Zoals gebruikt in deze handleiding: Betekent Let op! Wees Alert!
GEVAAR!
Betekent een direct gevaar dat, indien niet vermeden, kan leiden tot direct en ernstig
persoonlijk letsel of overlijden.
WAARSCHUWING!
Betekent een mogelijk gevaar dat kan leiden tot persoonlijk letsel of overlijden.
VOORZICHTIG!
Betekent een gevaar dat kan leiden tot beperkt persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING!
Lees de instructiehandleiding vóór gebruik goed door en volg de
richtlijnen op alle labels, de veiligheidsprocedures van de
werkgever en de veiligheidsbladen (SDS) op.
1.2Niet-conform gebruik
VOORZICHTIG!
Deze apparatuur is niet geschikt voor het volgende:
•Vaten die zwaarder zijn dan het maximale gewicht voor de apparatuur
•Vaten die groter/kleiner zijn dan de maximale/minimale diameter die kan
worden ondersteund
•Als de apparatuur polyurethaan- of rubberbanden heeft, gebruik deze dan niet
op voorverwarmde vaten van meer dan 60 °C
1.3Veiligheidsmaatregelen
De gebruikers van ESAB-apparatuur zijn er uiteindelijk verantwoordelijk voor erop toe te zien dat
iedereen die met of in de nabijheid van de apparatuur werkt, alle toepasselijke veiligheidsmaatregelen
in acht neemt. Deze veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die voor dit type apparatuur
gelden. De volgende aanbevelingen moeten in acht worden genomen naast de
standaardvoorschriften die op de werkplek van kracht zijn.
Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door daartoe getraind personeel dat goed bekend is
met de werking van de apparatuur. Onjuiste bediening van de apparatuur kan leiden tot gevaarlijke
situaties die letsel voor de gebruiker en schade aan de apparatuur tot gevolg kunnen hebben.
•Raak de elektrische onderdelen of elektroden niet aan met uw blote
handen, natte handschoenen of natte kleding.
•Zorg dat u geïsoleerd van het werkstuk en aarde werkt.
•Zorg voor een veilige werkhouding
ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN - Kunnen gevaar opleveren voor uw
gezondheid
•Lassers met pacemakers moeten hun arts raadplegen voordat ze aan
laswerkzaamheden beginnen. EMV kan met sommige pacemakers
interfereren.
•Blootstelling aan EMV kan andere effecten op de gezondheid hebben die
nu nog onbekend zijn.
•Lassers moeten altijd de volgende procedures volgen om de blootstelling
aan elektromagnetische velden te minimaliseren:
○ Leg de elektrode en de werkkabels samen aan dezelfde kant
van uw lichaam. Zet ze indien mogelijk met tape vast. Zorg
ervoor dat uw lichaam zich nooit tussen de toorts en de
werkkabels bevindt. Draai de toorts of werkkabel nooit rond
uw lichaam. Houd de stroombron en laskabels zo ver mogelijk
uit de buurt van uw lichaam.
○ Sluit de werkkabel zo dicht mogelijk bij het te lassen gebied
op het werkstuk aan.
ROOK EN GASSEN - Kunnen een gevaar opleveren voor uw gezondheid
•Houd uw hoofd uit de gevaarlijke lasrook.
•Gebruik ventilatie en/of afzuiging bij de lasboog om gassen en rook uit
uw inademingsgebied en werkgebied af te voeren.
BOOGSTRALING - Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
•Bescherm uw ogen en lichaam. Gebruik het juiste lasscherm en de juiste
filterlens en draag beschermende kleding.
•Bescherm omstanders m.b.v. schermen of lasgordijnen.
LAWAAI - Te veel geluid kan uw gehoor beschadigen.
Bescherm uw oren. Draag oorbeschermers of andere gehoorbescherming.
BEWEGENDE DELEN - Kunnen letsel veroorzaken
•Houd alle deuren, panelen en kappen gesloten en zorg ervoor dat ze
goed op hun plaats vastzitten. Laat kappen alleen door gekwalificeerd
personeel verwijderen indien onderhoud nodig is en/of problemen
moeten worden opgespoord en verholpen. Breng de panelen of kappen
weer aan en sluit de deuren nadat de servicewerkzaamheden zijn
voltooid en voordat de rolstellingen worden gestart.
