In deze handleiding leest u hoe u het U6-bedieningspaneel gebruikt.
Algemene informatie over de werking van de stroombron en draadaanvoereenheid vindt u in
de bijbehorende handleiding.
Als deze waarschuwing in het display verschijnt, betekent dit dat de stroombron deze functie
niet ondersteunt.
Neem voor een software-update contact op met een erkende ESAB-technicus
1.1Doe dit eerst
Als u de stroombron voor de eerste keer inschakelt, verschijnt dit menu op het display.
Bij aflevering zijn het bedieningspaneel en het display ingesteld op Engels. In het
bedieningspaneel zijn 14 talen opgeslagen: zo kunt u uw taal instellen.
Druk op(dit is de knop rechts onder het display) tot de gewenste taal op het display
verschijnt.
1.2Werking bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat in feite uit twee eenheden: het primaire geheugen en het
geheugen met de lasgegevens.
In het primaire geheugen wordt een volledige reeks lasinstellingen aangemaakt die kan
worden opgeslagen in het geheugen voor de lasgegevens.
Tijdens het lassen bestuurt de inhoud van het primaire geheugen het lasproces. Het is dan
ook mogelijk lasinstellingen van het geheugen met lasgegevens via het primaire geheugen
op te roepen.
Het primaire geheugen bevat altijd de meest recente lasgegevens. Dit kunnen instellingen uit
het geheugen met lasgegevens zijn of instellingen die u zelf hebt aangepast. Het primaire
geheugen is dus nooit leeg en wordt nooit “gereset”.
1.3Bedieningspaneel
1. Display
2. Knop voor instelling van de spanning
3. Knop voor instelling van de
draadtoevoersnelheid en de stroom
De functie van deze knoppen is afhankelijk van het op het display afgebeelde submenu. De
specifieke functie van iedere knop wordt weergegeven door de tekst in de onderste regel van
het display. (Een witte stip naast de tekst geeft aan dat de knop actief is.)
MENU-drukknop
Deze drukknop brengt u naar het keuzemenu (zie paragraaf <>) als u zich in het hoofdmenu
bevindt. Als u zich in een ander menu bevindt, kunt u met deze knop naar het vorige menu
gaan.
1.4Symbolen op het display
Terug naar het hoofdmenu.
De cursor naar beneden verplaatsen voor een nieuwe
parameter.
Het bedieningspaneel heeft verschillende menu's: het hoofdmenu, het metingenmenu, het
keuzemenu, het procesmenu, het instelmenu, het configuratiemenu en het geheugenmenu.
Bij het inschakelen verschijnt er op het display een startscherm met informatie over het soort
bedieningspaneel en de versie van de gebruikte software.
2.1Het hoofdmenu en het metingenmenu
Het hoofdmenu verschijnt altijd meteen na het
inschakelen en toont de ingestelde waarden. Als u
zich in het hoofdmenu bevindt als u begint met lassen,
verandert het menu automatisch om de gemeten
waarden weer te geven (het metingenmenu). De
gemeten waarden blijven zichtbaar op het display, ook
als u stopt met lassen.
Andere menu's kunnen worden geopend zonder dat de gemeten waarden verloren gaan.
Alleen als een knop wordt verdraaid of de lasmethode wordt gewijzigd, worden de
ingestelde waarden in plaats van de gemeten waarden weergegeven.
2.2Het selectiemenu
Via het selectiemenu kunt u het volgende gewenste
menu kiezen: procesmenu, instelmenu,
configuratiemenu of geheugenmenu.
Het procesmenuHet instelmenu
Gebruik dit menu voor
het wijzigen van het
lasproces,
materiaaltype etc.
Het
configuratiemenu
Gebruik dit menu voor
het wijzigen van de
taal, de
maateenheden etc.
Gebruik dit menu voor
het instellen van de
lasparameters, zoals
gasvoorstroom, hot
start-tijd, kratervultijd
etc.
Het geheugenmenu
Gebruik dit menu voor
het opslaan,
oproepen en/of
wissen van
verschillende
opgeslagen
lasinstellingen. Er zijn
tien geheugenposities
voor het opslaan van
lasgegevens.
Bij MIG/MAG-lassen smelt de boog een gevulde draad (de elektrode) die tijdens het lassen
constant wordt aangevoerd en waarbij het lasbad wordt beschermd door een beschermgas.
De pulserende stroom beïnvloedt de overdracht van gesmolten druppels van de draad, om
zo een stabiele boog zonder spatten te produceren, zelfs bij een lage stroom.
