Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
TOCh
- 2 -
NL
1INLEIDING
Deze handleiding beschrijft het gebruik van het MA6-bedieningspaneel.
Algemene informatie over de werking van de stroombron en de draadaanvoereen
heid vindt u in de bijbehorende handleiding.
Als deze waarschuwing in het display verschijnt, betekent dit dat de stroombron
deze functie niet ondersteunt.
Neem voor een software-update contact op met een erkende ESAB-technicus
1.1Doe dit eerst
Als u de stroombron voor de eerste keer inschakelt, verschijnt dit hoofdmenu op het
display.
Bij aflevering zijn het bedieningspaneel en het display ingesteld op Engels. In het
bedieningspaneel zijn 14 talen opgeslagen: zo kunt u uw taal instellen.
Druk op voor het eerste selectiemenu.
Druk op voor het configuratiemenu.
Druk op (dit is de knop rechts onder het display) tot de gewenste taal op
Het bedieningspaneel bestaat uit twee eenheden: het primaire geheugen en het
geheugen met de lasgegevens.
Opslaan
Primair geheugenGeheugen lasgegevens
Oproepen
In het primaire geheugen wordt een volledige reeks lasinstellingen aangemaakt die
kan worden opgeslagen in het geheugen voor de lasgegevens.
Tijdens het lassen bestuurt de inhoud van het primaire geheugen het lasproces. Het
is dan ook mogelijk lasinstellingen van het geheugen met lasgegevens via het
primaire geheugen op te roepen.
Het primaire geheugen bevat altijd de meest recente lasgegevens. Dit kunnen
instellingen uit het geheugen met lasgegevens zijn of instellingen die u zelf hebt
aangepast. Het primaire geheugen is dus nooit leeg en wordt nooit “gereset.”
1.3Bedieningspaneel
1Display
2Knop voor instelling van de spanning
3Knop voor instelling van de draadtoevoers
nelheid en de stroom
4Drukknoppen (functietoetsen)
5MENU-knop
Drukknoppen
De functie van deze knoppen is afhankelijk van het op het display afgebeelde
submenu. De specifieke functie van iedere knop wordt weergegeven door de tekst in
de onderste regel van het display. (Een witte stip naast de tekst geeft aan dat de
knop actief is.)
MENU-drukknop
Deze drukknop brengt u naar het selectiemenu (zie paragraaf <>) als u zich in het
hoofdmenu bevindt. Als u zich in een ander menu bevindt, kunt u met deze knop
naar het vorige menu gaan.
De cursor naar beneden verplaatsen voor een nieuwe parameter.
De functie in de geselecteerde regel wijzigen.
De waarde verhogen. De waarde verlagen.
2MENU'S
Het bedieningspaneel heeft verschillende menu's: het hoofmenu, het metingenmenu,
het selectiemenu, het procesmenu, het instelmenu, het configuratiemenu en het
geheugenmenu. Bij het inschakelen verschijnt er op het display een startscherm met
informatie over het soort bedieningspaneel en de versie van de gebruikte software.
2.1Het hoofdmenu en het metingenmenu
Het hoofdmenu verschijnt altijd meteen na het inschakelen
en toont de ingestelde waarden. Als u zich in het
hoofdmenu bevindt als u begint met lassen, verandert het
menu automatisch om de gemeten waarden weer te geven
(het metingenmenu). De gemeten waarden blijven zichtbaar
op het display, ook als u stopt met lassen. Verdraai de
knoppen om terug te keren naar het hoofdmenu.
U krijgt toegang tot andere menu's zonder de gemeten waarden te verliezen.
Alleen als een knop wordt verdraaid of de lasmethode wordt gewijzigd, worden de
ingestelde in plaats van de gemeten waarden weergegeven.
2.2Het selectiemenu
Via het selectiemenu kunt u het volgende gewenste menu
kiezen: procesmenu, instelmenu, configuratiemenu of
geheugenmenu.
Procesmenu
Gebruik dit menu
om het laspro
ces, soort
materiaal etc. te
wijzigen.
Configuratie
menu
Gebruik dit menu
voor het wijzigen
van de taal, de
maateenheden
etc.
Instelmenu
Gebruik dit menu voor
het instellen van de
lasparameters, zoals
gasvoorstroom, hot
start-tijd, kratervultijd etc.
