Eset NOD32 ANTIVIRUS 4 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Microsoft® Windows® 7 /
Vista / XP / 2000 / 2003 / 2008
Copyright © 2009 by ESET, spol. s r. o.
ESET NOD32 Antivirus is ontwikkeld door ESET, spol. s r.o. Ga voor meer informatie naar www.eset.com. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden verveelvoudigd, openbaar gemaakt of in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opname, scan of schriftelijke toestemming van de auteur. ESET, spol. s r.o. behoudt zich het recht voor de beschreven toepassingssoftware zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
enige andere manier, zonder
overgedragen,
Inhoudsopgave
1. ESET NOD32 Antivirus 4 ..........................4
1.1 Nieuwe functies ............................................................ 4
1.2 Systeemvereisten .......................................................... 4
2. Installatie ..............................................5
2.1 Standaardinstallatie ...................................................... 5
2.2 Aangepaste installatie ...................................................6
2.3 Oorspronkelijke instellingen gebruiken ............................ 7
2.4 Gebruikersnaam en wachtwoord invoeren ....................... 7
2.5 Computerscan op aanvraag ........................................... 8
3. Handleiding voor beginners .....................9
3.1 Inleiding tot gebruikersinterfaceontwerp – modi ............. 9
3.1.2 Te volgen procedure als het programma niet
correct werkt ....................................................... 10
3.2 Update-instellingen .....................................................10
3.3 Proxyserver instellen ....................................................10
3.4 Instellingen beveiligen ...................................................11
Klantenservice wereldwijd: www.eset.eu/support Klantenservice Noord‑Amerika: www.eset.eu/support
REV.20090428‑007
4. Werken met ESET NOD32 Antivirus .........12
4.1 Antivirus- en antispywarebeveiliging ............................. 12
4.1.1 Real‑timebeveiliging van bestandssysteem ............12
4.1.1.1 Besturingsinstellingen .......................................... 12
4.1.1.1.1 Te scannen media .................................................12
4.1.1.1.2 Scannen op basis van gebeurtenissen ....................12
4.1.1.1.3 Aanvullende ThreatSense‑parameters
voor nieuwe en gewijzigde bestanden ....................12
4.1.1.1.4 Geavanceerde instellingen ..................................... 12
4.1.1.2 Opschoonniveaus .................................................12
4.1.1.3 Wanneer moet de configuratie voor ........................
real‑timebeveiliging worden gewijzigd? .................13
4.1.1.4 Real‑timebeveiliging controleren ..........................13
4.1.1.5 Te volgen procedure als real‑timebeveiliging
niet werkt.............................................................13
4.1.2 Beveiliging van e‑mailclient ...................................13
4.1.2.1 POP3‑controle ......................................................13
4.1.2.1.1 Compatibiliteit .....................................................14
4.1.2.2 Integratie met e‑mailclients ..................................14
4.1.2.2.1 Meldingen toevoegen aan de hoofdtekst van een
e‑mailbericht ........................................................14
4.1.3.1 HTTP, HTTPs .........................................................15
4.1.4 Computerscan ......................................................16
4.1.4.1 Type scan .............................................................16
4.1.4.1.1 Standaardscan......................................................16
4.1.4.1.2 Aangepaste scan...................................................16