B = Hot startC = LassenD = Kratervulling E = Gasnastroom
Gasvoorstroom
Als de schakelaar in de tweetakt-modus wordt ingedrukt, wordt de gasvoorstroom gestart
(indien gebruikt) (1) en wordt de boog ontstoken. Als de schakelaar wordt losgelaten (2),
begint het kratervullen (indien in gebruik), dooft de boog en begint de gasnastroom (indien in
gebruik).
TIP: Als de lastoortsschakelaar tijdens het kratervullen wordt ingedrukt, kunt u zolang als
nodig doorgaan met lassen (weergegeven door de stippellijn), gebruikmakend van de
lasgegevens voor kratervullen. Kratervulling kan ook onderbroken worden door de
lastoortsschakelaar tijdens het proces snel in te drukken en los te laten.
- De tweetaktmodus wordt geactiveerd in het hoofdmenu.
B = Hot startC = LassenD = Kratervulling E = Gasnastroom
Gasvoorstroom
Als de schakelaar in de viertakt-modus wordt ingedrukt, wordt de gasvoorstroom gestart (1).
Als u de schakelaar loslaat (2), begint het lasproces. Als de lasser na het lassen de
schakelaar weer indrukt (3), wordt de kratervulling gestart (indien in werking) en worden de
laswaarden verlaagd. Als de schakelaar weer wordt losgelaten (4), dooft de boog en begint
de gasnastroom (indien in gebruik).
TIP: De kratervulling stopt als de lastoortsschakelaar wordt losgelaten. Als de knop ingedrukt
wordt gehouden, gaat het lassen met verlaagde waarden voor de kratervulling door (de
stippellijn).
- De viertaktmodus wordt geactiveerd in het hoofdmenu.
Kratervulling
Kratervulling voorkomt poriën, hittescheuren en kratervorming in het werkstuk na het lassen.
- De kratervulling wordt ingesteld in het instelmenu.
Hot start
Hot start verhoogt de lasstroom gedurende een bepaalde tijd aan het begin van het
lasproces. Zo wordt de kans op slechte samensmelting aan het begin van de lasverbinding
verkleind.
- De hot start-tijd wordt ingesteld in het instelmenu.
Kruipstart
De kruipstartfunctie verlaagt de doorvoersnelheid van de draad naar 50% van de ingestelde
snelheid, totdat de draad in contact komt met het werkstuk.
- De kruipstart wordt geactiveerd in het hoofdmenu.
Gasspoelen
Gebruik de functie voor gasstroomsnelheid voor het meten van de gasstroom of om de
gasslangen vrij te maken van lucht of vocht voordat u met lassen begint. Gasstroom gaat
door als u de schakelaar ingedrukt houdt en zorgt ervoor dat er geen spanning kan vloeien
en dat de draadaanvoereenheid niet start.
Koude draadaanvoer wordt gebruikt om de draad door te voeren zonder de boog te
ontsteken. Zolang de schakelaar wordt ingedrukt, wordt er draad aangevoerd.
- De koude draadaanvoer wordt geactiveerd in het hoofdmenu.
QSet™
QSet™ wordt gebruikt om de instelling van lasparameters te vergemakkelijken.
•Door de knop naar rechts te draaien wordt de lengte van de lasboog vergroot (+).
•Door de knop naar links te draaien wordt de lengte van de lasboog verkleind (-).
KORTE LASBOOG
Als u gaat lassen met een draad- of gastype, stelt QSet™ automatisch alle benodigde
lasparameters in. Vervolgens slaat QSet™ alle gegevens op om een goede las te
produceren. De spanning wordt vervolgens automatisch aangepast aan veranderingen in de
draadaanvoersnelheid.
BOOGSPRAY
Als u contact maakt met de boogsprayomgeving moet de waarde voor QSet™ toenemen.
Schakel de QSet™-functie uit als u met pure boogspray last. Alle instellingen worden
overgenomen van QSet™, met uitzondering van de spanning die moet worden ingesteld.
Aanbeveling: Las de eerste keer (6 seconden) met QSet™ op testmateriaal om alle juiste
gegevens te verzamelen.
LET OP!
De QSet-functie en de synergiefunctie
kunnen niet tegelijkertijd worden
geactiveerd.
- De Qset-functie wordt geactiveerd in het procesmenu.
