorf leggen
Bestek rangschikken
Lange, scherpe bestekdelen die in de bestekkorf staan, kunnen vooral
1
voor kinderen gevaarlijk zijn (zie Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid). Ze
moeten daarom in de bovenste korf gelegd worden.
0 Messen, kleine lepels en kleine vor-
ken in de besteklade leggen.
Vorken en lepels die niet in de
besteklade passen, in de bestekkorf
zetten.
Om ervoor te zorgen dat het water
alle bestekdelen bereikt, moet u
0 1. het inzetrooster op de bestekkorf te
steken
2. korte messen, vorken en lepels met
het heft naar beneden in het roostertje van de bestekkorf zetten.
3. voor grotere bestekdelen, bijv. een
garde, één helft van het roostertje
weglaten.
19
Page 20
Gebruiksaanwijzing
Om de bestekkorf makkelijk te
kunnen leeghalen, kunt u bij sommige modellen de bestekkorf
openklappen.
Om ervoor te zorgen dat de
1
bestekkorf bij het uit de machine
nemen niet kan openklappen,
moet u hem bij de tweedelige
greep pakken.
0 1. Bestekkorf op tafel of aanrecht-
blad zetten.
2. De twee delen van de greep openklappen.
3. Bestek eruitnemen.
4. De twee delen van de greep weer dichtklappen
Pannen, schalen en grote
borden in de machine zetten
Groot en sterk verontreinigd servies
in de onderste korf zetten (maximale
diameter van borden 29 cm).
20
Uw afwasautomaat beschikt over een van de volgende vier onderste
korven:
Variant 1: Alle bordenrekken van de onderste korf zijn vast
Page 21
Gebruiksaanwijzing
Variant 2: De rechterbordenrekken van de onderste korf kunnen
naar links worden neergeklapt
Om groter servies makkelijk in te
3
kunnen ruimen, kunnen de beide
rechterbordenrekken van de onderste
korf naar links worden neergeklapt:
0 1. Rechter bordenrek aan de achterkant
iets optillen.
2. Bordenrek naar links neerklappen.
Variant 3: De rechterbordenrekken van de onderste korf kunnen kruislings worden neergeklapt
Om groter servies makkelijk in te
3
kunnen ruimen, kunnen de beide
rechterbordenrekken van de onderste
korf kruislings worden neergeklapt.
21
Page 22
Gebruiksaanwijzing
Variant 4: De beide achterste bordenrekken van de onderste korf
kunnen kruislings worden neergeklapt
Om groter servies makkelijk in te
3
kunnen ruimen, kunnen de beide
achterste bordenrekken van de
onderste korf kruislings worden neergeklapt
Kopjes, schoteltjes en glaswerk in de machine zetten
Klein, teer serviesgoed en lange,
scherpe bestekdelen in de bovenste
korf plaatsen.
22
• Servies op en onder de uitklapbare
kopjesrekken versprongen neerzetten, zodat het water overal goed
kan komen.
• U kunt de kopjesrekken omhoog-
klappen om hoog servies neer te
zetten.
• Wijn-, champagne- en cognacgla-
zen kunt u in de uitsparingen van
de kopjesrekken zetten resp. hangen.
• Glazen, bekers enz. kunnen ook op
de twee rijen spijltjes links in de
bovenste korf worden gezet.
Page 23
Bovenste korf in hoogte verstellen
Maximale hoogte van het servies in de
bovenste korfonderste korf
Gebruiksaanwijzing
als de bovenste korf op de
hoogste standstaat
als de bovenste korf op de
laagste stand staat
De hoogte kan ook versteld worden als de korven gevuld zijn.
3
22 cm31 cm
24 cm29 cm
Lager plaatsen van de bovenste
korf:
0 1. Bovenste korf helemaal naar buiten
trekken.
2. Bovenste korf aan de greep zo ver
mogelijk optillen en loodrecht laten
zakken. De bovenste korf valt nu in
de laagste stand.
Hoger plaatsen van de bovenste
korf:
0 1. Bovenste korf helemaal naar buiten
trekken.
2. Bovenste korf aan de greep zo ver
mogelijk optillen en loodrecht laten
zakken. De bovenste korf valt nu in
de hoogste stand.
