ZORG DAT U DEZE INFORMATIE DOORGEEFT AAN DE BEDIENER
VAN DIT APPARAAT.
BIJ UW LEVERANCIER KUNT U EXTRA EXEMPLAREN KRIJGEN.
LET OP
Deze instructies zijn voor ervaren bedieners. Als u niet bekend bent met de principes van
de bediening en veilige werking van booglassen en -snijden, raden wij u dringend aan om
ons boekje “Precautions and Safe Practices for Arc Welding, Cutting, and Gouging,” formulier 52-529 door te lezen. Laat ongetraind personeel dit apparaat NIET installeren, bedienen of onderhouden. Probeer dit apparaat NIET te installeren of te bedienen voordat
u deze instructies volledig hebt gelezen en begrepen. Als u deze instructies niet helemaal
begrijpt, neemt u contact op met de leverancier voor meer informatie. Lees de veiligheidsvoorschriften voordat u dit apparaat installeert of bedient.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE GEBRUIKER
Dit apparaat werkt conform de beschrijving in deze handleiding en de bijbehorende labels en/of bladen wanneer het wordt geïnstalleerd, bediend, onderhouden en gerepareerd volgens de bijgeleverde instructies. Dit apparaat moet periodiek worden gecontroleerd. Een slecht werkend of verkeerd onderhouden apparaat mag niet
worden gebruikt. Gebroken, ontbrekende, versleten, vervormde of besmette onderdelen moeten onmiddellijk
worden vervangen. Als een dergelijke reparatie of vervanging nodig is, raadt de fabrikant u aan om telefonisch
of schriftelijk een serviceaanvraag in te dienen bij de erkende distributeur, of bij wie u het apparaat hebt aangeschaft.
Dit apparaat en de bijbehorende onderdelen mogen niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
de fabrikant worden gewijzigd. De gebruiker van dit apparaat is zelf verantwoordelijk voor defecten die ontstaan vanwege onjuist gebruik, verkeerd onderhoud, schade, verkeerde reparatie of wijzigingen door iemand
anders dan de fabrikant of een servicefaciliteit die door de fabrikant is aangewezen.
Gebruikers van ESAB-las- en plasmasnijapparaten moeten er zelf voor zorgen dat iedereen die met of in de buurt
van het apparaat werkt zich aan de betreende veiligheidsvoorschriften houdt. De veiligheidsvoorschriften
moeten aan de eisen voor dit type las- of plasmasnijapparaat voldoen. Houd u aan de volgende aanbevelingen
en aan de standaardreguleringen die voor de werkplek gelden.
Het werk moet worden uitgevoerd door getraind personeel dat goed bekend is met de bediening van las- of
plasmijsnijapparaten. Onjuiste bediening van de apparatuur kan leiden tot gevaarlijke situaties, die kunnen leiden
tot persoonlijk letsel en schade aan het apparaat.
1. Iedereen die las- of plasmasnijapparaten gebruikt, moet bekend zijn met:
- de bediening
- de plaats van noodstop
- de werking
- de relevante veiligheidsvoorschriften
- lassen en/of plasmasnijden
2. Degene die het apparaat bedient, moet ervoor zorgen dat:
- er zich geen ongeautoriseerd personeel in het werkgebied van het apparaat bevindt wanneer dit wordt opgestart
- niemand onbeschermd is wanneer de boog wordt gestart
3. Het werkgebied moet:
- geschikt zijn voor het doel
- vrij zijn van tocht
4. Artikelen voor uw persoonlijke veiligheid:
- Draag altijd de aanbevolen artikelen voor persoonlijke veiligheid, zoals een veiligheidsbril, vlambestendige kleding en veiligheidshandschoenen.
- Draag geen loszittende artikelen, zoals dassen, armbanden, ringen, enz. Deze kunnen verstrikt raken en
brandwonden veroorzaken.
5. Algemene voorzorgsmaatregelen:
- Zorg dat de retourkabel veilig is aangesloten.
- Werkzaamheden met apparatuur van een hoog voltage mogen alleen door een gekwaliceerde elektricien worden uitgevoerd.
- De juiste brandblusapparatuur moet duidelijk zijn aangegeven en binnen handbereik staan.
- Tijdens de bediening van het apparaat mag geen smering en onderhoud worden uitgevoerd.
37
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LASSEN EN PLASMASNIJDEN KUNEN PERSOONLIJK LETSEL EN LETSEL BIJ
WAARSCHUWING
ELEKTRISCHE SCHOK - kan dodelijk zijn.
- Installeer en aard de las- of plasmasnijunit volgens de geldende normen.
- Raak geen elektrische onderdelen of elektrodes die onder stroom staan met de blote huid, natte hand schoenen of natte kleding aan.
- Isoleer uzelf van de aarde en het werkstuk.
- Zorg voor een goede werkhouding.