Synergie
Iedere combinatie van draadsoort, draaddiameter en gasmengsel vereist een aparte
verhouding tussen draadaanvoersnelheid en spanning (booglengte) om te zorgen voor een
stabiele boog. De boogspanning (booglengte) wordt automatisch gecontroleerd in
overeenstemming met de voorgeprogrammeerde synergische lijn die is gekozen door de
lasser. Zo is het gemakkelijker om snel de optimale lasparameters te vinden. De verhouding
tussen de draadaanvoersnelheid en de andere parameters wordt synergie of synergische lijn
genoemd.
Synergie AAN: het hoofdmenu toont de ingestelde
draadsnelheid en de positieve en negatieve afwijking
van de synergische lijnspanning.
Positieve afwijking wordt weergegeven door een staafje
boven SYN, negatieve afwijking wordt eronder
weergegeven.
Synergie UIT: het hoofdmenu toont de ingestelde waarde voor spanning en draadaanvoer.
- De synergiefunctie wordt geactiveerd in het procesmenu.
Pakket synergische lijnen
Het pakket synergische lijnen dat bij het apparaat is geleverd heet Standard synergic lines
en bevat 33 van de meest gebruikte synergische lijnen.
Het is ook mogelijk om andere pakketten synergische lijnen te bestellen, maar deze moeten
geïnstalleerd worden door een erkende ESAB-technicus.
Inductantie
Een hogere inductantie geeft een vloeiende las en minder spatten. Een lagere inductantie
geeft een scherper geluid, maar levert ook een stabiele, geconcentreerde boog op.
- De inductantie wordt ingesteld in het instelmenu.
Gasvoorstroom
De gasvoorstroomtijd is de tijd waarin het beschermgas stroomt voordat de boog wordt
ontstoken.
- Gasvoorstroom wordt ingesteld in het instelmenu.
Nabrandtijd
De nabrandtijd is een vertraging tussen het tijdstip waarop de draadtransporteenheid de
draad afbreekt en het tijdstip waarop de stroombron de lasstroom uitschakelt. Een te korte
nabrandtijd laat na het lassen een lang stuk draad (lange draadpeuk) achter, waardoor de
draad in het stollende lasbad kan blijven steken. Een te lange nabrandtijd zorgt voor een te
korte draadpeuk waardoor er een risico bestaat dat de lasboog terugslaat in de lastoorts als
de lasser doorgaat met lassen.
- De nabrandtijd wordt ingesteld in het instelmenu.
SCT
SCT is een functie die voor kleine herhaalde kortsluitingen aan het einde van het lassen
zorgt totdat de draadaanvoer volledig gestopt is en het contact met het werkstuk verbroken
is.
Gasnastroom
Gasnastroomtijd is de tijd waarin het beschermgas blijft stromen nadat de boog gedoofd is.
- Gasnastroom wordt ingesteld in het instelmenu.
Wijzigen gegevens van trekkerschakelaar
Deze functie maakt het mogelijk om te schakelen tussen de verschillende ingestelde
lasgegevens. Druk de schakelaar van de lastoorts twee keer in.
Er kan worden geschakeld tussen de geheugenposities 1, 2 en 3, zie
"GEHEUGENBEHEER". Als geheugenpositie 2 geen gegevens bevat, wordt er geschakeld
tussen posities 1 en 3.
ON - U kunt voor, na of tijdens het lassen schakelen tussen de verschillende
geheugenposities.
ARC OFF - U kunt alleen voor of na het lassen schakelen tussen de verschillende
geheugenposities..
- Schakelen tussen toortsgegevens wordt geactiveerd in het configuratiemenu.
AVC feeder (AVC-draadaanvoereenheid)
Als deze functie geactiveerd is, kunt u een draadaanvoereenheid die door de boogspanning
wordt geregeld of een draadaanvoereenheid die onafhankelijk van de lasboog werkt,
gebruiken.
- De AVC-feeder wordt geactiveerd in het procesmenu.
Puntlassen
Selecteer puntlassen als u dunne metaalplaten wilt "puntlassen".
- Het puntlassen wordt geactiveerd en ingesteld in het instelmenu.
Spanning
Een hogere spanning zorgt voor een langere boog en een heter en breder lasbad.
Ongeacht het weergegeven menu kan de instelwaarde voor spanning altijd worden
gewijzigd. De waarde wordt weergegeven in het hoofdmenu of selectiemenu.
Draadaanvoersnelheid
De draadaanvoersnelheid is de snelheid waarmee de draad wordt aangevoerd, uitgedrukt in
m/min.
