ETNA A2132LRVS, A2132HRVS User Manual [de]

Het toestel-identifi catieplaatje bevindt zich aan de binnenkant van het toestel.
La plaque d’identifi cation de l’appareil se trouve sur l’intérieur de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befi ndet sich an der Innenseite des Gerätes.
The appliance identifi cation card is located on the inside of the appliance.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department,
have the complete type number to hand.
GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTRUCTIONS FOR USE
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation fi nden Sie auf der Garantiekarte.
You will fi nd the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
700005001000
COMBI-MAGNETRON
A2132HRVS
A2132LRVS
NL
Handleiding NL 3 - NL 28
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 28
DE
Anleitung DE 3 - DE 28
EN
Manual EN 3 - EN 28
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip
INHOUDSOPGAVE
Uw combi-magnetron
Inleiding 4 Beschrijving 5 Bedieningspaneel 6
Veiligheid
Aansluiten en reparatie 7 Veilig gebruik 7 Materialen 10
Gebruik
Vóór het eerste gebruik 11
Bediening
Klok instellen 12 Kookwekker 12 Magnetronfunctie 12 Snelstart 13 Stop 14 Ovenfunctie met voorverwarmen 14 Ovenfunctie 15 Grillfunctie 15 Combifunctie 16 Ontdooien op gewicht 17 Ontdooien op tijd 17 Koken in fasen 18 Auto cook 19 Kinderslot 20
Kooktips 21
Onderhoud
Reinigen 24
Storingen / Technische gegevens 25
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 28
NL 3
UW cOmbI-mAGNEtrON
Inleiding
U heeft gekozen voor een combi-magnetron van Etna. Optimaal gebruiks comfort en een eenvoudige bediening stonden voorop bij de ontwikkeling van dit product.
De combi-magnetron verenigt de eigenschappen van een magnetron met die van een traditionele oven. De uitgebreide instelmogelijkheden maken het mogelijk exact die bereidingswijze te kiezen die u voor ogen staat. De bediening is niettemin een voudig, mede dankzij de automatische kook- en ontdooiprogramma’s.
Met deze handleiding willen we vooral inzicht geven in alle mogelijkheden van dit toestel. In het hoofdstuk bediening zijn de verschillende functies overzichtelijk gerangschikt. Er zijn ook tips opgenomen waarmee u uw voordeel kunt doen.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de service­dienst. Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de service­dienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
NL 4
Veel kookplezier!
UW cOmbI-mAGNEtrON
Auto
Auto
Beschrijving
A2132HRVS A2132LRVS
Auto
Auto
1 2 3 4 5 6 7 8
1. Deurvergrendeling
2. Deur
3. Ruit
4. Glazen draaiplateau
5. Geleidering
De magnetron mag niet gebruikt worden zonder geleidering en draaiplateau. Het draaiplateau moet met de uitsparing voor de aandrijving naar beneden geplaatst worden.
6. Aandrijving
7. Bedieningspaneel
8. Rooster
NL 5
UW cOmbI-mAGNEtrON
Bedieningspaneel
Auto
1
2
3
4
5
6
1. Display
2. Functietoets (magnetron/oven (hete lucht)/grill/combi)
3. Ontdooitoets
4. Instelknop (om makkelijker aan de knop te kunnen draaien, kunt u de knop eerst indrukken; de knop zal dan verder naar buiten steken)
5. Kookwekkertoets/Timertoets
6. Stoptoets/Kinderslot
7. Starttoets/Snelstart/Bevestigen
8. Deurontgrendeling
NL 6
7
8
VEIlIGHEID
Aansluiten en reparatie
• Controleer het toestel op transportschade. Sluit een beschadigd
• De elektrische aansluiting moet voldoen aan de nationale en
• Wandcontactdoos en stekker moeten altijd bereikbaar blijven.
• Als u een vaste aansluiting wilt maken, moet u er voor zorgen
• Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer
WAARSCHUWING: open nooit de behuizing van het toestel.
• Maak het toestel spanningsloos voordat met de reparatie wordt
• Defecte onderdelen mogen alleen vervangen worden door
• Indien de aansluitkabel beschadigd is mag deze alleen worden
toestel niet aan.
lokale voorschriften.
dat er een omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm in de toevoerleiding wordt aangebracht.
op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd.
Alleen een service technicus mag het toestel openen.
gestart.
originele onderdelen. Alleen van die onderdelen kan de fabrikant garanderen dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
vervangen door de fabrikant, zijn service-organisatie of gelijkwaardig gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Veilig gebruik
WAARSCHUWING: dit apparaat en de toegankelijke delen
worden heet tijdens het gebruik. Zorg dat u de hete delen niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt tenzij er voortdurend op hen wordt gelet.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder, alsmede personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of mentale vermogens of met ontbrekende ervaring en kennis, mits zij onder toezicht staan of instructies krijgen in veilig gebruik van het apparaat en begrijpen wat de betreffende gevaren zijn. Kinderen mogen niet spelen met het apparaat. Kinderen mogen het apparaat niet reinigen of onderhouden als zij niet onder toezicht staan.
