Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
TOCh
− 2 −
Page 3
NL
1RICHTLIJN
ESAB Welding Equipment AB, S−695 81 Laxå, Zweden, verklaart geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat lasstroombron DTE 255 van het serienummer 833 in overeenstemming is met norm IEC/
EN 60974−1 conform de bepalingen in richtlijn (73/23/EEG) met de annex (93/68/EEG) en met norm
EN 50199 conform de bespalingen in richtlijn (89/336/EEG) met annex (93/68/EEG).
Anders Birgersson
Managing Director
Esab Welding Equipment AB
695 81 LAXÅ
SWEDENTel: + 46 584 81000 Fax: + 46 584 411924
2VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB lasuitrusting draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van de
installatie werkt. De veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type
lasuitrusting gesteld worden. De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als
een aanvulling op de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle handelingen moeten uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van de
werking van de lasuitrusting. Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden
waardoor de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden.
1.Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening
S de plaats van de noodstop
S de werking
S de geldende veiligheidsvoorschriften
S de lastechniek
2.De operateur moet controleren:
S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting bevinden,
voor hij begint te werken.
S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog wordt ontsto-
ken.
3.De werkplaats moet:
S doelmatig zijn
S tochtvrij zijn
4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting
S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril,
onontvlambare kleding, lashandschoenen.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die beklemd kun-
nen raken, of brandwonden kunnen veroorzaken.
5.Algemene veiligheidsvoorschriften
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
S Alleen bevoegd personeel mag aande elektrische eenheden werken.
S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk
aangegeven plaats.
S Wanneer de lasuitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen
onderhoud uitgevoerd worden.
dpb1d1ha
− 3 −
Page 4
NL
WAARSCHUWING
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHUWINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELEKTRISCHE SCHOK − Kan dodelijk zijn
SInstalleer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
SRaak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
SZorg dat u geïsoleerd bent van aarde en van het werkstuk.
SZorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS − Kunnen uw gezondheid schaden
SZorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
SVervers regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezo-
gen worden.
LICHTSTRALEN − Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
SBescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be-
schermende kleding.
SScherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand an-
ders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
SDe vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate-
riaal in de buurt is.
LAWAAI − Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
SBescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
SWaarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN − Neem contact op met een vakman.
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
ESAB heeft alle benodigde lasbeschermingsvoorzieningen en accessoires
voor u.
WAARSCHUWING!
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door
voor u overgaat tot installatie en gebruik.
WAARSCHUWING!
Gebruik de stroombron niet voor het ontdooien van bevroren pijpen.
Dit product is uitsluitend bedoeld voor booglassen.
dpb1d1ha
− 4 −
Page 5
NL
3INLEIDING
De DTE 255 is een compacte lasstroombron bestemd voor twee verschillende
lasmethoden. De stroombron kan worden gebruikt voor TIG−lassen en MMA−lassen
met belegde elektroden op zowel wisselstroom als gelijkstroom.
De DTE 255 is verkrijgbaar in twee uitvoeringen:
Smet een OKC−aansluiting voor de TIG−brander
Smet een centrale aansluiting voor de TIG−brander
N.B. Verwijder de TIG−brander bij het MMA−lassen!
Bij TIG−lassen de Elektrodehouder verwijderen.
Zie pagina 20 voor details over ESAB−accessoires voor het product.
