Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
TOCh
- 2 -
NL
1INLEIDING
Deze handleiding beschrijft het gebruik van het MA4-bedieningspaneel, dat is
geïnstalleerd in draadaanvoereenheid Feed 3004 en Feed 4804.
Algemene informatie over de werking van de stroombron en draadaanvoereenheid
vindt u in de bijbehorende handleiding.
1.1Bedieningspaneel
1Display
2Knop voor instelling van de spanning
3Knop voor instelling van de draadaan
voersnelheid en de lasstroom.
4Verhogen (+) of verlagen (-) selecteren
m.b.v. de functieknoppen. →
5Eerste, tweede en derde functieknop.
1.2Afstandsbediening
Met de afstandsbediening kunnen de primaire parameters van het lasproces worden
ingesteld zonder gebruik te maken van het bedieningspaneel.
Bij apparatuur met geïntegreerde bedieningspanelen werkt de afstandsbediening
alleen als programmaversie 1.21 of hoger is geïnstalleerd.
Werking bedieningspaneel na aansluiting van de afstandsbediening
SHet display blijft het menu tonen dat zichtbaar was toen de afstandsbediening
werd aangesloten.
De meet- en instelwaarden worden bijgewerkt, maar worden alleen
weergegeven in de menu's waarin dit mogelijk is.
SAls er een foutcode wordt weergegeven, kan deze pas worden verwijderd nadat
de afstandsbediening is losgekoppeld.
2MENU's
Het bedieningspaneel heeft verschillende menu's. Het hoofdmenu, het
metingenmenu en het instelmenu.
2.1Het hoofd- en metingenmenu
Het hoofdmenu verschijnt zodra de machine is
ingeschakeld. Het menu toont de ingestelde waardes. Als
het hoofdmenu wordt getoond wanneer het lassen begint,
schakelt het automatisch over om de gemeten waardes te
tonen (metingenmenu). De gemeten waardes blijven zichtbaar op het display, ook als
u stopt met lassen.
Het instelmenu is toegankelijk zonder dat de gemeten waardes verloren gaan. Alleen
als de knop wordt verdraaid worden de ingestelde in plaats van de gemeten waarden
weergegeven.
In werking als de tweetaktregeling van de lastoorts wordt gebruikt.
Hot
start
LassenKrater
vulling
Gasnastroomtijd
Gasvoorstroom (indien gebruikt) begint als de schakelaar van de lastoorts wordt
ingedrukt (1). Het lasproces begint. Als de schakelaar wordt losgelaten (2), begint
de kratervulling (indien geselecteerd) en de lasstroom wordt gestopt. Gasnastroom
begint (indien geselecteerd).
TIP: Als u tijdens het kratervullen de lastoortsschakelaar weer indrukt, gaat het
kratervullen verder totdat de schakelaar wordt losgelaten (stippellijn). Kratervulling
kan ook onderbroken worden door de lastoortsschakelaar tijdens het proces snel in
te drukken en los te laten.
Viertakt
Gasvoorstro
omtijd
In werking als de viertaktregeling van de lastoorts wordt gebruikt.
Hot
start
LassenKrater
vulling
Gasnastroomtijd
Gasvoorstroom begint als de schakelaar van de lastoorts wordt ingedrukt (1): als u
de schakelaar loslaat begint het lasproces. Als de schakelaar weer wordt ingedrukt
(3), begint het kratervullen (indien geselecteerd) en wordt de lasstroom verminderd.
Als de schakelaar wordt losgelaten (4), stopt het lasproces en start de gasnastroom
(indien geselecteerd).
TIP: De kratervulling stopt als de lastoortsschakelaar wordt losgelaten. Als u de
schakelaar ingedrukt houdt, gaat de kratervulling door (de stippellijn).
Kratervulling voorkomt poriën, hittescheuren en kratervorming in de lasnaad.
Smoorspoelwerking
Lage smoorspoelinstelling produceert een hardere, stabielere en geconcentreerde
boog. Hoge smoorspoelinstelling geeft een minder harde boog (minder spatten) en
meer warmte, zodat het lasbad meer kan uitlopen.
Gasvoorstroom
De gasvoorstroomtijd is de tijd waarin het beschermgas stroomt voordat de boog
wordt ontstoken.
Kruipstart
Bij een kruipstart wordt de draad op 50 % van de ingestelde snelheid aangevoerd tot
de draad elektrisch contact met het werkstuk maakt.
Nabrandtijd
Nabrandtijd is de vertraging tussen het tijdstip waarop de draadaanvoersnelheid
afneemt en het tijdstip waarop de stroombron de lasstroom uitschakelt. Een te korte
nabrandtijd resulteert in een langere ”draadpeuk”. Er bestaat dan een kans dat de
draad in het stollende lasbad blijft steken. Een te lange nabrandtijd resulteert in een
kortere ”draadpeuk”, waarbij de kans bestaat dat de lasboog in het lasmondstuk
slaat.
Gasnastroomtijd
Gasnastroomtijd is de tijd waarin het beschermgas blijft stromen nadat de boog
gedoofd is.
Spanning
Een hogere spanning zorgt voor een langere boog en produceert een heter en
breder lasbad.
Ongeacht het weergegeven menu kan de waarde voor spanning worden gewijzigd.
De waarde wordt alleen in het hoofdmenu weergegeven.
Draadaanvoersnelheid
Voor instelling van de gewenste draadaanvoersnelheid in meter/minuut.
Ongeacht het weergegeven menu kan de waarde voor de draadaanvoersnelheid
worden gewijzigd. De waarde wordt alleen in het hoofdmenu weergegeven.
Actief-symbool (donkere achtergrond). Actief betekent dat de bij het
symbool behorende functie in werking kan worden gesteld. Nieuwe waardes kunnen
alleen worden ingegeven als het symbool actief is.
Non-actief-symbool (lichte achtergrond). Non-actief betekent dat de bij het
symbool behorende functie niet veranderd kan worden.
Als er in het instelmenu een non-actief-symbool wordt ingedrukt zal de machine naar
het hoofdmenu terugkeren.
Een punt in de rechter bovenhoek geeft aan dat kratervulling aanstaat..