Rights reserved to alter specifications without notice.
Sous réserve de modifications sans avis préalable.
Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
Reservado el derecho de cambiar las especificaciones sin previo aviso.
Ci riserviamo il diritto di variare le specifiche senza preavviso.
Reservamo--nos o direito de alterar as especificações sem aviso prévio.
De uiteindelijke verantwoording voor de veiligheidsmaatregelen met betrekking tot
personeel dat met het systeem werkt of zich in de buurt bevindt, ligt bij de gebruiker
van de ESAB--servoslede.
De inhoud van deze aanwijzingen kan beschouwd worden als een aanvulling op de
normale voorschriften die op de werkplek van toepassing zijn.
1.Algemeen
Bedieningswerkzaamheden mogen, na instructie, uitsluitend worden uitgevoerd
door personeel dat goed vertrouwd is met de werking van de servoslede.
Een onjuiste manoeuvre, veroorzaakt door een verkeerde handgreep of het onjuist
activeren van een functiereeks, kan tot abnormale situaties leiden die letsel
kunnen veroorzaken voor de bedieningsman en beschadiging van de apparatuur.
Al het personeel dat met de servoslede werkt, moet goed vertrouwd zijn met:
Sde manier van werken
Sde plaats van de noodstop
Szijn werking
Sde toepasselijke veiligheidsvoorschriften
2.Delen die onder spanning kunnen staan, zijn gewoonlijk beschermd tegen
aanraking.
SIngrepen aan elektrische componenten mogen uitsluitend door bevoegd
personeel worden verricht.
3.Denk aan het gevaar van vallende last.
SGa na of de ondergrond bestand is tegen de schroefkrachten die op kunnen
treden.
SControleer of de slede op de ondergrond bevestigd is met tenminste 4 M10 --
of M12--bouten (Inbus).
SOverbelast de slede niet (zie op bladzijde 48 voor het draagvermogen van
de slede)
SControleer regelmatig de conditie van de riem (minstens om de 200 uur).
SVervang de riem ten minste eens in de 5 jaar of eerder als dat nodig mocht
zijn.
N.B. Zeker de last bij het vervangen van de riem of het riemwir. Lees de
pagina’s 58 -- 59.
WAARSCHUWING!
Bij riembreuk valt de last.
4.Gevaar van vastgeklemd worden
SAls de loper naar zijn eindstand beweegt.
SAls de r iembeveiliging gedemonteerd is.
5.Onderhoud
SSmeren en overige onderhoudswerkzaamheden mogen niet uitgevoerd
worden zolang de slede in bedrijf is.
fgb5safH
-- 4 5 --
Page 6
NL
WAARSCHUWING
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR
UZELF EN VOOR ANDEREN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ
HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHUWINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
SInstalleer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
SRaak delen die onder stroom staan en electroden niet aan met onbedekte
handen of met natte beschermuitrusting.
SZorg ervoor dat u geïsoleerd staat van de aarde en van het werkstuk.
SZorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
GEVAAR VOOR BEKNELLING
SBewegende onderdelen kunnen verwondingen en schade veroorzaken.
Wees daarom uiterst voorzichtig.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
SZorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
SVervers regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook
en het gas afgezogen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
SBescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter
en draag altijd beschermende kleding.
SScherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen,
zodat niemand anders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
SDe vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen
brandgevaarlijk materiaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
SBescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescher-
ming.
SWaarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN
SNeem contact op met een vakman.
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
BESCHERM UZELF EN DE ANDEREN!
fgb5safH
-- 4 6 --
Page 7
NL
2TECHNISCHE BESCHRIJVING
2.1Algemeen
De A6 --slede is bedoeld voor het dragen en verplaatsen van laskoppen van
uiteenlopende lasapparatuur. De slede kan loodrecht in verhouding tot de lasnaad
gemonteerd worden of in een sledekruis waarmee de naad kan worden gevolgd.
Deze kan ook parallel aan de lasnaad gemonteerd worden om een enkelvoudige
lasbeweging te realiseren.
De A6 --slede wordt bediend met:
SBedieningsbox A6 GMD voor het volgen van de naad (zie bedieningshandboek
443 403 xxx)
SBedieningsbox A6 PAK voor het positioneren
(zie bedieningshandboek 443 405 xxx)
SBedieningsbox PEH voor beweging (zie bedieningshandboek 443 745 xxx)
De A6--slede is een gemotoriseerde, lineaire slede met kogellager. Hij is leverbaar in
diverse instellengten van 60 tot 1030 mm (zie de afmetingentekening op blz. 145) en
in twee snelheidsuitvoeringen.