WAARSCHUWING: het is gevaarlijk voor onbevoegden om reparaties uit te voeren waarbij het nodig is dat de behuizing van het toestel geopend wordt. De behuizing beschermt tegen het vrijkomen van micro-energie.
NL 7
VEIlIGHEID
NL 8
WAARSCHUWING: wanneer de deur of de afdichting beschadigd is, mag de magnetron niet gebruikt worden totdat de magnetron gerepareerd is door een hiertoe bevoegd persoon.
• WAARSCHUWING: de inhoud van zuigflessen en potjes babyvoeding moet geschud en geroerd worden. Controleer de temperatuur voor consumptie om verbranding te voorkomen.
• WAARSCHUWING: verwarm nooit gesloten conservenblikken. Er ontstaat een overdruk in het blik, waardoor het kan exploderen.
• WAARSCHUWING: probeer de magnetron niet te gebruiken met geopende deur. Er kan gevaar ontstaan door magnetron straling.
• Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd. Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten.
• Gebruik het toestel alleen binnenshuis.
• Gebruik het toestel niet in vochtige ruimtes of in de buurt van een waterkraan.
• Houd het snoer uit de buurt van warme oppervlakken.
• Dek de ventilatieopeningen nooit af.
• Het apparaat is niet bedoeld om te worden bediend door middel van een externe timer of een apart afstandsbedieningssysteem.
• In verband met de elektrische veiligheid mag het toestel niet met hogedrukreinigers of stoomreinigers schoongemaakt worden.
• De magnetron is geïsoleerd. Desondanks vindt er altijd enige warmte-overdracht plaats, waarbij de buitenzijde van het toestel opwarmt. Deze opwarming valt ruimschoots binnen de normen.
• Bij het bereiden van gerechten die alcohol bevatten kan de alcohol door de hoge temperaturen verdampen. De damp kan vlam vatten als het in aanraking komt met hete delen.
• Gebruik uitsluitend bestek en serviesgoed dat geschikt is voor gebruik in de magnetron (let op met goud- of zilverkleurige randjes).
• Gebruik de magnetron niet voor het opbergen van brand­gevaarlijke of licht vervormbare materialen.
• Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende verhit worden. De tijd die daarvoor nodig is, hangt van vele factoren af, zoals de hoeveelheid en het soort gerecht. De eventueel in het voedsel aanwezige bacteriën worden alleen gedood als het voedsel minimaal 10 minuten bij een temperatuur hoger dan 70 °C verhit wordt. Laat het voedsel wat langer garen als u niet zeker weet of het voedsel genoeg verhit is.
• Zet een kunststof lepeltje in het kopje als u vloeistof (bijvoorbeeld water) wilt koken. Het kan namelijk gebeuren dat
VEIlIGHEID
de vloeistof kookt zonder dat u belletjes ziet. Zodra u het kopje uit de magnetron neemt, kan de vloeistof opeens heftig gaan koken en uit het kopje spatten, met het risico dat u zich brandt.
• Een magnetron is alleen veilig als de deur goed sluit! Plaats nooit een voorwerp tussen de deur van de magnetron en zorg dat de deur en de afdichting altijd schoon zijn.
• Gebruik de magnetron alleen voor het ontdooien, bereiden en verwarmen van voedsel en niet voor bijvoorbeeld het drogen van kleding of papier. Deze kunnen vlam vatten.
• Als u kleine hoeveelheden droge of poedervormige producten in de magnetron verwarmt (zoals bij het drogen van kruiden) bestaat de kans op zelfontbranding. Schakel de magnetron uit en maak het toestel spanningsloos indien iets in de magnetron vlam vat of wanneer er rook wordt waargenomen (stekker uit het stopcontact nemen/de (automatische) zekering(en) uitschakelen of de schakelaar in de meterkast op nul zetten). Houd de deur gesloten om eventuele vlammen te smoren.
• Schakel de magnetron niet in als deze leeg is. De magnetron kan hierdoor beschadigd raken.
• Verwijder metalen sluitstrips van plastic zakken en gebruik schalen en schotels die geschikt zijn voor de magnetron.
• Kijk altijd eerst op de verpakking van het gerecht hoe u het in de magnetron moet plaatsen. Vloeistoffen of etenswaren in luchtdichte verpakking mag u meestal alleen opwarmen indien u een paar gaatjes in de verpakking prikt. Dit in verband met toename van de druk tijdens het opwarmen.
• Vloeistoffen en ander voedsel mogen niet worden verwarmd in hermetisch afgesloten verpakkingen omdat ze kunnen ontploffen.
• Bij het verwarmen van voedsel in plastic of papieren verpakkingen is het aanbevolen een oog te houden op de magnetron in verband met de mogelijkheid van ontbranding.
• Verwarm nooit langer dan noodzakelijk is, houd rekening met het ‘nagaren’.
• Prik met een vork of ander puntig voorwerp even in het vel van vlees, kip of vis. Hiermee voorkomt u dat deze gerechten gaan spetteren.
