1.1 Uitleg van de verlichting ................................................................................................................................................................................3
1.2 De DSL/ kabel router aansluiten ...................................................................................................................................................................3
1.3 Snelle installatie via CD-ROM....................................................................................................................................................................... 3
2.0 Handmatig instellen via de webpagina..........................................................................................................................................................4
2.1 Instellen voor DHCP verbindingen (o.a. @Home/ Chello/ Casema/ Speedtouch PRO - 510):.....................................................................5
2.2 Instellen voor PPTP verbindingen (o.a. Speedtouch Home modems):......................................................................................................... 5
2.3 Instellen voor PPPoE verbindingen (o.a. Kabelfoon, UPC, Tele2) ...............................................................................................................6
3.0 Running Status - Running Status.................................................................................................................................................................. 7
4.0 Advanced Config - LAN Config .....................................................................................................................................................................8
4.1 Advanced Config - WAN Setting ...................................................................................................................................................................8
4.2 Advanced Config - MAC Clone .....................................................................................................................................................................9
4.3 Advanced Config - DNS ................................................................................................................................................................................9
5.0 DHCP Server - DHCP Server ....................................................................................................................................................................10
5.1 DHCP Server - Client List ...........................................................................................................................................................................11
6.0 Virtual Server - Virtual Server .....................................................................................................................................................................12
6.1 Virtual Server - DMZ ...................................................................................................................................................................................13
6.2 Virtual Server - UPnP.................................................................................................................................................................................. 13
6.3 Virtual Server - UPnP Portmap ...................................................................................................................................................................14
7.3 Security Setting - Remote Web Management............................................................................................................................................. 17
7.4 Security Setting - WAN Port Ping................................................................................................................................................................18
7.5 Security Setting - Special Application Filter ................................................................................................................................................18
9.0 System Tool - Time .....................................................................................................................................................................................20
9.1 System Tool - DDNS................................................................................................................................................................................... 20
9.2 System Tool - Backup/Restore ...................................................................................................................................................................21
Appendix A - Tips bij problemen .......................................................................................................................................................................22
Appendix B - Computer instellen.......................................................................................................................................................................23
Appendix C - Microsoft Windows netwerk gebruiken / Bestanden delen..........................................................................................................28
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
2
1.0 Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw RTBR05!
Vanaf nu kunt u zorgeloos uw internetverbinding gebruiken op meerdere computers.
Opmerking: Deze handleiding is zo opgesteld dat u steeds bij het begin van een hoofdstuk een schermafdruk van het betreffende menu
onderdeel zult zien staan.
1.1 Uitleg van de verlichting
Power Gaat branden als de DSL/ kabel router aan staat.
Reset/ Sys Reset/ Sys gaat branden ten teken dat de router actief is en gaat knipperen als u het apparaat terug zet naar
fabrieksinstellingen.
LAN 1,2,3 en 4 Deze lampjes branden constant als op één van de poorten een computer aangesloten is en gaan knipperen als er
dataverkeer is over één van de netwerk kabels.
WAN Gaat branden als u een modem aangesloten heeft op de WAN poort van de router.
1.2 De DSL/ kabel router aansluiten
- Sluit de voedingskabel van de netadapter aan op de DSL/ kabel router en plaats de netadapter in het stopcontact. Het PWR lampje zal
gaan branden.
- Sluit de LAN kabel die vanuit het modem komt aan op uw DSL/ kabel router.
- Op de poorten 1, 2, 3 en 4 kunt u de netwerkkabels van uw computer(s) aansluiten.
Als u bijvoorbeeld drie computers heeft aangesloten, dienen er drie van de lampjes te branden op de voorzijde van de DSL/ kabel
router.
U kunt zowel een normale (straight) kabel, als een gekruiste (cross) kabel gebruiken om uw computer, switch of hub te verbinden met één
van de 4 LAN poorten van de DSL/ kabel router.
1.3 Snelle installatie via CD-ROM
Voor dit product is een speciale installatie-wizard ontwikkeld, waarmee u eenvoudig de router voor uw internetverbinding kunt instellen. Volg
onderstaande instructies om de router te installeren.
1. Plaats de CD-ROM in uw CD-ROM of DVD speler.
Indien de wizard niet automatisch start kunt u de wizard op de CD-ROM handmatig starten. Ga naar ‘Start’, ‘Uitvoeren’, typ
‘x:\wizard\setup.exe’ (waarbij ‘x’ de schijfletter van uw CD-ROM station is) en druk op enter.
2. Kies ‘Nederlands’ en klik op ‘Next’.
3. Kies ‘Mijn router instellen’ en klik op ‘Volgende’.
4. Sluit de netwerkkabels en netadapter overeenkomstig de instructies aan en klik op ‘Volgende’.
5. Sluit een netwerkkabel aan op de WAN poort van de router en klik op ‘volgende’.
6. Selecteer uw land uit de lijst en klik op ‘Volgende’.
7. Selecteer uw provider uit de lijst en klik op ‘Volgende’.
8. Vul desgevraagd de nodige gegevens in en klik op ‘Volgende’.
De instellingen worden nu naar uw DSL/ kabel router overgebracht. Na het instellen van uw DSL/ kabel router kunt u binnen ongeveer 3
minuten op het internet.
