Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
TOCh
- 3 -
NL
1VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB uitrusting draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veilig
heidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van de
installatie werkt. De veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type
uitrusting gesteld worden. De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als
een aanvulling op de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle handelingen moeten uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van de
werking van de uitrusting. Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden waar
door de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden.
1.Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening
S de plaats van de noodstop
S de werking
S de geldende veiligheidsvoorschriften
S de las- en snijtechniek
2.De operateur moet controleren:
S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting bevinden,
voor hij begint te werken.
S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog wordt ontsto
ken.
3.De werkplaats moet:
S doelmatig zijn
S tochtvrij zijn
4.Persoonlijke veiligheidsuitrusting
S Draag altijd de aanbevolen persoonlijke veiligheidsuitrusting, waaronder een veilig
heidsbril, niet-ontvlambare kleding en veiligheidshandschoenen.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die beklemd kun
nen raken, of brandwonden kunnen veroorzaken.
5.Algemene veiligheidsvoorschriften
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
S Alleen bevoegd personeel mag aande elektrische eenheden werken.
S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk
aangegeven plaats.
S Wanneer de uitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen
De vlamboog en het snijden kunnen gevaarlijk zijn voor uzelf en voor anderen; daarom met u
voorzichtig zijn bij het lassen en snijden. Volg de veiligheidsvoorschriften van uw werkgever
op. Ze moeten gebaseerd zijn op de waarschuwingstekst van de producent.
ELEKTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn
SInstalleer en aard de uitrusting volgens de geldende normen.
SRaak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
SZorg dat u geïsoleerd bent van aarde en van het werkstuk.
SZorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS - Kunnen uw gezondheid schaden
SZorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de rook hangt.
SVervers regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de rook en het gas afgezogen
worden.
LICHTSTRALEN - Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
SBescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be
schermende kleding.
SScherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand anders
gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
SDe vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate
riaal in de buurt is.
LAWAAI - Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
SBescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
SWaarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN - Neem contact op met een vakman.
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door voor u overgaat tot installatie en gebruik.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
WAARSCHUWING!
Gebruik de stroombron niet voor het ontdooien van bevroren pijpen.
WAARSCHUWING!
Gebruik plasmatoorts PT-37 met een plasmastroombron voor automatisch snijden.
Bij het gebruik van een toorts die niet is bedoeld voor dit type stroombron bestaat
de kans op elektrische schokken.
LET OP!
Class A-apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in woonomgevingen
waar de elektrische stroom wordt geleverd via het openbare
elektriciteitsnet, dat een lage spanning heeft. In dergelijke omgevingen
kunnen moeilijkheden ontstaan met de elektromagnetische
compatibiliteit van Class A-apparatuur als gevolg van geleidings- en
stralingsverstoringen.
Dit product is uitsluitend bedoeld voor booglassen.
LET OP!
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door voor u
overgaat tot installatie en gebruik.
Breng afgedankte elektronische apparatuur naar een recyclestation!
In overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur en de toepassing hiervan overeenkomstig
nationale regelgeving, moet elektrische en/of elektronische apparatuur aan het einde van
de levensduur naar een recyclestation worden gebracht.
Als verantwoordelijke voor de apparatuur moet u zelf informatie inwinnen over
goedgekeurde inzamelpunten.
Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde ESAB-dealer.
2INLEIDING
Plasmastroombron ESP-101 en plasmatoorts PT-37 zijn een compleet en veilig
plasmasysteem voor snijden en gutsen.
2.1Apparatuur
De stroombron wordt geleverd met:
SInstructiehandleiding
S4,6 m voedingskabel
3TECHNISCHE GEGEVENS
ESP-101
Netspanning3 ~ 380 V, 400 V ±10%, 50 Hz
NetvoedingSsc min. 4 MVA
Zmax. 0,039 Ω
Primaire stroom lmax30 A bij 380 V, 29 A bij 400 V
Minimaal kortsluitvermogen op het netwerk in overeenstemming met IEC 61000-3-12
Netvoeding, Z
Maximaal toegestane invloed op de netwerkimpedantie in overeenstemming met IEC 61000-3-11.
Relatieve inschakelduur
De relatieve inschakelduur geeft de tijd weer als een percentage van een periode van tien minuten
waarin u kunt lassen of snijden met een bepaalde belasting. De inschakelduur geldt bij 40° C.