• De magnetron moet regelmatig worden gereinigd en alle voedsel­resten moeten worden verwijderd. Achtergebleven kruimels en vocht absorberen microgolven en verlengen de kooktijd. Tevens kan door achtergebleven voedselresten de binnenzijde beschadigd raken wat tot gevaarlijke situaties kan leiden.
NL 9
VEIlIGHEID
Materialen
• Gebruik geen schuurmiddelen of metalen schrapers voor het reinigen van de glazen deur. Het oppervlak raakt hierdoor bekrast, waardoor het glas kan barsten.
Een magnetron is niet geschikt voor:
• het inmaken van voedsel;
• het koken van eieren in de schaal en het verwarmen van hele hardgekookte eieren, deze spatten uit elkaar door de druktoename;
• het verhitten van frituurolie.
Indien de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade die daarvan het gevolg is.
Als u besluit het toestel, vanwege een defect, niet langer te gebruiken, adviseren wij u, nadat u de stekker uit het stopcontact heeft verwijderd, het snoer af te knippen. Breng het toestel naar de betreffende afvalverwerkingsafdeling van uw gemeente.
Niet alle materialen kunnen in de magnetron. In de onder staande tabel is aangegeven welke materialen u wel en niet kunt gebruiken.
NL 10
Materiaal Magnetron
Papier ja* Aluminiumfolie ja** Huishoudfolie ja Aluminium bakjes nee Hittebestendig plastic ja Ongeglazuurd aardewerk nee Metalen kookgerei nee Normaal glas ja Pyrex, ander ovenvast glas en keramiek ja Borden met metaalhoudende sierrand nee Metalen sluitstrip nee Kwikthermometer nee Afgesloten pot nee Fles met een nauwe hals nee Braadzakken ja
* Gebruik niet-gedecoreerd keukenpapier voor het afdekken van een schaal of
onder brood bij het ontdooien.
** Door dunnere gedeelten van gerechten (zoals kippenpoten) af te dekken,
voorkomt u dat ze te snel garen.
GEbrUIk
Vóór het eerste gebruik
• Open de deur, verwijder al het verpakkingsmateriaal en
• Verwijder de beschermfolie van de ommanteling.
• Reinig de ovenruimte en het toebehoren met een vochtige
• Plaats de geleidering in het midden van de ovenruimte. Leg
Let op
De magnetron mag niet gebruikt worden zonder geleidering en draaiplateau.
• Test de magnetron op juiste werking: plaats een glas water in
controleer de magnetron op beschadigingen. Installeer de magnetron niet als deze beschadigd is, maar neem contact op met uw leverancier.
doek. Gebruik geen schuurmiddel of sterk geurende schoonmaakmiddelen.
het draaiplateau op de geleidering met de uitsparing voor de aandrijving naar beneden.
de ovenruimte en schakel de magnetron één minuut in op de hoogste stand (druk 2 keer op de starttoets). Het water moet na afloop heet zijn.
NL 11
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
bEDIENING
Klok instellen
Kookwekker
Wanneer het toestel voor de eerste keer op het elektrici teitsnet wordt aangesloten, moet u eerst de klok instellen. In de display staat ‘0:00’. De klok loopt zolang de combi-magnetron op netspanning is aangesloten.
1. Druk 2 keer op de timertoets.
In de display knipperen de uren.
2. Draai aan de instelknop om de uren in te stellen.
In de display verschijnen de uren die zijn ingesteld.
3. Druk weer op de timertoets.
In de display knipperen minuten.
4. Draai aan de instelknop om de minuten in te stellen.
In de display verschijnen de minuten die zijn ingesteld.
5. Druk nogmaals op de timertoets.
De klok is ingesteld: de huidige tijd verschijnt in de display met een knipperende ‘:’.
De kookwekker geeft een signaal na het verstrijken van de ingestelde tijd.
1. Druk op de kookwekkertoets.
In de display verschijnt ‘00:00’.
2. Draai aan de instelknop om de tijd in te stellen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
3. Druk op de starttoets.
De ingestelde tijd in de display telt af.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
• U kunt de ingestelde tijd niet gedurende het aftellen
aanpassen. Druk op de stoptoets om de kookwekker te onderbreken en stel opnieuw de tijd in.
Magnetronfunctie
NL 12
Bij deze functie kunt u zelf het vermogen en de tijd instellen. Stelt u geen vermogen in, dan zal de magnetron inschakelen op het hoogste vermogen. In de volgende tabel kunt u zien welke vermogens u kunt instellen.
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
bEDIENING
Display Vermogen Gerecht
P100 100 % - 1000 W - Water koken, opwarmen
- Koken van kip, vis en groenten
P 80 80 % - 800 W - Opwarmen
- Koken van paddenstoelen en schaaldieren
- Koken van gerechten die ei en kaas bevatten P 50 50 % - 500 W - Koken van rijst en soep P 30 30 % - 300 W - Ontdooien
- Chocola en boter smelten P 10 10 % - 100 W - Ontdooien van gevoelige/kwetsbare gerechten
- Ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten
- Consumptie-ijs zacht maken
- Laten rijzen van deeg
1. Druk 1 keer op de functietoets.
In de display knippert ‘P100’.
