Klok instellen 9
Kookwekker 9
Magnetronfunctie 9
Snelstart 10
Stop 11
Grillfunctie 11
Ontdooien op gewicht 11
Ontdooien op tijd 12
Koken in fasen 12
Auto cook 13
Kinderslot 14
Kooktips 15
Onderhoud
Reinigen 18
Plaatsen
Toestelmaten 19
Storingen / Technische gegevens 20
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 21
NL 3
UW MAGNETRON
Inleiding
U heeft gekozen voor een magnetron van Etna. Optimaal gebruikscomfort en een eenvoudige bediening stonden voorop bij de
ontwikkeling van dit product.
Met deze handleiding willen we vooral inzicht geven in alle
mogelijkheden van dit toestel. In het hoofdstuk bediening zijn de
verschillende functies overzichtelijk gerangschikt. Er zijn ook tips
opgenomen waarmee u uw voordeel kunt doen.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig
door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze
zorgvuldig voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst. Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
NL 4
UW MAGNETRON
Beschrijving
3
1. Deur
2. Deurontgrendeltoets
3. Deurvergrendelingshaakjes
4. Ruit
5. Glazen draaiplateau
6. Geleidering
7. Aandrijving
8. Bedieningspaneel
4
1
567
2
8
De magnetron mag niet gebruikt worden
zonder geleidering en draaiplateau.
Het draaiplateau moet met de uitsparing
voor de aandrijving naar beneden
geplaatst worden.
Lees voor gebruik eerst de separate
veiligheidsinstructies.
Materialen
Niet alle materialen kunnen in de magnetron. In de onder staande
tabel is aangegeven welke materialen u wel en niet kunt gebruiken.
MateriaalMagnetron
Papierja*
Aluminiumfolieja**
Huishoudfolieja
Aluminium bakjesnee
Hittebestendig plasticja
Ongeglazuurd aardewerknee
Metalen kookgereinee
Normaal glasja
Pyrex, ander ovenvast glas en keramiekja
Borden met metaalhoudende sierrandnee
Metalen sluitstripnee
Kwikthermometernee
Afgesloten potnee
Fles met een nauwe halsnee
Braadzakkenja
* Gebruik niet-gedecoreerd keukenpapier voor het afdekken van een schaal of
onder brood bij het ontdooien.
** Door dunnere gedeelten van gerechten (zoals kippenpoten) af te dekken,
voorkomt u dat ze te snel garen.
NL 7
GEBRUIK
Vóór het eerste gebruik
• Open de deur, verwijder al het verpakkingsmateriaal en
• Verwijder de beschermfolie van de ommanteling.
• Reinig de ovenruimte en het toebehoren met een vochtige
• Plaats de geleidering in het midden van de ovenruimte.
Let op
De magnetron mag niet gebruikt worden zonder geleidering en
draaiplateau.
• Test de magnetron op juiste werking: plaats een glas water in
controleer de magnetron op beschadigingen. Plaats de
magnetron niet als deze beschadigd is, maar neem contact op
met uw leverancier.
doek. Gebruik geen schuurmiddel of sterk geurende
schoonmaakmiddelen.
Leg het draaiplateau op de geleidering met de uitsparing voor
de aandrijving naar beneden.
de ovenruimte en schakel de magnetron één minuut in op de
hoogste stand (druk 2 keer op de starttoets). Het water moet na
afloop heet zijn.
NL 8
BEDIENING
Klok instellen
Kookwekker
Wanneer het toestel voor de eerste keer op het elektrici teitsnet
wordt aangesloten, moet u eerst de klok instellen. In de display
staat ‘0:00’. De klok loopt zolang de magnetron op netspanning is
aangesloten.
1. Druk op de kloktoets.
In de display knipperen de uren.
2. Draai aan de instelknop om de uren in te stellen.
In de display verschijnen de uren die zijn ingesteld.
3. Druk weer op de kloktoets.
In de display knipperen minuten.
4. Draai aan de instelknop om de minuten in te stellen.
In de display verschijnen de minuten die zijn ingesteld.