•Stop de apparatuur voordat u de eenheid installeert of aansluit.
•Houd uw handen, haar, losse kleding en gereedschap uit de buurt van
bewegende delen.
0463 760 101
BRANDGEVAAR
•Vonken (spatten) kunnen brand veroorzaken. Zorg daarom dat er geen
brandbare materialen in de buurt zijn.
HEET OPPERVLAK - Onderdelen kunnen brandwonden veroorzaken
•Raak onderdelen niet met blote handen aan.
•Laat het apparaat afkoelen voordat u er werkzaamheden aan uitvoert.
•Gebruik voor het hanteren van hete onderdelen geschikte
gereedschappen en/of geïsoleerde lashandschoenen om brandwonden
te voorkomen.
STORING - Neem bij storingen contact op met een deskundige monteur.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
VOORZICHTIG!
Class A-apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in
woonomgevingen waar de elektrische stroom wordt geleverd via
het openbare elektriciteitsnet, dat een lage spanning heeft. In
dergelijke omgevingen kunnen moeilijkheden ontstaan met de
elektromagnetische compatibiliteit van Class A-apparatuur als
gevolg van geleidings- en stralingsverstoringen.
LET OP!
Breng afgedankte elektronische apparatuur naar een
recyclestation!
In overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EG
betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
en de toepassing hiervan overeenkomstig nationale regelgeving,
moet elektrische en/of elektronische apparatuur aan het einde
van de levensduur naar een recyclestation worden gebracht.
Als verantwoordelijke voor de apparatuur moet u zelf informatie
inwinnen over goedgekeurde inzamelpunten.
Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde
ESAB-dealer.
Het leveringsprogramma van ESAB omvat een assortiment lasaccessoires en persoonlijke
beschermingsmiddelen. Voor bestelinformatie kunt u contact opnemen met uw lokale
ESAB-dealer of onze website bezoeken.
2INLEIDING
In deze instructiehandleiding wordt het gebruik en onderhoud beschreven van de montage-eenheden
EFU 30 en EFU 30 IB, in dit document aangeduid als EFU. Handelingen die door de fabrikant moeten
worden uitgevoerd, zijn niet in deze handleiding opgenomen.
Deze handleiding is een onderdeel van de EFU. Bewaar een kopie van de handleiding bij de EFU en
bewaar het origineel op een veilige plaats. Als de EFU wordt verkocht, moet u de handleiding
meegeven.
De illustraties en schema's die in deze handleiding worden gebruikt, zijn uitsluitend bedoeld voor
illustratieve doeleinden, om de instructies in de tekst te helpen verklaren. De geleverde apparatuur
kan enigszins afwijken.
De EFU is ontworpen om het verbinden en lassen van cilindrische vaten te ondersteunen.
Door het plaatsen en afstellen van de onafhankelijke hijseenheden op de EFU kunnen vaten met
verschillende diameters op de EFU worden geplaatst in combinatie met een geschikte rolstelling (ECD
of ESD). De wielen kunnen worden afgesteld op het basisframe, voor vaten van verschillende
diameters.
2.3In deze handleiding gebruikte terminologie
BasisframeHet frame waarop wielsteunen zijn gemonteerd. Deze zijn voorgeboord
zodat de wielsteunen kunnen worden geplaatst voor vaten van
verschillende diameters.
WielsteunDe steun waarin de wielen van de EFU zijn ondergebracht. Deze is met
bouten vastgezet op het basisframe. De steun bevat ook een elektrische
cilinder die het wiel optilt of laat zakken.
BedieningspaneelElektrische bedieningskast gemonteerd op het uiteinde van het basisframe.
De EFU 30 IB is beschikbaar met twee verschillende spoorbreedtes.
4INSTALLATIE
4.1Plaatsing
WAARSCHUWING!
Zorg er altijd voor dat er voldoende ruimte is rondom de EFU.
Zorg ervoor dat de EFU, met inbegrip van het vat indien geladen, goed bereikbaar is en dat er rondom
voldoende ruimte is. Plaats de EFU zodanig dat de vaten met een bovenloopkraan of andere
hijstoestellen ongehinderd op de rolstellingen kunnen worden geladen en gelost.