Geheugenmenu
Gebruik dit menu voor
het opslaan, oproepen
en/of wissen van
verschillende opgeslagen
lasinstellingen. Er zijn
tien geheugenposities
voor het opslaan van
lasgegevens.
Bij MIG/MAG-lassen smelt de boog een gevulde draad (de elektrode) die tijdens het
lassen constant wordt aangevoerd en het lasbad wordt beschermd door een
beschermgas.
De pulserende stroom beïnvloedt de overdracht van gesmolten druppels van de draad,
om zo een stabiele boog zonder spatten te produceren, zelfs bij een lage stroom.
3.1Instellingen
MIG/MAG-lassen zonder pulseren
InstellingenInstellingsbereikIn stappen van
Tweetakt/viertakt
KratervullingUIT of AAN-UIT
Kratervultijd0 - 5 s0,1 s1,0 s
Hot startUIT of AAN-UIT
Hot start-tijd0 - 10 s0,1 s1,5 s
KruipstartUIT of AAN-AAN
Gassnelheid
Koude draadtoevoer--QsetUIT of AAN-UIT
SynergieUIT of AAN-AAN
Inductantie0 - 100170
Gasvoorstroomtijd0,1 - 25 s0,1 s0,1 s
Nabrandtijd (Burn back time) 0 - 0,35 s0,01 s0,10 s
Gasnastroomtijd0,1 - 20 s1 s1 s
ProplassenUIT of AAN-UIT
Proplastijd0,1 - 25 s0,1 s0,1 s
Spanning8 - 600,25 (op display we
Tweetakt/viertakt
KratervullingUIT of AAN-UIT
Kratervultijd0 - 5 s0,1 s1,0 s
Hot startUIT of AAN-UIT
Hot start-tijd0 - 10 s0,1 s1,5 s
KruipstartUIT of AAN-AAN
Gassnelheid
Koude draadtoevoer--Gasvoorstroomtijd0,1 - 25 s0,1 s0,1 s
Nabrandtijd (Burn back time) 0 - 35 s0,01 s0,10 s
Gasnastroomtijd0 - 20 s1 s1 s
ProplassenUIT of AAN-UIT
Proplastijd0,1 - 25 s0,1 s0,1 s
Spanning8 - 600,25 (op display we
Als de schakelaar in de tweetaktmodus wordt ingedrukt, wordt de gasvoorstroom
gestart (indien gebruikt) (1) en wordt de boog ontstoken. Als de schakelaar wordt
losgelaten (2) begint de kratervulling (indien in werking), wordt de boog gedoofd en
wordt de gasnastroom gestart (indien in werking).
TIP: Als de lastoortsschakelaar tijdens het kratervullen wordt ingedrukt, kunt u
zolang als nodig doorgaan met lassen (weergegeven door de stippellijn), gebruik
makend van de lasgegevens voor kratervullen. Kratervulling kan ook onderbroken
worden door de lastoortsschakelaar tijdens het proces snel in te drukken en los te
laten.
- Tweetaktwerking kunt u in het hoofdmenu activeren.
Viertakt
GasvoorstroomHot
start
In werking als de viertaktregeling van de lastoorts wordt gebruikt.
LassenKrater
vulling
Gasnastroom
Als de schakelaar in de viertaktmodus wordt ingedrukt, wordt de gasvoorstroom
gestart (1). Als u de schakelaar loslaat (2), begint het lasproces. Als de lasser na
het lassen de schakelaar weer indrukt (3), wordt de kratervulling gestart (indien in
werking) en worden de laswaarden verlaagd. Als de schakelaar weer wordt
losgelaten (4), dooft de boog en begint de gasnastroom (indien in gebruik).
TIP: De kratervulling stopt als de lastoortsschakelaar wordt losgelaten. Als de knop
ingedrukt wordt gehouden, gaat het lassen met verlaagde waarden voor de
kratervulling door (de stippellijn).
- Viertaktwerking kunt u in het hoofdmenu activeren.
Kratervulling
Kratervulling voorkomt poriën, hittescheuren en kratervorming in het werkstuk na het
lassen.
- Kratervulling kunt u in het instelmenu kiezen.
Hot start
Hot start verhoogt de lasstroom gedurende een bepaalde tijd aan het begin van het
lasproces. Zo wordt de kans op slechte samensmelting aan het begin van de
lasverbinding verkleind.
De kruipstartfunctie verlaagt de doorvoersnelheid van de draad naar 50% van de
ingestelde snelheid, totdat de draad in contact komt met het werkstuk.