Veiligheidsnorm
De IP-code geeft de beveiligingsklasse aan, d.w.z. de graad van bescherming tegen vaste voorwer
pen en watter. Apparatuur gemarkeerd met IP 21 is bedoeld voor gebruik binnenshuis.
sc min
max
4INSTALLATIE
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
ELEKTRISCHE SCHOKKEN KUNNEN DODELIJK ZIJN Neem voorzorgsmaatregelen
tegen elektrische schokken. Controleer of alle stroombronnen zijn ontkoppeld –
schakel de schakelaar van het stopcontact uit en trek de voedingskabel van het
apparaat uit het stopcontact voordat u elektrische aansluitingen in de stroombron
tot stand brengt.
bp05dh1
WAARSCHUWING!
Gebruik geen luchtfilters – de installatie of montage van luchtfilters hindert de
koude luchtstroom en kan tot oververhitting leiden. Bij het gebruik van een
willekeurig luchtfilter komt de garantie te vervallen.
WAARSCHUWING!
Controleer of alle stroombronnen naar de primaire kant van de stroombron
(ingangskant) zijn ontkoppeld en trek de voedingskabel van de apparatuur uit het
stopcontact voordat u elektrische aansluitingen in de stroombron tot stand brengt.
Controleer of de voedingsschakelaar is uitgeschakeld en of de aansluiting van het
voedende netwerk stroomloos is.
LET OP!
Dit product is bestemd voor industrieel gebruik. In een woonomgeving kan dit product
radiostoring veroorzaken. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om
passende voorzorgsmaatregelen te nemen.
4.1Benodigde uitrusting
Voor snijden is een compressor nodig die schone, droge en olievrije perslucht levert
met min. 236 l/min. bij 620 KPa (90 psi). De luchtdruk voor het snijden mag niet
hoger zijn dan 1030 KPa (150 psi). Dit is de maximale inlaatdruk voor de
bijgeleverde filterregelaar.
4.2Plaatsing
WAARSCHUWING!
Veranker de uitrusting, met name wanneer de
ondergrond niet egaal is of schuin afloopt.
WAARSCHUWING!
Het is zeer belangrijk dat het frame wordt aangesloten op de goedgekeurde
elektrische aardverbinding om elektrische schokken en ongevallen te voorkomen.
Controleer of de aardverbinding niet per ongeluk op een fasegeleider is
aangesloten.
WAARSCHUWING!
EEN ELEKTRISCHE SCHOK KAN DODELIJK ZIJN. Schakel de machine altijd uit en
vergrendel deze volgens de instructies alvorens elektrische aansluitingen tot stand
te brengen. Indien de geleiders zijn voorzien van netstroomonderbrekers, moeten
de onderbrekers worden uitgeschakeld en vergrendeld met een hangslot om te
voorkomen dat deze onbedoeld worden ingeschakeld. Indien de bijgeleverde
geleiders uit een zekeringkast komen, moeten de zekeringen in kwestie worden
verwijderd en de zekeringkast worden vergrendeld met een hangslot. Indien er geen
hangslot kan worden gebruikt, moet de netstroomonderbreker of zekeringkast zijn
voorzien van een waarschuwing die aangeeft dat er aan het circuit wordt gewerkt.
bp05dh1
LET OP!
Plaats de stroombron minimaal 3 m van de snijlocatie. Vonken en hete slakken van het
snijden kunnen de stroombron beschadigen
De stroombron kan worden gehesen met een kraan of vorkheftruck. Controleer bij
het gebruik van een vorkheftruck eerst of de vorken volledig onder de basis van de
stroombron uitkomen. Gebruik bij hijsen met banden twee aparte banden, zie
afbeelding.
WAARSCHUWING!
Het product moet als volgt worden getild:
Opdat de stroombron voldoende wordt gekoeld, is een goede ventilatie nodig. Houd
het gebied rond de apparatuur zoveel mogelijk vrij van stof en andere
verontreinigingen en zo koel mogelijk. Houd minimaal 30 cm vrije ruimte aan tussen
de stroombron en aangrenzende wanden of andere obstakels om een vrije
koelluchtstroom door de stroombron te garanderen.
4.4Controle bij levering
1.Verwijder de verpakking en controleer de apparatuur op beschadigingen die niet
direct zichtbaar zijn bij ontvangst.
Meld eventuele schade gelijk aan het transportbedrijf.
2.Controleer of zich geen losse onderdelen in de verpakking bevinden, voordat
deze wordt gerecycled.
3.Controleer de koelluchtopeningen en verwijder eventuele obstakels.