Opmerking: Indien het installatieprogramma niet automatisch start kunt u door onderstaande stappen te volgen het installatieprogramma
alsnog starten.
1. Klik op ‘Start’ en vervolgens op ‘Uitvoeren’.
2. Type X:\Setup in en klik op ‘OK’.
‘X’ is de schijfletter van uw CD-ROM of DVD speler.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
3
2.0 Handmatig instellen via de webpagina
Let op!Het wachtwoord van uw internetverbinding is hoofdlettergevoelig. U dient dus het wachtwoord exact zo in te vullen als opgegeven
door uw provider.
Wij raden u aan de router in te stellen via de meegeleverde CD-ROM.
Indien u geen gebruik van de CD-ROM wenst te maken kunt de onderstaande stappen volgen:
1. Sluit de netwerkkabel aan op één van de LAN poorten achter op uw DSL/ kabel router.
2. Open uw browser (bijvoorbeeld: Internet Explorer, Firefox of Netscape).
3. Tik in de adresbalk:
4. Vul geen gebruikersnaam of wachtwoord in en klik op ‘OK’ (figuur 2).
http://192.168.1.1 in en druk op ‘Enter’ (figuur 1).
Figuur 1 Figuur 2
5. De webpagina met de ingebouwde wizard zal nu automatisch tevoorschijn komen (figuur 3).
Figuur 3
6. Klik op de knop ‘Next’.
Opmerking: Als het aanmeldscherm niet verschijnt, ook niet bij herhaalde pogingen, doorloop dan de stappen in appendix B op 23.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
4
De stappen die u dient te volgen om uw DSL/ kabel router in te stellen hangen af van het type verbinding en het gebruikte modem.
Door onderstaande instructies te volgen kunt u de DSL/ kabel router instellen voor de verschillende verbindingen.
2.1 Instellen voor DHCP verbindingen (o.a. @Home/ Chello/ Casema/ Speedtouch PRO - 510):
1. Zet een vinkje bij de optie ‘Obtain an IP automatically’ en klik op ‘Next’.
2. Indien uw provider dit vereist vult u uw computernaam in bij ‘Hostname’.
3. Indien uw provider dit vereist vult u uw domeinnaam in bij ‘Domain name’.
4. Indien uw provider dit vereist klikt u bij ‘WAN’s MAC Address’ op ‘Clone Mac’.
5. Klik op ‘Save’ om de instellingen te bewaren.
Opmerking: Sommige providers controleren het MAC adres van de op het modem aangesloten apparatuur. Het MAC adres dat gevonden
wordt dient overeen te stemmen met de gegevens die geregistreerd zijn voor uw verbinding. Als uw provider gebruik maakt van MAC adres
controle dient u de router in te stellen vanaf de computer die oorspronkelijk aangesloten was op het modem, klik vervolgens op ‘Clone
MAC’ om het MAC adres te klonen.
2.2 Instellen voor PPTP verbindingen (o.a. Speedtouch Home modems):
1. Selecteer ‘PPP Tunneling Protocol (PPTP)’ en klik op ‘Next’.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
5
2. Bij ‘PPTP Account’ vult u uw gebruikersnaam in (Deze stond vroeger ingesteld op de computer zelf, meestal met een snelkoppeling op
uw bureaublad).
Voorbeelden zijn ‘user@ADSL-comfort’ of ‘user@xs4all-basic-ADSL’.
3. Bij ‘PPTP Password’ vult u uw wachtwoord in.
4. Bij ‘PPTP Gateway’ kiest u ‘IP address’ en vult u 10.0.0.138 in als IP adres.
5. MTU zet u op 1400.
6. MPPE dient uitgevinkt te staan.
7. Klik op ‘Next’.
8. Zet een vinkje bij ‘Ethernet Broadband, fixed IP address provided by ISP (Static IP)’.
9. Bij ‘IP address’ vult u 10.0.0.150 in.
10. Bij ‘Submask’ vult u 255.255.255.0 in.
11. Bij ‘Gateway’ vult u 10.0.0.138 in.
12. Laat de twee DNS vakjes ingevuld staan.
13. Klik op ‘Next’.
14. Klik op ‘Save’.
2.3 Instellen voor PPPoE verbindingen (o.a. Kabelfoon, UPC, Tele2)
1. Zet een vinkje bij ‘ADSL Virtual Dial-UP’ en klik op ‘Next’.
2. Bij ‘Username’ vult u uw gebruikersnaam in.
3. Bij ‘Password’ vult u uw wachtwoord in.
4. Klik op ‘Next’ en vervolgens op ‘Save’ om de instellingen te bewaren.
Nadat uw DSL/ kabel router ingesteld is zou u na ongeveer 3 minuten een internetverbinding moeten hebben.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
6
3.0 Running Status - Running Status
Via het menu ‘Running Status’ kunt u de status van de LAN en WAN verbinding controleren.
