Zoals gebruikt in deze handleiding: Betekent Let op! Wees Alert!
GEVAAR!
Betekent een direct gevaar dat, indien niet vermeden, kan leiden tot direct en ernstig
persoonlijk letsel of overlijden.
WAARSCHUWING!
Betekent een mogelijk gevaar dat kan leiden tot persoonlijk letsel of overlijden.
VOORZICHTIG!
Betekent een gevaar dat kan leiden tot beperkt persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING!
Lees de instructiehandleiding vóór gebruik goed door en volg de
richtlijnen op alle labels, de veiligheidsprocedures van de
werkgever en de veiligheidsbladen (SDS) op.
1.2Veiligheidsmaatregelen
De gebruikers van ESAB-apparatuur zijn er uiteindelijk verantwoordelijk voor erop toe te zien dat
iedereen die met of in de nabijheid van de apparatuur werkt, alle toepasselijke veiligheidsmaatregelen
in acht neemt. Deze veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die voor dit type apparatuur
gelden. De volgende aanbevelingen moeten in acht worden genomen naast de
standaardvoorschriften die op de werkplek van kracht zijn.
Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door daartoe getraind personeel dat goed bekend is
met de werking van de apparatuur. Onjuiste bediening van de apparatuur kan leiden tot gevaarlijke
situaties die letsel voor de gebruiker en schade aan de apparatuur tot gevolg kunnen hebben.
1. Iedereen die de apparatuur gebruikt, moet bekend zijn met:
•de werking ervan
•de plaats van de noodstopknoppen
•de werking ervan
•de toepasselijke veiligheidsmaatregelen
•het las- en snijproces of ander doelmatig gebruik van de apparatuur
2. De gebruiker moet ervoor zorgen dat:
•er zich geen onbevoegde personen ophouden binnen het werkbereik
van de apparatuur wanneer deze wordt ingeschakeld
•niemand onbeschermd is wanneer de lasboog wordt ontstoken of er met
werkzaamheden wordt begonnen
•Draag altijd de aanbevolen persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals
een veiligheidsbril, vlambestendige kleding, veiligheidshandschoenen
•Draag geen loszittende kledingstukken of sieraden zoals sjaals,
armbanden, ringen, etc. die kunnen vastraken of brandwonden kunnen
veroorzaken
5. Algemene veiligheidsmaatregelen:
•Controleer of de aardkabel goed is vastgezet
•Werkzaamheden aan hoogspanningsapparatuur mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien
•Geschikte brandblusapparatuur moet duidelijk gemarkeerd en
gemakkelijk bereikbaar zijn
•Smeer- en onderhoudswerkzaamheden mogen niet worden uitgevoerd
aan in bedrijf zijnde apparatuur
Indien uitgerust met ESAB-koeler
Gebruik alleen door ESAB goedgekeurd koelmiddel. Een niet-goedgekeurd koelmiddel kan de
apparatuur beschadigen en de productveiligheid in gevaar brengen. In geval van een dergelijke
schade zijn alle garantieverplichtingen van ESAB niet langer van toepassing.
Zie het hoofdstuk "ACCESSOIRES" in de instructiehandleiding voor bestelinformatie.
WAARSCHUWING!
Lassen en snijden met een lasboog kan gevaarlijk zijn voor uzelf en anderen. Neem
voorzorgsmaatregelen als u gaat lassen en snijden.
ELEKTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn
•Raak de elektrische onderdelen of elektroden niet aan met uw blote
handen, natte handschoenen of natte kleding.
•Zorg dat u geïsoleerd van het werkstuk en aarde werkt.
•Zorg voor een veilige werkhouding
ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN - Kunnen gevaar opleveren voor uw
gezondheid
•Lassers met pacemakers moeten hun arts raadplegen voordat ze aan
laswerkzaamheden beginnen. EMV kan met sommige pacemakers
interfereren.
•Blootstelling aan EMV kan andere effecten op de gezondheid hebben die
nu nog onbekend zijn.