4.5Netvoeding
De stroombron is voorzien van een ca. 4,6 m lange 4-aderige kabel voor aansluiting
op 3-fasen netvoeding.
4.5.1Aanbevolen zekeringen en minimale kabeldiameter
ESP-10150 Hz
Netspanning380 V400 V
Opp. netvoedingskabel mm
Fasestroom I
Zekering, traag40 A40 A
1eff
2
4 G 64 G 6
30 A29 A
NB!De bovenstaande kabeldiameters en zekeringen zijn in overeenstemming met de Zweedse
regelgeving. Gebruik de stroombron volgens de geldende nationale regelgeving.
1.Open het klemmenklepje in de zijkant van de
stroombron.
2.Steek de toortskabel door de opening voorin de
stroombron.
3.Druk de toortskabelsteker in het contact in het paneel
(3b). Controleer voor het vastdrukken of de connectors
correct zijn gericht.
4.Sluit de luchtslang aan op de snelkoppeling.
5.Druk de retourkabelsteker in het retourkabelcontact.
6.Sluit het klemmenklepje.
4.9Losstaande verdeelkast installeren
Via de losstaande verdeelkast (accessoire) kan toorts PT-37 met een verlengkabel
worden verbonden. De losstaande verdeelkast wordt samen met een 15, 23 of 30 m
lange verlengkabel en de PT-37 met een standaardkabellengte van 1,4 tot 15 m
gebruikt. Op deze manier zijn toortskabellengtes tot 45 m mogelijk.
Voor de installatie van een losstaande verdeelkast moet de stroombron ESP-101 op
enkele kleine punten worden aangepast en moet de verdeelkast worden
geïnstalleerd en met de verlengkabel worden verbonden. Installeren volgens het
blokdiagram en de aanwijzingen hieronder.
3 fasen en aarde
ESP-101
Toorts PT-37
Losstaande
verdeelkast
Verlengkabel
Aanpassingen van de stroombron zijn van invloed op zowel het elektrische systeem
als het luchtsysteem. Bij de aanpassing van het elektrische systeem (omwisselen
van de stekkers) wordt het bedieningssignaal omgelegd van de solenoïde in de
stroombron naar de pen in het paneelcontact voor de toortskabel. Het
bedieningssignaal gaat vervolgens via de solenoïde in de losstaande verdeelkast.
Bij de aanpassing van het luchtsysteem (omleiden luchtsolenoïde) wordt de
toevoerlucht naar de solenoïde in de losstaande verdeelkast geleid. Dit garandeert
dat bij de toorts direct lucht met voldoende druk beschikbaar is.
4.9.1Aanpassing van ESP-101
Verwijder het bovenpaneel en de zijpanelen van de stroombron.
1.Bedieningskabels solenoïde opnieuw aansluiten
a.Zoek, ontkoppel en wissel de schakelaar- en solenoïdecontacten, zie
afbeelding.
Schakelaarcontact (bovenste)
naar
schakelaar
regeling
van solenoï
deregeling
Solenoïdecontact (onderste)
2.Geïntegreerde luchtsolenoïde omleiden
a.Zoek en verwijder de bijgeleverde slangverbinding.
b.Ontkoppel beide luchtslangen van de in- en uitgang van de solenoïde door
de slangring in te drukken en de slang los te trekken.
c.Leid de inlaatslang naar de uitlaatkant.
d.Sluit de inlaatslang direct op de uitlaatslang aan met de bijgeleverde
slangconnector.
e.NB! De luchtslangen moeten goed worden vastgezet en minimaal 25 mm
van de hulpboogstroomweerstand zitten.
f.Zet de slangen goed vast, zodat ze geen contact kunnen maken met de
hulpboogstroomweerstand.
g.Plaats het bovenpaneel en de rechter zijpanelen van de stroombron terug.
4.9.2Losstaande verdeelkast installeren
1.Verwijder de afdekking en zet de onderplaat van de kast stevig vast op een
stabiele ondergrond op de snijmachine of snijrobot of een andere, geschikte
locatie. Gebruik minimaal twee montagegaten. Plaats de kast zo, dat de
verlengkabel in de kant wordt gestoken zonder markering voor het aansluiten
van de toorts.
De verlengkabel wordt op dezelfde manier op de stroombron aangesloten als de
toortskabel.
1.Open het klemmenklepje op de linker zijkant van de stroombron.
2.Steek de verlengkabel en de luchtslang door de kabelinsteekopening voorop de
eenheid.
3.Steek de verlengkabelsteker (vanuit de losstaande verdeelkast) in het contact.
