Met ingebouwde non-contact IR Thermometer en
Laserpointer
Model HD300
Inleiding
Gefeliciteerd met uw aankoop van de Extech HD300 CFM Thermo-Anemometer. Deze
handbediende meter meet en geeft de luchtsnelheid, luchtstroom (volume),
luchttemperatuur en oppervlaktetemperatuur weer (via gebruik van de ingebouwde noncontact IR thermometer). Dit instrument wordt pas verzonden na volledig getest en
gekalibreerd te zijn en zal, bij behoorlijk gebruik, voor jaren een betrouwbare service
leveren.
Kenmerken
CFM/CMM Thermo-Anemometer met ingebouwde non-contact IR Thermometer
meet oppervlakken op afstand tot 932°F (500°C) met een spot ratio afstand van
30:1 en Laserpointer.
Gelijktijdige weergave van de Luchtstroom of Luchtsnelheid plus de
omgevingstemperatuur.
Acht (8) geheugenplaatsen die de gebruiker toelaat om een veelvoud aan
luchtleidingsgebiedwaarden te bewaren voor snelle en makkelijke opvraging.
Twintig (20) gemiddelde metingen voor Luchtstroom of Luchtsnelheid.
Groot LCD scherm met achtergrondverlichting.
3% snelheidsnauwkeurigheid via een lage weerstand 2.83” (72mm) schoepenrad
met kogellager aan een 3.9’ (120cm) kabel.
Kortstondige opslag van gegevens en Max/Min/Gmd.
Automatische uitschakeling (kan uitgezet worden).
Veiligheid
• Wees uiterst voorzichtig wanneer de laserstraal in
werking is.
• Richt de straal niet naar iemand zijn oog of laat
niet toe dat de straal het oog raakt vanuit een
weerspiegelend oppervlak.
• Gebruik de laser niet in de omgeving van
explosieve gassen of in andere potentieel
explosieve plaatsen.
CAUTION
LASERSTRALING
KIJK NIET IN DE STRAAL
DIODELASER
<1mW Uitvoer aan 675 mm
KLASSE II LASERPRODUCT
2
HD300-EU V2.0 4/08
Meterbeschrijving
1. LED scherm voor Luchtsnelheid, Luchtstroom,
Sondetemperatuur en oppervlaktetemperatuur
op afstand. Meeteenheden en
gebruikerssignalen worden ook weergegeven op
de LCD.
2. Schoepsensor. Houd de sensor in de
luchtstroom om een meting uit te voeren.
3. IR sensor: Non-contacttemperatuurmeting voor
6
1
oppervlakken op afstand.
4. Laserpointer: Helpt de gebruiker met het richten
van de IR-sensor.
5. Batterijtoegang: Deksel op het achterste paneel
6. PC interface contactbus: Gebruik de
bijgevoegde kabel om de meter aan een PC te
7
5
8
verbinden
7. Bovenste Toetsenpaneel (korte beschrijvingen
hieronder):
IRT: Druk en houd vast om de oppervlaktetemperatuur op afstand te meten. Laat
los om de temperatuurwaarde op het scherm te houden.
MAX/MIN (voor luchttemperatuurmetingen): Gebruikt om de hoogste en la ag ste
opnames voor temperatuurmetingen gemaakt met de schoepsonde te registreren
en te bewaren.
AVG: Gebruikt om het Gemiddelde te verkrijgen voor multi-puntmetingen in zowel
de FLOW als de VELOCITY-modus. Het gemiddelde kan berekend worden voor
maximum twintig (20) punten.
HOLD (voor luchttemperatuurmetingen): Druk om de weergegeven
temperatuuropname gemeten door de sonde vast te zetten. Druk opnieuw om de
weergave te ontsluiten. Druk en houd voor 2 seconden vast om het LCD
achtergrondlicht te activeren. Druk en houd opnieuw voor 2 seconden vast om het
LCD achtergrondlicht uit te schakelen.
8. Onderste Toetsenpaneel
Aan/Uit knop : Druk om de meter AAN of UIT te zetten.
MAX/MIN (voor luchtsnelheid en luchtstroom): Druk om de hoogste, laagste
en continu bewegende gemiddelde opnames voor en kele pu ntmetingen te
registreren en te bewaren. Deze knop dient ook als decimale
positioneringsinstrument in de AREA modus.
C-F EENHEDEN : Druk om de werkingsmodus en de meeteenheid te selecteren.