•Lassers moeten altijd de volgende procedures volgen om de blootstelling
aan elektromagnetische velden te minimaliseren:
○ Leg de elektrode en de werkkabels samen aan dezelfde kant
van uw lichaam. Zet ze indien mogelijk met tape vast. Zorg
ervoor dat uw lichaam zich nooit tussen de toorts en de
werkkabels bevindt. Draai de toorts of werkkabel nooit rond uw
lichaam. Houd de stroombron en laskabels zo ver mogelijk uit
de buurt van uw lichaam.
○ Sluit de werkkabel zo dicht mogelijk bij het te lassen gebied op
het werkstuk aan.
0446 455 201
ROOK EN GASSEN - Kunnen een gevaar opleveren voor uw gezondheid
•Houd uw hoofd uit de gevaarlijke lasrook.
•Gebruik ventilatie en/of afzuiging bij de lasboog om gassen en rook uit uw
inademingsgebied en werkgebied af te voeren.
BOOGSTRALING - Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
•Bescherm uw ogen en lichaam. Gebruik het juiste lasscherm en de juiste
filterlens en draag beschermende kleding.
•Bescherm omstanders m.b.v. schermen of lasgordijnen.
LAWAAI - Te veel geluid kan uw gehoor beschadigen.
Bescherm uw oren. Draag oorbeschermers of andere gehoorbescherming.
BEWEGENDE DELEN - Kunnen letsel veroorzaken
•Houd alle deuren, panelen en kappen gesloten en zorg ervoor dat ze goed
op hun plaats vastzitten. Laat kappen alleen door gekwalificeerd
personeel verwijderen indien onderhoud nodig is en/of problemen moeten
worden opgespoord en verholpen. Breng de panelen of kappen weer aan
en sluit deuren nadat de servicewerkzaamheden zijn voltooid en voordat
de motor word gestart.
•Schakel de motor uit voordat er een eenheid wordt geïnstalleerd of
aangesloten.
•Houd uw handen, haar, losse kleding en gereedschap uit de buurt van
bewegende delen.
BRANDGEVAAR
•Vonken (spatten) kunnen brand veroorzaken. Zorg daarom dat er geen
brandbare materialen in de buurt zijn.
•Niet gebruiken bij gesloten containers.
HEET OPPERVLAK - Onderdelen kunnen brandwonden veroorzaken
•Raak onderdelen niet met blote handen aan.
•Laat het apparaat afkoelen voordat u er werkzaamheden aan uitvoert.
•Gebruik voor het hanteren van hete onderdelen geschikte
gereedschappen en/of geïsoleerde lashandschoenen om brandwonden te
voorkomen.
STORING - Neem bij storingen contact op met een deskundige monteur.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
VOORZICHTIG!
Dit product is alleen bedoeld voor booglassen.
VOORZICHTIG!
Class A-apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in
woonomgevingen waar de elektrische stroom wordt geleverd via
het openbare elektriciteitsnet, dat een lage spanning heeft. In
dergelijke omgevingen kunnen moeilijkheden ontstaan met de
elektromagnetische compatibiliteit van Class A-apparatuur als
gevolg van geleidings- en stralingsverstoringen.
LET OP!
Breng afgedankte elektronische apparatuur naar een
recyclestation!
In overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EG
betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en
de toepassing hiervan overeenkomstig nationale regelgeving, moet
elektrische en/of elektronische apparatuur aan het einde van de
levensduur naar een recyclestation worden gebracht.
Als verantwoordelijke voor de apparatuur moet u zelf informatie
inwinnen over goedgekeurde inzamelpunten.
Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde
ESAB-dealer.
Het leveringsprogramma van ESAB omvat een assortiment lasaccessoires en persoonlijke
beschermingsmiddelen. Voor bestelinformatie kunt u contact opnemen met uw lokale
ESAB-dealer of onze website bezoeken.
De Fabricator EM 401i en Fabricator EM 501i zijn lasstroombronnen voor MIG/MAG-lassen en
kunnen ook worden gebruikt voor het lassen van draad met een poederkern (FCAW-S) en het lassen
van beklede elektroden (MMA). De stroombronnen zijn bedoeld voor gebruik met de volgende
draadaanvoereenheden:
•Fabricator Feed 304
•Fabricator Feed 304w
EM 401i is beschikbaar met en zonder ingebouwde koeleenheid.