• Druk nogmaals (meerdere keren) op de functietoets als u een ander vermogen in wilt stellen.
• U kunt ook met de instelknop een ander vermogen kiezen door aan de knop te draaien.
2. Druk op de starttoets.
Het gekozen vermogen is nu bevestigd.
3. Draai aan de instelknop om de tijd in te stellen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
4. Druk weer op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt af. Het magnetronsymbool in de display knippert.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
Snelstart
Met één druk op de starttoets kunt u de magnetron starten op vol vermogen gedurende 30 seconden. Drukt u meerdere keren op de starttoets, dan zal de tijd vermeerderen in stappen van 30 seconden tot maximaal 95 minuten.
U kunt ook eerst de instelknop linksom draaien om zo zelf een tijd in te stellen. Drukt u daarna op de starttoets, dan schakelt de magnetron in op vol vermogen gedurende de ingestelde tijd.
NL 13
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
bEDIENING
Stop
U kunt een lopend programma stoppen of annuleren door de deur te openen of op de stoptoets te drukken. Om het programma weer te starten, drukt u op de starttoets.
• Wanneer u het programma helemaal wilt annuleren, drukt u
Ovenfunctie met voorverwarmen
Met de oven kunt u gerechten bereiden op dezelfde manier als in een traditionele oven. De magnetron wordt hierbij niet gebruikt. U wordt geadviseerd de oven voor te verwarmen tot de juiste temperatuur voordat u het gerecht in de oven plaatst.
1. Druk 1 keer op de functietoets.
2. Druk op de starttoets.
3. Druk nogmaals op de starttoets om het voorverwarmen te
NL 14
4. Plaats het gerecht in de magnetron.
5. Draai aan de instelknop om de tijd in te stellen (maximaal
6. Druk weer op de starttoets.
nogmaals op de stoptoets.
In de display verschijnt de huidige tijd.
In de display knippert ‘P100’.
• Druk nogmaals meerdere keren op de functietoets om een temperatuur in te stellen. De eerste temperatuur die in de display verschijnt is ‘140’. U kunt een temperatuur instellen van 140 °C tot 230 °C.
• U kunt ook met de instelknop een temperatuur kiezen door aan de knop te draaien.
De gekozen temperatuur is nu bevestigd.
starten.
• Er klinkt een dubbel geluidssignaal als het voorverwarmen klaar is. In de display knippert de ingestelde temperatuur.
95 minuten).
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
• De tijd is alleen in te stellen als het voorverwarmen klaar is en de deur is geopend en weer gesloten.
• Indien er binnen 5 minuten na het voorverwarmen geen tijd wordt ingesteld, stopt het voorverwarmen en klinken er 5 geluidssignalen. De magnetron schakelt uit.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt af. Het ovensymbool in de display knippert.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
bEDIENING
Ovenfunctie
1. Druk 1 keer op de functietoets.
In de display knippert ‘P100’.
• Druk nogmaals meerdere keren op de functietoets om een temperatuur in te stellen. De eerste temperatuur die in de display verschijnt is ‘140’. U kunt een temperatuur instellen van 140 °C tot 230 °C.
• U kunt ook met de instelknop een temperatuur kiezen door aan de knop te draaien.
2. Druk op de starttoets.
De gekozen temperatuur is nu bevestigd.
3. Draai aan de instelknop om de tijd in te stellen (maximaal 95 minuten).
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
4. Druk weer op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt af. Het ovensymbool in de display knippert.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
Grillfunctie
Met de grillfunctie kunt u gerechten verhitten en van een bruin korstje voorzien, zonder gebruik te maken van microgolven.
1. Druk 1 keer op de functietoets.
In de display knippert ‘P100’.
• Druk nogmaals meerdere keren op de functietoets om de
grillfunctie in te stellen. In de display verschijnt ‘G-1’.
• U kunt ook met de instelknop de grillfunctie kiezen door aan
de knop te draaien.
2. Druk op de starttoets.
De gekozen functie is nu bevestigd.
3. Draai aan de instelknop om de tijd in te stellen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
4. Druk weer op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt af. Het grillsymbool in de display knippert.
• Halverwege de grilltijd klinkt er een dubbel geluidssignaal ten
teken dat het gerecht moet worden omgedraaid. Open de deur, draai het gerecht om, sluit de deur en druk op de starttoets.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
NL 15
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
bEDIENING
Combifunctie
Combifunctie
Er zijn 4 verschillende combifuncties. In de volgende tabel kunt u zien welke functies u kunt kiezen en waar ze voor gebruikt worden.
Display Functie Beschrijving
C-1 Magnetron + hete lucht Gebruik deze functie om snel gerechten te braden.
Geschikt voor fruitgebak, brood en gegratineerde schotels (die normaal een lange bereidingstijd nodig hebben).