Door te klikken op de knop ‘Refresh’ kunt de gegevens op de pagina vernieuwen, dit wordt ook automatisch door uw DSL/ kabel router
gedaan. De gegevens in dit scherm zijn verdeeld in drie onderdelen, WAN (het externe netwerk/ internet), LAN (het interne netwerk) en
‘Information’ dat informatie over de DSL/ kabel router bevat.
WAN Status
Link status : Geeft aan of uw DSL/ kabel router verbonden is met het internet (‘Disconnected’ of ‘Connected’).
WAN IP : Toont het door uw modem toegekende IP adres.
Submask : Toont het bij het IP adres horende subnet-masker.
Gateway : Toont het door uw modem doorgegeven gateway IP adres.
DNS Server : Toont het door uw modem doorgegeven primaire DNS IP adres.
Secondly DNS : Toont het door uw modem doorgegeven secundaire DNS IP adres.
Domain : Toont de ingestelde domeinnaam.
Hostname : Toont de ingestelde ‘Host name’ (bijvoorbeeld de computernaam).
WAN Link Type : Toont het type WAN verbinding.
Linked Time : Toont de tijdsduur van de verbinding.
LAN Status
IP Address : Toont het IP adres van uw DSL/ kabel router.
Submask : Toont het subnet-masker dat bij het IP adres van uw DSL/ kabel router hoort.
DHCP Server : Geeft aan of de DHCP server in de DSL/ kabel router aan of uit staat.
NAT : Geeft aan of NAT in de DSL/ kabel router aan of uit staat.
Firewall : Geeft aan of de firewall in de DSL/ kabel router aan of uit staat.
Information
Running time : Toont de tijdsduur dat uw DSL/ kabel router actief is.
Client Count : Toont hoeveel computers er aangesloten zijn op uw DSL/ kabel router.
Firmware Version : Toont het versienummer van de huidige firmware in uw DSL/ kabel router.
LAN MAC Address : Het MAC adres van de LAN verbinding.
WAN MAC Address : Het MAC adres van de WAN verbinding.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
7
4.0 Advanced Config - LAN Config
Let op!Een aantal van de geavanceerde instellingen vereisen zeer specifieke kennis van netwerken. Indien er na het instellen
problemen zijn ontstaan kunt u appendix A punt 1 (pagina 22) raadplegen voor het herstellen van uw DSL/ Kabel router.
Via het menu LAN config kunt u het IP adres van uw DSL/ kabel router instellen. Vul bij het veld ‘IP Address’ het gewenste IP adres in en
klik op ‘Save’ om de wijziging te bewaren.
Opmerking: Als u instellingen in dit menu of andere menu’s wijzigt, dient u dit op te slaan door onderin het scherm op ‘Save’ te klikken.
4.1 Advanced Config - WAN Setting
Via het menu WAN Setting kunt u de instellingen van de PPTP verbinding aanpassen.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
8
4.2 Advanced Config - MAC Clone
Via het menu ‘MAC Clone’ kunt u het MAC adres klonen, dit is vereist voor sommige verbindingen.
Via de ‘Recover Factory MAC’ kunt u het oorspronkelijke MAC adres van de router terughalen. Via de knop ‘Clone MAC’ kunt het MAC
adres van de huidig aangesloten computer klonen. Wij raden u aan om slechts één computer aan te sluiten als u een MAC adres wilt
klonen.
4.3 Advanced Config - DNS
Via het menu ‘DNS’ kunt u een zogenaamde ‘Domain Name Server’ instellen. Normaal gesproken worden deze gegevens door uw provider
verstrekt maar u kunt hier ook eigen adressen opgeven.
U kunt de onderstaande instructies volgen indien u deze optie wenst te gebruiken.
Zet een vinkje in het vakje bij ‘Enable’,
Vul het adres van de DNS in bij ‘DNS Address’.
Klik op ‘Save’ om de wijzigingen te bewaren.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
9
5.0 DHCP Server - DHCP Server
Let op!Een aantal van de geavanceerde instellingen vereisen zeer specifieke kennis van netwerken. Indien er na het instellen
problemen zijn ontstaan kunt u appendix A punt 1 (pagina 22) raadplegen voor het herstellen van uw DSL/ kabel router.
Via het menu ‘DHCP Server’ kunt u de instellingen voor de DHCP server aanpassen. De DHCP server zorgt ervoor dat aangesloten
computers automatisch een IP adres kunnen ontvangen van de router.
Opmerking: Als u instellingen in dit menu of andere menu’s wijzigt, dient u dit op te slaan door onderin het scherm op ‘Save’ te klikken.