5. Druk nogmaals op de kloktoets.
De klok is ingesteld: de huidige tijd verschijnt in de display met
een knipperende ‘:’.
De kookwekker geeft een signaal na het verstrijken van de
ingestelde tijd.
1. Druk 2x op de kloktoets.
In de display verschijnt ‘00:00’.
2. Draai aan de instelknop om de tijd in te stellen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd (max. 95 minuten).
3. Druk op de starttoets.
De ingestelde tijd in de display telt af.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
• U kunt de ingestelde tijd niet gedurende het aftellen
aanpassen. Druk op de stoptoets om de kookwekker te
onderbreken en stel opnieuw de tijd in.
Magnetronfunctie
Bij deze functie kunt u zelf het vermogen en de tijd instellen.
Stelt u geen vermogen in, dan zal de magnetron inschakelen op
het hoogste vermogen. In de volgende tabel kunt u zien welke
vermogens u kunt instellen.
NL 9
BEDIENING
DisplayVermogenGerecht
P100100 % - 800 W- Water koken, opwarmen
- Koken van kip, vis en groenten
P 8080 % - 640 W- Opwarmen
- Koken van paddenstoelen en schaaldieren
- Koken van gerechten die ei en kaas bevatten
P 5050 % - 400 W- Koken van rijst en soep
P 3030 % - 240 W- Ontdooien
- Chocola en boter smelten
P 1010 % - 80 W- Ontdooien van gevoelige/kwetsbare gerechten
- Ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten
- Consumptie-ijs zacht maken
- Laten rijzen van deeg
1. Druk op de magnetrontoets.
In de display knippert ‘P100’.
• Druk nogmaals (meerdere keren) op de magnetrontoets als u
een ander vermogen in wilt stellen (zie tabel).
2. Druk op de starttoets.
Het gekozen vermogen is nu bevestigd.
3. Draai aan de instelknop om de tijd in te stellen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
4. Druk weer op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display
telt af. Het magnetronsymbool in de display knippert.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
NL 10
Snelstart
Met één druk op de starttoets kunt u de magnetron starten op
vol vermogen gedurende 30 seconden. Drukt u meerdere keren
op de starttoets, dan zal de tijd vermeerderen in stappen van
30 seconden tot maximaal 95 minuten.
U kunt ook eerst de instelknop linksom draaien om zo zelf een
tijd in te stellen. Drukt u daarna op de starttoets, dan schakelt de
magnetron in op vol vermogen gedurende de ingestelde tijd.
BEDIENING
Stop
U kunt een lopend programma stoppen of annuleren door de deur
te openen of op de stoptoets te drukken. Om het programma weer
te starten, drukt u op de starttoets.
• Wanneer u het programma helemaal wilt annuleren, drukt u
Ontdooien op gewicht
Met deze functie hoeft u alleen maar het gewicht van het voedsel in
te stellen. De ontdooitijd verschijnt automatisch in de display als de
magnetron wordt gestart.
1. Druk 1 keer op de ontdooitoets.
2. Draai aan de instelknop om het gewicht in te stellen (van 100
3. Druk op de starttoets.
4. Open de deur; de magnetron schakelt uit.
5. Sluit de deur na het controleren/omdraaien, druk op de
nogmaals op de stoptoets.
In de display verschijnt de huidige tijd.
In de display verschijnt ‘DEF1’.
tot 2000 gram).
In de display verschijnt het ingestelde gewicht.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt
af. Het ontdooisymbool in de display knippert.
• Draai het gerecht tijdens het ontdooien om, om een beter
resultaat te krijgen.
starttoets en de magnetron gaat verder met het ingestelde
programma.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
Ontdooien op tijd
Met deze functie hoeft u alleen maar de ontdooitijd van het voedsel
in te stellen.
1. Druk 2 keer op de ontdooitoets.
In de display verschijnt ‘DEF2’.
2. Draai aan de instelknop om de ontdooitijd in te stellen
(maximaal 95 minuten).
