Zoals gebruikt in deze handleiding: Betekent Let op! Wees Alert!
GEVAAR!
Betekent een direct gevaar dat, indien niet vermeden, kan leiden tot direct en
ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
WAARSCHUWING!
Betekent een mogelijk gevaar dat kan leiden tot persoonlijk letsel of overlijden.
VOORZICHTIG!
Betekent een gevaar dat kan leiden tot beperkt persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING!
Lees de instructiehandleiding vóór gebruik goed door en volg de
richtlijnen op alle labels, de veiligheidsprocedures van de
werkgever en de veiligheidsbladen (SDS) op.
1.2Niet-conform gebruik
VOORZICHTIG!
Deze railwagens zijn niet geschikt voor:
•werkstukken die zwaarder zijn dan het maximale gewicht voor de
railwagens.
1.3Veiligheidsmaatregelen
De gebruikers van ESAB-apparatuur zijn er uiteindelijk verantwoordelijk voor erop toe te zien dat
iedereen die met of in de nabijheid van de apparatuur werkt, alle toepasselijke veiligheidsmaatregelen
in acht neemt. Deze veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die voor dit type apparatuur
gelden. De volgende aanbevelingen moeten in acht worden genomen naast de
standaardvoorschriften die op de werkplek van kracht zijn.
Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door daartoe getraind personeel dat goed bekend is
met de werking van de apparatuur. Onjuiste bediening van de apparatuur kan leiden tot gevaarlijke
situaties die letsel voor de gebruiker en schade aan de apparatuur tot gevolg kunnen hebben.
1. Iedereen die de apparatuur gebruikt, moet bekend zijn met:
•de werking ervan
•de plaats van de noodstopknoppen
•de werking ervan
•de toepasselijke veiligheidsmaatregelen
•het las- en snijproces of ander doelmatig gebruik van de apparatuur
2. De gebruiker moet ervoor zorgen dat:
•er zich geen onbevoegde personen ophouden binnen het werkbereik
van de apparatuur wanneer deze wordt ingeschakeld
•niemand onbeschermd is wanneer de lasboog wordt ontstoken of er met
werkzaamheden wordt begonnen
•Draag altijd de aanbevolen persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals
een veiligheidsbril, vlambestendige kleding, veiligheidshandschoenen
•Draag geen loszittende kledingstukken of sieraden zoals sjaals,
armbanden, ringen, etc. die kunnen vastraken of brandwonden kunnen
veroorzaken
5. Algemene veiligheidsmaatregelen:
•Controleer of de aardkabel goed is vastgezet
•Werkzaamheden aan hoogspanningsapparatuur mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien
•Geschikte brandblusapparatuur moet duidelijk gemarkeerd en
gemakkelijk bereikbaar zijn
•Smeer- en onderhoudswerkzaamheden mogen niet worden uitgevoerd
aan in bedrijf zijnde apparatuur
WAARSCHUWING!
Lassen en snijden met een lasboog kan gevaarlijk zijn voor uzelf en anderen. Neem
voorzorgsmaatregelen als u gaat lassen en snijden.
ELEKTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn
•Raak de elektrische onderdelen of elektroden niet aan met uw blote
handen, natte handschoenen of natte kleding.
•Zorg dat u geïsoleerd van het werkstuk en aarde werkt.
•Zorg voor een veilige werkhouding
ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN - Kunnen gevaar opleveren voor uw
gezondheid
•Lassers met pacemakers moeten hun arts raadplegen voordat ze aan
laswerkzaamheden beginnen. EMV kan met sommige pacemakers
interfereren.
•Blootstelling aan EMV kan andere effecten op de gezondheid hebben die
nu nog onbekend zijn.
•Lassers moeten altijd de volgende procedures volgen om de blootstelling
aan elektromagnetische velden te minimaliseren:
○ Leg de elektrode en de werkkabels samen aan dezelfde kant
van uw lichaam. Zet ze indien mogelijk met tape vast. Zorg
ervoor dat uw lichaam zich nooit tussen de toorts en de
werkkabels bevindt. Draai de toorts of werkkabel nooit rond uw
lichaam. Houd de stroombron en laskabels zo ver mogelijk uit
de buurt van uw lichaam.
○ Sluit de werkkabel zo dicht mogelijk bij het te lassen gebied op
het werkstuk aan.