4.1.6.1 Objecten instellen .................................................18
4.1.6.6 Andere ................................................................20
4.1.7 Er is een infiltratie gedetecteerd ............................ 20
4.2 Het programma bijwerken ........................................... 20
4.2.1.2 Instellingen voor geavanceerde update ..................21
4.2.1.2.1 Updatemodus ......................................................21
4.2.1.2.2 Proxyserver .......................................................... 22
4.2.1.2.3 Verbinding maken met LAN .................................. 22
4.2.1.2.4 Updatekopieën maken ‑ Mirror ............................. 23
4.2.1.2.4.1 Bijwerken vanaf de mirror .................................... 23
4.2.1.2.4.2 Updateproblemen met mirrors oplossen ............... 24
4.2.2 Updatetaken maken ............................................ 24
4.3 Planner .......................................................................25
4.3.1 Doel van geplande taken ......................................25
4.3.2 Nieuwe taken maken ...........................................25
4.4 Quarantaine ................................................................25
4.4.1 Bestanden in quarantaine plaatsen ....................... 26
4.4.2 Terugzetten vanuit quarantaine ........................... 26
4.4.3 Bestand verzenden vanuit quarantaine .................26
4.5 Logbestanden ............................................................. 26
4.6 Gebruikersinterface ...................................................... 27
4.6.1 Waarschuwingen en meldingen ............................ 28
4.7 ThreatSense.Net ......................................................... 28
4.7.1 Verdachte bestanden ........................................... 29
4.7.2 Statistieken .........................................................29
4.7.3 Verzending ..........................................................30
4.8 Extern beheer ............................................................. 30
4.9 Licentie ...................................................................... 30
5. Geavanceerde gebruiker ........................31
5.1 Proxyserver instellen .................................................... 31
5.2 Instellingen importeren/exporteren ............................... 31
5.2.1 Instellingen exporteren .........................................31
5.2.2 Instellingen importeren......................................... 31
5.3 Opdrachtregel ............................................................. 31
5.4 ESET SysInspector ........................................................32
5.4.1 Gebruikersinterface en gebruik van de toepassing ..... 32
5.4.1.1 Besturingselementen in programma ..................... 33
5.4.1.2 Navigeren in ESET SysInspector ............................ 33
5.4.1.3 Vergelijken .......................................................... 34
5.4.1.4 SysInspector als onderdeel van
ESET NOD32 Antivirus 4 ........................................ 34
5.5.2.2 ESET Antivirus...................................................... 35
5.5.3 Werken met ESET SysRescue ................................36
5.5.3.1 ESET SysRescue in de praktijk ............................... 36
6. Woordenlijst ........................................ 37
6.1 Typen bedreigingen ......................................................37
6.1.5 Adware ............................................................... 38
6.1.6 Spyware .............................................................. 38
6.1.7 Potentieel onveilige toepassingen ......................... 38
6.1.8 Potentieel ongewenste toepassingen .................... 38
4