Ongeacht het weergegeven menu kan de instelwaarde voor de draadaanvoersnelheid altijd
worden gewijzigd. De waarde wordt weergegeven in het hoofdmenu of selectiemenu.
Bij TIG-lassen wordt gebruikgemaakt van een niet-smeltende wolfraamelektrode. Via deze
elektrode wordt de boog ontstoken die het werkstuk smelt. Het lasbad en de
wolfraamelektrode worden beschermd door een beschermgas.
Door pulseren heeft u meer controle over het lasbad en de stolling. De pulsfrequentie is laag
genoeg om tussen iedere puls een gedeelte van het lasbad te laten stollen. Pulsering heeft
vier controleerbare parameters: pulstijd, grondstroomtijd, pulsstroom en grondstroom.
Als de schakelaar in de tweetakt-modus wordt ingedrukt, wordt gasvoorstroom gestart
(indien gebruikt) en wordt de boog (1) ontstoken. De stroom stijgt naar de ingestelde waarde
(deze wordt gereguleerd door de slope-upfunctie, indien ingeschakeld). Als de schakelaar
wordt (2) losgelaten, daalt de stroom (of wordt de slope-down geactiveerd) en wordt de boog
gedoofd. Gasnastroom volgt, indien in werking.
- De tweetaktmodus wordt geactiveerd in het hoofdmenu.
Als de schakelaar in de viertakt-modus wordt ingedrukt, wordt de gasvoorstroom gestart
(indien in gebruik) (1). Na afloop van de gasvoorstroomtijd stijgt de stroom tot het
controleniveau (een paar ampère) en wordt de boog ontstoken. Als de schakelaar wordt
losgelaten (2), stijgt de stroom tot de ingestelde waarde (met slope up, indien in gebruik). Als
de lasser klaar is, drukt hij nogmaals op de schakelaar (3), zodat het huidige stroomniveau
weer daalt (met slope down, indien in gebruik). Als de schakelaar weer wordt losgelaten (4),
dooft de boog en begint de gasnastroom (indien in gebruik).
- De viertaktmodus wordt geactiveerd in het hoofdmenu.
HF
De HF-functie ontsteekt de boog door een vonk die wordt geproduceerd door een
wolfraamelektrode binnen een bepaalde afstand van het werkstuk.
- De HF wordt geactiveerd in het procesmenu.
LiftArc
De LiftArc-functie ontsteekt de boog als de elektrode in contact wordt gebracht met het
werkstuk en er daarna weer van af wordt bewogen.
De boog ontsteken met de LiftArc™-functie:
1.De elektrode wordt in contact gebracht met het werkstuk.
2.De schakelaar wordt ingedrukt en er begint een lage stroom te vloeien.
3.De lasser beweegt de elektrode weg van het werkstuk; de boog wordt ontstoken en de
stroom stijgt automatisch naar de ingestelde waarde.
Met "Live TIG-start" ontsteekt de boog als de wolfraamelektrode in contact wordt gebracht
met het werkstuk en er daarna weer van wordt verwijderd.
- "Live TIG-start" wordt geactiveerd in het procesmenu.
Gasspoelen
Gasspoelen wordt gebruikt bij het meten van de gasstroom of om de gasslangen vrij te
maken van lucht of vocht voordat u gaat lassen. Zolang de schakelaar wordt ingedrukt wordt
het gas gespoeld, de spanning of draadaanvoer wordt niet gestart.
- Gasspoelen wordt uitgevoerd in het hoofdmenu.
Gasvoorstroom
Deze waarde reguleert de tijd waarin het beschermgas stroomt voordat de boog wordt
ontstoken.
- Gasvoorstroom wordt ingesteld in het instelmenu.
Slope up
De slope up is de tijd waarin de stroom geleidelijk naar de ingestelde waarde stijgt nadat de
TIG-boog is ontstoken. Zo wordt de elektrode geleidelijker verhit en kan de lasser de
elektrode goed plaatsen voordat de ingestelde lasstroom wordt bereikt.
- De slope-uptijd wordt ingesteld in het instelmenu.
Slope down
De slope-downfunctie bij TIG-lassen wordt gebruikt om kraterscheuren tegen te gaan bij het
einde van het lassen. Het vermindert de stroomtoevoer geleidelijk aan over een instelbare
periode.
- De slope-downtijd wordt ingesteld in het instelmenu.
Gasnastroom
Deze waarde reguleert de tijd waarin het beschermgas stroomt nadat de boog is gedoofd.
- Gasnastroom wordt ingesteld in het instelmenu.