2.2De A6--slede bestaat uit:
1.Een sledeprofiel, te weten een stijf U--profiel
2.Een loper die is gelagerd met open kogelbussen die over de assen lopen, ondersteund over de hele lengte door het sledeprofiel.
Een aandrijving die bestaat uit:
3.Een gelijkstroommotor met wormoverbren ging
4.Tandwielremoverbrenging met ingebouwde
slipkoppeling
5.Kogelbout met moer
fgb5d1ha
-- 4 7 --
Page 8
NL
2.3TECHNISCHE GEGEVENS
Instellengte
(mm)
Totale lengte
(mm)
Gewicht (kg)11,513,215,016,718,521,925,430,938,8
Max. bedrijfsspanning42 V DC
Max. snelheid bij 42 V DC70 cm/min. (175 cm/min. met omge-
Continu A--gewogen geluidsdruk42 dB
Speling van de loper in lengterichting
vandeslede
Overige speling0
Max. omgevingstemperatuur80°C
Max. afmetingen van de last bij onbe-
perkte instellengte
601201802403004205407301030
30536542548554566578510251385
A6 slede
keerde tandwielen in transmissie)
0,1 mm
Instellengte 60 tot 540: b=62
Instellengte 60 tot 730: b=86
Instellengte 60 tot 1030: b=117
2.4Draagvermogen van de slede
Ter vereenvoudiging van de berekening gaat men ervan uit dat de belasting op de
slede een gewicht is en dat de verschillende montageposities van de slede beperkt
blijven tot:
Met onderstaande coördinaten oefent het gewicht een kracht uit in de y, x, resp.
z--richting.
fgb5d1ha
-- 4 8 --
Page 9
NL
2.5Lineaire lager van loper
De maximaal toegestane momentloze last op de loper van de slede is 150 kg,
onafhankelijk van de montagepositie van de slede.
De maximaal toegestane moment--ontwikkelende last op de loper van de slede
hangt af van de montagepositie. Het zwaartepunt van de last kan van het hart van
de loper verschoven worden naar een gebied waarvan de uiterste grenslijn afhangt
van de grootte van de last. Zie h iervoor de drie diagrammen op deze bladzijde en op
bladzijde 49, waar men de slede van bovenaf ziet.
Max. Last bij vertikale montageMax. last bij staande horizontale montage.
Max. last bij horizontale montage
fgb5d1ha
-- 4 9 --
Page 10
NL
Voorbeeld 1:
SEen A6 SFD1--lasautomaat is gemonteerd op een
staand sledekruis.
SN.B. de elektrodetrommel en de trommelhouder
zitten op het sledeprofiel van de vertikale slede.
Voorbeeld 1a
SDe last op de vertikale slede is ca. 43 kg.
SHet zwaartepunt (TP1) is 0,35 m verschoven van
de loper van de vertikale slede in de z-- r ichting
SDe zwaartepuntverschuiving in de x--richting is te
verwaarlozen
SDe last ligt in deze situatie ver onder de toege-
stane last van 110 kg.
*1) Toegestane zwaartepuntsituatie bij een last van
40 kg.
*2) Toegestane zwaartepuntsituatie bij een last van
100 kg.
Voorbeeld 2
SEen last met een gewicht van 50 kg is
gemonteerd op een liggende horizontale slede.
SHet zwaartepunt in de x --richting is
dan 0,4 m verplaatst.
SHet zwaartepunt kan bovendien 0,17
m in de y--richting verschuiven zonder
dat de maximale last wordt overschreden.
*1) Toegestane zwaartepuntsituatie bij een last van 50 kg.
fgb5d1ha
-- 5 0 --
Page 11
NL
2.6De afstand tussen de bevestiging van het sledeprofiel en de
ingrijplijn van de last.
De maximaal toegestane krachten op de montagebouten van het sledeprofiel
beperken de afstand (l) tussen de montagebouten en de ingrijplijn van het gewicht.
Bij een staande horizontale montage dient het aanhaalmoment 48 Nm te zijn voor
M10--bouten en 84 Nm voor M12--bouten (frictieverbindingen).
Maximaal toegestane afstand, l als functie van last F wordt weergegeven in het
volgende diagram waarbij a de afstand is tussen de boutparen.
Voorbeeld 3
SDe horizontale slede in voorbeeld 1 dient te worden gemonteerd op een drager
met 2 boutparen met a=60 mm.