In FLOW modus geeft de meter het luchtvolume weer. In VELOCITY modus geeft
de meter de luchtsnelheid weer. Deze knop dient ook als de pijl OMHOOG knop in
de AREA modus.
AREA / NEXT: Druk en houd vast om de AREA modus te openen. De NEXT functie
laat de gebruiker toe om AREA waarden te bewaren in een van de acht
geheugenplaatsen. Deze knop wordt ook gebruikt om de bewaar de m etingen in de
MAX/MIN/AVG modussen te verwijderen.
HOLD (voor luchtsnelheid- en luchtstroommetingen)
Achtergrondverlichting: Druk om de weergegeven luchtsnelheid- of
luchtstroommeting vast te zetten. Druk opnieuw om de weergave te ontsluiten.
Deze knop dient ook als de rechtse pijl knop in de AREA modus.
OPMERKING: Het Batterijcompartiment en Statiefring bevinden zich op de achterkant van de
meter.
43
2
3
HD300-EU V2.0 4/08
Werking
Luchtsnelheidmetingen
Zijaanzicht van de schoep
1. Verbind de sensor aan het sensor invoercontact aan
de bovenzijde van de meter.
2. Zet de meter AAN via de aan-uit
knop.
Pijl
3. Selecteer de VELOCITY modus via de UNITS knop.
Druk meermaals op de knop totdat de LCD VEL
weergeeft.
Luchtstroom
4. Druk en houd de UNITS knop voor 2 seconden vast
(totdat u twee tonen hoort) om de temperatuureenheid
te veranderen van °C naar °F of van °F naar °C. De
LCD zal de selectie weergeven.
5. Selecteer de gewenste luchtsnelheideenheden via de
UNITS knop. De LCD zal de selectie weergeven.
6. Plaats de sensor in de te meten luchtstroom met de
pijl op de toegangszijde van de schoep (zie figuur).
7. Bekijk de luchtsnelheid- en temperatuurmetingen op het LCD-scherm.
Luchtstroom (Volume) metingen (CFM/ CMM)
1. Verbind de sensor aan het sensor invoercontact aan de bovenzijde van de meter.
2. Zet de meter AAN via de aan-uit
knop.
3. Selecteer de FLOW modus via de UNITS knop. Druk meermaals op de knop totdat de
LCD FLOW CFM (kubieke voet per minuut) of FLOW CMM (kubieke meter per
minuut) naar uw keuze weergeeft .
4. Meet de afmetingen van de desbetreffende buis of opening en bereken het gebied in
vierkante voet of vierkante meters.
Opmerking: Indien de dimensionele metingen gedaan zijn in inches (of cm), zet hen om in
voet (of meters) alvorens de vierkante omtrek te berekenen.
2
5. Geef eerst de omtrek in in m
of ft2, druk en houd de AREA knop vast voor ongeveer
2 seconden (totdat u twee tonen hoort).
6. Druk kortstondig op de NEXT knop om de gewenste geheugenplaats voor het
bewaren van de gebiedwaarde te selecteren (er zijn acht plaatsen).
7. Gebruik de knop om de waarde van het oplichtend cijfer te veranderen, gebruik de
knop om een ander cijfer te selecteren en gebruik de knop om het decimaal
teken te verplaatsen.
8. Druk en houd de AREA knop vast voor ongeveer 2 seconden (totdat u twee tonen
hoort) om de gebiedwaarde in het geheugen te bewaren.
9. Plaats de sensor in de te meten luchtstroom met de pijl op de toegangszijde van de
schoep.
10. Bekijk de luchtstroom- en temperatuurmetingen op het LCD-scherm.
11. Indien de CFM en CMM-meting 9999 overschrijdt, zal het scherm de X10 of X100
vermenigvuldiger in rechterbenedenhoek van het scherm weergeven, die aanduidt
dat de weergegeven waarde vermenigvuldigd moet worden met 10 of 100 om de
correcte stroommetingswaarde te bereiken.
4
HD300-EU V2.0 4/08
Non-contact IR Oppervlaktetemperatuurmetingen
De ingebouwde IR sensor kan op afstand of juist boven gelijk welk oppervlak de
temperatuur meten. De laserpointer laat de gebruiker toe om nauwkeurig te richten tijdens
het uitvoeren van metingen op afstand.
1. Zet de meter AAN via de aan-uit
knop.
2. De IR sensor bevindt zich aan de bovenkant van de
meter.