23
Page 24
Gebruiksaanwijzing
Reinigingsmiddel doseren
Gebruik alleen reinigingsmiddelen voor afwasautomaten.
1
Doseer reinigingsmiddel:
– Vóór het begin van een programma (niet bij het programma voor-
spoelen). Reinigingsmiddel wordt tijdens het programma automatisch
ingespoeld.
Let op de aanwijzingen m.b.t. doseren en bewaren op de verpakking
2
van het reinigingsmiddel.
Het reservoir voor reinigingsmiddel
bevindt zich aan de binnenzijde van
de deur.
0 1. Als het deksel gesloten is: ontgrende-
lingsknop (1) indrukken.
Het deksel springt open.
2. Reinigingsmiddel in het reservoir
voor reinigingsmiddel doen. Als
doseerhulpje dienen de markeringslijnen:
“20” komt overeen met ca. 20 ml
reinigingsmiddel,
“30” komt overeen met ca. 30 ml
reinigingsmiddel.
3. Deksel terugklappen en dichtdrukken,
tot het dichtklikt.
Bij zeer sterk verontreinigd servies
3
bovendien reinigingsmiddel in het
extra vakje (2) doseren. Dit reinigingsmiddel werkt al tijdens het
voorspoelen.
24
Page 25
Gebruiksaanwijzing
Het gebruik van Gecombineerde afwastabletten.
Belangrijke aanwijzingen
Er zijn ook afwastabletten,die de functie van afwasmiddel,
glansmiddel en zout gecombineerd hebben.
0 1. Als u gebruikt maakt van dit type afwasmiddel moet u eerst controle-
ren of de hardheid van het leidingwater overeenkomt met de aanwijzingen op de verpakking en/of het middel geschikt is voor gebruik.
2. Als u dit type afwasmiddel gebruikt moeten de instructies van de producent strikt worden opgevolgd. Het afwasmiddel moet in het afwasmiddelenbakje worden gedaan en nergens anders. Dosering op een
andere plek zal slechte afwasresultaten geven.
3. Wend u tot de producent van het afwasmiddel als de was en droogresultaten slechter zijn dan u gewend bent en leiden tot vlekvorming
op bestek en servies (glas). (Kijk voor het adres op de verpakking).
Als u besluit om weer een normaal afwasmiddel te gebruiken,
dan raden wij het volgende aan:
• vul zowel het zoutreservoir als het glansmiddelreservoir;
• stel de waterhardheid in op het maximum en start een normaal
afwasprogramma zonder lading in de afwasmachine;
• stel de waterhardheid daarna opnieuw in overeenkomstig de hard-
heid van het leidingwater.
Bij klachten die direct verband houden met het gebruik van deze pro-
3
ducten, kunnen wij niet aansprakelijk gesteld worden!
25
Page 26
Gebruiksaanwijzing
Geconcentreerde afwasmiddelen
Machine-afwasmiddelen zijn naar chemische samenstelling in twee
groepen onder te verdelen:
– traditionele alkalische afwasmiddelen met bijtende bestanddelen
– licht alkalische geconcentreerde afwasmiddelen met natuurlijke
enzymen
Het gebruik van afwasprogramma's met een temperatuur van 50 °C en
2
geconcentreerde afwasmiddelen is milieuvriendelijk en verlengt de
levensduur van het serviesgoed omdat de 50 °C-programma's speciaal
ontworpen zijn voor een optimale vuiloplossende werking van de enzymen die geconcentreerde afwasmiddelen bevatten. Met een 50 °C-programma en een geconcentreerd afwasmiddel is het afwasresultaat even
goed als met een 65 °C-programma en een normaal afwasmiddel.
Gecombineerde afwasmiddelen
Gecombineerde afwasmiddelen van verschillende merken,in diverse uit-
3
voeringen,verschillen in oplossnelheid en lossen soms zo langzaam
op,dat ze niet goed werken tijdens een programma met een korte tijdsduur. Wij raden u dan ook aan een normaal programma met voorspoelen te kiezen.
26
Bij klachten die direct verband houden met het gebruik van deze producten, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld!
Page 27
Gebruiksaanwijzing
Automatische programma's
Bij de AUTOMATISCHE programma's wordt aan de hand van de verontreiniging van het spoelwater vastgesteld, hoe sterk het servies verontreinigd is.