DHCP Server : Deze dient op ‘Enable’ te staan als u de DHCP server wenst te gebruiken.
IP Pool Starting Address : Hier kunt u het begin adres kiezen van het IP bereik dat door de router wordt uitgedeeld.
IP Pool Ending Address : Hier kunt u het eind adres kiezen van het IP bereik dat door de router wordt uitgedeeld.
Lease Time : Hier kunt u de geldigheidsduur van de toegekende IP adressen instellen.
DNS Proxy : Hier kunt u het IP adres van een Proxy server invullen.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
10
5.1 DHCP Server - Client List
Via de menu optie ‘Client List’ kunt u inzage krijgen in de verschillende via DHCP aangesloten computers. U kunt hier ook computers
toevoegen aan de ‘client list’.
Dynamic list : Hier kunt u zien welke aangesloten computers via de DHCP een IP adres hebben gekregen.
Static list : Hier kunt u zien welke aangesloten computers een vast IP adres hebben.
Hostname (optional) : De computernaam van de toe te voegen computer (optioneel).
IP address : Het IP adres van de computer.
MAC address : Het MAC adres van de computer.
U kunt de hostname, het IP adres en het MAC adres invullen en vervolgens op ‘Add’ klikken om een adres toe te voegen.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
11
6.0 Virtual Server - Virtual Server
Via de virtual server kunt u poorten laten doorsturen naar een bepaalde computer binnen uw netwerk. Het doorsturen van poorten kan nodig
zijn indien u programma’s gebruikt die zowel gegevens verzenden als ontvangen (zoals bijvoorbeeld VPN, Kazaa en Azureus).
Voor u de gevraagde gegevens kunt invullen dient u eerst uit te zoeken welke poorten er geopend moeten worden. Raadpleeg voor meer
informatie de help functie, de documentatie van het programma of zoek op het internet.
Door de onderstaande instructies te volgen kunt u een poort laten doorsturen:
1. Zet het selectievakje rechtsboven in het scherm op ‘Enable’.
2. Bij ‘e.g. Port’ kunt een vooringestelde poort kiezen (bijvoorbeeld: FTP(21)).
3. Indien de poort van uw keuze niet in de keuzelijst voorkomt kunt u zelf een poort invullen in de velden rechts daarvan. U kunt
bijvoorbeeld een aantal poorten in een keer openen door de beginpoort in het rechter veld en de eindpoort in het linker veld in te
vullen.
4. In het veld achter het IP adres vult u de laatste 1 tot 3 cijfers van het IP adres van de computer waar het dataverkeer naartoe moet
in.
5. Bij ‘TCP’ kiest u het protocol dat gebruikt wordt voor het dataverkeer.
6. Klik op ‘Add’ om de regel toe te voegen.
7. Klik op ‘Save’ om de instellingen te bewaren.
U kunt via dit scherm ook eenvoudig bestaande regels aanpassen.
Klik op ‘Delete’ om de geselecteerde regel te verwijderen.
Klik op ‘Enable’ om een gedeactiveerde regel te activeren.
Klik op ‘Disable’ om een actieve regel te deactiveren.
Opmerking: Als u instellingen in dit menu of andere menu’s wijzigt, dient u dit op te slaan door onderin het scherm op ‘Save’ te klikken.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
12
6.1 Virtual Server - DMZ
Via de DMZ kunt u een zogenaamde ‘Demilitarized Zone’ instellen, effectief schakelt u daarmee de firewall in de router uit en stuurt u alle
binnenkomende verkeer door naar het op te geven IP adres.
U kunt de onderstaande instructies volgen om de DMZ in te stellen.
1. Vul bij het veld ‘DMZ Host IP address’ het IP adres van de computer in waar het dataverkeer naar toe moet.
2. Zet een vinkje bij ‘Enable’.
3. Klik op ‘Save’ om de instellingen te bewaren.
6.2 Virtual Server - UPnP
Via UPnP kunnen programma’s die dit ondersteunen automatisch de juiste poorten openzetten in de router.
U kunt de onderstaande instructies volgen om UPnP in te stellen.
1. Zet een vinkje bij ‘Enable UPnP’.
2. Klik op ‘Save’ om de instellingen te bewaren.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
13
6.3 Virtual Server - UPnP Portmap
In dit scherm krijgt u een overzicht van de poorten die via UPnP geopend zijn.
Remote Host : Hier wordt getoond met welk netwerkapparaat op afstand de verbinding is opgebouwd (bijv. een computer).
Public Port : Hier wordt de automatisch ingestelde externe poort weer gegeven.
Private Host : Hier wordt getoond vanaf welk netwerkapparaat de verbinding is opgebouwd (bijv. een computer).
Private Port : Hier wordt de automatisch ingestelde interne poort weergegeven.
Protocol : Hier wordt het gebruikte protocol weergegeven.
Duration : Hier wordt de duur van de verbinding tussen de remote en private host weergegeven.