4.2Hijsinstructies
WAARSCHUWING!
Wanneer een richtingsknop (omhoog of omlaag) wordt ingedrukt, zal de EFU het vat optillen of
laten zakken.
LET OP!
Gebruik correct geconfigureerde bovenloopkranen of vorkheftrucks om de EFU te verplaatsen.
Heffen met een kraan
Til de EFU op met behulp van de hijspunten op de EFU-wielsteunen. Gebruik aan elke kant van de
wielsteun één hijspunt, in totaal vier hijspunten. De aanbevolen hoek tussen de ketting en de
hijspunten op de rolstellingen is 60°.
Plaats de EFU op een gladde, vlakke, harde vloer die het gewicht van de EFU en het vat kan dragen,
boven het contactgebied van de EFU met de vloer.
De afstanden tussen de basisframes moeten overeenkomen met de afmetingen van het vat. Als het
vat perfect symmetrisch is en één aandrijving met één vrijloop wordt gebruikt, plaatst u de aandrijving
en de vrijloop op een derde van de afstand over de lengte van het vat, om ervoor te zorgen dat de
belasting gelijk verdeeld is over de delen.
Als een uiteinde van het schip zwaarder is, plaatst u het aandrijf- of vrijloopdeel dichter bij dit uiteinde
om de belasting op elk deel in evenwicht te brengen.
4.3De wielsteunen afstellen
LET OP!
Stel de wielsteunen zodanig af dat de rotatieas van het vat zich op de middenlijn van het
EFU-frame bevindt.
De posities van de twee wielsteunen op het basisframe moeten worden afgesteld voor het laden van
vaten met verschillende diameters.
2. Gebruik een bovenloopkraan om de wielsteun te hijsen met behulp van de hijspunten.
3. Verplaats de wielsteun naar de vereiste positie voor de diameter van het vat.
4. Schroef de wielsteunen met alle bouten weer op het basisframe, en haal de bouten
aan met het correcte aanhaalmoment, d.w.z. M12 (8.8) 81 Nm en M16 (8.8) 197 Nm.
5. Zie de tabellen en de afbeelding hieronder voor de juiste afstanden tussen de twee
wielsteunen.
De ingesloten hoek (α) is de hoek tussen twee lijnen van het midden van de rotatieas van het vat naar
het midden van elk wiel op de EFU. Naarmate de hoek toeneemt, neemt ook de resulterende
belasting op elk wiel toe, en bijgevolg de belasting op de lagers. Als de hoek wordt vergroot, is er ook
een hoger aanhaalmoment en bijgevolg een hoger vermogen vereist om het vat op te tillen.
De afstand tussen de wielsteunen op de EFU is afhankelijk van de diameter van het vat. Voor een
veilige en soepele werking van de EFU wordt aanbevolen de ingesloten hoek (α) tussen 45° en 60° te
houden.
4.5Installatieprocedure
Volg deze installatieprocedure vóór het eerste gebruik, na onderhouds- of reparatiewerkzaamheden,
of na een opslagperiode van de EFU.
De EFU is volledig functioneel getest voordat deze door de fabriek wordt verzonden.
Het wordt aanbevolen om de werking van alle bedieningselementen te controleren voordat de EFU in
productie wordt genomen.
Installatieprocedure:
•Controleer of alle bewegende onderdelen, bijvoorbeeld de wielen, vrij kunnen
bewegen.
•Controleer of alle kabels, het netsnoer en de kabels van de motor in goede staat
verkeren en geen sneden e.d. vertonen.
•Controleer of alle afstandsbedieningen - hangende bedieningseenheden goed
werken.
•Controleer of de noodstop op de afstandsbediening - hangende bedieningseenheid
werkt en alle andere bedieningen blokkeert, zodat de rolstellingen niet opnieuw
kunnen starten, en reset deze vervolgens op het bedieningspaneel.
•Controleer of de noodstop op het bedieningspaneel werkt en alle andere bedieningen
blokkeert, zodat de rolstellingen niet opnieuw kunnen starten, en reset deze
vervolgens op het bedieningspaneel.
•Controleer of het stalen frame niet is beschadigd.