Bij geringe belading en lichte verontreiniging van het servies duren de
programmadelen “voorspoelen”, “reinigen” en “tussenspoelen” korter
en het waterverbruik is lager.
Bij volle belading en sterke verontreiniging van het servies duren de
programmadelen “voorspoelen”, “reinigen” en “tussenspoelen” langer
en het waterverbruik is hoger.
Daarom kunnen programmaduur, water- en energieverbruik bij AUTOMATISCHE programma's in de genoemde programmadelen variëren (zie
programmatabel).
Daardoor wordt altijd een optimale reiniging van het servies bij een
laag water- en energieverbruik bereikt.
Bij de AUTOMATISCHE programma's wordt, afhankelijk van de mate van
verontreiniging van het servies, bovendien de temperatuur van het
spoelwater tussen 50 °C en 65 °C automatisch aangepast.
27
Page 28
Gebruiksaanwijzing
Programma kiezen (programmatabel)
Kies aan de hand van deze tabel het geschikte programma: 1)
Soort servies
bovendien
Soort verontreiniging
Geschikt
programma:
Programmaverloop
2)
Verbruikswaarden:
Duur
3)
5)
Energie
Groot servies en pannenKlein servies
---met teer glaswerk
•sterk
verontreinigd
•aangekoekte
etensresten,
vooral eiwit
en zetmeel
•sterk
verontreinigd
•normaal verontreinigd
•aangekoekte
etensresten
•normaal verontreinigd
bijzonder
geschikt bij
gebruik van
compacte reini-
gingsmiddelen.
• licht verontreinigd
bijzonder
geschikt bij
gebruik van
compacte reini-
gingsmiddelen.
òòòòò
4)
-
reinigen
spoelen
naspoelen
-
voorspoelen
reinigen
2x spoelen
naspoelen
drogen
voorspoelen
reinigen
spoelen
naspoelen
drogen
n
voorspoelen
reinigen
spoelen
naspoelen
drogen
voorspoelen
reinigen
spoelen
naspoelen
drogen
òòòòò
110 - 120 min. 90 - 100 min.90 - 110 min.130 - 150 min. 37 min.
Naast de in de tabel genoemde programma's is er het speciale programma voorspoeleni. Met dit
programma kunt u gebruikt servies voorspoelen dat in de machine wordt verzameld en pas later
afgewassen. Het speciale programma voorspoelen
en minder dan 0,1 kWh energie.
2)
De verschillende programma-onderdelen klinken niet allemaal hetzelfde, omdat bij sommige onderdelen voor een beter reinigingsresultaat korte tijd krachtiger wordt afgewassen.
3)
De verbruikswaarden zijn onder normomstandigheden bepaald. Ze zijn afhankelijk van de belading
van de servieskorven. Afwijkingen zijn daarom in de praktijk mogelijk.
4)
Testprogramma voor testinstituten.
5)
Is de hardheidsgraad Elektronisch 10 ingesteld, kan het programma iets langer duren.
0 1. Controleer of het servies en het bestek zodanig zijn geplaatst, dat de
sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. Draai de kraan helemaal open.
3. Sluit de deur.
4. Druk de AAN/UIT-toets in.
De indicatie van de AAN/UIT-toets licht op.
5. Druk de toets voor het gewenste programma in (zie “Programmatabel”).
De programma-indicatie licht op. In het multidisplay wordt de te verwachten resterende looptijd voor het programma zichtbaar.
Na ongeveer 3 seconden begint het gekozen afwasprogramma.
De nog resterende looptijd in het multidisplay wordt tijdens het
3
afwasprogramma aangepast aan de hoeveelheid afwas, de vervuilingsgraad, enz.
Indien na de programmastart in het multidisplay storingsmeldingen
3
worden getoond, zie dan hoofdstuk “Wat te doen, als...”.
Afwasprogramma veranderen/onderbreken/afbreken
Verander of onderbreek een lopend afwasprogramma alleen als dat
3
echt nodig is. Na het weer sluiten van het apparaat wordt de binnengestroomde lucht sterk verhit en zet uit. Daardoor kan water in de kuip
dringen en eventueel de beveiliging tegen wateroverlast in werking
stellen.