1. ESET NOD32 Antivirus 4

ESET NOD32 Antivirus 4 is de opvolger van het bekroonde product ESET NOD32 Antivirus 2.* Dit pakket maakt gebruik van de scansnelheid en nauwkeurigheid van ESET NOD32 Antivirus, mogelijk gemaakt door de meest recente versie van de ThreatSense®‑ scanengine.
De geïmplementeerde geavanceerde technieken zijn in staat om op proactieve wijze virussen, spyware, Trojaanse paarden, wormen, adware en rootkits te blokkeren zonder het systeem te vertragen of u lastig te vallen terwijl u werkt of speelt op de computer.

1.1 Nieuwe functies

De lange ervaring op het gebied van ontwikkeling van onze experts heeft geresulteerd in de geheel nieuwe architectuur van het programma ESET NOD32 Antivirus, die garant staat voor maximale detectie en minimale systeemvereisten.
Antivirus en antispyware•
Deze module is gebaseerd op de ThreatSense®‑scantechnologie, die voor het eerst is gebruikt in het bekroonde NOD32 Antivirus‑systeem. De ThreatSense®‑technologie is geoptimaliseerd en verbeterd met de nieuwe ESET NOD32 Antivirus‑architectuur.
Functie Omschrijving
Verbeterd opschoningsproces
Achtergrond‑ scanmodus
Kleinere update‑ bestanden
Het opschoningsproces van het antivirussysteem is verbeterd. De meeste gedetecteerde infiltraties kunnen nu worden verwijderd zonder tussenkomst van de gebruiker.
Computerscans kunnen op de achtergrond worden uitgevoerd zonder dat dit ten koste gaat van de systeemprestaties.
Door kernoptimalisatieprocessen zijn de updatebestanden kleiner dan in versie 2.7. Bovendien zijn de updatebestanden nu beter beveiligd tegen beschadiging.
Overige•
Functie Omschrijving
ESET SysRescue Met ESET SysRescue kan een gebruiker een
ESET SysInspector ESET SysInspector is een toepassing waarmee
Document‑ bescherming
Zelfverdediging De nieuwe zelfverdedigingstechnologie
Gebruikersinterface De gebruikersinterface kan nu ook in de
cd, een dvd of een USB‑bestand maken met ESET NOD32 Antivirus. Vervolgens kan het programma onaankelijk van het besturingssysteem worden uitgevoerd. Dit programma is zeer geschikt om lastig te verwijderen infiltraties te elimineren.
u een grondige inspectie van uw computer kunt uitvoeren. Deze handige toepassing is nu rechtstreeks geïntegreerd in ESET NOD32 Antivirus. Als u via de optie Help en ondersteuning > Verzoek om ondersteuning van klantenservice (aanbevolen) contact opneemt met onze klantenservice, kunt u desgewenst een door ESET SysInspector gemaakte momentopname van de computer meesturen.
Deze bescherming houdt in dat Microsoft Oce‑documenten worden gescand voordat ze worden geopend, evenals bestanden die automatisch worden gedownload door Internet Explorer, zoals Microsoft ActiveX‑elementen.
beschermt onderdelen van ESET NOD32 Antivirus tegen uitschakeling.
tekstmodus worden gebruikt, zodat ESET NOD32 Antivirus kan worden bediend via het toetsenbord. Het voordeel hiervan is dat gebruikers met een visuele handicap die werken met een schermlezer, ESET NOD32 Antivirus optimaal kunnen gebruiken.
Beveiliging van veelgebruikte e‑mailclients
Diverse kleine verbeteringen
Inkomende e‑mail kan nu niet alleen in MS Outlook worden gescand maar ook in Outlook Express, Windows Mail, Windows Live Mail en Mozilla Thunderbird.
– Hoge snelheid en verwerkingscapaciteit
dankzij rechtstreekse toegang tot bestandssystemen
– Blokkering van de toegang tot
geïnfecteerde bestanden
– Optimalisatie voor Windows
Beveiligingscentrum, inclusief Vista

1.2 Systeemvereisten

Uw systeem moet voldoen aan de volgende hardware‑ en softwarevereisten om ESET NOD32 Antivirus probleemloos uit te voeren:
ESET NOD32 Antivirus:
Windows 2000, XP 400 MHz 32‑bits/64‑bits (x86/x64)
128 MB RAM systeemgeheugen 130 MB beschikbare schijfruimte Super VGA (800 × 600)
Windows 7, Vista 1 GHz 32‑bits/64‑bits (x86/x64)
512 MB RAM systeemgeheugen 130 MB beschikbare schijfruimte Super VGA (800 × 600)
ESET NOD32 Antivirus Business Edition:
Windows 2000, 2000 Server, XP, 2003 Server
Windows 7, Vista, Windows Server 2008
400 MHz 32‑bits/64‑bits (x86/x64) 128 MB RAM systeemgeheugen 130 MB beschikbare schijfruimte Super VGA (800 × 600)
1 GHz 32‑bits/64‑bits (x86/x64) 512 MB RAM systeemgeheugen 130 MB beschikbare schijfruimte Super VGA (800 × 600)
5

2. Installatie

Na aanschaf kunt u het installatieprogramma van ESET NOD32 Antivirus downloaden als MSI‑pakket vanaf de website van ESET. Nadat u het installatieprogramma hebt gestart, wordt u met de installatiewizard door de standaardinstallatie geleid. Er zijn twee typen installatie beschikbaar, met verschillende installatieniveaus:
1. Standaardinstallatie
2. Aangepaste installatie
De volgende stap in de installatie is configuratie van het ThreatSense. Net systeem voor vroegtijdige waarschuwing. Het ThreatSense. Net systeem voor vroegtijdige waarschuwing zorgt ervoor dat ESET continu direct wordt geïnformeerd over nieuwe infiltraties om klanten snel bescherming te kunnen bieden. Met het nieuwe bedreigingen naar het viruslaboratorium van ESET worden verzonden, waar ze worden geanalyseerd, verwerkt en toegevoegd aan de databases met viruskenmerken.
systeem kunnen