0463 761 001
ROOK EN GASSEN - Kunnen een gevaar opleveren voor uw gezondheid
•Houd uw hoofd uit de gevaarlijke lasrook.
•Gebruik ventilatie en/of afzuiging bij de lasboog om gassen en rook uit uw
inademingsgebied en werkgebied af te voeren.
BOOGSTRALING - Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
•Bescherm uw ogen en lichaam. Gebruik het juiste lasscherm en de juiste
filterlens en draag beschermende kleding.
•Bescherm omstanders m.b.v. schermen of lasgordijnen.
LAWAAI - Te veel geluid kan uw gehoor beschadigen.
Bescherm uw oren. Draag oorbeschermers of andere gehoorbescherming.
BEWEGENDE DELEN - Kunnen letsel veroorzaken
•Houd alle deuren, panelen en kappen gesloten en zorg ervoor dat ze goed
op hun plaats vastzitten. Laat kappen alleen door gekwalificeerd
personeel verwijderen indien onderhoud nodig is en/of problemen moeten
worden opgespoord en verholpen. Breng de panelen of kappen weer aan
en sluit de deuren nadat de servicewerkzaamheden zijn voltooid en
voordat de rolstellingen worden gestart.
•Stop de rolstellingen voordat u de eenheid installeert of aansluit.
•Houd uw handen, haar, losse kleding en gereedschap uit de buurt van
bewegende delen.
BRANDGEVAAR
•Vonken (spatten) kunnen brand veroorzaken. Zorg daarom dat er geen
brandbare materialen in de buurt zijn.
HEET OPPERVLAK - Onderdelen kunnen brandwonden veroorzaken
•Raak onderdelen niet met blote handen aan.
•Laat het apparaat afkoelen voordat u er werkzaamheden aan uitvoert.
•Gebruik voor het hanteren van hete onderdelen geschikte
gereedschappen en/of geïsoleerde lashandschoenen om brandwonden te
voorkomen.
STORING - Neem bij storingen contact op met een deskundige monteur.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
VOORZICHTIG!
Class A-apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in
woonomgevingen waar de elektrische stroom wordt geleverd
via het openbare elektriciteitsnet, dat een lage spanning heeft.
In dergelijke omgevingen kunnen moeilijkheden ontstaan met
de elektromagnetische compatibiliteit van Class A-apparatuur
als gevolg van geleidings- en stralingsverstoringen.
LET OP!
Breng afgedankte elektronische apparatuur naar een
recyclestation!
In overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EG
betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
en de toepassing hiervan overeenkomstig nationale
regelgeving, moet elektrische en/of elektronische apparatuur
aan het einde van de levensduur naar een recyclestation
worden gebracht.
Als verantwoordelijke voor de apparatuur moet u zelf informatie
inwinnen over goedgekeurde inzamelpunten.
Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde
ESAB-dealer.
Het leveringsprogramma van ESAB omvat een assortiment lasaccessoires en persoonlijke
beschermingsmiddelen. Voor bestelinformatie kunt u contact opnemen met uw lokale
ESAB-dealer of onze website bezoeken.
Deze instructiehandleiding beschrijft het gebruik en het onderhoud van de optionele railwagens
EDB-15/-30, EIB-15/-30, EDB-60, EIB-60, EDB-90, EIB-90/-120 en EDB-120 die worden gebruikt in
combinatie met conventionele rolstellingen, zelfuitlijnende rolstellingen en/of montage-eenheden die in
dit document worden aangeduid als railwagens. Handelingen die door de fabrikant moeten worden
uitgevoerd, zijn niet in deze handleiding opgenomen.
Deze handleiding is een onderdeel van de railwagens. Bewaar een kopie van de handleiding bij de
railwagens en bewaar het origineel op een veilige plaats. Als de railwagens worden verkocht, moet u
de handleiding meegeven.
De afbeeldingen en schema's in deze handleiding zijn uitsluitend ter illustratie. De geleverde
apparatuur kan enigszins afwijken.