EM 501i is alleen beschikbaar met ingebouwde koeleenheid.
De accessoires van ESAB voor dit product zijn vermeld in het hoofdstuk "ACCESSOIRES" in
deze handleiding.
Bedrijfstemperatuur-10 °C tot +40°C (14 °F tot 104°F)
Transporttemperatuur-40 °C tot +70°C (-40 °F tot 158°F)
Afmetingen l × b × h1035×500×1015mm (40,7×19,6×39,9inch)
Gewicht
Gewicht met koeleenheid zonder koelvloeistof111,5 kg (246 lbs)
Gewicht met koeleenheid met koelvloeistof115,5 kg (255 lbs)
IsolatieklasseH
BeschermingsklasseIP 23
Toepassingsklasse
Koeleenheid (500 A - 60% inschakelduur)Alleen voor stroombronnen met koeleenheden
Koelcapaciteit1 kW bij een omgevingstemperatuur van 25°C
KoelmiddelKant-en-klaarkoelmiddel van ESAB
Koelmiddelhoeveelheid4,5 l
Maximaal waterdebiet1,8 l/min
Maximale drukhoogte voor lastoorts Q
Netvoeding, S
sc min
max
66,7 psi (4,6 bar)
Minimaal kortsluitvermogen op het netwerk in overeenstemming met IEC 61000-3-12.
Inschakelduur
De inschakelduur is de tijd uitgedrukt in een percentage van een periode van tien minuten, gedurende
welke u bij een bepaalde belasting kunt lassen of snijden zonder gevaar van overbelasting. De
inschakelduur geldt voor 40°C/104°F of lager.
Beschermingsklasse
De IP-code duidt de beschermingsklasse aan, d.w.z. de mate van bescherming tegen het
binnendringen van vaste deeltjes of water.
Apparatuur met code IP 23 is bedoeld voor binnen- en buitengebruik.
De installatie moet worden uitgevoerd door een vakman.
VOORZICHTIG!
Dit product is bedoeld voor industrieel gebruik. In een woonomgeving kan dit product
radiostoringen veroorzaken. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om passende
voorzorgsmaatregelen te nemen.
4.1Plaatsing
Plaats de stroombron zo dat de in- en uitlaten voor koellucht niet geblokkeerd worden.
4.2Instructies voor montagesteun aanvoereenheid
WAARSCHUWING!
Bedien de apparatuur niet zonder de montagesteun van de aanvoereenheid.
Deze apparatuur voldoet niet aan IEC 61000-3-12. Indien aangesloten op een openbaar
laagspanningsnet, is het de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de
apparatuur om indien nodig in overleg met het distributienetwerk te waarborgen dat de
apparatuur kan worden aangesloten.
Zorg ervoor dat de lasstroombron wordt aangesloten op de juiste voedingsspanning en wordt
beveiligd door een zekering van de juiste waarde. Zorg ervoor dat het apparaat wordt geaard volgens
de geldende voorschriften.
De stroombron past zich automatisch aan de netspanning aan.
Aanbevolen MCB-groottes en minimale kabeldiameter
Fabricator EM 401i / EM 401i met koeleenheid
Netspanning380 V 3~ 50/60 Hz400 V 3~ 50/60 Hz415 V 3~ 50/60 Hz
De bovenstaande kabeldiameters en zekeringen zijn in overeenstemming met de Zweedse
regelgeving. Voor andere regio's geldt dat voedingskabels geschikt moeten zijn voor de
toepassing en moeten voldoen aan de plaatselijke en nationale voorschriften.
Voeding van generatoren
De stroombron kan door verschillende soorten generatoren van voeding worden voorzien. Sommige
generatoren leveren echter niet voldoende stroom om de lasstroombron goed te laten werken.
Aanbevolen worden generatoren met automatische spanningsregeling (AVR, Automatic Voltage
Regulation) of met een gelijkwaardig of beter type regeling en met een nominaal vermogen van ≥
40kW.
De netvoeding moet zijn losgekoppeld tijdens installatie.
WAARSCHUWING!