2.1 Standaardinstallatie

De standaardinstallatie wordt aanbevolen voor gebruikers die ESET NOD32 Antivirus willen installeren met de standaardinstellingen. De standaardinstellingen van het programma bieden het maximale beveiligingsniveau, wat zeer nuttig is voor gebruikers die geen gedetailleerde instellingen willen configureren.
De eerste, uiterst belangrijke, stap is het invoeren van de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het automatisch bijwerken van het programma. Dit speelt een belangrijke rol bij het bieden van een constante beveiliging van het systeem.
Het selectievakje ThreatSense.Net systeem voor vroegtijdige waarschuwing inschakelen is standaard ingeschakeld. Hiermee wordt deze functie geactiveerd. Klik op Geavanceerde instellingen... om gedetailleerde instellingen voor het verzenden van verdachte bestanden te wijzigen.
De volgende stap in het installatieproces is het configureren van Detectie van mogelijk ongewenste toepassingen. Mogelijk ongewenste toepassingen zijn niet per se schadelijk, maar kunnen het gedrag van het besturingssysteem vaak negatief beïnvloeden.
Deze toepassingen worden vaak meegeleverd met andere programma's en vallen nauwelijks op tijdens de installatie. Hoewel bij deze toepassingen gewoonlijk een melding wordt weergegeven tijdens de installatie, kunnen ze eenvoudig zonder uw toestemming worden geïnstalleerd.
Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord in de bijbehorende velden. Dit zijn de verificatiegegevens die u hebt ontvangen na de aanschaf of registratie van het product. Als u uw gebruikersnaam en wachtwoord niet bij de hand hebt, selecteert u de optie Parameters voor de update later instellen. Verificatiegegevens kunnen op elk gewenst moment later worden ingevoegd, rechtstreeks vanuit het programma.
Schakel de optie Detectie van mogelijk ongewenste toepassingen inschakelen in om ESET NOD32 Antivirus in staat te stellen dit type bedreiging te detecteren (aanbevolen).
6
De laatste stap in de modus voor standaardinstallatie is het bevestigen van de installatie door op de knop Installeren te klikken.

2.2 Aangepaste installatie

De aangepaste installatie is bedoeld voor gebruikers die ervaring hebben met het aanpassen van programma‑instellingen en die tijdens de installatie geavanceerde instellingen willen wijzigen.
Als u een proxyserver gebruikt, moet deze correct worden geconfigureerd zodat updates van de viruskenmerken naar behoren werken. Als u niet weet of u een proxyserver gebruikt om verbinding met internet te maken, selecteert u Ik weet niet zeker of mijn
internetverbinding gebruikmaakt van een proxyserver. Gebruik dezelfde instellingen als Internet Explorer en klik op Volgende.
Als u geen proxyserver gebruikt, selecteert u de bijbehorende optie.
De eerste stap is het selecteren van de bestemmingslocatie voor de installatie. Standaard wordt het programma geïnstalleerd in de map C:\Program Files\ESET\ESET NOD32 Antivirus\. Klik op Bladeren… om de locatie te wijzigen (niet aanbevolen).
Voer vervolgens uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Deze stap is hetzelfde als in de standaardinstallatie (zie pagina 5).
Klik, nadat u uw gebruikersnaam en wachtwoord hebt ingevoerd, op Volgende om uw internetverbinding te configureren.
U kunt de instellingen van uw proxyserver configureren door Ik gebruik een proxyserver in te schakelen en op Volgende te klikken. Geef het IP‑adres of de URL van uw proxyserver op in het veld Adres. Geef in het veld Poort de poort op waarop de proxyserver verbindingen accepteert (standaard is dit 3128). Als de proxyserver verificatie vereist, moet u een geldige gebruikersnaam en een geldig wachtwoord invoeren om toegang tot de proxyserver te verkrijgen. De instellingen voor de proxyserver kunnen desgewenst ook worden gekopieerd vanuit Internet Explorer. Dit kunt u doen door op Toepassen te klikken en de selectie te bevestigen.
7
Klik op Volgende om naar het venster Instellingen voor automatische update configureren te gaan. Met deze stap kunt u aangeven op welke manier automatische updates van programmaonderdelen op uw systeem moeten worden afgehandeld. Klik op Wijzigen... om toegang te verkrijgen tot de geavanceerde instellingen.
Als u niet wilt dat programmaonderdelen worden bijgewerkt, selecteert u Nooit update van programmaonderdelen uitvoeren. Als u de optie Vragen alvorens programmaonderdelen te downloaden inschakelt, wordt een bevestigingsvenster voor het downloaden van programmaonderdelen weergegeven. U kunt automatische upgrades van programmaonderdelen inschakelen door de optie Programmaonderdeel bijwerken indien beschikbaar te selecteren.
De volgende stap van de installatie is het invoeren van een wachtwoord voor het beveiligen van programmaparameters. Kies een wachtwoord waarmee u het programma wilt beveiligen. Typ het wachtwoord opnieuw om het te bevestigen.
De stappen Configuratie van het ThreatSense.Net systeem voor
vroegtijdige waarschuwing en Detectie van mogelijk ongewenste toepassingen zijn hetzelfde als voor de standaardinstallatie (zie pagina 5).
In de laatste stap wordt een venster weergegeven waarin u toestemming geeft voor de installatie.