3. Richt de sensor naar het te meten oppervlak.
4. Druk en houd de IRT knop vast om de
oppervlaktetemperatuur of een gewenst doel op te
nemen. IR TEMP en zullen op het scherm
verschijnen. De laserpointer zal ingeschakeld worden om
de meter te helpen bij het richten.
5. De gemeten IR oppervlaktetemperatuur zal op het
scherm verschijnen. De weergegeven temperatuur is
deze van het gebied binnenin de plaats.
6. Wanneer de IRT knop wordt losgelaten zal de
laserpointer uitgeschakeld worden en de meting zal
vastgezet worden (korststondige opslag) op het scherm
voor ongeveer 7 seconden.
7. Na 7 seconden vastzettijd keert de meter terug naar de
Luchtsnelheid/Stroom en Luchttemperatuur-modus.
WAARSCHUWING: Kijk niet rechtstreeks in of richt de laserpointer niet naar een
oog. Zichtbare laserstralen van laag vermogen veroorzaken in normale omstandigheden
geen gevaar, maar kunnen een potentieel gevaar vormen indien ze voor lange periodes
van tijd rechtstreeks bekeken worden.
VOORKOM BLOOTSTELLING
LASERSTRALING WORDT
UITGEZONDEN VANUIT DIT
CAUTION
LASERSTRALING – KIJK NIET IN DE STRAAL
UITVOER <1mW GOLFLENGTE 630-670nm
KLASSE 2 LASERPRODUCT
EN 60825-1:1994/A11:11996/A2:2001/A1:2002
Opslag van Gegevens
1. De HOLD knop in het bovenste toetsenpaneel zet de weergegeven temperatuur
meting van de schoep vast. Druk opnieuw om de weergave te ontsluiten.
2. De HOLD knop in het onderste toetsenpaneel zet de weergegeven luchtsnelheid of
luchtstroom metingen vast. Druk opnieuw om de weergave te ontsluiten.
3. De HOLD aanduiding zal op het scherm verschijnen wanneer de weergave in de
Kortstondige Opslagmodus is.
5
HD300-EU V2.0 4/08
MIN-MAX-GMD Registreermodussen
De HD300 heeft verscheidene MIN-MAX-GMD modussen, hieronder apart beschreven.
MIN-MAX-GMD functies zijn beschikbaar voor alle metingen uitgevoerd met de
schoepsensor (luchtsnelheid, luchtsstroom en luchttemperatuur).
Continu Bewegingsgemiddelde
In de Continu Bewegingsgemiddelde Modus geeft de meter het continu gemiddelde
van de opgenomen metingen weer tot een maximale periode van 10 uur.
1. Zet de meter AAN.
2. Plaats de sensor in de luchtstroom.
3. Druk op de MAX-MIN knop in het onderste toetsenpaneel voor de
luchtsnelheid/ stroom.
4. Druk op de MAX-MIN knop in het bovenste toetsenpaneel voor de
luchttemperatuur.
5. De meter zal gemiddeldes berekenen van de metingen, eenmaal per
seconde.
Enkel punt Min-Max-Gmd
In de Enkel Punt Gemiddelde Modus voert de meter eenmaal per seconde een
meting uit en bewaart de hoogste, laagste en gemiddelde metingen.
1. Zet de meter AAN.
2. Plaats de sensor in de luchtstroom.
3. Druk op de MAX-MIN knop (onderste toetsenpaneel voor luchtsnelheid/
stroom; bovenste toetsenpaneel voor luchttemperatuur) om de REC modus
te openen en geef enkel de hoogste meting weer (scherm zal REC MAX
tonen).
4. Druk opnieuw om de MIN waarde te bekijken (scherm zal REC MIN tonen).
Nu zal het scherm enkel de laagste meting weergeven.
5. Druk opnieuw om de GMD waarde te bekijken (scherm zal REC AVG
tonen).
6. Om terug te keren naar de normale werkingspositie, druk en houd de MAXMIN knop vast todat u twee tonen hoort.
Multi-punten Gemiddelde
In de Multi-punten Gemiddelde Modus berekent de meter gemiddelden van maximum
20 Luchtsnelheidmetingen.
1. Zet de meter AAN.
2. Druk en houd de AVG knop vast voor 2 seconden (totdat u twee tonen
hoort). Een '0" zal weergegeven worden in de rechterbovenhoek van de
LCD en 'AVG’ zal verschijnen aan de onderkant van de LCD.