Wacht tot de DC-buscondensatoren zijn ontladen. De ontlaadtijd van de DC-buscondensator
is ten minste 2 minuten!
Indien de netvoedingskabel moet worden vervangen, moet de aardverbinding met de grondplaat en
de ferriet-elementen op de juiste wijze worden uitgevoerd. Zie de onderstaande afbeelding voor de
volgorde van installatie van de ferriet-elementen, sluitringen, moeren en schroeven.
Algemene veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van de apparatuur kunt u vinden in het
hoofdstuk "VEILIGHEID" in deze handleiding. Lees dit goed door voordat u de apparatuur gaat
gebruiken!
LET OP!
Gebruik bij het verplaatsen van de apparatuur het daarvoor bestemde handvat. Trek nooit aan
de kabels.
WAARSCHUWING!
Elektrische schok! Raak het werkstuk of de laskop tijdens het werken niet aan!
5.1Aansluitingen en bedieningselementen
1. Aansluiting (+): MIG/MAG: laskabel, MMA:
laskabel of aardkabel
2. Aansluiting (-): MIG/MAG: aardkabel, MMA:
aardkabel of laskabel
Op de volgende afbeelding ziet u het bedieningspaneel aan de voorzijde en de knoppen op het
bedieningspaneel van het lasapparaat.
S.nr. NaamFunctie
1EindboogstroomPast de eindboogstroom aan in de 4T- en 4T-herhaalmodus
2EindboogspanningPast de eindboogspanning aan in de 4T- en 4T-herhaalmodus
3BoogdrukDe lasboogdruk is belangrijk voor het vaststellen hoe de stroom
verandert als reactie op een verandering in de booglengte. Een lagere
waarde levert een kalmere boog op, met minder spatten. Dit geldt
alleen voor MMA-lassen.
4InductantieHiermee stelt u de dynamische waarden van de boog in. Een lagere
inductantie resulteert in een harde boog en een hogere inductantie in
een zachte boog.
5DraaddiameterHiermee selecteert u de diameter van de lasdraad. Alleen van
toepassing op MIG-lassen
6Lasproces /
draadtype en gas
Hiermee selecteert u het lasproces
•Massieve draad-CO2 (MIG/MAG)
•Vast menggas (MIG/MAG)
•Gevulde draad (MIG/MAG)
•MMA-lassen
Als de MMA-modus moet worden geselecteerd, 2 seconden ingedrukt
houden. Nogmaals indrukken om de MMA-modus te verlaten.
LET OP!
Er zijn alleen gasopties voor massieve draden, niet voor
gevulde draden.
7LasregelingHiermee selecteert u de lasregelingmodus (2T, 4T, 4T herhaling).
•eindboogspanning, eindboogstroom, inductantie voor het
MIG/MAG-proces en
•stroom en spanning binnen gespecificeerde bereiken.
Functie Intern menu
1. Houd de knoppen voor boogstroom en boogspanning (zie item 1 en 2 in het hoofdstuk
"Aansluitingen en bedieningselementen") tegelijkertijd 3 seconden ingedrukt om het
interne menu te openen en druk tegelijkertijd op de knoppen voor boogstroom en
boogspanning om de instellingen van het interne menu te verlaten.
2. Gebruik in de instellingen van het interne menu de knop op het paneel om te
schakelen tussen menuopties op hetzelfde niveau en om parameterwaarden aan te
passen.
3. In de instellingen van het interne menu dient de inductantieknop op het paneel als
bevestigingsknop voor de parameterselectie.
4. Wanneer u elke parameter instelt in het interne menu en op het digitale display "UIT"
wordt weergegeven, is de huidige parameter de standaardparameter van de
lasstroombron. Wanneer het digitale display andere waarden weergeeft, is het de
parameter voor gebruikersinstelling.