De EFU moet worden gebruikt in combinatie met een aangedreven rolstelling wanneer het object
conisch is en in combinatie met een andere EFU voor het verbinden van blikken aan elkaar of in
groeilijnen.
De EFU bestaat uit een basisframe waarop twee wielsteunen zijn geschroefd. Door de bovenkant van
het basisframe worden gaten geboord voor de plaatsing van de wielsteunen op verschillende
afstanden, aangepast op de diameter van het vat.
Beide wielsteunen zijn uitgerust met elektromechanische cilinders die het vat via een stalen houder
optillen of laten zakken. Beide elektromechanische cilinders zijn uitgerust met een omvormer die de
cilinder regelt.
De montage-eenheid wordt handmatig bediend via een draadloze afstandsbediening - hangende
bedieningseenheid.
3. Lamp netspanning AAN (F32)6. Alarmlamp/-drukknop (F33)
Bedieningspaneel
1. Netschakelaar(F1).
2. Noodstopknop (F30). Een druk op de knop leidt tot functieverlies. De knop moet
worden vrijgegeven voordat de reset kan worden uitgevoerd.
3. Lamp netspanning AAN (F32). Brandt (groen) zodra de stroom is ingeschakeld en het
regelsysteem is opgestart. (De netschakelaar (1) wordt in de AAN-stand gezet). Deze
drukknop wordt, in combinatie met (F33), ook gebruikt voor kalibratie en reset van
een tweede rolstelling (RB2) die wordt aangesloten op de primaire rolstelling (RB1).
4. Noodstopresetknop (F31). Brandt (blauw) wanneer een van de noodstopdrukknoppen
wordt geactiveerd en/of niet wordt gereset. Hij knippert wanneer de
noodstopdrukknoppen weer worden gedeactiveerd en gaat uit wanneer de knoppen
worden ingedrukt (noodstopreset).
5. Witte lamp (F34). Gaat branden nadat de gewenste bedieningsmodus is gekozen,
ofwel lokaal (brandt continu) ofwel via een extern apparaat (knippert), bijvoorbeeld
ESAB CaB. Druk op deze drukknop om de lokale bediening te activeren wanneer de
rolstelling als zelfstandige eenheid wordt gebruikt. Druk nogmaals om deze bediening
te deactiveren. Wanneer de rolstelling is aangesloten op en wordt bediend met een
ESAB CaB, d.w.z. dat de digitale uitgang van de CaB op hoog is ingesteld, knippert
dit lampje totdat het signaal weer op laag wordt gezet.
6. Alarmlamp/-drukknop (F33). Gaat continu (rood) branden als er een storing is
opgetreden. Moet handmatig worden gereset nadat de storing is gedetecteerd en
verholpen. Hij knippert als de batterij van de draadloze afstandsbediening-hangende
bedieningseenheid bijna leeg is en stopt met knipperen wanneer de batterij wordt
opgeladen of vervangen.
7. Connector naar externe bediening, bijvoorbeeld CaB (XS1). Er moet een afsluitplug
met jumpers (1XP1) worden aangesloten om de rolstelling als een zelfstandige
eenheid te kunnen gebruiken.
8. Connector naar controller van een tweede EFU, d.w.z. gesynchroniseerde
aandrijvingen (XP2). Een EFU kan worden aangesloten op elke andere
ECD/ESD-eenheid of EFU. Er moet een afsluitplug met jumpers (1XS2) worden
aangesloten om de EFU als aparte eenheid te kunnen gebruiken, of als dit de laatste
eenheid is in een keten van verschillende aangesloten EFU's.
5.3Draadloze afstandsbediening - hangende
bedieningseenheid
LET OP!
Wanneer een van de richtingsknoppen (omhoog of omlaag) wordt ingedrukt, zal de EFU het
vat onmiddellijk optillen of laten zakken.
Het systeem wordt geleverd met twee draadloze afstandsbedieningen-hangende bedieningseenheden
met oplaadbare batterijen, één ontvanger (gemonteerd achter het bedieningspaneel) en één
inductieve oplader. De twee draadloze afstandsbedieningen-hangende bedieningseenheden werken
op hetzelfde radiokanaal en dezelfde frequentie, en daarom zou er slechts één tegelijk worden
gebruikt. In het ideale geval wordt de ene gebruikt tijdens de werking, terwijl de andere op de lader is
aangesloten.