ROOK EN GAS - kunnen gevaarlijk voor de gezondheid zijn.
- Houd uw hoofd uit de rook.
- Gebruik ventilatie of boogextractie, of beide, om rook en gassen uit de ademzone en de algemene ruimte
te verwijderen.
ANDEREN VEROORZAKEN. NEEM VOORZORGSMAATREGELEN WANNEER
U LAST OF SNIJDT. VRAAG UW WERKGEVER WELKE MAATREGELEN U
MOET TREFFEN, OP BASIS VAN DE RISICOGEGEVENS VAN DE FABRIKANT.
BOOGSTRALEN - kunnen letsel aan ogen en huid veroorzaken.
- Bescherm uw lichaam en uw ogen. Gebruik het juiste las/plasmasnijscherm en lterlens, en draag bescher mende kleding.
- Bescherm omstanders met geschikte schermen of gordijnen.
BRANDGEVAAR
- Vonken (spatten) kunnen brand veroorzaken. Zorg daarom dat er geen ontvlambare materialen in de
buurt staan.
LAWAAI - te veel lawaai kan het gehoor beschadigen.
- Bescherm uw oren. Gebruik oorbeschermers of een andere gehoorbescherming.
- Wijs omstanders op het risico.
DEFECTEN - bel voor assistentie van een expert als het apparaat defect is.
LEES EN BEGRIJP DE INSTRUCTIEHANDELING VOORDAT U HET APPARAAT BEDIENT.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
38
HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING
2.0 Beschrijving
In deze instructies vindt u informatie over de installatie, werking, service en onderdelen van de PCC-10 Plasma
vloeistofverdeler. Dit apparaat laat de koelvloeistof rondstromen om apparatuur voor elektrisch boogsnijden
en lassen te koelen.
2.1 Specicaties
Afmetingen: 906 mm hoog x 552 mm breed x 635 mm diep
Gewicht: 97,5 kg zonder vloeistof / 133 kg met vloeistof
Pompcapaciteit 1,95 gpm bij 100 psi 2,33 gpm bij 100 psi
(7,4 l/min bij 6,9 bar) (8,8 l/min bij 6,9 bar)
Koelvermogen bij 2 gpm 23.100 BTU/u. (6800 watt) 27.720 BTU/u. (8120 watt)
en 7° C temperatuurverschil tussen hoge koelvloeistoftemperatuur en temperatuur van omgevingslucht.
Maximale toevoerdruk 160 psig (11 bar)
Reservoirinhoud 15,2 liter
39
HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING
40
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
3.0 Installatie
Zet de PCC-10 op een geschikte plaats voor een adequate en onbelemmerde luchtstroom in en uit de behuizing.
Voor permanente bevestiging raadpleegt u afbeelding 3.1 voor de afmetingen van de montageopeningen aan
de onderkant van het apparaat.
Diameteropening 5,6 mm, typisch, 8 plaatsen
495 mm
43 mm
87 mm
375 mm
87 mm
Afbeelding 3.1 Afmetingen voor bevestiging
41
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
3
12
11
9
8
7
5
4
460
1
230200
575
DANGER
HIGH
VOLTAGE
10
L2
L1
115 VAC
INPUT
2
13
INPUT POWER
TO
AUX
COOLER
400
OPM.:
De motor wordt verzonden met een bedrading die
geschikt is voor een netspanning van 115 VAC.
De bedrading moet worden aangepast als de
netspanning 230 VAC is.
Zie het bedradingsinformatieplaatje op de motor
voor de juiste 230 VAC bedrading.
3.1 Aansluitingen voor ingangsvoeding
Als de voedingskabel bij de verdeler ontbreekt, gebruikt u een 3-aderige voedingskabel die aan de vereisten
van de ingangsvoeding voldoet. De kabel moet aan het machine-uiteinde ringoren van 6,4 mm hebben. Sluit
de voedingskabel aan op de L1- en L2-terminals op het TB1 Input Power Terminal Board en het aarde-oor aan de
achterkant van het ventilatorondersteuningspaneel. Er is een tting voor trekontlasting aanwezig om een voedingskabel door het achterpaneel van de behuizing te voeren. Raadpleeg afbeelding 3.2 voor de juiste plaatsing
van de ingangsvoltageaansluiting. Op afbeelding 3.2 ziet u de koppeling voor een ingang van 575 volt. De elektrische installatie moet voldoen aan de plaatselijke elektrische codes voor dit soort apparatuur.