SL is dan ten hoogste 0,4 m.
SVolgens het diagram is voor een gewicht van 100 kg vereist ( F =1000 N) dat de
montagebouten een afmeting hebben van M12 en aangehaald worden op 84
Nm.
Bij een belasting wordt het sledeprofiel dusdanig vervormd (verbogen, gedraaid) dat
het zwaartepunt van de last daalt.
De mate van het doorbuigen (d) hangt af van:
SDe grootte van de last.
SDe montagepositie van de slede
SDe afstanden a, L en x (y,z), gedefinieerd in onderstaande figuur.
Vertikale montageStaande horizontale montage
Liggende horizontale montage
Het doorbuigen d: (x, y, z) van het zwaartepunt van de last per 10 kg last blijkt uit de
vier diagrammen op bladzijde 52 en op bladzijde 54. Bij liggende horizontale
montage krijgt men een doorbuiging volgens dz=dzx+d
In de overige punten is de
zy.
doorbuiging proportioneel of ongeveer proportioneel in verhouding tot de afstand tot
de loper.
Denk eraan dat de mate van het doorbuigen verandert met de stand van de loper.
Vertikale montage. Sledeprofiel wordt gebogen.Staande horizontale montage. Sledeprofiel wordt
gedraaid.
fgb5d1ha
-- 5 2 --
Page 13
NL
Voorbeeld 4.
SEen lasautomaat is gemonteerd op een staande
sledekruis.
SDe last op de vertikale slede is 43 kg.
SHet zwaartepunt ligt op een afstand van z=0,35 m
van de loper.
SDe last op de horizontale slede is 100 kg en het
zwaartepunt bevindt zich op een afstand van
z=0,17 m van de loper.
1.Doorbuigen vanwege vervorming in de vertikale slede.
SVul L=0,1 m en z=0,35 in in het linker diagram op bladzijde 54 (afstand tot
zwaartepunt TP1.) Bij a=60 gebruikt men de doorlopende lijnen.
SDan krijg je een punt dat tussen kromme 1 en kromme 3 ligt (dichter bij
kromme 3).
SVolgens de tabel a=60 krijgt men een doorbuiging van 0,05 tot 0,1. Deze
wordt geschat op 0,08. Dit is het doorbuigen in zwaartepunt TP1 per 10 kg
last.
SDe doorbuiging voor 43 kg wordt: 0,08 x 43/10 = 0,34 mm
SDe doorbuiging van de connector wordt dan (op grond van de evenredig-
heid): 0,34 x 0,33/0,35 = 0,32 mm.
S0,33 is de afstand tot de connector
S0,35 is de afstand tot TP1.
2.Doorbuiging op grond van vervormingen in de horizontale slede.
SVul in L=0,4 m en z=0,17 m in het rechter diagram op bladzijde 54 (afstand
tot zwaartepunt T P2).
SDan krijgt men een punt dat een doorbuiging geeft van 0,05 à 0,1. Deze
wordt geschat op 0,07 mm. Dit is het doorbuigen in zwaartepunt T P2 per 10
kg last.
SHet doorbuigen voor 100 kg wordt: 0,07 x 100/10 = 0,7 mm
SDe doorbuiging van de connector wordt dan (vanwege de evenredigheid):
0,07x 0,33/0,17 = 1,36 mm.
S0,33 is de afstand tot de connector
S0,17 is de afstand tot TP2.
SDe total doorbuiging van de connector wordt bij L
van max
1,36 + 0,32 = ca 1,7
mm.
fgb5d1ha
-- 5 3 --
Page 14
NL
Een liggende horizontale montage.
Zwaartepuktverschuiving in de y--richting.
Sledeprofiel wordt gebogen.
Een liggende horizontal montage.
Zwaartepuktverschuiving in de x--richting.
Sledeprofiel wordt gedraaid.
Voorbeeld 5:
Een liggende horizontale slede met max. L:d 0,4 m is belast met 50 kg. De afstand
tussen de montagebouten is 60 mm. De zwaartepuntverschuiving in de y--r ichting =
0,17 m en in de x--richting 0,4 m .
1.De doorbuiging (dzy) voor een liggende horizontale m ontage met een zwaartepuntverschuiving in de y--richting.
SVul in L=0,4 m en y=0,17 in het linker diagram op bladzijde 54.
SDan krijgt men een punt dat in kromme 3 ligt.
SVolgens de tabel a=60 krijg je dan een doorbuiging van 0,1 mm. Dit is het
doorbuigen per 10 kg last.