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
3. Druk op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt
af. Het ontdooisymbool in de display knippert.
NL 11
BEDIENING
Koken in fasen
NL 12
• Draai het gerecht tijdens het ontdooien om, om een beter
resultaat te krijgen.
4. Open de deur; de magnetron schakelt uit.
5. Sluit de deur na het controleren/omdraaien, druk op de
starttoets en de magnetron gaat verder met het ingestelde
programma.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
U kunt maximaal twee fasen in een kookprogramma instellen.
Indien ontdooien een fase is in het kookprogramma, moet u deze
als eerste invoeren. Er klinkt een geluidssignaal als de eerste fase
klaar is, de tweede fase start automatisch na de eerste fase.
Voorbeeld
U wilt 5 minuten voedsel ontdooien, daarna 7 minuten koken op
80% vermogen.
1. Druk 2 keer op de ontdooitoets.
In de display verschijnt ‘DEF2’.
2. Draai aan de instelknop om 5 minuten ontdooitijd in te stellen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
3. Druk op de magnetrontoets.
In de display knippert ‘P100’.
• Druk nogmaals op de magnetrontoets om 80% vermogen in
te stellen.
• U kunt ook met de instelknop 80% vermogen kiezen door
aan de knop te draaien.
4. Druk op de starttoets.
Het gekozen vermogen is nu bevestigd.
5. Draai aan de instelknop om 7 minuten in te stellen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
6. Druk weer op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd van de eerste
fase in de display telt af. Het ontdooisymbool in de display
knippert.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
ingestelde tijd van de tweede fase in de display en knippert
het magnetronsymbool.
• Wanneer de ingestelde tijd van de tweede fase verstreken is,
verschijnt de huidige tijd weer in de display en hoort u
5 geluidssignalen.
BEDIENING
Auto cook
Met deze functie kunt u heel eenvoudig populaire gerechten
bereiden. U stelt het juiste gewicht in en de magnetron kiest
automatisch de juiste tijd.
DisplayBeschrijvingGewicht
A1Pizza200/400 g
A2Vlees250 g/350 g/ 450 g
A3Groenten200/300/400 g
A4Pasta50/100 g
A5aardappelen1/2/3 glazen
200/400/600 g
A6Vis250/350/450 g
A7Drank1/2/3 glazen
A8Popcorn50/85/100 g
1. Draai de instelknop rechtsom om een auto cook programma te
kiezen.
In de display verschijnt het gekozen programma.
2. Druk op de starttoets.
Het gekozen programma is nu bevestigd.
3. Draai aan de instelknop om het gewicht in te stellen.
In de display verschijnt het ingestelde gewicht.
4. Druk weer op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt
af. Diverse symbolen knipperen in de display.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
NL 13
BEDIENING
Kinderslot
U kunt uw magnetron ‘op slot’ zetten, zodat het starten van de
magnetron niet meer mogelijk is.
Let op: het kinderslot kan alleen ingeschakeld worden als de
magnetron niet ingeschakeld is. De huidige tijd is zichtbaar
in de display.
1. Druk 3 seconden op de stoptoets.
Er klinkt een geluidssignaal en in de display verschijnt het
kinderslotsymbool. Het kinderslot is ingeschakeld.
2. Druk nogmaals 3 seconden lang op de stoptoets om het
kinderslot weer uit te schakelen.
Er klinkt een geluidssignaal en in de display verdwijnt het
kinderslotsymbool.
NL 14
KOOKTIPS
Opwarmen en koken
• De magnetron verwarmt altijd met dezelfde intensiteit. Hoe
meer u in de magnetron plaatst, des te langer de kooktijd.
• Vlakke en platte gerechten zijn sneller warm dan smalle, hoge
gerechten.
• Gerechten afdekken met magnetronfolie of een passende
deksel voorkomt spetteren, verkort de gaartijd en helpt de
vochtigheidsgraad te behouden. Na afloop de folie of het
deksel voorzichtig verwijderen. Let op! De vrijkomende stoom
kan zeer heet zijn!