Pulsduur
Dit is de tijdsduur waarin de pulsstroom aan staat in een pulscyclus.
- De pulsduur wordt ingesteld in het instelmenu.
Grondstroomtijd
Dit is de tijdsduur waarin de grondstroom stroomt. Samen met de pulstijd geeft de
grondstroomtijd de totale pulscyclustijd.
- De grondstroomtijd wordt ingesteld in het instelmenu.
Dit is de lagere stroomwaarde van de twee gebruikte stroomsterktes bij pulsstroomlassen.
- De grondstroom wordt ingesteld in het instelmenu.
Pulsstroom
Dit is de hogere stroomwaarde van de twee stromen die worden gebruikt in
pulsstroomlassen.
Ongeacht het weergegeven menu kan de instelwaarde voor pulsstroom altijd worden
gewijzigd. De waarde wordt weergegeven in het hoofdmenu, selectiemenu of instelmenu.
TIG-lassen met pulsering.
A = StroomB = TijdC = Grondstroomtijd
D = GrondstroomE = PulstijdF = Pulsstroom
Stroom
Hogere stroom zorgt voor een bredere en diepere penetratie in het werkstuk.
Ongeacht het weergegeven menu kan de instelwaarde voor stroom altijd worden gewijzigd.
De waarde wordt weergegeven in het hoofdmenu of selectiemenu.
Wijziging startgegevens
Deze functie maakt het mogelijk om te schakelen tussen de verschillende ingestelde
lasgegevens. Druk de schakelaar van de lastoorts twee keer in.
U kunt schakelen tussen geheugenposities 1, 2 en 3, zie hoofdstuk GEHEUGENBEHEER.
Als geheugenpositie 2 geen gegevens bevat, wordt er geschakeld tussen posities 1 en 3.
ON - U kunt voor, na of tijdens het lassen schakelen tussen de verschillende
geheugenposities.
ARC OFF - U kunt alleen voor of na het lassen schakelen tussen de verschillende
geheugenposities..
- Schakelen tussen toortsgegevens wordt geactiveerd in het configuratiemenu.
Min. stroom (min. voor afstandsbediening)
Gebruikt voor het instellen van de min. stroom voor de afstandsbediening. Als de max.
stroom 100 A bedraagt en de min. stroom 50 A moet zijn, stelt u de min. stroom in op 50%.
Als de max. stroom 100 A bedraagt en de min. stroom 90 A moet zijn, stelt u de min. stroom
in op 90%.
- De min. stroom wordt ingesteld in het instelmenu.
De VRD-functie beperkt de open spanning tot 35 V wanneer er niet wordt gelast. Dit wordt
weergegeven wanneer het pictogram voor VRD zichtbaar is (zie afbeelding).
De VRD-functie wordt geblokkeerd wanneer het systeem waarneemt dat het lassen is
gestart.
Als de VRD-functie is geactiveerd en de nullastspanning de limiet van 35 V overschrijdt,
verschijnt er een foutmelding (16) op het display. Het lassen kan niet worden gestart zolang
de foutmelding wordt weergegeven.
Het VRD-pictogram
LET OP!
De VRD-functie werkt voor stroombronnen waar deze wordt toegepast.
Bij MMA-lassen wordt gebruik gemaakt van beklede elektroden. Als de boog wordt
ontstoken, smelt de elektrode en de bekleding. Deze bekleding vormt daarna de
beschermende slak.
Deze functies kunnen tijdens het lassen niet worden gewijzigd.
2)
De maximale stroom is afhankelijk van de gebruikte apparatuur.
De synergische lijn bij aflevering: rutielelektrode 4,0 mm.
Hot start
De hot start-functie verhoogt de lasstroom voor een instelbare tijd bij het begin van het
lassen. Dit vermindert de kans op problemen door slechte samensmelting aan het begin van
de las.
Hot start-tijd kunt u in het instelmenu kiezen.
Boogdruk
De druk van de lasboog reguleert de verandering van de stroom wanneer de lengte van de
boog verandert. Een lagere waarde zorgt voor een minder kromme boog met minder spatten.
Arc force kunt u in het instelmenu kiezen.
Stroom
Hogere stroom zorgt voor een bredere en diepere penetratie in het werkstuk.
Ongeacht het weergegeven menu kan de instelwaarde voor stroom altijd worden gewijzigd.
De waarde wordt weergegeven in het hoofdmenu of selectiemenu.