CodeBeschrijvingStandaa
BereikUitleg intern menu
rd
F01Fabrieksinstellinge
n herstellen
F02Gegeven
SPd
draadaanvoersnelh
eid
Langzame
draadaanvoersnelh
F10
eidOFF1,4–18
(kruipstart) m/min
F11Pre-gastijd
OFF
0-25sMIG/MAG: Gasleveringstijd voordat
MIG/MAG: De
draadaanvoersnelheid voordat de
lasboog ontbrandt of voordat de
lasdraad in contact komt met het
werkstuk
F22DC-choppingtijdOFF0-1,00sMIG/MAG: De functie is bedoeld
F25BoogstartspanningOFF12–38V(EM401i)
12–45V(EM501i)
F26BoogstartstroomOFF30–400A (EM401i)
30–500A (EM501i)
F27BoogstarttijdOFF0-10,0sMIG/MAG: De duur van de
F50BoogdoorslagstroomOFF30–400A (EM401i)
30–500A (EM501i)
BereikUitleg intern menu
om duidelijke kleine balletjes aan
het einde van de draad na het
lassen te voorkomen en het
slaagpercentage van de boogstart
de volgende keer te verbeteren.
Deze parameter wordt gebruikt in
combinatie met de
nabrandspanning en nabrandtijd
MIG/MAG: Hogere boogstartstroom
en boogstartspanning om het
smelteffect van de boogstart te
verbeteren.
boogstartstroom en de
boogstartspanning.
MMAW: Stroom op het moment dat
de elektrode contact maakt met het
basismetaal
F51"Hot start"-stroomOFF0–100AMMAW: Extra stroom op het
moment dat de boog start,
gebaseerd op de gegeven
lasstroom.
FB0Zoekopdracht
kaartsoftware en
hardwareversie
FB1Zoekopdracht
storingsrecord
FB2Zoekopdracht
machinemodel
–
Err–Voor servicedoeleinden
C50–Voor servicedoeleinden
010 – 104
110 – 102
Voor servicedoeleinden
210 – 103
300 – 201
5.2Lasregelingmodus
Tweetakt
Met tweetakt begint de gasvoorstroom wanneer de schakelaar van de lastoorts wordt
ingedrukt. Het lasproces begint. Als de schakelaar wordt losgelaten, stopt het lasproces
en begint de gasnastroom.
0446 455 201
Viertakt
Met viertakt start de gasvoorstroom als de schakelaar van de lastoorts wordt ingedrukt
en start de draadaanvoer als de schakelaar wordt losgelaten. Het lasproces gaat door
tot de schakelaar weer wordt ingedrukt, de draadaanvoer stopt en de gasnastroom
begint als de schakelaar wordt losgelaten.
Wanneer de schakelaar van de lastoorts wordt ingedrukt, begint de gasstroom en wordt
er een boog gegenereerd. Wanneer de toortsschakelaar wordt losgelaten, wordt het
genereren van de boog vergrendeld. Wanneer de toortsschakelaar weer wordt
ingedrukt, wordt de eindboog gegenereerd door middel van de eindboogspanning en
-stroom. Wanneer de schakelaar weer wordt losgelaten, stopt het lassen. Wanneer de
toortsschakelaar binnen twee seconden weer wordt ingedrukt en vastgehouden, begint
het lassen met een herhaalde eindboog. Wanneer de schakelaar wordt losgelaten, stopt
de herhaalde eindboog. Als de schakelaar niet binnen 2 seconden opnieuw wordt
ingedrukt, stopt het lassen met herhaalde eindboog.
Viertakt-herhaalmodus (lassen met herhaalde eindboog)
5.3Aansluiting van las- en aardkabel
De stroombron heeft twee uitgangen, een positieve (+) en een negatieve (-) aansluiting, voor het
aansluiten van las- en aardkabels.
Sluit de aardkabel aan op de negatieve (-) aansluiting van de stroombron. Bevestig de contactklem
van de aardkabel aan het werkstuk en zorg voor een goed contact tussen het werkstuk en de uitgang
voor de aardkabel op de stroombron.