3.1Uitrusting
De DTE 255 wordt geleverd met:
SNetkabel (3 m)
STerugleider (5 m)
SGasslang
SSlangklemmen
Instelbereik, MMA
Belastingtoename (verhoging)0 − 10 s
Belastingafname (verlaging)0 − 10 s
Gasvoorstrom, instelbaar op circuitkaart0 − 5 s
Gasnastroom3 − 30 s
250 A / 30 V
200 A / 28 V
165 A / 26 V
250 A / 20 V
225 A / 19 V
170 A / 17 V
5−250 A, DC
5*−250 A, AC
5−250 A
Nullastspanning70 − 90 V DC
Nullastvermogen, MMA
Nullastvermogen, TIG
Aktief vermogen, P (bij maximumstroom, MMA)10 kW
Schijnbaar vermogen, S (bij maximumstroom, MMA)10,6 kW
Vermogensfactor, bij maximumstroom, MMA0,93
Rendement, bij maximumstroom, MMA0,75
Netspanning400 V +/− 10% 3−fase
− 5 −
dpb1d1ha
95 W
50 W
Page 6
NL
DTE 255
Netfrequentie50 − 60 Hz
Laskabel, oppervlak doorsnede35 mm
Zekering, traag16 A
Netkabel, oppervlak doorsnede4 x 2,5 mm
Afmetingen, l x b x h510 x 310 x 555 mm
Gewicht45 kg
Gebruiksklasse
VeiligheidsnormIP 23
*) De minimale stroomsterkte tijdens het lassen hangt af van de legering van de aluminium platen en
van de verontreiniging van het oppervlak.
Relatieve inschakelduur
De relatieve inschakelduur geeft de tijd weer als een percentage van een periode van tien minuten
waarin u kunt lassen met een bepaalde belasting.
Gebruiksklasse
2
2
Het symbool betekent dat de lasstroombron geconstrueerd is voor het gebruik in ruimten
met een verhoogd elektrisch risico.
Veiligheidsnorm
De IP−code geeft de beveiligingsklasse aan, d.w.z. de graad van bescherming tegen vaste voorwerpen en vocht. Een apparaat met IP 23 is bestemd voor gebruik zowel binnen− als buitenshuis.
5INSTALLATIE
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Dit product is bestemd voor industrieel gebruik. In een woonomgeving kan dit product radiostoring
veroorzaken. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om passende voorzorgsmaatregelen
te nemen.
De DTE 255 is uitgerust met netspanningscompensatie, hetgeen inhoudt dat een
variatie in de netspanning van +/−10% slechts een variatie van +/−2% van de
lasstroom oplevert.
Om het spanningsverlies te beperken dat zich voordoet bij het gebruik van lange
stroomkabels, is het beter dikkere kabels te gebruiken dan staat aangegeven in de
technische gegevens op bladzijde 5.
Als u de stroombron start, werken de koelventilatoren met een gereduceerd
toerental om enerzijds de hoeveelheid vuil die naar binnen kan worden gezogen to
verminderen en anderzijds het geluidsniveau te verlagen. Als de stroombron meer
koeling nodig heeft, draait de ventilator op een hogere snelheid.
dpb1d1ha
− 6 −
Page 7
NL
5.1Plaatsing en aansluiting
SPlaats de lasstroombron zo dat u de in− en uitlaat voor de koellucht vrijhoudt.
SSluit de schermgasleiding aan (zie afb. op bladzijde 7).
SSluit de TIG−brander en de terugvoerleiding aan of de laskabel van de
elektrodehouder en de terugvoerleiding (zie afb. op bladzijde 7).
SZorg dat u de lasstroombron op de juiste netspanning aansluit en een zekering
met de juiste nominale stroom gebruikt. Zorg voor aardlekbeveiliging in
overeenstemming met de geldende voorschriften.
Het typeplaatje met de gegevens voor de aansluiting vindt u aan de achterzijde
van de stroombron.
De lasstroombron is daarmee gereed voor het gebruik.