3. Plaats de sensor in de te testen luchtstroom.
4. Druk kortstondig op de AVG knop om de meting vast te leggen (een enkele
toon zal gehoord worden) en de HOLD en AVG tekens zullen verschijnen
aan de onderkant van de LCD. De ‘0' dat eerst was weergegeven zal
verhogen naar '1'. Dit nummer zal verhogen bij elke opeenvolgende druk
van de AVG knop.
5. Voer meer metingen uit (tot maximum 20) op dezelfde manier als
beschreven in stap 4.
6. De LCD zal het gemiddelde van alle opgenomen metingen weergeven
sinds het opstarten van de multi-punten modus in stap 2.
7. Om terug te keren naar de normale werkingspositie, druk en houd de AVG
knop vast voor 2 seconden (todat u twee tonen hoort).
8. Om de bewaarde metingen te verwijderen na het verlaten van de MultiPunten Gemiddelde modus, druk eenmaal op de AREA knop.
6
HD300-EU V2.0 4/08
Vervanging van de Batterij
Wanneer het batterijteken verschijnt op de LCD moet de 9V batterij vervangen worden.
1. Het batterijcompartiment bevindt zich aan de achterzijde van de meter.
2. Druk in en naar beneden op de pijl dat zich boven het overhellend scharnier bevindt.
3. Voeg de 9V batterij in en plaats daarna het batterijdeksel terug.
U, als eindgebruiker, bent legaal verbonden (Batterij-voorschrift) om alle gebruikte
batterijen en accumulators in te leveren; ze deponeren in het huishoudelijk afval is
verboden! U kan uw gebruikte batterijen/ accumulators gratis inleveren bij de
verzamelpunten van onze filialen in uw omgeving of overal waar batterijen/
accumulators verkocht worden!
Verwijdering
Opheffen van de Automatische Uitschakeling
De HD300 is geprogrammeerd om automatisch uitgeschakeld te worden na 15 minuten
van inactiviteit. Dit is ontworpen om de levensduur van de batterij te verlengen in het geval
de meter vergeten is uit te zetten. (Opmerking: Wanneer de meter in de “CFF/CMM of
“Gemiddelde” modus is, is de Automatische Uitschakeling onbruikbaar).
Om dit kenmerk op te heffen:
1. Zet de meter UIT.
Volg de geldige legale aanwijzingen wat betreft de verwijdering van het toestel
aan het einde van zijn levensduur.
2. Zet de meter AAN tijdens het vasthouden van de IRT
3. Laat de knop los wanneer
4. De meter zal nu AAN blijven totdat de gebruiker deze manueel op UIT zet.
5. De volgende maal de meter uitgeschakeld wordt zal de Automatische Uitschakelingfuntie gereactiveerd worden.
USB PC Interface en Software
De HD300 is voorzien van een communicatiecontact aan de linkerbovenzijde. De
bijgevoegde communicatiekabels kunnen aan dit contact en een USB-poort van een PC
verbonden worden. De bijgevoegde software laat de gebruiker toe om metingen te
bekijken en te bewaren op de PC. Gebruiksinstructies en eigenschappen worden
gedetailleerd beschreven in de HELP-sectie van de bijgevoegde software.
knop.
verschijnt op het scherm.
7
HD300-EU V2.0 4/08
IR Theorie
IR thermometers meten de oppervlaktetemperatuur van een voorwerp. De optiek van de
meter merkt uitgestraalde, weerspiegelende & uitgezonden energie op dat wordt
verzameld en samengebracht op de meterdetector. Het schakelsysteem van de meter zet
deze informatie om in een LCD waarde.
Infrarode Metingsoverwegingen
• Tijdens het uitvoeren van IR metingen compenseert de meter automatisch voor
omgevingstemperatuurveranderingen. Het kan, alhoewel, 30 minuten duren alvorens
de meter is aangepast aan extreem grote veranderingen van de
omgevingstemperatuur.
• Lage temperatuurmetingen vlug opgevolgd door hoge temperatuurmetingen kunnen
enkele minuten de tijd nodig hebben om zich te stabiliseren als gevolg van het
koelproces van de IR sensor.
• Wanneer het oppervlak van het te testen voorwerp bedekt is met ijs, olie, roet, enz.
reinig het dan eerst alvorens metingen uit te voeren.
• Indien het oppervlak van een voorwerp fel weerspiegelend is, breng kleefband of
zwarte verf aan het oppervlak alvorens te meten.
• Stoom, stof, rook, enz. kunnen het meten belemmeren.
• Om een hotspot te vinden, richt de meter buiten het interesseveld en scan daarna
overdwars (in een op- en neerwaartsebeweging) totdat de hotspot is gevonden.