Comment : Hier wordt extra informatie weergegeven (bijv. de naam van het programma).
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
14
7.0 Security Setting - Client Filter
Let op!Een aantal van de geavanceerde instellingen vereisen zeer specifieke kennis van netwerken. Indien er na het instellen
problemen zijn ontstaan kunt u appendix A punt 1 (pagina 22) raadplegen voor het herstellen van uw DSL/ kabel router.
Via het ‘Client Filter’ menu kunt u poorten en types verkeer blokkeren voor bepaalde IP adressen.
U kunt onderstaande stappen volgen om een ‘client filter’ in te stellen:
Klik op de knop ‘Add’ onderin het scherm, het onderstaande scherm verschijnt.
1. Selecteer de regel die u wilt maken/ bewerken bij ‘Filtering Rule’.
2. Selecteer de te nemen actie.
3. Zet een vinkje bij ‘IP Area’.
4. Vul bij ‘IP’ ofwel de laatste 3 getallen van het IP adres van het betreffende netwerkapparaat in of een bereik aan IP adressen
(bijvoorbeeld: 192.168.1.1 ~ 200).
5. Vul bij ‘Port’ de te blokkeren poort(en) in.
6. Zet een vinkje bij ‘Protocols’ als u een specifiek protocol wilt blokkeren.
7. Selecteer het protocol uit de lijst bij ‘Protocol’ (indien u stap 7 heeft uitgevoerd).
8. Zet een vinkje bij ‘Time’ indien u de regel wilt toepassen op bepaalde tijden.
9. Vul de gewenste tijden in en klik op ‘Add/Renew’ om de regel toe te voegen.
10. De toegevoegde regel verschijnt nu in het ‘Client Filter’ scherm.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
15
11. Klik op ‘Save’ om de instellingen te bewaren.
U kunt regels verwijderen door ze te selecteren en dan te klikken op ‘Delete’.
Opmerking: Als u instellingen in dit menu of andere menu’s wijzigt, dient u dit op te slaan door onderin het scherm op ‘Save’ te klikken.
7.1 Security Setting - MAC Filter
Via MAC filtering kunt u computers de toegang tot internet ontzeggen of het verkeer filteren.
U kunt een MAC filter instellen door de opties die van toepassing zijn te selecteren en het MAC adres van de computer in te vullen bij MAC
adres. Klik vervolgens op ‘Add’ om de regel toe te voegen. Klik op ‘Save’ om de instellingen te bewaren.
7.2 Security Setting - Prevent Network Attack
Via ‘Prevent Network Attack’ worden een aantal bekende netwerkaanvallen tegenhouden, deze optie is niet strikt noodzakelijk en kan ook
gewenst dataverkeer tegenhouden.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
16
7.3 Security Setting - Remote Web Management
Via Web Management kunt u de router instellen voor extern beheer. U kunt dan vanaf elke gewenste locatie de router beheren.
Door onderstaande instructies te volgen kunt u ‘Remote Web Management’ aanzetten:
1. Zet een vinkje in het vakje bij ‘Enable’.
2. Vul bij ‘IP address’ het IP adres in dat toegang moet hebben tot de router of laat de huidige waarde staan om alle computers
toegang te geven.
3. Vul bij ‘Port’ de gewenste poort in.
4. Klik op ‘Save’ om de instellingen te bewaren.
Als de router opnieuw opgestart is kunt u de router vanaf een externe locatie beheren. Wij raden u wel een gebruikersnaam en wachtwoord
in te stellen.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
17
7.4 Security Setting - WAN Port Ping
Via ‘WAN Port Ping’ kunt u zogenaamde ‘Ping’ pakketten via het internet blokkeren.
Door een vinkje te zetten in het vakje ‘Block’ en vervolgens op ‘Save’ te klikken kunt u ‘Ping’ pakketten van het internet tegenhouden.
7.5 Security Setting - Special Application Filter
Via het ‘Special Application Filter’ kunt u bepaalde voor ingestelde toepassingen blokkeren.
U kunt een toepassing blokkeren door de betreffende toepassing aan te vinken en vervolgens op ‘Save’ te klikken.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
18
8.0 Routing Table
Via het menu ‘Routing Table’ kunt u inzage krijgen in de zogenaamde routing table van uw router en kunt u nieuwe routes instellen.
8.1 Routing Table - Static Route
Via het menu ‘Static Route’ kunt u zelf statische routes opgeven voor het dataverkeer.
Door onderstaande instructies te volgen kunt u een statische route opgeven:
1. Vul bij ‘Destination IP’ het doel IP adres in.
2. Vul bij ‘Subnet Mask’ het subnetmasker in.
3. Vul bij ‘Gateway’ het gateway IP adres in.
4. Vul bij ‘Metric’ het aantal ‘Hops’ in (normaal kunt u hier ‘0’ invullen).
5. Kies bij ‘Port’ het juiste poort type.
6. Klik op ‘Add’ om de route toe te voegen.
U kunt routes verwijderen door de route te kiezen en vervolgens op ‘Delete’ te klikken.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
19
9.0 System Tool - Time
Via het menu ‘Time’ kunt u de tijdsinstellingen van de router aanpassen.