10. Bewegingsrichting B van de railwagen
(optionele functie).
5.4Schakel de netspanning in
WAARSCHUWING!
Bedien de montage-eenheid niet als er tekenen van schade zijn. Laat ze altijd door een
erkende ESAB-servicemonteur controleren en indien nodig repareren.
Controleer voordat u de montage-eenheid inschakelt of:
1. de wielsteunen correct op het basisframe zijn geschroefd.
2. de wielen correct onder het vat zijn geplaatst.
3. er geen obstakels zijn die de rotatie van het vat (als dit geladen is) verhinderen.
Controleer visueel de wielen, elektrische cilinders, de afstandsbediening - hangende
bedieningseenheid, het bedieningspaneel en de kabels op tekenen van schade.
WAARSCHUWING!
Controleer of de netspanning overeenkomt met de elektrische spanning die is aangegeven op
het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de netvoedingskabel niet op rijbanen van voertuigen of vorkheftrucks ligt en
geen gevaar voor struikelen veroorzaakt.
1) Sluit het netsnoer aan op de voeding.
2) Schakel de netspanning in, het aan/uit-lampje van de netspanning (groen) op het
bedieningspaneel licht op.
3) Schakel een van de twee draadloze afstandsbedieningen - hangende bedieningseenheden in.
WAARSCHUWING!
Er mag slechts één bedieningseenheid worden gebruikt tijdens het gebruik van de
apparatuur. De andere bedieningseenheid moet worden uitgeschakeld en veilig worden
opgeslagen op een aangewezen locatie.
4) Controleer of de noodstopknoppen niet ingedrukt zijn.
5) Druk op de noodstopresetdrukknop.
Als hij als standalone werkt, drukt u op de drukknop van de bedieningsmodus (witte lamp).
De EFU is nu gereed voor gebruik.
5.5De montage-eenheid bedienen
LET OP!
Test de noodstopfunctie regelmatig door minstens één keer per maand op de
noodstopdrukknoppen te drukken.
1) Wanneer de EFU correct is uitgelijnd met een andere eenheid en de wielsteunen in de juiste stand
staan, begint u het vat op de EFU en de gecombineerde eenheid te laden.
Dit moet geleidelijk gebeuren, de EFU mag niet plotsklaps worden geladen. Laden met schokken
kan leiden tot beschadiging van de elektrische cilinders.
Zorg ervoor dat er tijdens de rotatie geen uitsteeksels op het vat tegen voorwerpen rondom de
EFU of op de vloer kunnen slaan.
2) Om het vat op te tillen of te laten zakken, drukt u op de betreffende drukknop voor de
bewegingsrichting:
•2, 3 en 4 om te laten zakken
•6, 7 en 8 om op te tillen
Drukknoppen 2 en 7 hebben twee functies:
•Druk omlaag naar de eerste stand - normale snelheid
•Druk verder naar de onderste stand - hoge snelheid
5.6Bedrijfsveiligheid
Laat de onderdelen van het vat, bijvoorbeeld de aansluitleidingen, tijdens rotatie en/of het laten
zakken niet in aanraking komen met de EFU, vloer of voorwerpen in de buurt. Dit kan schade aan de
EFU veroorzaken.
Zorg ervoor dat u een goede aarding heeft tijdens het lassen. Als er geen goede aarding is, kan dit
leiden tot kortsluiting van de elektrische onderdelen op de EFU.
Als de noodstopknop is ingedrukt, moet de reden voor de actie worden onderzocht voordat de EFU
opnieuw wordt gestart.
De EFU kan overbelast raken als ieder wiel sterker wordt belast doordat de wielsteunen te ver uit
elkaar staan.
VOORZICHTIG!
Zorg ervoor dat de wielsteunen niet te dicht bij elkaar staan.
GEVAAR!
Zeer onveilige positie.
Gebruik de EFU nooit met een ingesloten hoek van minder dan 45°.
Tijdens het ronddraaien kan het vat van de EFU afrollen en personen die zich in de buurt
bevinden, kunnen ernstig letsel oplopen. Dit kan ook gebeuren bij een onevenwichtige
belasting, als het zwaartepunt van het vat buiten de rotatieas valt.