Min. stroom (min. voor afstandsbediening)
Gebruikt voor het instellen van de min. stroom voor de afstandsbediening. Als de max.
stroom 100 A bedraagt en de min. stroom 50 A moet zijn, stelt u de min. stroom in op 50%.
Als de max. stroom 100 A bedraagt en de min. stroom 90 A moet zijn, stelt u de min. stroom
in op 90%.
- De min. stroom wordt ingesteld in het instelmenu.
De VRD-functie beperkt de open spanning tot 35 V wanneer er niet wordt gelast. Dit wordt
weergegeven wanneer het pictogram voor VRD zichtbaar is (zie afbeelding).
De VRD-functie wordt geblokkeerd wanneer het systeem waarneemt dat het lassen is
gestart.
Als de VRD-functie is geactiveerd en de nullastspanning de limiet van 35 V overschrijdt,
verschijnt er een foutmelding (16) op het display. Het lassen kan niet worden gestart zolang
de foutmelding wordt weergegeven.
Het VRD-pictogram
LET OP!
De VRD-functie werkt voor stroombronnen waar deze wordt toegepast.
Elektrisch gutsen (ArcAir) maakt gebruikt van een speciale elektrode die bestaat uit een
koolstofstaaf met een koperen omhulsel. Er wordt een boog gevormd tussen de koolstofstaaf
en het werkstuk, het gesmolten materiaal wordt weggeblazen met lucht en er ontstaat een
naad.
Bij apparatuur met geïntegreerde bedieningspanelen werkt de afstandsbediening alleen als
programmaversie 1.21 of hoger is geïnstalleerd.
Werking bedieningspaneel na aansluiting van de afstandsbediening
•Het display blijft het menu tonen dat zichtbaar was toen de afstandsbediening werd
aangesloten.
De afmeting en instellingen worden bijgewerkt, maar worden alleen in die menu's
getoond waarin de instellingen kunnen worden weergegeven.
•Als er een foutcode wordt weergegeven, kan deze pas worden verwijderd nadat de
afstandsbediening is losgekoppeld.
•Bij afstandsbedieningen met 10 programma's kan worden gewisseld tussen de
geheugenposities 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10. Als geheugenpositie 2 leeg is, worden de
waarden van positie 1 bewaard. Zie voor meer informatie het hoofdstuk
“Geheugenbeheer”.
7.2Instellingen
Paneel AAN
Als er een afstandsbediening is aangesloten, kan de stroom of spanning en de
draadaanvoersnelheid worden ingesteld via het bedieningspaneel of de afstandsbediening.
LET OP!
Deze functie moet zijn geactiveerd voordat de afstandsbediening wordt
aangesloten.
- Paneel AAN wordt geactiveerd in het configuratiemenu.
Automatisch opslaan
Als een lasinstelling wordt opgeroepen uit het lasgeheugen en de instellingen zijn aangepast,
worden deze gewijzigde instellingen automatisch opgeslagen als er een nieuwe lasinstelling
uit het geheugen wordt gekozen.
- Automatisch opslaan wordt geactiveerd in het configuratiemenu.
Limieten
De functie geeft de zekerheid van een goede laskwaliteit door max. en min. waarden voor
draadaanvoer/stroomsterkte of voltage in te stellen. De grenswaarden kunt u opslaan onder
de eerste 5 geheugenposities van het lasgeheugen.
- Limieten worden geactiveerd in het configuratiemenu.
Pincode blokk
Met deze functie kan het instelmenu worden geblokkeerd. Het is dan alleen mogelijk het
hoofdmenu, het geheugenmenu en het metingenmenu te selecteren, zie het hoofdstuk
“Pincode blokk”.
- Pincode blokk wordt geactiveerd in het configuratiemenu.
De in het primaire geheugen ingestelde lasgegevens kunnen in het geheugenmenu worden
opgeslagen. Er kunnen maximaal 10 verschillende lasinstellingen worden opgeslagen.
8.1Lasgegevens opslaan
Kies lasinstellingen in het primaire geheugen.
Druk opvoor toegang tot het selectiemenu en dan opvoor toegang tot de
bijbehorende instellingen.
Controleer of de lasinstellingen juist zijn.
Druk opom het geheugenmenu te openen.
Druk optot u de geheugenpositie bereikt waar u de lasinstellingen wilt opslaan, bijv.
positie 2.
Druk op, de lasinstelling wordt nu opgeslagen in geheugenpositie 2. De andere
geheugenposities zijn leeg.