C-2 Magnetron + grill Deze functie is geschikt voor grotere stukken
(geroosterd) vlees zoals halve haan, hele kip, en voor hele vis en gegratineerde schotels.
C-3 Grill + hete lucht Gebruik deze functie om gerechten gelijkmatig te
braden en tegelijkertijd een bruin korstje te geven.
C-4 Magnetron + grill +
hete lucht
Deze functie is ideaal om snel gerechten te koken en tegelijkertijd een bruin korstje te geven. Boven­dien kunt u er ook mee gratineren. De magnetron en de grill functioneren gelijktijdig. De magnetron kookt en de grill braadt.
NL 16
1. Druk 1 keer op de functietoets.
In de display knippert ‘P100’.
• Druk nogmaals meerdere keren op de functietoets om een combifunctie te kiezen (C-1 t/m C-4).
• U kunt ook met de instelknop een combifunctie kiezen door aan de knop te draaien.
2. Druk op de starttoets.
De gekozen functie is nu bevestigd.
3. Draai aan de instelknop om de tijd in te stellen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
4. Druk weer op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt af. Diverse symbolen knipperen in de display.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
Auto
Auto
Auto
Auto
bEDIENING
Ontdooien op gewicht
Met deze functie hoeft u alleen maar het gewicht van het voedsel in te stellen. De ontdooitijd verschijnt automatisch in de display als de magnetron wordt gestart.
1. Druk 1 keer op de ontdooitoets.
2. Draai aan de instelknop om het gewicht in te stellen (van 200
3. Druk op de starttoets.
4. Open de deur; de magnetron schakelt uit.
5. Sluit de deur na het controleren/omdraaien, druk op de
In de display knippert ‘d-1’.
tot 2000 gram).
In de display verschijnt het ingestelde gewicht.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt af. Het ontdooisymbool in de display knippert.
• Draai het gerecht tijdens het ontdooien om, om een beter resultaat te krijgen.
starttoets en de magnetron gaat verder met het ingestelde programma.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
Ontdooien op tijd
Met deze functie hoeft u alleen maar de ontdooitijd van het voedsel in te stellen.
1. Druk 2 keer op de ontdooitoets.
In de display knippert ‘d-2’.
2. Draai aan de instelknop om de ontdooitijd in te stellen (maximaal 95 minuten).
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
3. Druk op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt af. Het ontdooisymbool in de display knippert.
• Draai het gerecht tijdens het ontdooien om, om een beter
resultaat te krijgen.
4. Open de deur; de magnetron schakelt uit.
5. Sluit de deur na het controleren/omdraaien, druk op de starttoets en de magnetron gaat verder met het ingestelde programma.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
NL 17
Auto
Auto
Auto
Auto
Auto
bEDIENING
Koken in fasen
U kunt maximaal twee fasen in een kookprogramma instellen. Indien ontdooien een fase is in het kookprogramma, moet u deze als eerste invoeren. Er klinkt een geluidssignaal als de eerste fase klaar is, de tweede fase start automatisch na de eerste fase.
Voorbeeld
U wilt 5 minuten voedsel ontdooien, daarna 7 minuten koken op 80% vermogen.
1. Druk 2 keer op de ontdooitoets.
In de display knippert ‘d-2’.
2. Draai aan de instelknop om 5 minuten ontdooitijd in te stellen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
3. Druk 1 keer op de functietoets.
In de display knippert ‘P100’.
• Druk nogmaals op de functietoets om 80% vermogen in te
stellen.
• U kunt ook met de instelknop 80% vermogen kiezen door
aan de knop te draaien.
4. Druk op de starttoets.
Het gekozen vermogen is nu bevestigd.
5. Draai aan de instelknop om 7 minuten in te stellen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd.
6. Druk weer op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd van de eerste fase in de display telt af. Het ontdooisymbool in de display knippert.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
ingestelde tijd van de tweede fase in de display en knippert het magnetronsymbool.
• Wanneer de ingestelde tijd van de tweede fase verstreken is,
verschijnt de huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
NL 18
bEDIENING
Auto
Auto cook
Met deze functie kunt u heel eenvoudig populaire gerechten bereiden. U stelt het juiste gewicht in en de magnetron kiest automatisch de juiste tijd.
Display Beschrijving Gewicht
A1 Groenten 150/350/500 g A2 Vis 150/250/350/450/650 g A3 Vlees 150/300/450/600 g A4 Pasta 50/100/150 g A5 Aardappelen 1/2/3 stuks
(ongeveer 230 g/460 g/ 690 g) A6 Soep 200/400/600 ml
A7 Gebraden kip 800/1000/1200 g
A8 Brood 50/100/150 g
A9 Cake 475 g
A10 Pizza 200/300/400 g
1. Draai de instelknop rechtsom om een auto cook programma te kiezen.
In de display verschijnt het gekozen programma.
2. Druk op de starttoets.
Het gekozen programma is nu bevestigd.
3. Draai aan de instelknop om het gewicht in te stellen.
In de display verschijnt het ingestelde gewicht.