2.1Apparatuur
De aandrijfeenheid (EDB) van de railwagen wordt geleverd met:
•2 x aangedreven wieleenheden
•2 × vrijlopende wieleenheden
•Schakelaars (7.3 en 7.4) die moeten worden geïnstalleerd in het bedieningspaneel op
de aangedreven rolstelling
•Gebruiksaanwijzing
De vrijloopeenheid (EBI) van de railwagen wordt geleverd met:
•4 × vrijlopende wieleenheden
2.2Doel en functie van de railwagens
De railwagens zijn ontworpen als accessoire voor rolstellingen en/of montage-eenheden, zodat deze
over op de vloer gemonteerde rails kunnen worden verplaatst.
Met op de rolstellingen en/of montage-eenheden gemonteerde railwagens kunnen ronde objecten op
gecontroleerde wijze met elkaar worden verbonden, bijvoorbeeld onderdelen van windmolens, vaten
etc.
2.3In deze handleiding gebruikte terminologie
AandrijfeenheidDeel van de railwagen met aangedreven wielen.
VrijloopeenheidDeel van de railwagen met vrijloopwielen.
Aandrijfset railwagen
(EDB)
Vrijloopset railwagen
(EIB)
Eén set bestaat uit twee (2) aangedreven wieleenheden en twee (2)
vrijlopende wieleenheden.
Eén set bestaat uit vier (4) vrijlopende wieleenheden.
BedieningspaneelElektrische bedieningseenheid gemonteerd op de aandrijfeenheid.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de rolstellingen voordat u de railwagens
monteert.
Zorg ervoor dat de rolstellingen of montage-eenheden goed bereikbaar zijn en dat er rondom
voldoende ruimte is. Verwijderd eventuele lading.
4.2Hijsinstructies
LET OP!
Lees de instructies voor het hijsen van rolstellingen of montage-eenheden voordat u de
railwagens monteert.
•0463 740 *, conventionele rolstelling
•0463 751 *, zelfuitlijnende rolstelling
•0463 760 *, montage-eenheid
De drie laatste cijfers van het documentnummer van de handleiding geven de versie van de
handleiding aan. Daarom zijn zie hier vervangen door *. Zorg ervoor dat u een handleiding gebruikt
met een serienummer of softwareversie die overeenkomt met het product. Zie de voorpagina van de
handleiding.
4.3Installatieprocedure
Volg deze installatieprocedure vóór het eerste gebruik, na onderhouds- of reparatiewerkzaamheden of
na een opslagperiode van de rolstellingen of montage-eenheden die met railwagens zijn uitgerust.
Rolstellingen die vanuit de fabriek zijn uitgerust met railwagens worden vóór verzending volledig
functioneel getest.
Het wordt aanbevolen om de werking van alle bedieningselementen te controleren voordat de
rolstellingen en railwagens in productie worden genomen.
Als de aangeschafte railwagens worden gebruikt en ter plaatse worden gemonteerd, zorg er dan voor
dat de rolstelling of het montage-frame onbeschadigd is en schoon is aan de zijkanten waar de
railwagens worden vastgeschroefd.
De rolstelling of de montage-eenheid moet een beetje worden opgetild voordat de railwagens kunnen
worden gemonteerd. Het wordt aanbevolen om vóór het monteren tijdelijke balken onder het
basisframe te plaatsen.
Zorg ervoor dat de railwagens met het juiste aanhaalmoment zijn vastgezet.
•M12 (kwaliteit 8.8) 81 Nm
•M16 (kwaliteit 8.8) 197 Nm
Installatieprocedure:
•Controleer of alle bewegende onderdelen, bijvoorbeeld de wielen, vrij kunnen
bewegen.
•Controleer het oliepeil in de tandwielkast, zie paragraaf "Smering van tandwielkast".
•Controleer of alle kabels, het netsnoer en de kabels van de motor in goede staat
verkeren en geen breuken e.d. vertonen.
•Controleer of alle afstandsbedieningen - hangende bedieningseenheden goed
werken.
•Controleer of de noodstop op de afstandsbediening - hangende bedieningseenheid
werkt en alle andere bedieningen blokkeert, zodat de rolstellingen niet opnieuw
kunnen starten, en reset deze vervolgens op het bedieningspaneel.
•Controleer of de noodstop op het bedieningspaneel werkt en alle andere bedieningen
blokkeert, zodat de rolstellingen niet opnieuw kunnen starten, en reset deze
vervolgens op het bedieningspaneel.
•Controleer of het stalen frame niet is beschadigd.