Controleer voor het vastdrukken of de connectors correct zijn gericht.
4.Sluit de luchtslang vanuit de losstaande verdeelkast op de snelkoppeling aan.
De algemene veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van de hier beschre
ven uitrusting vindt u op pagina 4. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
WAARSCHUWING!
EEN ELEKTRISCHE SCHOK KAN DODELIJK ZIJN
S Bedien de apparatuur NIET als de afdekking is verwijderd.
S Sluit de apparatuur NIET op de voeding aan als deze wordt vastgehouden of
gedragen.
S Raak onderdelen voorop de toortshandgreep (toortstip, hitteschild, elektrode enz.)
NIET aan als de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
WAARSCHUWING!
Controleer voordat werkzaamheden aan de toorts worden verricht of de
hoofdschakelaar naar de stroombron is uitgeschakeld.
WAARSCHUWING!
De bedrijfscircuits in de stroombron worden door de toortskop van de PT-37
begrenst om te voorkomen dat de toorts hoge spanning krijgt als de schakelaar per
ongeluk wordt ingedrukt als het hitteschild is verwijderd. Gebruik voor het
vervangen van de toorts alleen het juiste type vervangende ESAB-toortsen, omdat
deze veiligheidsfunctie anders verloren gaat.
2Aansluiting voor afstandsbediening9Oranje indicatielampje, oververhitting
3Aansluiting voor voedingskabel10 Voltmeter
4Aansluiting voor retourkabel11 Schakelaar (MODE)
5Aansluiting voor plasmatoorts12 Schakelaar (PROCESS)
6Ampèremeter13 Instelknop stroominstellingen
7Hoofdschakelaar I/014 Zekering 2 A, 600 V, traag
5.1.1Uitleg symbolen
Retourkabel (4)
Aansluiting
plasmatoorts (5)
Voeding aan/uit (7)Oververhitting (9)
Foutindicatie (8) Gastest (11)
Plasmagutsen (12) Luchtdruk (1)
5.1.2Drukregelaar (1) (accessoire)
De drukregelaar regelt de snijgasdruk. Draai rechtsom om de gasdruk te verhogen
en linksom om de gasdruk te verlagen. De actuele druk kan in het onderste display
worden afgelezen. De drukeenheid kan in het bovenste display worden afgelezen.
Met of zonder losstaande verdeelkast: Als toortsen met een kabellengte van 1,4 of 5,2 m
worden gebruikt, moet de gasdruk tot 35
prestaties te garanderen.
NB! De regelaar van de eenheid is af fabriek ingesteld op 550 KPa (80 psi) naar de toorts
bij een toevoerdruk van 650 KPa (95 psi). Bij een toevoerdruk naar de eenheid hoger dan
6,5 bar (0.65 MPa) (max. aangeraden druk is 1030 KPa (150 psi)) moet de instelregeling
linksom worden gedraaid om de druk naar de toorts te verlagen naar 550 KPa (80 psi).
Volg de gastestaanwijzingen, zie D.2.
5.1.3Functiekeuzeschakelaar MODE (11)
1.Controle op versleten onderdelen (CONSUMABLE CHECK) - met de schakelaar
in deze stand worden verbruiksonderdelen op een correcte installatie en werking
gecontroleerd door een serie gaspulsen door de toorts te blazen.
De aanduiding PIP (Parts In Place) in het bovenste display toont of de installatie
en werking correct zijn.
-69 KPa (5-10 psi) worden verlaagd om de beste
Bij een fout wordt de foutcode Err (Error) in het bovenste display getoond.
In het onderste display wordt de code voor de actuele fout getoond. Zie
paragraaf 7.1 Foutcodes.
NB! Controleer voordat met snijden wordt begonnen of de schakelaar in de
stand OPERATE staat.
2.Gastest (GAS TEST) – de luchtstroomdruk wordt in het display getoond. De
actuele druk kan in het onderste display worden afgelezen. De drukeenheid kan
in het bovenste display worden afgelezen.
De luchtregelaar moet voordat met snijden wordt begonnen op de aanbevolen
druk worden ingesteld. Laat de lucht enkele minuten stromen om condens uit het
systeem te blazen.
NB! Controleer voordat met snijden wordt begonnen of de schakelaar in de
stand OPERATE staat.
3.Bediening (OPERATE) – zet de schakelaar in deze stand als met snijden of
gutsen wordt begonnen.
5.1.4Processchakelaar (PROCESS) (12)
Met de processchakelaar wordt op basis van het type snijden het stroombronver
mogen gekozen.
