Rätt till ändring av specifikationer utan avisering förbehålles.
Ret til ændring af specifikationer uden varsel forbeholdes.
Rett til å endre spesifikasjoner uten varsel forbeholdes.
Oikeudet muutoksiin pidätetään.
Rights reserved to alter specifications without notice.
Änderungen vorbehalten.
Sous réserve de modifications sans avis préalable.
Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
Reservado el derecho de cambiar las especificaciones sin previo aviso.
Specifiche senza preavviso.
Reservamo--nos o direito de alterar as especificações sem aviso prévio.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå, Sweden, försäkrar under eget ansvar att
svetsautomat A6 T F E1/TFE2/TGE1 från serienummer 725 är i överensstämmelse
med standard EN 60292 enligt villkoren i direktiv 89/392/EEG med tillägg.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå, Sweden garanterer under eget ansvar,
at svejseautomat A6 TFE1/TFE2/TGE1 fra serienummer 725 er i overensstemmelse
med standard EN 60292 ifølge betingelserne i direktiv 89/392/EEC med tillægg.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå, Sweden, forsikrer på eget ansvar at
sveiseautomat A6 TFE1/TFE2/TGE1 med serienummer 725 er i samsvar med standard EN 60292 i overensstemmelse med bestemmelsene i direktiv 89/392/EØF med
tillegg.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå, Sweden, vakuuttaa omalla vastuullaan,
että hitsausautomaatti A6 TFE1/TFE2/TGE1 sarjanumerosta 725 täyttää standardin
EN 60292 vaatimukset direktiivin 89/392/EEC ja sen lisäyksen mukaisesti.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå, Sweden, gives its unreserved guarantee
that automatic welding machine A6 TFE1/TFE2/TGE1 from serial number 725 complies with standard EN 60292, in accordance with the requirements of directive
89/392/EEA and addendum.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå Sweden, versichert hiermit auf eigene
Verantwortung, daß der Schweißautomat A6 TFE1/TFE2/TGE1 ab Serien--Nr 725
mit der norm EN 60292 gemäß den Bedingungen der Richtlinien 89/392/EWG mit
der Ergänzung in Übereinstimmung steht.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå Sweden, certifie sous sa propre responsabilité que la appareil de soudage automatique A6 TFE1/TFE2/TGE1 à partir du
numéro de serié 725 répond aux normes de qualité EN 60292 conformément aux
directives 89/392/EEC avec annexe.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå Sweden, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat lasautomaat A6 TF E1/TF E2/TGE1 van serienummer 725 overeenkomt
met norm EN 60292 volgens richtlijn 89/392/EEG van de Raad m e t toevoeging.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå, Sweden, declara, asumiendo toda responsabilidad, que la equipo para soldadura automática A6 TFE1/TFE2/TGE1 desde
el número de serie 725 está fabricada de conformidad con la normativa EN 60292
según los requisitos de la directiva 89/392/EEC con el suplemento.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå Sweden, dichiara sotto la propria responsabilità che la saldatrice automatica A6 TFE1/TFE2/TGE1 dal numero di serie 725 è
conforme alla norma EN 60292 ai sensi dei requisiti previsti dalla direttiva
89/392/CEE e successive integrazioni nella direttiva.
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå Sweden, certifica, sob a sua própria responsabilidade que, a equipamento autom ático para soldadura A6 TFE1/TFE2/TGE1
desde número de série 725 está em conformidade com a norma EN 60292, segundo os requisitos constantes na directiva 89/392/EEC e com o suplemento.
De gebruiker van een ESAB lasuitrusting draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van de
installatie werkt. De veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type
lasuitrusting gesteld worden. De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als
een aanvulling op de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle handelingen moeten uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van de
werking van de lasuitrusting. Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden
waardoor de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden.
1.Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening
S de plaats van de noodstop
S de werking
S de geldende veiligheidsvoorschriften
S de lastechniek
2.De operateur moet controleren:
S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting bevinden,
voor hij begint te werken.
S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog wordt ontsto-
ken.