U kunt automatische tijdsynchronisatie inschakelen door de onderstaande instructies te volgen:
1. Zet een vinkje in het ‘Enable’ vakje nabij ‘SNTP’.
2. Selecteer de gewenste server bij ‘Time Server’.
3. Selecteer uw regio bij ‘Timezone’.
U kunt ook zelf de datum en tijd invullen, u hoeft dan geen vinkje te zetten bij ’SNTP’.
9.1 System Tool - DDNS
Via het ‘DDNS’ menu kunt u de instellingen voor dynamische DNS wijzigen. Deze functie stelt u in staat om extern bereikbaar te zijn via een
domeinnaam, ook als uw provider een dynamisch IP adres toekent aan uw internetverbinding.
Dynamische DNS kunt u instellen door onderstaande instructies te volgen:
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
20
1. Zet een vinkje in het vakje ‘Enable’ nabij de optie ‘DDNS Service’.
2. Selecteer uw DDNS provider uit de lijst bij ‘Service Provider’.
3. Vul uw gebruikersnaam in bij ‘UserID’.
4. Vul uw wachtwoord in bij ‘Password’.
5. Vul een domeinnaam in bij ‘Domain Name’ (optioneel).
6. Klik op ‘Save’ om de instellingen te bewaren.
9.2 System Tool - Backup/Restore
Via het menu ‘Backup/Restore’ kunt u van de instellingen in de router een reservekopie maken of terugzetten.
U kunt een reservekopie van de instellingen maken door te klikken op de knop ‘Backup’, kies vervolgens de plek waar u de reservekopie wilt
bewaren en klik op ‘OK’. U kunt een reservekopie terugzetten in de router door te klikken op ‘Bladeren’, kies vervolgens het bestand en klik
op ‘Openen’.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
21
Appendix A - Tips bij problemen
1. Hoe zet ik mijn DSL/ kabel router terug naar de fabrieksinstellingen?
Op de achterkant van uw DSL/ kabel router nabij de ingang van de netadapter zit de reset knop. Als u de reset knop gedurende 10
seconden ingedrukt houdt terwijl uw DSL/ kabel router aan staat zal uw DSL/ kabel router terug gaan naar de fabrieksinstellingen.
2. U kunt de web pagina van de DSL/ kabel router niet openen?
a. Controleer de netwerk bekabeling tussen uw computer en de router.
b. Schakel de router 5 seconden uit en schakel daarna de router weer aan.
c. Verwijder uw antivirus programma tijdelijk van de computer om de verbinding te testen. Verwijder tevens een eventueel
firewall programma, u heeft geen firewall nodig achter deze router !
d. Controleer of uw internetopties correct zijn ingesteld:
Ga naar Start, Configuratiescherm, Internetopties. Open het tabblad Verbindingen. Selecteer ‘Nooit een verbinding
kiezen’. Klik op de knop ‘LAN instellingen’, schakel de opties in dit venster uit.
e. Gebruik in eerste instantie Internet Explorer. Als dat goed werkt kunt u ook andere web browsers proberen. Als u
bijvoorbeeld Netscape gebruikt, dient u in te stellen: Voorkeuren, Geavanceerd, zet Handmatige Proxy op ‘geen Proxy’.
f. Klik op het menu “Bestand” van Internet Explorer en controleer of er geen vinkje voor “off-line werken” staat.
g. Zet tijdelijk de computer op een vast IP adres.
In Windows 98/ME kan dit via Start, Configuratiescherm, Netwerk. Selecteer het TCP/IP protocol van uw
netwerkverbinding (bijv. ‘TCP/IP Realtek 8139…’) en klik op Eigenschappen. Stel als IP adres 192.168.1.3 in en als
subnetmasker 255.255.255.0. Voeg tevens een Gateway en DNS adres toe, beide 192.168.1.1.
In Windows 2000/XP kan dit via Start, Configuratiescherm, Netwerkverbindingen. Vraag de Eigenschappen op van de
‘LAN-verbinding en selecteer Internetprotocol TCP/IP’, klik vervolgens op de knop ‘Eigenschappen’. Stel als IP adres
192.168.1.3 in en als subnetmasker 255.255.255.0. Voeg tevens een Gateway en DNS adres toe, beide 192.168.1.1.
Controleer of u daarna wel de webpagina van de router kunt openen.
h. Probeer de router te pingen, met het commando ‘ping 192.168.1.1’, de exacte instructies staan bij punt 5 vermeld.