Afwasprogramma veranderen
Wilt u binnen de eerste 3 seconden na de programmakeuze het
3
afwasprogramma veranderen, druk dan kort de toets van het nieuwe
afwasprogramma in.
Wilt u op een later tijdstip het afwasprogramma veranderen, ga dan als
volgt te werk:
0 1. Druk de toets van het nieuwe afwasprogramma in en houd hem inge-
drukt.
Eerst licht de indicatie van het lopende afwasprogramma op.
Na enkele seconden licht alleen nog maar de indicatie van het nieuwe
afwasprogramma op.
2. Laat de programmatoets los.
Het nieuw gekozen afwasprogramma start.
29
Page 30
Gebruiksaanwijzing
Afwasprogramma onderbreken door het openen van de machinedeur
Tijdens het openen van de deur kan hete stoom ontsnappen. Verbran-
1
dingsgevaar! Doe de deur voorzichtig open.
0 1. Open de deur van de machine.
Het afwasprogramma stopt.
2. Sluit de deur.
Het afwasprogramma gaat verder.
Afwasprogramma afbreken (RESET)
0 1. Druk de functietoetsen 1 en 2 gelijktijdig in en houd ze ingedrukt.
De programma-indicatie van het lopende afwasprogramma knippert
enkele seconden en gaat dan uit.
2. Laat de functietoetsen los.
Het afwasprogramma is afgebroken.
Door het uitschakelen van de afwasautomaat wordt het gekozen pro-
3
gramma alleen maar onderbroken, niet afgebroken. Na het weer
inschakelen gaat het afwasprogramma door.
Starttijdkeuze instellen of wijzigen
Met de starttijdkeuze kunt u bepalen, wanneer een programma binnen
de volgende 19 uur dient te starten.
Starttijdkeuze instellen:
0 1. Druk op de AAN/UIT-toets
2. De toets starttijdkeuze
play het aantal uren knippert, na welke het programma beginnen moet.
3. Druk op de toets van het gewenste programma.
In de multidisplay knippert kort de tijdsduur van het geselecteerde programma en vervolgens weer de gekozen starttijd.
Zodra het aantal uren permanent oplicht, is de starttijdkeuze geactiveerd.
Na het verstrijken van het aantal ingestelde uren start het programma
automatisch.
Starttijdkeuze wijzigen:
Zolang het programma nog niet gestart is, kunt u door op de toets
starttijdkeuze te drukken de ingestelde starttijdkeuze nog wijzigen.
30
Y zo vaak indrukken, totdat in de multidis-
Page 31
Gebruiksaanwijzing
Starttijdkeuze wissen:
Zolang het programma nog niet gestart is, kunt u de starttijdkeuze wissen. Druk net zo vaak op de toets starttijdkeuze, totdat in de multidisplay de tijdsduur van het geselecteerde programma verschijnt. Het
geselecteerde programma start nu onmiddellijk.
Programma wijzigen na starttijdkeuze:
Zolang het programma nog niet gestart is, kunt u door op een programmatoets te drukken een ander programma selecteren.
0 1. Toets van het nieuwe programma indrukken en ingedrukt houden.
Eerst knippert het lampje van het eerder geselecteerde programma.
Na enkele seconden brandt alleen nog het lampje van het nieuwe programma.
2. Programmatoets loslaten.
Het nieuw geselecteerde programma start automatisch na het verstrijken van het aantal ingestelde uren.
Beladingsherkenning – AUTOMATIC
Als u een programma start, terwijl er in de bovenste en/of onderste korf
maar weinig servies staat, past een intelligente elektronica de hoeveelheid water en de duur van het programma aan de hoeveelheid servies
aan. Daardoor kunt u ook weinig servies snel en economisch afwassen.
Bij halve belading (6 standaardcouverts) bespaart u zo’n 2 liter water
en 0,2 kWh stroom.
31
Page 32
Gebruiksaanwijzing
Afwasautomaat uitschakelen
Machine pas uitschakelen als het multidisplay "0" als resterende looptijd van het programma aangeeft.
0 1. Toets AAN/UIT indrukken. De indicatie van de toets gaat uit.
Bij het openen van de deur, direct na beëindiging van het programma,
1
kan hete stoom naar buiten komen. Daarom:
2. Deur voorzichtig openen.
Machine leeghalen
• Heet servies is zeer gevoelig. Daarom vóór het leeghalen laten afkoe-
3
len.