3.De werkplaats moet:
S doelmatig zijn
S tochtvrij zijn
4.Persoonlijke veiligheidsuitrusting
S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril,
onontvlambare kleding, lashandschoenen.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die beklemd kun-
nen raken, of brandwonden kunnen veroorzaken.
5.Algemene veiligheidsvoorschriften
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken.
S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk
aangegeven plaats.
S Wanneer de lasuitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen
onderhoud uitgevoerd worden.
Lassen op een hellend vlak, in de rijrichting of overdwars
Let op het volgende:
Szorg dat de vrijloopkoppeling van de tandwielkast in de geblokkeerde stand staat;
Sblokkeer de lasautomaat met blokken voor de wielen, als u bij de automaat vandaan loopt om zo
te voorkomen dat de automaat onbedoeld in beweging kan komen;
Scontroleer voorafgaand aan de laswerkzaamheden of de lasautomaat stabiel staat;
Sde positie van de laskop en de draadhaspel is van invloed op het zwaartepunt van de
lasautomaat – een te hoog zwaartepunt maakt de lasautomaat instabiel;
Shet verbruik van toevoerdraad en laspoeder leidt ertoe dat de gewichtsverdeling zich wijzigt
tijdens het lassen.
ffc1safH
-- 1 1 1 --
NL
WAARSCHUWING
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHUWINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELEKTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
SInstalleer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
SRaak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
SZorg dat u geïsoleerd bent van aarde en van het werkstuk.
SZorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
SZorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
SVervers regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezo-
gen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
SBescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be-
schermende kleding.
SScherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand an-
ders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
SDe vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate-
riaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
SBescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
SWaarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman.
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
ffc1safH
-- 1 1 2 --
NL
2INTRODUCTIE
2.1Algemeen
De lasautomaat A6 TFE2 met twee laskoppen is gemonteerd op een tractortrolley
en bedoeld voor UP--lassen van stijve naden.
Al het overige gebruik is verboden.
De positie van de laskop kan horizontaal en verticaal worden ingesteld met de
liniaalglijders. De hoekbeweging wordt met de hoekglijder ingesteld.
De lasautomaten worden samen met het besturingskastje van ESAB, de
A2--A6 Process Controller (PEH) en de lasstroombronnen van ESAB, de LAF resp.
de TAF gebruikt.
2.2Lasmethode
2.2.1OP--lassen
De lasrups wordt afgeschermd door een poederdek.
SOP Heavy duty
OP heavy duty met één contactstuk Ø 35 mm die een belasting toelaat tot
1500 A.
Bij deze uitvoering kan worden voorzien van aanvoerrollen voor enkel-- en
dubbeldraadslassen (twin--arc). Voor holle draden zijn speciale, geribbelde
aanvoerrollen verkrijgbaar. De geribbelde aanvoerrollen zorgen voor een
betrouwbare draadtoevoer zonder gevaar voor vervorming door een te hoge
aanvoerdruk.
STandem--lassen (UP)
Gebruik voor het tandemlassen altijd laskop A6 TFE2 die op 2 lasstroombronnen
en op 2 besturingskastjes A2--A6 Process Controller moet worden aangesloten.
In de tandemlaskop zitten 2 eenvoudige laskoppen (A6 SF) met ieder een
contactmondstuk. Elk contactmondstuk wordt met max. 1500 A belast.
2.3Lassen op een horizontaal of hellend vlak
De lasautomaten zijn in ontworpen voor laswerkzaamheden in het horizontale vlak.
A6 TFE2 is niet te gebruiken voor laswerkzaamheden op een hellend vlak.
Lees het onderdeel “Lassen o p een hellend vlak, in de rijrichting of o verdwars”
op pagina 111.
ffb9d1ha
-- 1 1 3 --
NL
2.4Technische gegevens
A6 TFE2
Aansluitspanning42 V AC
Toegestane belasting 100%1500 A DC/AC
Afmetingen elektroden:
massieve enkele draad3,0--6,0 mm
holle draad3,0--4,0 mm
(Mag niet met voorverwarmd poeder worden gevuld)
Gewicht (excl. elektrode en poeder)158 kg
Continue geluidsdruk, A--gewogen68 dB
10 l
2.5Hoofdcomponenten
1.Wagen
2.Draadtoevoereenheid
3.Handbediend slede
4.Contactstuk
5.Motor met overbrenging
(A6 VEC)
6.Poederhouder
7.Poedermondstuk
Zie pagina 115 voor een beschrijving van de hoofdcomponenten.
ffb9d1ha
-- 1 1 4 --
NL
2.6Beschrijving van hoofdcomponenten
2.6.1Wagen
De wagen is vierwielaangedreven.