- Kruipstart kunt u in het hoofdmenu activeren.
Gassnelheid
Gebruik de functie voor gasstroomsnelheid voor het meten van de gasstroom of om
de gasslangen vrij te maken van lucht of vocht voordat u met lassen begint.
Gasstroom gaat door als u de schakelaar ingedrukt houdt en zorgt ervoor dat er
geen stroom kan vloeien en dat de draadtoevoereenheid niet start.
- Gasstroomsnelheid kunt u in het hoofdmenu activeren.
Koude draadtoevoer
Koude draadtoevoer wordt gebruikt om de draad door te voeren zonder de boog te
ontsteken. Zolang de schakelaar wordt ingedrukt, wordt er draad aangevoerd.
- Koude draadtoevoer kunt u in het hoofdmenu activeren.
QSett
QSet wordt gebruikt om de instelling van de lasparameters te vergemakkelij
ken.
Door de knop naar rechts te draaien wordt de lengte van de lasboog vergroot
(+).
Door de knop naar links te draaien wordt de lengte van de lasboog verkleind
(-).
KORTE LASBOOG
Als u gaat lassen met een QSet-draad- of gastype, worden de benodigde
lasparameters automatisch ingeschakeld. Vervolgens zal QSet alle gegevens
opslaan om het lassen te verbeteren. De spanning wordt dan automatisch
aangepast aan veranderingen in de draadaanvoersnelheid.
BOOGSPRAY
Als u contact maakt met de boogsprayomgeving moet de waarde voor QSet zijn
toegenomen. Schakel de
QSet-functie uit als u met pure boogspray last. Alle instellingen worden van
QSet overgenomen, alleen de spanning moet ingesteld worden.
Aanbeveling: Om met QSetde juiste data te verzamelen last u de eerste keer (6
seconden) op testmateriaal.
Opmerking! De QSet-functie en de synergische
functie kunnen niet tegelijkertijd worden geactiveerd.
Iedere combinatie van draadsoort, draaddiameter en gasmengsel vereist een aparte
verhouding tussen draadtoevoersnelheid en spanning (booglengte) om te zorgen
voor een stabiele boog. De boogspanning (booglengte) wordt automatisch
gecontroleerd in overeenstemming met de voorgeprogrammeerde synergische lijn
die is gekozen door de lasser. Zo is het gemakkelijker om snel de optimale
lasparameters te vinden. De verhouding tussen de draadtoevoersnelheid en de
andere parameters wordt synergie genoemd.
Synergie AAN: het hoofdmenu toont de
draadaanvoersnelheid en de positieve en negatieve
afwijking van de spanning van de synergische lijn.
Positieve afwijking wordt weergegeven door een
staafje boven SYN, negatieve afwijking wordt eronder weergegeven.
Synergy UIT: het hoofdmenu toont de ingestelde waarde voor spanning en
draadaanvoersnelheid. Synergie kunt u in het procesmenu activeren.
Pakket synergische lijnen
Het pakket synergische lijnen dat bij het apparaat is geleverd heet “Standard
synergic lines” en bevat 33 van de meest gebruikte synergische lijnen.
Het is ook mogelijk om andere pakketten synergische lijnen te bestellen, maar deze
moeten geïnstalleerd worden door een erkende ESAB-technicus.
Smoorspoel
Hoge smoorspoelinstelling produceert een vloeiendere las en minder spatten. Lage
smoorspoelinstelling produceert een harder geluid en een stabielere en
geconcentreerde boog.
- Smoorspoelwerking kunt u in het instelmenu kiezen.
Gasvoorstroomtijd
De gasvoorstroomtijd is de tijd waarin het beschermgas stroomt voordat de boog
wordt ontstoken.
- Gasvoorstroomtijd kunt u in het instelmenu kiezen.
Nabrandtijd (Burn back time)
De nabrandtijd is een vertraging tussen het tijdstip waarop de draadaanvoereenheid
de draad afbreekt en het tijdstip waarop de stroombron de lasstroom uitschakelt.
Een te korte nabrandtijd laat na het lassen een lang stuk draad (lange draadpeuk)
achter, waardoor de draad in het stollende lasband kan blijven steken. Een te lange
nabrandtijd zorgt voor een te korte draadpeuk waardoor er een risico bestaat dat de
lasboog terugslaat in de lastoorts als de lasser doorgaat met lassen.
- Burn back time kunt u in het instelmenu kiezen.