• Laat na beëindiging van het programma het servies nog ca.
15 minuten in de machine staan. Het droogt dan beter.
• Eerst de onderste korf leeghalen, dan de bovenste korf. Zo voorkomt
u dat restwater van de bovenste korf op het servies in de onderste
korf druppelt en watervlekken achterlaat.
Onderhoud en reiniging
32
In geen geval onderhoudsmiddelen voor meubels of agressieve reini-
1
gingsmiddelen gebruiken.
• Bedieningselementen van de afwasautomaat alleen met een zachte
doek en schoon warm water schoonmaken.
• Kuip, deurafdichting en watertoevoer regelmatig controleren en
eventueel schoonmaken.
Page 33
Schoonmaken van de zeven
De zeven in de kuipbodem zijn in hoge mate zelfreinigend.
3
Toch moet u de zeven af en toe controleren en eventueel schoonmaken.
Verontreinigde zeven hebben een
nadelige invloed op het afwasresultaat.
0 1. Deur openen, onderste korf uit de
machine nemen.
2. Het zeefsysteem van de afwasautomaat bestaat uit een grove/fijne zeef,
microfilter en vlakke zeef. M.b.v. de
greep van het microfilter het zeefsysteem ontgrendelen en uit de machine
nemen.
3. Greep ongeveer een kwart slag linksom draaien en uitnemen.
4. Grove/fijne zeef (1/2) aan het oogje
pakken en uit het microfilter (3) trekken.
5. Alle zeven onder stromend water
grondig schoonmaken.
6. Vlakke zeef (4) uit de kuipbodem
nemen en aan beide kanten grondig
schoonmaken.
Gebruiksaanwijzing
7. Vlakke zeef weer in de kuipbodem
zetten.
8. Grove/fijne zeef in het microfilter
zetten en in elkaar drukken.
9. Zeefcombinatie weer inzetten en
door rechtsom draaien van de greep
vergrendelen. Let erop dat de vlakke
zeef niet boven de kuipbodem uitsteekt.
Zonder zeven mag de machine in
1
geen geval gebruikt worden.
33
Page 34
Gebruiksaanwijzing
Wat is er aan de hand, als...
Aan de hand van onderstaande aanwijzingen kunt u kleine storingen
aan het toestel zelf opheffen. Als u toch voor één van de hier vermelde
storingen of vanwege foutieve bediening onze service-afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze
garantiebepalingen gedekt.
...foutmeldingen weergegeven worden.
Knipperen of branden op het bedieningspaneel indicaties, die in de
onderstaande tabel beschreven staan, dan kunt u de storing eventueel
zelf verhelpen:
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Het programmalampje van
het gekozen programma
knippert, het controle-
lampje
 brandt, de mul-
tidisplay geeft foutcode
Å10 aan: er loopt geen
water in de vaatwasmachine.
Het programmalampje van
het gekozen programma
knippert, de multidisplay
geeft foutcode
De multidisplay geeft
foutcode
Å20 aan.
Å30 aan.
De kraan is verstopt of
verkalkt.
De kraan is dicht gedraaid. Draai de kraan open.
Zeefje (indien aanwezig)
in de slangaansluiting van
de kraan is verstopt.
De zeven in de kuipbodem
zijn verstopt.
Watertoevoerslang is niet
correct aangelegd.
De sifon is verstopt.Sifon reinigen.
Waterafvoerslang is niet
correct aangelegd.
De beveiliging tegen
wateroverlast is geactiveerd.
De kraan reinigen.
Zeefje in de slangaansluiting reinigen.
De toets van het gestarte
programma indrukken; vervolgens het programma met
RESET afbreken (zie hoofdstuk: Programma starten);
reinig de zeven (zie hoofdstuk: Reiniging van de
zeven).
Controleer de aanleg van de
watertoevoerslang.
Controleer de aanleg van de
waterafvoerslang.
Sluit de waterkraan en neem
contact op met de servicedienst.
34
Page 35
Gebruiksaanwijzing
Na het verhelpen van de storingen Å10 of Å20 drukt u op de toets
van het gestarte programma. Het programma wordt voortgezet.