U kunt de wagen blokkeren m et de
blokkeerhendel (1).
2.6.2Draadtoevoereenheid
De eenheid geleidt en voert de lasdraad in de het contactstuk.
2.6.3Handbediend slede
U kunt de horizontale en verticale stand van de laskop instellen met de lineaire
sleden. U kunt de hellingshoek traploos instellen m et de ronde slede.
2.6.4Contactstuk
Stuurt de lasstroom naar de draad tijdens het lassen.
2.6.5Motor met overbrenging (A6 VEC)
De motor regelt de toevoer van lasdraad.
Kijk in gebruiksaanwijzing 0443 393 xxx, voor meer infor matie over de A6 VEC.
2.6.6Poederhouder/ Poederbuis/ Poedermondstuk
Het poeder wordt in de vultrechter aangebracht en vervolgens naar het werkstuk
gevoerd door de poederbuis en Poedermondstuk.
Met de poederklep op de vultrechter wordt geregeld hoeveel poeder er vrijkomt.
Zie “Bijvullen van laspo eder” op pagina 122.
ffb9d1ha
-- 1 1 5 --
NL
3INSTALLATIE
3.1Algemeen
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken.
Wees daarom extra voorzichtig.
3.2Montage
3.2.1Draadtrommel (Accessoires)
Monteer de draadtrommel (1) op de remnaaf (2).
SControleer of de drager (3) naar boven is gericht.
N.B. De max. hellingshoek van de draadbobine is 25°.
Bij een te sterke helling on tstaat er slijtage aan het
borgmechanisme van de remnaaf en glijdt de draadbobine van
de remnaaf.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de draadbobine van de remnaaf glijdt;
S
Vergrendel de bobine met behulp van de rode knop,
volgens de instructie die naast de remnaaf staat.
3.3De remnaaf afstellen
De naaf is al afgesteld bij aflevering, maar indien
deze bijgesteld moet worden, volgt u onderstaande
instructies. .Stel de remnaaf zo in dat de draad een
beetje slap hangt als de draadtoevoer stopt.
SRemmoment aanpassen:
SDraai de rode hendel in de positie ”gesloten”.
SSteek een schroevendraaier in de veren van de remnaaf.
Draai de veren rechtsom om het remmoment te verkleinen.
Draai de veren linksom om het remmoment te vergroten.
N.B.: Draai beide veren even ver door.
ffb9i1ha
-- 1 1 6 --
NL
3.4Aansluitingen
3.4.1Algemeen
SLaat de aansluiting van de A2--A6 Process Controller (PEH) aan bevoegd
personeel over.
SZie de gebruikershandleiding 0443 403 xxx, voor de aansluiting van de A6 GMD.
SZie de gebruikershandleiding 0443 405 xxx, voor de aansluiting van de A6 PAK.
3.4.2Lasautomaat A6 TF (Poederbooglassen, OP)
1.Sluit de bedieningskabel (7) aan tussen de lasstroombron (8) en bedieningsbox
A2--A6 Process Controller PEH (2).
2.Sluit de retourleiding ( 11) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk (9).
3.Sluit de laskabel (10) aan tussen de lasstroombron (8) en de lasautomaat (1).
4.Sluit de meetleiding (12) aan tussen de lasstroombron (8) en het werkstuk (9).
ffb9i1ha
-- 1 1 7 --
NL
4WERKING
4.1Algemeen
Waarschuwing:
Hebt u de veiligheidsvoorschriften doorgenomen en deze begrepen?
Bedien de machine alleen wanneer dat het geval is!