Gasnastroomtijd
Gasnastroomtijd is de tijd waarin het beschermgas blijft stromen nadat de boog
gedoofd is.
- Gasnastroomtijd kunt u in het instelmenu kiezen.
Deze functie maakt het mogelijk om te schakelen tussen de verschillende ingestelde
lasgegevens. Druk de schakelaar van de lastoorts twee keer in.
U kunt schakelen tussen geheugenposities 1, 2 en 3 (zie hoofdstuk 7
“Geheugenbeheer”). Als geheugenpositie 2 geen gegevens bevat, wordt er
geschakeld tussen posities 1 en 3.
ARC ON - U kunt voor, na of tijdens het lassen schakelen tussen de verschillende
geheugenposities.
ARC OFF - U kunt alleen voor of na het lassen schakelen tussen de verschillende
geheugenposities.
- Schakelen tussen startgegevens kunt u in het configuratiemenu activeren.
AVC feeder (AVC-draadaanvoereenheid)
Als deze functie geactiveerd is, kunt u een draadaanvoereenheid die door de
boogspanning wordt geregeld of een draadaanvoereenheid die onafhankelijk van de
lasboog werkt gebruiken.
Neem voor het activeren van deze functie contact op met een ESAB-technicus.
- AVC feeder wordt geactiveerd in het configuratiemenu.
Proplassen
Selecteer Proplassen als u dunne metaalplaten wilt ”proplassen”.
- In het instelmenu kunt u proplassen activeren en instellen.
Spanning
Een hogere spanning zorgt voor een langere boog en een heter en breder lasbad.
Ongeacht het weergegeven menu kan de waarde voor spanning altijd worden
gewijzigd. De waarde wordt weergegeven in het hoofdmenu of het selectiemenu.
Draadaanvoersnelheid
De draadtoevoersnelheid is de snelheid waarmee de draad wordt aangevoerd,
uitgedrukt in m/min.
Ongeacht het weergegeven menu kan de waarde voor de draadaanvoersnelheid
altijd worden gewijzigd. De waarde wordt weergegeven in het hoofdmenu of het
selectiemenu.
De VRD-functie beperkt de open spanning tot 35 V wanneer er niet wordt gelast. Dit
wordt weergegeven wanneer het pictogram voor VRD zichtbaar is (zie afbeelding).
De VRD-functie wordt geblokkeerd wanneer het systeem waarneemt dat het lassen
is gestart.
Als de VRD-functie is geactiveerd en de open spanning de limiet van 35 V
overschrijdt, verschijnt er een foutmelding (16) op het display. Het lassen kan niet
worden gestart zolang de foutmelding wordt weergegeven.
De VRD-functie is bij aflevering niet ingesteld. Neem voor het activeren van deze
functie contact op met een ESAB-reparateur.
Het VRD-pictogram
Opmerking! De VRD-functie werkt voor stroombronnen waar het wordt toegepast.
Bij MMA-lassen wordt gebruik gemaakt van beklede elektroden. Als de boog wordt
ontstoken, smelt de elektrode en de bekleding. Deze bekleding vormt daarna de
beschermende slak.
Deze functie kan tijdens het lassen niet worden gewijzigd.
2)
De maximale stroom is afhankelijk van de gebruikte apparatuur.
3)
Neem voor het activeren van deze functie contact op met een ESAB-technicus.
De synergische lijn bij aflevering: rutiel draad 4,0 mm.
Hot start
De hot start-functie verhoogt de lasstroom voor een instelbare tijd bij het begin van
het lassen. Dit vermindert de kans op problemen door slechte samensmelting aan
het begin van de las.
- Hot start-tijd kunt u in het instelmenu kiezen.
Arc force
De druk van de lasboog reguleert de verandering van de stroom wanneer de lengte van
de boog verandert. Een lagere waarde zorgt voor een minder kromme boog met minder
spatten.
- Arc force kunt u in het instelmenu kiezen.
Stroom
Hogere stroom zorgt voor een bredere en diepere penetratie in het werkstuk.
Ongeacht het weergegeven menu kan de waarde voor stroom altijd worden
gewijzigd. De waarde wordt weergegeven in het hoofdmenu of het selectiemenu.
De VRD-functie beperkt de open spanning tot 35 V wanneer er niet wordt gelast. Dit
wordt weergegeven wanneer het pictogram voor VRD zichtbaar is (zie afbeelding).