• Gerechten die snel uitdrogen eventueel bevochtigen. Zet
aardappels en groenten eerst even in koud water voordat u ze
in de magnetron plaatst. Hiermee voorkomt u dat er zich een
velletje op vormt.
• Voor een gelijkmatig resultaat kunt u het beste gerechten ééntot tweemaal roeren of keren.
• Kies voor het opwarmen van reeds bereide gerechten altijd de
hoogste magnetronstand.
• Bij het koken hoeft u maar weinig water, zout en kruiden te
gebruiken. Zout kunt u het beste na afloop toevoegen. Hiermee
voorkomt u dat het vocht aan het gerecht wordt onttrokken.
• Nadat de magnetron is uitgeschakeld gaart het gerecht nog
enige tijd na. Houd hier rekening mee door het gerecht niet te
lang op te warmen.
• Let op! Plaats, bij het opwarmen van kleine hoeveelheden
poedervormige producten (zoals bij het drogen van kruiden),
altijd een bekertje water in de magnetron. Anders bestaat er,
door de geringe hoeveelheid, kans op zelfontbranding.
Ontdooien
• Ontdooi grote compacte stukken altijd met behulp van
het ontdooiprogramma. Doordat het gerecht geleidelijk en
gelijkmatig ontdooit, loopt u niet de kans dat de buitenkant
uitdroogt terwijl de kern nog bevroren is.
• Om het ontdooiproces sneller te laten verlopen, wordt
aanbevolen om het gerecht na enige tijd in stukken te verdelen.
• Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal
een pauze in.
NL 15
KOOKTIPS
• Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt
u dunne delen na de helft van de ontdooitijd afdekken of
omwikkelen met aluminiumfolie.
Factoren die van invloed zijn op het kookproces
• De temperatuur van ingrediënten is van invloed op de
bereidingstijd. Een koude maaltijd heeft een langere kooktijd
nodig dan een maaltijd op kamertemperatuur.
• Lichte gerechten garen sneller dan zware en massieve
gerechten, zoals stoofgerechten of rollades. Let op bij het
bereiden van lichte, poreuze gerechten. De randen worden snel
droog en taai.
• Kleine gerechten worden gelijkmatiger verwarmd als u ze los
van elkaar, liefst cirkelvormig, in de magnetron plaatst.
• Botten en vet geleiden hitte beter dan vlees. Aluminiumfolie
blokkeert de magnetrongolven. Door dunnere gedeelten van
gerechten (zoals kippenpoten en -vleugeltjes) af te dekken
voorkomt u dat ze te snel garen.
• Vetvrij papier voorkomt spetteren en helpt warmte vast te
houden.
Basistechnieken
Plaatsen
• Plaats dikkere stukken aan de buitenkant op het draai-
plateau. Gerechten die aan de buitenkant op het draaiplateau geplaatst worden ontvangen de meeste microgolven.
Roeren
• Door gerechten regelmatig te roeren verspreidt u de
opgeslagen warmte. Roer altijd van buiten naar binnen,
aangezien de buitenkant van het gerecht altijd het eerste
warm wordt.
Omdraaien
• Grote, dikke gerechten regelmatig omdraaien. Ze garen dan
regelmatiger en sneller.
Prikken
• Gerechten met een vel of schaal, zoals eierdooiers,
schaaldieren en fruit, barsten open in de magnetron.
Voorkom dit door er van te voren enkele keren met een vork
of satéprikker in te prikken.
NL 16
KOOKTIPS
Controleren
• Gerechten garen snel. Controleer ze daarom regelmatig. Haal
gerechten net voordat ze gaar zijn uit de magnetron.
Nagaren
• Laat gerechten, nadat u ze uit de magnetron hebt gehaald,
over het algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan. De
gerechten garen dan na. Gerechten met een droge korst,
zoals cake, niet afdekken.
Invriezen
• Bij het invriezen kunt u al rekening houden met het
ontdooien in de magnetron, door geen aluminiumfolie of
-bakjes te gebruiken en door plattere porties in te vriezen.