Afbeelding 3.2 Voltageaansluitingen
42
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
WAARSCHUWING
EEN ELEKTRISCHE SCHOK KAN DODELIJK ZIJN! VOORDAT U ELEKTRI
SCHE VERBINDINGEN MET DE VOEDINGSBRON MAAKT, MOET U DE
LOCKOUTPROCEDURES VOOR DE MACHINE TOEPASSEN. ALS U EEN
VERBINDING MAAKT VANAF EEN STOPCONTACT MET EEN AAN/UIT
SCHAKELAAR, ZET U DEZE IN DE STAND UIT EN VERGRENDELT U DE
SCHAKELAAR ZODAT DEZE NIET PER ONGELUK KAN WORDEN OM
GEZET. ALS DE VERBINDING VANAF EEN ZEKERINGENKAST WORDT
GEMAAKT, VERWIJDERT U DE BETREFFENDE ZEKERINGEN EN ZET U
HET DEKSEL TERUG. ALS U HET DEKSEL NIET KUNT TERUGZETTEN OF
VERGRENDELEN, MAAKT U EEN ROOD LINTJE VAST AAN DE SCHAKE
LAAR OF ZEKERINGENKAST OM ANDEREN TE WAARSCHUWEN DAT
ER AAN HET CIRCUIT WORDT GEWERKT.
Typische installatie -
Door gebruiker geleverde 1-fase
zekeringenkast met receptakel
en plug
Kabel voor ingangsvoeding
Afbeelding 3.3 Diagram met ingangsaansluiting
43
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
3.2 Regelverbindingen
Op het achterpaneel is een 8-pins J1-receptakel aanwezig om de PCC-10 te voorzien van 115 VAC-regelvoltage
voor de schakelaarregeling van de pompmotor. De PCC-10 moet worden geleverd met dit regelvoltage zodat
de pomp kan werken. Bestel onderdeelnummer 2062106; 8-pins contrastekker en onderdeelnummer 182W61;
kabelklem voor stekker om een regelkabel me een kabel met twee geleiders te maken. Soldeer de draden van
deze kabel aan pin A en B van de stekker en sluit aan op het regelvoltageapparaat. De schakelaarregeling van de
pompmotor werkt niet wanneer geen koeling nodig is.
O/N 2062106; 8pins contrastekker
WAARSCHUWING
NODIGE SLIJTAGE AAN DE POMP VEROORZAAKT.
3.3 Koelvloeistofaansluiting
Deze aansluitingen bevinden zich aan de voorkant van het apparaat en zijn aangegeven met TO en FROM. Sluit
de slangen dienovereenkomstig aan op de PCC-10. De toortsslanguiteinden moeten worden aangebracht met
een 16 mm linker lucht/waterslangconnector en een 16 mm contra rechter lucht/waterslangconnector.
Met de toorts en de PCC-10 aangesloten vult u het reservoir met de speciaal geformuleerde toortskoelvloeistof
(bestel artikelnummer 156F05). Gebruik geen normale antivriesoplossingen, zoals voor een auto, omdat deze
toegevoegde middelen de pomp en de toorts beschadigen.
44
BEDIEN DE POMPMOTOR NIET MET TUSSENPOZEN OMDAT DIT ON
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
Nadat u het reservoir hebt gevuld tot de markering MAX op het voorpaneel, laat u de pomp lopen met de dop
verwijderd om de radiator, slangen en toorts te ontluchten. Controleer opnieuw het koelvloeistofniveau en zorg
ervoor dat het reservoir is gevuld tot de markering MAX. Plaats na het ontluchten de reservoirdop en controleer
het koelvloeistofniveau.
SLUIT DE SLANGEN NIET AAN OP EEN SOLENOIDEKLEP DIE KAN WOR
WAARSCUWING
DEN GESLOTEN WANNEER DE POMP WERKT OMDAT SCHADE AAN DE
POMP KAN ONTSTAAN.
45
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
3.4 Pompdruk regelen
De pompdruk is reeds op de fabriek ingesteld op 130 psi (9 bar). De uitvoerkoelvloeistofdruk kan worden geregeld door de by-passklep op de pomp te openen of te sluiten. De by-passklepschroef bevindt zich onder de
grote eikelvormige moer op de pomp. De druk kan worden verhoogd door de moer met de klok mee te draaien
en worden verlaagd door de moer tegen de klok in te draaien. Wanneer u deze moeren de pakking vervangt,
moet u deze goed vastmaken om te voorkomen dat er lucht in de pomp wordt getrokken. Overschrijd niet de
aanbevolen toevoerdruk naar de toorts die door de fabrikant wordt aanbevolen!
Sluit de pomp niet aan op een gesloten afvoerlijn. Indien de pomp langer dan een paar minuten in een gesloten
lijn werkt, veroorzaakt de snelle opbouw van warmte versnelde slijtage van de mechanische dichting en een
eventueel defect van de pomp. De pompmotor wordt door een thermostaat gestopt wanneer de pomptemperatuur hoger dan 55 graden Celsius is.
Raak de pompmotor niet aan wanneer u de pompdruk regelt omdat
LET OP
de motor zeer heet kan worden, tot 38 graden C boven de omgevingstemperatuur.
By-passklepschroef bevindt zich onder de grote
eikelvormige moer
46
pompmotor
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.