3. De DSL/ kabel router bewaart geen gegevens?
a. Ga in de Internet Explorer naar ‘ Extra’, ‘ Internet opties’. Klik op ‘Bestanden verwijderen...’ en klik op ‘Geschiedenis
wissen’. Klik daarna op “OK”.
b. Controleer of er geen vinkje staat bij ‘Offline werken' in het menu ‘Bestand’ in de Internet Explorer.
4. Geen internetverkeer?
Door een ping test uit te voeren kunt u bepalen of de verbinding volledig werkt. Ga naar Start, Uitvoeren en typ ‘cmd’ en klik op OK.
(In Windows 98/ME typt u ‘command’). Er wordt een MS-DOS scherm geopend, waarin u een ping commando kunt geven.
a. Probeer de router te pingen, typ ‘ping 192.168.1.1’ en druk op Enter.
b. Probeer uw WAN IP adres te pingen, het WAN IP adres staat op de statuspagina van uw router vermeld.
c. Probeer een internetadres te pingen, bijvoorbeeld ‘ping 194.134.5.5’ en druk op Enter. Let op, niet alle internet adressen
antwoorden op een ping commando.
d. Probeer een website te pingen, bijvoorbeeld ‘ping www.e-tech.nu’ en druk op Enter.
In alle tests dienen 4 antwoorden in beeld te verschijnen, b.v. ‘Antwoord van 192.168.1.1…’. Indien u ‘Time out’ of ‘Doelhost niet
bereikbaar’ ziet, is de verbinding niet in orde. Als dit probleem zich alleen voordoet bij het pingen naar een website, is er iets mis
met uw DNS instellingen. Doorloop de instructies van appendix B.
5. Trage of instabiele verbinding?
De router werkt op 100Mbps, dit stelt hoge eisen aan de netwerk kabel. Vooral bij een zelfgemaakte netwerk kabel, komt het
regelmatig voor dat de 8 aders van de netwerkkabel verkeerd zijn aangesloten.
a. De kleuren in de netwerk kabel dienen precies volgens het volgende patroon te zijn aangesloten: wit/oranje, oranje,
6. Bij het opstarten van Internet Explorer wordt elk keer om ‘verbinding maken’ gevraagd?
Uw computer hoeft niet meer in te bellen naar uw provider, dat doet de router voortaan automatisch.
a. Ga naar Start, Instellingen, Configuratiescherm, Internetopties. Klik op het tabblad Verbindingen, selecteer “Nooit een
verbinding kiezen”.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
22
Appendix B - Computer instellen
De ingebouwde DHCP-server van de router staat standaard ingeschakeld, elke computer krijgt automatisch een IP adres. We gaan nu
controleren of uw computer ingesteld staat op ‘Automatisch een IP adres verkrijgen’.
1 ) Windows 95, 98 of ME instellen
1. Controleer of de netwerk kaart correct in uw computer is geïnstalleerd.
2. Ga naar Start, Instellingen, Configuratiescherm, open Netwerk.
3. U krijgt nu onderstaand venster te zien:
Selecteer het TCP/IP onderdeel dat gekoppeld is aan uw netwerkkaart en klik op de knop ‘eigenschappen’.
4. U krijgt nu een nieuw venster te zien:
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
23
Selecteer de optie ‘Automatisch een IP adres verkrijgen’.
En klik op ‘OK’. Klik daarna nog een keer op ‘OK’.
Indien u wijzigingen heeft gemaakt bij de netwerk instellingen, zal de computer meestal vragen om opnieuw op te starten. Soms is de
Windows CD vereist, houd deze bij de hand en sla geen bestanden over.
Controleer nu of uw computer correct een IP adres van de router heeft ontvangen:
1. Klik op Start, Uitvoeren
2. U krijgt nu onderstaand venster te zien:
Typ in ‘winipcfg’ en klik op OK.
3. U krijgt nu onderstaand venster te zien:
Selecteer boven in het venster de juiste netwerk adapter, bijv ‘NDIS’, ‘Realtek’ of ‘Intel’.
Indien u ‘PPP adapter’ te zien krijgt, dient u een andere adapter te selecteren.
Bij ‘IP adres’ hoort een getal te staan dat begint met ‘192.168.’.
Als het IP adres begint met ‘169’, dan heeft uw computer geen IP adres ontvangen.
Als het IP adres onjuist is, kunt u op de knop ‘Vernieuwen’ klikken. Als het goed is, krijgt u binnen enkele seconden een IP adres
toegewezen van de router. Als dit niet goed gaat, blijft de computer circa 60 seconden proberen een IP adres aan te vragen. De computer is
gedurende deze tijd niet toegankelijk.
2) Windows 2000 of XP instellen
1. Ga naar Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet verbindingen, Netwerk verbindingen
2. U krijgt nu een venster te zien met alle LAN-verbindingen:
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
24
Er kunnen soms meerdere LAN-verbindingen zichtbaar zijn. Controleer of de juiste LAN verbinding is ‘Ingeschakeld’.
Als Windows meldt “Netwerkkabel is niet aangesloten”, dan is de netwerkkabel niet goed aangesloten, of staat de router uit.