2.3 Oorspronkelijke instellingen gebruiken

Als u ESET NOD32 Antivirus opnieuw installeert, wordt de optie Huidige instellingen gebruiken weergegeven. Schakel deze optie in om instellingsparameters van de oorspronkelijke installatie over te dragen naar de nieuwe.

2.4 Gebruikersnaam en wachtwoord invoeren

Voor een optimale werking is het van belang dat het programma automatisch wordt bijgewerkt. Dit is alleen mogelijk als de juiste gebruikersnaam en wachtwoord worden ingevoerd in de update‑ instellingen.
OPMERKING: na een upgrade van een programmaonderdeel moet de computer doorgaans opnieuw worden opgestart. De aanbevolen instelling is: Indien nodig, computer opnieuw opstarten zonder
melding.
8
Als u uw gebruikersnaam en wachtwoord niet hebt ingevoerd tijdens de installatie, kunt u dit nu doen. Klik in het hoofdvenster van het programma op Update en vervolgens op Gebruikersnaam en wachtwoord invoeren... Typ de gegevens die u hebt ontvangen bij uw productlicentie in het venster Licentiedetails.

2.5 Computerscan op aanvraag

Nadat ESET NOD32 Antivirus is geïnstalleerd, moet een computerscan worden uitgevoerd om te controleren op de aanwezigheid van schadelijke code. U kunt snel beginnen met scannen door Computerscan te selecteren in het hoofdmenu en vervolgens Standaardscan te selecteren in het hoofdvenster van het programma. Zie het hoofdstuk "Computerscan" voor meer informatie over de functie Computerscan.
9

3. Handleiding voor beginners

Dit hoofdstuk biedt een eerste overzicht van ESET NOD32 Antivirus en de basisinstellingen van het programma.

3.1 Inleiding tot gebruikersinterfaceontwerp – modi

Het hoofdvenster van ESET NOD32 Antivirus is onderverdeeld in twee hoofdgedeelten. De kolom aan de linkerkant biedt toegang tot het gebruikersvriendelijke hoofdmenu. Het hoofdvenster van het programma aan de rechterkant dient voor het weergeven van informatie over de optie die is geselecteerd in het hoofdmenu.
Hieronder volgt een beschrijving van de knoppen binnen het hoofdmenu:
Beveiligingsstatus – In een gebruikersvriendelijke vorm wordt hier informatie verstrekt over de beveiligingsstatus van ESET NOD32 Antivirus. Als de geavanceerde modus is geactiveerd, wordt de status van alle beveiligingsmodules weergegeven. Klik op een module om de huidige status hiervan te bekijken.
Computerscan – In dit gedeelte kan de gebruiker de computerscan op aanvraag configureren en starten.
Update – Selecteer deze optie om toegang te krijgen tot de updatemodule waarmee updates van de database met viruskenmerken worden beheerd.
Instellingen – Selecteer deze optie om het beveiligingsniveau van uw computer aan te passen. Als de geavanceerde modus is geactiveerd, worden de submenu's van de module voor antivirus‑ en antispywarebeveiliging weergegeven.
Hulpmiddelen – Deze optie is alleen beschikbaar in de geavanceerde modus. Biedt toegang tot Logbestanden, Quarantaine en de Planner.
Help en ondersteuning – Selecteer deze optie om toegang te krijgen tot Help‑bestanden, de ESET‑knowledgebase en de website van ESET en om een verzoek om technische ondersteuning te verzenden.
De gebruikersinterface van ESET NOD32 Antivirus stelt gebruikers in staat te schakelen tussen de modi Standaard en Geavanceerd. Als u wilt schakelen tussen modi, klikt u op de koppeling Weergave in de linkerbenedenhoek van het hoofdvenster van ESET NOD32 Antivirus. Klik op deze knop om de gewenste weergavemodus te selecteren.
De standaardmodus biedt toegang tot functies die zijn vereist voor veelgebruikte bewerkingen. Er worden geen geavanceerde opties weergegeven.
Als u schakelt naar de geavanceerde modus, wordt de optie Hulpmiddelen toegevoegd aan het hoofdmenu. Met de optie Hulpmiddelen heeft de gebruiker toegang tot de Planner en Quarantaine, en kan de gebruiker logbestanden van ESET NOD32 Antivirus bekijken.
OPMERKING: alle verdere instructies in deze handleiding worden uitgevoerd in de geavanceerde modus.