4. Druk weer op de starttoets.
De magnetron schakelt in en de ingestelde tijd in de display telt af. Diverse symbolen knipperen in de display.
• Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, verschijnt de
huidige tijd weer in de display en hoort u 5 geluidssignalen.
Let op: wanneer u A9 kiest (Cake), plaats dan niet meteen de cake in de magnetron. De oven verwarmt eerst voor tot 180 °C. Er klinkt een dubbel geluidssignaal wanneer het voorverwarmen klaar is. Plaats de cake in de magnetron en druk op de starttoets.
NL 19
bEDIENING
Auto
Kinderslot
U kunt uw combi-magnetron ‘op slot’ zetten, zodat het starten van de combi-magnetron niet meer mogelijk is.
Let op: het kinderslot kan alleen ingeschakeld worden als de combi-magnetron niet ingeschakeld is. De huidige tijd is zichtbaar in de display.
1. Druk 3 seconden op de stoptoets.
Er klinkt een geluidssignaal en in de display verschijnt het kinderslotsymbool. Het kinderslot is ingeschakeld.
2. Druk nogmaals 3 seconden lang op de stoptoets om het kinderslot weer uit te schakelen.
Er klinkt een geluidssignaal en in de display verdwijnt het kinderslotsymbool.
NL 20
kOOktIPS
Opwarmen en koken
• De magnetron verwarmt altijd met dezelfde intensiteit. Hoe meer u in de magnetron plaatst, des te langer de kooktijd.
• Vlakke en platte gerechten zijn sneller warm dan smalle, hoge gerechten.
• Gerechten afdekken met magnetronfolie of een passende deksel voorkomt spetteren, verkort de gaartijd en helpt de vochtigheidsgraad te behouden. Na afloop de folie of het deksel voorzichtig verwijderen. Let op! De vrijkomende stoom
kan zeer heet zijn!
• Gerechten die snel uitdrogen eventueel bevochtigen. Zet aardappels en groenten eerst even in koud water voordat u ze in de magnetron plaatst. Hiermee voorkomt u dat er zich een velletje op vormt.
• Voor een gelijkmatig resultaat kunt u het beste gerechten één­tot tweemaal roeren of keren.
• Kies voor het opwarmen van reeds bereide gerechten altijd de hoogste magnetronstand.
• Bij het koken hoeft u maar weinig water, zout en kruiden te gebruiken. Zout kunt u het beste na afloop toevoegen. Hiermee voorkomt u dat het vocht aan het gerecht wordt onttrokken.
• Nadat de magnetron is uitgeschakeld gaart het gerecht nog enige tijd na. Houd hier rekening mee door het gerecht niet te lang op te warmen.
• Let op! Plaats, bij het opwarmen van kleine hoeveelheden poedervormige producten (zoals bij het drogen van kruiden), altijd een bekertje water in de magnetron. Anders bestaat er, door de geringe hoeveelheid, kans op zelfontbranding.
Ontdooien
• Ontdooi grote compacte stukken altijd met behulp van het ontdooiprogramma. Doordat het gerecht geleidelijk en gelijkmatig ontdooit, loopt u niet de kans dat de buitenkant uitdroogt terwijl de kern nog bevroren is.
• Om het ontdooiproces sneller te laten verlopen, wordt aanbevolen om het gerecht na enige tijd in stukken te verdelen.
• Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal een pauze in.
NL 21
kOOktIPS
• Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt u dunne delen na de helft van de ontdooitijd afdekken of omwikkelen met aluminiumfolie.
Factoren die van invloed zijn op het kookproces
• De temperatuur van ingrediënten is van invloed op de bereidingstijd. Een koude maaltijd heeft een langere kooktijd nodig dan een maaltijd op kamertemperatuur.
• Lichte gerechten garen sneller dan zware en massieve gerechten, zoals stoofgerechten of rollades. Let op bij het bereiden van lichte, poreuze gerechten. De randen worden snel droog en taai.
• Kleine gerechten worden gelijkmatiger verwarmd als u ze los van elkaar, liefst cirkelvormig, in de magnetron plaatst.
• Botten en vet geleiden hitte beter dan vlees. Aluminiumfolie blokkeert de magnetrongolven. Door dunnere gedeelten van gerechten (zoals kippenpoten en -vleugeltjes) af te dekken voorkomt u dat ze te snel garen.
• Vetvrij papier voorkomt spetteren en helpt warmte vast te houden.
Basistechnieken
• Plaatsen
• Plaats dikkere stukken aan de buitenkant op het draai-
plateau. Gerechten die aan de buitenkant op het draai­plateau geplaatst worden ontvangen de meeste microgolven.
• Roeren
• Door gerechten regelmatig te roeren verspreidt u de
opgeslagen warmte. Roer altijd van buiten naar binnen, aangezien de buitenkant van het gerecht altijd het eerste warm wordt.
• Omdraaien
• Grote, dikke gerechten regelmatig omdraaien. Ze garen dan
regelmatiger en sneller.