Als Windows meldt “Uitgeschakeld”, dan klikt u met de rechtermuis op de LAN verbinding en kiest u ‘Inschakelen’ om deze in te schakelen.
3. Klik met de rechtermuis op de actieve LAN verbinding en kies ‘Eigenschappen’. U krijgt nu onderstaand venster te zien. Dubbelklik op
‘Internet protocol (TCP/IP)’.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
25
4. U krijgt nu het onderstaande venster te zien:
5. Zet een vinkje voor ‘Automatisch een IP adres laten toewijzen’.
Klik op ‘OK’ en klik daarna nog een keer op ‘OK’. Windows slaat uw wijzigingen op.
6. Controleer nu of uw computer correct een IP adres van de router heeft ontvangen:
Klik op Start, Uitvoeren, waarna onderstaand venster in beeld verschijnt:
Typ in het veld ‘cmd’ en klik op ‘OK’.
Typ in het zwarte venster in ‘ipconfig’ en druk op Enter.
U ziet nu IP adres van uw computer. Het IP adres moet beginnen met “192.168.1”.
Als het IP adres onjuist is, kunt u proberen het IP adres te vernieuwen met het commando
‘ipconfig /renew’ gevolgd door Enter. Soms kan het nodig zijn de computer opnieuw op te starten.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
26
3) Apple Mac OS 8 en 9 instellen
1. Ga naar het Apple Menu.
2. Klik op Regelpanelen.
3. Ga naar het ‘TCP/IP’ menu, u krijgt het TCP/IP venster te zien.
4. Zet de optie ‘Verbind via’ op ‘Ethernet’.
5. Zet de optie ‘Configureer’ op ‘Via DHCP-Server’.
6. De optie ‘DHCP Client-ID’ is niet belangrijk, u kunt daar bijvoorbeeld de naam van uw computer intypen.
4 ) Apple Mac OS X instellen
1. Ga naar het Apple Menu.
2. Klik op Systeemvoorkeuren.
3. Ga naar het Netwerk, u krijgt het onderstaande venster te zien.
4. Zet de optie ‘Toon’ op ‘Ingebouwd Ethernet’.
5. Klik op het tabblad ‘TCP/IP’.
6. Zet de optie ‘Configureer’ op ‘Via DHCP’.
De optie ‘ID DHCP-Client’ is niet zo belangrijk, u kunt daar bijvoorbeeld de naam van uw computer intypen.
Klik daarna op ‘pas nu toe’ om de instellingen toe te passen en op te slaan. Hierna staat alles goed.
E-Tech RTBR05 Nederlandse handleiding
27
Appendix C - Microsoft Windows netwerk gebruiken / Bestanden delen
Via de router kunt u bestanden en printers op andere computers in uw eigen netwerk benaderen. De router blokkeert het delen van
bestanden en printers niet. Bestanden en printers zijn niet voor de buitenwereld toegankelijk. Uw computers achter de router moeten wel
goed zijn ingesteld:
1. Controleer of op alle computers dezelfde werkgroepnaam wordt gebruikt. Zo niet, zet deze dan gelijk: In Windows 2000/XP: ga naar
Start, Configuratiescherm, Systeem, open het tabblad Computernaam. In Windows 98/ME: ga naar Start, Instellingen,
Configuratiescherm, Netwerk, open het tabblad ‘Identificatie’.
2. Bestands- en printerdeling moeten geïnstalleerd zijn.
In Windows 2000/XP: ga naar Start, Configuratiescherm, Netwerkverbindingen, klik met de rechtermuisknop op de actieve LAN
verbinding. ‘Bestands- en printerdeling’ dient aangevinkt te zijn. In Windows 98/ME: klik met de rechtermuisknop op uw bureaublad of in
Deze Computer op netwerkomgeving. Klik op de knop ‘Bestanden en printers delen’, zet vinkjes bij ‘Ik wil anderen toegang geven tot
…’. De computer dient daarna opnieuw opgestart te worden.
3. Uw computers moeten bestanden of een printer delen.
In Windows 2000/XP: klik met de rechtermuisknop op een map en kies ‘delen en beveiliging’
In Windows 98/ME: klik met de rechtermuisknop op een map en kies ‘delen’.
4. Test of u gedeelde bestanden kunt benaderen:
De mappen die u deelt zijn daarna benaderbaar via het netwerk. Het makkelijkst is via klikken op Start, Zoeken, Computers of
personen. Daar tikt u de computernaam in waarop u mappen wilt benaderen en klikt u op zoeken. Dubbelklik daarna op de computer
om deze te openen.
Werkt zoeken op naam niet, open dan de Internet Explorer. Typ in de adresbalk het IP adres in van de computer, met \\ ervoor.
Bijvoorbeeld
\\192.168.1.100 of \\192.168.1.101 en druk op Enter. U zou dan de gedeelde mappen op de computer moeten zien.