Koken van groente
• Gebruik indien mogelijk verse groenten. Als groenten al wat
slap zijn geworden doordat ze te lang gelegen hebben kunt u ze
een tijdje in koud water leggen, zodat ze zich weer vol kunnen
zuigen.
• Gebruik voor het koken van groente een ruime schaal, zodat de
schaalbodem bedekt wordt met een niet al te dikke laag.
• Kook groente bij voorkeur met aanhangend water.
• Dek de schaal altijd af met een deksel of magnetronfolie.
• Voeg geen zout toe. De van nature in de groente aanwezige
zouten geven meestal voldoende smaak. Indien u toch zout toe
wilt voegen, doe dat dan na het koken.
• Kook groente zo kort mogelijk. Houd rekening met het nagaren.
• Controleer met een satéprikker of vork of de groente gaar is.
Koken van vis
• Vis moet geleidelijk gaar worden. Schakel daarom bij dunne
vissen, vette vissen of kleine porties het vermogen in op 30%.
In andere gevallen kunt u het vermogen gerust iets hoger
instellen. Houd wel rekening met nagaren. Vis is gaar als het
ondoorschijnend is geworden.
NL 17
ONDERHOUD
Reinigen
• GEBRUIK GEEN schuurmiddelen of metalen schrapers voor het
reinigen van de glazen ovendeur. Het oppervlak raakt hierdoor
bekrast, waardoor het glas kan barsten.
• GEBRUIK GEEN hogedruk- of stoomreiniger om de magnetron
schoon te maken.
• Maak de binnenzijde direct na gebruik schoon. Gebruik
een vochtige doek om condens, overgekookt vocht en
voedselresten te verwijderen. Achtergebleven kruimels en vocht
absorberen magnetronenergie en verlengen de kooktijden.
• Reinig de binnen- en buitenzijde regelmatig; gebruik een sopje
van afwasmiddel en maak de magnetron met een droge doek
goed droog.
• Zorg dat de afdekking van de microgolfverdeler schoon is.
Vervuiling van de afdekking kan leiden tot vonkvorming.
• Reinig het toebehoren regelmatig; gebruik een sopje van
afwasmiddel met een borstel en maak het toebehoren met een
droge doek goed droog. Het toebehoren mag ook afgewassen
worden in de vaatwasmachine.
• Geurtjes verdwijnen als u een glas azijn of water met citroen
in de magnetronruimte zet. Schakel de magnetron gedurende
twee minuten in op vol vermogen. Daarna afnemen met een
vochtige doek.
• Controleer de deursluiting en het deurrubber regelmatig op
beschadigingen. Gebruik de magnetron niet wanneer de deur of
deursluiting beschadigd zijn.
• Als de afdichting van de magnetron sterk is vervuild, sluit de
deur niet goed. De aangrenzende voorzijden van meubels
kunnen worden beschadigd. Houd de afdichting schoon.
• Zout is erg agressief. Wanneer dit zich in de ovenruimte afzet,
kunnen plaatselijk roestplekken ontstaan.
• Scherpe sauzen zoals ketchup en mosterd of gezouten
gerechten, bijv. pekelvlees, bevatten ingrediënten die het
oppervlak kunnen aantasten. Na gebruik moet u de ovenruimte
altijd schoon maken.
NL 18
PLAATSEN
Plaats de magnetron op een stevige en vlakke ondergrond.
Zorg voor voldoende ventilatie rondom de magnetron.
30 cm
0 cm
20 cm
min.
85 cm
20 cm
Dek de ventilatieopeningen niet af.
De stelvoetjes mogen niet verwijderd worden.
Plaats de magnetron niet in de buurt van warmtebronnen.
Zend- en ontvangstapparatuur zoals radio’s en televisietoestellen
kunnen de werking van de magnetron beïnvloeden.
Toestelmaten
292,5
486
395
NL 19
STORINGEN / TECHNISCHE GEGEVENS
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel, betekent
dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval
de volgende punten. Bel de servicedienst indien onderstaande
adviezen niet helpen.