• Prikken
• Gerechten met een vel of schaal, zoals eierdooiers,
schaaldieren en fruit, barsten open in de magnetron. Voorkom dit door er van te voren enkele keren met een vork of satéprikker in te prikken.
NL 22
kOOktIPS
• Controleren
• Gerechten garen snel. Controleer ze daarom regelmatig. Haal
gerechten net voordat ze gaar zijn uit de magnetron.
• Nagaren
• Laat gerechten, nadat u ze uit de magnetron hebt gehaald,
over het algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan. De gerechten garen dan na. Gerechten met een droge korst, zoals cake, niet afdekken.
• Invriezen
• Bij het invriezen kunt u al rekening houden met het
ontdooien in de magnetron, door geen aluminiumfolie of
-bakjes te gebruiken en door plattere porties in te vriezen.
Koken van groente
• Gebruik indien mogelijk verse groenten. Als groenten al wat slap zijn geworden doordat ze te lang gelegen hebben kunt u ze een tijdje in koud water leggen, zodat ze zich weer vol kunnen zuigen.
• Gebruik voor het koken van groente een ruime schaal, zodat de schaalbodem bedekt wordt met een niet al te dikke laag.
• Kook groente bij voorkeur met aanhangend water.
• Dek de schaal altijd af met een deksel of magnetronfolie.
• Voeg geen zout toe. De van nature in de groente aanwezige zouten geven meestal voldoende smaak. Indien u toch zout toe wilt voegen, doe dat dan na het koken.
• Kook groente zo kort mogelijk. Houd rekening met het nagaren.
• Controleer met een satéprikker of vork of de groente gaar is.
Koken van vis
• Vis moet geleidelijk gaar worden. Schakel daarom bij dunne vissen, vette vissen of kleine porties het vermogen in op 30%. In andere gevallen kunt u het vermogen gerust iets hoger instellen. Houd wel rekening met nagaren. Vis is gaar als het ondoorschijnend is geworden.
NL 23
ONDErHOUD
Reinigen
• GEBRUIK GEEN schuurmiddelen of metalen schrapers voor het reinigen van de glazen ovendeur. Het oppervlak raakt hierdoor bekrast, waardoor het glas kan barsten.
• GEBRUIK GEEN hogedruk- of stoomreiniger om de magnetron schoon te maken.
• Maak de binnenzijde direct na gebruik schoon. Gebruik een vochtige doek om condens, overgekookt vocht en voedselresten te verwijderen. Achtergebleven kruimels en vocht absorberen magnetronenergie en verlengen de kooktijden.
• Reinig de binnen- en buitenzijde regelmatig; gebruik een sopje van afwasmiddel en maak de magnetron met een droge doek goed droog.
• Zorg dat de afdekking van de microgolfverdeler schoon is. Vervuiling van de afdekking kan leiden tot vonkvorming.
• Reinig het toebehoren regelmatig; gebruik een sopje van afwasmiddel met een borstel en maak het toebehoren met een droge doek goed droog. Het toebehoren mag ook afgewassen worden in de vaatwasmachine.
• Geurtjes verdwijnen als u een glas azijn of water met citroen in de magnetronruimte zet. Schakel de magnetron gedurende twee minuten in op vol vermogen. Daarna afnemen met een vochtige doek.
• Controleer de deursluiting en het deurrubber regelmatig op beschadigingen. Gebruik de magnetron niet wanneer de deur of deursluiting beschadigd zijn.
• Als de afdichting van de magnetron sterk is vervuild, sluit de deur niet goed. De aangrenzende voorzijden van meubels kunnen worden beschadigd. Houd de afdichting schoon.
• Zout is erg agressief. Wanneer dit zich in de ovenruimte afzet, kunnen plaatselijk roestplekken ontstaan.
• Scherpe sauzen zoals ketchup en mosterd of gezouten gerechten, bijv. pekelvlees, bevatten ingrediënten die het oppervlak kunnen aantasten. Na gebruik moet u de ovenruimte altijd schoon maken.
NL 24
StOrINGEN / tEcHNIScHE GEGEVENS
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel, betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten. Bel de servicedienst indien onderstaande adviezen niet helpen.
• Zit de stekker in het stopcontact?
• Is de deur goed gesloten?
• Is de zekering in de meterkast defect?
• Zijn het vermogen en de bereidingstijd goed ingesteld?
• Staan er voorwerpen in de magnetron die er niet thuishoren?
• Heeft u het juiste keukengerei gebruikt?
• Zijn de ventilatieopeningen geblokkeerd?
• Is het voedsel voldoende ontdooid?
• Heeft u het voedsel tijdens de bereiding gekeerd of geroerd?
• Is het kinderslot ingeschakeld?
Vonken in de magnetron
Als u vonken in de magnetron ziet, schakel dan direct de magnetron uit. Vonken kunnen worden veroorzaakt door:
• metaal of aluminiumfolie dat de binnenkant van de magnetron aanraakt;
• aluminiumfolie dat niet correct om het voedsel is gewikkeld (punten die omhoog staan en als een antenne werken);
• metaal van een sluitstrip of servies met metaalhoudende sierrand;
• gerecycled papier dat kleine metalen deeltjes bevat.