1.Gutsstand (GOUGE). In deze stand worden de gutseigenschappen in de
stroombron geoptimaliseerd. Voor gutsen is een hogere boogspanning nodig en
in deze stand staat de stroombron een hogere boogspanning toe en wordt de
uitgaande stroom beperkt tot 85 A.
2.Normale stand (NORMAL). Deze instelling wordt gebruikt voor het normaal
snijden van platen. De hulpboog ontsteekt niet automatisch opnieuw – er is een
nieuw startsignaal nodig.
Waarschuwingslampje, oververhitting. Dit oranje waarschuwingslampje brandt als
een van de thermostaatschakelaars wordt uitgeschakeld door oververhitting in de
apparatuur. In dit geval schakelt de stroombron automatisch uit om schade te
voorkomen. De operator kan de stroombron niet langer bedienen.
Zorg dat de schakelaar van het stopcontact ingeschakeld blijft, zodat de
koelventilator de stroombron kan koelen. Als de temperatuur onder een veilig niveau
komt, sluit de thermostaatschakelaar automatisch en kan de operator de apparatuur
weer bedienen.
5.1.6Foutindicatie (8)
Foutindicatielampje. Dit rode lampje brandt als een fout is opgetreden en de
operator actie moet ondernemen.
NB! De meeste foutsignalen blijven minimaal 10 seconden actief. De stroombron
wordt automatisch gereset als de fout is gestopt of verholpen met uitzondering van
een geactiveerde overstroombeveiliging.
Foutmelding. Als een fout in de werking wordt gevonden, wordt een foutmelding
gegeven. In het bovenste display wordt Err (Error) getoond. In het onderste display
wordt de code voor de actuele fout getoond. Zie paragraaf 7.1 Foutcodes.
5.1.7Display (6, 10)
Voltmeter (bovenste) – toont de directe uitgangsspanning.
Ampèremeter (onderste) – toont de instelwaarde voor de uitgangsstroom.
Het display wisselt tussen volt en ampère en toont het model, de test en de
programmaversie samen met foutcodes (zie hoofdstuk 7.1 Foutcodes).
Als de voedingsspanning wordt ingeschakeld, worden eerst typenummer, PIP (Parts
In Place) en programmaversie getoond. Het onderste display toont de ingestelde
uitgangsstroom.
NB! Als het display na deze inschakelsequentie niet de ingestelde stroom, maar de
modelaanduiding ESP-101 toont, registreert de apparatuur dat de toortsschakelaar
is ingedrukt. Laat de schakelaar los en herstart de apparatuur. Om veiligheidsrede
nen annuleert de stroombron de opstartsequentie als de toortsschakelaar wordt
ingedrukt.
5.2Snijden
1.Schakel de schakelaar (stopcontact o.i.d.) in.
2.Controleer of de compressor op de stroombron is aangesloten.
3.Zet de hoofdschakelaar op I (On).
4.Zet de functiekeuzeschakelaar in de gastteststand (GAS TEST). Stel de
drukregelaar in op 550 KPa (80 psi).
5.Zet de functiekeuzeschakelaar in de bedieningsstand (OPERATE).
6.Zet de processchakelaar in de normale stand (NORMAL) of de gutsstand
(GOUGE).
7.Zie voor meer aanwijzingen de gebruikshandleiding van de toorts.
8.Controleer de toortskop regelmatig en vervang deze, indien versleten of
beschadigd.
9.Controleer ook de toortskabel regelmatig. Als de kabel barsten heeft die door de
mantel of geleiderisolator komen, moet de kabel worden vervangen.
6ONDERHOUD
WAARSCHUWING!
Controleer of de netspanning naar de machine extern is afgesloten. Schakel de
schakelaar van het stopcontact uit voordat u de stroombron inspecteert of
repareert.
WAARSCHUWING!
Er kan zich water of olie in de persluchtleidingen verzamelen. Richt de eerste
luchtstroom altijd van de apparatuur af ter voorkoming van schade.
LET OP!
Alle garantievoorwaarden van de leverancier komen te vervallen als de klant zelf tijdens
de garantieperiode reparaties uitvoert.
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een veilige, betrouwbare werking.
Alleen personen met de juiste elektrische kennis (bevoegd personeel) mogen de
veiligheidsplaten verwijderen.