6GEBRUIK
De algemene veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van de hier beschreven uitrusting vindt u op pagina 3. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
6.1Bedieningselementen en aansluitingen
Centrale aansluiting
ANetschakelaar AAN/UITHNetspanning ingeschakeld, lichtdiode
BAansluiting voor afstandsbedieningJLasspanning AAN, lichtdiode
CAansluiting voor de branderLStoring/oververhitting, lichtdiode
DAansluiting voor de elektrodehouder
(MMA)
EOKC−aansluiting voor de TIG−branderNAansluiting voor het schermgas op de
MDoorstroomverklikker, lichtdiode
(functie bij aangesloten koelaggregaat)
lasstroombron
FAansluiting voor de terugvoerleidingOInstel−unit, digitale weergave
GAansluiting voor het schermgasPCentrale aansluiting voor de TIG−brander
N.B. De posities C en G komen te vervallen bij een uitvoering met een centrale
aansluiting!
dpb1d1ha
− 7 −
Page 8
NL
Als de netschakelaar in werking is gezet, licht de lichtdiode (H),
Bij nullastspanning licht de lichtdiode (J) op.
Bij storingen zoals oververhitting licht de lichtdiode (L) op.
Wanneer de koelwaterstroom wordt verbroken, licht de lichtdiode (M) op.
Bij storingen die tijdelijk een hoge uitgangsspanning kunnen veroorzaken, gaat de
LED uit (J), (de uitgangsspanning is uitgeschakeld). Bij een pauze van meer dan 30
minuten wordt de uitgangsspanning uitgeschakeld en spert de diode (J). U kunt
resetten door de schakelaar (1) in de TIG−stand te zetten en vervolgens terug naar
de MMA−stand.
6.2Afstandsbediening
De lasstroom voor het TIG−lassen en MMA−lassen kunt u instellen met behulp van
de afstandsbediening. De lasstroombron registreert automatisch of al dan niet een
afstandsbediening is aangesloten.
Als de afstandsbediening moet gelden voor het totale stroombereik, moet u de
stroomknop op de lasstroombron in de maximale stand draaien.
Maximumwaarde = Gewenste waarde zoals ingesteld op de lasstroombron.
6.3Beveiliging tegen oververhitting
Drie thermoschakelaars zorgen voor beveiliging tegen oververhitting, als de
temperatuur te hoog mocht oplopen.
Als de temperatuur te hoog oploopt, wordt de lasstroom onderbroken waarna de
gele diode (L) gaat branden (zie bladzijde 7).
Wanneer de temperatuur weer voldoende is gedaald, wordt de lasstroom weer
ingeschakeld en dooft de diode (L).
dpb1d1ha
− 8 −
Page 9
NL
6.4Bedieningspaneel
1Keuzeschakelaar voor procesSMMA−lassen (Handlaselektroden)
STIG tweetakt (ook bij afstandsbediening)
STIG viertakt
STIG viertakt met tweestandenschakelaar
(wisselfunctie, stroomkeuze (8) of (9) via de
TIG−brander)
2Keuzeschakelaar voor
ontstekingsmethode
SHF−onsteking
SLift−Arc − zie bladzijde 10
3Keuzeschakelaar voor impuls-
stroom
4Keuzeschakelaar voor polariteitSWisselstroom
5Potentiometer voor Hot StartSVoor de grove en fijne afstelling van het startverloop
6Potentiometer voor Arc−ForceSVoor de grove en fijne afstelling van de functie
7PotentiometerSVoor de instelling van de tijd voor de belastingtoename
8Potentiometer I1SVoor de instelling van niet−pulserende lasstroom en
SLassen zonder impulsstroom, gelijk− en wisselstroom
SLassen met blokgolfstroom, gelijk− en wisselstroom
SLassen met trapeziumstroom, gelijk− en wisselstroom
SGelijkstroom, positieve elektrode
SGelijkstroom, negatieve elektrode, maar met positieve
elektrode tijdens de start.
(bijv. voor 3,2 mm elektroden, TIG−lassen)
met het oog op de elektrode−afmeting.
TIG−lassen ( 10...500 ms )
MMA−lassen (100ms...2s)
Arc−Force (Anti Stick), uitsluitend voor MMA−lassen.
(slope−up) van de lasstroom
(0 tot 10 seconden).
van de piekstroom bij het lassen met impulsstroom.
9Potentiometer I2SVoor de instelling van de achtergrondstroom bij het
lassen met impulsstroom en van het lagere
stroomniveau bij de wisselfunctie.