Aanbevolen maximale lasstroomwaarden voor de las-/aardkabel (koper) bij een
omgevingstemperatuur van +25°C en een normale cyclus van 10 minuten
Kabeldiameter
2
mm
50290 A320 A370 A0,35V/100A
70360 A400 A480 A0,25V/100A
95430 A500 A600 A0,19V/100A
Aanbevolen maximale lasstroomwaarden voor de las-/aardkabel (koper) bij een
omgevingstemperatuur van +40°C en een normale cyclus van 10 minuten
Kabeldiameter
2
mm
50250 A280 A320 A0,35V/100A
70310 A350 A420 A0,25V/100A
95380 A440 A530 A0,19V/100A
100%60%35%
100%60%35%
Inschakelduur
Inschakelduur
Spanningsverlies/
Spanningsverlies/
10 m
10 m
5.4Symbolen en functies
NetspanningsschakelaarOververhitting (3)
VeiligheidsaardePositie van hijsoog
BoogdrukInductantie
GasdetectieMMA-lassen
Boogsluitstroom /
eindboogstroom
Boogsluitspanning /
eindboogspanning
5.5Thermische beveiliging
De lasstroombron is uitgerust met een oververhittingsbeveiliging die wordt ingeschakeld als de
temperatuur te hoog wordt. Wanneer dit het geval is, wordt de lasstroom onderbroken en gaat een
oververhittingsindicatielampje branden. De oververhittingsbeveiliging wordt automatisch gereset
wanneer de temperatuur gedaald is tot de normale werktemperatuur.
De ventilator draait tijdens het opstarten van de machine en blijft slechts 10 minuten draaien als er
geen activiteit is.
Bij de Fabricator EM 401i: wanneer de lasstroom lager is dan 200 A, draait de ventilator op lage
snelheid. Als de lasstroom hoger wordt dan 200 A, draait de ventilator op hoge snelheid.
Bij de Fabricator EM 501i: wanneer de lasstroom lager is dan 300 A, draait de ventilator op lage
snelheid. Als de lasstroom hoger wordt dan 300 A, draait de ventilator op hoge snelheid.
Nadat het lassen is gestopt, blijft de ventilator nog 10 minuten draaien en schakelt de stroombron over
op de ruststand (energiebesparingsmodus).
5.7Gebruik van de koeleenheid
VOORZICHTIG!
Belangrijk! Schakel de koeleenheid UIT bij MMA-lassen of bij het gebruik van luchtgekoelde
MIG/TIG-lastoortsen om versnelde slijtage van de pomp te voorkomen. Anders werkt de pomp
tegen een gesloten klep.
Schakel de koeleenheid IN bij gebruik van watergekoelde MIG-lastoortsen om schade aan de
kabelset te voorkomen.
5.8Koelmiddelaansluitingen
Voor probleemloos bedrijf wordt een hoogte vanaf de koeleenheid tot de watergekoelde
MIG/MAG-toorts van 8,5 m aangeraden.
5.9Drukregelaar koelmiddel
De pomp is voorzien van een ingebouwde overdrukklep. De klep opent geleidelijk wanneer de druk te
hoog wordt. Dit kan gebeuren als een slang gevouwen is, waardoor de stroom niet mogelijk is of stopt.
De netvoeding moet zijn losgekoppeld tijdens reiniging en onderhoud.
VOORZICHTIG!
Alleen personeel met de juiste elektrotechnische vaardigheden (bevoegd personeel) mag de
veiligheidsplaten verwijderen.
VOORZICHTIG!
Het product valt onder de garantie van de fabrikant. Elke poging om reparatiewerkzaamheden
door niet-goedgekeurde servicecentra of niet-goedgekeurd personeel te laten uitvoeren, zal de
garantie ongeldig maken.
LET OP!
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een veilige en betrouwbare werking.
LET OP!
Verricht vaker onderhoud bij extreem stoffige omstandigheden.
Zorg er voorafgaand aan elk gebruik voor dat:
•het product en de kabels niet beschadigd zijn,
•de lastoorts schoon is en niet beschadigd is.
6.2Routineonderhoud
Onderhoudsschema onder normale omstandigheden. Controleer de apparatuur vóór elk gebruik.
IntervalTe onderhouden gebied
Om de 3 maanden
Reinig de lasaansluitingen.Controleer of vervang de
laskabels.
Om de 6 maanden
0446 455 201
Reinig de binnenkant van de
apparatuur. Gebruik droge
perslucht met 4 bar druk.