Railwagens zijn aangedreven of vrijlopend. De aangedreven railwagen kan niet als zelfstandige
eenheid worden gebruikt, maar is afhankelijk van een rolstelling of een montage-eenheid met een
elektrisch bedieningspaneel. De aangedreven railwagen wordt aangedreven door een omvormer die
zich in dit bedieningspaneel bevindt. De aangedreven railwagen wordt handmatig bediend met
dezelfde draadloze afstandsbediening - hangende eenheid die wordt meegeleverd met de
aangedreven rolstelling of montage-eenheid.
LET OP!
Het is belangrijk om het hoofdstuk Bediening in een van de volgende
instructiehandleidingen te lezen voordat u de railwagens bedient:
•0463 740 *, conventionele rolstelling
•0463 751 *, zelfuitlijnende rolstelling
•0463 760 *, montage-eenheid
De drie laatste cijfers van het documentnummer van de handleiding geven de versie van de
handleiding aan. Daarom zijn zie hier vervangen door *. Zorg ervoor dat u een handleiding gebruikt
met een serienummer of softwareversie die overeenkomt met het product. Zie de voorpagina van de
handleiding.
2) Wanneer de railwagens correct op de rails zijn gemonteerd en uitgelijnd, laadt u het vat op de
rolstellingen of de montage-eenheid.
Om te voorkomen dat de rolstellingen worden blootgesteld aan schokken, moet dit geleidelijk
gebeuren. Laden met schokken kan leiden tot beschadiging van de reductiemotoren.
Zorg ervoor dat er tijdens de rotatie geen uitsteeksels op het vat tegen voorwerpen rondom de
rolstellingen of op de vloer kunnen slaan.
3) Voordat u de railwagens start, moet u ervoor zorgen dat de rotatiebeweging op de rolstelling is
gestopt.
Druk op de gewenste transportrichting (drukknop 4 of 9) en de railwagens beginnen over de rails te
rijden.
4) De railwagens beschikken over diverse snelheidsinstellingen: lage snelheid, basissnelheid en
hoge snelheid.
Door alleen op drukknop 4 of 9 te drukken, wordt de snelheid ingesteld op 100 cm/min
(basissnelheid).
Door op drukknop 4 of 9 en tegelijkertijd op de drukknop - (drukknop min) te drukken, verandert de
snelheid in 20 cm/min (lage snelheid).
Door op drukknop 4 of 9 en tegelijkertijd op de drukknop + (drukknop plus) te drukken, verandert
de snelheid in 200 cm/min (hoge snelheid).
5) Wanneer de extra ingedrukte drukknop - of + wordt losgelaten, keert de snelheid terug naar de
basissnelheid.
LET OP!
Test de noodstopfunctie regelmatig door minstens één keer per maand op de
noodstopdrukknoppen te drukken.
5.2Bedrijfsveiligheid
Plaats niet meerdere aandrijfeenheden onder één vat. Dit is alleen mogelijk als de optionele
synchronisatiekabel (W212) is meegeleverd bij de rolstellingen en railwagens. In dit geval regelt het
primaire bedieningspaneel (RB1) de secundaire aandrijfeenheid (RB2).
Laat de onderdelen van het vat, bijvoorbeeld de aansluitleidingen, tijdens rotatie niet in aanraking
komen met rolstellingen, railwagens, de vloer of voorwerpen in de buurt. Dit kan leiden tot een
beschadiging van de rolstellingen, het slippen van de wielen of een overbelasting van de eenheden.
Zorg ervoor dat u een goede aarding heeft tijdens het lassen. Als er geen goede aarding is, kan dit
leiden tot kortsluiting van de elektrische onderdelen op de rolstellingen en de railwagens.
Als de noodstopknop is ingedrukt, moet de reden voor de actie worden onderzocht voordat de
rolstelling met railwagens opnieuw wordt gestart.
5.3De railwagens stoppen
Om de transportbeweging te stoppen, laat u de drukknop 4 of 9 op de draadloze afstandsbediening hangende eenheid los. Het rijden over de rails begint weer wanneer een van de drukknoppen van de
railwagen wordt ingedrukt.
LET OP!
Gebruik de noodstopknop op het bedieningspaneel en de draadloze afstandsbediening hangende bedieningseenheid alleen in geval van nood.
Tijdens alle onderhouds- of reparatieprocedures moeten de rolstellingen met bijbehorende
railwagens elektrisch worden geïsoleerd. Schakel de netspanning uit en koppel het
netsnoer los.