10PotentiometerSVoor de instelling van de tijd voor de belastingafname
(slope−down) tussen 0 en 10 seconden.
dpb1d1ha
− 9 −
Page 10
NL
11PotentiometerSVoor de instelling van de tijd voor de gasnastroom
tussen 3 en 30 seconden.
12Potentiometer voor de instel-
ling van de frequentie
13Potentiometer voor instelling
van de balans
Deze potentiometer vervult een dubbele functie:
SDe potentiometer is bestemd voor de instelling van de
pulsfrequentie op een waarde van 0,3 tot 300 Hz bij
pulserend lassen op gelijkstroom.
SDe potentiometer is bovendien bestemd voor de
instelling van de frequentie van de wisselstroom op
een waarde van 30 tot 300 Hz bij het niet−pulserend
lassen op wisselstroom.
N.B. Bij het lassen op pulserende wisselstroom wordt
automatisch een frequentie van 100 Hz
aangehouden voor de wisselstroom! De maximale impulsfrequentie die kan worden ingesteld is dan 100
Hz.
Deze potentiometer vervult een dubbele functie:
SVoor de instelling van de balans tussen de positieve
en negatieve halve golf bij het lassen op wisselstroom
voor optimale reiniging of inbranding; (rechts
=>hogere mate van inbranding)
SInstelling van de verhouding in tijd tussen de
achtergrondstroom en de piekstroom bij pulserend
lassen op gelijkstroom; (rechts =>langere
piekstroomduur)
N.B. Bij het lassen met een pulserende wisselstroom
wordt automatisch een verhouding tussen de impulsstroomtijd en de achtergrondstroomtijd aangehouden van 50/50 %.
De verhouding tussen positieve en negatieve halve golf is
op dezelfde manier af te stellen als niet−gepulseerd AC−
lassen.
Stand = MMA
In deze stand is de lasstroombron ingesteld op het lassen met belegde elektroden.
De HF−unit en Lift−Arc zijn buiten werking gesteld en de Hot−start−unit is
geactiveerd om bij het starten een stroomverhoging te realiseren.
Stand = HF−unit aan
Wanneer u de branderschakelaar indrukt, stroomt het gas, de HF−unit slaat aan en
zorgt voor een vonk tussen de elektrode en het te lassen materiaal. Het gas wordt
geïoniseerd waarna een lichtboog ontstaat. Wanneer de lichtboog stabiel is, wordt
de HF−unit automatisch uitgeschakeld.
Stand = Lift−Arc
Dit houdt in dat u de elektrode van de brander op het beginpunt van de las houdt, de
branderschakelaar indrukt en de brander vervolgens optilt. Op die manier wordt een
lichtboog gevormd.
De stroom neemt tijdens de ingestelde “slope up”−tijd langzaam toe tot de ingestelde
waarde.
Als u het lassen wilt afsluiten, laat u het contact los. De stroom zwakt langzaam af
tot de ingeslde “slope down”−tijf.
dpb1d1ha
− 10 −
Page 11
NL
Houd de elektrode van de brander tegen het werkstuk aan.Druk de branderschakelaar in.
Houd de brander iets schuin, tilLaat de branderschakelaar los
de brander op en de lichtboog is een feit.om het lassen te beëindigen.
Stand tweetakt/viertakt
Tweetakt houdt in dat de lichtboog wordt ontstoken, wanneer u de branderschake-
laar indrukt. De lichtboog dooft weer, wanneer u de schakelaar loslaat.
Viertakt houdt in dat u de branderschakelaar niet ingedrukt hoeft te houden tijdens
het lasverloop. U drukt de schakelaar in en laat deze weer los om de lichtboog te
ontsteken. De lichtboog wordt gedoofd, wanneer u de schakelaar nogmaals indrukt
en weer loslaat.
Viertakt met de mogelijkheid om tussen twee stromen te wisselen (wisselfunctie).