Om de prestaties van de stroombron in stand te houden en de levensduur ervan te verlengen, moet
het product regelmatig gereinigd worden. De frequentie hangt af van het volgende:
•het lasproces
•de duur van de lasboog
•de werkomgeving
•de omgeving, dat is onder andere schuursel.
Voor de reinigingsprocedure benodigd gereedschap:
•torx -schroevendraaier, T25 en T30
•droge perslucht met een druk van 4 bar
•beschermingsmiddelen zoals oordopjes, veiligheidsbril, maskers, handschoenen en
veiligheidsschoenen
VOORZICHTIG!
Zorg ervoor dat de reinigingsprocedure plaatsvindt in een daartoe voorbereide werkruimte.
Reinigingsprocedure
VOORZICHTIG!
De reinigingsprocedure moet worden uitgevoerd door een erkende servicemonteur.
1. Koppel de netspanning af.
WAARSCHUWING!
Wacht tot de DC-buscondensatoren zijn ontladen. De ontlaadtijd van de
DC-buscondensator is ten minste 2 minuten!
2. Neem de zijpanelen van de stroombron af.
3. Neem het bovenpaneel van de stroombron af.
4. Verwijder de kunststof afdekking tussen het koellichaam en de ventilator (1).
5. Reinig de stroombron als volgt met droge perslucht (4 bar):
•Het bovenstuk van de achterzijde.
•Vanaf het achterpaneel door het secundaire koellichaam.
•De inductor, transformator en stroomsensor.
•De zijde met vermogenscomponenten, vanaf de achterzijde achter de
printplaat PCB15AP1.
•Beide zijden van de printplaten.
6. Controleer of er geen stof is achtergebleven op enig onderdeel.
7. Breng de kunststof afdekking weer aan tussen het koellichaam en de ventilator (1) en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze wordt gemonteerd tegen het koellichaam.
8. Monteer de stroombron na het reinigen weer en voer tests uit volgens IEC 60974-4.
Volg de procedure in het hoofdstuk “Na reparatie, inspectie en test” in de
Onderhoudshandleiding.
6.4Koeleenheid
Stof, schuursel, slijpsel
De luchtstroom in de koeleenheid bevat deeltjes die achterblijven in het koelelement, met name in een
vuile werkomgeving. Dit leidt tot een verminderde koelcapaciteit. Blaas daarom het koelelement
regelmatig schoon met perslucht.
Het koelsysteem
Gebruik het aanbevolen koelmiddel in het systeem. Anders kan het gaan klonteren en de pomp,
wateraansluitingen of elementen verstoppen. Doorspoelen is alleen mogelijk via de rode
wateraansluiting. Tap hierna de tank met de hand af, dat wil zeggen via de vulopening van de tank.
Gebruik uitsluitend gebruiksklaar koelmiddel van ESAB, zie het hoofdstuk "ACCESSOIRES".
•Vul met koelmiddel. (Het vloeistofpeil dient zich tussen de maximum- en
minimummarkering te bevinden.)
VOORZICHTIG!
Het koelmiddel dient te worden verwerkt als chemisch afval.
LET OP!
Het koelmiddel moet worden bijgevuld als een lastoorts of koelwaterslang van
5 meter of langer wordt aangesloten. Wanneer u het waterniveau bij het
bijvullen wilt aanpassen, hoeft u de koelwaterslang niet los te koppelen.
Voer de volgende controles en inspecties uit voordat u een bevoegde onderhoudsmonteur inschakelt.
In de volgende tabel wordt de foutcode van het lasapparaat beschreven, evenals de oorzaken en
oplossingen
Foutc
ode
F00F00GeenZelftest bij
E1E1GeenStoring lastoortsWanneer het
E2E2GeenUitgangsklem
Weergegeven inhoud
Linkerdisp
lay
Rechterdi
splay
FoutOorzaakOplossing
inschakelen
oververhit
apparaat wordt
ingeschakeld, staat
de schakelaar van
de lastoorts aan. De
schakelaar is
mogelijk defect.
De OKC-klem en de
laskabel zijn niet
goed aangesloten.