Wordt de storing opnieuw aangegeven, neem dan contact op met de
servicedienst.
Bij alle andere weergegeven storingen dient u contact op te nemen met
3
de servicedienst en hen de foutcode mede te delen. (zie hoofdstuk: Servicedienst)
...er problemen zijn bij het gebruik van de afwasautomaat.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het programma begint
niet.
In de kuip zijn roestvlekken zichtbaar.
Fluitend geluid bij het
afwassen.
De machinedeur is niet goed
gesloten.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Zekering in de huisinstallatie
is niet in orde.
Bij modellen met starttijdkeuze:
U hebt een starttijd gekozen.
De kuip is van roestvrij staal.
Roestvlekken zijn een gevolg
van vreemd roest (roestdeeltjes uit de waterleiding, van
pannen, bestek enz.). Verwijder zulke vlekken met een
speciaal reinigingsmiddel.
Het fluiten kan geen kwaad.
Deur sluiten.
Stekker in het stopcontact
steken.
Zekering vervangen.
Als het servies direct moet
worden afgewassen, starttijd
annuleren.
Alleen geschikt bestek en
servies afwassen.
Deksel van het zoutreservoir
stevig vastdraaien.
Ander merk reinigingsmiddel gebruiken.
...het afwasresultaat niet bevredigend is.
Het servies wordt niet schoon.
– U hebt niet het juiste programma gekozen.
– Het servies is zodanig neergezet, dat het water niet overal kon
komen. De servieskorven mogen niet overbeladen zijn.
– De zeven in de kuipbodem zijn niet schoon of verkeerd in de machine
geplaatst.
35
Page 36
Gebruiksaanwijzing
– U hebt geen goed reinigingsmiddel gebruikt of te weinig gedoseerd.
– Bij kalkaanslag op het servies: het zoutreservoir is leeg of de water-
onthardingsinstallatie is verkeerd ingesteld.
– De afvoerslang ligt niet goed.
Het servies is niet droog en glanst niet.
– U hebt geen goed glansmiddel gebruikt.
– Het glansmiddelreservoir is leeg.
Op glazen en servies zijn vegen, strepen, melkachtige vlekken of
blauwachtige aanslag te zien.
– Glansmiddeldosering lager instellen.
Op glazen en servies zijn opgedroogde waterdruppels te zien.
– Glansmiddeldosering hoger instellen.
– Het reinigingsmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de
De test volgens EN 60704 moet bij volle belading met het testprogramma (zie programmatabel) worden uitgevoerd.
De tests volgens EN 50242 moeten met vol zoutreservoir van de
waterontharder, met vol voorraadreservoir voor glansmiddel en met
het testprogramma (zie programmatabel) worden uitgevoerd.
Volle belading:
12 standaardcouverts
incl. dienbestek
Dosering reinigingsmiddel:
Glansmiddelinstelling: 4 (type III)4 (type III)
5 g + 25 g (type B)20 g (type B)
Halve belading:
6 standaardcouverts incl. dienbestek,
elke tweede plek vrijlaten
Beladingsvoorbeelden:
bovenste korf zonder besteklade bovenste korf met besteklade
onderste korf met bestekkorf bestekkorf
38
Page 39
Opstel- en aansluitaanwijzing
OPSTEL- EN AANSLUITAANWIJZINGL- EN AANSLUITAANWIJZING
Opstellen van de afwasautomaat
• De afwasautomaat moet stabiel en waterpas op een vlakke vloer
worden opgesteld.
• Schroefvoeten met de schroefsleutel
uitdraaien om oneffenheden in de
vloer te compenseren en de hoogte
van het apparaat aan andere
meubelen aan te passen :
– met een schroevendraaier
• Bij onderbouw- en integreerbare en volledig integreerbare afwasau-
tomaten moeten de voeten met een schroevendraaier vooraan aan
het toestel afgesteld worden.
• Afvoerslang, toevoerslang en aansluitsnoer moeten binnen de
sokkeluitsparing achter vrij beweeglijk liggen, opdat de slangen
en het snoer niet geknikt of platgedrukt worden.
• De afwasautomaat moet bovendien vast aan het doorlopende werk-
blad of aan de meubelen ernaast geschroefd worden. Deze maatregel
is absoluut noodzakelijk, opdat de volgens de voorschriften vereiste
kiepveiligheid gewaarborgd is.