Door het brandercontact kort te activer kunt u met de wisselfunctie tussen twee
verselbare stromen wisselen. Als u het brandercontact ingedrukt houdt, begint de
stroom te dalen (slope down).
dpb1d1ha
− 11 −
Page 12
NL
6.5MMA−lassen (Handlaselektroden)
6.5.1Instelling van het bedieningspaneel bij het MMA−lassen
SSluit de lasstroomkabel en de terugvoerleiding aan op de aansluitingen D en F
van de OKC−aansluiting.
SZet de schakelaar (1) in de stand voor het gebruik van handelektroden.
De lichtdiode J geeft vervolgens aan dat er nullastspanning staat op de
lasaansluitingen.(Aie ook onder punt 5.2).
SStel de gewenste waarde voor de lasstroom in met de potentiometer (8).
Het is ook mogelijk gebruik te maken van pulserende lasstroom. U stelt de
pulserende lasstroom in op dezelfde manier als bij pulserend TIG−lassen.
SPotentiometer (5) gebruikt u om de functie Hot−start traploos te kunnen instellen
en potentiometer (6) om de functie Arc−Force en daarmee ook de
regeldynamiek traploos te kunnen instellen.
SAfhankelijk van het type elektrode dat u gebruikt kunt u de gelijkstroom en de
polariteit selecteren met de schakelaar (4) of kiezen voor één van de
wisselstroomalternatieven. U hoeft de laskabels niet te verwisselen.
De lasstroombron stelt u in met een handbediende afstandsbediening.
dpb1d1ha
− 12 −
Page 13
NL
6.6TIG−lassen
Bij het TIG−lassen heeft de branderschakelaar drie mogelijke functies:
STweetakt
SViertakt
SViertakt met keuze uit twee standen, achtergrondstroom of het ingestelde
alternatief (wisselfunctie)
6.6.1Instelling van het bedieningspaneel bij het TIG−lassen
SSuit de TIG−brander −resp, retourkabel in de OKC−uitgangen E en F aan
(aansluiting P en F bij de centrale aansluiting).
SZet de schakelaar (1) in de gewenste stand.
Als u gebruikt wilt maken van een voetbediende afstandsbediening, moet u de
schakelaar (1) in de stand voor tweetakt zetten.
N.B. Voor directe regeling van de stroom via de voetbediende afstandsbediening
moet u de potentiometers (7) en (10) in stand 0 zetten.
Een handbediende afstandsbediening kan worden gebruikt voor de instelling van
de lasstroom bij zowel tweetakt als viertakt.
SStel de gewenste ontstekingsmethode in met behulp van de schakelaar (2).
SStel de lasstroom in met behulp van de potentiometer (8).
SStel de lasstroom in met behulp van de potentiometer (3).
SBij het gebruik van de wisselfunctie / impulsfunctie moet u de potentiometer (9)
instellen.
dpb1d1ha
− 13 −
Page 14
NL
6.6.2Lasverloop voor het TIG−lassen in viertakt met
tweestandenschakelaar:
6
1.De gasvoorstroom is vooraf ingesteld op 10 ms.
2.Warme start:
Sde startstroom is vooraf ingesteld op 100 A.
Sde tijd stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 20 tot 500 ms.
(Bij MMA−lassen geldt een tijd van 200 tot 2000 ms.)
3.De startstroom 15 A.
4.De slope−up−tijd stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 0 tot 10 s.
5.De impulsstroom stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 5 tot 250 A.
6.De achtergrondstroom stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 10 tot
90% van de impulsstroom.
7.De slope−down−tijd stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 0 tot 10 s.
8.De stroom bij het afsluiten is vooraf ingesteld op 5 A.
9.De gasnastroom stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 3 tot 30 s.
dpb1d1ha
− 14 −
Page 15
NL
6.6.3Instelling van de gelijkstroom en de wisselstroom
Gelijkstroom:
SZet de schakelaar (4) in de stand voor gelijkstroom met een negatieve polariteit.