• Zit de stekker in het stopcontact?
• Is de deur goed gesloten?
• Is de zekering in de meterkast defect?
• Zijn het vermogen en de bereidingstijd goed ingesteld?
• Staan er voorwerpen in de magnetron die er niet thuishoren?
• Heeft u het juiste keukengerei gebruikt?
• Zijn de ventilatieopeningen geblokkeerd?
• Is het voedsel voldoende ontdooid?
• Heeft u het voedsel tijdens de bereiding gekeerd of geroerd?
• Is het kinderslot ingeschakeld?
Vonken in de magnetron
Als u vonken in de magnetron ziet, schakel dan direct de
magnetron uit. Vonken kunnen worden veroorzaakt door:
• metaal of aluminiumfolie dat de binnenkant van de magnetron
aanraakt;
• aluminiumfolie dat niet correct om het voedsel is gewikkeld
(punten die omhoog staan en als een antenne werken);
• metaal van een sluitstrip of servies met metaalhoudende sierrand;
• gerecycled papier dat kleine metalen deeltjes bevat.
Technische gegevens
NL 20
Op het gegevensplaatje worden de totale aansluitwaarde, de
vereiste spanning en de frequentie aangegeven.
Dit toestel voldoet aan alle relevante CE richtlijnen.
Aansluiting230V~50Hz
Vermogen magnetron
Inhoud23 liter
Diameter draaiplateau270 mm
Gewicht13 kg
800 W
MILIEUASPECTEN
Afvoeren toestel en verpakking
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van
duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn
levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd. De
overheid kan u hierover informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK- vrij polystyreen (PS- hardschuim).
Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat
het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone
huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal
centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden
gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt
mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid
die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor
dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen
kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en
grondstoffen te verkrijgen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing
zijnde Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen
die zijn vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
NL 21
NL 22
SOMMAIRE
Votre four à micro-ondes
Introduction 4
Description 5
Panneau de commande 6
Matériaux 7
Utilisation
Avant la première utilisation 8
Commande
Réglage de l'horloge 9
Minuteur 9
Fonction micro-ondes 9
Démarrage rapide 10
Arrêt 11
Fonction grill 11
Décongélation selon le poids 11
Décongélation selon le temps 12
Cuisson par phases 12
Auto cook 13
Sécurité enfants 14
Conseils de cuisson 15
Entretien
Nettoyage 18
Mise en place
Dimensions de l'appareil 19
Pannes / Spécifications techniques 20
Environnement
Élimination de l'appareil et de l'emballage 21
FR 3
VOTRE FOUR À MICRO-ONDES
Introduction
Vous avez choisi un four à micro-ondes Etna. La souplesse et
la simplicité de l'utilisation sont les principes qui ont guidé son
développement.
Ce manuel donne un aperçu de toutes les possibilités offertes
par cet appareil. Le chapitre « Utilisation » détaille clairement les
différentes fonctions. Vous y trouverez également des astuces qui
peuvent vous être utiles.
Lisez le manuel en entier et avec attention avant de
commencer à utiliser l'appareil, et conservez-le pour pouvoir le
consulter ultérieurement.
Le manuel sert également de référence pour le service aprèsvente. La plaquette signalétique contient toutes les informations
nécessaires pour que le service après-vente puisse répondre
correctement à vos questions.
Nous vous souhaitons beaucoup de plaisir en cuisine !
FR 4
VOTRE FOUR À MICRO-ONDES
Description
1
3
1. Porte
2. Touche de déverrouillage de la porte
3. Crochets de verrouillage de la porte
4. Vitre
5. Plateau tournant en verre
6. Anneau à roulettes
7. Propulsion
8. Panneau de commande
4
567
2
8
Le four à micro-ondes ne doit pas
être utilisé sans anneau à roulettes ou
plateau tournant.
Le plateau tournant doit être placé avec
la rainure prévue pour la propulsion vers
le bas.
FR 5
Loading...
+ 57 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.