39
Page 40
Opstel- en aansluitaanwijzing
Geïntegreerde afwasautomaten
(zie meegeleverd montagesjabloon)
De apparaatdeur kan worden voorzien van een keukenmeubeldeur met
3
de volgende afmetingen:
breedte:591 – 594 mm
dikte:16 – 24 mm
hoogte:
(variabel)
gewicht: max. 8 kg
afhankelijk van
– nishoogte
– sokkelhoogte
– aanpassing aan keukenmeubelen naast de
afwasautomaat
De precieze hoogtemaat moet op de plek van opstelling
van de keukenmeubelen gemeten worden.
40
Page 41
Opstel- en aansluitaanwijzing
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting
De machine is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die verhinderen
dat spoelwater in het drinkwaternet kan terugstromen en voldoen aan
de betreffende watertechnische veiligheidsvoorschriften.
• De afwasautomaat kan aan koud water en aan warm water tot
max. 60 °C worden aangesloten.
•De afwasautomaat mag niet aan open heetwatertoestellen en door-
stroomtoestellen worden aangesloten.
Toelaatbare waterdruk
Minimaal toelaatbare waterdruk:
1 bar (=10 N/cm
Maximaal toelaatbare waterdruk:
10 bar (=100 N/cm
2
=100 kPa)
2
=1 MPa)
Als de waterdruk lager dan 1 bar is, dient
u uw installateur te raadplegen.
Bij meer dan 10 bar waterdruk moet een
reduceerventiel worden geïnstalleerd
(verkrijgbaar bij de vakhandel)
Toevoerslang aansluiten
De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of
1
ineengestrengeld zijn.
0 Toevoerslang met de slangkoppeling (ISO 228-1:2000) aan een water-
kraan met buitenschroefdraad (3/4") aansluiten. De moer van de slangkoppeling alleen met de hand aandraaien.
• Om de mogelijkheden om in de keuken water te tappen niet te beper-
3
ken, adviseren wij u een extra waterkraan te installeren of aan de
aanwezige kraan een aftakking te bouwen.
41
Page 42
Opstel- en aansluitaanwijzing
Het volgende hoofdstuk geldt alleen voor afwasautomaten die op de
3
slangkoppeling naar de waterkraan een veiligheidsventiel hebben:
Toevoerslang met veiligheidsventiel
Na het aansluiten van de dubbelwandige toevoerslang bevindt het
veiligheidsventiel zich direct bij de waterkraan. Daarom staat de
toevoerslang alleen gedurende de watertoevoer onder druk. Gaat de
toevoerslang daarbij lekken, dan onderbreekt het veiligheidsventiel de
watertoevoer en schakelt de afvoerpomp van de afwasautomaat in.
Let bij het aanleggen van de toevoerslang op de volgende punten:
1
– de afstand tussen de onderkant van
het veiligheidsventiel en het
standvlak van de afwasautomaat
moet ten minste 30 cm bedragen;
– in de dubbelwandige toevoerslang
zit de elektrische leiding voor het
veiligheidsventiel. Toevoerslang of
veiligheidsventiel niet onder water
dompelen;
– wanneer de toevoerslang of het
veiligheidsventiel is beschadigd,
onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact trekken;
– toevoerslang met veiligheidsventiel
mag uitsluitend door een vakman/
klantenservice worden vervangen;
– toevoerslang zodanig aanleggen dat deze niet hoger ligt dan de
onderkant van het veiligheidsventiel.
42
Page 43
Opstel- en aansluitaanwijzing
Waterafvoer
Afvoerslang
De afvoerslang mag niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld zijn.
1
• Aansluiting van de afvoerslang:
– maximaal toelaatbare hoogte: 0,85 meter.
– minimaal vereiste hoogte 40 cm boven de onderkant van de machine.
Verlengslangen
• Verlengslangen zijn verkrijgbaar bij
de vakhandel of onze service-afdeling. De binnendiameter van de
verlengslangen moet 19 mm bedragen, opdat het functioneren van de
machine niet gestoord wordt.
• Verlengslangen mogen maximaal 3
meter horizontaal liggen en de
maximaal toelaatbare hoogte voor
de aansluiting van de afvoerslang
bedraagt dan 85 cm.