Er kan een foutmelding (fout 44) worden weergegeven als lasgegevens worden
opgeroepen wanneer het U6-paneel een fout heeft gedetecteerd in de
methodegegevens afgelezen uit geheugen en de huidige gegevens. Dit kan
plaatsvinden wanneer lasgegevens worden opgeroepen terwijl het apparaat is
aangesloten op een stroombron die een andere softwareversie heeft dan de
stroombron die werd gebruikt voor het opslaan van de lasgegevens.
Druk opvoor toegang tot het selectiemenu en dan opvoor toegang tot de
bijbehorende instellingen.
Druk opom het geheugenmenu te openen.
Selecteer de geheugenpositie die u wilt oproepen, bijv. positie 2. Druktot u bij positie 2
bent.
Drukom geheugenpositie 2 op te roepen. De volgende vraag verschijnt:
Druk op "JA" als u de lasgegevens van geheugenpositie 2 wilt oproepen als vervanging van
de huidige instellingen in het primaire geheugen. (Indien u van gedachten verandert, drukt u
op "NEE").
Dit pictogramin het hoofdmenu toont de opgeroepen geheugenpositie.
Foutcodes worden gebruikt om aan te geven dat er een fout is opgetreden in de apparatuur.
Ze worden met de volgende symbolen op het display weergegeven:
Storingscodes worden om de drie seconden bijgewerkt. Het bovenste cijfer in
het symbool is het nummer van de foutcode. Het onderste cijfer geeft aan
waar de fout zich heeft voorgedaan.
Het bovenstaande symbool geeft aan dat het bedieningspaneel (0) geen verbinding meer
heeft met de stroombron.
Als er verschillende fouten worden gedetecteerd, wordt alleen de code voor de laatst
opgetreden fout weergegeven.
Druk op een functietoets om symbolen van het display te verwijderen.
Afhankelijk van het soort fout kunnen symbolen constant zichtbaar zijn of knipperen.
Knipperende symbolen worden in de lijst met foutcodes gemarkeerd met een "o".
Bij de hieronder aangegeven foutcodes kan de gebruiker de fout zelf corrigeren. Neem
contact op met een reparateur als een andere code wordt weergegeven.
FoutcodeBeschrijving
1Fout in programmageheugen, (EPROM)
Er is een fout in het programmageheugen.
Deze fout schakelt geen functies uit.
Oplossing: Start de apparatuur opnieuw op. Neem contact op met een
reparateur als de fout zich blijft voordoen.
2Fout in microprocessor-RAM
De microprocessor kan niet lezen/schrijven van/naar een bepaalde
geheugenpositie in het interne geheugen.
0459 287 477
Deze fout schakelt geen functies uit.
Oplossing:start de machine opnieuw op. Neem contact op met een
reparateur als de fout zich blijft voordoen.
De microprocessor kan niet lezen/schrijven van/naar een bepaalde
geheugenpositie in het externe geheugen.
Deze fout schakelt geen functies uit.
Oplossing: Start de apparatuur opnieuw op. Neem contact op met een
reparateur als de fout zich blijft voordoen.
45 V voedingsspanning laag
De voedingsspanning is te laag.
Het lasproces wordt gestopt en kan niet opnieuw gestart worden.
Oplossing: Schakel de netspanning uit om de eenheid te resetten. Neem
contact op met een reparateur als de fout zich blijft voordoen.
5Te hoge/te lage gelijkspanning
De spanning is te laag of te hoog. Een te hoge spanning kan worden
veroorzaakt door sterke fluctuaties in de netspanning of door een slechte
stroombron (hoge inductantie van de stroombron of verlies van een fase).
De stroombron wordt uitgeschakeld en kan niet opnieuw gestart worden.
Oplossing: Schakel de netspanning uit om de eenheid te resetten. Neem
contact op met een reparateur als de fout zich blijft voordoen.
6Hoge temperatuur
De beveiliging tegen oververhitting is in werking getreden.
Het lasproces wordt gestopt en kan niet hervat worden tot de
overhittingsbeveiligingen zijn teruggezet.
Oplossing: Controleer of de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn of vuil
zijn. Controleer de huidige inschakelduur om er zeker van te zijn dat de
eenheid niet wordt overbelast.
8+24V-netspanning (koeleenheid)
De spanning is te hoog of te laag.
Oplossing: Neem contact op met een reparateur.
8Lage batterijspanning +3 V (bedieningspaneel)
De geheugenbatterij is bijna leeg. Als de batterij niet wordt vervangen, gaan
de lasgegevens in het geheugen van het bedieningspaneel verloren.