SHet doorbuigen (dzy) voor 50 kg wordt: 0,1 x 50/10 = 0,5 mm
2.De doorbuiging (dzx) voor liggende horizontale montage met zwaartepuntverschuiving in de x--richting.
SVul in L=0,4 m en x= 0,4 m in het rechter diagram op bladzijde 54.
SDan krijgt men een punt dat een doorbuiging van 0,25 à 0,5 indiceert. Deze
wordt dan geschat op 0,35 mm. Dit is het doorbuigen per 10 kg last.
SHet doorbuigen (dzx) voor 50 kg wordt: 0,35 x 50/10 = 1,75 mm.
SHet totaal doorbuigen (d
) in het zwaartepunt van de last wordt: dzy+dzx=0,5
z
+ 1,75 = 2,25 mm.
SHet doorbuigen in de overige punten van de last is ongeveer evenredig aan
de afstand tot de loper in de y-- en x--richting.
fgb5d1ha
-- 5 4 --
Page 15
NL
2.8Verplaatsing van de slede
Het stroomverbruik van de elektromotor en de grens voor zelfremmen.
Het stroomverbru ik van de elektromotor is lineair afhankelijk van de last. In de tabel
is het stroomverbruik vermeld voor diverse overbrengingsverhoudingen bij
stationaire toeren, vollast en slippen. In de tabel wordt de max. last bij zelfremmen
van de wormoverbrenging van de motor aangegeven.
Overbrengingsverhouding met
max.snelheid (cm/
min)
7015,41,251,802,60>1500
1756201,252,753,501000
*1) Kan afgesteld worden, zie op bladzijde 59.
Totale overbren gingsverhouding
motoranker -- sledeloper (omw./mm)
StroomverbruikMax. last bij zelfSta-
tionaire
toeren
Last
1500
N
Slippen
*1)
remmen (N)
fgb5d1ha
-- 5 5 --
Page 16
NL
3INSTALLEREN
3.1Algemeen
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Het onjuist installeren van de servoslede of aansluitingen van de last op de
servoslede is verenigd met gevaar voor schade aan de machine of persoonlijk letsel.
3.2Aansluitingen van de loper
Voor het vastzetten van de last zijn er 4 M1--openingen met een steek van 60 op de
loper voor M12--bouten of een doorlopende M10--schroef (In--6) aan de achterkant
met vulring.
3.3Aansluitingen van sledeprofiel
Voor het bevestigen van dragers zijn er ø 13 openingen met een steek van 60 mm
voor M12--bouten (In--6) of M10--bouten (In--6) met ring.
Sluit de slede aan op een geschikte aandrijfvoorziening. Hiervoor is een kabel,
best.nr. 456 493, nodig voor bedieningsbox PEH en best.nr. 417 310 voor
bedieningsbox A6 GMD en A6 PAK (niet in de slede inbegrepen).
3.4Monteren van staand sledekruis
Een staand sledekruis kan op meerdere manieren
worden gemonteerd. Bij grote lasten dient de vertikale
slede het dichtst bij de last gemonteerd te worden om
de belasting op de loper van de a chterste slede te
reduceren.
Geschikte montage bij grote lasten. Geen draaimoment
op de loper van de achterste slede.
De diverse m ontageposities van de slede dienen
beperkt te blijven tot: vertikaal, staande horizontaal
en liggend horizontaal.
Bij de m eeste sleden is het eigen gewicht zo laag dat men met de hand kan tillen. Bij
sleden met een instellengte van meer dan 540 mm en geassembleerde sledekruizen
dient men een goedgekeurd hijswerktuig te gebruiken.
N.B. : de loper mag niet voor hijsdoeleinden gebruikt worden!.
Het hijspunt kan worden aangebr acht in de opening van het sledeprofiel. Bij wijze
van uitzondering kan men hijsen met een zachte hijsstrop die rond het sledeprofiel
wordt bevestigd (als deze tegen wegglijden is beveiligd).
fgb5i1ha
-- 5 7 --
Page 18
NL
4BEDRIJF
4.1Algemeen
Waarschuwing:
Hebt u de veiligheidsvoorschriften doorgenomen en deze begrepen?
Bedien de machine alleen wanneer dat het geval is!
De algemene veiligheidsvoorschriften voor h et gebruik van de hier beschreven uitrusting vindt u op pagina 45. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
WAARSCHUWING!
Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken.
Wees daarom extra voorzichtig.
4.2Vervangen van snelheidsbereik
WAARSCHUWING!