De algemene veiligheidsvoorschriften voor h et gebruik van de hier beschreven uitrusting vindt u op pagina 111. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
SKies draadtype en laspoeder of inert gas zodanig, dat de neerslag van de eigen
las wat analyse betreft zoveel mogelijk overeenkomt met het basismateriaal.
Kies de draadafmeting en de lasgegevens volgens de aanbevolen waarden van
de leverancier van het toegevoegde materiaal.
SEen zorgvuldige voorbewerking van de naad is noodzakelijk voor een goed
lasresultaat.
LET OP! Er mogen geen ongelijke naadopeningen in de lasnaad voorkomen.
SOm het risico van warmtebarstjes te vermijden moet de breedte van de las
groter zijn dan de indringingsdiepte.
SLas altijd een proefwerkstuk met hetzelfde type naad en dezelfde plaatdikte als
het productiewerkstuk.
SZie de gebruiksaanwijzing van de A2--A6 Process Controller (PEH) voor de
besturing en instelling van de lasautomaat en de lasstroombron.
SDe tractor kan handmatig worden verplaatst na het ontkoppelen van de
vrijloopstang; zie afb. op pag. 115.
SVoor vervanging van slijtende onderdelen, zie de tabel op pag. 186.
ffb9o1ha
-- 1 1 8 --
NL
4.2Laden van de lasdraad
1.Monteer de draadtrommel volgens de instructies op pagina 116.
2.Controleer of de aanvoerrol (1) en de contactwangen resp. de contactmondstukken (3) de juiste afmetingen hebben voor de gekozen draadafmeting.
3.Voor A6 TF (Twin):
SVoer de draad door de draadgeleider (8).
4.Bij het lassen met fijne draad:
SVoer de draad door de fijne draadtoevoereenheid (6).
Zorg ervoor dat de richteenheid correct is afgesteld zodat de draad recht uit
de klembek of de contacttip (3)komt.
5.Trek het uiteinde van de draad te voorschijn door de Draadtoevoereenheid (2).
SBij draden met een diameter groter dan 2 mm: maak 0,5 m van de draad
recht en voer deze handmatig door de draadtoevoereenheid.
6.Plaats het draadeinde in het spoor van de aanvoerrol (1).
7.Stel de draaddruk tegen de aanvoerrol in met knop (4).
SN.B. Niet harder aanspannen dan nodig is voor een zekere aanvoer.
8.Rol een stuk lasdraad ter lengte van 30 mm af door een druk op de bijbehorende
de knopop de besturingsmodule A2--A6 Process Controller (PEH).
9.Richt de draad door bij te stellen met knop (5).
SGebruik altijd stuurbuis (7) voor een zekere aanvoer van dunne draad
(1,6--2,5 mm).
ffb9o1ha
-- 1 1 9 --
NL
4.3Vervangen van aanvoerrol (A6 TF)
Enkele draad
SMaak de knoppen (3)en(4)los.
SMaak de handknop (2)los.
SVervang de aanvoerrol ( 1).
Deze zijn gemerkt met de resp. draadafmetingen.
Dubbele draad (Twin arc)
SVervang de aanvoerrol ( 1) met dubbel spoor op
dezelfde manier als bij de enkele draad.
SLET OP! Vervang ook de drukrol (5). De speciale bolvormige drukrol voor
dubbele draad vervangt de standaard drukrol voor enkele draad.
SMonteer de drukrol met een speciale astap (best. nr. 0146 253 001).
Holle draad voor geribbelde rollen (Accessoires)
SVervang de aanvoerrol ( 1)endedrukrol(5) paarsgewijs voor de resp.
draadafmetingen.
N.B. Voor de drukrol is een speciale astap nodig (best. nr. 0212 901 101).
SHaal de drukbouten (4) met gematigde druk aan, zodat de holle draad niet wordt
vervormd.
ffb9o1ha
-- 1 2 0 --
NL
4.4Contactuitrustingen voor OP--lassen
Voor enkele draad 3,0 -- 6,0 mm. Heavy duty (D35)
SGebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1)D35
met de contactklauwen (2).
SMonteer de ene contactklauw met de meegeleverde
M5--bouten in het vaste contactstuk (a).