De koperen
dwarsdoorsnede van
de
uitgangsvoedingskab
el is te klein. De
uitgangskabel OKC
voldoet niet aan de
vereiste
specificaties. De
ventilator werkt niet
of gaat langzamer
draaien.
Zet de schakelaar
uit. Vervang de
lastoorts.
Controleer of de
OKC-klem en de
laskabel correct zijn
aangesloten.
Gebruik kabels met
de juiste
dwarsdoorsneden.
Kies een geschikte
kabel OKC.
Controleer of de
ventilatorbladen door
vreemde voorwerpen
worden geblokkeerd.
De voedingskabel is
niet correct
aangesloten.
Overspanning van
ingangsvermogen.
Onderspanning van
ingangsvermogen.
Faseonbalans van
ingangsvermogen.
De frequentie van
het
ingangsvermogen
overschrijdt het
bereik.
De nominale
inschakelduur wordt
overschreden. De
luchtopening van de
behuizing is
geblokkeerd. De
ventilator werkt niet
of gaat langzamer
draaien.
Controleer of de
ingangskabels
correct zijn
aangesloten.
Controleer of alle
drie de ingangsfasen
aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de
gebruiker de
nominale
inschakelduur niet
overschrijdt.
Controleer of de
luchtopening
geblokkeerd is.
Controleer of de
ventilatorbladen door
vreemde voorwerpen
worden geblokkeerd.
E5E51 - 8KnopfoutKnop werkt niet.
Knop gaat niet terug
na te zijn ingedrukt.
E6E6GeenOverstroom uitgangDe uitgang is
kortgesloten of de
stroom is te hoog.
E7E7GeenStoring
ingangsvermogen
De voedingskabel is
niet correct
aangesloten.
Faseverlies
ingangsvermogen of
faseonbalans.
E8E8GeenOverspanning
uitgang
De ingangsspanning
is te hoog. De
uitgangskabels zijn
niet correct
aangesloten.
E9E9GeenOverstroom primaire
zijde
De uitgang is
kortgesloten.
Controleer de knop
en vergewis u ervan
dat deze niet blijft
vastzitten.
Controleer of de
uitgang is
kortgesloten.
Controleer of de
ingangskabels
correct zijn
aangesloten.
Controleer of het
ingangsvermogen
normaal is.
Controleer of de
ingangsspanning
normaal is.
Controleer of de
uitgangskabels
correct zijn
aangesloten.
Reparaties en elektrisch onderhoud moeten worden uitgevoerd door een erkende
ESAB-onderhoudsmonteur. Gebruik alleen originele ESAB-onderdelen.
De FabricatorEM 401i/EM 401i met koeleenheid / EM 501i met koeleenheid is ontworpen en
getest in overeenstemming met de internationale normen ENIEC60974-1, ENIEC60974-2 en
ENIEC60974-10. Na voltooiing van onderhouds- of reparatiewerkzaamheden is het de
verantwoordelijkheid van de persoon (of personen) die het werk heeft/hebben uitgevoerd, ervoor te
zorgen dat het product nog steeds voldoet aan de eisen van de bovengenoemde normen.
Reserveonderdelen en verbruiksartikelen kunnen worden besteld via uw dichtstbijzijnde ESAB-dealer,
zie esab.com. Vermeld bij het bestellen altijd het type product, het serienummer, de bestemming en
het nummer van het reserveonderdeel dat u in de lijst met reserveonderdelen vindt. Dit versnelt het
verzenden en garandeert een juiste levering.
0446 400 883Power sourceFabricator EM 401i with cooling unitCE
0446 400 882Power sourceFabricator EM 501i with cooling unitCE
0446 455 *Instruction manual
0463 802 001Service manual
0463 810 001Spare parts list
De drie laatste cijfers van het documentnummer van de handleiding geven de versie van de
handleiding aan. Daarom zijn zie hier vervangen door *. Zorg ervoor dat u een handleiding gebruikt
met een serienummer of softwareversie die overeenkomt met het product. Zie de voorpagina van de
handleiding.
Technische documentatie is beschikbaar op internet: www.esab.com
Use of any other cooling liquid than the
prescribed one might damage the equipment.
In case of such damage, all warranty
undertakings from ESAB cease to apply.