Indien de apparatuur niet juist werkt, dient u onmiddellijk het werk te stoppen en de
oorzaak van het probleem te achterhalen. Onderhoudswerkzaamheden mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door vakbekwame personen. Elektrisch onderhoud
mag uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektriciens. Laat de apparatuur
nooit controleren, reinigen of repareren door ongekwalificeerde personen. Gebruik
uitsluitend aanbevolen reserveonderdelen.
6.1Inspectie en reiniging
De volgende punten dienen regelmatig te worden gecontroleerd en/of gereinigd met
betrekking tot de stroombron.
1.Sluit de retourkabelaansluiting aan op het werkstuk.
2.Controleer of de aardverbinding van het werkstuk goed is bevestigd aan de
aarde op het frame van de stroombron.
3.Controleer het hitteschild van de toorts. Vervang het schild bij beschadigingen.
4.Controleer de elektrode en het mondstuk iedere dag op slijtage. Verwijder
eventuele spatten en vervang de elektrode en het mondstuk, indien nodig.
5.Controleer of de kabels en slangen niet beschadigd of verbogen zijn.
6.Controleer of alle stekkers, aansluitingen en aardklemmen stevig vastzitten. NB!
Water kan zich in de persluchtleidingen verzamelen. Richt de eerste luchtstroom
altijd van de apparatuur af ter voorkoming van schade.
7.Controleer of alle ingaande voeding is afgesloten. Gebruik een veiligheidsbril en
gezichtsmasker en blaas de stroombron inwendig schoon met droge perslucht
bij een lage druk.
8.Laat regelmatig water uit het filter onder de luchtregelaars lopen.
7PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
EEN ELEKTRISCHE SCHOK KAN DODELIJK ZIJN Controleer of de netspanning
naar de machine extern is ontkoppeld. Schakel de schakelaar van het stopcontact
uit voordat u de stroombron inspecteert of repareert.
WAARSCHUWING!
Plasmasnijders gebruiken bijzonder hoge spanningen die tot ernstig letsel en zelfs
de dood kunnen leiden. Ga uiterst voorzichtig te werk wanneer de afdekkingen zijn
verwijderd.
Voer deze controles uit voordat u contact opneemt met een erkend reparateur.
ProbleemOplossing
Geen lasboog.SControleer of de schakelaar van de netspanning is
ingeschakeld.
SControleer of de lasstroom- en retourkabels correct zijn
aangesloten.
SControleer of de juiste stroomsterkte is ingesteld.
De stroom wordt tijdens het snijden
onderbroken.
De oververhittingsbeveiliging wordt
regelmatig geactiveerd.
Slechte snijprestaties.SControleer of de lasstroom- en retourkabels correct zijn
SControleer of de oververhittingsbeveiligingen zijn
geactiveerd (aangegeven door het lampje op de
voorzijde).
SControleer de zekeringen van de netvoeding.
SZorg ervoor dat de aangegeven waarden voor de
stroombron niet worden overschreden (d.w.z. dat de
eenheid niet wordt overbelast).
aangesloten.
SControleer of de juiste stroomsterkte is ingesteld.
SControleer of de juiste elektrode wordt gebruikt.
SControleer de zekeringen van de netvoeding.
Schakel als u de fout niet kunt vinden de ingaande voeding uit, open het apparaat en
voer een visuele controle uit van alle onderdelen en geleiders. Kijk naar gezwollen of
lekkende condensers en andere tekenen van schade of verkleuring.
stroompad bij verbruiksarti
keltest PIP (Parts In Place).
De zuiger was niet
ingetrokken toen werd
ontlucht.
De zuiger zakte niet terug na
het wegnemen van de
luchttoevoer.
Controleer/vervang
verbruiksartikelen.
Controleer de persluchttoe
voer.
Controleer/vervang
verbruiksartikelen.
8RESERVEONDERDELEN BESTELLEN
ESP 101 is zodanig geconstrueerd en getest dat deze voldoet aan de internationale
en europese norm EN 60974-1 en EN 60974-10. Na onderhoud- of reparatiewerkza
amheden dient de uitvoerende instantie erop toe te zien dat het product nog steeds
voldoet aan de bovengenoemde norm.
Reparaties en elektrisch onderhoud moeten worden uitgevoerd door een erkende
ESAB-onderhoudsmonteur.
Gebruik alleen originele ESAB-onderdelen.
Vermeld altijd het serienummer van het apparaat waarvoor de onderdelen worden
gebruikt. Het serienummer is in het typeplaatje van het apparaat gestanst.
Reserveonderdelen kunt u bestellen via de ESAB-dealer. Zie de laatste pagina van
deze publicatie.