Sifonaansluiting
• De tuit van de afvoerslang (Ø 19 mm) past op alle gangbare types
sifons. De buitendiameter van de sifonaansluiting moet minimaal
15 mm zijn.
• De afvoerslang moet met de meegeleverde slangklem aan de sifon-
aansluiting worden bevestigd.
Waterafvoer in een gootsteen (alleen mogelijk bij vrijstaande toestellen)
Als u de afvoerslang in een gootsteen wilt hangen, moet u een slanghouder gebruiken. Deze is te bestellen bij onze service-afdeling.
0 1. Slanghouder op de afvoerslang steken.
2. Zorg ervoor dat de afvoerslang niet van de gootsteenrand kan wegglijden.
Als u een koord door het gat trekt, kunt u de houder aan de muur of aan de
waterkraan bevestigen.
43
Page 44
Opstel- en aansluitaanwijzing
Beveiliging tegen wateroverlast
Ter voorkoming van schade door wateroverlast is de afwasautomaat
uitgerust met een beveiliging tegen wateroverlast.
Bij storingen onderbreekt het veiligheidsventiel in het apparaat direct
de watertoevoer en wordt de afvoerpomp ingeschakeld. Hierdoor kan
het water niet naar buiten stromen of overlopen. Restwater dat zich in
het apparaat bevindt wordt automatisch weggepompt.
De beveiliging tegen wateroverlast functioneert ook wanneer het
1
apparaat is uitgeschakeld. Het apparaat moet echter wel zijn aangesloten op het elektriciteitsnet.
Elektrische aansluiting
Volgens de voorwaarden van de elektriciteitsbedrijven mag een vaste
1
aansluiting aan het elektriciteitsnet alleen door een erkend elektroinstallateur worden uitgevoerd.
Bij de aansluiting moet aan de algemeen en plaatselijk geldende voorschriften van het elektriciteitsbedrijf strikt de hand worden gehouden.
Na de inbouw mogen volgens EN 60335/DIN VDE 0700 spanning voerende onderdelen en geïsoleerde leidingen niet aanraakbaar zijn.
Gegevens voor de elektrische aansluiting vindt u op het typeplaatje op
de rechter binnenrand van de deur. Als het toestel omschakelbaar is
uitgevoerd, dient u zich bovendien aan de aanwijzingen op het
omschakelschema te houden dat zich in de snoeraansluitdoos bevindt.
Controleer vóór het aansluiten, of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en stroomsoort overeenkomen met netspanning en
stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het typeplaatje vindt u ook
de vereiste zekering.
Om de afwasautomaat van het net te scheiden, stekker uit het stopcontact trekken.
Attentie: de stekker moet na opstelling van het apparaat bereikbaar
blijven.
Is het toestel d.m.v. een vaste aansluiting met het net ver-bonden, dan
moet het door maatregelen in de installatie met een inrichting die alle polen (N, L1) onderbreekt (bijv. aardlekschakelaar) met een contactopening van > 3 mm van het net worden gescheiden.
44
Page 45
Opstel- en aansluitaanwijzing
Aansluittechniek
Toevoer- en afvoerslang en aansluitsnoer moeten aan de zijkant van de
machine worden aangesloten, omdat daarvoor achter het toestel geen
plaats is.
Het hier gegeven voorbeeld van water- en elektrische installatie is
slechts een richtlijn, omdat de situatie ter plaatse van opstelling (aanwezige aansluitingen, plaatselijke en algemeen geldende aansluitvoorschriften) maatgevend is.
watertoevoer
2 aansluitstukken 45° of recht,
uitwendig Ø 19 mm, lengte 30 mm
aansluitsnoer
waterafvoer
elektrische aansluiting
dubbele
waterkraan
waterafvoer watertoevoer
aansluitsnoer
45
Page 46
46
Page 47
KLANTENSERVICE
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op
geeft, kunt u contact opnemen met ATAG.
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd het type nummer - en S-
nummer van uw toestel bij de hand. Deze nummers vindt u op het
typeplaatje (op de rechter binnenrand van de deur) en kunt u het beste
hieronder en voorop deze gebruiksaanwijzing noteren.
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts één maal thuis te blijven.
47
Page 48
822 960 262 - 00 - 0203
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.