Zie paragraaf "De wielsteunen afstellen" voor meer informatie. Controleer of de eenheden evenwijdig
met elkaar zijn uitgelijnd. Anders kan het vat in de lengterichting gaan kruipen en van de EFU en/of de
rolstellingen vallen. Dit kan ook leiden tot slijtage en schade aan de wielen van de EFU.
De afbeelding toont de correcte uitlijningsprocedure tussen twee delen (twee vrijloopeenheden van de
rolstelling in de afbeelding hierboven).
Uitlijning
1. Zorg ervoor dat de vloer waterpas is en vrij is van barsten of andere beschadigingen.
2. Zorg ervoor dat de hoogtewaarden binnen de limieten liggen.
3. Zorg ervoor dat beide delen hun wielsteunen op de overeenkomstige plaats hebben
gemonteerd, d.w.z. dat C1 en C2 gelijk zijn.
4. Zorg ervoor dat de delen niet worden gekanteld.
5. Zorg ervoor dat: A1 = A2 ± 0,5 mm (0,02 inch) en B1 = B2 ± 0,5 mm (0,02 inch).
5.7Lassen
WAARSCHUWING!
Het vat moet bij het lassen onafhankelijk van de EFU worden geaard.
Een aarding door de EFU veroorzaakt ernstige schade aan de EFU.
De vereisten voor aarding van specifieke lasprocedures moeten bekend zijn, en de aarding moet vóór
het lassen correct worden aangesloten op het schip. Een EFU is niet ontworpen voor een aarding van
het vat tijdens het lassen.
5.8De EFU stoppen
Op de hangende bedieningseenheid van de draadloze afstandsbediening worden de richtingen
omhoog en omlaag alleen geactiveerd als er op een van de daarvoor bestemde drukknoppen wordt
gedrukt.
De beweging wordt gestopt zodra de drukknop wordt losgelaten.
LET OP!
Gebruik de noodstopknop op het bedieningspaneel en de hangende bedieningseenheid van
de afstandsbediening alleen in geval van nood.
Tijdens alle onderhouds- of reparatieprocedures moet de EFU elektrisch worden geïsoleerd.
Schakel de netspanning uit en koppel het netsnoer los.
WAARSCHUWING!
Na het loskoppelen van de voeding kan er nog wat restlading zijn in sommige onderdelen in
het paneel. Wacht enkele minuten na het loskoppelen van de netspanning voordat u de
werkzaamheden start aan elektrische onderdelen van de EFU.
De installatieprocedure moet worden uitgevoerd na het onderhoud, de reparatie of de opslagperiode,
zie de paragraaf "Installatieprocedure".
6.2Opslag
Bewaar de EFU op een koele, droge plaats. Na een lange periode van opslag moet de EFU grondig
worden gecontroleerd voordat deze wordt gebruikt.
WAARSCHUWING!
Als de EFU in een koud klimaat wordt opgeslagen of getransporteerd, en naar een warme
locatie wordt gebracht, kan er condensatie ontstaan in de EFU of de elektrische
bedieningselementen. Laat de EFU zich aan de nieuwe omgevingstemperatuur aanpassen.
VOORZICHTIG!
Bewaar de EFU niet onbeschermd buiten. De EFU moet afgedekt worden, en blank metalen
oppervlakken, lagers, tandwielen en assen moeten goed gesmeerd zijn om corrosie te
voorkomen.
6.3Reparatie en onderhoud
Houd de EFU schoon en vrij van vuil of afval van het lasproces.
Controleer de elektromechanische cilinder regelmatig en houd hem schoon, vooral de zuiger en het
gebied rond de afdichting bovenop de cilinder. Controleer de zuiger en de afdichting op
beschadigingen.
Inspecteer de volledige installatie van de EFU ten minste eenmaal per jaar. Let in het bijzonder op:
De EFU moet vóór het reinigen elektrisch worden geïsoleerd. Elektrische onderdelen mogen
niet in contact komen met water of andere vloeibare schoonmaakmiddelen.
LET OP!