De VRD-functie wordt geblokkeerd wanneer het systeem waarneemt dat het lassen
is gestart.
Als de VRD-functie is geactiveerd en de open spanning de limiet van 35 V
overschrijdt, verschijnt er een foutmelding (16) op het display. Het lassen kan niet
worden gestart zolang de foutmelding wordt weergegeven.
De VRD-functie is bij aflevering niet ingesteld. Neem voor het activeren van deze
functie contact op met een ESAB-reparateur.
Het VRD-pictogram
Opmerking! De VRD-functie werkt voor stroombronnen waar het wordt toegepast.
Elektrisch gutsen (ArcAir) maakt gebruikt van een speciale elektrode die bestaat uit
een koolstofstaaf met een koperen omhulsel. Er wordt een boog gevormd tussen de
koolstofstaaf en het werkstuk, lucht wordt gebruikt om het gesmolten materiaal weg
te blazen en er ontstaat een naad.
Werking bedieningspaneel na aansluiting van de afstandsbediening
Het display blijft het menu tonen dat zichtbaar was toen de afstandsbediening
werd aangesloten.
De meet- en instelwaarden worden bijgewerkt, maar worden alleen
weergegeven in de menu's waarin dit mogelijk is.
Als er een foutcode wordt weergegeven, kan deze pas worden verwijderd nadat
de afstandsbediening is losgekoppeld.
Bij afstandsbedieningen met 10 programma's kunt u schakelen tussen
geheugenposities 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10. Als geheugenpositie 2 leeg is,
worden de waarden van positie 1 behouden. Kijk voor meer informatie in
hoofdstuk 7 “Geheugenbeheer”.
6.2Instellingen
Paneel aan
Als er een afstandsbediening is aangesloten, kan de stroom of spanning en de
draadaanvoersnelheid worden ingesteld via het bedieningspaneel of de
afstandsbediening.
Opmerking: deze functie moet geactiveerd zijn voordat de afstandsbediening wordt
aangesloten.
- ”Paneel aan” wordt geactiveerd in het configuratiemenu.
Aut opslaan
Als een lasinstelling wordt opgeroepen uit het lasgeheugen en de instellingen zijn
aangepast, worden deze gewijzigde instellingen automatisch opgeslagen als er een
nieuwe lasinstelling uit het geheugen wordt gekozen.
Neem voor het activeren van deze functie contact op met een ESAB-technicus.
- ”Aut opslaan” wordt geactiveerd in het configuratiemenu.
Stel lim.
De functie geeft de zekerheid van een goede laskwaliteit door max. en min. waarden
voor draadaanvoer/stroomsterkte of voltage in te stellen. De grenswaarden kunt u
opslaan onder de eerste 5 geheugenposities van het lasgeheugen.
Neem voor het activeren van deze functie contact op met een ESAB-technicus.
- ”Stel lim.” wordt geactiveerd in het configuratiemenu.
Pincode blokk
Met deze functie kan het instelmenu worden geblokkeerd. Het is dan alleen mogelijk
het hoofdmenu en het metingenmenu te selecteren. Zie het hoofdstuk 8 ”Pincode
blokk”.
Neem voor het activeren van deze functie contact op met een ESAB-technicus.
- ”Pincode blokk” wordt geactiveerd in het configuratiemenu.
De in het primaire geheugen ingestelde lasgegevens kunnen in het geheugenmenu
worden opgeslagen. Er kunnen maximaal 10 verschillende lasinstellingen worden
opgeslagen.
7.1Lasgegevens opslaan
Kies lasinstellingen in het primaire geheugen.
Druk op voor toegang tot het “selectiemenu” en dan op voor
toegang tot de bijbehorende instellingen.
Controleer of de lasinstellingen juist zijn.
Druk op voor toegang het geheugenmenu.
Druk op tot u de geheugenpositie bereikt waar u de lasinstellingen wilt
opslaan, bijv. positie 2.
Druk op , de lasinstelling wordt nu opgeslagen in geheugenpositie 2. De
Foutcodes worden gebruikt om aan te geven dat er een fout in de apparatuur is
opgetreden. Ze worden met de volgende symbolen op het display weergegeven:
Foutcodes worden om de drie seconden geactualiseerd. Het bovenste
cijfer in het symbool is het nummer van de foutcode: zie paragraaf 9.1.
Het onderste cijfer geeft aan waar de fout zich heeft voorgedaan:
Het bovenstaande symbool geeft aan dat het bedieningspaneel (0) geen verbinding
meer heeft met de stroombron.