Als u voor pulserend lassen hebt gekozen moet u het volgende doen:
SStel de piekstroom in met de potentiometer (8).
SStel de achtergrondstroom in in procenten van de piekstroom met de
potentiometer (9).
SStel de pulsfrequentie in met de potentiometer (12).
SStel de verhouding in tijd in tussen de piekstroom en de achtergrondstroom
met de potentiometer (13).
Wisselstroom:
Met de schakelaar (4) kunt u twee verschillende vormen van wisselstroom instellen:
SEen sinusvormige wisselstroom die wordt gekenmerkt door minder lawaai en
een soepeler lichtboog. Een sinusvormige wisselstroom is het efficiëntst bij lage
frequenties!
SEen blokgolfvormige (Square Wave) wisselstroom met een lichtboog die
weliswaar hard en stabiel is, maar daardoor tevens meer geluid produceert.
De lichtboog wordt altijd ontstoken met gelijkstroom. Zodra de lichtboog een
feit is, wordt overgeschakeld op wisselstroom.
Bij verhoging van de wisselstroomfrequentie wordt een compactere en stabielere
lichtboog verkregen.
Een blokgolfvormige wisselstroom leent zich met name voor het gebruik bij lage
stroomsterkten en het lassen aan extreem dun plaatwerk.
Een verschuiving van de halve golflengte (de balans) in positieve richting levert een
verhoogd reinigingseffect op en in negatieve richting een verhoogd
doordringend vermogen.
(Draai de potentiometer (13) naar rechts voor een groter doordringend vermogen!)
dpb1d1ha
− 15 −
Page 16
NL
6.7Geforceerde stroomonderbreking
Als de branderschakelaar of de voetbediende afstandsbediening wordt geactiveerd
zonder dat de lichtboog wordt ontstoken, wordt de nullastspanning na 2 seconden
automatisch onderbroken. Bij het wegvallen van de lichtboog treedt deze
stroomonderbrekingsfunctie ook in werking.
De onderbrekingsfunctie voorkomt:
Songecontroleerde ontsteking van de lichtboog
Smateriële schade
Sverspilling van het schermgas
Songelukken
7ONDERHOUD
Opmerking!
Alle garantievoorwaarden van de leverancier komen te vervallen als de klant zelf
tijdens de garantieperiode reparaties uitvoert.
De beplating mag alleen worden verwijderd door (daartoe bevoegde) personen met
de vereiste elektronicakennis, voor: aansluiting, service, onderhoud en reparaties op
of aan een lasinstallatie.
7.1Controle en reiniging
Spuit de lasstroombron eenmaal per jaar schoon
met perslucht (bij gereduceerde luchtdruk) en reinig
het stoffilter regelmatig. Als de lasstroombron staat
opgesteld in een stoffige en vuile omgeving, moet
de stroombron vaker schoon worden geblazen.
Voor optimale bedrijfszekerheid is het raadzaam
om eenmaal per jaar het nodige onderhoud aan
de lasstroombron te laten plegen door een
erkende dealer.
bt07d109
8BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN
DTE 255 is zodanig geconstrueerd en getest dat deze voldoet aan de internationale
en europese norm IEC/EN 60974−1 en EN 50199. Na onderhoud− of reparatiewerkzaamheden dient de uitvoerende instantie erop toe te zien dat het product nog steeds
voldoet aan de bovengenoemde norm.
Reserveonderdelen kunt u bestellen via de ESAB−dealer. Zie de laatste pagina van
deze publicatie.
dpb1d1ha
− 16 −
Page 17
Schema
dpb1e11a
− 17 −
Edition 031110
Page 18
DTE 255
Bestelnummer
Ordering no.DenominationTypeNotes
0301 035 880 Welding power sourceDTE 255with central connection for the TIG torch
0301 035 881 Welding power sourceDTE 255with OKC connection for the TIG torch