Deze fout schakelt geen functies uit.
Oplossing: Laat de batterij vervangen door een reparateur.
8+15V-netspanning (draadaanvoereenheid en stroombron)
De draadaanvoersnelheid wijkt af van de ingestelde waarde.
De draadaanvoer stopt als deze fout optreedt.
Oplossing: Neem contact op met een reparateur.
12Communicatiefout (waarschuwing)
De CAN-bus van het systeem kan tijdelijk overbelast zijn.
De stroombron of draadtransporteenheid heeft geen contact meer met het
bedieningspaneel.
Oplossing: Controleer de apparatuur om er zeker van te zijn dat er slechts
één draadaanvoereenheid of afstandsbediening is aangesloten. Neem
contact op met een reparateur als de fout zich blijft voordoen.
14Communicatiefout
Door overbelasting is de CAN-bus tijdelijk buiten werking.
Het lasproces wordt gestopt.
Oplossing: Controleer de apparatuur om er zeker van te zijn dat er slechts
één draadaanvoereenheid of afstandsbediening is aangesloten. Schakel de
netspanning uit om de eenheid te resetten. Neem contact op met een
reparateur als de fout zich blijft voordoen.
15Meldingen verloren gegaan
De microprocessor kan inkomende meldingen niet snel genoeg verwerken,
hierdoor kan er informatie verloren zijn gegaan.
Oplossing: Schakel de netspanning uit om de eenheid te resetten. Neem
contact op met een reparateur als de fout zich blijft voordoen.
16Hoge nullastspanning
De nullastspanning is te hoog.
Oplossing: Schakel de netspanning uit om de eenheid te resetten. Neem
contact op met een reparateur als de fout zich blijft voordoen.
17Geen verbinding
Het bedieningspaneel heeft geen contact meer met de
draadaanvoereenheid.
Het lasproces wordt gestopt.
Oplossing: Controleer de kabels. Neem contact op met een reparateur als
de fout zich blijft voordoen.
Er is een te lange tijd van de regelaar opgetreden (alleen in MIG/MAG).
31Geen reactie van display
De microprocessor heeft geen contact met het display.
Oplossing: Neem contact op met een reparateur.
32Geen gasstroom
De gasstroom is minder dan 6 l/min. Er kan niet worden gestart.
Oplossing: Controleer de gaskraan, de slangen en de aansluitingen.
40Incompatibele eenheden
Onjuiste draadaanvoereenheid is aangesloten. Geen herstart mogelijk
Oplossing: Sluit de juiste draadaanvoereenheid aan.
43De aangesloten stroombron is niet uitgerust met de nieuwste software
Het U6-paneel is aangesloten op een stroombron die regelaartype 17 niet
ondersteunt.
Oplossing: Werk de software van de stroombron bij.
44Fout geheugenbeheer
Het U6-paneel heeft een fout gedetecteerd in de methodegegevens
afgelezen uit het geheugen en de huidige gegevens. Van toepassing op
MIG/MAG-lassen in synergische modus.
Oplossing: Wijzig de instellingen en sla de nieuwe waarden op. De oude
waarden zijn verouderd.
Elk recht op de garantievoorwaarden van de leverancier vervalt als de klant
tijdens de garantieperiode zelf reparaties aan het product uitvoert.
Reserveonderdelen kunt u bestellen via uw dichtstbijzijnde ESAB-dealer. Zie de achterflap
van dit document. Vermeld bij het bestellen altijd het type product, het serienummer, de
bestemming en het nummer van het reserveonderdeel dat u in de lijst met
reserveonderdelen vindt. Dit vergemakkelijkt het versturen en garandeert een goede
aflevering.
Metal powder-filled cored wire (FeE70MCW)Ar + 18% CO
2
1.2 1.4 1.6
MMA welding
Electrode typeElectrode diameter
Basic1.6 2.0 2.5 3.2 4.0 4.5 5.0 5.6 6.0 7.0
Rutile1.6 2.0 2.5 3.2 4.0 4.5 5.0 5.6 6.0 7.0
Cellulose2.0 2.5 3.2 4.0 4.5 5.0 5.6 6.0
Air arc gouging
Electrode type: 4.0 5.0 6.0 8.0
The text on the display panel is available in the following languages: Swedish, Danish,
Norwegian, Finnish, English, German, Dutch, French, Spanish (Castilian), Italian,
Portuguese, Polish, Czech, Hungarian, Turkish and US English.