Vallende lading kan verwondingen en schade veroorzaken.
Zeker de last bij het vervangen van de riem of het riemwir.
Vervangen van riemschijf
Alvorens met de werkzaamheden te beginnen moet u de last borgen door de slede
of de last zover m ogelijk omlaag te brengen om te voorkomen dat de last per
ongeluk omlaagkomt.
Max. snelheidWiel op
motoras
70 cm/min19 tanden30 tanden, voor
175 cm/min30 tanden, voor
slipkoppeling
110 cm/min30 tanden, voor
slipkoppeling
Wiel op kogel-
bout
slipkoppeling
19 tandenastaplengte 25
30 tandenastaplengte 25
Motor
334 322--001
astaplengte 25
mm
mm
mm
Afdekplaat
334 321--001
T=1mm
334 321--001
334 321--001
Bij wiel verangen: Draai de dekplaat tussen motor en motorbevestiging zodat de
bevestigingsopening worden bedekt.
N.B. Bij met monteren/demonteren van de riemschijf met slipkoppeling mogen de
gesmeerde veerschotels niet in aanraking komen met de frictievlakken van
riemschijf, frictiering of frictiestop!
fgb5o1ha
-- 5 8 --
Page 19
NL
Instellen van slipmoment
SHaal de centrumbout 3/4 slag aan nadat de positie is bereikt waarin de veer-
schotels beginnen te werken.
SWanneer gewenst kan het slipmoment teruggebracht worden (bijv om de slip-
stroom te verminderen) door de centrumbout minder dan 3/4 slag aan te halen.
SN.B.: Een groter slipmoment mag niet worden ingesteld daar dit bij blokkeren
kan leiden tot beschadiging van de slede.
Instellen van riemspanning
Vervang de riem ten minste eens in de 5 jaar of
eerder als dat nodig mocht zijn.
SZorg dat de last goed geborgd is tijdens de
uitvoering van de werkzaamheden.
SDemonteer de kap.
SMaak de motor los. Als de schijf met slipkoppeling op de motoras zit moet de
riemaandrijving eerst worden gedemonteerd om bij de bevestigingsschroeven
van de motor te kunnen komen die later weer gemonteerd worden.
SVerplaats de motor zijwaarts tot de riem zo hard gespannen is dat een kracht
van 3,5 N op de riem tussen de schijven een doorbuiging van 2,5 mm geeft.
SHaal de bevestigingsbouten van de motor aan.
SAls de schijf met de slipkoppeling op de motor as zit, moet de schijf gedraaid
worden (de slipkoppeling wordt losgemaakt) tot de uitsparing in de geleiderand
recht voor de bout tussen de riemzijden zit. Deze schroef kan nu worden
aangehaald.
SDemonteer de riemschijven en de riem zodat de overige bouten aangehaald
kunnen worden.
SMonteer de riemoverbrenging en stel de slipkoppeling in.
SMonteer de kap.
fgb5o1ha
-- 5 9 --
Page 20
NL
5ONDERHOUD
5.1Algemeen
N.B.
Als u zelf reparaties aan de machine uitvoert om eventuele storingen te verhelpen,
wijst ESAB alle verantwoordelijkheid af en kunt u geen aanspraken maken op
schadevergoeding of een beroep doen op de garantie.
5.2Dagelijks
SBlaas de slede schoon van laspoeder en stof.
5.3Maandelijks
SControleer de riem en vervang wanneer noodzakelijk.
Let erop dat u de riem ten minste eens in de 5 jaar moet vervangen.
SN.B.: Dit is een veiligheidseis bij vertikale montageposities, daar de sledelast valt
bij riembreuk!
Zeker de last bij het vervangen van de riem of het riemwir.
Lees de pagina’s 58 -- 59.
5.4Jaarlijks:
SControleer of de slipkoppeling ingesteld is het juiste slipmoment, zie de
pagina’s 58 -- 59.
5.5Wanneer noodzakelijk
SSmeer de telescoopbalgen met molybdeendisulfide.
SSmeren van slipkoppeling
SVet de veerschotels en de kleinste binnendiameter van de riemschijf in met
molybdeendisulfide. N.B. Zorg ervoor dat er geen vet in aanraking komt met de
frictievlakken van de riemschijf, frictiering of frictietap.
SVervangen van slijtageonderdelen voor de slipkoppeling
SVervang de frictiering en/of de veerschotels.
SSmeer volgens bovenstaande aanwijzing.
SAfstellen van slipmoment (zie ook onder bedrijf op bladzijde 59).