3.1.1 Werking van het systeem controleren

U kunt de beveiligingsstatus bekijken door op deze optie boven aan het hoofdmenu te klikken. Het submenu Antivirus en antispyware wordt hieronder weergegeven en een statusoverzicht van de werking van ESET NOD32 Antivirus wordt weergegeven in het hoofdvenster van het programma. Klik op Antivirus en antispyware in het hoofdvenster van het programma om de status van de individuele beveiligingsmodules te bekijken
Als de ingeschakelde modules correct werken, zijn ze voorzien van een groen vinkje. Als dit niet het geval is, wordt een rood uitroepteken of een oranje waarschuwingspictogram weergegeven en wordt aanvullende informatie over de module weergegeven in het bovenste deel van het venster. Tevens ziet u hier mogelijke oplossingen voor het probleem met de module. U kunt de status van individuele modules wijzigen door op Instellingen in het hoofdmenu te klikken en op de gewenste module te klikken.
10

3.1.2 Te volgen procedure als het programma niet correct werkt

Als ESET NOD32 Antivirus een probleem met een van de beveiligingsmodules detecteert, wordt dit gemeld in het venster Beveiligingsstatus. Ook wordt hier een mogelijke oplossing voor het probleem aangeboden.
Als het niet mogelijk is om het probleem op te lossen door middel van de lijst met bekende problemen en oplossingen, klikt u op Help en ondersteuning om toegang te krijgen tot de Help‑bestanden of om de knowledgebase te doorzoeken. Als u nog steeds geen oplossing kunt vinden, verstuurt u een verzoek om ondersteuning naar de klantenservice van ESET. Op basis van deze feedback kunnen onze specialisten snel reageren op uw vragen en u op eectieve wijze van advies ten aanzien van het probleem voorzien.
Het venster Geavanceerde instellingen (dat kan worden geopend door op F5 te drukken) bevat andere gedetailleerde updateopties. De vervolgkeuzelijst Updateserver: moet worden ingesteld op Automatisch kiezen. U kunt geavanceerde updateopties configureren, zoals de updatemodus, proxyservertoegang, toegang tot updates op een lokale server en het maken van kopieën van viruskenmerken (in ESET NOD32 Antivirus Business Edition) door op de knop Instellingen… te klikken.

3.2 Update-instellingen

Het uitvoeren van updates voor de database met viruskenmerken en voor programmaonderdelen vormt een belangrijk onderdeel van de complete beveiliging tegen schadelijke code. Besteed speciale aandacht aan de configuratie en werking van het updateproces. Selecteer Update in het hoofdmenu en klik vervolgens op Database viruskenmerken bijwerken in het hoofdvenster van het programma om direct te controleren of een nieuwe update voor de database beschikbaar is. Klik op Gebruikersnaam en wachtwoord instellen… om een dialoogvenster weer te geven waarin u de gebruikersnaam en het wachtwoord invoert die u bij aanschaf hebt ontvangen.
Als de gebruikersnaam en het wachtwoord zijn ingevoerd tijdens de installatie van ESET NOD32 Antivirus, wordt u er hier niet om gevraagd.