SMonteer de andere contactklauw in de losse helft van het
gedeelde contactstuk (b) onder de bout (8) en haal stijf
aan, zodat een goed contact wordt verkregen tussen de
contactklauwen en de draad.
Voor holle draad 1,6 mm -- 4,0 mm (D20 en D35) (Accessoires).
Als er contactklauwen (D35) worden gebruikt, moet de druk boven de
contactklauwen met gematigde kracht worden aangehaald, zodat de holle draad
niet wordt vervormd.
SLet erop dat er een goede contactovergang naar de holle draden wordt
verkregen.
Instelling van de draad bij tandemlassen.
De afstand tussen de eerste en de tweede draad mag niet zo groot zijn dat de
slak al tussen de draden kan stollen.
SLet erop dat er tussen de eerste en de tweede draad een goede
poederbekleding zit.
Voor dubbele draad 2 x 2,0 -- 3,0 Heavy Twin (D35) (Accessoires).
SGebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1)D35met
de contactklauwen ( 2).
SMonteer de ene contactklauw met de meegeleverde
M5--bouten in het vaste contactstuk (a).
SMonteer de andere contactklauw in de losse helft van het
gedeelde contactstuk (b) onder de bout (8) en haal stijf
aan, zodat een goed contact wordt verkregen tussen
de contactklauwen en de draad.
ffb9o1ha
-- 1 2 1 --
NL
Voor dubbele draad 2 x 1,2 -- 2,0 mm, Light Twin (D35) (Accessoires).
SGebruik de richtrolleneenheid (3), het contactstuk (1)D35
met de twinadapter (9) en 2 contactmondstukken (2)
(M6--schroefdraad) en een aparte richteenheid voor dunne
draad (4) met twee stuurbuizen (6).
Gebruik voor dubbele draad < 1,6 mm een stuurspiraal die in
elke stuurbuis afzonderlijk wordt geplaatst.
SMonteer de twinadapter (9) voor de M6--contactmondstukken
(2) met de M5--bout in het vaste deel van het gedeelde
contactstuk (1).
SMonteer de beugel (7) met de stuurbuizen (6) in het M12--gat van
de standaard richtrolleneenheid (3). De stuurbuizen moeten de
onderkant van de twinadapter (9) voor het contactmondstuk
(2) raken.
SHaal de contactmondstukken (2) met een sleutel aan, zodat er
een goed contact wordt verkregen.
SKort de stuurbuis (6) evt. in zodat de aanvoerrol (5) vrij loopt.
Instelling van de draad bij Twinarc--lassen:
Stel de draden in de naad op een optimaal lasresultaat in door het contactstuk te
draaien. De beide draden kunnen zodanig worden gedraaid dat ze na elkaar zijn
geplaatst op één lijn m e t de naad of in een willekeurige positie tot 90_haaks
op de naad, d.w.z. met één draad aan elke zijde van de naad.
4.5Bijvullen van laspoeder (OP--lassen)
1.Sluit de poederklep (1) van de poederhouder.
2.Maak eventueel de cycloon van de poederzuiger los.
3.Vul de houder met laspoeder.
N.B.! De laspoeder moet droog zijn. Vermijd zoveel
mogelijk het gebruik van agglomerer end laspoeder
buitenshuis en in vochtige omgevingen.
4.Plaats de poederslang zodanig dat de poederslang
niet dubbelvouwt.
5.Stel de hoogte van het poedermondstuk boven de
las zodanig in, dat een goede poederhoeveelheid
wordt verkregen.
De poederbekleding moet zo hoog zijn, dat de
vlamboog niet doorslaat.
4.6Ombouwen van de A6 TF (OP--lassen) naar Twin--arc (dubbele
draad)
SMonteren volgens de bijgelever de gebruiksaanwijzing voor de ombouwset.
ffb9o1ha
-- 1 2 2 --
NL
5ONDERHOUD
5.1Algemeen
N.B.
Als u zelf reparaties aan de machine uitvoert om eventuele storingen te verhelpen,
wijst ESAB alle verantwoordelijkheid af en kunt u geen aanspraken maken op
schadevergoeding of een beroep doen op de garantie.