Als er verschillende fouten worden gedetecteerd, wordt alleen de code voor de laatst
opgetreden fout weergegeven.
Druk op een functietoets om symbolen van het display te verwijderen.
Afhankelijk van het soort fout kunnen symbolen constant zichtbaar zijn of knipperen.
Knipperende symbolen worden in de lijst met foutcodes gemarkeerd met een “o”.
Oplossing: Start de machine opnieuw op. Neem contact op met een reparateur als de
fout zich blijft voordoen.
2Fout in microprocessor-RAM
De microprocessor kan niet lezen/schrijven van/naar een bepaalde positie in het interne
geheugen.
Deze fout schakelt geen functies uit.
Oplossing: Start de machine opnieuw op. Neem contact op met een reparateur als de
fout zich blijft voordoen.
3Fout in extern RAM
De microprocessor kan niet lezen/schrijven van/naar een bepaalde positie in het externe
geheugen.
Deze fout schakelt geen functies uit.
Oplossing: Start de machine opnieuw op. Neem contact op met een reparateur als de
fout zich blijft voordoen.
45 V voedingsspanning laag
De voedingsspanning is te laag.
Het lasproces wordt gestopt en kan niet opnieuw gestart worden.
Oplossing: Schakel de netspanning uit om de eenheid te resetten. Neem contact op met
een reparateur als de fout zich blijft voordoen.
5DC-spanningspiek overschrijdt limiet
De spanning is te laag of te hoog. Een te hoge spanning kan worden vooroorzaakt door
sterke fluctuaties in de netspanning of door een slechte stroombron (hoge inductantie van
de stroombron of verlies van een fase).
De stroombron wordt uitgeschakeld en kan niet opnieuw gestart worden.
Oplossing: Schakel de netspanning uit om de eenheid te resetten. Neem contact op met
een reparateur als de fout zich blijft voordoen.
De beveiliging tegen oververhitting is in werking getreden.
Het lasproces wordt gestopt en kan niet hervat worden tot de overhittingsbeveiligingen zijn
teruggezet.
Oplossing: Controleer of de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn of vuil zijn. Contro
leer de huidige inschakelduur om er zeker van te zijn dat de eenheid niet overbelast wordt.
8Lage batterijspanning +3 V (bedieningspaneel)
De geheugenbatterij is bijna leeg. Als de batterij niet wordt vervangen, gaan de lasgege
vens in het geheugen van het bedieningspaneel verloren.
Deze fout schakelt geen functies uit.
Oplossing: Laat de batterij vervangen door een reparateur.
8+15 V voedingsspanning (draadaanvoereenheid en stroombron)
De spanning is te hoog of te laag.
Oplossing: Neem contact op met een reparateur.
8+13 V voedingsspanning, (afstandsbediening)
De spanning is te hoog of te laag.
Oplossing: Neem contact op met een reparateur.
9-15 V voedingsspanning (stroombron)
De spanning is te hoog of te laag.
Oplossing: Neem contact op met een reparateur.
9+20 V voedingsspanning, (draadtransporteenheid)
De spanning is te hoog of te laag.
Oplossing: Neem contact op met een reparateur.
9+10 V voedingsspanning (afstandsbediening)
De spanning is te hoog of te laag.
Oplossing: Neem contact op met een reparateur.
De spanning is te hoog of te laag.
Oplossing: Neem contact op met een reparateur.
De draadaanvoersnelheid wijkt af van de ingestelde waarde.
De draadaanvoer stopt als deze fout optreedt.
Oplossing: Neem contact op met een reparateur.
De CAN-bus van het systeem kan tijdelijk overbelast zijn.
Het bedieningspaneel of de draadaanvoereenheid heeft geen contact meer met het bedie
ningspaneel.
Oplossing: Controleer de apparatuur om er zeker van te zijn dat er slechts één draada
anvoereenheid of afstandsbediening is aangesloten. Neem contact op met een reparateur
als de fout zich blijft voordoen.
Door overbelasting is de CAN-bus tijdelijk buiten werking.
Het lasproces wordt gestopt.
Oplossing: Controleer de apparatuur om er zeker van te zijn dat er slechts één draada
anvoereenheid of afstandsbediening is aangesloten. Schakel de netspanning uit om de
eenheid te resetten. Neem contact op met een reparateur als de fout zich blijft voordoen.