WAARSCHUWING!
Na het loskoppelen van de voeding kan er nog wat restlading zijn in sommige onderdelen
in het paneel. Wacht enkele minuten na het loskoppelen van de netspanning voordat u
begint met de werkzaamheden aan elektrische onderdelen van de rolstelling en de
aangedreven railwagens.
De installatieprocedure moet worden uitgevoerd na het onderhoud, de reparatie of de opslagperiode,
zie de paragraaf "Installatieprocedure".
6.2Opslag
Sla de rolstellingen met de railwagens op een koele, droge plaats op. Na een lange periode van
opslag moeten de rolstellingen en de railwagens grondig worden gecontroleerd voordat ze worden
gebruikt.
WAARSCHUWING!
Als de rolstellingen met de railwagens in een koude omgeving worden opgeslagen of
getransporteerd en naar een warme locatie worden gebracht, kan er condensatie ontstaan
in de rolstellingen of de elektrische bedieningselementen. Laat de rolstelling zich aan de
nieuwe omgevingstemperatuur aanpassen om schade te voorkomen.
VOORZICHTIG!
De rolstellingen met railwagens mogen niet onbeschermd buiten worden opgeslagen. De
volledige eenheid moet afgedekt worden, en blank metalen oppervlakken, lagers,
tandwielen en assen moeten goed gesmeerd zijn om corrosie te voorkomen.
6.3Reparatie en onderhoud
Houd de rolstellingen en railwagens schoon en vrij van vuil of afval van het lasproces.
Controleer de tandwielkastolie regelmatig en houd de juiste niveaus aan. Zie de paragraaf
"Onderhoud tandwielkast".
Inspecteer de volledige rolstellingen met railwagens ten minste eenmaal per jaar. Let in het bijzonder
op:
•Beschadiging van kabels: netsnoer en iedere zichtbare kabel van het
bedieningspaneel naar de motoren.
•Juiste werking van de noodstopknoppen en de hoofdschakelaar van het
bedieningspaneel.
Verwijder en vervang alle beschadigde onderdelen.
6.4Reiniging
WAARSCHUWING!
Railwagens moeten vóór het reinigen elektrisch worden geïsoleerd. Elektrische onderdelen
mogen niet in contact komen met water of andere vloeibare schoonmaakmiddelen.
LET OP!
Controleer of de railwagens schoon zijn. Eventuele boogvonken, flux of slak moeten zo
snel mogelijk worden verwijderd van de rolstellingen.
Controleer regelmatig of de apparatuur vrij is van mechanische of elektrische schade.
Minstens één keer per maand.
De railwagens vereisen geen speciale schoonmaakinstructies. De railwagens creëren bij een normale
werking geen vervuiling voor de omringende omgeving, maar als het lasproces wordt uitgevoerd op de
railwagens, kunnen de rolstellingen vervuild raken.
6.5Defecten
Als de rolstellingen niet meer werken, moet de apparatuur worden gerepareerd door bevoegde ESAB
servicemonteurs.
LET OP!
Herhaalde storingen duiden op een probleem met de rolstellingen. Informeer de
verantwoordelijke voor service en onderhoud.
6.6Reductiemotoren
6.6.1Inspectie en onderhoud van reductiemotoren
Om een lange levensduur van de railwagens te verzekeren, moet de olie in de tandwielkast regelmatig
worden gecontroleerd en ververst.
Regelmatige onderhoudscontroles:
•Onder normale bedrijfsomstandigheden en bij een oliecartertemperatuur van niet
meer dan 80 °C is de levensduur van de olie 10.000 bedrijfsuren of twee jaar,
afhankelijk van wat zich het eerst voordoet.
•Controleer of de afdichting lekt of beschadigd is.
•Controleer of er ongewone geluiden zijn tijdens de werking. Als dit het geval is, is het
lager misschien kapot.
•Controleer of het ontluchtingsgat van de tandwielkast vrij is van obstakels.
•Om de koeling van de tandwielkast te vergemakkelijken, wordt aanbevolen de externe
behuizing schoon te houden.
•Controleer de bouten, en draai ze vast als ze loszitten.