BELANGRIJK! Schakel de netspanning uit, voordat u onderhoud pleegt.
Voor het onderhoud van de bedieningsdoos A2--A6 Process Controller (PEH), zie
gebruiksaanwijzing 0443 745 xxx.
5.2Dagelijks
SZorg dat de bewegende delen van de lasautomaat vrij blijven van laspoeder en
stof.
SControleer of het contactmondstuk en alle elektrische leidingen aangesloten zijn.
SControleer of alle schroefverbindingen aangehaald zijn en of de besturing en de
aandrijfrollen niet versleten of beschadigd zijn.
SControleer het remkoppel van de remnaaf. Het mag niet zo klein zijn dat de
draadtrommel blijft roteren wanneer de draadtoevoer stopt en het mag niet zo
groot zijn dat de toevoerrollen slippen. De richtwaarde voor het remkoppel van
een draadtrommel van 30 kg is 1,5 Nm.
Remkoppel bijstellen zieop blz. 116.
5.3Periodiek
SControleer elk kwartaal de koolborstels van de draadmotor, vervang ze wanneer
ze versleten zijn tot 6 mm.
SControleer de schuiven, smeer indien ze klemmen.
SControleer de draadbesturing, de aandrijfrollen en het contactmondstuk van
de draad--aanvoereenheid. Vervang versleten of beschadigde componenten
(zie slijtageonderdelen op blz. 186).
SAls de aandrijving van de wagen begint te haperen. moet u controleren of de
ketting gespannen is.
Controleer de kettingspanner, als de ketting niet aangespannen is.
Vervang de kettingspanner zo nodig.
ffb9u1ha
-- 1 2 3 --
NL
6STORINGZOEKEN
6.1Algemeen
Uitrusting
SGebruiksaanwijzing bedieningsbox A2--A6 Process Controller (PEH),
best.nr. 0443 745 xxx.
SGebruiksaanwijzing motor met overbrenging A6 VEC, best.nr. 0443 393 xxx.
Controleer
Sof de lasstroombron is ingesteld op de juiste netspanning
Sof alle 3 fasen spanning hebben (fasevolgorde niet belangrijk)
Sof de lasleidingen en hun aansluitingen niet beschadigd zijn
Sof de bedieningselementen in de gewenste positie staan
Sof de netspanning uitgeschakeld is voordat u begint te repareren
6.2Mogelijke storingen
1. Symptoom De ampère-- en vo ltwaarden vertonen grote variaties op het
display.
Oorzaak 1.1Contactbekken of contactmondstuk versleten of verkeerde
dimensie.
MaatregelVervang de contactbekken of het contactmondstuk.
Oorzaak 1.2De druk op de toevoerrollen is onvoldoende.
MaatregelVerhoog de druk op de toevoerrollen.
2. Symptoom De draadtoevoer is ongelijkmatig.
Oorzaak 2.1De druk op de toevoerrollen is verkeerd ingesteld.
MaatregelWijzig de druk op de toevoerrollen.
Oorzaak 2.2Verkeerde dimensie van de toevoerrollen.
MaatregelVervang de toevoerrollen.
Oorzaak 2.3De gleuven in de toevoerrollen zijn versleten.
MaatregelVervang de toevoerrollen.
3. Symptoom De lasleidingen raken oververhit.
Oorzaak 3.1Slechte elektrische aansluitingen.
MaatregelMaak alle elektrische aansluitingen schoon en haal deze aan.
Oorzaak 3.2De lasleidingen hebben een te kleine dimensie.
MaatregelVergroot de leidingdimensie of gebruik parallelle leidingen.
7BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN
Reserveonderdelen zijn te bestellen via de dichtstbijzijnde ESAB--vertegenwoordiger,
zie de laatste pagina van dit boek. Geef bij bestelling altijd het machinetype, het serienummer en de aanduiding plus het onderdelennr. aan die staan aangegeven in de
lijst met reserveonderdelen op pag. 187.
Dit vergemakkelijkt het uitvoeren van de bestelling en garandeert een correcte levering.