Controleer of de EFU schoon is. Eventuele boogvonken, flux of slak moeten zo snel mogelijk
worden verwijderd van de EFU.
Controleer regelmatig of de apparatuur vrij is van mechanische of elektrische schade.
Minstens één keer per maand.
Er zijn geen speciale schoonmaakinstructies voor de EFU. De EFU creëert bij een normale werking
geen vervuiling voor de omringende omgeving, maar als het lasproces wordt uitgevoerd op de EFU,
kunnen deze vervuild raken.
6.5Defecten
Als de EFU niet meer werkt, moet de apparatuur worden gerepareerd door bevoegde ESAB
servicemonteurs.
LET OP!
Herhaalde storingen duiden op een probleem met de EFU. Informeer de verantwoordelijke
voor service en onderhoud.
6.6Elektromechanische cilinder
WAARSCHUWING!
Tijdens alle onderhoudswerkzaamheden aan de elektromechanische cilinder moet de
voedingsbron zijn losgekoppeld.
WAARSCHUWING!
Bescherm bewegende/draaiende onderdelen tegen onbedoelde toegang.
Regelmatige onderhoudscontroles:
•Controleer regelmatig of de elektromechanische cilinder altijd stopt vóór de
waarschuwingszones.
•Controleer regelmatig of de elektromechanische cilinder altijd stopt voordat de
externe mechanische aanslagen zijn bereikt.
De trapeziumspindel van de elektromechanische cilinder moet minstens eens per 24 maanden
worden gesmeerd of eerder als het hieronder aangegeven aantal cycli is bereikt (zie de tabel). Zie
voor het type smering 5.9 Smeermiddel.
Laat de elektromechanische cilinder draaien om de smeerpositie te bereiken.
Smeerpositie (mm van ingeschoven stand)
MCT 75X=12 tot 28 mm
Smeer de elektromechanische cilinder via de nippel, ongeveer 100 g/1000 mm slag. Gebruik niet
meer vet dan wordt aanbevolen.
De tandwielkast van de elektromechanische cilinder wordt gewoonlijk permanent gesmeerd. Het
smeermiddelniveau moet ten minste halverwege het wormwiel liggen of de hele wormschroef
bedekken.
6.6.2Smeermiddel
LET OP!
Meng een synthetisch smeermiddel nooit met een smeermiddel op basis van minerale olie.
Vul alleen met het type smeermiddel dat op het plaatje staat vermeld!
Gebruik alleen het gespecificeerde vet op de trapeziumspindel.
Op het typeplaatje van de machine staat het type smeermiddel dat in de tandwielkast van de
elektromechanische cilinder moet worden gebruikt. De tandwielkast van de elektromechanische
cilinder wordt eenmalig gesmeerd bij levering en het smeermiddel hoeft tijdens normaal bedrijf niet te
worden vervangen.
Hoeveelheid smeermiddel tandwielkast
Afmeting elektromechanische
cilinder
MCT20MCT30MCT40MCT75
Hoeveelheid (liter)0,10,30,30,65
De trapeziumspindel/buis wordt gesmeerd met: "Klüber Duotempi PMY45"
Een aantal van deze lagers wordt in de fabriek permanent gesmeerd, maar glijlagers aan de wielas
moeten minstens eenmaal per twee maanden worden gesmeerd, afhankelijk van de mate van
gebruik. Er bevindt zich één smeernippel op elk uiteinde van de wielas.
6.6.4PU-wielen
Een PU-wiel vervangen:
1) Draai de 6 bouten aan weerszijden los om de as met het wiel los te maken.
2) Til het PU-wiel op.
3) Zorg ervoor dat de wielen en de as tijdens deze werkzaamheden veilig in de bovenloopkraan
hangen.
4) Ook moet de zijplaat door een kraan worden ondersteund vanwege zijn gewicht. Er bevindt zich
een borgschroef aan elk uiteinde van de gegoten velg, die moet worden losgedraaid voordat de
PU-wielen van de as kan worden geduwd.
5) Controleer voordat u de nieuwe PU-wielen monteert of de as en spieën onbeschadigd zijn.
Vervang ze indien nodig.
7PROBLEMEN OPLOSSEN
Voer de volgende controles en inspecties uit voordat u een bevoegde onderhoudsmonteur inschakelt.