3.3 Proxyserver instellen

Als u een proxyserver gebruikt om verbinding te maken met internet op een systeem met ESET NOD32 Antivirus, moet dit in Geavanceerde instellingen (F5) worden opgegeven. U kunt het configuratievenster
Proxyserver openen door in Geavanceerde instellingen op Overige > Proxyserver te klikken. Schakel het selectievakje Proxyserver in en
voer het IP‑adres en de poort van de proxyserver in, samen met de verificatiegegevens.
11
Als deze informatie niet beschikbaar is, kunt u de instellingen van de proxyserver voor ESET NOD32 Antivirus automatisch laten detecteren. Klik hiervoor op de knop Proxyserver detecteren.
OPMERKING: proxyserveropties voor verschillende updateprofielen kunnen verschillen. Als dit het geval is, configureert u de proxyserver in de instellingen voor geavanceerde update.

3.4 Instellingen beveiligen

De instellingen van ESET NOD32 Antivirus kunnen zeer belangrijk zijn met betrekking tot het beveiligingsbeleid binnen uw organisatie. Onbevoegde wijzigingen kunnen de stabiliteit en beveiliging van uw systeem in gevaar brengen. U kunt de instellingsparameters met een wachtwoord beveiligen door naar het hoofdmenu te gaan en op
Instellingen > Volledige structuur voor geavanceerde instellingen invoeren... > Gebruikersinterface > Instellingsbeveiliging te klikken
en vervolgens op de knop Wachtwoord invoeren... te klikken.
Voer een wachtwoord in, bevestig dit door het opnieuw te typen en klik op OK. Dit wachtwoord is vereist voor alle toekomstige wijzigingen in de instellingen van ESET NOD32 Antivirus.
12

4. Werken met ESET NOD32 Antivirus

4.1 Antivirus- en antispywarebeveiliging

Antivirusbeveiliging biedt bescherming tegen kwaadwillende systeemaanvallen door middel van controle over bestanden, e‑mail en internetcommunicatie. Als een bedreiging via schadelijke code wordt gedetecteerd, kan de antivirusmodule deze onschadelijk maken door de code eerst te blokkeren en deze vervolgens op te schonen, te verwijderen of in quarantaine te plaatsen.
4.1.1 Real-timebeveiliging van bestandssysteem
Met real‑timebeveiliging van bestandssysteem worden alle gebeurtenissen met betrekking tot antivirusbeveiliging in het systeem gecontroleerd. Alle bestanden worden gescand op schadelijke code op het moment dat ze op de computer worden geopend, gemaakt of uitgevoerd. Real‑timebeveiliging van bestandssysteem wordt uitgevoerd bij het opstarten van het systeem.

4.1.1.1 Besturingsinstellingen

Met de real‑timebestandssysteembeveiliging worden alle typen media gecontroleerd. De gebeurtenissen. Bij de besturing wordt gebruikgemaakt van de detectiemethoden van de ThreatSense‑technologie (zoals beschreven in Parameters voor ThreatSense‑engine instellen). Het besturingsgedrag kan verschillen voor nieuwe bestanden en bestaande bestanden. Voor nieuwe bestanden is het mogelijk een hoger besturingsniveau in te stellen.
besturing wordt geactiveerd door verschillende

4.1.1.1.3 Aanvullende ThreatSense-parameters voor nieuwe en gewijzigde bestanden

De waarschijnlijkheid van infectie is bij nieuwe bestanden in verhouding hoger dan bij bestaande bestanden. Daarom controleert het programma deze bestanden met aanvullende scanparameters. Behalve algemene, op viruskenmerken gebaseerde scanmethoden wordt ook geavanceerde heuristiek gebruikt, waardoor de detectiepercentages sterk verbeteren. Behalve nieuwe bestanden worden ook zelfuitpakkende bestanden (SFX) en programma's voor runtime‑compressie (intern gecomprimeerde uitvoerbare bestanden) gescand. Archieven worden standaard tot maximaal tien niveaus gescand en worden gecontroleerd ongeacht hun grootte. Schakel de optie Standaardinstellingen voor archieven scannen uit om de scaninstellingen voor archieven te wijzigen.