De tandwielkasten van de railwagens zijn vóór verzending vanuit de fabriek gevuld met de juiste
hoeveelheid smeermiddel (CLPISOVG220:Fuchs Renolin CLP220).
Oliehoeveelheid per formaat van rolstelling:
ModelVolume per tandwielkast
EDB-15/-301,6 dm
EDB-602,8 dm
EDB-904,7 dm
EDB-1209,8 dm
Alle reductiemotoren zijn van het merk Siemens.
Meer gedetailleerde informatie over het onderhoud van de SIMOGEAR-versnellingsbak (BA 2030) en
-motoren (BA2330) is te vinden op de website van Siemens.
Voor het verversen van de transmissieolie en/of het smeren van lagers volgt u de stappen in
hoofdstuk 8, Service en onderhoud, in de desbetreffende handleiding, door deze te downloaden via de
volgende links:
Lees het hoofdstuk Problemen oplossen in een van de volgende instructiehandleidingen:
•0463 740 *, conventionele rolstelling
•0463 751 *, zelfuitlijnende rolstelling
•0463 760 *, montage-eenheid
De drie laatste cijfers van het documentnummer van de handleiding geven de versie van de
handleiding aan. Daarom zijn zie hier vervangen door *. Zorg ervoor dat u een handleiding gebruikt
met een serienummer of softwareversie die overeenkomt met het product. Zie de voorpagina van de
handleiding.
Reparaties en elektrisch onderhoud moeten worden uitgevoerd door een erkende
ESAB-onderhoudsmonteur. Gebruik alleen originele ESAB-onderdelen.
EDB-15/-30, EIB-15/-30, EDB-60, EIB-60, EDB-90, EIB-90/-120 en EDB-120 zijn ontworpen en
getest in overeenstemming met de internationale en Europese normen EN 12100:2010, EN ISO
13857:2008, EN ISO 349:1993/A1:2008, EN 60204-1:2006/AC:2010, EN 61000-6-2:2005/AC:2005
en EN 61000-6-4:2007/A1:2011. Na voltooiing van onderhouds- of reparatiewerkzaamheden is het
de verantwoordelijkheid van de persoon (of personen) die het werk heeft/hebben uitgevoerd, ervoor
te zorgen dat het product nog steeds voldoet aan de eisen van de bovengenoemde normen.
Reserveonderdelen en verbruiksartikelen kunnen worden besteld via uw dichtstbijzijnde ESAB-dealer,
zie esab.com. Vermeld bij het bestellen altijd het type product, het serienummer, de bestemming en
het nummer van het reserveonderdeel dat u in de lijst met reserveonderdelen vindt. Dit versnelt het
verzenden en garandeert een juiste levering.
De drie laatste cijfers van het documentnummer van de handleiding geven de versie van de
handleiding aan. Daarom zijn zie hier vervangen door *. Zorg ervoor dat u een handleiding gebruikt
met een serienummer of softwareversie die overeenkomt met het product. Zie de voorpagina van de
handleiding.
Technische documentatie is beschikbaar op internet: www.esab.com
Tijdens de garantieperiode moeten reparaties worden uitgevoerd onder leiding van de fabrikanten.
Alle onbevoegde reparaties kunnen schade toebrengen aan de rolstellingen en de garantie ongeldig
maken.
Het wordt aanbevolen om contact op te nemen met de fabrikant voor de levering van alle
vervangingsonderdelen. Zo wordt gegarandeerd dat het juiste onderdeel of geschikte alternatieve
onderdelen worden geleverd en gebruikt in de apparatuur.
WAARSCHUWING!
Het niet-opvolgen van de aanbevelingen voor vervangingsonderdelen kan gevolgen
hebben voor de veiligheid van de apparatuur. De fabrikanten kunnen niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele latere problemen na het plaatsen van niet-aanbevolen
onderdelen.
1820805 586 002Motor Contactor, rail carA7.3 and A7.424 VDC
LET OP!
Zie voor andere reserveonderdelen de instructiehandleidingen voor de standaard rolstelling
met documentnummers tussen 0463 740 * en 0463 751 *.
De drie laatste cijfers van het documentnummer van de handleiding geven de versie van de
handleiding aan. Daarom zijn zie hier vervangen door *. Zorg ervoor dat u een handleiding gebruikt
met een serienummer of softwareversie die overeenkomt met het product. Zie de voorpagina van de
handleiding.