SHaal de centrumbout van de slipkoppeling 3/4 slag aan nadat de stand is bereikt
waarin de veerschotels beginnen te werken.
5.6Bij langdurige stilstand
SOlie de onbeschermde vlakken van de stalen assen in om corrosie te
voorkomen.
SN.B. Molybdeendisulfide mag niet worden gebruikt!
SAntiroestmiddelen in spuitbusverpakking wor den aanbevolen voor moeilijk
bereikbare oppervlakken.
fgb5m1ha
-- 6 0 --
Page 21
NL
5.7Vervangen van lineair lager
Het lineaire lager van de slede bestaat uit 2 stalen assen (4) en 4 kogelbussen (12).
fgb5m1ha
-- 6 1 --
Page 22
NL
Vervangen van kogelbussen (12)
SDemonteer de riemschijf van de kogelbout (1), de spie
(2) en de kogellagermoer (3) met de vergrendelingsplaat
en de eindring (9).
STrek de loper (6) met de kogelbout (5) uit zijn geleiding
vandestalenas(4).
SDraai de stelschroeven (10) en de borgschroeven los (8),
zie nevenstaande figuur.
SDruk de kogelbus (12) van de loper af (6).
SDraai de borgschroeven (8) vast. Zie nevenstaande figuur.
SMonteer de nieuwe kogelbus (12) door deze zo ver sa-
men te drukken dat hij de borgschroef kan passeren.
SZorg ervoor dat de borgschroef (8) helemaal in de
geleideopening van de kogelbus (12) zit.
Vervang de andere kogelbussen op dezelfde manier.
Vervangen van stalen assen (4).
SDemonteer de defecte stalen assen (4) en de assteunen (13) van de slede.
SPlaats een nieuwe as (4) in de kogelbus van de loper.
SHaal de stelschroeven (10) 1 en 2 zo hard aan
dat het lager een voorspanning krijgt.
SBreng een beetje lijm ( Loctite 242) aan op
bout 3 en 4. Haal ze beurtelings aan
(even veel) tot de speling in dit lager
net verdwenen is.
SDraai schroef 1 en 2 los.
SBreng wat lijm aan op schroef 1 en 2
en haal aan op dezelfde manier als bij
schroef3en4.
SMarkeer de stalen as (4) zodat hij aan
de juiste zijde van de loper (6) wordt
gemonteerd.
STrek de stalen as (4) uit de kogelbussen (12).
*1 Borgschroef
*2 Stelschroef
Plaats de andere stalen as op dezelfde manier.
SSchroef de stalen assen vast op hun assteunen (13) (volgens de markering).
SBorg de schroeven met Loctite 242, aanhaalmoment 10 Nm.
SVet de kogelbussen (12) in met kogellagervet.
SPlaats de stalen assen (4) met hun steunen (13) juist gericht in hun kogelbussen
(12).
SMonteer de kogelbout (5) in zijn lager.
SSchroef de assteunen (13) op het sledeprofiel (14) zodat de kogelbout (5) even-
wijdig zit met de stalen assen (4) en de loper (6) en kogelbout (5) vrij lopen, zonder neiging tot blokkeren, over de hele instellengte van de slede.
SBorg de schroeven met Loctite 242, aanhaalmoment 10 Nm.
Monteer de overige onderdelen.
fgb5m1ha
-- 6 2 --
Page 23
NL
Vervangen van kogelbout met moer.
SDemonteer de riemschijf van de kogelbout (1), de spie (2), de kogellagermoer
met borgring ( 3) en de eindring (9).
STrek de loper (6) met kogelbout (5) van zijn geleiding.
SSchroef de kogelmoer (7) uit de loper (6) met behulp van een tang in de groef
van de loper.
SBreng Loctite 222 aan op de draad van de nieuwe kogelmoer en draai de nieu-
we kogelmoer vast (7) (met ingedraaide kogelbout) in de loper (6).
SPlaats de loper (6) met kogelbout in zijn geleiding, respectievelijk lager.
Monteer de overige onderdelen.
6BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN
Reserveonderdelen zijn te bestellen via de dichtstbijzijnde ESAB--vertegenwoordiger,
zie de laatste pagina van dit boek. Geef bij bestelling altijd het machinetype, het serienummer en de aanduiding plus het onderdelennr. aan die staan aangegeven in de
lijst met reserveonderdelen op pag. 147.
Dit vergemakkelijkt het uitvoeren van de bestelling en garandeert een correcte levering.