4.1.1.1.4 Geavanceerde instellingen

Teneinde het systeem minimaal te belasten bij gebruik van real‑timebeveiliging, worden bestanden die reeds zijn gescand, niet opnieuw gescand (tenzij ze zijn gewijzigd). Bestanden worden direct na elke update van de database met viruskenmerken opnieuw gescand. Dit gedrag kan worden geconfigureerd via de optie Geoptimaliseerd scannen. Als deze optie is uitgeschakeld, worden alle bestanden gescand wanneer ze worden geopend.
Real‑timebeveiliging wordt standaard gestart bij het opstarten van het besturingssysteem, waardoor ononderbroken scannen mogelijk is. In speciale gevallen (zoals bij conflicten met een andere real‑timescanner), kan de real‑timebeveiliging worden beëindigd door de optie Automatisch real-timebeveiliging van bestandssysteem starten uit te schakelen.

4.1.1.1.1 Te scannen media

Standaard worden alle typen media gescand op mogelijke bedreigingen.
Lokale stations –
systeem bestuurd.
Verwisselbare media – Netwerkstations – Hiermee worden alle gekoppelde stations gescand.
Wij adviseren u de standaardinstellingen te handhaven en deze alleen in specifieke gevallen te wijzigen, bijvoorbeeld als het scannen van bepaalde media tot aanzienlijke vertragingen in de gegevensoverdracht leidt.

4.1.1.1.2 Scannen op basis van gebeurtenissen

Standaard worden alle bestanden gescand op het moment dat ze worden geopend, uitgevoerd of gemaakt. Wij adviseren u de standaardinstellingen te handhaven aangezien deze het hoogste niveau van real‑timebeveiliging voor uw computer bieden.
De optie Diskettetoegang biedt controle over de opstartsector van de diskette als dit station wordt geactiveerd. De optie Afsluiten computer biedt controle over de opstartsectoren van de vaste schijf tijdens het afsluiten van de computer. Hoewel opstartvirussen vandaag de dag nog maar weinig voorkomen, adviseren wij deze opties ingeschakeld te houden, aangezien de kans op infectie door een opstartvirus uit andere bronnen blijft bestaan.
Hiermee worden alle vaste‑schijfstations van het
Diskettes, USB‑opslagapparaten, enzovoort.
Standaard wordt tijdens het uitvoeren van bestanden geen gebruik gemaakt van geavanceerde heuristiek. In bepaalde gevallen kan het echter nodig zijn om deze optie in te schakelen (door de optie Geavanceerde heuristiek voor uitvoeren bestanden in te schakelen). Houd er rekening mee dat sommige programma's mogelijk trager worden uitgevoerd door geavanceerde heuristiek vanwege de extra belasting van het systeem.

4.1.1.2 Opschoonniveaus

De real‑timebeveiliging heeft drie opschoonniveaus (u opent deze door op de knop Instellingen... in de sectie Real-timebeveiliging van bestandssysteem te klikken en vervolgens op Opschonen te klikken).
Bij het eerste niveau wordt een waarschuwingsvenster met • beschikbare opties weergegeven voor elke gevonden infiltratie. De gebruiker moet een actie kiezen voor elke afzonderlijke infiltratie. Dit niveau is bedoeld voor geavanceerde gebruikers die weten wat ze moeten doen met elk type infiltratie.
Bij het middelste niveau wordt automatisch een vooraf gedefineerde • actie gekozen en uitgevoerd (aankelijk van het type infiltratie). Het detecteren en verwijderen van een geïnfecteerd bestand wordt aangegeven via een informatiebericht in de rechterbenedenhoek van het scherm. Er wordt echter geen automatische actie uitgevoerd als de infiltratie zich binnen een archief bevindt dat tevens schone bestanden bevat of als voor object geen vooraf gedefinieerde actie beschikbaar is.
Het derde niveau is het meest "agressieve": alle geïnfecteerde • objecten worden opgeschoond. Aangezien dit niveau kan resulteren in het verlies van geldige bestanden, adviseren wij dit alleen in specifieke situaties te gebruiken.
Loading...
+ 26 hidden pages