• IR metingen kunnen niet gemaakt worden door glas.
IR Gezichtsveld
Zorg ervoor dat het gewenste doel groter is dan de puntgrootte. Naargelang de afstand tot
een voorwerp toeneemt wordt de puntgrootte van het gebied ,gemeten door de meter,
groter. Het gezichtsveld van de meter is 30:1. Dit betekent indien de meter zich op 76,20
cm (30 inches) bevindt van het doel (punt), moet de diameter van het geteste voorwerp
tenminste 25,40 mm (1 inch) zijn. Zie hieronder de figuur omtrent het gezichtsveld.
Stralingsvermogen
De meeste organische materialen en geverfde of geoxideerde oppervlakken hebben een
stralingsvermogen van 0,95. Onjuiste metingen zullen optreden tijdens het meten van
glanzende of gepolijste oppervlakken. Om dit te compenseren, bedek het te testen
oppervlak met kleefbland of zwarte verf. Geef tijd aan de kleefband om dezelfde
temperatuur te bereiken als het onderliggend materiaal en meet daarna de temperatuur
van het kleefband of geverfde oppervlak.
8
HD300-EU V2.0 4/08
Tabel voor Thermale Stralingsvermogen voor Gewone Materialen
Luchtstroom: CMM (m3/min) en CFM (ft3/min);
Luchttemperatuur (door schoep) en Oppervlaktetemperatuur
(via de IR themometerfunctie): °C en °F
Opslag van Gegevens Bevriest de weergegeven meting
Testsnelheid 1 opname per seconde
Sensoren Luchtsnelheid/ Luchtstroomsensor: Conventionele angulaire
schoeparmen met een lage weerstand kogellager.
Luchttemperatuursensor: Precisiethermistor (geplaatst in de
schoepmontage); Oppervlaktetemperatuur via non-contact IR
sensor.
IR Spot ratio Afstand 30:1
IR Spectrale reactie 6 tot 14µm
IR Stralingsvermogen 0,95 vast
MIN-MAX-GMD Registreer en roep de laagste, hoogste en gemiddelde
metingen op
Automatische uitschakeling Automatische uitschakeling na 15 minuten (kan uitgezet
worden)
PC Interface USB PC Communicatie met bijgevoegde software en kabel
voor gegevensverwerving
Boven bereikindicatie Strepen verschijnen op de LCD
Lage Batterij-indicator Batterijsymbool verschijnt op de LCD
Voedingsbron 9V Batterij
Werkingsvoorwaarden Meter: 0 tot 50
Sensor: 0 tot 60
o
C (32 tot 122oF); 80% RH max.
o
C (32 tot 104oF)
Afmetingen/ Gewicht Hoofdtoestel: 8,0 x 3,0 x1,9" (203 x 75 x 50mm)
Sensorkop: 2,8” (72mm) diameter
Gewicht 280 g (9.8oz.)
11
HD300-EU V2.0 4/08
Bereik Specificaties
Luchtsnelheidmetingen
BereikResolutieNauwkeurigheid
(%rdg)
m/s (meters per seconde) 0,40 – 30,00 m/s0,01 m/s± (3% + 0,20m/s)
km/u (kilometers per uur) 1,4 – 108,0 km/h0,1 km/h± (3% + 0,8km/h)
ft/min (voet per minuut) 80 – 5900 ft/min1 ft/min± (3% + 40ft/min)
mph (mijl per uur) 0,9 – 67,0 mpu0,1 mpu± (3% + 0,4m/u)
knopen (zeemijl per uur) 0,8 to 58,0 knopen0,1 knopen ± (3% + 0.4knopen)
Luchtstroommetingen BereikResolutieGebied
CMM (kubieke meter per
minuut)
CMM (kubieke voet per minuut) 0-999,900 ft3/min0,001 0 tot 999,9ft
0-999,900 m3/min0,001 0 tot 999,9m
2
Temperatuur BereikResolutieNauwkeurigheid
Luchttemperatuur (schoep) -10 tot 60
140
-50 tot -20oC (-58tot
-4
-20 tot 500oC (-4 tot
932
o
C (14 tot
o
F)
o
F)
o
F)
o
0,1
C/F±2
o
0,1
C/F± 5
o
0,1
C/F ±2% of ±2
o
C (4
o
C (9
o
F)
o
F) Oppervlaktetemperatuur (IR)
o
C (4oF)
Alle rechten voorbehouden met inbegrip van de volledige of gedeeltelijke reproductie in gelijk welke vorm.