Technische gegevens
Op het gegevensplaatje worden de totale aansluitwaarde, de vereiste spanning en de frequentie aangegeven.
Dit toestel voldoet aan alle relevante CE richtlijnen.
A2132HRVS A2132LRVS
Aansluiting 230V~50Hz 230V~50Hz Vermogen magnetron 1,0 kW 1,0 kW Vermogen grill 1,1 kW 1,1 kW Vermogen oven 2,5 kW 2,5 kW Max. totaalvermogen 3,6 kW 3,6 kW Inhoud 32 liter 32 liter Diameter draaiplateau 315 mm 315 mm Gewicht 21,5 kg 21,5 kg
NL 25
Auto
Auto
tEcHNIScHE GEGEVENS
Elektrische aansluiting
Voor dit toestel is een netvoeding vereist van 230V, 50 Hz wissel­stroom. Het toestel heeft een netsnoer voorzien van aardeverbinding.
Let op! Voor veilig gebruik is het noodzakelijk dat het toestel correct geaard is. Sluit het toestel nooit aan op gelijkstroomvoeding. Verkeerd gebruik kan elektrische schokken tot gevolg hebben.
Plaatsing
Let op bij de A2132HRVS: bevestig eerst de anti-kantel beugel achter in de kast (zie tekening). Door deze beugel wordt voorkomen dat de magnetron naar voren kan kantelen.
375 mm
NL 26
Let op: de magnetron moet aan de voorkant in de kast worden vastgeschroefd.
Schuif de magnetron in de kast. Open de deur van de magnetron. Aan de voorkant in het midden zit een ronde opening waar een schroef doorheen moet. Schroef de magnetron vast en dek de schroef af met een dopje.
• Dek de ventilatie-openingen niet af.
• Plaats de magnetron niet in de buurt van warmtebronnen.
• Zend- en ontvangstapparatuur zoals radio’s en televisietoestellen kunnen de werking van de magnetron beïnvloeden.
tEcHNIScHE GEGEVENS
min. 550
380
560
595
450
600
550-580
388
380
560
595
388
450
20
20
min. 550
air supply area at the back 240 cm
2
450
560
595
460
450
20
min. 550
air supply area at the back 240 cm
2
Build in situation 2a
380
560
595
388
450
20
min. 550
air supply area at the back 240 cm
2
Build in situation 2a
380
560
595
388
450
20
min. 550
air supply area at the back 240 cm
2
Inbouwmaten
A2132HRVS
A2132HRVS
20
450
595
460
600
560
min. 550
550-580
450
A2132LRVS
388
600
560
min. 550
380
550-580
20
450
595
560
460
min. 550
450
20
450
595
Ventilatieopening aan de achterkant:
2
240 cm
NL 27
mIlIEUASPEctEN
Afvoeren toestel en verpakking
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hierover informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK- vrij polystyreen (PS- hardschuim).
Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
NL 28
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
SOmmAIrE
Votre four à micro-ondes combiné
Introduction 4 Description 5 Panneau de commande 6
Sécurité
Connexion et réparations 7 Sécurité d'utilisation 7 Matériaux 10
Utilisation
Avant la première utilisation 11
Commande
Réglage de l'horloge 12 Minuteur 12 Fonction micro-ondes 12 Démarrage rapide 13 Arrêt 14 Fonction four avec préchauffage 14 Fonction four 15 Fonction grill 15 Fonctions combinées 16 Décongélation selon le poids 17 Décongélation selon le temps 17 Cuisson par phases 18 Auto cook 19 Sécurité enfants 20
Conseils de cuisson 21
Entretien
Nettoyage 24
Pannes / Spécifications techniques 25
Environnement
Élimination de l'appareil et de l'emballage 28
FR 3
VOtrE fOUr à mIcrO-ONDES cOmbINé
Introduction
Vous avez choisi un four à micro-ondes combiné Etna. La souplesse et la simplicité de l'utilisation sont les principes qui ont guidé son développement.
Le four à micro-ondes combiné réunit les propriétés d'un four à micro-ondes à celles d'un four traditionnel. Ses réglages très divers vous permettent de choisir exactement le mode de préparation que vous envisagez. Néanmoins, grâce à ses programmes de cuisson et de décongélation automatiques, cet appareil est simple à utiliser.
Ce manuel donne un aperçu des possibilités offertes par cet appareil. Le chapitre « Utilisation » détaille clairement les différentes fonctions. Vous y trouverez également des astuces qui peuvent vous être utiles.
Lisez le manuel en entier et avec attention avant de commencer à utiliser l'appareil, et conservez-le pour pouvoir le consulter ultérieurement.
Le manuel sert également de référence pour le service d'entretien. La plaquette signalétique contient toutes les informations nécessaires au service d'entretien pour répondre à vos questions.
FR 4
Nous vous souhaitons beaucoup de plaisir en cuisine !
Loading...
+ 76 hidden pages