•Controleer of het bedieningspaneel is aangesloten op de juiste netspanning.
•Controleren of alle drie fasen onder spanning staan (fasevolgorde is niet van belang).
•Als er meerdere EFU's en rolstellingen in hetzelfde productiegebied worden gebruikt,
moet u ervoor zorgen dat de juiste draadloze afstandsbedieningen-hangende
bedieningseenheden worden gebruikt voor de bijbehorende ontvangereenheid die
achter het bedieningspaneel is gemonteerd. (Serienummer, ID moet hetzelfde zijn op
alle eenheden die tot dezelfde EFU of ECD behoren).
•Controleren of de netvoeding is losgekoppeld voordat u reparatiewerkzaamheden
gaat uitvoeren.
LET OP!
Als er een storing optreedt, is het niet altijd duidelijk of het probleem mechanisch of elektrisch
van aard is. Bij een bepaalde storing (bijvoorbeeld als de cilinder niet beweegt) kan de
hoofdoorzaak mechanisch zijn (bijvoorbeeld als de motorrem is geblokkeerd) of elektrisch
(bijvoorbeeld, elektrisch vermogen niet gevalideerd in de servoversterker). Als gevolg hiervan
dient u bij een storing alle mogelijke oorzaken (mechanisch en elektrisch) in overweging te
nemen om alle mogelijke oplossingen te identificeren.
7.1Mechanische storingen
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De rolstelling heeft
moeite om het
onderdeel te
draaien
0463 760 101
Werkstuk overschrijdt de
capaciteit van de rolstelling
Middelpunten van wielen liggen
te ver uit elkaar
Overmatig laden in onbalansControleren of laden in onbalans
Gewicht van component controleren
Controleren of middelpunten van die wielen
correct zijn volgens de diameter van het
onderdeel
Storing in servoversterkerLees de technische documentatie van de
Parameters van de
positieregeling zijn niet
aangepast aan de toepassing
Controleer de spanning, de status van de
hoofdschakelaar en de status van de
zekeringen boven de servoversterker.
Controleer of de servoversterker de beweging
van de cilinder toestaat en of het koppel van
de motor van de cilinder is ingeschakeld
Controleer of alle verplaatsingsparameters
(doelpositie, snelheid en acceleratie) correct
zijn gedefinieerd in de servoversterker
servoversterker. Naargelang het
storingsnummer worden mogelijke oorzaken
met bijbehorende oplossingen voorgesteld.
servoversterker. Naargelang het
storingsnummer worden mogelijke oorzaken
met bijbehorende oplossingen voorgesteld.
Optimaliseer de definitie van de parameters
voor positieregeling in relatie tot de
toepassing
8RESERVEONDERDELEN BESTELLEN
VOORZICHTIG!
Reparaties en elektrisch onderhoud moeten worden uitgevoerd door een erkende
ESAB-onderhoudsmonteur. Gebruik alleen originele ESAB-onderdelen.
EFU 30 en EFU 30 IB zijn ontworpen en getest in overeenstemming met de internationale en
Europese normen EN12100:2010, EN60204-1:2018, EN61000-6-2:2019 en EN61000-6-4:2019.
Na voltooiing van onderhouds- of reparatiewerkzaamheden is het de verantwoordelijkheid van de
persoon (of personen) die het werk heeft/hebben uitgevoerd, ervoor te zorgen dat het product nog
steeds voldoet aan de eisen van de bovengenoemde normen.
Reserveonderdelen en verbruiksartikelen kunnen worden besteld via uw dichtstbijzijnde ESAB-dealer,
zie esab.com. Vermeld bij het bestellen altijd het type product, het serienummer, de bestemming en
het nummer van het reserveonderdeel dat u in de lijst met reserveonderdelen vindt. Dit versnelt het
verzenden en garandeert een juiste levering.
De drie laatste cijfers van het documentnummer van de handleiding geven de versie van de
handleiding aan. Daarom zijn zie hier vervangen door *. Zorg ervoor dat u een handleiding gebruikt
met een serienummer of softwareversie die overeenkomt met het product. Zie de voorpagina van de
handleiding.
Technische documentatie is beschikbaar op internet: www.esab.com